>> HOMEpage

~
Willem Lodewijk en Ernst Casimir
aan Johannes Saeckma, 1612/1614

Uitgave: M.H.H. Engels, februari/maart 2003, t.g.v. het afscheid van S.C. Dijkstra - de Vries en A.P. van Nienes

Inleiding

In het familie-archief Eysinga-Vegelin van Claerbergen bevinden zich gebundelde en losse stukken m.b.t. Saeckma. Eén perkamenten band (Tresoar/RA Frl.: arch. 323-02 inv.nr. 98) heeft de rugtitel: Stukken & monumenten van den huise Orange & Nassau van 1579 tot 1751.
Inhoud: Ambtelijke en semi-ambtelijke missives van Friese stadhouders aan verschillende leden van de families Boner, Saeckma en Wyckel; originele brieven, afschriften (van stukken) en één gedrukt stuk, genummerd 1 t/m 155.
Een eerste bezichtiging heeft duidelijk gemaakt dat het vooral gaat om: Albert Everts Boner, de latere (vanaf 1603) schoonvader van Johannes Saeckma; Saeckma senior en diens tweede zoon Theodorus; Hans van Wyckel, schoonzoon van Johannes Saeckma; Hendrik Hanszoon van Wyckel.

De aan A.E. Boner, Gedeputeerde te velde, gerichte brieven en door hem bewaarde stukken (1 t/m 61) dateren van 1579 tot ca. 1600. De meeste stammen van Willem Lodewijk, enkele van Maurits van Nassau. De naam van Albert Everts Boner werd verbonden aan de door hem in 1589 opgerichte schans aan de Dollard.
De stukken 62 t/m 78 (1600-1629) zijn bewaard door Ritske van Rinia, oom van Johannes Saeckma, en Saeckma zelf. De nummers 79 t/m 141 (1640, 1650-1665) zijn merendeels brieven van Willem Frederik aan raadsheer Theodorus Saeckma en afgevaardigde ter Staten-Generaal Hans van Wyckel. De stukken 142 t/m 149 (1683-1695) hebben o.a. betrekking op het huwelijk van prinses Aemilia van Anholt met de prins van Nassau en zijn bewaard door secretaris van GS Hendrik van Wyckel. Onder de handgeschreven stukken 150-154 (1711-1751) bevinden zich een brief met rouwrand (150), Oranienstein 22 augustus 1711, een laatste brief (153: 28 februari 1743) uit het Leeuwarder hof, vóór de verhuizing naar Den Haag, aan Regnerus Annaeus Lycklama van Wyckel en een uit Den Haag (154: 30 oktober 1751) namens Hare Kon. Hoogheid (Anna van Hannover) en wijlen haar gemaal (Willem IV) aan Wyckel. Nummer 155 is een exemplaar van de Leeuwarder Woensdagse Courant 1759 no. 89, waarvan de eerste van de vier bladzijden in quarto een dubbele rouwrand heeft en uit 's Gravenhage op 13 januari melding maakt van het overlijden "gisteren" van prinses Anna.



Uit de hieronder weergegeven twee brieven aan Johannes Saeckma blijkt dat hij niet alleen voor de Franeker professoren een gezocht bemiddelaar in Leeuwarden was.

77: Willem Lodewijk aan Johannes Saeckma, 1612

Gecalligrafeerde, maar door WL eigenhandig ondertekende brief, aan de rechter kant en onderaan beschadigd/afgescheurd (door waterschade?)

Wilhelm Ludwig grave van
Nassau, Catzenelnbogen ende Stathouder in
Vrieslandt etc.

Erentveste ende hoochgeleerde, lieve seer besondere, Wij
doen ons billick bedancken over die willicheit die gij t'ons[...]
versoucke getoont hebt omme u mede gebruycken te laten t[ot]
affdoeninge van 't different geresen tusschen die St[at]
Groeningen ende d'ingesetenen van Bellingwolde. D[.....]
u hierbij nyet bergen[?] dat de Magistraet van Groenin[gen]
bedenckens dragende alhier te compareren, liever den vr[...]
van vruntschap binnen harer Stat versoucken willen,
wij uwe presentie deshalven voor ditmael nyet nodich
hebben, ende blijvende u met goeden willen seer vr[untlick]
gewogen, bevelen U hiermede den Almogenden, uyt Lee[...]
den 25en Julii 1612.
Uwe seer goede vrundt
Wilhelm Ludwig
graff zu Nassau

[Adres:] Den erentvesten, ende
hoochgeleerden onsen lieven
[e]nde besonderen Jannen
Saccama Raedt ordinaris
in den Hove van Vrieslandt.


74: Ernst Casimir aan Johannes Saeckma, 1614

Erentveste hochgeleerde wijse ende seer discrete beson-
ders gode heer ende vrindt,U.E. can Ick hierbij
ter wederantwoort vrindlijck niet verholden,
dat ik op derselver, als ook der heren Gedeputirden be-
geren, neffens mijne [..] gemahlyn wederom in de
saeke van Dr. Aetsma beyde aen de hartoch ende hartogin-
ne weduwe aenstont schrijven sall, ende alles tot
zijner hulpe geer[?] brengen, wat van mij dependeren
mach. Bedroeft wesende, datte saeke tot sulker
langwijligheyt uytloopt, ende dat ik hiertoe niet meer-
ders brengen can. E.E. neffens mijne gebiedenis
der bescherming des Almogenden bevelende. Uyt
Arnem den 4/14 Mey 1614.
U.E.
Dienstwillige
Ernst Casimir graf zu
Nassau

[Adres:] Aen mijn heere
[mij]nheer Saekma Raet ordina-
ris in den Hove Provincial
van Vrieslant
tot
Leuwarden.

[Johannes Saeckma:] Recepta den 9en
Maii 1614.

Toelichting

De hertogin was Elisabeth van Brunswijk, weduwe van Hendrik Julius; de hertog Friedrich Ulrichs, opvolger van Hendrik Julius.

Ernst Casimir (Dillenburg 1573 - Roermond 1632), met Willem Lodewijk, Maurits en Frederik Hendrik voortdurend te velde, sedert 1607 veldmaarschalk en luitenant-gouverneur van Gelderland, huwde 8.6.1607 Sophia Hedwig van Brunswijk-Wolfenbüttel, een dochter van Hendrik Julius van Brunswijk en Elisabeth van Denemarken. Hij woonde te Arnhem tot hij in 1620 Willem Lodewijk opvolgde en zich in Leeuwarden vestigde.

Foppe van Aitzema (Midlum in O-Frl. of Dokkum ca. 1580 - Wenen 1637), was een eerzuchtig rechtsgeleerde van goede naam. Als diplomaat werkte hij te Brunswijk, Lübeck en Wenen en diende hij o.a. de Staten-Generaal en Frederik Hendrik. Hij studeerde vanaf mei 1596 te Franeker filologie, rechten en filosofie, vervolgens in Leiden. In 1599 begon hij een lange peregrinatio academica, tijdens welke hij o.a. bevriend raakte met Isaac de Casaubon. Hij promoveerde tot doctor in de rechten in 1607 te Helmstedt. Hij werd raad van de hertog van Brunswijk en kanselier van Halberstadt. In 1605 verschenen te Parijs zijn Poemata juvenilia; meer verspreid is echter de uitgave Helmstedt 1607. Onder de vele lofdichten bevindt er zich ook een op Johannes Saeckma. Foppes jongste zuster IJdt was gehuwd met Jorrit Hania. Aangezien Sjoerd Hania en Johannes Saeckma neven waren, was Saeckma dus ook (ver) familie van Aitzema.
Kort na de zomer van 1613 stierf hertog Hendrik Julius. Foppe werd als kanselier ontslagen en de erfgenamen van Hendrik Julius wilden hem een proces aandoen ter zake van vele onrechtmatig verkregen goederen. - Foppe was getrouwd met Anna Hauthor, die eerst een relatie had gehad met Hendrik Julius en van deze geld en kostbaarheden, ook uit de bisschoppelijke goederen, had gekregen. - De domheren van Halberstadt verboden hem de stad te verlaten. Toen hij vluchtte, werd hij achterhaald en gevangen genomen. Zijn bezittingen werden in beslag genomen. Negen maanden later, in juli 1614 - kort na onder meer Saeckma's bemiddeling bij Ernst Casimir - is Foppe van Aitzema vrijgelaten op belofte nooit meer in Brunswijk en Halberstadt te komen noch aanspraak te maken op zijn eigendommen. Toch begon Foppe een proces dat sleepte tot 1634. Toen werd hij in ere hersteld. In zijn naaste familie was Foppe zeer weinig geliefd, zeker nadat hij Rooms-katholiek was geworden.

Literatuur: G. Das, Foppe van Aitzema. Bijdrage tot de kennis van de diplomatieke betrekkingen der Nederlanden tot Denemarken, de Hanzesteden, den Nedersaksischen Kreits en den Keizer tijdens den dertig-jarigen oorlog. Utrecht 1920.

>> begin