>> HOMEpage

Boedelinventaris prof. Buschius
Franeker 1681

Bron: Archief Universiteit Franeker, Tresoar toegang 181 inv.nr. 152.
Internetuitgave: M.H.H. Engels, november/december 2017
N.B. "tuin"/hof; kosten inventarisatie; voor de boeken zie de veilingcatalogus!
Voor Buschius en zijn relatie met de familie Schwartzenberg te Beetgum zie hieronder en Een kleine Moor op Groot Terhorne. Een zekere Jel was te Franeker de huishoudster van de vrijgezel Busch. Waar Busch in Franeker woonde, kan afgeleid worden uit de vermelding (1681) van de tuin van buurman professor Schotanus en - nog duidelijker - uit de correspondentie uit 1665 van Agatha van Schwartzenberg met de aanstaande hoogleraar Michael Buschius over een woning: "naest Schotanus ant kerckhof".


Michael BUSCHIUS is geboren in 1625 te Zanow in Pommeren. Na zijn eerste letteroefeningen volvoerd te hebben, bezocht hij verscheidene hogescholen in Duitsland en de Nederlanden - Königsberg 11 juli 1643 (iur.), Frankfurt a.d. Oder begin juli 1650, Leiden 10 augustus 1651, Franeker 25 augustus 1651 (26 j., theol.), (met de Schwartzenbergs alsmede Johan Edzard van Douma en Ulrik Huber) Heidelberg 17 resp. 18 september 1656 -, waar hij zich in de Griekse, Latijnse, Hebreeuwse en Arabische talen oefende, en zich op geschiedenis, wijsbegeerte, wiskunde, rechten en godgeleerdheid toelegde. In 1651 namen Georg Frederik baron thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg en diens vrouw Gaets/Agatha Tjaarda van Starkenborg hem tot praeceptor (leraar/mentor) bij hun zonen, en belastten hem i.v.m. erfeniskwesties met verschillende commissiën naar Frankfurt, Spiers, Würzburg en Wenen. Buschius bracht verscheidene jaren in Duitsland met zijn kwekelingen Johannes-Georgius, Georg Wolfgang en Antoni-Günter Georg a Schwartzenberg door. Om onbekende redenen is hij in 1659 alleen of in gezelschap naar Posen in Polen geweest. In 1665 heeft hij nog een kleine reis naar Hessen (Giessen) en Frankenland gemaakt voordat hij zijn beroeping tot hoogleraar in de welsprekendheid en geschiedenis te Franeker als opvolger van Huber aanvaardde. In 1667 werd hem vergund om disputeercolleges te houden en bijzondere lessen over de rechten te geven. Na geruime tijd door de jicht te zijn gekweld overleed hij op 13 Juli 1681.
Hij is de schrijver van een klein werkje, getiteld: De Natura ac Jure Bonorum Ecclesiasticorum Acroama, auctore M.B., Franekerae 1666, dat hij schreef ten gevolge van een twist, ontstaan tussen de regering en de predikanten te Utrecht, over het gebruik der geestelijke goederen, doch het zag zonder medewerking van de schrijver het licht.
Buschius heeft ook nog enige Lijkredenen en andere redevoeringen vervaardigd, waarvan in druk zijn uitgegeven:
- Oratio, qua post Belli Anglo-Belgici recitatas causas ac species Pacem e coelo reducem Celsiss. Faederati Belgii Proceribus gratulatur. Franeq. 1667. fol.
- Oratio habita in acroaterio maximo, cum terminatis feriis anniversariis professores Academiae Franequeranae lectiones publicas 3 Kal. Sept. 1671 redauspicarentur. Praesente et in Athenaeo Frisico ingenii cultum capessente Henrico Casimiro, Nassaviae principe ... Franekerae 1672. fol.
- Memoriae aeternae viri admodum reverendi, doctissimi, clarissimi Nicolai Arnoldi, s.s. theol. professoris celeberrimi atque per 30 annos optime meriti, nunc pie defuncti. Franequerae 1680. plano.
Niet in druk verschenen redes bij de aanvaarding van het rectoraat in 1674: Oratio inauguralis de rerum Belg. fatis ipsas quoque litteras prementibus, sed ad novas fortunae vices iam ordinatis en Or. valed. de gratiosae Clementiae divinae pignoribus, & venturae prosperitatis ominibus.
Prof. em. Dr. Ferenc Postma deelde uit zijn te verschijnen supplement op het Auditorium Academiae Franekerensis het volgende mede, waarvoor bij deze dank.
De Invitatio tot het bijwonen van Buschius' niet gedrukte Oratio t.g.v. de overwinning op de Engelsen bevindt zich in het Schwartzenbergarchief (3146), dito tot bijwoning van een Oratio parentalis op Allardus Petrus a Jongestall, de curator ... in het familiearchief van der Haer (130). Ook laatstgenoemde Oratio werd niet gedrukt, ondanks de uitnodiging, waarin gesteld wordt, dat deze oratie gehouden zal worden "ab Academiae nostrae Cicerone", d.i. Michael Buschius! Kennelijk bezat hij een groot sprekerstalent en werd hij als zodanig ook gewaardeerd.
Nog enkele werkjes uit Buschius' tijd als "Ephorus": Joh. Georgius a Schwartzenberg hield op 9 April 1655 een verhandeling in de Academiekerk: Series historico-chronologica ... 4to. [56] pp. Daar schreef Buschius een lofdicht bij als "p.t. Ephorus", in het Latijn. Ex. in de Bibl. Academie van Wetenschappen, Vilnius. [Ferenc Postma was daar in 2011.]
Een dag later, op 10 April 1655 hield de Duitser Hein/Henricus a Fleming een soortgelijke verhandeling: Sylloge historico-chronolica [sic] ... 4to. [43,1] pp. Hierbij staat in de titel uitdrukkelijk aangegeven: "Duce M.B. ... recitata .. ": d.i. onder leiding van Michael Buschius. Ex. eveneens in Vilnius.
In Tresoar, erfgenaam van de bibliotheek van de voormalige universiteit van Franeker, bevinden zich:
• 283 Hs - H. Conringii Notitia omnium, excepta Germania, praeclarissimarum nostri aevi rerumpubl.
Ex bibliotheca clar. viri Michaelis Buschii, Eloq. et Hist. Professoris
Handschrift in folio; gebonden in een perkamenten blad beschreven met oudduitse tekst in een gotische letter.
Wat er bekend is van alle, behalve Duitsland, zeer vermaarde landen van onze tijd [Latijn]
[door] M[ichael] B[uschius]
Onderstrepingen en marginalia in zwarte en rode inkt en een omgevouwen hoekje onderaan enkele bladen (een soort leeswijzer) door Buschius. Het gebruik van de initialen MB doet een bescheiden eigenaar vermoeden geheel in tegenstelling tot zijn collega Nic. Blancardus.
Van de door prof. philosph. Tobias Andreae uitgesproken en nog in 1681 gedrukte Oratio funebris is helaas geen exemplaar overgeleverd. Ook het Programma funebre door prof. Joh. Marckius/à Marck waaruit Vriemoet heeft geput, is er niet meer. De veelzijdige geleerdheid van Buschius blijkt echter ook uit zijn bibliotheek.

• 574 TL - Libellus grammaticus de centum regentibus; Epitome eius quem edidit T. Erpenius Arabice MS.; eiusdem argumenti liber grammaticus etc. etc. Explicatio capitum aliquot Alcorani Arab. MSS. Leidae 1617, quarto.
Ex bibliothecae cl. viri Michaelis Buschii, Histor. & Eloq. Professoris ord.
Handschriftelijke aantekeningen in de marge van blz. 19, 49 (expectationem), 115 ("Arabisch"), 149 (obiurgans), 154 (MS† "Arabisch"), L[1] (hoc significat "Arabisch"), [Q4] verso (n: "continis > continuis"). Buschius las met de pen in de hand!
• 2381 R fol - Digestorum seu Pandectarum libri quinquaginta. Florentiae 1553. Deze dikke foliant is nummer 3 van de veilingcatalogus.
• 3035 R fol - Christophorus Besoldus, Consilia Tubingensia sive juris responsa et consultationes de insignioribus aliquot juris, tam publici quam privati, civilis, canonici ac municipalis Wurtembergici quaestionibus. Tubingae 1661.
Hunc librum usui Bibliothecae publicae Acad. Franequeranae consecrat M. Buschius Prof. P[andectarum] 1669 Non. Julij. - Varkenslederen band met blindstempeling, o.a. IVSTICIA.
In april 1677 moest de student in de hum. lit. Johannes Jennema uit Dokkum (Alb. stud. 7597: 15-11-1676) zich bij de juridische senaat verantwoorden voor het verduisteren van boeken uit het bezit van Busch. Om hoeveel en welke uitgaven het ging, is niet bekend.


♣ detail plattegrond Franeker 1664 ♣
R = Oud Botnia in eygendom en bewoont by d'E. Heer J. van Gerroltsma, S = Dekema huys nu in eygendom en bewoont van den E. Heer Dr. H[enricus] S[chotanus] van Sterringa, 17 = Stadts Plaets ofte Groote merckt [nu: Bredeplaats], 18 = Hoff straet, 24 = den Lynbaen straet
Op de plattegrond van Franeker in de Beschrijvinge van de Heerlyckheydt van Frieslandt (1664) door Christianus Schotanus à Sterringa wordt het Dekemahuis aan de zuidzijde van het kerkplein, de Bredeplaats, aangeduid als het huis van Dr. Henricus Schotanus à Sterringa (1625-1678). Deze jurist, kleinzoon van de eerste professor in de rechten te Franeker Henricus (1549-1605), was burgemeester in de jaren 1659-64 en 1666-1668 en lid van de Staten van Friesland in 1659, '61, '63, '64, '66, '67, '72, '76 en '77.
De raadsheer in het Hof van Friesland Albertus (1656-1703), zoon van Henricus Schotanus à Sterringa, verkocht op 22 december 1688 aan Baucke Jansen Kieft, mr. metselaar te Franeker zijn huysinge met kuecken en agterplaatse, kelder, back en gemack staande ende gelegen [binnen] Franeker sodanigh 't selfde bij Feickien Egbarts als huyrderse bewoont en gebruyckt wort, die van May 1689 daer noch aen heeft een jaar huyringe tot vier en dartigh Caroli gulden, t'welcke ten profijte van den coper sal comen [...] sal de coper t'onderhout van de stakettinge nevens t'plaatske t'sijnen laste hebben, hebbende dese huysinge den lijnbaan ten Oosten, het groothuys den Heer vercoper cum soc. toebehorende ten Westen, t'hoff van t'selve groothuys ten Suyden ende de Dijckstraet ten Noorden [...] voor een somma van vierhondert en vijftich Caroli gulden.
Het gaat hier om het relatief kleine huis dat links, ten Oosten van het Dekemahuis op de plattegrond van 1664 toegevoegd is t.o.v. die van Blaeu uit 1648. Een tuin is niet getekend: de kleine plaats is door Buschius met planten in potten ingericht en vermoedelijk van een smalle strook grond een bloembed gemaakt; in enkele gevallen mocht blijkbaar uitgeweken worden naar de tuin van het groothuis van professor Schotanus, van wie Buschius het kleine huis huurde. Deze in de marge van de boedelbeschrijving genoemde professor was Christianus' zoon Johannes Schotanus à Sterringa (1643-1699), sedert 1678 hoogleraar filosofie te Franeker.


[1]
1681
Inventaris ende beschrievinge van goederen, huijsgeraden ende boecken
naegelaten bij de Heere Profr. Buschius zalr.
1681

Den 14 Juli 1681
Inventarisatie ende beschrievinge gedaen in 't sterfhuijs wijl. de Heere Professor Michael Buschius ten overstaen en ter presentie van de Heeren Rector Magnificus Johannes à Marck, Philippus Matthaeus Junior en Abrahamus de Grau ex Rector geordineerde commissarien in dese boedel ende mij scris. [Dr. Bartholdus à] Blijdensteyn als volght.
In 't voorhuijs bevonden
5 stoelen
5 kussens
1 voetbanck
4 Weerelt kaarten
1 hangh horologie
1 meetglas
1 effigies defuncti
1 kleyn spiegeltien
1 driedubbelde Canari korf of kouwe

In de middelvoorcamer
1 Eecken trecktafel

[1 verso]
1 witte collegietafel
1 kleyn perske
1 Weerelt caardt met rollen
1 Caardt van Nederlandt
2 Caarties blompotties
5 witte schalen
13 glasen op de schoorsteenmantel
1 versegelde eeckenkasse
6 glasen op e casse met een botteltie
2 tafelschreeden
1 blaeuw schoorsteenkleet
1 dito rabat
1 paar dito gordijnen
1 dito bedde spreet
1 bedde
1 versegelt pulpitum

In de spijscamer
1 vleesbeetel
6 drilde [= gegraveerde] glasen
1 serpentijn kanne
1 dito [andere hand:] serpentijn kanne
1 posteleynen mosterpot
9 groote bierglasen
8 dito kleyne

[2]
21 wijnglasen
1 dito
1 serpentijnen mosterpot souvat
4 oly en eeckglaasies
10 andere glasen
1 strijckijser met een rooster
2 groote vlessen
5 prenties

In 't kassie bij de spijscamer
1 gesontheydt
2 paar witte hoosen
1 hoedt
1 paar swarte hoosen

In het voorgemelte versegelde pulpitum bevonden
50 schellingen
71 ducatons
2 rijxdaalders
3 Zeeuwse daalders
2 rijxsoorden
1 kluytschellinkien
2 stuckies gout
Dese voors. gelden sijn bij de Hr. Rector Magnif. Joh. à Marck ontfangen ende naegenomen om daarmede de nodige doodt ende andere schulden soo verre het strecken magh vooreerst te betalen ende is voornde. pulpitum wederom toegesegelt.

[2 verso]
In de gangh
1 Weerelt caart
1 lanteern
1 papegaejcorff
1 gieter
1 kelder met flessen
1 mantelstock
2 Japonse rokken
1 Japonse muts
1 paar swarte hoosen
1 paar witte dito
1 magelstock
1 mangelbort
1 trappien voor 't bed
2 houtvrievers
2 geele vrieflappen
1 stoffer
1 vloerveger
1 glaaswasscher
1 rager
1 wit linnen backien
2 paar schoenen
1 paar roode muylen

[3]
Op het middelste bovencamer
2 stoelen
2 kussens
1 tafeltien
1 boekkassien

Op de achteropcamer
3 stoelen
2 kussens
1 tafel
1 schoorsteenkleet
1 rabat
1 paar gordijnen
1 mantelstock

Op de souder
1 lange tafel
1 banckie
4 kleerstocken
4 pruycken
1 vierkantie met rommelerie
3 lampen
2 koffers
1 kelder

[3 verso]
1 gesegelde koffer
1 vleesvat
eenige kroon Imperiâl bellen
eenige Iseren rodden
eenigh hout voor een boeckas
2 stapelstalhoudt
1 reyssack
1 slaapmuts

In de keucken
5 stoelen
5 stoelkussens
1 rond mormert tafeltien
1 spiegeltien
1 tafelkorfke
1 ijseren braadtpanne
1 sackmes
3 braadtspeeten
1 vuyrbecken
1 ijseren heugel
2 lampen
3 tangen
3 s[n]uyters

[4]
1 bijltien
1 potseel
1 schuymspaan
1 kooperen decksel
1 ijseren lepel
4 braatpentien
1 blicken riever
1 ijseren kandelaar
2 blicken kandelaars
1 witte suyckerpot
1 hanghspeetie
2 treeften
1 kettingh
1 houten soudtvat
1 dito scherm
1 leye
1 drinckanne
1 vloermatte
1 turfcorf en vat
1 paar gordijnen
1 rabat
1 schoorsteenkleet
1 glasgordijn

[4 verso]
1 deecken
1 bedde
1 peul
2 oorkussens
2 laackens
2 sloopen
1 peuldoeck
2 4 lt tinnen schottels
4 3 lt schottels
2 2 lt schottels
1 komme
1 dosijn borden
1 tinnen trachter
1 tinnen soudtvat
6 sylveren lepels
3 witte kommen
4 schaalen
4 kopkes
7 witte tafelborden
1 vijsel
2 ijseren
1 grauwe kanne

[5]
1 schouderspeck
1 hackmes

In de waskeucken
2 kooperen gotelingen
1 eierpantien
1 klein kooperen keeteltien
3 tinnen waterpotten
1 rooster
1 pannekoeckspanne
1 hanghijser
1 afchuppe [= schuimspaan]
1 treeftie
2 doorslagen
1 blicken spaantie
8 potten
8 pannen
1 vlieghkassie
1 tafeltien
1 slijpbort
1 kleerkorff
2 turfvatten

[5 verso]
In 't keuckenportaaltien
1 eierkorf
2 graeuwe kanties
2 witte korfies
6 stoelen
6 kussens
2 groene gordijnen
1 groen rabat
1 groen schoorsteenkleet
2 bonte gordijnen
1 rabat dito
3 tafelkleeden
2 tafels
1 gemack kofferke
4 weerelt kaarten
10 glasen penten vergult
1 spiegel
2 geteyckende zeeftuckies
1 prent van Hendr. Casimir
1 effigies defuncti
1 schilderij voor de schoorsteen
1 dito voor 't bed
6 prenties
1 schilderijtien boven de deur
2 schalen op de schoorsteen

[6]
2 roemers
2 flessen
1 bedde
1 peul
4 oorkussens
3 deeckens
2 deckbedden
2 kleerbesems
1 borstel
1 kamkoocker met kammen en een borsseltien
6 scheermessen
1 scheeren
1 spiegel
3 kammen 2 elpenbeenen een schiltpadde
1 mantelstock

In de laade van de tafel in de achtercamer
10 memoryboecken
1 schelle
1 prismovitrium
1 circulus proportionalen
1 linea proportionaal
1 dito ongeteyckent
1 klein astrolabitie
1 winckelhoeck

[6 verso]
1 cooperen sonneringh met een sonnewijsertie in een koocker
1 dito sonnewijser
1 dito in een kassie
1 dito van hoorn
1 dito sonder glas
1 sonnewijsertien, spiegeltien en een geschreeven almanackien in een [bandje] van elpenbeen
1 passer
1 halve circkel
1 perspectyfvien
1 lineâl van hout
2 griffien
3 pennemessen
1 muysecassie
1 schildtpaddie in een kassie
1 snuyftobackdoosien
1 dito
1 doosien hayrpoeyer
3 doosies Nurenberger pleister
1 sackien met caneel foly nagelen en muscaten
1 magneetsteen
1 veerkijcker in een doossien
1 olysteen
1 sonnewijser
1 bondel quitantien en eenige andere brieven
1 wandelstock met sylver

[7]
In het beddesteede met deuren
1 broodtsuycker
1 doosie
1 vergrootglas
2 schildpadden kannen
4 dito palmboomen
1 scheere
1 mes en vorcke met een koocker
3 paruycken
2 hoeden
2 tabulae mathematicae
4 prenten
1 vierslagh met tontel [= vuurslag met tondel]

Noch in bovengemelte versegelde pulpitum bevonden als volght
2 paar messen en vorken van brandtsteen
1 horologie met een sylveren kassie door Gererd Muht Francf.








Gerard Muth, Frankfurt/Main, tweede helft 17e eeuw, vervaardigde zakhorloges o.a. met vier- en vijfhoekige randen. Enkele daarvan zijn bewaard gebleven in het Kunsthistorisch Museum van Wenen en in de Mathematisch-physikalische Salon in Dresden.

1 sylveren sonnewijser met een compas
1 sylveren balsem doosien
1 beenen balsem doosien
1 beenen fluytien
1 standtstoocker van schildtpadde
1# gouden signetrinck
1 gouden rinck met een blaeuwe sasphyr
1 dito met ses diamanten
1 dito met ses diamanten
1 dito met een kostelijck diamant
1 sylveren signet
[in de marge:] # dit alles in een kofferke ende bij de Heer Magnificus nae sigh genoomen die het horologie oock ontfangen heeft

[7 verso]
1 standtstoocker
1 memoryboeck met een sylveren priem
1 Alamanacks ommeslagh met sylver
1 partij alderhande lack
1 goudtbeursien
1 afgeteeckent cooperen liniaaltien
1 huysbril
1 perpicillium
1 dito
3 brillen
1 groen perpicillium
10 enckelde brilglaasen
11 neperi stockies
2 goudtbeursies
4 lootpenneties
1 memoryboeck
memorybladen
eenigh sylverdraat met eenigh linten

[8]
Manskleeren
1 Professorale tabbaert
1 Mantel met sylveren knopen
1 lange rouwmantel
1 sijden mantel met fluweel gevoert
1 greinen mantel
2 paar zijden hoosen
1 geblomt zijden kleedt broeck en wambuys
1 swart laackens wambuys
1 muskes rock en broeck
1 saeyen [= gekaard wollen] wambuys
1 muskestocken broeck met fijne sylveren cnoopen
1 pluyssen rock
1 sijden broeck en wambuys
1 swart laackens broeck
1 grofgreynen wambuys
1 pluyssen rock
1 lap bast van boom
1 paar scheenstucken
1 paar sijden franien
1 catoenen seerp
2 paar sijden halve hoosen
1 roode onderbroeck
1 witte muts
1 paar schoenstrycken
Een mof

[8 verso]
Bloemen en andere boomen ___________________________________ >> begin
[in de marge:] bollen
1 pot met mos Zuziana met campanellen
1 pot met mos van Persien
1 pot bollen met dipca de musca
1 pot met witte narcissen van drie à vier op een steel
1 pot met gladiosen en mos bollen
1 pot met gemene narcissen geele en witte onder
1 dito
1 pot met hyachinten passetoet malcander &c.
1 dito
1 pot met een groote quantiteyt alsderhande tulpen
1 granaatboom
1 cypresboom
1 oleander
1 myrtus laurifo[lio]
1 agnus castus [= monnikspeper; toepassing: regelmatige menstruatie]
2 potten wilde hyasmynen [= jasmijnen]
1 klein granaatboom
1 taxusboom staande in de gront
1 arbor vitae in de gront
[in de marge:] In P[rofesso]r Schotanus hoff
1 blaeuw syringk
1 dito witte dubbelde
1 blaeuwe hyasmijn
1 Laurus Tinus
1 bedde met angelieren
1 - - Rorismarijn
2 groote laurier boomen
1 bedde violieren en damast
1 Helleborus
1 bedde met saly en dragon
1 dito - Auricula Ursi en Flos Constonopolitanus [= Constantinopolitanus]
1 dito Timiaen [= tijm] en Lavendel
1 dito witte lelien
1 dito waarop staen verscheyden boomties 2 naanties amandelen
1 spina Chri. 7 peperboomen 1 vijgeboom
1 bedde met primula veris en hepatica en tuyntieboonen
2 genever boomties
1 regel Lilium convall. [= lelietje-van-dalen] en blaeuwe vioelen


[9]
Linnen
19 manshembden
10 laackens
11 tafellaackens
29 servetten
14 handtdoecken
14 paar mansietten
10 paar mouwen
26 beffen
10 sloopen
4 halve hembden
4 peullaackens
33 neusdoecken
22 paar Ponietten
10 paar linnen onderhoosen
7 paar socken
4 dassen
19 slaapmutsen
16 nachtdassen
----------
volcht in de hoff ____________________________________________ >> begin
4 tobben
34 kleine en groote potten
1 leppe [= spade]
1 clauwe
1 vijgeboom
1 camperfol
1 party roose boomen
1 banck
1 sonnewijser

[9 verso]
In de kelder
4 halve tonnen bier à 4 £ de tonne
3 mesken kraenen
[Andere hand:] Noch gevonden[:]
Een blauwe kanne
Een blau glasen fleske
Een schinkbakie
Een keesbakkie
Een scheerke

[10, door eerste hand:]
Op de plaats
2 luywagens
3 beesemstocken
1 1 dweyl
2 emmers
1 kannewasser
2 stooven
1 glaaserack
1 schelle in de gangh
2 deuren voor 't beddesteede

Lit.: Bischoff, Cordula / Jenzen, Igor A. "Liste der Frankfurter Uhrmacher von den Anfängen bis zum Anfang des 20. Jahrhunderts" in "UHRZEITEN - Die Geschichte der Uhr und ihres Gebrauches". Historisches Museum Frankfurt, 1989. 336 S. Gr.-8o.

>> begin


Specificatie van legale costen voor de Heeren Rector Magnificus Joh. â Marck, Phil. Matthaeus jun., Abraham de Grau als commissarien, secretar. Blijdensteyn ende Pedellen vanwegen het sterffhuys ende boedel naegelaten bij de Hr. Profr. Buschius zalr.
1681 13 juli - In 't sterfhuys van wijl. de Hr. Profr. Buschius voorsr. in praesentie en ten overstaen van de Hr. Rector Magnificus als commissarien 't segelt geset

coomt voor vacatie van een halve dagh f[aci]t 1-8-
nogh voor ieder segill 4 st. ft. 1-12-
voor de secretaris vanwegen vacatie en besoignes evensoo veel 1-8-
voot 't setten van ieder segill oock 4 st. ft. 1-12-
voor de Pedellen ft. 0-14-

14 dito - In voornde. sterfhuys met de voorsr. drie heeren commissarien een dagh geinventariseert &c.

coomt ieder Heer 's daeghs voor vacat. en besoignes 2 ggld. en ergo te samen ft. 8-8-
deselve te samen voor 6 segels t'ontsegelen en wederom t'setten ft. 1-4-
coomt voor secretario van een dagh vacatie en schriefsalaris 2-16-
vanwegen ses segels ft. 1-4-
Pedellen ft. 1-8-

15 juli - wederom een dagh geinventariseert en 6 segels in voornde. sterfhuys geset en ontegelt

voor vacat. en besoignes coomt de drie heeren commissarien als vooren ieder 2 ggld. fr. 8-8-
vanwegen 6 segels ft. 1-4-
coomt secretar. als vooren ft. 2-16-
voor 6 segels ft. 1-4-
Pedellen ft. 1-8-

18 dito - wederom een dagh geinventariseert en 2 segels coomt

voor de 3 heeren commissarien ft. 8-8-
voor de 2 segels ft. 0-8-
voor de secretar. uts. ft. 2-16-
vanwegen de 2 segels ft. 0-8-
Pedellen ft. 1-8-

19 dito - wederom geinventariseert

als vooren coomt voor de heeren commissarien ft. 8-8-
scris. ft. 2-16-
Pedellen ft. 1-8-

20 dito - Als vooren geinventariseert

coomt voor de commissarien ft. 8-8-
2 segels ft. 0-8-
scrs. ft. 2-18-
deselve voor s segels ft. 0-8-
Pedellen ft. 1-8-
summa

22 juli van 's morgens te 8 uyre tot 's avonts over 7 uyr in voornde. sterfhuys met 't inventariseren als andersins gebesoigneert

coomt de Heeren voor anderhalve dagh vacatie ft. 12-12-
4 segels ft. 0-16-
voor de secretar. ft. 4-4-
voor 't setten van de segels ft. 0-16-
Pedellen ft. 2-2-

23 dito - wederom van 's morgens te 8 uyre tot aen 8 uyr 's avonts toe geinvenatriseert en in voornde. sterfhuys gevaceert en gebesoigneert en acht segels ontsegelt, is als boven anderhalf dagh

coomt de drie heeeren commissarien ft. 12-12-
voor 8 segels 1-12-
voor de scretar. ft. 4-4-
voor de acht segels ft. 1-12-
voor de Pedellen ft. 2-12-

Lange comparitie in 't convent gehouden wegens des sterfhuys saacken voor vacat.

coomt de drie heeren commissarien ieder 28 st. ft. 4-4-
voor de secretario ft. 1-8-
voor de Pedellen ft. 0-14-
summa

4. Augusti - een dagh in 't sterfhuys gebesoigneert met het inventariseren en roeyeren van eenige schriften als andersins voor vacatien en besoignes van dien voor de 3

heren commissarien ieder 2 gg. uts. ft. 8-8-
voor scris. ft. 2-16-
Pedellen ft. 1-8-

[in de marge door andere hand:] 6 Augusti comparitie, 11. Jel geweest na Beetgum, 31. comparitie

3 7br. - comparitie lange tijt gehouden in 't convent over voorsr. sterfhuyse saecken als over het verhuyren van 't huys als andersins voor vacat. coomt de

heeren commissarien ft. 4-4-
scris. ft. 1-8-
Pedellen ft. 0-14-

16 dito - comparitie gehouden over des Hoff citat, ende commissie van dien in ;t convent

coomt voor vacat. de heeren commissarien ft. 4-4-
scris. ft. 1-8-
Pedellen ft. 0-14-

17 dito - voor een langh request beneffens nevensgaende copye van een boogh groot

coomt de secretar. ft. 1-4-
voor beiders segel coomt deselve ft. 0-4-8
deselve coomt voor 't segill van de inventaris ft. 0-4-4
deselve coomt voor het copieren en in het inventarisatieboeck te stellen van 't inventaris ende andere rede gevallen besoignes 't sterfhuys voorsr. raackende ft. 3-3-

[in de marge door andere hand:] 17. Mijne vacatie na Leeuwarden

18 7br. - comparitie gehouden over 't rapport van de commissie nae Leeuwaarden aen 't Hoff

coomt de heeren commissarien ft. 4-4-
secris. ft. 1-8-
Pedellen ft. 0-14-

20 dito - comparitie gehouden over 't ontfangh van een missive van de Heere Raatsheer Huber ende wederom een ander aen sijn Edlt. te depescheren coomt

voor de heeren commissarien ft. 4-4-
secris. ft. 1-8-
Pedellen ft. 0-14-
voor 't stellen van desen en een dubbelt te houden coomt scris. ft. 1-4-
segill ft. 0-2-4


Schwartzenbergarchief, Tresoar toegang 326 inv.nr. 220b

Agatha Tjaerda van Starckenborgh, echtgenote van Georg Frederik thoe Schwartzenberg, aan Michael Buschius

114 - 9 september 1665 [gat in brief]
Monsieur, De oorsaeck dat ick nu in enigen tijdt niet geschreven, is dat ick op bijgaende gewacht, welcke van de Staeten door D. Hagius is toegesonden, wil hopen UL contantement daerin sal vinden, en dat het tot UE tidlicke en ewige gelücksalicheit mach gedijen, en onse rechtveerdige saeck, gelicke wel sijn voortgang, tot 1 gewenst ende daer nevens become.
Naer Hagius seggen soo souden de Staeten al voor enigen tijt diergelicken mesief [an] UE gedepesgieert hebben. En dat sommige verwondert waeren datter geen antwoort op qua[m ..] welkt ick qualick kan geloven, ten waer [.. et] 1 Heer alleen, in last hadde gehadt, die [..] UE af te veerdigen, en hadde sulcks uut naelaeticheit of quade genegentheit versuimt. Nu om alle presumtien tegens UL voor te comen, kond den datum van dese mesief als ock den dach van UE ontfang wel angeroert worden in UE antwoort, t'welck D. Hagius versoeckt dat doch ten spoedigsten mach geschieden, als eerstlick an de Heren de Gedeputeerde Staeten van Frieslant en ten anderen an de gesaementlicke Heren Couratoren. An die Heren Professoren en H. Hagius hebbe ick UE begeerde exkuse (bij sommige schriftlick) afgelegt, hebbe daer ock tot antwoort op becomen UE wederom te groeten, en dat nae UL komste niet weinich verlangt wordt tot Franequer.
Arnoldus vrou heeft mij al 2 huisen tot 1 woning voor UE voorgestelt, het een is naest Schotanus ant kerckhof, ent ander is van de Professor Verhel.
.....
Dit papier slaet soo vilein deur, dat mijn vreest UL het niet sal conen lesen. Onse gardenier op de Jouwer heeft sijn wijf Jancke vergangen weeck an de pest verloren. Anthonijs wijf is wedrom in de kraem geweest, ent kint (1 dochter) is doot. Adieu tot weersiens.

115 - 24 september 1665
Monsieur, Naerdat ick vandaag 14 daegen mijn laeste an UL geschreven, nevens die bijlaeg van de Staeten van Frieslant an UE gesonden had, heb ick UL angename van den 2 septemb. 3 a 4 daegen daernae ontfangen, welke ick ock al eerder soud beantwoort hebben, soo ick niet door verscheidene en was belet, als
ten 1ten dat ick uut den Uwen vernam dat UL opt vertreck nae Giesen stont, hoopte noch 1 schrievens becomen te hebben, waer ick mijn brieven tot Giesen an UL soud adresseren, maer mach daer nu niet langer op wachten;
ten 2de meenden ick om nae die camers voor UE op t'slodt te becomen (volgens UE begeerte) eens nae Franequer geweest te hebben, maer tis 3 a 4 weken lang continuweel hier te lant soo een onweer van regen en wint geweest, dat men niet eens buiten de deur kost kijken, waerdoor de wegen schier onmogelijck sijn te gebruicken, maer alsoo gister en vandaeg het weer wat heeft beginnen te beteren, sal ick mijn best doen om selfs noch heen te comen, want het soo beter als door schrieven kan besteldt worden.
Ock had ick UE van 2 huisen geschreven, daer Arnoldus vrou af hadden gesproken; wenste ock wel UE mening daer eens af te vernemen. Maer op Botnia huis salt niet conen comen, vermidts Eminga weduwe (diet nu toe komt) daer selfs in woont.
En wat het gelt tot UE behoef op te nemen belangt, is mijn Heer [echtgenoot] wel te vreden. Ick ben seer bekommert dat ick uut UE schrievens niet kan vernemen, of die 3 kaerteblanken nevens die quitantie van de Kantzelaers soon sijn angecomen. Wil door Godts genade niet hopen, dat die verloren of in quade handen sullen geraeckt sijn; ick had de bode Krantz bevolen die tot Amsterdam te laeten assureren, welcke ock seit dat sulcks geschiet is; ick heb bevolen dat de bode de mesief van de Gedeputeerde Staten van Frieslant an UL ock soud laeten assureren.
.....

De Ratsheer Grovestins sal toe comende donderdagh begraven worden. De colonel Hemmema moeder oudt 92 iaer, Sip Ailuaes vrou, de lutenant Jurrijen Glins, de oude Maré sijn allen in korten tijt achter malkander gestorven; de meeste staen noch doot boven eerden. Adieu, Adieu.

122 [zonder datum]
Mijn Heer, het lang tarderen van UE komst alhier, heeft mijn al seer doen sorgen dattet slimmer met UE moest sijn. Wil hopen de goede Godt salt haest ten besten wenden.
Mijn betreffende heb int lest van de vergangen weeck ock weer 1 nacht seer sieck geweest; gaf dien nacht soo over, mij sulveren pottie wel 2 reis vol. En was soo dick van winden, dat mijn lichaem spande met sulck een wedicheit, dat ick resolveerde, en liet in den apoteeck die laeste ordonantie van M. Heer Mathaeus sijn klisteer prepareren, t'welck mijn seer ontlaste, soodat ick sedert door Godts genaede soo gebetert ben, dat gister alleen, sonder stock heb beginnen te gaen, maer als ick treed voortgae, kom ick somtijts 2 terug, of ter sijden, doch Godt geeftet soo alo mettertijt.
Morgen met de 9 ures schuidt sal ick UE 1 snoeck senden, (t'is mijn seer leet dat ickt niet eerder geweten heb,) soudse Ue van harten geern bestelt hebben. Nu sal UE die wat laet kriegen, want als sij to 4 uren afging, dan moest sij 1 nacht doot sijn. UE belief mij maer te ontbieden, wil geern alle daeg wat senden, doch wou wunschen, dat UE apetijt soowel op fleis als vis viel, want die slijmerige vis kan geen goet bloet setten. Ick heb noch geen vis geproeft, maer moet seer nae't abletuir [= tablatuur, voorschrift] eten. Wunschte dattet UE soo goet smaekten als mijn, maer het becommen is niet altijt gelicke goet. UE moet an de kernemelkspap met gepelde garst; dat is alle avont mijn kost, met 1 apel of gestoofde peer.
Dat Docktor Tabor soo gequiteert heeft, doet mijn vreemt.
Verlange seer UE te spreken: wat ons die 15 bijlaegen an sullen brengen, verlang en vrees ick te horen. Ock heb ick UE over andere dingen hier te spreken.
Die genaedige Godt believe UE door sijne hant wedrom op te helpen, dat wij met lieve malkanderen haest mogen wedrom sien, t'welck met patientie verwachtende, blief ick, Mijn Heer, UE seer genegene
Agatha
op Woensdaegen avont.
Mijn dochter gebiet haer fruntlick.

Wat deze laatste brief betreft, is nogmaals te vermelden dat Michael Buschius aan arthritis (jicht) leed.
Genoemde Johann Otto Tabor (Bautzen/Saksen 1604 - Frankfurt/Main 1674) was sedert 1659 hoogleraar rechten en kanselier aan de universiteit van Giessen. Vanwege vijandige bejegening door jongere collega's trok hij oktober 1667 te Frankfurt bij zijn zoon advocaat Tobias Otto in. Daarop wordt gezinspeeld in de ongedateerde brief van Agatha: die brief moet zodoende in 1667 geschreven zijn. In de veilingcatalogus Buschius worden twee werken van Tabor opgesomd.
Voordat Busch naar Franeker kwam, heeft hij Giessen aangedaan; vgl. brief nr. 115, waarin ook sprake is van de kanselier en diens zoon.

>> begin