>> HOMEpage

Op schutbladen van dispositiefboeken
Adagia
en andere (meest Latijnse en juridische) citaten

Wachten op opdrachten - Penoefeningen van klerken in de schrijfkamer van het Leeuwarder raadhuis (Waltahuis)
1595-1618

Bron: Protocollen van de dicta der eindvonnissen, Historisch Centrum Leeuwarden P1 t/m P4 (nieuwe inv.nrs. 3142, 1 nov. 1595 t/m 3145, 20 maart 1619). Dank aan W. Dolk voor de attendering!
Voorlopige internetuitgave: M.H.H. Engels, juni 2015
Specialists in quotations are invited to mail annotations and corrections to the address on the homepage!


De stadssecretaris moest twee klerken aanstellen. In de periode 1595-618 waren achtereenvolgens
eerste klerk
- Egbert de Gruyter (-1606?; nadien was hij klerk van Gedeputeerde Staten; in 1616 leefde hij niet meer)
- Cornelis Gellius/Jellisz. (1606-1618?)
- Meinard Gerrytsz. (1618-)
tweede klerk
- Tyaerdt Fransz.
- Isaac Adius
- Adam Dominici Richaeus
- Meinard Gerrytsz.
- Waetse Eelckes
Het verzamelen van citaten was een op de Latijnse school gebruikte leermethode; vgl. Anna Frank-Van Westrienen, Het schoolschrift van Pieter Teding van Berkhout: vergezicht op het gymnasiaal onderwijs in de zeventiende-eeuwse Nederlanden, Hilversum 2007.

Het aanzien van het Waltahuis kennen we van de fraaie stadsplattegrond uit 1603. Iets over het interieur blijkt uit de verkoop van het raadhuis in 1618; groot consentboek 1620 fol. 214verso en volgende. Burgemren., schepenen ende raden sampt gesworene gemeente der stadt Leeuwarden ... [verkopen] aan Claas Simons Hoeck, burger ende coopman binnen derselver stede, ... ende ... Geertien Arents dr. sijn huysfrouwe ... seeckere hoge blauleidecte huysinge staande op de smalle sijde van de nieuwe stadt ontrent d'butterwage, wordende tegenwoordich tot het Raadthuys gebruyckt ... met alle annexen ... doch met bescheyde dat wij vercopers aan ons sullen mogen beholden ende daar uytbreken die clerckebancken, alle boeck-, brieff- ende andere kassen in de secretarie, raad- ende brieffcamer, de balie op de raadkamer ende de haacken op de raad- ende sworene gemeente camer daar 't geweer op leyt, mitsgaders de trouschellen ... sal oock de coper den tegenwoordige inganck van den toorn geholden sijn dicht te maacken ... voor de somma van twe duysent vijff hondert ende twintich ggl. ende een ende twintich stuivers ... in desen jare 1618 ... consent den 31en Martii 1620. De lessenaars van de klerken waren blijkbaar aan wand en/of vloer vastgemaakt, in de secretarie stonden kasten voor boeken - de juridische handbibliotheek - en gebonden archiefstukken, in de 'brieffcamer' archiefkasten voor brieven en losse archiefstukken. De loketkast is bewaard gebleven; hij is te bewonderen in de schatkamer van het Historisch Centrum Leeuwarden.

Werd de ingang tot de toren van het raadhuis misschien gevormd door het Veritas-poortje "Viget, vigebit, victa vincit veritas", dat tegenwoordig aan de Oostergrachtswal staat? Voor het stadsgerecht was een van de hieronder geciteerde spreuken zeker toepasselijk: Veritas iustitiae mater (de waarheid is de moeder van de rechtspraak). Op de Leeuwarder plattegrond in vogelvlucht is een wachthuisje voor de stadwacht te zien en tegen het dwars op het raadhuis staande huis aan de Nieuwestad een langgerekte overkapping. Daar konden net zoals in de Koningsstraat tegenover het Hof van Friesland burgers tegen betaling brieven en andere schriftstukken laten opstellen of copiëren: in stalletjes zaten op bepaalde tijden beroepsschrijvers.
Over (het begin van) de stedelijke bibliotheek is eerder iets geschreven.


P1, binnenkant voorplat
Anno 1595 1a Novembris
  • Discite justitiam moniti & non temnere divos [Virgilius: Bent gij gewaarschuwd, leer rechtvaardigheid en niet de goden te verachten]
  • Praecipitatio justitiae noverca [Haast is de stiefmoeder van de rechtvaardigheid]
  • Exemplis non est iudicandum [Justinanus, Codex 7.45.13 Niet op basis van precendenten moet recht geproken worden]
  • Res iudicata pro veritate habetur [Dig. 50.17.207 Een onder ede verzekerde zaak moet voor waar gehouden worden]
  • Sententia sine executione illusoria est [Gerardus Maynardus, Decisiones novae Tholosanae, bijv. Francof. ad M. 1610 vol. I decis. LI: een vonnis zonder uitvoering is een illusie]
  • Judex cogitare debet se dum alios a Deo iudicari [Petrus Peralta, Commentaria in titul. ff. de legatis, Salmantica 1563 resp. Plato]
  • Judicantem oportet cuncta rimari [Decretum Gratiani C. XI: Een rechter moet alles nauwkeurig onderzoeken]
P1, 1 recto
Dispositien van de sententien voor den gerechte der stede Lewarden gevallen zedert den 1en Novembris 1595 naa den olden styl
  • Formula quae vitae sit optima quaeritis haec est: Mens hilaris faciens quod licet idque loquens [Rudolphus Agricola, Anna mater -, Deventer, Pafraet, 1484]
  • Noli quaerere fieri judex nisi valeas virtute perrumpere iniquitates [Ecclesiast. 7:6 vulgaat Ben Sira: Probeer geen rechter te worden tenzij je de kracht hebt ongerechtigheid weg te nemen]
  • Vincit vim virtus [Moed overwint geweld; wapenspreuk stad Haarlem]
  • Vis consilii expers mole ruit sua [Horatius Carm. III, iv, 65: Kracht zonder oordeel stort in door zijn eigen gewicht]
  • Ingenium plus quam vires [Vernuft is beter dan kracht]
  • Nec cito [desisto] nec temere [incipio: Noch snel noch onbezonnen]
  • Festina lente [Adag. 1001: Haast u langzaam]
P1, 1 verso
  • Virtutis laus omnis in actione consistit [motto op portret van Arnoldus Vinnius, hoogl. rechten Leiden 1588-1657]
  • Homo ad laborem ut avis ad volatum conditus et factus est [vgl. Polydorus Vergilius, Adag. sacr. S 219]
P1, 125a
  • Ubi tu rectum consilium praestiteris de eventu ne sis sollicitus illi fide in cuius potestate sunt rerum eventus [Juan Luis Vives, Ad sa[ientiam, Secundus tomus operum, Basileae 1595, p. 82, 312/313]
  • Boni publici consideratio in eorum incurrit oculos qui gratis iudicant et considerant
  • Tu quoque si vis lumine claro cernere verum tramite recto carpere callem gaudia pelle, pelle timorem spemque fugato nec dolor adsit nubila mens est vinctaque fremis haec ubi regnant [Boëthius, De consolatione philosophiae I metron 7, 20-31]
  • Multa tulit fecitque puer sudavit et alsit qui cupit optatam cursu contingere metam [... qui studet ... Horatius, Ars poetica]
  • O mors quam amare est memoria tua homini pacem habenti in substantiis suis [Eccl. 41:1-4]
  • Misericordia et veritas obvivaverunt sibi [Psalm 84:11-12]
  • Justitia et pax osculatae sunt [ook P3 laatste schutblad achterin, verso]
  • Judices omnes cogitare debent se dum alios iudicant a Deo iudicari
  • Vita hominis vapor est qui ad exiguum tempus apparet deinde evanescit [apocrief bijbelboek Jacobus 4; grafzerk Gale van Galema, Mantgum]
  • Omnes morimur et quasi aquae dilabimur ne terram quae non revertuntur [Samuel II 14:14]
  • Qui vicerit non laedetur a morte secunda [Openbaring Johannes 2:26]
  • Mortis & vitae brevis est vox Ite venite, dicetur reprobis Ite venite bonis [Mattheus 25:31]
  • Cavete ne corda vestra graventur crapula et ebrietate & curis huius mundi [vgl. The Augsburg confession]
  • Misericordiam volo & non sacrificium [Mattheus 12, 7]
  • Deus non iudicat ut homo
  • Obedientia melior est [quam] victima [vgl. Bonaventura]
  • Populus hic labiis me adorat cor eorum procul a me est [Mattheus 15, 8]
  • Quis tu es qui alienum servum iudicas suo d[omi]no stat aut cadit [Paulus, Romeinen 14:4]
  • Virtus in infirmitate perficitur [2 Corinth. 12:9]
  • Infoelix ego quis me liberabit ab hoc corpore mortis [Romeinen 7]
  • Semper mihi videtur in auribus meis sonare horribilis illa tuba surgite vos mortui venite ad iudicium [Hieronymus]
  • Media vita in morte sumus
  • Da pacem Domine in diebus nostris quia non est alius qui pugnat pro nobis nisi Deus noster [Jezus Sirach, Spreuken 50:24]
P1, 126 = binnenkant achterplat
  • Misericordia et veritas obviaverunt sibi [Psalm 84:11]
  • Justitia et pax osculatae sunt [ook P3 laatste schutblad achterin, verso]
  • Justitia elevat gentem et miseros facit populos peccatum [Spreuken 14:34]
  • Vae qui dicunt malum bonum et bonum malum lucem tenebras et tenebras lucem [Isai. 5: 20-3]
  • Qui condemnat iustum et absolvit impium uterque abominabilis est apud Deum [Isai. 17:15]
  • Virtus animi quae est? Recte de Deo sentire, recte inter homines agere [Chrysostomus]
P2, binnenkant voorplat
  • Aspera vox Ite est sed est vox blanda Venite [Mattheus 25,34,41]
    Dicit namque malis Ite venite bonis
  • Non iudicabit Deus bis in id ipsum [Nahum. 1:9]
  • Nemo malus Liber... [inktvlek]
  • Nemo vitiis sine nascitur optimus ille qui minime urgetur [Horatius SE 1,3,68]
  • Nunquam sera conversio [Hieronymus, Serm. XI de verb. Dom.]
  • Bonus timor qui deterret a scelere [Erasmus, Epist.in pseudevangelicos]
  • Mors supplicium peccati [De dood is de bezoldiging der zonde; Augustinus; vgl. graf Praedinius]]
  • Thesauri impiorum justitia vera liberabit a morte [Proverb. Salomonis 10:2]
  • Sapiens in sanctioso[?] [doorgehaald: in virtute] permanebit ut sol stultus ut luna mutabitur
  • Dicedunt apibus crescunt sua pabula fucis
    vivere tam ingrato tempore quis cuperet[?]
  • Tu quoque si vis lumine claro cernere verum [vgl. P1, 125a]
    Tramite recto carpere callem
    Gaudia pelle pelle timorem
    que fugato nec dolor adsit
    Nubila mens est vinctaque fremis
    haec ubi regnaret
P2, schutblad voorin, recto
  • Auspice Christo [Onder toezicht van Christus]
  • Ad poenitentiam properat quam cito iudicat [qui i.p.v. quam: vgl. Commentariorum urbanorum Raphaelis Volaterrani octo et triginta libri, Basileae 1530, 335v]
  • Judicis est cuncta rimari
    quam ignorat diligentissime investigare [kerkelijk recht; zie ook hier]
  • Praecipitatio est noverca Justitiae [Thesaurus novus anecdotorum ... caput CXXIII]
  • Justitia elevat gentem et miseros facit populos peccatum [Vulgaat, Spreuken 14:34]
  • Quid sunt regna sine Justitia? Latrocinia [Augustinus, Civ. Dei IV, 4]
  • Noli quaerere fieri Judex nisi valeas
    virtute perrumpere iniquitates ne forte
    expavescas vultum potentis et confunderis [Ecclesiasticus 7]
  • Juste quod iustum est persequere [Deut. 16-20]
  • Justitia et pax osculatae sunt [ook P3 laatste schutblad achterin, verso]
  • Terras Astraea gubernat [Astrea, personificatie van de rechtvaardigheid, regeert de wereld]
  • Veritas ut Palma [quo magis deprimitur eo magis renititur; Justus ut palma: Psalm 92:12]
  • Veritas simplex [Erasmus, Adag. 288 Veritatis simplex oratio; Euripides bij Seneca, Epistulae morales 49,12]
  • Veritas nonnumque [non numquam] laborat sed non vincitur [De waarheid is niet zelden in de verdrukking, maar zij wordt nooit overwonnen]
  • Veritas non quaerit angulos [De waarheid zoekt geen omwegen]
  • Veritas semper eadem [Strom. VI p. 655]
  • Veritas fuco vel coloribus non eget
  • Veritas temporis filia [Aulus Gellius, Noctes Atticae 12,11,7]
  • Veritatis simplex oratio [Seneca: de taal van de waarheid is eenvoudig, de waarheid zit eenvoudig in elkaar]
  • [doorgehaald:] Veritas temporis filia
  • Veritas iustitiae mater [De waarheid is de moeder van de gerechtigheid]
P2, schutblad voorin, verso
  • Multa vide, dic pauca, pati quam plurima disce
    Efficiunt magnos haec tria saepe viros
  • Multa audi, dic pauca, tace abdita, disce minori
    parcere, maiori cedere, ferre parem [Norma vitae; naar een Hebreeuws spreekwoord]
P2 (= 3143), op twee na laatste schutblad achterin, verso
  • O pilarum illum diem quando ad illud animorum concilium proficiscar et ex hac collumone et turba discedam
  • Venter praecepta non audit [Seneca, Epist. 21,11: Een lege maag heeft geen oren]
  • Venter caret auribus [Erasmus naar Plutarchus, Apophthegmata Catonis 1]
  • Venter pluma Venus laudem fugienda sequenti [Junius' Emblemata, 1565, 52: Wie lof/roem zoekt, mijdde maag, veren bed, lust]
P2, op een na laatste schutblad achterin, recto
  • O Here hoe langh salt duiren
  • Chi ti fa piu carerre che non soule
    o t'ingannavo ha inganna... ti vole
  • Geeft een yder dat hem toecomt
    wilt ghy leven in ruste
P2, op een na laatste schutblad achterin, verso
  • Vilius argentum est auro virtutibus aurio [auro; Zilver is minder waard dan goud, goud minder dan deugden; Horatius, Ep. 1,1,52]
    Quid non mortalia pectora cogis auri sacra fames [Vergilius, Aeneis III, iv, 412]
  • Laetius regnes avidum domando spiritu quam si
    Lybia remotus Gadibus iungas et uterque poenus [Latius ... spiritum ... Lybiam remotis; Hor. Od. 2,2,9]
  • Auream quisque mediocritate diligit tutus
    caret obsoleti sordibus tecti caret invidenda
    sobrius aula [quisquis ... mediocritatem; Hor. Od. 2,10,1]
  • Integer vitae scelerisque purius
    non eget Mauri iaculis nec arcu
    nec venenatis gravida sagittis
    fusce pharetra [purus; Hor. Od. 1,22,1]
  • Quid non ebrietas designat? Operta
    recludit, spes iubet esse ratas, in proelia
    trudit inertem, solicitis animis onus
    eximit, addocet artes, foecundi calices
    quem non fecere disertum, contracta quem non
    in paupertate solutum [Horatius, Epist. I, 16-20]
  • Vina parant animos faciuntque caloribus aptos
    Cura fugit multo diluiturque mero.
    Tunc veniunt risus tunc pauper cornua sumit,
    Tum dolor et curae rugaque frontis abit. [Ovidius, Ars amatoria (Die Tafel des Gastmahls) 238-240]
  • Domine si vis potes me purificare
    mundare [NT Mattheus VIII,2]
  • Domine serva nos perimus [NT Mattheus 8,25: Heer red ons, wij gaan ten onder]
  • Domine adiunge adauge nobis fidem [NT Lucas XVII,5: Heer vergroot ons vertrouwen/geloof]
P2, laatste schutblad achterin, recto
  • Animum rege qui nisi paret [Hor. Ep. I,2,62: Beheers uw hartstocht, die zo hij niet gehoorzaamt, bevel voert]
  • Contracta quem non in paupertate solutum [Horatius Epist. I,20]
  • Animum regit qui bene vivit semper
  • Beguerd u wel ...
P2, laatste schutblad achterin, verso
  • Ut post vivas [Vive ut post vivas; Leef zo dat je hierna leeft]
  • Deden wij wat wij solden
    Wij hadden dat wij wolden
  • Laetissimi nostri dies quam citissimo ..anseunt [citissime ...]
  • Mors properat, fuga nulla datur, mortale tributum
    Solvere naturae lege tenetur homo [Tobias]
  • Judicabis iudicis iudex generalis [Judicabit judices]
    Di nihil proderit dignitas papalis
    Sive sit episcopus, sive cardinalis
    Reus condemnabitur, nec dicetur qualis
    Ibi nihil proderit multa alligare
    neque excipere neque replicare [onder een schilderij van de Antichrist in een Dominicanenklooster te Genève]
  • Geloof ende liefde te samen gaande
    en de vaste hope haar vougende
    Soo sal het vhaste
  • O Heere hoe lanck salt duyren
    dat ick dus blijf beswaart
    Ick ben broos van natuyren
    ick ben van quader aard
    Wat ick wil dat doe ick niet
    wat ick doe dat wil ick niet
    Ick blijf in groet verdriet
    Mijn geest is willich en blyde
    het vleysch is zeer rebel
  • Omina dat dies
    non habet ergo minus
P2, binnenkant achterplat
  • Om de afslaande comende van den Hove van Vriesland
  • Audi vide tace si vis tu vivere in pace [Latijns spreekwoord; Walther, Proverbia sententiaeque 1720]
  • In patientia possidebitis animas vestras [Vulgaat, Lucas 21:19]
  • In spe et silentio erit fortitudo vestra [Luthers motto uit Jesaja 30,15]
  • Proximus ille Deo qui scit ratione tacere [Disticha Catonis Liber I, 3]
  • Nemo sine crimine vivit [Disticha Catonis Liber I, 5]
P3 = 3144, 1 verso
Quaadclap beginnende den 14 Februarij a[nn]o 1607
[quaet clappen = kwaad spreken; in quaetclap echter staat quaet voor klad/voorlopig en clap voor klapper, notitieboek; in archiefterminologie minuut i.t.t. grosse of net(exemplaar)]
  • Veritas iustitiae mater
  • Misericordia et veritas obviaverunt sibi [Psalm 84 (85), 11: barmhartigheid en waarheid hebben elkaar ontmoet]
  • Iustitia et pax osculatae sunt [ibidem: rechtvaardigheid en vrede hebben elkaar omhelsd; ook P3 laatste schutblad achterin, verso]
2 recto: Pronunciatie van diffinitive sententien

P3, binnenkant voorplat
  • Justitia et pax osculatae sunt [ook P3 laatste schutblad achterin, verso]
  • Praecipitatio iustitiae noverca
  • Qui multos erudiunt ad iustitiam tanquam stellae
    fulgebunt in perpetuas aeternitates
  • Pacis concordia nutrix [Pindarus]
  • Pax custos una salutis
  • Ferendum et sperandum
  • Regni clementia custos
  • Mens regnum bona possidet
  • Juge convivium bona conscientia
  • Mentemque domet respectus honesti [C. Claudiani Panegyricus de Quarto Consulatu Honorii Augusti (VIII, 284)]
  • Nec cito nec temere
  • Temeritas non semper foelix [Livius, Ab urbe condita 28: 42,7]
  • Quod tibi hoc alteri [Mattheus VII 12]
  • Qui cito credit cito fallitur [perit: Joannis Owen, Epigrammata 166]
  • Ne quid nimis [Terentius, Andria 61: Niets te veel, alles met mate]
  • Moderata durant [Seneca, Troades 256: de boog kan niet alrijd gespannen staan]
P3, schutblad voorin, recto
  • Jacta super dominum curam tuam et ipse te enutriet [Psalm 54:23]
  • Justitia perpetua est et immortalis
    iniustitia mortis est acquisitio [Salomon, Wijsheid, 1:15-16]
  • Veri consilii periculosa libertas [Quintus Curtius Rufus, Hist. Alex. Magni VI caput X vers. 26]
  • Leo aliquando minimarum avium pabulum fit [fuit; Q.C. Rufus Lib. VII cap. VIII v. 15]
  • Bonitatem Regis vicit adversariorum acerbitas
  • Procul a Jove procul a fulmine [Adag. Erasmi 296 Porro a Iove atque fulmine]
  • Noli altum sapere sed time [NT Romeinen 11;20]
  • Tu quis es qui alienum servum iudicas [iudices]
    suo domino stat aut cadit [NT Romeinen 14:4]
  • Vitae summa brevis spem me vetat inchoare longam [Horatius, Carm. I,4: Onze korte levensduur dwingt ons om af te zien van een verre toekomst]
  • Adulatorum sermones super oleum molles
    et ipsi sunt iacula verbis enim blandis
    Leves animas decipiunt et male credulis
    mentibus blandum venenum [vulnus] infigunt [Psalm 54:22 en Augustinus?]
  • Gladium temporale, lilium odori prius[?] fundere iurisdictionem hominibus contractubus celebrantibus
  • Adulatorum crimine
  • Artes sunt animi sublimes nobilis arces
P3, op twee na laatste schutblad
In causa iuniuriarum consideranda
1. Libellus debet continere expressionem anni et mensis alioqui ineptus ineptus est ut ex sententia sequi non possit L. praetore edixit
ibi Bart. et Angelus ff de iniur.
Nec purgat nullitatem libelli quid de omissione anni et mensis pars non excipiat.
Quia libellus talis ob non servatam formam etiamsi pars non excipiat nullus est et rejici debet ex officio
Etiamsi civiliter de delicto actum fuerit
2. Debet ergo allegari et probari intra annum actionem iniuriarum intentatam esse
L si non conicii[?] ff de iniuriis
3. Debet quoque allegari animo iniuriandi verba in curiosa prolata fuisse quod necesse est ad obtianendam sententiam in causa iniuriarum
Aug. et alii in d. L. si non conicii[?]
Ideoque libellus in quo hoc omissum est articul.. notorie ineptus est quoniam conclusio ex eo non sequitur
Nec facit in contrarium quod ex qualitate verbis praesumatur animus iniuriandi. Nam praesumptae a probatione non allegatione relevat
Leoninus consilio 51[?]
[in de marge:] Minsingerus cons. 59
Judex potest poenam certam a lege statutam in sententia sua ex iusta causa augere, minuere et in aliam speciem mutare quam facultatem judex habet a lege L. aut facta § 1 ff de Poenis cum 2 seqq. L. quia ergo § L. etsi severior ibi glossa C. de infenabus[?]
Et tanto quidem magis quid actio iniuriarum sit odiosa
P3, op een na laatste schutblad achterin, verso
  • Disce meo exemplo mandato munere fungi,
    Et fuge ceu pestem την πολυπραγμοσυνην
    [distichon uitgesproken bij de dood van Funicius]
  • Foelix ille animi divisque simillimus ipsis
    Quem non mendaci resplendens gloria fuco
    Sollicitat fastosi mala gaudia luxus
    Sed tacitos sinit ire ne dies et paupere cultu
    Exigit innocuae tranquilla silentia vitae
    Urbe procul, voti exiguus, sortisque benignus
    Decederunt apibus crescunt sua pabula fucis
    Vivere tam ingrato tempore quis cupiat
    [Poliziano, Rusticus, 17-22: Gelukkig van geest en vergelijkbaar met de goden zelf is hij die niet wordt aangetrokken door de verlokking van de roem met zijn valse schittering of door de kwade geneugten van hoogmoedige luxe, maar de dagen rustig voorbij laat gaan en in zijn bescheiden levenswijze zijn dagen slijt in de stille rust van een leven vrij van blaam, ver van de stad, met weinig wensen ...]
  • Probitas laudatur et alget [Juvenalis, Satyrae I,74]
  • Pulvus et umbrae sumus [Horatius, Carmina IV, 7, 16: Wij zijn stof en schaduwen]
  • Mors aequo pulsat pede et pauperum tabernas Regumque turres
    Vitae summa brevis spem me [nos] vetat inchoare longam [Horatius Carm. I,4,13-14: De (bleke) dood klopt met dezelfde voet tegen de huisjes van de armen en de torens van de koningen]
  • Mors ultima linea rerum [Hor. Ep. 1,16,79]
  • Vive memor Lethi fugit hora
  • Quis scit an adijciant hodiernae crastina summae tempora dii superi [Hor. Carm. 4,7,17: Wie weet of de goden aan de dag van vandaag een dag van morgen zullen toevoegen]
  • Media vita in morte sumus [middeleeuws antifoon uit Frankrijk]
  • Omnes morimur et quasi aquae dilabimur in terram quae non revertantur [II Samuel 14:14]
  • Beati mortui qui in Domino moriuntur quia requiescunt a laboribus suis [Openbaring 12-13]
  • Pax una triumphis potior innumeris [Silius Italicus: Vrede alleen is machtiger dan talloze triomfen; later, 1648, op prent allegorie op de Vrede van Munster]
P3, laatste schutblad achterin, recto
  • Avaro tam deest quod habet quam quod non habet [Publius Syrus, Punica II 592-594: De hebzuchtige ontbeert net zoveel wat hij heeft als wat hij niet heeft]
  • Nobilis equus umbra virghae regitur
    ast ignavus ne calcaribus quidem concitatur [Quintus Curtius Rufus, Historiae Alexandri Magni 7,4,18: Een edel paard laat zich al door de schaduw van de zweep leiden, maar een traag niet eens door de sporen]
  • Gulam refrena [Dionysius Carthusianus; Thomas a Kempis, De imitatione Christi, lib. I]]
  • Affectus et avaritia iustitiae dissolutrices [ook verso hierna]
  • Non omnia omnibus [annis] conveniunt [Pseudo-Gallus 1.104]
    Fuit haec sapientia quondam
    Publica privatis secernere, sacra prophanis
    Concubitu prohibere vago, dare iura maritis
    Oppida moliri, leges incidere ligno [Horatius, Ars poetica 396-399: Dit was vroeger de wijsheid]
  • Si imperaveritis sensui vestro
    et erudieritis cor vestrum, vivi
    conservati eritis et post mortem
    misericordiam consequemini.
    Machab. 2 [4 Ezra 14,34vv]
P3, laatste schutblad achterin, verso
  • Vir bonus quis?
    Qui consulta patrum, qui leges iuraque novit,
    Quo multae magnaeque secantur judice lites
    Quo consultore [res sponsore et] quo causae teste tenentur [Horatius, Epist. I,16,43-46]
  • Noli quaerere fieri judex nisi valeas
    virtute perrumpere iniquitates
  • Judicis est cuncta rimari et rem quam ignorat diligentissime investigare [zie hier]
  • Non est judicis integri ita se gerere
    ut motum animi vultus detegat [Ecclesiast. 7-6]
  • Judex neque calamitosorum precibus illachrynae [inlacrimari]
    debet neque excandescere adversus eos quos
    malos putat. [Justinianus, Digesta seu Pandectae I, XVIII De officio praesidis]
  • Affectus et avaritia iustitiae dissolutrices [ook recto]
  • Verecunda cogitatio eius qui lites execratur non est vituperanda [Ulpianus]
  • Justia et pax osculatae sunt [Psalm 85:11]
  • Noli altum sapere sed time [Romeinen 11:20]
  • Beati pedes annunciantium pacem [Esaias 52]
  • Vitiis sine nemo nascitur [Horatius, Satirae]
  • Optimus ille qui minimus urgetur [Horatius, Sermones I,3,69]
P3, binnenkant achterplat
  • Wilt ghy pleyten ende winner wesen
    drie dingen moet ghy by u dragen
    Een buydel met geldt ende veel brieven lesen
    Patientich wesen ende U advocaat veel vragen
  • Veele te plaicten en niet te genieten
    Is een sake vol van verdriete
  • Een kyndt drinckende wijn
    Een vrouwe sprekende Latijn
    Een sonne die sich vroech openbaart
    Doen selden goede dachvaardt
  • Campegius
  • Ab annis morte qua fuit perempta
    mater et fieri incoepit occia prae
    Bolemana sepulta in haec usque tempora
    [In de jaren na de dood (1580) van de kloostermoeder Griet Louwsdr. tot nu toe is de tuin vóór het Bolleman-graf ontstaan; Harmen Harmensz. "stalmeister alias bolleman" woonde 1594 in een deel van het voormalige Bagijneklooster; occia = omheinde tuin. Deze aantekening stamt uit de jaren 1607-1614. Was de klerk, Cornelis Jellisz.?, tuinliefhebber? Hij woonde als huurder om de hoek, vooraan in de Sint Jacobsstraat aan de westzijde, thans nr. 5: het huis was eigendom van advocaat Dr. Suffridus Nijenhuis.]
  • Datum una quibus mihi ex tit. Instit. de Curatoribus
  • Ergo de actie int geheel maius et inops consilii als al
    dwalende niet wetende hoe hij de acte anleggen ende
    volbringen sal non licet errare proprio facto L quaque ff[?] Mandasi [Mandati?]
    als vindet inops animi trosteloos ende twyffelachtich
P4, eerste schutblad voorin, verso
  • Justitia perpetua et immortalis est
    iniustitia mortis est acquisitio [Wijsheid 1, 15 resp. 15b]
  • Justitia virtutum regina, omnes in se virtutes continet [vgl. Cicero, De officiis 3,28]
  • Praecepta juris
    tria
    Honeste vivere
    Alterum non laedere
    Unicuique suum tribuere [Justinianus, Instit. I,1,3; paleis van justitie te Milaan]
  • Quid sunt regna sine iustitia? Magna latrocinia [Augustinus, Civ. Dei IV, 4]
  • Tu quoque si vis, lumine claro
    cernere verum, tramite recto
    carpere callem, gaudia pelle
    pelle timorem, spemque fugato
    nec dolor adsit, nubila mens est
    vinctaque frenis, haec ubi regnant [Boëthius I, metrum 7, 20-31]
  • Si accusasse sufficit quis erit innocens? [Als het voldoende is iemand te beschuldigen, wie zal dan onschuldig zijn? Ammianus Marcellinus lib. 18, cap. 1 sect. 4]
  • In mala causa numque foelix patrocinium [Ulr. Zasius in quadam lege de verb. obl.: in mala causa felix nullum patrocinium]
  • Miserabilia opera domini incomprehensibilia nimis [Jacob. 2, Psal. 144,9]
P4, tweede schutblad = 1 recto
Soli Deo gloria
Disposityf boeck beginnende den Ven Martij 1614
  • Gaill Observat. 28 in fine [Andreas Gaill, Practicarum observationum libri duo, Coloniae 1601, bijv. Tresoar Hof 421 quarto]
    Sed Hipp. opinio quando quis expresse se obligat ut principalem
    self schuldenar aequior est communiterque in foro observatur
    Nam convenitur promittens non ut fideiussor sed ut principalis
    tenetur absque ulla discussione, quia in contractibus non debent verba esse
    ociosa d. L. si stipulatus De usuris. Et in eandem opinionem inclinat
    Bart. in L. Si qui accesionis nuo 16 ff De fideiussoribus Et ita quoque
    consuluit Natta cons. 52 nuo 1 cum seqq. vol. 1o per textum in L. 2505
    ff de duobus reis [Georgius Natta, Astensis]
  • Iniuriarum actio dissimulatione non tollitur
    quandio in iudicium res deducta est
    Vulteius ad § finalem Instit. De iniuriis
P4, 1 verso
  • Singulis re integra dissentire licet
    quod pluribus placuit cunctis tuendum est [lib. VI, 13]
    nec aliud in consilio publico fieri potest
    in quo nihil tam est inaequale quam
    aequalitas ipsa nam cum sit impar
    prudentia par omnium ius [lib. VI, 12]
    Plinius secundus in Epistolis
  • Fatuus est judex qui reddit rationem sententiae suae [Dwaas is de rechter die rekenschap geeft van zijn uitspraak]
  • Judicis est cuncta rimari [zie hier]
  • Judici a quo non licet iniuria dicere Appellanti [Het is de appellant niet geoorloofd onrechtmatige woorden tegen de rechter te zeggen; Prosper Farinacius, Praxis et theoricae criminalis pars tertia, Francof. 1611, p. 466]
  • Extra territorium ius dicenti impune non paretur [Digest. 2,1,20]
  • Sententiam non secundum conscientiam sed legum praescripta ferre judex debet {Een rechter dient geen uitspraak te doen volgens zijn geweten maar volgens de voorschriften van de wetten]
  • Recte dicit B. Augustinus non inquirendum malae leges an bonae sed sufficere debet quod publica authoritate latae sint

>> begin