>> HOMEpage

Gecommitteerden of Gedeputeerden van Friesland te velde

Internetuitgave: M.H.H. Engels, januari 2023

♠ Aijlva, Ernst van afscheid 10 juli 1703
♠ Aijlva, Ulbo van 1702-08-22, 1703-07-05
♠ Baard, Dirck van 1668-04-12
♠ Boner, Albert Evertsz 1597-ca.1600
♠ Burmania, Duco Gerrolt Martena van 1720?
♠ Burmania, Rienck van 1633-04-23, 1633-08-19
♠ Doys, Gerlich 1672
♠ Eysinga, Jelle van 1631-05-16
♠ Franckena, Matthias 1629
♠ Glinstra, Epeus van 1665-08-29
♠ Glinstra, Eelco of Valerius van 1672
♠ Goslinga, Sicco van 1706-05-07, 1707-04-20 (1706-1711)
♠ Haren, Willem van 1740
♠ Hemmema, Duco van 1672
♠ Schwartsenberg en Hohenlandsberg, Frederick Vrijheer thoe 1635-05-04
♠ Staackmans, Guilhelmus 1635-05-04
♠ Vegelin van Claerbergen, Philip Frederick (1708) 1710-04-24
♠ Vierssen, Arnold van 1672-04-13
♠ Walta, Pieter van 1633-04-23, 1633-08-19

Uit het Register der resolutien en placaaten van hun edel mogenden de heeren staaten van Friesland: beginnende met het jaar 1570 en eindigende met 1780 ingesloten: volgens ordre van het alphabet - Campen 1784-1785
Gecommitteerden [alias gedeputeerden] te velde:


Charter-boek van Vriesland, vyfde deel
826
Resolutie, behelzende de aanstelling, het berichtschrift der Afgevaardigden te Velde wegens deeze Provintie, en de approbatie derzelver bij den Staat. Den 17 Junij 1672.
De Staten van Vriesland geconsidereerd ende in agt genomen hebbende, hoe veel daar aan geleegen is, dat de militaire ordres wel besteldt ende de troupes tot
827
defensie van de Provincie jegenwoordig byeen gebragt wordende, aan de directie ende opsigt van eenige cordate, vigilante ende haar het stuk van den oorloch welverstaande Heeren worde toevertrouwdt; hebben goetgevonden daertoe voor de aanstaande expeditie te velde te nomineeren ende te committeeren, sulks doende by desen, de Heeren Oeno van Grovestins, oud Grietman en Volmagt van Hennaarderadeel, Daniel de Blocq van Scheltinga, Grietman ende Volmacht van Schooterlandt ende meede Gecommitteerde in de Raad van State, Sybrand van Osinga, Grietman van Doniawarstal ende mede Gedeputeerde Staat deeser Provincie, ende Gerlich Doys, Raad ordinaris in den Hove van Justitie, op de voet ende instructie alhier vervolgens geïnsereert:
Instructie voor de Heeren haar Edele Mogende Gecommitteerde te velde.
Art. I.
Alfoo daar summum periculum in mora is, sullen de Heeren Gecommitteerde te velde haar aansiens deses hebben te vervoegen na 't gros van 't leeger, althans geposteerdt aan de Woudkant.
II. Alwaar gearriveerdt synde, worden de jeegenwoordige Hoofden ende Officieren van 't leeger, beneffens haare onderhebbende Soldaten ende Ingeseetenen deeser Provincie gelast, deselve Gecommitteerde ende Gevolmachtigde van den Staat te houden ende respecteeren, mitsgaders derselver beveelen promptelyck te pareeren ende na te komen, by poene, dat teegens de onwillige na exigentie van saaken sal worden geprocedeert.
III.
Tot beeter betragtinge van 's Lands diensten sullen deselve Gecommitteerden door allerhande middelen van correspondentie ende kondschap haar op de toestandt en contenantie van de Vyand door de Luitenant Generaal hebben te informeeren ende na de beweginge desselvs het leeger te doen ageeren, post vatten, off andersins, alsoo daer mede handelen als tot meeste resistentie ende verseekeringe van de Provincie dienstig ende noodig is.
IV.
Ook sullen sy de passen wel hebben te besetten, ende om 't selve te faciliteeren, vermoogen met overroepinge van de naast geleegene Grietsluiden ende Officieren sodaanig aantal van Huisluiden tot Pionniers als andersints te pressen ende aantestellen, als den dienst van 't Landt vereisschen sal.
V.
Deselve Heeren Gecommitteerde sullen door aangestelde posten, daar sulks noodig is, aan haar Edele Mogende, mitsgaders derselver Gedeputeerden, goede narichtinge hebben te geeven van de ingekoomene kondschappen, ende 't geene dagelyks in 't leeger voorvalt ende passeerdt, als meede om daar op van tyd tot tyd ordres ende depeches van hier te rugge te ontvangen.
VI.
Alsoo aan 't exerceeren van goede crygs discipline merkelyk geleegen is, so sullen haar Edele Mogende met overroepinge van de Crygsraad, de Quaaddoenders, volgens krygsgebruik, moogen straffen, off de suspecte ende verdachte Personen herwaarts over hebben te stuuren, om na geleegentheydt van saaken alhier gestraft te worden, met notificatie van die geene die haar wel komen te competeeren, op dat op derselver merites naa behooren mag worden geleth ende voorsien.
VII.
Ook sullen deselve, tot weringe van allerhande foules ende overlast, goede ordre hebben te stellen, ten einde sich niemandt van de ordinaris militeerende Soldaaten van syn vaandel koome te absenteeren, ende de Overtreeders sonder eenige conniventie met de galge te straffen.
VIII.
En nademaal haar Edele Mogende haar volkomentlyk vertrouwen op de goede intentie, yever ende conduite van welgemelte Heeren Gecommitteerde te velde in 't nakomen van de articulen van haare instructie, soo reede gedacht, als die haar Edele noch in mandatis mogen worden gegeeven, soo belooven haar Edele Mogende mits dien meede te sullen approbeeren ende van waarden houden, wat in desen by haar Edele sal worden gedaan, ende deselve te indemneeren van alle onheyl, schaade ende ongeleegentheydt dien haar ter saake dies ooyt of ooyt soude moogen rencontreren ende bejeegenen.
Aldus geresolveert op 't Lantschaps-huys den 17 Juny 1672.
827
(getekend)
Voor Oostergo,
A. van Loo,
G. v. Broersma.
Voor Westergo,
J. van Goslinga,
V. van Glinstra.
Voor de Zevenwouden,
T. van Andringa,
Douwe van Sixma.
Voor de Steden,
G. Hagius,
H. Schotanus à Starringa.
Uit het Staats-resolutie-boek.

>> begin