>> HOMEpage

Album amicorum 1592-1594 van
Georg en Douwe van Burmania

Bron: Album Georg van Burmania, Fries Museum sign. PL00465
Internetuitgave (transcriptie in cursief): M.H.H. Engels, september 2022

Op 16 mei 1592 zijn vier studenten aan de universiteit van Franeker ingeschreven met studierichting artes en rechten: de broers Georgius en Dominicus a Burmania, Gerbrandus Bugers, en Viglius Aitta. Georgius bezocht vervolgens via Kassel en Marburg reizend de universiteit van Keulen, 5 oktober 1594, en tenslotte Orléans, 1597. Daar sloeg het noodlot toe: zijn jongere broer Douwe (= Dominicus) overleed aldaar aan de pest; Aernout van Buchel noteerde het uitgebreide grafschrift te Orléans volgens welk Douwe 14-9-1597 (datum nieuwe stijl?) is gestorven op de leeftijd van 22 jaar; hij zal dus geboren zijn in 1575 en Georg in 1574 of 1573.
Het grafschrift is in witte steen of marmer gehouwen; vertaling van de Latijnse tekst:

Hier ligt een Fries, betreurd door het geslacht Burmania,
Met de laatste eer in de aarde begraven.
Nauwelijks was hij na vier lustra het tweede jaar overschreden,
Toen hij uit deze wereld weggerukt werd door de dodelijke pest.
Ach, zonder om te kijken gaat de bittere dood te werk,
En maait als een blinde jong en oud weg.
Hij stierf midden in zijn studie en in de bloem van zijn jeugd
Helaas, en overleed voor hij kon oogsten.
Als hij nog enkele 'aren' had mogen blijven leven,
Was er hoop dat hij het licht van zijn vaderland zou worden.
Of was dit het, waarom het jaloerse Noodlot je verwijderd heeft,
Dat Friesland niet met een dergelijke man geëerd zou worden?
Het is heel triest en hard voor je ouders, maar welke
Sterveling zal de ondoorgrondelijke besluiten van God aanvechten?
Triest is het ook, om je zoon naar een vreemd land te sturen,
Maar is voor een flinke man de hele wereld niet zijn vaderland?
Niet minders loffelijk is het om te sterven tijdens je studie,
Als dat iemand door het zwaard sneuvelt voor het vaderland.
Je vader had jou als je nog leefde een rijke bruidsschat kunnen geven,
Nu komt deze grafzerk voor je as in plaats van een bruidsschat.
* Hier ligt Douwe van Burmania, edelman, geboren in Friesland, overleden op 14 september 1597. Zie Stamboek 1846 I, p. 58: 'Douwe van Burmania, gest. te Orleans, 14 sept. 1597, oud 22 jaar.' Deze wapens staan aan weerszijden.


Friese spreekwoorden
niet van Burmania, maar van Beveren

Lang dacht men bij de verzameling Friese spreekwoorden die is overgeleverd in een handschriftje in pocketformaat, dat de initialen C.G. V B. met het jaartal 1614 bevat van de eigenaar, aan [Carel] Georg van Burmania, hoewel die zich altijd Georgius of Jurjen noemde en nooit de voornaam Carel gebruikte.
In 2007 is ontdekt dat Cornelius Gulielmi van Beveren de eigenaar van genoemd handschriftje was. De Nieuwe encyclopedie van Fryslân vermeldt dat ook in deel A-E op blz. 472 onder Burmaniaspreekwoorden, met een onjuiste verwijzing naar www.mhhe.nl i.p.v. naar www.mpaginae.nl en i.h.b.: Friese spreekwoorden, verzameling 1614.

Het album amicorum van Georg van Burmania

Voorin het album bevindt zich de beschrijving van de inhoud door - volgens een moderne toegevoegde potloodaantekening - W.B.S. Boeles (1832-1902), waaronder de vermissing van blad 33 met waarschijnlijk het wapen van Joannes Burmania. Ruim 25 jaar geleden is door de firma Dikken & Hulsinga, fotografen te Leeuwarden sedert 1969, een foto van blad 34 gemaakt die is afgebeeld op blz. 21 van Annelies Abelman, Het eerste huis van Leeuwarden, Van Burmaniastins tot stadskantoor, Leeuwarden 1994. Op die foto ziet men links de keerzijde van blad 32 en rechts blad 34: van het uitgescheurde blad 33 daartussen is zelfs geen spoor te zien omdat de kneep niet zichtbaar is. Het album is (in tweede helft van de negentiende eeuw?) herbonden in een halfleren band met marmerpapier op de platten, helaas zo strak dat het boekje niet volledig opengaat.
Hieronder volgen Boeles' beschrijvingen met mijn toevoegingen in cursief c.q. tussen vierkante haken:
• Dit werkje is een exemplaar van J. Amman's Wappenbuch: Insignia sacrae Caes. Maiestatis Principum Electorum etc. etc. - Addito cuiq. peculiari Symbolo et Carmine octasticho etc. His adiecta sunt totidem vacuae (ut appellant) Scuta etc. (ed. S. Feyrabend et Ph. Lonicerus). Francof. ad Moenum. G. Corvinus impens. Sig. Feyrabend. 1579.
• Deze is de eerste zeer zeldzame Latijnsche uitgave van belangrijk houtsneewerk. Defect, zooals het is, kwam het te voorschijn onder verscheidene oude bescheiden, welke lang in een kist bewaard werden en afkomstig schijnen te zijn, althans geïnventariseerd waren door E. M. van Burmania, en aan het Friesch Genootschap in 1880 werden geschonken door den heer A. H. van Slooten te Rauwerd.
• De blinde schilden maakten het werkje zeer geschikt voor een Album amicorum. Georgius à Burmania, den 16 Mei 1592 als student te Franeker ingeschreven, heeft het dan ook tot een album aangelegd.
• Men vindt hierin inscriptiën van

1. Gerbrandus Buygers, met diens wapen, p. 34, 35. Ingeschreven te Franeker 16 Mei 1592. Deze inscriptie dd. 23 Maart 1592.
Malum consilium consultori pessimum
Non minus eruditione quam natalium splendore, morumque probitate insigni iuveni D. Georgio a Burmania amico et convictori per biennium suavissimo in amicitiae signum fide sua, insignia pingi curavi Franequerae 23 Martij a[nn]o 1592 Gerbrandus Buygirs


2. Tacitus (Taco) Aysma, met diens. wapen, dd. 8 Mart. 1594, op p. 18, 19. Deze Aysma is 13 Mei 1593 te Franeker ingeschreven.
Nobilitate, doctrina, alijsque virtutibus haud vulgaribus praedito iuveni, D. Georgio Burmannia amico meo integerrimo, animi testandi causa haec insignia depingi curavi Tacitus Aysma, a partu virginis, anno M.D.XCIIII Mart. VIII

0. Johannes Burmania, p. 32[v]. Het wapen uitgescheurd (daar p. 33 ontbreekt) z. d. [Vgl. hierboven!]
Deze Burmania is 16 Mei 1593 te Franeker [als student in de rechten] ingeschreven. [Na zijn Franeker tijd werd hij kapitein in Staatse dienst.]

Cunctis esto benignus, nemini blandus, paucis familiaris, omnibus aequus ad iram tardus, ad misericordiam pronus, in adversis firmus, et prosperis cautus.
Nobilissimo doctissimoque iuveni D. Georgio Burmania cognato suo humanissimo Hanc tesseram in perpetuam amicitiae memoriam relinquo.
Scripsit Joannes Burmania.

[Jan/Joannes was de vader van Poppo van Burmania.]
3. Edzardus Ens Frisius occid. met diens wapen, 19 Maart 1594. p. 144.
Tandem patientia victrix
Generoso & antiqua nobilitate claro iuveni D. Georgio Burmania amicitiae causa haec pingi curavit Edzardus Ens Frisius occid. Anno 1594 Franequerae 19 die Martij


4. Andreas ab Offenhusen, p. 47. Het wapen uitgescheurd, daar p. 48 ontbreekt. Deze inscriptie is van 28 Maart 1594. Offenhusen is 10 Aug. 1591 als student te Franeker geïmmatriculeerd.
Dilige virtutem, Remanet post funera virtus
Andreas ab Offenhusen nobilissimo Iuveni D. Georgio a Burmannia commilitoni suo candidissimo in perpetuum amicitiae simbolum haec sua insignia reliquit Franequerae 28 Mart. A[nn]o 1594


5. Viglius Aytta de Zuichem [jr.], met diens wapen, dd. 15 Apr. 1594, p. 129, 130. Als student te Franeker ingeschreven 16 Mei 1592.
Nobilissimo ornatissimoque Iuveni D[omin]o Georgio a Burmania amico & convictori per biennium charissimo haec insignia in perpetuum amicitiae testimonium pingi curavit Viglius Aytta de Zuichem. Leovardiae 15 die Aprilis a partu Virginis 1594.
Est virtus placidis abstinuisse bonis.

Wigle van Aytta, ook Viglius, geboren 1572, overleden vóór 27 oktober 1636, was een zoon van Hector van Aytta en Bauck Jansdr van Buygers.
Onno Hellinga en Paul. N. Noomen, Genealogia Ayttana, Genealogysk jierboek 2011, p. 148: Bij testament heeft Viglius van Aytta van Swichum (Swichum, (Friesland), 19 oktober 1507 – Brussel, 8 mei 1577) deze naamgenoot tot zijn belangrijkste erfgenaam gemaakt. Deze Viglius van Aytta trouwde met zijn volle nicht Cunira van Teetlum, dochter van Pieter en Joost Aytta.
Hieronder een bekend portret van de grote Viglius en portretten in het recent opgedoken getijdenboek van Viglius van Aytta; van de Wiele veilingen, Brugge. Laatstgenoemde tonen hem knielend en - uiteraard blootshoofds - biddend resp. (een ander?) zittend de voeten warmend bij het haardvuur.






6. Haio A. Roussel, Sexto Kal. Junii 1594 [= 27 mei 1594]. p. 51. Diens wapen op p. 52 uitgescheurd.
Bien heureux et riche qui apres l'argent ny va, ny en ces tresors mest son esperance
Qui vero in aspectu D[omi]ni ambulat no[n] hallucinatur nec erit in gressu eius vacillacio
Haio A Roussel
Haec affinibus suis Burmanianis fratribus germanis patria disce[de]ntibus, ut quodammodo animum suum apud eos deponeret, in signum perpetui amoris scripsit sexto Cal. Junij A[nn]i 1594.


7. Wilco Holingerus ab Eytzingh, met diens wapen, dd. 30 Mei 1594, p. 50, 51.
Haec Burmanianis fratribus germanis cognatis suis longe charissimis posuit Wilco Holingerus ab Eytzingh 30. May 1594

8. Rippertus Sixti, dd. 13 Junij 1594. p. 136.
Patientia malorum omnium antidotum optimum.
Vincit, qui patitur.
Nobilissimo iuveni D. Georgio a Burmania populari suo Castellas Cattorum [= Kassel] in peregrinatione sua transeunti in sui memoriam scribebat Rippertus Sixtinus 13. Iunij anno MDLXXXIXIIII [= 1594]


9. Heinrich Hunoldt, J. U. D. Marpurgi 16 Junij 1594. [Hij schreef 22 juni 1594 een bijdrage in het album van de jurist Rolandus de Weert, f. 66r; UB Leiden LTK 1077]
Il n'y a rien si aggre[a]ble que de trouver son pareille
Omnia habet, qui in Christo nihil possidet
Nobilissimo adolescenti D. Georgio a Burmannia Frisio conterraneo suo in perpetui sui memoriam scribebat Heinrich Hunoldt I.U.D. & Supremi Dicasterij Hassiaci [= hooggerechtshof van Hessen] ordinarius advocatus & pr. Marpurgi 16 Junij a[nn]o 1594



Georg of Jurrien van Burmania, trouwde 1602 Luts Juwsd. Dekama († 30-6-1625), en in tweede huwelijk Feds Wytzesd. van Cammingha († 8-1-1634). Hij overleed 10 Dec. 1634.
Volgens het Stamboek van de Friese adel was Georg de oudste zoon, volgens de moderne genealogie Burmania door Simon Wierstra was dat Douwe/Dominicus. Het Stamboek is gebaseerd op het Burmaniaboek dat genealogieën bevat van edele geslachten en is samengesteld door de vader van beide studenten Georg en Dominicus.

Portret, gedateerd 1620, van Georg (Jurrien) van Burmania
Pendant van het vorige portret: Burmania's echtgenote Luts van Dekema, die juni 1625 overleed 55 jaar oud.
Georg van Burmania bezat veel boerderijen aan het bestuur daarvan hij een dagtaak had. Hij was katholiek en mocht daarom ook geen publieke functie vervullen.
Zijn vrouw Luts van Dekema draagt op haar portret een medaillon aan een rode strik met daarop Jezus aan het kruis, dus zij was ook katholiek. In de Vituskerk te Stiens is hun familiegraf.
Citaat Genealogysk Jierboek 2011 p. 234/235 i.v.m. het katholicisme: Julius van Dekama wordt op grond van zijn loyaliteit aan de koning en het katholieke geloof in 1569 benoemd tot raadsheer in het Hof van Friesland. 1585 testeert zijn weduwe Jel Haersma in het Sint Kunibertusklooster te Keulen, waarbij zij verwanten en oude weduwen tal van legaten in het vooruitzicht stelt, mits ze trouw zijn gebleven aan de "oude catholysche (die man nu romische noemt) religie". Haar kinderen Sytse en Luts Dekema krijgen op het hart gedrukt "in de echte staet haer niet te verselschappen, dan met personen van die oude catholycke romianische religie synde".

>> begin