>> HOMEpage

Gemme van Burmania †1602

Bron: Friesche Volksalmanak 1889, 144-146
Internetuitgave: M.H.H. Engels, december 2020

Genodigden op de begrafenis van Gemme van Burmania, 1602
[door] D[ominicus] C[annegieter]
>> bio- en bibliografie van deze auteur

Op de begrafenis van Gemme van Burmania "de Stand-Fries", die de 28ste November 1602 op Herjuwsma-State te Ferwerd stierf, werden, volgens twee originele leedbrieven [* bron niet vermeld: vgl. het afschrift in de verzameling Murray Bakker], tegen de 5de December d.a.v., "toe 8 uijren", genodigd:
◊ Roeland van Achelen, "met sijn wijf en dochter." Hij was vroeger grietman van Dantumadeel, daarna van Hennaarderadeel en woonde later op Cammingha-State te Ferwerd.
◊ Ernst van Aijlva, voorheen grietman van West-, daarna van Oost-Dongeradeel, later gelastigde tot de handeling over het bestand met Spanje, afgevaardigde bij de Dordtse Synode enz., woonde op Hania-State te Holwerd.
◊ Taco van Aijlva , grietman van Ferwerderadeel, lid der Staten van Friesland, woonde op Unema-State te Blija.
◊ Ernst van Goslinga, op Goslinga-State te Hallum.
◊ Barthold van Douma, op Douma-State aldaar. Hij overleed in 1615.
◊ Hessel van Feitsma, op Feitsma-State aldaar. Hij was lid van het Verbond der Edelen, volmacht ten Landsdage wegens Ferwerderadeel en tegenwoordig geweest bij de slag te Heiligerlee.
◊ Jancke van Douma, waarschijnlijk een zoon van Laas van Douma en Barber van Hottinga.
◊ Marten van Naerden, luitenant der hoofdmannenkamer te Groningen, echtgenoot van Auck van Donia.
◊ Tjalling van Eijsinga, grietman van Menaldumadeel, een bekwaam rechtsgeleerde, woonde op Heringa-State te Marssum.
◊ Idzard van Grovestins, later grietman van Menaldumadeel, woonde op de State Sirtema of Grovestins te Engelum.
◊ Bocko van Burmania, grietman van Hennaarderadeel, dijkgraaf, en lid van de Admiraliteit te Dokkum. Hij woonde op Unga-State te Edens.
◊ Ansch van Burmania, dochter van Poppe van Burmania.
◊ Sjuck van Wijnia,
◊ Adzer van Wijnia ,
◊ Doeijtse van Wijnia,
de drie laatsten, kinderen van Eeck van Burmania en Doijtse Sjucks van Wijnia.
◊ Duco van Aijsma, oud-grietman van Ferwerderadeel, woonde te Marrum.
◊ Gabbe van Aijlva, dijkgraaf.
◊ Epo van Aijlva, broeder van de voorgaande.
◊ Johan van Goslinga, de oude.
◊ Perck van Goslinga, zuster van de voorgaande. Zij was ongetwijfeld dezelfde, die in 1609 huwde met Marcus à Lycklama. Zie de Bruiloftszang op hen, ten dele opgenomen in de Bloemlezing uit Middel-Friesche Geschriften van Dr. Buitenrust Hettema. Leiden 1887.
◊ Wibrant van Aijlva , waarschijnlijk lid van het Verbond der Edelen, woonde op Roorda-State te Genum.
◊ Thonis van Aijlva, zoon van de voorgaande, ritmeester, die later - in 1618, - door een beschonken student dodelijk werd gewond.
◊ Margaretha van Bunau, weduwe van Antonie Alberts van Egmont van Meresteijn.
◊ Georg Wolfgang, baron thoe Schwartzenberg, gedeputeerde Staat van Friesland.
◊ Keimpe van Donia, op Hinnema-State te Jelsum, grietman van Leeuwarderadeel, lid van Gedeputeerde Staten, curator der Academie te Franeker, daarna lid der Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden, raad in het Hof van Friesland, lid van de Raad van State enz.
◊ Watze van Ockema, kleinzoon van Gemme van Eurmania.
◊ Ulbo van Aijlva, grietman van Baarderadeel, volmacht ten Landsdage enz., woonde op Tjessinga-State te Hijlaard.
◊ Helena van Bunau, zuster van voornoemde Margaretha, weduwe van Idzert van Douma.
◊ Margaretha van Cammingha, later gehuwd met Sicke Idzerts van Grovestins.
◊ Wisck van Aijlva, weduwe van Keimpe van
◊ Johan van Herema, gedeputeerde Staat van Friesland.
◊ Wijtze van Cammingha, later - in 1606 -, overleden Emden.
◊ Saepck van Cammingha, zuster van de voorgaande, vrouw van Joost Heres van Ockinga.
Bovendien werden van sommige mannelijke genodigden ook hun vrouwen en kinderen gebeden.

>> begin

DOMINICUS CANNEGIETER
1842-1909
- GESCHIEDKUNDIGE PUBLICATIES EN AANTEKENINGEN IN SCHOONSCHRIFT
in de catalogus van de Provinciale Bibliotheek van Friesland [Tresoar]
- BIOGRAFIE
- INVENTARISATIE VAN GEGEVENS
Kleine tentoonstelling in de Provinciale Bibliotheek van Friesland
oktober 1992 t/m januari 1993, samengesteld door M. Engels, conservator.
Catalogus Tresoar:
1. GENEALOGIE van het geslacht Cannegieter / verzameld door D.
Cannegieter. - Haarlem : Enschede & Zonen, 1884.
BOEKNUMMER : S 24 G
BOEKNUMMER : s 24 G bis
2. GENEALOGIE van het geslacht Cannegieter / verzameld door
Dominicus Cannegieter ; [samengest. door An van Hall-Cannegieter
en uitgegev. door Joost Cannegieter]. - Bijgew. uitg. - Enschede :
[de auteur], 1985. - xvi, 152 p. : ill. ; 21 cm
Fotomech. herdr. van de uitg.: Haarlem : Enschede & Zonen, 1884. -
Met reg.
BOEKNUMMER ; C 36105
3. GENEALOGIEEN van de geslachten Acronius (met wapenafb.),
Bekius, Jelle Hotjes, IJpeij, het Geldersch geslacht Muijs, het
Emdensch geslacht van Ness, van Slooten / D. Cannegieter. - [S.l.
: s.n.], (ca. 1900].
BOEKNUMMER : 8299a Hs
Noot : Hierbij: Kwartierstaten van: J.J. Hancock, A. v.
Hettinga, B. Hoornsma, R. Muijs, M. v. Salengre, G. v. Slooten, S.
v. Sloterdijck, E. Sterring, Sterringh of Starringa, G. Suidema,
F. de Witte
4. GOSLINGASTATE te Hallum en hare bewoners / D. Cannegieter. -
[S.l. : s.n.], 1896.
Overdr. uit: Friesche Volksalmanak; 1896
BOEKNUMMER : Pb 4 832
5. GRAFSTEENEN, lijkgedichten, gedenkteekenen en wapenborden, in
de Sint Martinikerk te Franeker / D. Cannegieter. - [S.l. : s.n.],
[ca. 1900]. - 93 p.
BOEKNUMMER: 8295 Hs
6. Geschiedkundige aantekeningen betreffende het dorp HALLUM / D.
Cannegieter. - [S.l. : s.n.], [ca. 1860-1890]. - 385 p. met 1
bijlage
BOEKNUMMER : Hs 93
Noot : Geschenk van Mej. G. Cannegieter te Hallum
7. Beschrijving van het dorp HALLUM in Ferwerderadeel, behelzende
deszelfs opkomst, aanwas, geschiedenis, adelijke huizen,
stemdragende plaatsen, kerken, kloosters, geestelijkheid, scholen,
onderwijs, ambachten, bedrijven, beroemde personen, enz., enz. /
D. Cannegieter. - [S.l.: s.n.], [ca. 1880]. - 2 dl. : ill. Met
reg.
BOEKNUMMER : Hs 718
Noot : Geschenk van Ds. P. Cannegieter te Driebergen, 1949
Noot : Bevat: De Doopsgezinde gemeente te Hallum,
voorafgegaan door het slot der afscheidspreek op 25 Sept. 1910 /
S. Wartena
8. Verzameling van aanteekeningen betreffende HALLUM,
Mariengaarde, Ferwerderadeel e.a. / D. Cannegieter. - [S.l. :
s.n.], [ca. 1900]. - 19 dl.
1: Hallum. 2: Feytsma-State, Hallum. 3: Gerbranda-State. 4: Goslinga-State. 5: Sythjema-State. 6: Mariengaarde. 7: Ferwerderadeel. 8: Blija. 9: Ferwerd. 10: Cammingha-State. 11: Hoogebeintum en Genum. 12: Jislum. Lichtaard. 13: Marrum. 14: Nijkerk. 15: Reitsum en Wandswerd. 16: S.J. Rienks. 17: Varia. 18: Brieven aan D. Cannegieter van A.J. Andreae, W.B.S. Boeles, J. Dirks, K.J. Feenstra, S. Haagsma, J. v.Loon, G.H. v. Borssum Waalkes, H. Wenning, A.W. Wijbrands (13 Febr. 1882-11 Mei 1898). 19: Kort overzicht van de verzameling handschriften, kaarten en platen betrekkelijk Friesland, nagelaten door W. Eekhoff. - 19 dl. in 1 portef.
BOEKNUMMER : Hs 93a
Noot : Geschenk van Mej. G. Cannegieter te Hallum
9. Aanteekeningen uit het archief van den kerkeraad der
Nederlandsch Hervormde gemeente te HALLUM (1617-1809) / D.
Cannegieter. -[S.l. : s.n.], [ca. 1900]. - 16 p.
BOEKNUMMER : 8296 Hs
10. JUWSMA- of Herjuwsma-State te Ferwerd / D. Cannegieter. -
Leeuwarden : Meijer, Kuipers en Wester, [1883]. - 42 p.
Overdr. uit: Friesche Volksalmanak voor 1884.
BOEKNUMMER : Pb 6951
Noot : Geschenk van de erven Mevr. Stellingwerf-Jentink
11. Het KAATSSPEL : een en ander over het spel in het algemeen en
over de Franeker vereeniging tot bevordering en instandhouding van
het kaatsspel in het bijzonder / door Dominicus Cannegieter. -
Franeker, 1883. - in-8.
BOEKNUMMER : s 357 G
12. De ridderhofstede LANGESTEIN, onder de gemeente Langerak,
bezuiden de Lek / D. Cannegieter. - [S.l. : s.n.], [ca. 1875].
BOEKNUMMER : A 1595
13. Geschiedenis van MARTENA-HUIS te Franeker en zijne bewoners /
naar verschillende bronnen bewerkt [door] D. Cannegieter. -
Franeker, 1895.
BOEKNUMMER : Pb 4833
BOEKNUMMER : Pb 4833bis
14. De "OUWE GRIEP" te Vrouwen-Parochie. - [Lieve Vrouwen
-Parochie].
Bevat : De "ouwe griep" / door D.C. ; De oue griep / W.
Dykstra ; De "ouwe griep" / A.H. Jr. ; Feestrede / A.M. Snijders.
BOEKNUMMER : Pa 579
BOEKNUMMER : Pa 579bis
BOEKNUMMER : Pa 579a
Editie : Heruitg. van de oorspr. uitg. aangev. met: Het
150-jarig bestaan "Ouwe Griep" 1794-1944 / door W.K. te V.
Jaar : [ca. 1947]
Noot : D.C. is D. Cannegieter, A.H. Jr. is A. Hommema Jr.
15. REIJNIER van Tzum : een levensschets / D. Cannegieter. -
Franeker, 1904.
BOEKNUMMER : Pb 4431
BOEKNUMMER : Pb 4431 bis
16. Sieds Johannis RIENKS, wis- en werktuigkundige / D.
Cannegieter. - Tzum; Leeuwarden : Meijer, Kuipers en Wester,
[1888]. - 14 p.
Fragment uit eene onuitgegeven beschrijving van Hallum. - Overdr.
uit: Friesche Volksalmanak 1889.
BOEKNUMMER : Pa 4 89
17. Kronyk van de voornaamste hardrijderijen op SCHAATSEN in
Friesland, sedert het jaar 1805 / D. Cannegieter. - [S.l. : s.n.],
[1880). - 74 p. f 21 cm
BOEKNUMMER ; Hs 14 62
Noot : Uit boedel Geeske Cannegieter te Hallum, geschenk
J.J. Kalma
18. SECRETARISSEN van Franeker, sedert 1521 tot 1907 / D.
Cannegieter. - [S.l. : s.n.], [ca. 1900]. - 16 p.
BOEKNUMMER : 8293 Hs
19. Geschiedenis van Oud-Sjaerdema en SJAERDEMA-SLOT te Franeker
en hunne bewoners / naar vele bronnen bew. [door] D. Cannegieter.
- Franeker, 1902.
BOEKNUMMER : B 6473
BOEKNUMMER : B 6473 bis
Noot : Verschenen t.g.v. het in gebruik nemen van dit oude
kasteel als gemeentehuis van Franekeradeel op 29-10-1895
20. Aanteekeningen van meldenswaardige zaken en gebeurtenissen
betreffende het dorp TZUM en deszelfs inwoners / D. Cannegieter. -
[S.l. : s.n.], [ca. 1880]. - IV, 554 p., 12 p. pl. s ill. Met reg.
BOEKNUMMER : Hs 717
Noot : Geschenk van Ds. P. Cannegieter te Driebergen, 1949
21. Iets over de geestelijkheid te TZUM, vóór de reformatie / D.
Cannegieter. - [S.l. : s.n.], [1886].
Overdr. uit: Friesche Volksalmanak; 1886
BOEKNUMMER : Pa 285
22. Eenige bijzonderheden betreffende de kerk en den toren te
TZUM/ [door D. Cannegieter]. - Franeker : Telenga, [1890]. - 3
stukken.
Overdr. uit: Franeker Courant; 1890.
BOEKNUMMER : Pa 317
BOEKNUMMER : Pa 317a
23. Aanteekeningen uit de oudste doop-, trouw- en lidmatenboeken
der Nederlandsch Hervormde gemeente te TZUM (1645-1799) / D.
Cannegieter. - [S.l. : s.n.], [ca. 1900]. - 16 p.
BOEKNUMMER : 8297 Hs
24. Register van stukken behoorende tot het archief van het
waterschap der VIJF DEELEN zeedijken binnendijks, van 1582 tot
1879 : register van stukken betreffende de Vijf Deelen zee- en
slachtedijken van 1525 tot 1843 ... beide met ... registers :
benevens eene naamlijst van de dijkgraven ... sedert 1398 ... / D.
Cannegieter. - Franeker : Telenga, 1903. - 331 p. ; 24 cm
BOEKNUMMER : C 7758
BOEKNUMMER : FBH 1201
25. Het gevecht bij Kerinpt : (7 Augustus 1831) : uit het dagboek
van een kapitein bij de Friesche mobile schutterij / D.C. -
[S.l.], [ca.1890]. - 22 p.
D.C. is D.Cannegieter. - Overdr. uit: Friesche Volksalmanak; 1891.
BOEKNUMMER : Pa 347
Noot : Uitgegeven door Dominicus Cannegieter; de kapitein
was D.C.'s vader Hendrik Gerrit Cannegieter
26. Catalogus der BIBLIOTHEEK, nagelaten door den heer D.
Cannegieter, in leven notaris te Tzum. - Franeker, 1909.
BOEKNUMMER : Pb 4165

DOMINICUS CANNEGIETER
1842 - 1909
In 1942 herdacht door H.G. Cannegieter; in 1992 opnieuw uitgegeven, met aantekeningen van A.C. van Hall-Cannegieter; de oorspronkelijke paginering tussen haken.


♥ Op 23 October 1842 werd te Hallum mijn vader Dominicus
Cannegieter geboren als vijfde kind van Hendrik Gerrit
Cannegieter, med. doctor en arts aldaar, wiens avonturen als
schutterkapitein tijdens den Tiendaagschen Veldtocht ik uit zijn
dagboek heb bewerkt in "Grootvaders Glorie", en van Sytske Bekius,
achterkleindochter van "François Bekius, de Duivel-Dominee uit de
Friesche Wouden". Het huis, waarin hij zijn kindertijd doorbracht,
en dat tot aan den dood van zijn jongste zuster Geeske in 1936
steeds in denzelfden staat is blijven bestaan, heeft het milieu
geleverd, waarin mijn boek "Leer verliezen" speelt.
♥ Het was nog vóór de stichting van de Hoogere Burgerscholen en de
kinderen der dorpsnotabelen genoten nog niet het veelzijdige
onderwijs, dat het voorrecht is geworden der volgende geslachten.
Slechts een enkelen zoon uit de kinderrijke gezinnen was het
beschoren te mogen studeeren, doch de opleiding tot arts, die
Dominicus' jongere broer Adrianus als kweekeling op de militaire
kweekschool ten deel viel, bleef toch ook tot specifieke
vak-africhting beperkt. Zijn beide andere broers François en
Johannes gingen naar zee; zijn zuster Baukje trouwde met den
geneesmeester Piet Westerhoff, zijn zuster Gaatske met den koopman
Cornelis Tigler Wybrandi uit de Leeuwarder Roode Koe, Geeske, de
jongste, bleef thuis en Dominicus werd tot het notarisambt
bestemd. [3/4]
♥ Hij was een begaafde jongen, met bijzondere belangstelling voor
de schilderkunst en met teekentalent, dat hij oefende door
geregelde lessen. Ook had hij van zijn vader de interesse en den
speurzin voor oudheden en historische documenten geërfd; in zijn
vrijen tijd combineerde hij het een met het ander door den
vroegeren toestand van zijn geboortedorp op het papier te
reproduceeren uit de voorwerpen, die in de terpen werden gevonden
en uit de brokstukken, die er hier en daar bovenop waren blijven
staan van de oude stinsen en staten. Zoo ontstonden reeds vroeg
zijn met waterverfteekeningen verluchte historische opstellen.
♥ Als candidaat-notaris werkte hij eerst te Zelhem in den
Gelderschen Achterhoek. Daar schijnt hij zooveel belangstelling te
hebben gekregen in het rechtstreeksche leven rondom hem heen, dat
zijn liefde voor het verleden er tijdelijk voor moest wijken; over
deze, uit archaeologisch en historisch oogpunt toch ook
interessante streek zijn van hem althans geen studies bewaard. Het
voor een van de Friesche vlakte komenden jonkman betooverende
natuurschoon en de zoo geheel anders geaarde bewoners, met hun
primitieve gemoedelijkheid, hebben hem geheel in beslag genomen.
Hij verbroederde zich met de dorpelingen, o.a. door een
muziekcorps op te richten, waarvan hijzelf als executant deel
uitmaakte. Op een pelgrimstocht naar dit dorp heb ik in de
gelagkamer van het café Praastink nog een foto [in 1992 verdwenen]
zien hangen, waarop dit muziekcorps met Dominicus was vereeuwigd.
♥ Dominicus was evenals zijn vader zeer vatbaar voor humor en
daarbij een geboren verteller; later heeft hij ons in schemeravond
vaak op anecdoten uit den Achterhoek getrakteerd.
♥ Toen hij overgeplaatst werd naar het notariskantoor te
Molenaarsgraaf in den Alblasserwaard, [4/5] ontmoette hij in het
predikantsgezin Leesekamp op het naburige dorp Brandwijk het
meisje, dat later zijn vrouw zou worden. Zij droeg de
ongelijksoortige namencombinatie Trijntje Catharina Cundagunda,
waaruit haar ouders de eerste, oer Hollandsche tot roepnaam hadden
gekozen. Domien werd hier tot Docus verdoopt.
♥ Tijdens de lange verloving vond Docus weer tijd voor zijn oude
liefhebberij: enkele waterverfteekingen en opstellen hebben in
zijn latere woning de herinnering aan het verblijf in den
Alblasserwaard levend gehouden. [Een tekening van Noordeloos in de
Alblasserwaard d.d. 29-9-1863 is aanwezig bij 12566513.]
NOTARIS TE TZUM
♥ Toen Dominicus op 31 Maart 1878 in de nieuw gestichte
standplaats Tzum tot notaris werd aangesteld, vond hij daar in het
amper duizend zielen tellende dorpje nog twee Cannegieters: de
predikant Dr. Tjeerd, die nog in hetzelfde jaar tot professor
Utrecht zou worden benoemd, was er dominee en dan was er de
brievengaarder Cornelis Jacobus, die een avontuurlijken loopbaan
achter den rug had. Evenals zijn broer, de Hallumer dokter, was de
toenmalige student in de theologie als vrijwilliger mee tegen de
Belgen ten strijde getrokken en het soldatenleven had den
levenslustigen jonkman meer aangetrokken dan het vooruitzicht op
de pastorie. Zoo was hij na afloop van den Tiendaagschen Veldtocht
in het leger blijven hangen, en had het daar tot beroepssergeant
gebracht. Na gepasporteerd te zijn, was deze "Oom Kees" in het
dorpje Lollum een boerenbedrijfje begonnen, waarbij hij zich op de
konijnenfokkerij had gespecialiseerd. Op 61-jarigen leeftijd kreeg
hij ook van deze bezigheden genoeg en hij solliciteerde nu naar
het postje van brievengaarder in het naburige dorp Tzum. Dus
werden [5/6] de pastorie, het notariaat en het postkantoor daar
alle drie door Cannegieters bezet.
♥ Oom Kees was een oolijke snuiter; hij deed met zijn sneeuwwitten
kop in lokkenpracht niet onder voor den lateren professor, hij
liep op klompen en bracht ons iederen Maandagochtend een rammenas
uit zijn tuin in ruil voor de Franeker Courant.
♥ Het huwelijk tusschen Docus en Trijntje werd eerst op 21
Augustus 1879 te Schoonhoven voltrokken. Dat het na de lange
verloving niet eerder kon plaats hebben, is te wijten geweest aan
den verver Poort, een man met een eerwaarden langen baard, die
echter door dit eerwaardig aanhangsel misschien in zijn werk werd
belemmerd; het schilderen van de woning kwam namelijk niet op tijd
af en het trouwen moest hierop wachten. Poort werd hiervoor
gestraft, doordat hij nooit meer de klandizie van Notaris heeft
gekregen, die de overige ambachtslieden op het dorp bij toerbeurt
gegund werd. Dit incidentje typeert den notaris, die bij zijn
gemoedelijken aard zeer sterk zijn parti pris had en onverzoenlijk
bleef tegen menschen, die eenmaal zijn wrevel hadden gewekt.
♥ Spoedig kwamen de drie kinderen, waarmee dit huwelijk werd
gezegend; het huis werd te klein en moest met een vleugel,
speciaal voor kantoor en spreekkamer bestemd, worden uitgebreid.
Met dit al bleef het een bescheiden woning, en het is achteraf
niet te begrijpen, hoe gedurende de zomers er zooveel menschen
bijeen konden worden ondergebracht. Want Notaris was zeer gastvrij
en bijzonder op gezelligheid gesteld. Elk zijner kinderen kon zijn
vriend of vriendin te logeeren krijgen en de familie van Moeders
kant was vrijwel doorloopend vertegenwoordigd; haar jongste zuster
Marie, een mismaakt menschje, heeft van den beginne af deel van
het gezin uitgemaakt. [6/7]
♥ Deze gastvrijheid was vrijwel de eenige luxe, die Notaris
Cannegieter zich veroorloofde. Zelf ging hij zoo goed als nooit
uit; de enkele reisjes, die hij maakte naar Amsterdam of Den Haag,
- eenmaal zelfs met de dorpssociëteit naar Brussel, - waren voor
hem feesten, waarvan hij na thuiskomst uitvoerig verslag aan de
familiedisch deed. Inzonderheid de schilderijenmusea trokken hem
aan en dan verstrooide hij zich graag bij een revue of een
kluchtspel.
♥ De Hallumsche eenvoud, die met die der Spartanen op één lijn
stond, werd in de Tzummer woning gevolgd; wanneer moeder Trijntje,
bijgestaan door Marie, zich aan eenige steedsche allure bezondigen
wou, ontstemde dit haar echtgenoot ten zeerste, zoodat vrouwelijke
list te baat moest worden genomen om clandestien de een of andere
kleinigheid in de huishouding te veranderen, een niet strikt
noodzakelijk meubel aan te schaffen, een looper of behang te
vernieuwen en dan den heer des huizes voor een voldongen feit te
stellen. Het was een buitengewone zeldzaamheid, wanneer deze zich
de weelde van een nieuw pak of een nieuwen hoed veroorloofde, en
hij werd daarmee dan door heel het gezin in het ootje genomen.
♥ Notaris Cannegieter was wars van alle opspraak en opschik; zijn
bescheiden en eenigszins verlegen natuur deed hem spoedig
geïntimideerd worden door alles wat "lol" had; hoewel zelf toch
uit een notabele familie stammend en een eervolle betrekking
bekleedend, beschouwde hij menschen "van stand" als boven zich
staande en hierdoor heeft hij aanvankelijk ook op zijn kinderen
iets van dit maatschappelijk minderwaardigheidsgevoel
overgebracht. Jegens de dorpelingen had hij geen last van deze
eigenaardige schuwheid; hij zocht het contact met menschen ook
buiten den zakelijken omgang o.a. op de dorpssociëteit, die [7/8]
des Dinsdagsavonds in het logement De Ster haar geregelde
bijeenkomsten hield.
♥ Ook jegens dorpsgenooten, die bij hem op bezoek kwamen en
daarbij op een pijp en een glas wijn werden getrakteerd, liet hij
de geslotenheid varen, waarover zijn huisgenooten wel klaagden.
Wanneer er een dorpsnieuwtje was, en Moeder informeerde daarnaar
bij haar man, dan heette het: "Och, meisje, bollekorfpraatjes!"
Maar als dan 's avonds wethouder Bangma of Ouwe Visser er was, dan
besprak hij met hen uitvoerig de sensationeele gebeurtenis. En dan
kon onze moeder wel zoo eens zeggen: "Wat is het toch gezellig,
als er eens iemand komt; dan hoor je nog eens wat!"
♥ Speciaal over het onderwerp "geld" was hij zwijgzaam. Zoodra wij
hem vroegen, hoeveel iets kostte, antwoordde hij kregel: "Och,
jongen, wat komt dat er op aan!" Onderwerpen als: "wat is een
hypotheek?" of: "wat is een obligatie?" of: "wat is de prijs van
een pondemaat land?", waren voor ons taboe; hij wilde nooit over
zooiets spreken, en toen een leeraar bij een les op het gymnasium
eens bij de behandeling van het een of andere economische
onderwerp tot mij zei: "Dat zal Cannegieter als zoon van een
notaris wel weten!", moest ik tot mijn schande bekennen, dat ik
minder van dergelijke dingen op de hoogte was dan ieder mijner
klasgenooten.
♥ Spartaansch was mijn vader ook inzake het verduren van pijn.
Niets ergerde hem zoozeer als kleinzeerigheid en ik moet hem
daarmee vaak hebben geïrriteerd. Eens kwam hij te vallen en dokter
De Griend Dreux meende, dat zijn arm uit het lid was geraakt. Met
behulp van een der omstanders trachtte de dokter den arm door
trekken en wringen weer in het potje te krijgen, totdat hem bleek,
dat de arm was gebroken. Ondanks [8/9] dit trekken en wringen aan
een gebroken arm gaf het slachtoffer geen kik en alleen zijn
bleeke gelaatskleur en de opeengeklemde tanden verrieden, hoeveel
pijn hij doorstond.
♥ Eerst toen ons na zijn dood werd geopenbaard wat deze
schijnbaar zoo vroolijke man gedurende tientallen jaren innerlijk
te verkroppen heeft gehad, hebben wij begrepen, hoezeer deze
natuurlijke zelfbeheersching hem te stade is gekomen en toen is
ons ook die eigenaardige houding jegens het geld en zijn afschrik
voor alles wat weelde en overdaad leek, duidelijk geworden.
Want het notariaat is voor Dominicus Cannegieter een tragedie
geweest. Het begon zoo veelbelovend: een nieuwe standplaats in een
welvarende streek van het zoo eigene Friesland! Maar ... spoedig
na zijn benoeming reeds brak de economische crisis uit, welke
inzonderheid dit gewest op ontzettende manier teisteren zou. De
tot voor kort nog zoo lustig levende boerenstand werd binnen een
paar jaar geruïneerd. Uit mijn jongenstijd herinner ik mij nog,
hoe het ééne faillissement het andere opvolgde, hoe de ouders van
mijn schoolvriendjes naar Amerika verhuisden of in het armhuis
terecht kwamen, hoe tevoren "rijke" boeren op hun hofstede
boelgoed moesten houden en daarna als vrachtrijder of wegwerker
hun brood moesten verdienen.
♥ Nu was een notaris in dien tijd de geldschieter van zijn
cliënten en men moest wel over een onuitputtelijk fortuin
beschikken of een finantieel genie zijn om een dergelijken
economischen storm te doorstaan. Notaris Cannegieter was niet
gefortuneerd, en, hoewel hij zijn ambt met ambitie en met zijn
spreekwoordelijke accuratesse waarnam, lagen zijn natuurlijke
gaven toch elders dan op het gebied der finantieele transacties.
Gespeculeerd heeft hij nooit, en het eenige, wat hem is gelukt,
[9/10] is, twintig jaar lang met een negatief vermogen den schijn
van kredietwaardigheid op te houden. Of hij hoop heeft gekoesterd,
op den duur den achterstand van zijn kantoor in te halen? Ik
geloof van niet; eer heb ik den indruk gekregen, dat hij zich bij
het onvermijdelijke heeft neergelegd en met zijn Spartaanschen
geest zich het voortdurend leven op een vulkaan heeft draaglijk
gemaakt. Het ambt neerleggen kon hij niet, daar dit een afrekening
met zich zou brengen; hij moest doorloopen op den weg, die naar
het katastrofale einde zou voeren.
♥ Begrijpelijk is, dat hij, toen op het laatst van zijn leven de
zaak niet meer bleek te redden, het kantoor meer en meer overliet
aan zijn candidaat en de klerken, en zich zelf concentreerde op
zijn wetenschappelijk werk. Zich verdiepend in het historisch
verleden en in den humor van Dickens en Reuter, zijn
lievelingsschrijvers, trachtte hij zijn tragisch lot te vergeten.
Allicht heeft dit voortdurend verkroppen het verkalkingsproces,
dat zijn gezondheid ondermijnde, bespoedigd. Op 11 Maart 1909 van
een boelgoed thuiskomend, viel hij in de gang neer en overleed na
enkele oogenblikken in den ouderdom van 66 jaar.
♥ Hij heeft zijn kleinkinderen Gonnie van Iterson en Dominicus
Cannegieter nog als kleuters gekend en toonde ook hun zijn
bijzondere liefde voor kinderen, welke hem eveneens jegens zijn
eigen kroost had gekenmerkt. Hoeveel van zijn tijd heeft hij niet
besteed aan het spelen met de jeugd, voor wie hij even gul als
voor volwassenen zijn eigenaardige talenten productief placht te
maken. En ook aan dit werk gaf hij zich ten volle, met zijn
nauwgezetheid en onuitputtelijk geduld. Wanneer hij gedurende het
winterseizoen een vervolgverhaal van eigen vinding vertelde,
luisterden wij ademloos. Iederen ochtend vonden [10/11] wij een
teekening in een blanco boekje, dat hier voor speciaal was
bestemd. Sinterklaas werd een plechtigheid, welke door eenige
volwassen gasten werd bijgewoond en waarbij de Heilige en zijn
knecht in eigen persoon verschenen. Een briefwisseling [nu, 1992,
bij 6ff3], in groteske letters met "echte" Spaansche postzegels,
bereidde de suggestie voor, die nooit door een onvoorzichtige
toespeling werd verbroken. Want bij zulk komediespel bleef Vader
steeds ernstig. Nog bewaren zijn kinderen een meterslange rol
papier, waarop de doortocht van een circus door Tzum op komische
wijze is afgebeeld, en een plakboek [nu, 1992, bij 12566513], -
zware foliant in perkamenten band, - waarin uitknipsels uit
modeplaten, prentenboeken en tijdschriften met allerlei komische
en tragische tafereelen den tijd van omstreeks 1880 in beeld
brengen.
♥ Een waar wonderwerk was het miniatuur-tooneel, dat hij met
decors en acteurs zelf had geknutseld en waarbij hij zelf een
drama: "De moord in het bosch van Cent Arbres" geschreven had.
Grooter wonderwerk vormden misschien nog de Chineesche schimmen,
waarvoor wederom een heele lange winter geduldig plakken en
knippen was noodig geweest. Hij vermaakte ons met tal van
aardigheden; hij kon miauwen op zijn pijp; hij kon goochelen,
musiceeren, raadsels opgeeven en vaak las hij ons voor, toen wij
ouder waren geworden.
♥ Met onverzwakte belangstelling aanhoorde hij, toen wij te
Leeuwarden op het gymnasium gingen, onze schoolverhalen en elke
overgang naar een hoogere klasse was voor hem net zoo goed als
voor ons een vreugde. Toen zijn kinderen, van wie bij zijn dood
twee waren getrouwd, het ouderlijk huis verlieten, werd hij
dikwijls door heimwee naar de gezellige dagen van vroeger gekweld.
Hoe nader de komst van het ergste dreigde, te eenzamer gevoelde
hij zich. Gelukkig bleven de [11/12] historische studieën er nog,
om hem afleiding te verschaffen. In de volle bezigheid aan dit
zijn lievelingswerk is hij heengegaan.
♥ Toen na zijn dood het passief verre het actief overtrof en alles
moest worden verkocht, is het een gelukkige omstandigheid geweest,
dat verschillende wetenschappelijke instellingen in Friesland zijn
manuscripten in bezit hebben gekregen en de overige in de familie
zijn kunnen worden bewaard. Zij zijn alle geschreven met de
rustige, ronde letters van den flegmaticus, - alle Hallumers waren
trouwens flegmatici, en gaven alleen in een oogenblik van
ontstemming blijk van hetgeen er in hun binnenste aan bedwongen
drift woelde. Mijn vader gebruikte bij zijn lievelingsarbeid
steeds een ganzepen, en het kalm, regelmatig doen vloeien van de
zwarte inkt over het stevig Oud-Hollandsch papier schonk hem een
vreugde op zichzelf.
♥ Nu het honderd jaar is geleden, dat hij werd geboren, meen ik
deze herdenking niet beter tot haar recht te doen komen dan door
een volledige opgave van de door Dominicus Cannegieter geschreven
werken aan zijn levensschets toe te voegen. Met erkentelijkheid
noem ik hier de namen van hen, die mij daartoe in staat hebben
gesteld. Het zijn Dr. Sj. Douma, bibliothecaris der Provinciale
Bibliotheek van Friesland, Mr. P.C.J.A. Boeles, bibliothecaris van
het Friesch Museum, beiden te Leeuwarden, G.J. Bosma,
gemeentesecretaris van Franeker en A. Hallema, publicist te
Ginneken.
HET STAMBOEK
♥ Voor de familie en nazaten van Dominicus Cannegieter is het door
hem geschreven boek van het geslacht Cannegieter en [12/13] eenige
aanverwante familieën wel het belangrijkste. Evenals met zijn
overige genealogische, heraldische en historische studiën heeft
Dominicus zich hiermee heel zijn leven beziggehouden. In 1884 is
dit werk onder den titel: "Genealogie van het geslacht
Cannegieter" bij Joh. Enschede & Zonen te Haarlem gedrukt. Het
handschrift hiervan is later door den schrijver geschonken aan
zijn broer Adrianus, die het aan zijn neef Adrianus Tigler
Wijbrandi heeft overgedaan. [Het is doorgegeven aan Dr. P.W. de
Lange, die het in bruikleen heeft afgestaan aan het C.B.G.] Want
inmiddels was Dominicus alweer met een verbeterde uitgave bezig;
dit veel omvangrijker werk, met tal van foto's verlucht, is op het
einde van zijn leven opnieuw omgearbeid tot het bovengenoemde
Stamboek, waarin de portretten werden overgeplakt.
♥ Dit Stamboek is onvoltooid gebleven; toen de dood hem verraste,
moesten nog verschillende der "aanverwante familiën" worden
toegevoegd; het voorwerk daarvan is in een door de Provinciale
Bibliotheek te Leeuwarden aangekochte portefeuille bewaard.
♥ Want na Dominicus' dood is ook zijn bibliotheek onder den hamer
gekomen. De catalogus daarvan, bij F. Koksma te Franeker gedrukt,
is behalve bij sommige familieleden o.a. in de Westra-bibliotheek
te Franeker voorhanden. [Een exemplaar van deze veilingcatalogus
is aanwezig in de PBF; de Westra-bibliotheek bestaat niet meer.]
Deze verkoop-catalogus vermeldt niet de beide genealogieën van het
geslacht Cannegieter, die, als familiepapieren beschouwd, buiten
den boedel gebleven zijn en derhalve door zijn weduwe en kinderen
als gemeenschappelijk eigendom zijn behandeld. Vermoedelijk heeft
de weduwe het inmiddels verouderde exemplaar aan haar zwager en
schoonzuster te Hallum uitgeleend; het nieuwe Stamboek, dat nog
uit losse vellen bestond, is door Adrianus van een bij
Bretschneider te Leeuwarden vervaardigden prachtband voorzien en
berustte afwisselend [13/14] bij de weduwe en bij haar beide
zoons. Thans, bij dit jubileum, worden er pogingen gedaan, om een
regeling te treffen, waardoor het bewaren en zoo mogeiijk ook het
bijhouden ven dit kostbare familiebezit voor de nazaten van den
schrijver verzekerd zal zijn. [Het stamboek berust nu, 1992, bij
1256665312.]
♥ Mocht er in de familie nog weer eens iemand gevonden worden, die
met het geduld en de nauwgezetheid van Dominicus is begiftigd, dan
zou hij het als zijn taak kunnen achten, het Stamboek aan te
vullen met de gegevens uit de portefeuille, welke de schrijver bij
zijn overlijden als voorwerk voor het slot van zijn levensarbeid
heeft nagelaten. Hierdoor zou dit boek eerst voltooid zijn.
HET BOEK OVER HALLUM
♥ Een ander werk, dat afzonderlijke vermelding verdient, is het
meer dan 500 groot-folio bladzijden tellende handschrift:
"Geschiedkundige aanteekeningen betreffende het dorp Hallum",
waarin de schrijver tot in de kleinste kleinigheden alle
bijzonderheden van zijn geboortedorp heeft nagesnuffeld. Zelfs
opsommingen van de diverse ambachtslieden, die in den loop der
eeuwen naast de schoolmeesters, predikanten en andere notabelen in
Hallum werkzaam zijn geweest, vindt men, met jaartallen en al,
hierin vermeld. Tal van anecdoten kruiden deze lectuur, welke voor
den historicus, maar ook voor den romanschrijver een volledig
beeld oplevert van het Friesche dorpsleven sinds onheugelijke
tijden tot aan den aanvang der twintigste eeuw.
♥ Belangwekkend zijn inzonderheid de hoofdstukken over het
roemruchte klooster Mariëngaard en over de talrijke stinsen en
staten, welke dit thans zoo kale dorp eenmaal heeft geteld.
Trouwens, dat elk dorp in Friesland in overoude tijden versierd is
geweest met de in hoven, singels [14/15] en bosschen verscholen
kasteelen, bewijst eveneens het werk: "Aanteekeningen van het dorp
Tzum", dat evenals het boek over Hallum verscheidene proeven van
Dominicus' teekentalent bevat in de afbeeldingen van deze oude
ridderhofsteden en sloten, alle in stemmige kleuren waterverf
uitgevoerd en met gemoedelijke personages gestoffeerd.
♥ Het boek over Hallum is bij de verkooping op 17 Juni 1909
aangekocht door Dominicus' broer Adrianus, die reeds een tweede,
minder luxueus uitgevoerd exemplaar van dit werk in bezit had, dat
hem door den schrijver was geschonken, toen het evenals het
oorspronkelijke familieregister door de nieuwe bewerking verouderd
was geworden. Na Adrianus' overlijden is het beste exemplaar door
zijn zuster Geeske aan de Provinciale Bibliotheek te Leeuwarden
vermaakt; het andere exemplaar heeft zij aan een Hallumer
ingezetene, den landbouwer IJ. D. van der Werff, gelegateerd. Waar
het boek over Tzum, dat ook verkocht is geworden, terecht is
gekomen, heb ik niet kunnen nagaan. [In 1949 zijn zowel de
geschiedenis van Hallum in 2 dln. als die van Tzum als ingebonden
handschriften aan de PBF geschonken door ds. P. Cannegieter te
Driebergen, de jongste zoon van D.C.]
GEDRUKTE WERKEN
♥ Behalve het Familieregister, dat Dominicus op eigen kosten heeft
laten drukken, zijn er van zijn historische studiën een aantal
bij den uitgever T. Telenga te Franeker verschenen. Het zijn
bescheiden geschriftjes, waarvan sommige eerst in de Friesche
Volksalmanak, de Franeker Courant of andere periodieken waren
gedrukt.
♥ In de Bibliotheek van het Friesch Museum zijn nog de Friesche
Volksalmanakken aanwezig, waarin wij enkele hoofdstukken uit het
boek over Hallum met reproducties van Dominicus'
waterverfteekeningen aantreffen, benevens opstellen, aan andere
historische onderwerpen gewijd. Over [15/16] Juwsma of Herjuwsma
State te Ferwerd (1884), Ponga State te Marrum (1885), Ondersma
State of het Huis van Berouw (1887), Cammingha State te Ferwerd
(1888), Vroegere eigenaren van Herjuwsma State (1889), Sijthjema
of Sythiema State (1893), Goslinga State en zijn bewoners (1896),
Offinga-burg en Aebinga State (1897); over den merkwaardigen heer
sterrekundige Sieds Johannes Rienks (1889); Iets over de
geestelijkheid te Tzum vóór de Reformatie (1886), Het Rechter- of
Mederechterschap van Tzum (1887), over Reynier van Tzum (1890) en
over Alle en Dirk Wiersma in den Hallumerhoek (1885) deelt de
onvermoeide navorscher allerlei belangwekkende bijzonderheden mee.
[Het laatste onder de titel: Twee Friessche arbeiders,
wiskundigen; fragment uit eene onuitgegeven beschrijving van
Hallum.]
♥ Het voorlaatst genoemde onderwerp heeft de schrijver nader
uitgewerkt in een in 1904 bij T. Telenga te Franeker verschenen
monografie onder den titel: "Reijnier van Tzum, een levensschets",
welke den lezer in twee even merkwaardige als uiteenloopende
milieus verplaatst. Het eerste bedrijf van deze tragedie speelt in
Japan, waarheen de Tzummer edelman in 1645 door de Oost-Indische
Compagnie als opperkoopman was gezonden en waar hij op het eiland
Decima voor die Compagnie goede zaken maakte, - het tweede te
IJlst, waar deze kosmopoliet als rustend burger was neergestreken
en waar hij, na ontkomen te zijn aan de gevaren der verre reizen,
aan een orthodoxen kerkeraad ten prooi viel.
♥ Dominicus heeft deze geschiedenis goeddeels geput uit een oud
kerkeraadsboek van IJlst; de aanteekeningen, die hij hieruit
gemaakt heeft en die als voorstudie van Reijnier van Tzum zijn te
beschouwen, berusten in handschrift op de Provinciale Bibliotheek.
[Dit handschrift wordt sedert 1947 vermist.] Levendig herinner ik
mij, hoe de schrijver, die dergelijk werk des avonds in de
huiskamer voortzette, zich verkneuterde in de [16/17] vondsten,
die hij in die oude kerkeraadsnotulen deed en hoe hij de
huisgenooten de mooiste passages voorlas. Wij smulden mee, wanneer
op elke bladzijde weer de "old burgermeester" Wybe Wabes, die zich
op de vorige bladzijde bekeerd had, opnieuw wegens dronkenschap
voor de ouderlingen moest verschijnen en zich dan vaak op de
zonderlingste wijze verontschuldigde. Zoo was hij eens op een
avond aangetroffen in de berm van den weg op bloote voeten
achteruitloopende "als eene crabbe", en hij verdedigde zich met te
zeggen, dat hij dit voor zijn gezondheid moest doen! Dergelijke
episoden waren een kolfje naar de hand van den voor humor zoo
ontvankelijken Tzummer notaris, die niet verzuimde ze in zijn
historische opstellen wereldkundig te maken.
♥ Ik behoef in dezen maar te herinneren aan het versje, dat
volgens "Eenige bijzonderheden betreffende de Kerk en den Toren te
Tzum" (Franeker, 1890) aldaar op de deur van zekere gelegenheid op
het kerkhof gegrift was. Doch meer dan het grappige boeide hem het
heldhaftige, dat in de bewoners der oude stinsen en sloten
rijkelijk werd belichaamd. Van gevechten, intriges en gruwelen
getuigen de "Geschiedenis van Martenahuis en zijne bewoners", welk
geschrift in 1895 ontstond ter gelegenheid van het in gebruik
nemen van dit oude kasteel als gemeentehuis van Franekeradeel op
29 October van dat jaar en de "Geschiedenis van Oud Sjaerdema en
Sjaerdema Slot te Franeker en hunne bewoners", waartoe ook de
wijsgeer Descartes behoord heeft. Dit in 1902 weer bij T. Telenga
te Franeker uitgegeven boekje is verlucht met een reproductie van
een groote waterverfteekening, die een mooi specimen
vertegenwoordigt van de miniatuurkunst, die bij des schrijvers
heraldische teekeningen haar hoogtepunt be[17/18]reikte. Deze
teekening, in een breede lijst gevat en op een daarbij behoorende
ezel geplaatst, heeft deel uitgemaakt van het meubilair der weduwe
en is, als ik mij niet vergis, tenslotte bij des schrijvers
dochter Tjalda, gehuwd met Ds. F.H.G. van Iterson te Nijmegen
terecht gekomen. Het zou van de familie een aardige geste zijn,
dit stuk op den duur te vermaken aan het Franeker Museum in 't
Coopmanshûs, waar zij geheel op haar plaats zou wezen.
♥ Een reproductie van deze teekening, helaas zonder
naamsvermelding, heeft ook gestaan als illustratie bij een opstel
in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 14 December 1932 over "Het
verdwenen kasteel der geleerden te Franeker", door den publicist A.
Hallema geschreven. Aan den heer Hallema is het te danken, dat
verschillende handschriften, door D. Cannegieter nagelaten, voor
het publiek productief zijn gemaakt. In zijn "Geschiedenis der
Martini of Groote Kerk te Franeker" (T. Telenga, Franeker, 1931)
heeft hij een groot gedeelte gepubliceerd van een manuscript, dat
aanteekeningen bevat omtrent "Grafsteenen, lijkgedichten,
gedenkteekenen en wapenborden in de Sint Martinikerk te Franeker".
Dit handschrift schijnt in duplo te bestaan; behalve het door den
heer Hallema geconsulteerde, dat in het gemeente archief van
Franeker berust, ligt er een op de Provinciale Bibliotheek te
Leeuwarden; dit laatste telt 93 bladzijden folio.
♥ In samenwerking met den heer G.J. Bosma, gemeentesecretaris van
Franeker, heeft de heer Hallema ook een handschrift van D.
Cannegieter voor het publiek bewerkt, dat in de Provinciale
Bibliotheek wordt bewaard en getiteld is: "Secretarissen van
Franeker, sedert 1521 tot 1907". Deze bewerking verscheen met
commentaar, [18/19] aanvullingen en aanteekeningen in de Franeker
Courant in een reeks feuilletons, aanvangende op 4 November 1932.
♥ Een dergelijke "Lijst van de regeerende burgemeesters van
Franekeradeel met hun wapens" berust nog bij Telenga's Drukkerij
te Franeker, waar zij vermoedelijk met bestemming tot publicatie
door den inmiddels overleden schrijver was heengezonden.
[Telenga's drukkerij is verschillende keren in andere handen
overgegaan; het handschrift is tot op heden, najaar 1992, niet
opgespoord.] Van breeder allure is een 70 bladzijden folio tellend
handschrift: "De stedelijke regeering van Franeker met een
alphabetische lijst van personen, die op eenigerlei wijze in die
regeering deel hebben gehad, sedert 1470 tot 1852". Dit met eenige
geschiedkundige en genealogische aanteekeningen aangevulde
manuscript ligt in de meergenoemde Provinciale Bibliotheek, die
ook een 52 folio pagina's groot handschrift in bezit heeft, dat
"Personalia betreffende Franeker ingezetenen uit de 18e en het
begin der 19e eeuw" beschrijft en een bewerking is van een
manuscript van Paulus Scheltema Czn. [Dit handschrift wordt sedert
1947 vermist.]
♥ Franeker is het centrum van de kaatssport, welke op het terrein
wordt beoefend, waar vroeger het Sjaerdema-slot heeft gestaan.
Over dit onderwerp heeft D. Cannegieter in Maart 1883 voor het
Friesch Genootschap een lezing gehouden; de tekst hiervan is in
hetzelfde jaar bij Telenga verschenen in een boekje, getiteld :
"Het Kaatsspel; een en ander over het spel in het algemeen en over
de Franeker Vereeniging tot bevordering van het kaatsspel in het
bijzonder".
♥ Tot de in druk verschenen studies van D. Cannegieter behooren
nog twee merkwaardige uitgaven. Zeldzaam is het boekje: "De
ridderhofstede Langestein, onder de gemeente Langerak, bezuiden de
Lek", waarvan de Provinciale Bibliotheek een exemplaar heeft. Dit
geschriftje, zonder aanduiding van plaats en jaar van uitgave,
bewijst, dat de liefde voor plaatselijke geschiedenis bij dezen
historievorscher zich niet tot Friesland beperkte, maar zich bleef
openbaren, ook toen de jonge Dominicus als candidaat-notaris in
Holland vertoefde. Misschien is het deze studie geweest, waarvoor
de heer van Langestein hem als attentie de twee zilveren
koektrommeltjes heeft geschonken, die in zijn gezin bij
feestelijke gelegenheden op tafel kwamen en een inscriptie
bevatten, welker tekst ik vergeten ben, maar die in elk geval
duidde op een door hem aan een dergelijken kasteelheer in de
Lekstreek bewezen dienst.
♥ Van meer beteekenis is het 331 bladzijden druks tellende
"Register van stukken, behoorende tot het archief van het
Waterschap der Vijfdeelen zeedijken binnendijks van 1582 tot 1879;
register van stukken betreffende de Vijfdeelen zee- en
slachtedijken van 1525 tot 1843" aanwezig in het stedelijk archief
van Franeker, beide met alphabetische registers; benevens een
naamlijst van de dijkgraven der Vijfdeelen zeedijken sedert 1398
tot heden. Uit erkentelijkheid voor dit inderdaad geweldige werk,
dat in 1903 verscheen, heeft het dijkbestuur, waarvan de auteur
deel uitmaakte, hem een zilveren eerebeker geschonken, die door de
familie bewaard is en momenteel ten huize van de Van Itersons te
Nijmegen berust. [Deze beker is thans, 1992, bij 12566511.]
♥ Een aardig souvenir aan den Tzummer historicus, genealoog en
heraldicus vormt tenslotte het Programma van de te Franeker ter
gelegenheid der troonsbestijging van Koningin Wilhelmina gehouden
feestelijkheden, waarvoor "notaris Canne[20/21)gieter" de
hoofdschotel heeft geleverd met de door hem ontworpen Historische
Optocht, voorstellende "De vestiging van de Saksische regeering in
Friesland binnen Franeker in het jaar 1498". Het boekje bevat heel
wat meer dan louter een feestprogramma; men vindt er een uitvoerig
geschiedkundig relaas omtrent de verbeelde gebeurtenissen
mitsgaders allerlei wetenswaardigheden over de in den stoet
meeloopende personagieën. [Een exemplaar met door D.C. geschreven
wijzigingen bevindt zich in het Coopmanshüs te Franeker.)
♥ Dit feest is een gloriedag geweest niet alleen in de historie
van Franeker, maar ook in het leven van Dominicus Cannegieter.
Reeds de voorbereiding, waaraan behalve wapenkunde en
geschiedkunde ook costuumkunde te pas kwam, bracht dagelijks leven
in de brouwerij; heel het gezin was deelgenoot van de onafgebroken
werkzaamheden, waarbij naast de pen ook het penseel weer dienst
had te doen. Aan elk onderdeeltje van een wapenrok, een hellebaard
of een schabrak werd nauwgezet alle aandacht besteed, want alles
moest heraldisch en historisch verantwoord wezen.
♥ De optocht, door schitterende zonneschijn begunstigd, trok heel
Friesland naar het oude stadje; nooit had men daar zulke lange
treinen en zooveel rijtuigen bijeen gezien! Temidden van een
dichten drom bewoog de optocht zich door de voor zoo'n schouwspel
als decor geknipte straten. Glunderend stond de ontwerper, met een
driekleurige sjerp getooid, de aldus levend geworden producten van
zijn verbeelding gade te slaan. Hoelang de nagalm van dit feest
heeft geduurd, is moeilijk te zeggen; de ijverige feestcommissie
bleef nog weken en maanden in haar succesroes; tot haar uitstapjes
behoorde ook een excursie naar Tzum, waar zij den ontwerper een
geweldig groot portret van de Koningin in een zware, vergulde
lijst als blijk van erkentelijkheid kwam aanbieden. [21/22]
HANDSCHRIFTEN
♥ Dominicus Cannegieter kon geen kerkgebouw binnentreden, of hij
lichtte de vlonders van de vloer op om de grafzerken te
bestudeeren; geen archiefkist in een kerkeraadskamer, waar hij
toegang had, ontsnapte aan zijn speurenden geest en zoo verzamelde
hij "Aanteekeningen uit de oudste doop-, trouw- en lidmatenboeken
der Ned. Herv. Gemeente te Tzum (1645-1799)", "Aanteekeningen uit
het Archief van den kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente te Hallum
(1617-1809)" en de "Aanteekeningen uit een oud kerkeraadsboek der
Ned. Herv. Gemeente te IJlst, (1646-1779)", waarin hij de
geschiedenis van Reijnier van Tzum heeft ontdekt. Ook het
kerkeraadsarchief te Jelsum bewaart een dergelijk uittreksel, want
pas was zijn oudste zoon daar als predikant bevestigd, of 's
vaders speurzin had de documenten reeds opgeëischt. [Het
kerkeraadsarchief van Jelsum berust sinds 1975 bij het
Rijksarchief in Leeuwarden.]
♥ Reeds noemde ik de in de Provinciale Bibliotheek berustende
"Genealogieën", welke deze instelling door aankoop op de publieke
verkooping na den dood van den schrijver verkreeg. Deze betreffen
de geslachten Acronius (met wapenafbeelding), Bekius, Jelle
Hotjes, IJpeij, Van Slooten, het Geldersche geslacht Muys en het
Emdensche geslacht Van Ness. Hierbij zijn de kwartierstaten
gevoegd van Johanna Jacoba Hancock, de echtgenoote van François
Bekius, van A. van Hettinga, Baukje Hoornsma, Rachel Muys, M. van
Salengre, Gaatske van Slooten, Simontje van Sloterdijck, Eva
Sterringh, Geeske Suidema en François de Witte.
♥ Hoe belangrijk deze portefeuille is voor het familie-onderzoek,
is mij gebleken, nu ik tijdens het schrijven van mijn boek over
François Bekius [22/23] niet met het bestaan ervan op de hoogte
ben geweest. Inzonderheid over onze stammoeder Eva Sterringh, over
de Suidema's, waarover ik mij in dat boek slechts hypothetisch kon
uitlaten en over de Hancock's (het was een Hancock, wiens
Bekius-achtige handteekening als eerste onder de Amerikaansche
Vrijheidsverklaring prijkt) levert dit document allicht aardige
bijzonderheden op. En wij missen als afstammelingen van Tjalda
Peternella van Ness de genealogie van haar geslacht naast die van
de Cannegieters nog immer!
♥ Een andere verzameling documenten, eveneens in de Provinciale
Bibliotheek berustend, bevat o.a. aanteekeningen betreffende
Hallum, Mariëngaarde, Ferwerderadeel, benevens brieven aan
Dominicus Cannegieter van verschillende Friesche historici als
A.J. Andreae, W.B.S. Boeles, J. Dirks, Kl. Feenstra, S. Haagsma, J.
van Loon, G.H. van Borssum Waalkes en een kort overzicht van de
verzameling handschriften, kaarten en platen betrekkelijk
Friesland, nagelaten door W. Eekhoff. Tenslotte bevat de
Provinciale Bibliotheek ook nog een door Dominicus Cannegieter
geannoteerd exemplaar van het boek van H.W. Steenstra:
"Oudheidkundige aanteekeningen van de dorpen en kloosters der
grietenij Barradeel" (Franeker 1836).
♥ Het zullen voornamelijk deze geschriften zijn, die van waarde
blijven voor allen, die belang stellen in de geschiedenis van
Friesland en de daar gewoond hebbende geslachten. Met dezen, zijn
eigenlijken levensarbeid, heeft Dominicus Cannegieter voor het
gewest, dat zijn liefde had, iets geschonken, dat rijkelijk
opweegt tegen hetgeen door zijn levenstragedie bedorven is. Bij
deze herdenking zal daarom ongetwijfeld ook menigeen buiten zijn
nakroost met gevoelens van erkentelijkheid zijn vervuld. [23/24]
[Van dit gedenkschrift, dat niet voor publicatie bestemd was,
waren indertijd 30 exemplaren gedrukt bij de Handelsdrukkerij R.
Blok & Co., te Haarlem.]

INVENTARISATIE van gegevens m.b.t.
Dominicus Cannegieter (1842-1909) 4 r 5 125665 notaris, geschiedvorser
door A.C. van Hall-Cannegieter

Handschriften in Provinciale Bibliotheek Friesland:
1 * Aanteekeningen van meldenswaardige zaken en gebeurtenissen
betreffende het dorp Tzum en deszelfs inwoners, c. iöbo
2 * Beschrijving van het dorp Hallum in Ferwerderadeel. 2 dln.
3 * Geschiedkundige aanteekeningen betreffende het dorp
Hallum. c. 1860-'90 (Hs 93)
4 * Kronyk van de voornaamste hardrijderijen op schaatsen in
Friesland, sedert het jaar 1805. ca. 1880 (Hs 1462) (Niet
vermeld in "Dominicus Cannegieter")
5 * De stedelijke regeering van Franeker. 1908 (8292 Hs)
(vermist sedert 1947) (N.B. Hierover staat in "Dominicus
Cannegieter ..." blz. 19: Van breeder allure is een 70
blz. folio tellend handschrift: De stedelijke regeering
van Franeker met eene alphabetische lijst van personen,
die op eenigerlei wijze in die regeering deel hebben
gehad, sedert 1470 tot 1852. Dit met eenige
geschiedkundige en genealogische aanteekeningen aangevulde
manuscript ligt in de ... Prov. Bibl. ...)
6 * Secretarissen van Franeker, sedert 1521 tot 1907 (8293 Hs)
N.B. In "Dominicus Cannegieter..." blz. 18: In
samenwerking met den heer G.J. Bosma, gemeente-secretaris
van Franeker, heeft (A.) Hallema ook een Hs van D.C. voor
het publiek bewerkt ... Deze bewerking verscheen met
commentaar, aanvullingen en aanteekeningen in de Franeker
Courant in een reeks feuilletons aanvangende op 4-11-1932.
Zie ook onder "Diversen".
7 * Personalia, betreffende Franeker ingezetenen, uit de 18e
en het begin der 19e eeuw; naar een handschrift van Paulus
Scheltema Corn. zoon bew. (8294 Hs) Vermist sedert 1947.
8 * Grafsteenen. lijkgedichten, gedenkteekenen en wapenborden,
in de Sint Martinikerk te Franeker (8295 Hs) (Volgens
"Dominicus Cannegieter ...", blz. 18, ook aanwezig in
Gemeentearchief Franeker, niet gecontroleerd).
9 * Aanteekeningen uit de oudste doop-, trouw- en
lidmatenboeken der Nederlandsch Hervormde gemeente te Tzum
(1645-1799) (8297 Hs)
10 * Aanteekeningen uit een oud kerkeraadsboek der Nederlandsch
Hervormde gemeente te IJlst (1646-1779) (Hs 8298) Vermist
sedert 1947.
11 * Aanteekeningen uit ïiet archief van den kerkeraad der
Nederlandsch Hervormde gemeente te Hallum (1617-1809)
(8296 Hs)
12 * Genealogieën van de geslachten Acronius, Bekius, Jelle
Hotjes, IJpeij, het Geldersch geslacht Muijs, het Emdensch
geslacht van Ness, van Slooten.- Hierbij: Kwartierstaten
van: J.J. Hancock, A. v. Hettinga, B. Hoornsma, R. Muijs,
M. v. Salengre, G. v. Slooten, S. v. Sloterdijck, E.
Sterring, Sterringh of Starringa, G. Suidema, F. de Witte
(Hs 8299 a-h)
N.B. In "Dominicus Cannegieter" blz. 22: Reeds noemde ik
de in de Prov. Bibl. berustende "genealogieën", welke deze
instelling door aankoop op de publieke verkooping na den
dood van de schrijver verkreeg.
13 * Verzameling van aanteekeningen betreffende Hallum,
Mariengaarde, Ferwerderadeel e.a.: Hallum, Feytsma-State,
Gerbranda-State, Goslinga-State, Sythjema-State,
Mariengaarde, Ferwerderadeel, Blija, Ferwerd,Cammingha-
State, Hogebeintum en Genum, Jislum, Lichtaard, Marrum,
Nijkerk, Reitsum en Wanswerd, S.J. Rienks, Varia, brieven
aan D. Cannegieter, kort overzicht van de verzameling
handschriften, kaarten en platen betrekkelijk Friésland,
nagelaten door W. Eekhoff (Hs 93 en Hs 93a)
Herkomst handschriften:
1 en 2 geschenk Ds. P. Cannegieter Driebergen (jongste zoon van D.C.)
3 en 13 geschenk van mej. Geeske Cannegieter te Hallum (zuster van
D.C.)
4 geschenk van J.J. Kalma, uit de boedel van mej. Geeske Cannegieter te Hallum
5 t/m 12 uit veiling 17-6-1909 (catalogus zie onder diversen)

geschreven dagboekje van 1866, geïllustreerd, over reis naar Gelderland (125665333, kopie bij 12566513 en 12566514)

in Centraal Bureau voor de Genealogie te Den Haag:
Cannegieter-archief map 1: kwartieren betrekkelijk het geslacht Cannegieter
doos 4: losse envelop, waarin lange brief aan zijn ouders met verslag van "Brusselsch reisje" van 23, 24 en 25 Junij j.l. z.j. uit Molenaarsgraaf
diverse brieven aan D.C. gericht (zie inventaris Cannegieter-archief CBG)

bibliotheek CBG:
Genealogie van het geslacht Cannegieter. Hallum, eigen uitg., 1866. 217 blz. (bruikleen Dr. P.H. de Lange). In: "Dominicus Cannegieter" blz, 13: Het handschrift ... is ... door den schrijver geschonken aan zijn broer Adrianus, die het aan zijn neef Adrianus Tigler Wijbrandi heeft overgedaan. (A.T.W. gaf het door aan Dr. de L.)

bij 6 ff 3: brieven geschreven aan zijn kinderen (met illustraties) als Sinterklaas, (c. 1886). Kopieën bij 12566513 en 12566514

in Cannegieter genealogy by H. Roorda (Amerikaanse tak) kopie van brief aan Johannes Cannegieter 4-10-1900. Kopie bij 12566513 en 12566514

illustraties:
ca. 30 tekeningen en lithografieën naar tekeningen (Fries Museum, topografische atlas)
R. Elward en P. Karstkarel, Stinsen en states: adellijk wonen in Friesland. Drachten 1990. Hierin afbn. uit Fries Museum hierboven. (Stadsbibl. Haarlem; PBF: E 6841 en E 6841 bis)
ingekleurde tekening of aquarel van het ouderlijk huis in Hallum (6ff1), kopie bij 12566513
gekleurde tekening op karton geplakt, 29-9-1863 van Noordeloos (Alblasserwaard) (125665333)
bij artikel van A.Hallema in NRC van 14-12-1932 (Sjaerdema-slot Franeker) (zie "Dominicus Cannegieter" blz. 18) foto bij 12566513
bij artikelen in "Friesche Volksalmanak" 1863, 1884, 1885, 1887, 1888, 1893, 1896 en 1897 (zie ook
bij Gedrukte werken)

over Dominicus Cannegieter:
A. Algra. De historie gaat door het eigen dorp. Dl. 1. Tzum, blz. 159-176 (PBF C 12536)
D. Cannegieter. Genealogie van het geslacht Cannegieter. Aantekening 120 (PBF 122925, 12566513)
H.G. Cannegieter. Dominicus Cannegieter, 1842 - 23 October - 1942: voor zijn kleinkinderen en achterkleinkinderen herdacht (niet in de handel, 30 ex.) Bevat lit. opg. en prt. (PBF, no. 16 en 17: Pb 3662 resp. Pb 3662 bis, UBL, no. .. , 6ff3 no. 10 en 19, 6ff1 no. .. , CBG, no. .. , Stadsbibl. Haarlem, no. 25, 12566513, no. 5, 12566514, no. 6, 12566511, no. .. , 125665333 (kopie no. ..)
Encyclopedie van Friesland. 1958. blz. 229 (PBF D 7179a)
J.J. Kalma. Repertorium Frieslands verleden. 1955. blz. 48-49. (PBF D 6564)
Joh. Lolkema. Perken, parturen en koningen; honderddertig jaar georganiseerde kaatssport in Friesland. (PBF F 1695 en F 1695 bis)
Nieuw Ned. biogr. woordenboek (P.C. Molhuysen en P.J. Blok). Dl. 3. blz. 202
C.S. Roersma. "Kent u ze nog ..." de Franekers. Dl. 2. Zaltbommel, Europese bibl., 1981. (Over de historischeoptocht 1898). (PBF A 3621 bis)
G. Santema. Alde doarpsgesichten. 1955. blz. 31 (PBF 5567 fr)

Gedrukte werken:
1883 Het kaatsspel. Franeker, Telenga (anoniem) (PBF s 357 G)
1884 Genealogie van het geslacht Cannegieter; verzameld. CBG, PBF s 24 G bis, 1251111311, 1251137321, 12514d22 (2 ex.), 12566512, 12566513, 12566514, 125665333
1884 Juwsma- of Herjuwsma-State te Ferwerd. Overdruk uit "Friesche volksalmanak" 1884. (PBF Pb 6951, 125665333
1886 Iets over de geestelijkheid te Tzum, vóór de Reformatie. Overdruk uit "Friesche volksalmanak" 1886. (PBF Pa 285)
1884/85 Ponga-State te Marrum (met los aantekeningenblaadje). (125665333)
1887 Ondersma-State te Hallum. (125665333)
1889 Sieds Johannis Rienks, wis- en werktuigkundige. Overdruk uit "Friesche volksalmanak" 1889. (PBF Pa 489, 125665333)
1890 Eenige bijzonderheden betreffende de kerk en den toren te Tzum (anoniem). (125665333 met bijgeschreven aantekeningen, 6ff3, PBF Pa 317. Ook aanwezig in PBF als overdruk uit "Franeker Courant" 1890
1891 Het gevecht bij Kermpt. Overdruk uit "Friesche volksalmanak" 1891 (PBF Pa 347)
1893/4 Het leven van abten van het klooster Mariëngaard onder Hallum. (125665333)
1894 De "Ouwe Griep" te Vrouwen-Parochie door D. Cannegieter e.a. (PBF Pa 579a)
1893 Sijthjema-State te Hallum.
1895 Geschiedenis van Martenahuis en zijne bewoners. (PBF Pb 4833, UBL, UBU, Ottema KingmaSt. Leeuw., 125665333, 6ff3)
N.B. "Dominicus Cannegieter" blz. 17: welk geschrift in 1895 ontstond ter gelegenheid van het in gebruik nemen van dit oude kasteel als gemeentehuis van Franekeradeel op 29 October van dat jaar.
1896 Offinga-burg en Aebbinga-State te Hallum. 125665333
Goslinga-State te Hallum en hare bewoners. Overdruk uit "Friesche volksalmanak" 1896. (PBF Pb 4832, 125665333
z.j. De ridderhofstede Langestein, onder de gemeente Langerak, bezuiden de Lek. (PBF A 1595, 125665333).
N.B. "Dominicus Cannegieter" blz. 20: Dit geschriftje, zonder aanduiding van plaats en jaar van uitgave, bewijst, dat de liefde voor plaatselijke geschiedenis bij dezen historievorscher zich niet tot Friesland beperkte, maar zich bleef openbaren, ook toen de jonge Dominicus als candidaat/notaris in Holland vertoefde. Misschien is het deze studie geweest, waarvoor de heer van Langestein hem als attentie de twee zilveren koektrommeltjes heeft geschonken, die in zijn gezin bij feestelijke gelegenheden op tafel kwamen en een inscriptie bevatten, welker tekst ik vergeten ben, maar die in elk geval duidde op een door hem aan een dergelijke kasteelheer in de Lekstreek bewezen dienst.
1902 Geschiedenis van Oud-Sjaerdema en Sjaerdema-Slot te Franeker en hunne bewoners. Franeker, Telenga. (PBF B 6473 en B 6473 bis, CBG, Ottema KingmaSt. Leeuw., 125665333, 6ff3)
1903 Register van stukken behoorende tot het archief van het waterschap der Vijf Deelen zeedijken binnendijks van 1582 tot 1879. (PBF C 7758 en FBH 1201, KB, UBG, UBU, VUA, 6ff3, Newberry library Chicago (zie ook onder "diversen")
1904 Reynier van Tzum, een levensschets. (PBF Pb 4431 en Pb 4431 bis, UBL, UBU, 125665333, 6ff3)
ca. 1947 De "Ouwe Griep" te Vrouwen-Parochie door D. Cannegieter e.a. Heruitgave van de oorspr. uitg. (1894) aangevuld met: Het 150-jarig bestaan "Ouwe Griep"™ 1794-1944; door W.K. te V. (PBF Pa 579a)

tijdschriftartikelen:

in Friesche volksalmanak (PBF, Stadsbibl. Haarlem)
1863, blz. 110-113 De "Ouwe Griep" te Vrouwenparochie (met eene afb.) (over zilveren bal i.v.m. kaatsen)
1884, blz. 1-42 Juwsma- of Herjuwsma-State te Ferwerd (met eene afb.) (deze jrg. ontbreekt (Stadsbibl. Haarlem)
1885, blz. 25-29 Ponga-State te Marrum (met zwarte afb.)
blz. 211-217 Twee Friesche arbeiders, wiskundigen (fragment uit eene onuitgegeven beschrijving van Hallum)
1886, blz. 201-210 Iets over de geestelijkheid te Tzum, voor de Reformatie
1887, blz. 120-137 Ondersma-State; of, Het Huis van Berouw, te Hallum (met eene afb.)
blz. 188-193 Het rechter- en mederechterschap van Tzum
1888, blz. 74-95 Cammingha-State te Ferwerd (met eene afb.) (12566513)
1889, blz. 54-67 Sieds Johannes Rienks, wis- en werktuigkundige (fragment uit eene onuitgegeven beschrijving van Hallum
blz. 111 Vroegere eigenaren van Herjuwsma-State
blz. 145 Genoodigden op de begrafenis van Gemme van Burmania
1890, blz. 143-145 Reynier van Tzum, gecommitteerde naar Japan in 1645
blz. 146-147 Grafschrift in de kerk te Tzum, van den Capitein te water, Marten Jansen, Jiens vrouw en kinderen
1891, blz. 104-124 Het gevecht bij Kermpt (7 Augustus 1831); uit het dagboek van een kapitein bij de Friesche mobile schutterij (N.B.: Dr. Hendrik Gerrit Cannegieter, zie "Grootvader's glorie" door H.G. Cannegieter)
1893, blz. 67-95 Sijthjema- of Sijthiema-State te Hallum (met eene afb.)(1256513)
1894, blz. 32-66 Iets uit het leven van sommige abten van het klooster Mariëngaard, onder Hallum (fragment uit eene onuitgegevene beschrijving van Hallum (12566513)
blz. 78-79 Wiebren Flokker
1896, blz. 88-136 Goslinga-State te Hallum en hare bewoners (met eene afb.) (12566513)
1897, blz. 1-37 Offingaburg en Aebbinga-State, te Hallum
(met eene afb.)

in De Vrije Fries:
1886, dl. XVI, blz. 309 Merkla; mededeeling (extr. uit de Beschrijving van Hallum, pag. 175)
in Het Noorden: (Groningen, 1904), blz. 339-342 Het huis of slot Kouum, onder Tzum (PBF D 4236 bis vdB)

Gekleurde afbn. bij artikelen in Friesche volksalmanak 1884,
1887, 1888, 1893.

diversen:
Notariële archieven 1878-1905 (Inventaris in Rijksarchief Leeuwarden)
zegel (randschrift met opzet beschadigd) (125665333, 12566513 in foto-album)
zilveren erebeker, uit erkentelijkheid voor het "Register van stukken behoorende tot het archief van het waterschap der Vijfdeelen zeedijken" door het dijkbestuur in 1903 aan Dominicus C. geschonken (zie "Dominicus Cannegieter" blz. 20) (12566511)
foto's (12566513, 125665312)
silhouet knipsel, gedrukt 1855 (125665333)
plakboek in leer gebonden, gemaakt voor zijn kinderen in 1885 (12566513)
stamboek van het geslacht Cannegieter en eenige aanverwante familiën, met foto's (125665312)
Programma der feestelijkheden te Franeker op 31 Augustus en 1 September 1898 t.g.v. de troonsbestijging van Koningin Wilhelmina (met door D.C. geschreven wijzigingen) Coopmanshüs, Franeker, PBF Pb 5792 bis, kopie bij 12566513) (Zie "Dominicus Cannegieter", blz. 20-21)
Catalogus der bibliotheek nagelaten door den heer D. Cannegieter, in leven notaris te Tzum, waarvan de verkooping zal plaats hebben op 17 Juni a.s., des avonds te 7 uur, in de Nieuwe Doelen te Franeker. Franeker, Koksma, 1909. (Zie "Dominicus Cannegieter", blz. 12) (PBF 4165 en 4165 bis, kopie bij 12566513)
zijn graf is in Tzum

uit G.A. Wumkes, Stads- en dorpskroniek van Friesland II (1800-1900), Leeuwarden 1934:
16-3-1883 Notaris Cannegieter te Tzum houdt een lezing over het kaatsspel
1-9-1898 Historische optocht te Franeker, voorstellende de vestiging der Saksische regeering in Friesland te Franeker in 1498 (ontwerp notaris D. Cannegieter te Tzum)

Hallema, Anne. Humor en satyre in Friesche en Noordbrabantsche persoons- en bijnamen; naar een Hs ... van D. Cannegieter bew. 1946. Hierin: Personalia betreffende Franeker ingezetenen, uit de 18e en het begin der 19e eeuw (zie blz. 1: Handschriften, no. 7)(KB 1079 G 98, PBF B 8656, ook in B 19172)
Hallema, Anne. Geschiedenis der Martini of Groote Kerk te Franeker. Franeker, Telenga, 1931 (gedeeltelijk gebaseerd op Hs van D.C.) (PBF B 2271)
Hallema, Anne, en G.J. Bosma. Wie in den loop der eeuwen de stad en gemeente Franeker als secretaris hebben gediend. Een onuitgegeven namenlijst van wijlen den heer Cannegieter.
Verschenen in Franeker Courant in een reeks feuilletons, aanvangende op 4-11-1932.
("Dominicus Cannegieter", blz. 18-19 (PBF microfilm Franeker Courant; volgende data: 2 dec., 9 dec., 16 dec., 13 jan. 1933, 17 jan.)
Steenstra, H.W. Oudheidkundige aanteekeningen van de dorpen en kloosters der grietenij Barradeel. Franeker,1836. In PBF een door D.C. geannoteerd ex. (3532 Gesch, 8299i Hs)

gebruikte afkortingen:
CBG = Centraal Bureau voor de Genealogie te Den Haag
KB = Koninklijke Bibliotheek te Den Haag
PBF = Provinciale Bibliotheek van Friesland te Leeuwarden
UBG = Universiteitsbibliotheek Groningen
UBL = Leiden
UBU = Utrecht
VUA - Bibliotheek Vrije Universiteit Amsterdam
Ottema KingmaSt. = Ottema Kingma Stichting. De bibliotheek is ondergebracht bij Het Princessehof te Leeuwarden
"Dominicus Cannegieter" - biografie door H.G. Cannegieter (zie "over D.C."); de verwijzingen slaan op de bladzijden van de oorspronkelijke uitgave, die in de heruitgave van 1992 tussen haken zijn weergegeven.

De cijfercombinaties verwijzen naar D. Cannegieter, Genealogie van het geslacht Cannegieter; bijgew. uitg. door A.C. van Hall-Cannegieter, 1985, blz. 113-126.

Bijgewerkt tot 9 juli 1992.

Leeuwarder Courant 2 januari 1993, Symen Kingma:
Dominicus Cannegieter, notaris met tekentalent
LEEUWARDEN - Hij was
een bescheiden man, die zich
als notaris in Tzum beter thuis-
voelde tussen de gewone men-
sen dan tussen de mannen van
stand. Dominicus Cannegieter
(1842-1909) was uiterlijk vro-
lijk en hij had talenten. Maar
hij droeg jarenlang een tra-
gisch geheim met zich mee, dat
vermoedelijk zijn gezondheid
heeft ondermijnd. Cannegie-
ter zocht kennelijk achter de
schrijf- en tekentafel compen-
satie voor een zorgelijk
bestaan als notaris. In de Pro-
vinciale en Buma Bibliotheek
is tot 1 februari werk van deze
'navorscher' te zien.
Cannegieter beschikte over
een uitzonderlijk regelmatig
handschrift, zijn tekeningen van
inmiddels verdwenen Friese
states verraden een talent, dat
nog werd aangescherpt door het
nemen van tekenlessen. Notaris
Cannegieter had de tijden tegen.
De landbouwcrisis van ruim een
eeuw geleden trof hem zwaar,
maar ae boeren nog sterker. Een
zoon van Cannegieter heeft vijf-
tig jaar geleden opgetekend dat
"het notariaat voor Cannegieter
een tragedie is geweest".
Na zijn dood werd duidelijk,
waarom de notaris onderwerpen
als geld en luxe in de huiselijke
gesprekken vermeed. Twintig
jaar lang hield Cannegieter de
schijn van kredietwaardigheid
op en volgens zijn zoon moet hij
uiteindelijk de moed hebben
opgegeven ooit de financiële
achterstand van zijn kantoor in
te kunnen halen. Aan ambities
ontbrak het hem aanvankelijk
niet en Cannegieters accuratesse
was in Tzum spreekwoordelijk.
Maar waar in de crisis het ene
boerenfortuin na het andere
verdween, daar kon ook een
notariaat niet gedijen.
Notaris Cannegieter liet zijn
kantoor op latere leeftijd meer
en meer over aan zijn personeel.
Hij wist de harde werkelijkheid
van zijn financiële situatie uit-
stekend te verbergen tegenover
zijn familie. De notaris bleef de
toegewijde man en vader tot hij,
terugkerend van een boelgoea
op 11 maart 1909, in de gang van
zijn huis in Tzum neerviel en
stierf.
Cannegieters grote belang-
stelling voor zijn omgeving en ae
geschiedenis leverden niet
alleen fraaie waterverftekenin-
en op van onder meer Ponga
tate in Marrum en Slot Kouüm
in Tzum, maar ook opstellen
over historische onderwerpen
en personen, die zich hadden
onderscheiden.
Overigens zijn drie hand-
schriften van Cannegieter
spoorloos. Ze betreffen een ver-
handeling over de stedelijke
regering van Franeker (1470 tot
1852), personalia over Franeker
ingezetenen uit de achttiende en
begin negentiende eeuw en aan-
tekeningen uit een oud kerke-
raadsboek van de Nederlands
Hervormde Kerk in IJlst (1646-
1779).

>> begin