|
>> HOMEpage
Groot Plakkaat- en Charterboek
van Friesland
REGISTER
Bron: Alphabetisch register of algemeen repertorium op
het Groot Plakkaat- en Charterboek van Friesland
vervaardigd door J. van Leeuwen, belast met de organisatie van het
provinciaal Archief van Friesland. - Workum 1857.
OCR gecorrigeerd door John de Jong, november 2015
Internetbewerking: M.H.H. Engels, december 2015
Verbeteringen zijn welkom op het contact-(e-mail)adres op de homepage!
Bladeren in het 'Charter-boek van Vriesland' deel I t/m IV en het Beneficiaalboek kan men op de site cartago.
Als "cartago.nl" niet werkt ... Alternatief voor de eerste vier delen van het charterboek: BSB München.
Het vijfde en (zeldzame) zesde deel zijn te raadplegen via google books: V resp. VI
A.
A. B. Boeken. Plakkaat van de Staten van
Friesland, houdende
dat voortaan alle A. B. Boeken, als ook de Catechismus en
Evangelieboeken, door de respective Klassen vóór den druk zullen worden
gerevideerd, en de bestaande A. B. Boeken tot misdruk gebruikt. 5
Maart 1670. V, 795.
Aadwert. Zie Gerkesklooster.
Aalmoezen. Mandaat des Keizers nopens de
Aalmoezen en Tollen der Minnebroeders. 19 April 1539. II, 742.
Aalsum (Klooster). Ferdban, of brieven van
consent, door
Uteka Bauwingha, Grietman te Wobbingabrugge, verleend aan Hyle
Ryurdisma op den eigendom van Smiengha-goed te Birstens. .. April
1425. I, 464.
--Certificatie van Heer Tjaard, Persona te Westermeer en Deken te
Born, dat Syurd Rypkama, Gamech te Aalsum, in hun Synodaal geregt, aan
Hyla Ryordsma kwijtgescholden heeft al zijn aanspraak, die hij mogt
hebben op Smeyngagoed. .. 1427. I, 475.
--Koopbrief, gepasseerd door Anna Knoestens en hare twee zusters
Hilke en Jetghen aan Boa Baukesz. in Bolsward, wegens koop van zaad- en
grasland op de Weren, elke pondemate voor zes mark. 28 October 1431. I,
496.
--De Birstumalanden in Akmarijp worden aan Stynnert toegestaan door
zijne broeders en zusters. .. 1444. I, 527.
--Koopbrief en quitantie van derdehalve pondematen land, Hinxteland
geheeten, door het Convent van Aalsum van de kerk te Akkrum gekocht. 7
December 1447. I, 532.
--Procuratie, gepasseerd door Giltet Eggama op zijnen zwager Heere
Joukesz., om aanspraak te doen op Smeyngagoed te Birstens. 1 April
1448. I, 532.
--De Kerkvoogden van Irnsum,
wegens den
Patroon St. Mauricius, verkoopen aan Hidde te Wyardahusum vijf
pondematen land, Proppingaland geheeten. 20 December 1448. I, 533.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Heere Joukesz. aan
Tzumme Wyarda, van Smeinga-goed te Birstens. 20 December 1449. I, 533.
--Certificatie, gepasseerd door Ydze Folkumaz. voor Sybren de
Merzer te Leeuwarden, nopens zekere klagte op de erfgenamen van
Stennert Syuwertsz. en Syuwert Rypkama. 6 Augustus 1450. I, 537.
--Certificatie wegens voorsz. klagte, gegeven door Syuwert Kampmestra. 6
Augustus 1450. I, 537.
--Stennert Rypkama verpandt Amkema-goed te Birstens aan Sybren de
Merzer, voor een schuld van vijftien Rijnsche gulden. 24 December 1450.
I, 541.
--Koopbrief en quitantie van vier en eene halve pondematen land,
door Tjaard an den Berde, cum uxore, verkocht aan Jorrit Andringa. 2
November 1451. I, 542.
--Koopbrief op redemtie, gepasseerd door Frouck Jankema aan hare
dochter Luieysie, van eene pondemate land, liggende in Wantnya-fenne.
17 September 1458.. I, 596.
--Egga, Ofka Driwerz., schenkt aan het Convent Aalsum de goederen,
die het in voortijden met zijne dochter ontvangen had. 30 April 1459.
I, 597.
--Koopbrief en quitantie van drie pondematen land, liggende bij
Hinxtekiis, verkocht door Wolka in die Winkel aan de Zusteren van
Aalsum. 6 Februarij 1460. I, 597.
--Overdragt, gedaan door Hidde te Wyerdehusum aan het Convent
Aalsum, van vijf pondematen land te Irnsum, Proppingaland geheeten. 8
Junij 1460. 1, 598.
--Heer Simon van Hasscha en Eelke zijn maget magtigen Atten
Bunghens, om hunne goederen, die zij in voortijden van hen ontvangen
had, te besteden tot de dienst van God, uitgezonderd het weinige, dat
aan het Convent Aalsum gegeven is. .. November 1460. I, 599.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Hayo Poppama aan Idza
Douwaz., van twintig pondematen land, binnen de Slachte, op
Dyoringa-slootswal. 28 Junij 1461. I, 602.
--Kempo Idsz. schenkt aan het Convent Aalsum acht roeden veen,
onder Bergum gelegen, en den penning door zijne moeder gedragen. . .
Januarij 1464. I, 608.
--Quitantie, gepasseerd door Stennert Siuwertsz. Rypkama aan
Tzumme Wyarda, wegens voldade van de twee goederen Smeynga en Amkema te
Birstens. . . Februarij 1464. I, 608.
--Attestatio Egidii de Bere,
Notarii
Medioburgensis, continens copiam literarum Fratris Lucae de Senis,
Vicarii Generalis Ordinis Fratrum Minorum, a°. 1437. - Item copiam
Bullae Synodi Basiliensis, quae Conventui beatae Mariae in Aalsum
permittitur Regula tertii Ordinis Sancti Francisci, anno 1435. Ipsa
vero attestatio est de a°. 1465. 17 Julij 1465. I, 610.
--Broeder Symon, Rector, en Wilhelmus, Procurator van
Hasker-Convent, bedanken en quiteren de Zusteren van Aalsum voor de
goede betaling en rekening van de goederen, die zij van Heer Symon en
Eelke, zijn maagd, hadden ontvangen. 25 April 1466. I, 613.
--Hilke, Feyka dochter van Born, woonachtig te Nes, schenkt aan
het Convent Aalsum eene halve pond. reidland, op de Noordhorne aan de
Slachte. 28 Junij 1467. I, 619.
--Verdrag tusschen Symon Jansz., cum soc., en het Convent Aalsum, over
zeker stuk land. 13 December 1467. I, 619.
--Quitantie van Claes Jansz., wegens de goederen, die het Convent
Aalsum van Heer Reyner, zijnen oom, ontvangen had. 3 Februarij 1468. I,
619.
--Heer Douwe, Vicarius te Oldehoof in Leeuwarden, geeft den
Convente van Aalsum, mortis causa, acht pondematen land, liggende
binnen de Slachte. 27 Februarij 1468. I, 620.
--Rienkjen en hare kinderen staan haar regt af op de goederen, die
Juke, haar dochter en zuster (een Zuster te Aalsum wordende), in het
Convent mede neemt. 22 Julij 1468. I, 623.
--Jelle Siarda geeft aan het Klooster Aalsum het goed te Liouwens
met zijne twee dochters, Bauk en Lyske, als het tweede deel van haar
moeders erf. 26 November 1469. I, 629.
--Wopke Idsez., te Bergum staat van zijn regt af op de acht roeden
veen, die zijn broeder. Heer Kempo, in voortijden aan het Convent
Aalsum gaf. 25 Maart 1470. I, 630.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Sjoerd Kamstra aan
Oedsken, Oeds dochter, van drie klinkerds renten, gaande uit
Hottingagoed, voor drie snees gelijke klinkerds. 12 Jannarij 1470. I,
637.
--Hendrik Jansz. en zijne vrouw quiteren het Convent Aalsum voor
die goederen, die het Convent voor en na van Mr. Florens, hunnen vader,
ontvangen had. 12 Maart 1471. I, 645.
--Sjoerd Rinnersma geeft aan
het Convent Aalsum eene halve pondemate reidland, liggende binnen de
Slachte. 25 Mei 1471. I, 646.
--Quitantie van Wybe, Stinnerts Zwager, van Amkema- en
Smeynga-goederen. 5 Junij 1471. I, 646.
--Zoen of verdrag tusschen Stennert, Syurd Rypkema-zoon, en Hoythien
Oedszoon, over eenig land. 18 Julij 1471. I, 647.
--Quitantie van Geerck Hoytsma, van het eerste termijn, tot vijf en
twintig schilden koopschat, van vijf en eene halve roeden veen, aan de
Zusteren van Aalsum verkocht. 10 November 1471, met den koopbrief van
14 April 1472. I, 648.
--Henricus van Akkrum, Commandeur van Nes, Heer Dankert, Persona,
Heer Arent, Prior, en Broeder Hoyt, Keller aldaar, schelden kwijt aan
de Zusteren van Aalsum de dertig postulaat-gulden, die zij van
harentwege 's jaarlijks geven aan den Land-Commandeur van Utrecht, uit
de renten van Kempama- en Galama-goederen; met de confirmatie van Johan
van Drongelen, Land-Commandeur van de Balije van Utrecht. 1471 en 21
Julij 1472. I, 650.
--Katrina, Peter Korwers weduwe, schenkt aan het Convent Aalsum al
de goederen, die na haar dood alsdan van haar aldaar gevonden worden.
24 Februarij 1473. I, 651.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Wopka Idsesz., cum
uxore, aan het Convent Aalsum, van twee roeden veen. 22 September 1473.
I, 657.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Henricus, Prior, en het
Convent te Bergum, aan de Zusteren van Aalsum, van zeven en eene halve
roeden veen, liggende op Bergumerveen. 18 November 1473. I, 658.
--Hoytkya Odiszoon staat toe aan de Zusteren van Aalsum de goederen te
Birstens. 13 Maart 1474. I, 658
--Molla Mollaz., Sjoerd Rypkama's kindskind, staat toe aan het
Convent Aalsum de goederen te Birstens, die zij van Tzumme en Atte
ontvangen hebben. 16 Mei 1474. I, 658.
--Popka Gotama scheldt kwijt aan het Convent Aalsum de goederen te
Birstens, Amkama-goed genaamd. 21 Mei 1474. I, 658.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Renick Doykaz., te
Flaersim in Raerderagae, aan het Convent Aalsum, van vijf pondematen
land, Proppingaland genaamd. 12 Junij 1474. I, 659.
--Quitantie van Wopka Ydsz.,
cum uxore,
van hetgeen het Convent Aalsum aan hunne dochter Sjouck, geen zin
hebbende om aldaar Zuster te blijven, heeft weder gegeven. .. September
1474. I, 660.
--Tjalling Pibaz. Wierda, voor hem zelven en voor Doeke zijn
broeder, geeft aan het Convent Aalsum de goederen te Birstum, als
Ankama- en andere goederen. 22 September 1474. I, 660.
--Ferdban of brieven van consent, verleend door het geregte van
Tietjerksteradeel, op zesthalve roeden veen aan het Convent van Aalsum.
28 Februarij 1475. I, 661.
-- Het Convent van Smalle-Ee staat aan dat van Aalsum zijn regt af op
de goederen van Broeder Hessel. 22 Mei 1475. I, 661.
--Quitantie van het Convent van Smalle-Ee, aan dat van Aalsum
gepasseerd, wegens de goederen van Zuster Agatha, die uit het Klooster
van Aalsum in dat van Smalle-Ee was overgegaan. 21 Julij 1475. I, 662.
--Koopbrief en quitantie van vijf en eene halve roeden veen,
verkocht door Evert Siarda aan het Convent Aalsum. 29 September 1475.
I, 663.
--Betalinge gedaan door het Convent Aalsum op twee roeden veen,
die Wopka Idsz. te Bergum aan voorsz. Convent verzet had. 29 September
1475. I, 663.
--Rippert Witiazoon, Gaman tot Irnsum, staat af van zijn regt van
niaarneminge (naasting) aan het Convent van Aalsum, op zes pondematen
land, liggende op de westerzijde van de Zoute Graft. 14 Mei 1476. I,
665.
--Jolle Stynnertszoon, Jonger Priester te Irnsum, staat af aan het
Convent Aalsum zijn eigendom van de goederen, die het ontvangen heeft
van Atta en Tzumme Wiarda. 25 Julij 1476. I, 665.
--Quitantie, gepasseerd a°. 1472, door Petrus Stoutman, Cureet te
Idsega, aan het Convent Aalsum, wegens door hem aan de Zusteren
geleende gelden. .. Januarij 1477. I, 667.
--Volmagt, gepasseerd door Johannes, Pater, en Elizabeth, Mater
te Aalsum, op Douwe Annama, of tooner des briefs, om ter bode te
brengen twee roeden veen, liggende aan des Convents veen, gekocht van
Wopka Idsz. 12 Maart 1477. I, 667.
--Koopbrief en quitantie van
Wobke Idsz.,
van twee roeden veen, gelegen op Bergumerveen, door het Convent van
Aalsum gekocht.. .. Maart 1477. 1, 668.
--Wissel- of Wandelbrief van eenige landen tusschen Sitia Jennaz. en
het Convent van Aalsum. 16 Mei 1477. I, 668.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Claas Jansz. aan Sibbel
Tzemmis, van het vierde deel van een huis en schuur, staande op het
Hoogzand te Sneek. 24 Mei 1477. I, 668.
--Rommert Hoytsma, cum soc., staan af aan het Convent Aalsum het
niaar (regt van naasting) van zes roeden veen onder Bergum, van Gerke,
hunnen oom, gekocht. 1 October 1478. I, 680.
--Wiggele te Boorn staat af van zijn regt op Metsumesteel aan het
Convent Aalsum. 25 Januarij 1479. I, 681.
--Saake Lwbbema, voor hem en in qualiteit, staat af zijn regt van
niaarneminge (naasting) van zes roeden veen, door het Convent van
Aalsum van Gerke Hoytsma gekocht. 9 Julij 1479. I, 690.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Heer Hendrik van Akkrum,
Commandeur van Nes der Duitsche Orde, en het gemeene Convent aldaar,
aan het Convent Aalsum, van vier postulaat-gulden eeuwige renten,
gaande uit Galama- en Kempema-goed. 8 September 1479. I, 693.
--Jelle Ziarda, die zijne dochters, in het Convent van Aalsum
gaande, eenig land mede gegeven had, verwisselt hetzelve tegen land te
Engelum gelegen, en Scheltinga-goed genaamd. .. November 1483. I, 723.
--Wandelbrief van eenige landerijen, tusschen Andries Wybaz., cum
uxore, en het Convent Aalsum. 20 Julij 1492. I, 752.
--Sythie Jws geeft, met consent van haren man en kinderen, aan hare
dochter Teth mede voor het Convent Aalsum eene zathe lands, gelegen in
Nescheraga, te Surmurre. 1 Januarij 1493. I, 756.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Homa Tibbaz. aan het
Convent Aalsum, van twee en eene halve pondematen meedland, gelegen te
Nes, binnen de Slachte. 13 Maart 1493. I, 757.
--Wessel Dirksz. van Dorsten en Rinke Peters dochter quiteren het
Convent Aalsum van al hetgeen Rinke aldaar te voren gebragt had. 20
December 1494. I, 772.
--Koopbrief en quitantie,
gepasseerd door
Kempa Ynnaz. aan het Convent Aalsum, van eene pondemate land, liggende
tusschen de Wetering en de Slachte. 8 Junij 1495. I, 774.
--Quitantie, gepasseerd door Sjoerd Rinnerts aan het Convent
Aalsum, van hetgeen hem bij den zoen of het verdrag, nopens een stuk
land, Gerrytsweer geheeten, en gelegen in Surmurra-goed, was toegekend.
11 November 1496. I, 775.
--Quitantie van dertien Rijnsgulden, gepasseerd door Reyner Pieters aan
het Convent Aalsum. 26 Julij 1497. I, 777.
--Testament van heer Foppe, Confessor Sororum in Aalsum, waarbij
hij aan het Convent maakt zijne reppelijke (roerende) goederen, en
zekere huizen enz. 14 September 1499. II, 211.
--Acte, waarbij Johan Koenthis toestaat aan het Convent Aalsum
drie oude schilden uit het goed te Meedum. .. September 1503. II, 230.
--Testament van heer Matthias Dirksz., waarbij hij aan het Convent
Aalsum legateert tien goudguldens aan Jw Jonghema geleend, drie
goudguldens aan Tjaard Waltha geleend, nog drie goudguldens aan Epa
Aylva geleend, en verder zijne nalatenschap verdeelt. 12 November 1506.
II, 274.
--Wybren Matthysz., cum uxore, geven met hunne dochter Sythie aan
het Convent Aalsum een hiem te Bergum enz. .. September 1510. II, 270.
--Quitantie van Foppe Hansz. aan het Convent Aalsum, van zes en
dertig goudguldens, naar uitwijzinge eens koopbriefs. 10 December 1511.
II, 274.
--Koopbrief en quitantie van Foppe Hansz., gegeven aan het Convent
van Aalsum, wegens het een derde part van Gerbens nagelaten goederen te
Birstens. 14 Februarij 1512. II, 294.
--Kopij-acte, waarbij Abba Rennertsz. schenkt aan het Convent
Aalsum het een derde part van een huis te Birstens enz., om zijnen
vader en moeder in eeuwige memorie te houden. 21 Februarij 1512. II,
294.
--Quitantie van Rein Sydsz., wegens een huis, door hem aan het Convent
Aalsum verkocht. 12 Julij 1515. II, 318.
--Testament van Janke, weduwe van Douwe Feddes, waarbij onder
anderen aan het Convent Aalsum vijf pondematen land gelegateerd wordt.
17 October 1516. II, 338.
--Koopbrief, gepasseerd door Sye Syesma, cum uxore, aan het Convent
Aalsum, van Jelsmaveen te Bergum. 3 December 1518. II, 372.
--Scheiding tusschen Heer
Matthias, Proost
te Bolsward tot de Witte Heeren, Meester Albert Johannes, Altarist te
Sneek, en Jw Wnia te Wirdum, als Voormonders over de kinderen van Sacke
Juwinga ter eener, en heer Petrus, Pater van Aalsum, wegens zijn
Convent, ter andere zijde, van de nalatenschap, renten enz., van wijlen
Jw Juwinga en Catryna zijne huisvrouw, welke het voorsz. Convent mogten
toekomen wegens Rienk en Gaets, dochters van Juwinga en Zusters in
Aalsum. 21 Januarij 1524. II, 463.
--Quitantie van Hayo Baukesz., van hetgeen hem wegens zijne
huisvrouw competeerde van het Convent Aalsum. 22 Augustus 1524. II,
469.
--Kopij-Koopbrief, gepasseerd door Broeder Petrus van Wel,
Biechtvader, Broeder Klaas, Hofmeester, Zuster Eeymir Dirks moeder,
Zuster Marijke Jans, Procuratorsche te Aalsum, aan Ulcke Syrcksz., cum
uxore, van twaalf pondematen land te Ferwolde, voor 329
hoorntjes-gulden. 28 October 1527. II, 536.
--Wandelbrief van eenige landen en renten, tusschen het Convent
Aalsum en Ida, Sjoerd Jelles weduwe, en hare twee zonen: alsmede
brieven van consent, door den Hove van Friesland hierop verleend. 22
Februarij en 17 September 1529. 11,552.
--Acte, waarbij het Convent van Aalsum en Foppe Hansz. hun
verschil, over Gerbrants nagelaten goederen te Birstens, stellen aan de
uitspraak van twee Goede Mannen, als Seerp Seerpsz. Beyma, Advocaat, en
Gysbert Allaz., Procureur Postulant 's Hofs van Friesland. 5 Maart
1530. II, 566.
--Sententie, door het Geregt van Menaldumadeel gewezen, tusschen
het Convent van Aalsum, Impetranten, en Jonghe Schroer te Engelum,
Verweerder, wegens eene halve zathe lands, te Engelum gelegen,
Scheltinga-zathe genaamd. 19 September 1531. II, 585.
--Sententie van het Hof van Friesland, tusschen het Convent van
Aalsum, Impetranten, tegen Frederik van Grumbach, Kidder, cum sociis,
Gedaagden, waarbij de Gedaagden worden gecondemneerd de halve zathe en
landen, Scheltinga-goed genaamd, gelegen onder den dorpe Engelum, aan
de Impetranten met interessen te restitueren. 27 October 1533. U, 648.
--Wyaart Matthysz. en Fedda zijne huisvrouw te Bergum, dragen over
aan het Convent Aalsum hun huis en veen, mits daarvoor genietende een
Ponde of Proeve jaarlijks, hun leven lang, te weten, eene kamer met een
schoorsteen en twee bedsteden, turf als genoeg is, 's weeks achttien
pond brood enz. 11 Maart 1537. II, 694.
--Testament van Fed, Wyaard
Matthijsz. weduwe, wonende in 't Convent te Aalsum. 15 Julij 1541. II,
827.
--Acte, waarbij Broeder Thomas Epez., Hofmeester te Aalsum, wegens
hetzelve Convent heeft aangenomen het maken en onderhouden van eene
brug over het Diep, komende uit de Born, omtrent den steenen dam naar
het Sneeker Diep. .. Maart 1546. III, 104.
--Missive van het Hof van Friesland aan het Convent te Aalsum, tot
aanmaninge om eene brug te maken over het Diep, komende uit de Born,
omtrent den steenen dam naar het Sneeker Diep, dewijl de tijd
aanstaande was tot het leggen van den rijweg van Leeuwarden naar
Roordahuizum en Friens, over Irnsumerzijl tot aan den Hemdijk, en van
daar door Irnsum in de Buren aan den Winckel; voorts over het water
naar Akkrum, en van Akkrum in de Wouden. 27 Maart 1546. III, 104.
--Zie Friesland. Hottingazijl. Keimpemazijl. Keimpemazijlkolken.
Keimpemazijlroede. Klaarkamp. Naerden (Marten van). Nazareth.
Privilegiën. Zoen. Aanbod. Zie Kanselarij.
Aanbreng. Zie Goederen. Oostdongeradeel.
Westdongeradeeb Wijmbritseradeel.
Aangave. Zie Kloosters.
Aangifte. Orde en Reglement van de Staten van
Friesland,
waarnaar een ieder zijne goederen, zoo roerende als onroerende, die
binnen en buiten deze Provincie zijn gelegen, moet aangeven. 27 Maart
1621. V, 266.
--Zie Kloostergoederen.
Aanhaling. Zie Landsdag No. 44.
Aanhangers. Zie Goederen.
Aanjum (Klooster). Zie Anjum (Klooster).
Aanneming. Zie Alencon (Hertog van). Frankrijk
(Koning van).
Aanritsgelden. Missive aan de Staten van
Friesland, of hunne
Gedeputeerden, door Karel van Roorda uit Arnhem geschreven, betreffende
eensdeels de betalinge der Aanritsgelden van zekere compagnie Militie,
en anderdeels doende advertentie van den voorgenomen overtogt des
vijands over den Rijn; mitsgaders de sterkte en ligging der troepen van
dezen Staat. 4 December 1583. IV, 408.
Aanschrijving. Zie Landsdag No. 39.
Aanslag. Zie Staten van Oorlog.
Aanslagen. Plakkaat, om geene Aanslagen of
Vergaderingen ten
nadeele van eenige Vorsten of Heeren te maken, bij verbeurte van lijf
en leven. - Ook geen Wederdoopers, ten plakkate vermeld, te huisvesten,
of eten of drinken te geven, mede bij verbeurte van lijf en goed. 23
Februarij 1534. II, 650,
Aanstelling. Zie Gecommitteerden. Gouverneur
(Luitenant). Oostenrijk (Jan van).
Aanwas. Zie Bildt.
Aardwerk. Zie Dijken. Gerkesklooster.
Soltkamp.
Aarschot (Hertog van). Zie Presentatie.
Aartsbisschop. Zie Utrechtsche kerk.
Willebrordus.
Aartsdiakenschap. Robertus van Stavoren,
Pastoor te
Minnertsga, aangesteld tot algemeenen Commissaris over het gansche
Aartsdiakenschap van Westergoo en het Bildt, voor den tijd van een
jaar, door Johannes Ingenwinkel, Proost en Aartsdiaken van St.
Janskerk, te Utrecht 1522. II, 435,
Aartshertogen. Zie Matthias. Vrede.
Wapenstilstand.
Abbezoon. Aan Douwe Abbezoon, wegens zijne
gevangenis, de
goederen van Epo Bonga, te Allingawier, toegestaan, indien Epo geen
vrijgeleide heeft. 22 December 1516. II, 341
Abbinga (B). Zie Martena (K. v.). Ridder (J.).
Abdij. Zie Hopperus (J).
Abolitie. Zie Edelen en Heerschappen.
Wildemarkt .
Absentie. Zie Beroerten.
Absolutie. Zie Oenema (J).
Abten. Zie Erfenissen. Foswerd. Landsdag No.
57. Oostergoo. Pacificatie. Trajecto (C. de). De namen der Kloosters.
Abuizen. Instructie, waarnaar de Heeren
Gecommitteerden tot
de receptie en reformatie der Abuizen in den staat van Regering, m
hunne besogne, zich zullen hebben te gedragen. 13 December 1626. V,
299.
--Zie Consumtiën. Doleantiën. Hof van Friesland.
Acceptatie. Zie Propijn.
Accijs. Accijsen. (Accijns.) Excijsen. Aan
Alida, Dirk
Tolners Wed., toegestaan, om binnen Stavoren, zonder betaling van
accijs, wijn, bier en alle andere drank te mogen tappen. 31 Augustus
1400. I, 315.
--Bartout van Ghend gemagtigd tot de verpachting van de Accijsen te
Stavoren. 6 Junij 1407. I, 360.
--Commissie van Hertog Georg van Saksen, tot invordering van den
Accijs over geheel Friesland, uitgezonderd binnen Franeker. ..... 1504.
II, 241.
--Ordonnantie of taux op de betaling van den Accijs 1504. II, 242.
--Plakkaat van Keizer Karel, op de Accijsen van wijn, bier en lakens in
Friesland. 4 October 1524. II, 470.
--De Accijsen op het eiland Schiermonnikoog voor den tijd van een
jaar verpacht aan Klaas Korff, aldaar woonachtig, voor de somma van
vijf en dertig goudguldens, in twee termijnen te betalen. 5 October
1524. II, 472.
--De Grietslieden in de beide Stellingwerven en Schoterland bij
missive gelast den Accijs in te vorderen, en de ontvangene penningen
den Rentemeester van Friesland te overhandigen. 6 October 1524. II,
472.
--Meester Jan van Campen bij provisie gecommitteerd, om te
Franeker te ontvangen den Accijs van de goederen, die buiten deze stad
gezonden worden. 6 October 1524. II, 473.
--Specificatie der Accijsen van wijn, bier en lakens. ...... 1524. L. B. 153.
II, 484.
--Verklaring op zekere pointen en artikelen, betreffende des Keizers
Accijsen in Friesland. 31 December 1524. II, 484.
--Aanschrijving, om het plakkaat op de Accijsen op nieuw te publiceren.
21 Maart 1527. II, 519.
--Instructie voor Vranck Pynsz., tot Ontvanger van de Accijsen op
de haven en binnen de stad Harlingen, van hetgeen aldaar aankomt, en
voorts in het land vervoerd en geconsumeerd wordt. 19 September 1528. ,
II, 544.
--Plakkaat, om geen Excijsbare Goederen te verschepen, zonder dezelve
aan te geven. 26 Mei 1533. II, 637.
--Plakkaat, tot renovatie van dat van den 26. Mei 1533, namelijk,
dat niemand eenige Accijsbare Goederen mag verschepen, zonder die eerst
aan de Accijsmeesters aangegeven te hebben. 21 December 1543. III, 31.
--Ordonnantie en generale Instructie op het stuk van de Accijsen
in Friesland, waarnaar een iegelijk Accijsmeester, op de havens en in
de steden gezeten, elk, voor zooveel het hem aangaat, zich voortaan zal
reguleren. Daarop volgen: Eene verklaring of beschrijving van de
verschillende soorten van lakens, en hoe die veraccijnsd moeten worden.
- Eene verklaring of beschrijving van wijnen en bieren, die men
voortaan, tot wederroeping van den Hove, voor de Kloosters van
Friesland vrij laten zal. 7 September 1544. III, 44.
--Ordonnantie,
houdende eenige nadere artikelen omtrent den Accijs van wijn, bier en
lakens, en een verbod, om geene schepen over de dijken te trekken 7
September 1544. III, 52.
--Aanstelling van tien bierdragers, door den Magistraat van
Leeuwarden gedaan, om de fraudes in den Excijs te beletten. 9 December
1559. III, 481.
--Plakkaat omtrent den Excijs op de lakens, wijnen en bieren, van
buiten inkomende, mitsgaders van de ingebrouwen bieren, met
vermeerdering van de straffen, daarop voormaals gesteld, zoo op de
fraudateurs als hunne helpers te verhalen. 1 Mei 1561. III, 539.
--Resolutie van de Volmagten der Steden, dat een ieder met zijne
principalen zal spreken, en ter naaste vergadering daarvan rapport
doen, omtrent het in trein brengen der Excijsen van wijn, bier en
lakens, en voorts tot het voortzetten der proceduren tusschen de Landen
en Steden. 26 Februarij 1584. IV, 435.
--Artikelen en verdrag, waarop de acht vaste steden van Friesland
zullen ontvangen de Excijsen, elke stad in de zijne, voor zoo veel zij
daarvan niet hebben; integaan met den eersten dag van Mei aanstaande.
25 April 1584. IV, 459.
--Last en Bevel van de Volmagten der Landen aan hunne
Gedeputeerden, om de bedienaars der Excijsen in hunne functie te
maintineren tegen de pretensie der. Steden enz. 28 April 1584. IV, 468.
--Ordonnantie der Heeren Gedeputeerde Staten aan die van
Leeuwarden, om bij provisie in hunne stad iemand te gelasten tot
opteekening der inkomende Accijsbare Goederen. 1 Mei 1584. IV, 490.
Accijsen. Zie Bolsward. Conventslanden. Floreen.
Fortificatiegelden. Franeker. Gerkesklooster. Landsdag No. 6, 31, 35.
Leeuwarden. Propijn. Regters. Sneek. Steden. Tol.
Accijsmeesters. Instructie voor de Accijsmeesters. ...... 1504. II, 242.
--Commissie voor eenen Accijsmeester, met den eed, door hem af te
leggen. 4 October 1524. II, 470.
--Instructie voor N., om contraboek te houden tegen N., die
gecommitteerd is tot Accijsmeester op de haven te Harlingen, met den
eed voor den Controleur. 4 October 1524. II, 471.
--Instructie voor den
Accijsmeester te Harlingen. ..... 1524. II, 474.
--Aanstelling van eenige Accijsmeesters en Controleurs, met derzelver
jaarwedden of tractementen. ..... 1524. II, 475.
--Instructie voor den
Accijsmeester te Leeuwarden. .. October 1524. II, 476.
--Zie Accijs.
Accoord. Zie Bildtdijk. Bildtlanden. Bucho.
Dijken. Ee. Froonacker. Gerkesklooster. Stavoren. Veen. Vrede. Zion.
Achelen (I. van). Commissie op eenige Heeren,
om aan den
President Igram van Achelen, wegens verschillende diensten, aan den
Lande van Friesland gedaan, zulke som van penningen uit 's Lands kas te
vereeren, als zij in redelijkheid bevinden zullen te behooren. 4 Julij
1575. III, 1023.
Achlum. Zie Ossetille.
Achtkarspelen. Zie Ee. Gerkesklooster. Veen.
Verbond. Vrijgeleide.
Acte van Uitsluiting. Zie Uitsluiting.
Adel. Zie Edellieden.
Adel en Ridderschap. Zie Leen.
Adelheid. Zie Elten (Klooster te).
Adjunctie. Zie Hof van Friesland.
Administrateurs. Zie Landsdag No. 36.
Mesvechten.
Administratie. Zie Gedeputeerden.
Admiraal-Generaal. Zie Kapitein-Generaal.
Willem Hendrik. Willem III.
Admiraalschappen. Zie Wapening.
Admiraliteit. Resolutie der Staten, waarbij
aan de vier
Baden ter Admiraliteit wordt toegelegd ieder vier honderd gulden 's
jaars, en aan Albert Evertsz. Boner, als Secretaris en Ontvanger, zes
honderd gulden 's jaars, benevens verdeeling der boeten. 6 Maart 1596.
IV, 896.
--Marginale Resolutie, staande op het point der Heeren
Staten-Generaal, ingesteld a°. 1597, waarin den Heeren Gedeputeerden
uitdrukkelijk wordt bevolen, het Collegie ter Admiraliteit te
redresseren, naar de Resolutie van hun Hoog Mogenden van den jare 1597.
21 en 22 Maart 1600. IV, 1071.
--Resolutiën op de pointen, door Heeren Staten van Stad en Lande
voorgesteld, verzoekende: 1°. Toelating van eenen derden Raad in de
Admiraliteit te Dokkum; 2°. Ondersteuning in de betaling der Servisen
aldaar; 3°. Om hen te hulp te komen in het graven van eene vaart van
Groningen naar Coevorden. 13 Februarij 1607. V, 133.
--Consent der Staten van Friesland, om het
Admiraliteits-Collegie van Dokkum naar Harlingen te verplaatsen, en
over het bestuur der gelden. 13 October 1631. V, 330.
--Resolutie, betreffende het
verplaatsen van
het Collegie ter Admiraliteit van Dokkum naar Harlingen, en om daarover
met de Provincie van Groningen en Ommelanden in conferentie te treden.
22 April 1642. V, 477.
--Resolutie, om het Collegie ter Admiraliteit van Dokkum bij
provisie naar Harlingen te verplaatsen; voorts met de Gecommitteerden
der stad Groningen en Ommelanden in nadere communicatie te treden, en
verdere administrative bepalingen. 15 Maart 1644. V, 485.
--Acte, door de Gecommitteerden wegens den Magistraat van
Harlingen gepasseerd, waarbij dezelve aannemen, de Heeren Raden ter
Admiraliteit te voorzien van eene bekwame vergaderplaats, woning voor
den Kamerbode en pak- en gevangenhuizen. 30 Julij 1644. V, 486.
--Conditiën, tusschen de Provinciën Friesland en Groningen en
Ommelanden, waarop het Collegie ter Admiraliteit van Dokkum naar
Harlingen verplaatst wordt. 29 November 1645. V, 493.
--Missive van de Heeren Staten van Friesland aan die van Stad en
Lande, om de beide nieuwe Raden, hunnentwege ter Admiraliteit te
Harlingen zitting hebbende, terug te roepen. 18 Februarij 1648. V, 508.
--Nadere Missive aan Stad en Lande, om den buiten gewonen Raad ter
Admiraliteit terug te roepen. 10 Maart 1648. V, 509.
--Aanschrijving van de Staten aan de Heeren ter Admiraliteit van
Friesland, over dezelfde zaak. 10 Maart 1648. V, 509.
--Accoord, tusschen de Gecommitteerden der Provinciën Friesland en
Stad en Lande, waarbij aan de laatsten vergund wordt, nog twee nieuwe
Raden in het Collegie ter Admiraliteit te Harlingen te zenden. 7 Junij
1651. V, 533.
--De Staten van Friesland approberen het accoord, tusschen de
Afgevaardigden dezer Provincie en die der Stad Groningen en Ommelanden,
den 7 Junij 1651, gemaakt, waarbij aan de Provincie van Groningen en
Ommelanden toegestaan wordt, een gelijk getal Raden ter Admiraliteit
naar Harlingen te zenden als deze Provincie. 10 Maart 1652. V, 545.
--Resolutie, waarbij de stad Harlingen bevolen wordt, aan de acte
en belofte van den 30 Julij 1644 te voldoen, en de Heeren Gedeputeerden
gelast, ingeval van weigering of nalatigheid, de fortificatiepenningen
dier stad daartoe te gebruiken. 12 Maart 1652. V, 547.
--Resolutie, dat de Magistraat van
Harlingen
zal gehouden zijn, de Raden ter Admiraliteit te voorzien met bekwame
gevangen- en pakhuizen. 12 Maart 1653. V, 558.
--Resolutie, dat de Heeren Raden ter Admiraliteit te Harlingen
alleen bij submissie voor den Hove aansprakelijk zijn, en anderzins
niet, volgens de Lands-Ordonnantie, Boek III, Tit. 8, Art. 3. 23
Februarij 1656. V, 583.
--Resolutiën, dat de Collegiën ter Admiraliteit, de Raden van
dezelve, en alle Ministers van hun Hoog Mogenden, Gedeputeerden,
Ambassadeurs en Residenten, ter eerster instantie aan de judicature van
de Staten-Generaal zullen onderworpen zijn. 25 Februarij 1660. V, 631.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, dat het Collegie ter
Admiraliteit te Harlingen volkomen geregtigd en bevoegd is, van alle
Oost-Indische waren en specerijen, welke langs de stroomen dezer
Provincie naar buiten uitgevoerd worden, 's Lands uitgaande regten te
eischen, en dezelve te doen betalen. 21 Februarij 1690. VI, 163.
--Zie Amelandergat. Landsdag No. 58, 64, 78. Lemsterzijl. Rekenkamer.
Adolph. Roomsch-Koning. Zie Leen.
Adriaan de IV (Paus). Zie Utrecht (Bisdom
van).
Advertissement. Acte van Advertissement, door
den President
van het Hof van Friesland aan de Staten, op de Kanselarij geconvoceerd,
uit naam des Keizers, mondeling voorgehouden, strekkende tot vermaninge
en waarschouwing, eensdeels aan de Priesters, Pastoren en Vicarissen,
om het hun aanbevolen volk naarstig te onderwijzen in hunne leere, en
voor dwalingen te behoeden; en anderdeels aan de wereldlijke Officiers,
om, ten opzigte der ketterijen, zich mede van hunnen pligt wel te
kwijten. 10 Januarij 1553. III, 307.
Advijs. Berigt of Advijs van Zijne Excellentie
aan de
Staten-Generaal, over drie pointen van deliberatie, omtrent de
geschillen en zwarigheden in de tegenwoordige omstandigheid van tijd;
namelijk of te verzoenen met den Spanjaard, of met den Hertog, of zich
zelven te beschermen en redden met eigen magt. 7 Februarij 1583. IV,
339.
--Zie Boeken. Hof van Friesland. Omslagen. Stemmen (Stekende). Steden.
Advocaten. Ordonnantie, dat een nieuw benoemde
Advocaat
zijne schrifturen een jaar lang, na zijne admissie, door eenen anderen
Advocaat zal moeten laten verteekenen. 27 November 1544. III, 57.
--Poenale ordonnantie, tegen het
veelvuldig en
herhaald uitstellen der Advocaten in het leveren van eisch en antwoord.
3 April 1549. III, 161.
--Ordonnantie op de Exceptiën, tegen de Advocaten, die zich
willekeurig van de Rolle absenteren, en op de orde van procederen in
sommige zaken. 27 October 1554. III, 368.
--Commissie op eenige Heeren, om eenen Lands-Advocaat te
verkiezen, en de noodige instructie voor denzelven te ontwerpen. 25
April 1558. III, 430.
--Resolutie, waarbij de acht oudste Advocaten bevrijd worden van
het verlies der helft van het opschot, door hen aan den Lande gedaan.
28 Februarij 1705. VI, 423.
--Zie Landsdag No. 6, 9, 11, 36. Leeuwarden. Processen. Stemming.
Aebenga (S. van). Zie Trekweg.
Aeckersloot. Comes Hollandiae concedit
hominibus de
Aeckersloot et de Wtgeest immunitatem omnis scoti & thelonii,
ut se
libentius Frisonibus opponant. 12 Januarij 1276. I, 95.
--Graaf Floris geeft aan die van Aeckersloot en Uitgeest, opdat
zij zich te williger en heviger tegen de Friezen stellen, en het Land
beschermen zouden, vrijheid van schot en van zijne tollen. (Vertaling.)
I, 96.
Aedwert. Zie Gerkesklooster.
Aeltgema (M.). Testament van Meynt Aeltgema.
25 November 1503. II, 231.
Aenkema-goed. Zie Aalsum.
Aequipollent. Zie Negotiatie.
Aernsma (C). Instructie, door de Steden van
Friesland
gemaakt, voor den hoog geleerden, discreten Christoffel Aernsma, Doctor
en Advocaat voor Zijner Majesteits Hof aldaar, om in de allerbeste
voegen, wijzen en manieren gevolgd en nagegaan te worden. 18 Maart
1577. III, 1114.
--Procuratie, voor Doctor Christoffel Aernsma, door de Steden
gepasseerd, om aan de Staten-Generaal te Brussel tc verklaren, dat
dezelve accepteren en zich vereenigen met de gemaakte Unie en het
eeuwig Edict. 1 April 1577. III, 1119.
--Resolutie, door de Steden genomen, om Doctor Christoffel Aernsma
bij missive te autoriseren, om ten Hove binnen Brussel te verzoeken,
dat de Volmagten en Gedeputeerden der Landen worden geordonneerd, om
niet afzonderlijk, maar communicatief, met de Steden te handelen. 5
Augustus 1577. III, 1148.
--Zie Brieven. Oorlog. Regering.
Aeseges (G.). Zie Schadevergoeding.
Aesga. Grietman en Regters van Leeuwarden,
Opsterland en
Smalüngerland ontbieden Aesga, te Hoxwier, voor hun regt, om zich te
verantwoorden wegens de klagten, door die van Opsterland tegen hem
gedaan; gevende hem te dien einde vrijgeleide. 8 April 1439. I, 518.
Afbreken. Zie Kloosters (Onbewoonde).
Affineurs. Zie Munt (De).
Afgevaardigden. Zie Consenten. Gecommitteerden.
Generaliteit. Krijgsvolk. Verschillen.
Afgezanten. Zie Martena (K. van).
Afgezondenen. Zie Dagvaard. Gecommitteerden.
Afkondiging. Zie Huwelijks-Proclamatiën.
Vrede.
Aflaten. Zie Vrijgeleide. IJlst.
Afrekening. Zie Landsdag No. 43.
Afrika. Zie Westindië.
Afschaffing.. Zie Impositiën.
Afscheid. Zie Landsdag No. 14.
Afstand. Zie Leycester (Grave van).
Afvraging. Zie Eijsinga.
Afwezigen. Zie Steden.
Afzetting. Zie Mesvechten.
Afzwering. Zie Eed. Verklaring der Staten
(Jaarlijksche).
Aggreatie (Acte van). Zie Verschillen.
Agricola (J.). Zie Landsdag No. 28.
Aitzema (L. van). Waarschuwing tegen het
invoeren en
verkoopen der in den jare 1669 in folio gedrukte werken van den Heer
Lieuwe van Aitzema. 8 Januarij 1669. V, 772.
Akademie. Zie Beurzen. Curatoren. Franeker.
Landsdag No. 62. Universiteit.
Akademiën (Spaansche). Zie Paspoorten.
Aken. Zie Friesland.
Akkrum (Kerk te). Zie Aalsum.
Akmarjjp. Zie Aalsum.
Alarm slaan. Zie Leeuwarden.
Alba. Alva. Commissie van Koning Philips voor
den Hertog van
Alba, als Kapitein-Generaal van de Nederlanden. 31 Januarij 1567. III,
708.
--Commissie van Koning Philips voor den Hertog van Alba, tot
Gouverneur-Generaal van de Nederlanden. 13 October 1567. III, 721.
--Zie Aremberg (Wed. van). Confoederatie. Dijken. Griffiers.
Ketterijen. Krijgsvolk. Lijfrenten. Pardon. Renten. Troebelen.
Verbeurdverklaarde goederen.
Albada (Doythia en Iaeuwe). Zie Verbond.
Albert (Aartshertog). Zie Penningen.
--Koning van Zweden. Zie Privilegiën.
--Roomsen Koning. Zie Friesland.
--van Beijereu. 1357-1400. Beloften, op welke Hertog Albert van
Beijeren, de Landen van Henegouwen, van Holland, van Zeeland en
Friesland, voor zijnen zieken broeder, Graaf Willem, zal regeren;
gedaan te Dordrecht. 23 Februarij 1357 en 1358. I, 217.
--Beloften of Voorwaarde, op welke Hertog Albert van Beijeren de
regering van Henegouwen, van Holland, van Zeeland en van Friesland
aanneemt, ter oorzake zijns broeders ziekte; gedaan te Rotterdam. 26
Februarij 1358. I, 218.
--Verdrag van Hertog Albert, gemaakt met Vrouwe Machteld van
Lancaster, Echtgenoot van Hertog Willem, Graaf van Holland, om de
Landen van Henegouwen, van Holland, van Zeeland en van Friesland te
beschermen en te regeren. 6 Maart 1358 of 1359. I, 219.
--Vrouwe Machteld verzoekt de goede luiden der Steden en Landen
van Henegouwen, van Holland, van Zeeland en van Friesland, om haren
broeder, Hertog Albert van Beijeren, als Ruwaard te ontvangen. 18 Maart
1357 en 1358. I, 220.
--Verdrag van Lodewijk den Romein en Albert, Hertogen van
Beijeren, over het bestuur der Landen van hunnen broeder Willem, Graaf
van Holland, over de erfopvolging, en om al hun verschil te geven op
drie Zoensmannen. 20 Junij 1358. I, 221.
--Verblijf van Lodewijk den Romein en Albert, Hertogen van
Beijeren, over de besturing en erfopvolging van de Landen huns broeders
Willem, Graaf van Holland, aan den Raad der drie Landen en zekere
Edelen. 20 Junij 1358. I, 221.
--Pactum inter fratres Ludovicum et Albertum, Duces Bavariae, de
dominiis et terris Hannoniae, Hollandiae, Zeelandiae et Frisiae, nee
non dominio de Voorne et Castellania Zeelandiae. 24 Junij 1358. I, 222.
--Verdrag tusschen de broeders Lodewijk en Albert van Beijeren,
over het regt tot de Landen van Henegouwen, van Holland, Zeeland en van
Friesland; mitsgaders tot het Land van Voorn, en het Burggraafschap van
Zeeland. (Vertaling.) I, 223.
--Hertog Albert bevestigt de middelen, door zijne gemagtigden te
Medemblik ontworpen, tot eenen Vrede of een Bestand, met die van
Oostergoo en Westergoo te maken. 1 October 1358. I, 224.
--Hertog Albert, duizend
schilden van
die van Stavoren geleend hebbende, verpacht voor één mark zilver 's
jaars zijn Schoutambacht en al het geregt aldaar, aan die stad. 9
December 1361. I, 226.
--Hertog Albert, door die van Stavoren tot Ruwaard gehuldigd,
bevestigt alle hunne vrijheden en het regt, die zij van zijnen broeder,
Hertog Willem, verkregen hadden. 9 December 1361. I, 226.
--Karolus quartus, Romanorum Imperator, Frisiis Ostriginis et
Westriginis mandat, ut Alberto, Duci Bavariae, Gubernatori Hollandiae
etc obediant.
Keizer Karel IV. beveelt de Friesche Prelaten,
Grietmannen enz. van Oostergoo en Westergoo, zijnen schoonvader, Hertog
Albert van Beijeren, Ruwaard van Holland enz. te gehoorzamen. 21
November 1362 of 1363. I, 227.
--Namen van hen, die in Friesland den Hertog hulde hebben gedaan. 10
Augustus 1398. I, 282.
--Prelaten, Grietslieden, Mederegters en Gemeenten van Oostergoo en
Westergoo huldigen Hertog Albert van Beijeren. 14 Augustus 1398. I,
284.
--Brief des Hertogs aan de Friezen, om bij hem over te komen. 7
Februarij 1398 en 1399. I, 288.
--Acte van getrouw- en gehoorzaamheid, gegeven aan Hertog Albert door
eenige Deelen uit de Zevenwouden. 6 Junij 1399. I, 296.
--Zie Accijs. Ameland. Camuzer. Gifte. Heergewade. Leen. Oorlog.
Predicaren. Privilegiën. Rente. Stavoren. Tol. Utrecht. Verbond.
Volmagten. Vrede. Vrijgeleide. Zoen.
Albert van Saksen. Philips, Aartshertog van
Oostenrijk,
staat, ten voordeele van Hertog Albert van Saksen, al zijn regt af op
de Landen van Oostergoo, Westergoo en Zevenwouden; zullende, tot
meerder zekerheid van dien, bij inventaris, al de brieven, daartoe
dienende, hem overgeleverd worden; waarvoor hij Hertog van Saksen
betaald heeft de somma van 250,648 gouden, guldens en vier stuivers;
behoudens nogtans, dat hij Aartshertog voorschreven Landen weder zal
mogen lossen, mits terug gevende gemelde som, en daar te boven die
honderd duizend gouden guldens, met welke voormaals op de Landen van
Friesland gewezen was; mitsgaders al de kosten, die voorsz. Hertog
zoude moeten doen, om die Landen onder zijne gehoorzaamheid te brengen.
17 Maart 1498. I, 778.
--De Aartshertog Philips van Oostenrijk verbindt zich, om den
Hertog van Saksen alle hulp en bijstand te verleenen, ten einde de
Landen van Friesland, die hij Hertog nu heeft, te behouden, en die hij
nog niet heeft, tot gehoorzaamheid te brengen, mits hen gelijke hulp en
bijstand worden gegeven. 17 Maart 1498. I, 781
--Reversaalbrief des Hertogen
Albert van
Saksen, of overeenkomst en contract tusschen denzelven Hertog en de
Geestelijken, Edelen en Steden van Westergoo, bij welken de bestiering
en regering dier Landen aan hem wordt opgedragen. 30 April 1498. I, 782.
--Missive van den Keizer Maximiliaan aan de Landen van Friesland,
bij welke hij kennis geeft, dat hij Hertog Albert van Saksen heeft
aangesteld tot Gubernator en Potestaat, met bevel, om de Hertogs
Afgezondenen te gehoorzamen. 16 Julij 1498. I, 785.
--Bulla seu Diploma Maximiliani I., Romanorum Imperatoris, Alberto Duci
Saxoniae data. 20 Julij 1498. I, 786.
Bulle en opdragt, door Keizer Maximiliaan gegeven aan Hertog
Albert van Saksen, van het Erfpotestaatschap van Friesland. (Ver
taling.) I, 787.
--Bulla altera, seu Diploma Maximiliani I., Romanorum
ratoris, Alberto Duci Saxoniae data. 20 Julij 1498. I, 789.
--Hertog Albert van Saksen verklaart ontvangen te hebben al zulke
Brieven en Charters, betreffende de geregtigheid, die de Aartshertog
Philips van Oostenrijk, als Graaf van Holland, op de Landen van
Friesland heeft, en hem bij het Tractaat van den 17 Maart 1498 beloofd
zijn; zich dien te neffens verbindende dezelve te zullen wedergeven,
wanneer de Aartshertog of zijne Erven de lossingen van Friesland,
ingevolge het voorsz. Tractaat, zullen doen. 8 April 1499. I, 792.
--Reversaalbrief des Hertogen Albert van Saksen, of overeenkomst
en contract tusschen denzelven Hertog en de Geestelijken, Edelen en
Steden van Westergoo, bij welken de bestiering en regering dier Landen
aan hem wordt opgedragen. 30 April 1498L. B. 3. II, 209.
--Missive van
Keizer Maximiliaan aan den Lande van Friesland, bij welke hij kennis
geeft, dat hij Hertog Albert van Saksen heeft aangesteld tot Gubernator
en Potestaat, met bevel om des Hertogs Afgezondenen gehoorzaam te zijn.
16 Julij 1498. L. B. 6. II, 209.
--Zie Hof van Friesland. Leeuwarden. Nedergeregten. Vrijgeleide.
Albertina Agnes. 1060-1072. Zie Hendrik
Casimir II. Krijgsvolk. Regering. Steden. Verschillen.
Albertus (Aartshertog). Zie Munt (De).
Alençon (Hertog van). Resolutie nopens de
bijzondere
aanneming van den Hertog van Alencon, en het doen van den eed van
wederzijden, wegens de Provincie Friesland; doch alleen door de Steden
onderteekend, en voor hare particuliere Resolutie gehouden, uit hoofde
van de gemaakte zwarigheid van de Landen. 16 Julij 1582. IV, 301.
--Zie Advijs. Antonij-Gasthuis (St.). Franeker. Hof van Friesland.
Landsdag No. 25, 27, 29, 31, 32. Loo (B. van). Repartitie. Steden.
Stemmen. Verbeurdverklaring. Verbond.
Alida Tolners (Wed.). Zie Accijs.
Aliënatie. Zie Landsdag No. 6. Vlijt Arends.
Zie Beveworden (H. van).
Alimentatie. Zie Armen. Armestaat.
Alkemade (F. van). Zie Lemmer. Stavoren.
Vetkoopers.
Alkmaar. Zie Tolregten.
Allardus. Zie Franeker.
Allarmen. Zie Leeuwarden.
Alliantie-Tractaat. Zie Wapenstilstand.
Almanakken. Zie Landsdag No. 78. Sijnode.
Almatille. Zie Zijl.
Almenum. Heer Niklaas, Priester te Tjerkgaast,
door Johan
Ingenwinkel, Proost en Aartsdiaken van Sint Jans Kerk te Utrecht, tot
Pastoor over de Parochiekerk van Almenum aangesteld. 24 Julij 1522. II,
432.
Alsmadorp. Zie Schouten.
Alsoma. Zie Rente.
Altaren. Zie Sijnode.
Alumnen. Resolutie, om geen Alumnen te zullen
toelaten, dan
na voorgaande examinatie; voorts Doctor Johannes Gebhardus Palatinus te
beroepen tot buitengewoon Hoogleeraar in de Latijnsche taal en
welsprekendheid, op een tractement van vier honderd gulden. 27 Junij
1628. V, 317.
--Resolutie, dat geene Landsvoedsterlingen pensiën mogen trekken,
zonder getuigenissen van Professoren, Rectoren of hunne andere
Meesters. 12 Maart 1652. V, 546.
--Resolutie, dat geene Requesten van Landsvoedsterlingen zullen
worden aangenomen, tenzij dezelve behelzen de Grietenij of Stad, waarop
zij staan, en of zij nog in de Scholen of reeds op de Universiteit
zijn. 2 November 1664. V, 737.
--Resolutie, dat het getal der Alumnen tot op een en veertig zal
uitsterven. 29 Maart 1667. V, 758.
--Zie Curatoren. Franeker. Landsdag No.
43, 54, 57. Predikanten. Rekenmeesters.
Alva (Hertog van). Zie Alba. Processiën.
Ambassadeurs. Zie Admiraliteit.
Ambten. Ambten, welke volgens de besluiten der
Volmagten van Friesland moeten afgedaan worden. 18 Mei 1593. IV, 826.
--Resolutie, rakende het begeven der Krijgsambten. 10 Maart 1632. V,
340.
--Verbindtenis of Contract tusschen de Leden van het Kwartier der
Zevenwouden, over het begeven der Ambten in dat Kwartier gemaakt. 24
Maart 1635. V, 368.
--Als boven. 18 Januarij 1654. V, 566.
--Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerden besluiten, om voortaan
alle politieke en militaire Ambten, uitgenomen de Professoraten, te
vergeven aan inboorlingen, of die aan ingeboren vrouwen getrouwd zijn.
19 Februarij 1659. V, 615.
--Resolutie, waarbij eene Commissie benoemd wordt, om middelen te
beramen, waardoor het misbruik in het begeven van 's Lands Ambten in
het toekomende mogt voorgekomen worden; met bijvoeging van het Rapport
dier Commissie, geteekend door den Stadhouder Prins Willem Frederik van
Nassau, en S. van Aylva, C. van Roorda, E. van Grovestins, W. van
Haren, E. van Baerdt, J. van Scheltinga, T. van Boelens en S. S.
Potter, Gecommitteerden in het Mindergetal. 14 Februarij 1662. V, 666.
--Eerste Resolutie, betrekkelijk het begeven der Ambten, met het
Rapport der bovengemelde Commissie. 1 Maart 1662. V, 673.
--Resolutie, betrekkelijk het begeven der Ambten. 16 Mei 1662. V, 679.
--Resolutie, waarbij het Staatsbesluit der Heeren Volmagten van
Oostergoo, houdende middelen van vrede en vereeniging in hun Kwartier,
op derzelver beraamde ordonnantie en lijst der ambulatore Ambten in
Oostergoo goedgekeurd wordt. 30 October 1669. V, 792.
--Resolutie, waarbij de Gooën gelast worden, binnen eenen
bepaalden tijd bekwame personen tot de militaire' Ambten, welke hun ter
begeving ten deel gevallen zijn, te benoemen. 14 Januarij 1671. V, 801.
--Resolutie en Order, betrekkelijk het begeven der Krijgsambten onder
de nieuwe Troepen. 24 Februarij 1672. V, 814.
--Resolutie, dat de Staatsbesluiten van den 1 Maart en 16 Mei 1662,
mitsgaders van den 20 November 1663, naauwkeurig zullen worden
onderhouden. 30 Maart 1672. V, 821.
--Resolutie tegen het verkoopen der
militaire Ambten. 30 Maart 1672. V, 821.
--Resolutie, inhoudende eene commissie op den Heer Willem van
Haren, om aan Zijne Hoogheid den Prins van Oranje voor te stellen het
regt, hetwelk de Provincie omtrent het begeven der hooge militaire
Ambten aan zich gehouden heeft, en dat bij dezelve besloten blijft, dat
regt aan zich te houden. 9 Januarij 1675. V, 1100.
--Missive aan Zijne Hoogheid den Prins van Oranje, over het begeven der
hooge militaire Ambten. 7 Maart 1675. V,1106.
--Resolutie op het Rapport der Heeren de Schepper en Stantsius,
betrekkelijk het regt dezer Provincie in het vergeven der militaire
Ambten, en het wederom casseren derzelve. 2 November 1678. V, 1146.
--Missive aan hun Hoog Mogenden, de algemeene Staten der
Vereenigde Nederlanden, ten geleide van het Staatsbesluit en het Debat,
dienende ter wederlegging van hunne Resolutie van den 28 October 1678,
nopens het stuk van cassatie en het terughouden van de bezendinge
herwaarts. 7 December 1678. V, 1147.
--Resolutie, Debat en respective Deductie, ter wederlegging van de
Resolutie van hun Hoog Mogenden van den 28 October 1678, nopens het
stuk van cassatie; met insertie van de Resolutie der Staten Generaal
van den 28 October 1678, over dat onderwerp enz. 7 December 1678. V,
1148.
--Resolutie, betrekkelijk het point van cassatie op den voor slag,
door de Heeren Pauw van Achttienhoven en den Baron van Pallant, uit
naam en van wege de Staten-Generaal gedaan. 20 Februarij 1679. V, 1164.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden dezer Provincie, betreffende
de vergeving der politieke en militaire Ambten. 10 Januarij 1680. V,
1169.
--Resolutie, betrekkelijk het vergeven van militaire Ambten. 30 Junij
1683. V, 1213.
--Resolutie, betrekkelijk het vergeven der Krijgsambten der zes nieuwe
compagniën te paard. 5 Januarij 1689. VI, 145.
--Resolutie, waarbij de conventie, tusschen de respective Volmagten
van Westergoo onderling opgerigt, nopens de bestelling der ambulatore
Ambten, op het Kwartier vallende, goedgekeurd wordt. 23 Februarij
1697. VI, 268.
--Missive aan den Raad van State, betrekkelijk het begeven van
militaire Bedieningen, ter bezoldiging dezer Provincie staande. 9 April
1701. VI, 351.
--Zie Gedeputeerden. Landsdag No. 44,
78, 84. Officianten. Ontvanger-Generaal. Oostergoo.
Ambtenaren. Resolutie, dat alle Ambtenaren,
zoowel politieke
als militaire, aan de Provincie, tegen vijf ten honderd, zekere,
volgen; eene vaste lijst bepaalde, sommen zullen opschieten. 28 Maart
1674. V, 1026.
--Resolutie, dat de ambtdragende Personen de helft van de som, die
zij in den jare 1674 in twee termijnen opgeschoter hebben, weder
opschieten moeten; zullende de Obligatiën, daarvooi te passeren, Tooner
dezes, en voor geld gangbaar zijn. 2 October 1675. V, 1109.
--Notificatie van verder verschot van penningen, door de ambtdragende
Personen in het jaar 1676 te doen. 23 Juli 1676. V, 1120.
--Zie Goederen. Landsdag No. 9, 11, 31, 33, 78. Officianten.
Officieren.
Ameland. Amelanders. Hertog Albert vergunt aan
de Amelanders
onzijdig te mogen zijn tusschen hem, en die van Oostergoo er Westergoo.
10 Junij 1396. I, 257.
--Aan de Amelanders de neutraliteit toegestaan in den oorlog tegen de
Friezen. 17 November 1404. I, 340.
--Uitspraak of Staatsgewijze Verklaring over de vrijheid van de
Heerlijkheid Ameland, aan welke haar eigen regt is toegestaan zoo als
aan die van Terschelling. Met de vertaling. 29 Augustus 1405. I, 351
--Hertog Willem geeft die van Ameland Vrede en Vrijgeleide, mits
Friesland overheerende, zullen zij hem als hunnen Landsheer hulde doen.
6 October 1405. I, 352.
--Die van Ameland hun beraad genomen hebbende op
de aan hen gegevene vrijheid en veiligheid, zoo geeft Hertog Willem
vrijgeleide aan Claas Dey van Harderwijk, om derzelver antwoord aan hem
over te brengen, 7 October 1405. I, 352.
--Haijo Heringa, Heerschap (Hauschyp) op Ameland, belooft
bescherming aan den Deken en de Geestelijkheid, die op Ameland
geregtsoefening mogten houden. 27 Mei 1466. I, 614.
--Request aan de Overheid en Landraad van deze zijde der Maze van
Taco van Camminga, in qualiteit als Voormond (Voogd) over de kinderen
van Pieter van Camminga, Heer van Ameland, waarbij hij te kennen geeft
dat het Convent Foswerd, op voorsz. Eiland eerst gefundeerd geweest
zijnde, doch naderhand in Friesland overgebragt, aldaar nog zekere
jaarlijksche opkomsten heeft, noodig tot onderhoud van Predikanten en
Schoolmeesters; welke opkomsten door de Gedeputeerde Staten van
Friesland, of hunnen Ontvanger Poppe Roorda, worden aangetast.
Verzoekende daarom ordonnantie tegen allen, die het van nooden zijn,
hunne handen van de opkomsten van gedacht Eiland af te houden, en dus
te gedoogen, dat die aldaar ad pios usus worden gebruikt. 15 October
1581. IV, 279.
--Zie Leen. Tuchthuis. Vrijgeleide.
Amelandergat. De Admiraliteit te Harlingen
wordt gelast het
Amelandergat te betonnen, ter bevordering van den koophandel en
scheepvaart. 16 Maart 1655. V, 576.
Amkema-goed. Zie Aalsum.
Ammunitie. Plakkaat, dat men geene Ammunitiën
van oorlog zal
uitvoeren naar 's vijands neutrale of geallieerde Landen. 16 Junij
1563. - III, 587.
--Ordonnantie van den Stadhouder Lalaing, om den vijand geene Vivres of
Ammunitie toe te voeren. 13 Maart 1579. IV, 4.
--Ordonnantie, waarbij een iegelijk bevolen wordt, zich van alle
nooddruft, van Vivres en Ammunitie te voorzien, alsmede de vestingen
alom te versterken. 3 Julij 1579. IV, 47.
--Ordonnantie, om de steden van Ammunitie en Proviand wel te
voorzien, en niemand uit- of in te laten zonder wel te visiteren, en op
de inwonenden zich naauwkeurig te informeren. 4 December 1579. IV, 94.
--Ordonnantie, dat niemand de vijanden mag adsisteren, Proviand
noch Ammunitie toevoeren, en dat de steden met Ammunitie, en de
inwoners met Provisie wel voorzien moeten worden. 15 Julij 1580. IV,
181.
--Zie Artillerij. Geschut. Kloosters. Landsdag No. 31, 36, 44, 46, 53,
66. Levensmiddelen. Vijand.
--Ammunitiemeester. Zie Landsdag No. 28, 36, 42.
Amnestie. Plakkaat eener algemeene Amnestie.
29 Januarij 1632. V, 333.
Amsterdam. Zie Landsdag No. 8. Plakkaten.
Anabaptisten. Ordonnantie, om te publiceren,
ten eerste
bijgaand Keizerlijk plakkaat tegen de Anabaptisten, en ten tweede den
stilstand van wapenen, tusschen de Nederlanden en Frankrijk getroffen,
voor den tijd van tien maanden. 20 Augustus 1537. II, 705.
Andela. Zie Rente.
Andries. Zie Persona.
--Klaasz. Sententie van den Hove van Friesland, tegen Andries
Klaasz. van Dronrijp, als Wederdooper veroordeeld tot de doodstraf. 16
Maart 1535. II, 667.
Andringa. Resolutie, houdende het Octrooi voor
den Grietman
Andringa, om een ordinaris veer van de Lemmer op Zwolle en Kampen te
mogen oprigten. 16 Maart 1703. VI, 394.
--(J.).. Zie Aalsum.
--(T. G.). Zie Aalsum.
Angoulème en Anjou (Hertogin van). Zie Vrede.
Anjou (Hertog: en Hertogin van). Zie Alençon
(Hertog van). Vrede.
Anjum. Aanjum (Klooster). Testament van Broer
Tyarkesz. en
Yde zijn wijf, waarbij onder anderen aan het Convent Aanjum vijftig
schilden gelegateerd worden. 21 April 1465. I, 610.
--Hertog Georg van Saksen schenkt aan het Klooster Aanjum de
zijlroede en wateringe, Aanjumerzijlroede genaamd, des dezelve
onderhoudende. 26 Julij 1506. II, 252.
--Zie Franeker. Landsdag No. 43.
Anna-Parochie. Zie Bildt.
Annaal. Annael ofte Land-Boek van Friesland,
opgemaakt door
Kempo van Martena, Doctor, Ridder, Keizerlijke Majesteits Raad in den
Hove van gemelde Provincie. II, 1.
--Resolutie, door de Staten van Friesland eenparig genomen, om,
tot nut, profijt, en wetenschap der nakomelingen, een Annael of
Landboek te doen zamenstellen en opmaken, wordende daartoe inzonderheid
gecommitteerd Kempo van Martena. 27 Februarij 1528. II, 540.
Annaal of Landboek. Zie Voorrede, I, 25.
Anthonij-Gasthuis (St.). Heer Jelto,
Prebendarius te
Oldehoof, verkoopt aan Burgemeesters, Schepenen en Raden te Leeuwarden,
het Hof, liggende naast het St. Anthonij-Gasthuis, voor twaalf gouden
guldens jaarlijksche renten, uit de stads boterwaag, in twee termijnen
te ontvangen. 12 December 1536. II, 691
--Opene brieven, door den Hertog van Anjou verleend, tot aggreatie
der verdeeling van de landhuren en eeuwige renten der drie kloosters
binnen Leeuwarden, door den Magistraat, op verzoek der Voogden van het
St. Anthonij-Gasthuis, Huisarmen en Weesmeesters aldaar, tusschen hen
gemaakt, tot onderhoud der arme en noodlijdende weduwen en weezen en
andere ongelukkige personen. 4 April en 18 Mei 1582. IV, 289
--Zie Leeuwarden.
Antwerpen. Obligatie ofte Acte, door de
ingezetenen te
ondertekenen en te passeren, aangaande eene vrijwillige Contributie,
voor den tijd van drie maanden, tot ontzet van de stad Antwerpen.
.. Mei 1585. IV, 536
--Instructie tot den ommegang en
opteekening van de vrijwillige Contributie, tot ontzet van Antwerpen.
31 Mei 1585. IV, 536.
--Verzoek van den Magistraat van Leeuwarden aan den Stadhouder en
Gedeputeerden, om elucidatie van de instructie en obligatie, rakende de
vrijwillige Contributie, met presentatie, om in plaatse van dien eenen
extraordinairen maandelijkschen omslag op den Floreen dadelijk op te
schieten. 1 Junij 1585. IV, 538.
--Rescript van den Stadhouder en Gedeputeerde Staten, op het
verzoek van den Magistraat van Leeuwarden, tot elucidatie van de
instructie en obligatie, aangaande de vrijwillige Contributie. 2 Junij
1585. IV, 540.
--Missive van den Stadhouder en Gedeputeerden aan die van
Leeuwarden, hen nogmaals ernstig vermanende, om nopens de vrijwillige
Contributie, tot ontzet van Antwerpen en Mechelen, hunne uiterste
naarstigheid aan te wenden. 14 Junij 1585. IV, 540.
--Zie Betaling. Landsdag No. 19. Recessen. Renten. Vast- en Bededag.
Anze. Certificatie der Gecommitteerde Raden,
Boden en
Gezanten des Keulschen derden deelsche gemeene Duitsche Anze, in de
stad Keulen vergaderd, dat de stad Bolsward en hare ingezetenen
aanhoorige leden der Duitsche Anze zijn. 1 October 1549. III, 172.
--Zie Privilegiën. Vrede.
Apostaten. Zie Ludingakerk (Abt van).
Apostillen. Zie Landsdag No. 44, 46.
Rekeningen. Tractementen. AppelRorven Zie Maten..
Appellen. Resolutie, behelzende eene orde op
de Appellen,
welke door het Collegie bij de Heeren Staten ingesteld worden. 10 Maart
1677. V, 1123.
--Resolutie, dat geene Appellen zullen worden aangenomen, voor en
aleer de Appellant in handen van 's Lands Secretaris zal hebben
geconsigneerd de som van vijftig Caroli-gulden. 22 November 1690. VI,
172.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, betrekkelijk het Appelleren
van dispositiën der Deputaten Klassis. 21 Julij 1699. VI, 327.
--Zie
Hengsten. Landsdag No. 31. Nedergeregten.
Appointeerden. Resolutie op de aanneming en
betaling der bezoldiging van de Appointeerden. 9 Februarij 1599. IV,
1026.
--Resolutie, waarbij eenige middelen beraamd worden, waardoor men
van tijd tot tijd zeker zij, dat de Appointeerden, op deze Provincie
staande, bij levenden lijve zijn. 30 Maart 1673. V, 975.
Appointementen. Resolutie, dat geene
Appointementen op
Requesten zullen geschreven worden, dan in presentie van vijf Heeren
der Gedeputeerden, en de President gehouden zal zijn, alle brieven in
het Collegie te openen. 7 Junij 1654. V, 571.
Apprehensie. Zie Loo (B. van).
Approbatie. Zie Gedeputeerden. Oost-Indische
Compagnie. Sijnode. Unie.
Arbeiders. Zie Kapitein. Knechten.
Arbiters. Zie Dijken.
Arbitrament. Zie Dijken. Zeedijken.
Archidiaconatum. Zie Landsdag No. 9, 11.
Aremberg (Grave van). Missive van Duco van
Martena, nopens
het geven van eene attestatie van de goede regering van wijlen den
Grave van Aremberg. . . Augustus 1568. III, 751.
--Zie Friesland. Landsdag No. 9, 10, 11. Stadhouders.
--Weduwe van. De Gravinne Weduwe van Aremberg
recommandeert zich
en hare Kinderen in de gunst en vriendschap der Heeren Staten. 31 Julij
1568. III, 740.
--Missive van Johan van Roorda, uit naam van de Gravinne Weduwe
van Aremberg geschreven, om haar in de aanhoudende gunst en vriendschap
der Heeren Staten van Friesland aan te bevelen; en verzoek, om de goede
regering van haren Gemaal, bij den Hertog van Alva met lof te willen
vermelden, als ook haren Zoon tot de successie in het Stadhouderschap
in 's Vaders plaats aan te bevelen. 1 Augustus 1568. III, 741.
--Missive der Friesche Gedeputeerden aan den Heere Johan van
Roorda, waarbij zij hem verzoeken, Mevrouw de Gravinne Weduwe van
Aremberg, uit hunnen naam te betuigen, volkomen voldaan en vergenoegd
te zijn geweest over de loffelijke regering van haren Gemaal, en met
hare Genade alle deel nemen in de regtmatige droefheid over het
smartelijk verlies van denzelven, met verzekering, dat het hun zeer
aangenaam zoude zijn, haren oudsten Zoon tot opvolger van zijnen wijlen
Vader in het Stadhouderschap te mogen erlangen enz. 19 Augustus 1568.
III, 745.
Arend van Egmond. Zie Leen.
Arisse. Zie Stavoren.
Arkel (Jan van). Zie Leen.
Armen. Request over het onderhoud der Armen te
Leeuwarden, met het appointement. 12 December 1579. IV, 97.
--Publicatie over het onderhoud der Armen, en verbod om kamers of
woningen aan menschen, van buiten inkomende, te verhuren, buiten
consent van den Magistraat, op boete van drie Caroli-gulden. 22
December 1579. IV, 106.
--Missive aan de Grietslieden en
Magistraten, nopens
de gevallen en verschillen wegens het onderhoud en de alimentatie der
Armen. 2 Mei 1701. VI, 360.
--Zie Bedelaars. Mindergetal. Oortjesgelden. Trouwen. Wachthoudinge.
Armengelden. Resolutie, dat de Grietslieden en
Magistraten der Steden de verdeeling der Armengelden zullen hebben. 25
April 1656. V, 586.
--Zie Middelen (Generale).
Armenhuis. Zie Bildtrente.
Armenlanden. Resolutie, dat de verhuring der
Armenlanden
voortaan zal geschieden door den Officier of Magistraat van de plaats,
daar dezelve gelegen zijn. 22 October 1624. V, 290.
Armenstaat. Extract-Resolutie van den
Magistraat van
Leeuwarden, dat gealimenteerde personen, zonder kinderen verstervende,
hunne nagelatene goederen niet zullen erven, of gemaakt mogen worden
aan hunne naastbestaanden of andere vrienden, maar komen tot profijt
van den Armenstaat. 8 Augustus 1582. IV, 307.
Arminiaansche Factie. Zie Remonstranten.
Arnhem (Regering- van). Zie Vossegat (Het).
Arragon (Admirant van). Zie Gevangenen.
Arrest. Ordonnantie tot een generaal Arrest op
alle
uitgaande schepen, en om de namen der schippers en schepen op te
teekenen; voorts de burgers, die vertrekken willen, borg te doen
stellen voor hunne provisie van granen, proviand, ammunitie en andere
lasten, waarop zij zijn of binnen het jaar zullen worden getauxeerd, en
ten laatste om op den naastvolgenden Zondag God openlijk te danken voor
het ontzet van Steenwijk. 27 Februarij 1581. IV, 237.
--Zie Kloostergoederen. Lijfpensioenen. Predikants-Weduwen. Schepen.
Arresteren. Zie Embden. Overijssel.
Artikelen. Zie Doleantiën. Franeker.
Gecommitteerden.
Gedeputeerden. Grietslieden. Merode (B. v.). Pointen. Presentatie.
Privilegiën. Sneek. Stadhouder. Verschillen. Volmagten. Vrede.
Artillerij. Verbindtenis van Prins Karel van
Spanje, om,
volgens den gemaakten Inventaris, alhier geïnsereerd, de Artillerij en
Ammunitie, welke Hertog Georg van Saksen bij de overdragt van Friesland
had achter gelaten, en aan Hoog gemelden Prins voor den tijd van een
jaar ter leen gegeven, te restitueren, of bij gebreke diets de waarde
daarvoor op tauxatie te betalen. 6 Maart 1519. II, 373.
--Quitance de Bernard Sterker. 6
Maart 1519. II,
376.
Kwijtbrief van Bernard Sterker voor de gedeeltelijke waarde,
waarop geschat is het materieel der Artillerij en Ammunitie in gemelde
Verbindtenis omschreven. (Vertaling.)
--Ordonnance de Charles, Roi des Romains, de la somme de 10,000
florins d'or, faisant 14,000 florins de 40 gros pièces, paijable a
George, Duc de Saxe, ou à celui aijant pouvoir de lui, pour le
paijement de l'Artillerie, qu'il avoit laissé dans le paijs de Frise,
lorsqu'il l'avoit cedé à ce Prince.
Ordonnantie van Karel, Koning der
Romeinen, ter somma van 10,000 goudguldens, uitmakende 14,000 guldens
van 40 grossen 't stuk, te betalen aan Georg, Hertog van Saksen, of aan
deszelfs volmagt, tot voldoening van het Schutgevaarte, in Friesland
gelaten, wanneer hij dit aan dien Vorst had afgestaan. 7 Maart 1519.
II, 376.
--Georgius Saxoniae Dux, jus suum ad decem millium florenorum
aureorum, quos sibi Carolus Romanorum et Hispaniarum Rex debebat, pro
machinis quibusdam bellicis in Frisia relictis, cedit ac tradit Jacobo
Fuggero.
Hertog Georg van Saksen doet afstand van zijn regt op de som
van 10,000 goudguldens, welke Koning Karel van Spanje hem schuldig was,
wegens overdragt van 't Schutgevaarte, in Friesland achtergelaten, ten
voordeele van Jacob Fuggers. 23 November 1519. II, 385.
--Quitance de Bernard Sterker.
Kwijtbrief van Bernard Sterker, voor de
betaling van gemelde som. 30 December 1520. II, 412.
--Request der Friesche Steden aan de Generale Staten, te Brussel
vergaderd, houdende verzoek, om order te willen stellen tot restitutie
der Artillerij, Wapens en Ammunitie, haar door den Heer van Billy en
anderen ontnomen, en thans in handen zijnde van verschillende
Krijgsoversten. .. Maart 1577. III, 1118.
Artillerij-huis. Zie Catharina-Kerk.
Arum. Zie Vrijgeleide.
Arumer-vaart. Zie Hitzumertille.
Asgha (Jonge). Zie Mantgum.
Asighen. Zie Regt.
Assayeur. Zie Munt.
Assessoren. Zie Landsdag No. 43.
Assignatie. Zie Burmania (D. van).
Assurantiën. Zie Schepen. Zeeregten.
Atlas. Zie Schotanus a Steringa.
Attestatie. Attestatie van Sybrand Hiddema,
Johan Hiddema,
en Willa Sybransma, dat Yke Rypkesdochter Kepinga, in de verdeeling
harer goederen, haren broeder, Heer Jemke, heeft toegelegd zes
pondematen land te Lichtaard. 28 Augustus 1451. I, 541.
--Zie Aalsum. Klaarkamp. Lijfrente.
Attestatiën de vita. Zie Obligatiën.
Audiëntie. Ordonnantie, dat niemand ter
Audientie van den
Commissaris op de Rolle op de zaal van den Hove zal wandelen. 22 Maart
1575. III, 1009.
Augsburg. Zie Verbond.
Augsburgsche Confessie. Resolutie, waarbij aan
de Gemeente
van de Augsburgsche Belijdenis vergund wordt, hunne Godsdienst in
stilte, en zonder het roeren van eene klok, vrij te mogen oefenen in
een particulier huis, hetwelk zij daartoe willen bekwamen. 22 Julij
1681. V, 1194.
Angustinusga. Zie Gerkesklooster.
Aurelius Verus. Zie Voorrede, I, 25.
Autographa. Zie Sijnode.
Autorisatie. Zie Aernsma. Negotiatie.
Autoriteit (Delatie van). Zie Leycester (Grave
van).
Aybe Rambodisma. Zie Potter (T.).
Aylva (T. Epaz.). Tjaard Epazoon Aylva
verzoekt Sikke
Zyaarda om hulp en bijstand tegen Wiba Sibrensz. en de zijnen. 6 Junij
1484. I, 726.
--Zie Westergoo.
--D. v.. Zie Vaart.
--E.. Zie Hugo.
--J. v.. Zie Trekweg.
--T. v.. Zie Doleantiën.
Aysma (H. van). Procuratie der Steden in
Friesland op Doctor
Hessel van Aysma, om met de andere Gedeputeerden en Volmagten der
Nederlanden, aangaande den algemeenen Religions-Vrede, te communiceren,
accorderen en te sluiten. 19 Junij 1578. III, 1200.
--Redenen, die den Stadhouder en Gedeputeerden bewogen hebben, om,
met voorweten van de Gecommitteerden der Generale Staten, Doctor Hessel
Aysma van den staat zijner Presidentschap te deporteren. ..... 1582. IV, 331.
--Commissie bij surrogatie, vermits Dr. R. Ulenborg zich heeft
geëxcuseerd, op Hessel Aysma, als ordinaris Gedeputeerde wegens de
Steden, voor een jaar. 21 Junij 1586. IV, 629.
Aysma (H. van). Zie Camminga. Gezanten.
Godsdienst. Hof van Friesland. Landsdag No. 19. Oorlog. Vacatiën.
Ayta (Wigle van). Zie Gedeputeerden.
Aytta (Rintje Folkertsz.). Zie
Oostdongeradeel.
Azijnen. Zie Landsdag No. 43.
Azygen (P.). Zie Buweklooster.
B.
Baaijen. Zie Lakens.
Baar. Zie Aalsum. Franeker. Gerkesklooster.
Klaarkamp. Orck Abbez. Zoen.
Baarderadeel. Aanschrijving van den Hove van
Friesland aan
Dominicus Piebesz., Grietman van Baarderadeel, om zich te informeren op
de Costumen, aldaar geuseerd wordende, en dezelve aan den Hove over te
zenden. 26 April 1542. II, 849.
--Artikelen van Costumen en gewoonten, die dagelijks
in Baarderadeel en andere plaatsen geuseerd worden, door
Gecommitteerden van dat Deel geconcipieerd, en op order van den Hove
van den 26 April 1542 in geschrifte gesteld. 8 Mei 1542. II, 860.
--Antwoord van Dominicus Piebesz. aan den Hove
van Friesland, ten geleide der Costumen in Baarderadeel geuseerd, en
door Gecommitteerden van dat Deel, op order van gemeld Hof, in
geschrifte gesteld. 13 Junij 1542. II, 862.
--Commissie, door de Heeren Gedeputeerde Staten van Friesland
gepasseerd op Tjomme Sybrandszoon, als Secretaris van
Baarderadeel. 16 October 1583. IV, 397.
Backer (L. J.). Aan Lambert Jansz. Bakker zijn
de goederen
van Eso Tjaardsz. te Grouw toegestaan, om zijne schade te verhalen. 19
September 1517. II, 359.
Baerdt (D. van). Zie Hendrik Casimir II.
Baex (Gysbert van). Karel, Koning van Spanje,
schenkt aan
Gysbert van Baex, Raad, tot eene belooning voor zijne groote en
menigvuldige diensten, bijzonder in het beleg van Leeuwarden bewezen,
al de goederen van Pier Epes Minnema, om zijne oproerigheid verbeurd
verklaard. 30 Augustus 1516. II, 334.
Bailly (G.). Request op Artikelen gesteld,
gepresenteerd
door G. Bailly, als Volmagt van den Grave van Rennenberg, verzoekende
bijstand in de herwinning en wederbrenging van de Nederlanden onder de
gehoorzaamheid des Konings, en herstel van voornoemden Grave en anderen
in hunne vorige bedieningen enz.; - met de Appointementen, daarop
gegeven. 6 October 1580. IV, 211.
Bakengeld. Zie Ton- en Bakengeld.
Bakens. Zie Meiboomen. Tonnen en Bakens.
Bakkers. Resolutie, waarbij, terwijl vele
baatzuchtige
Bakkers uitgepelde zemelen en geweekte heele rogge onder het meel
vermengen, tot merkelijke schade van 's Lands Impositie, de Heeren
Gedeputeerden gelast worden, den inhoud van het Plakkaat, door de
Staten van Holland op dit subject geëmaneerd, mutatis mutandis, binnen
deze Provincie te publiceren. 1 October 1692. VI, 197.
--Plakkaat, waarbij aan de Bakkers verboden wordt, zemelen of
ongemalen rogge onder het meel, tot brood geschikt, te mengen, en
verdere bepalingen dienaangaande. 1 October 1692.
VI, 197.
--- Zie Granen. Landsdag No. 6, 78. Molenaars.
Bakkeveen. Zie Vaart.
Baldadigheden. Zie Voorrede I, 78.
Balderik. Zie Jagt.
Balduin (Aartsbisschop). Zie Regt.
Ballingen. Zie Vrijgeleide.
Balslaan. Zie Zwaarddansers.
Ban. Waarschouwing, om met de in den Rijksban
gedane
inwoners van Maagdenburg, en de huislieden binnen den omtrek van drie
mijlen buiten die stad, niet te handelen noch te converseren, bij poene
van in denzelven Ban te vallen. 22 Junij 1549. III, 172.
--Zie Remissiën (Brieven van).
Bankeroeten. Zie Godsdienst.
Bannen. Zie Krijgsgeregt.
Bannissement. Bannissement van eenige Personen
uit Friesland. 18 Mei 1568. m, 734.
Barbarije. Zie Slaven.
Barelts (IV.). Zie Landsdag No. 42.
Barlaimont (G. van). Zie Gilles van Barlaimont.
Barra-Convent. Oene Jowsma, Grietman in
Leeuwarderadeel;
Jowta Scroetsz., Grietman in Tietjerksteradeel; Gotta Baukis, Grietman
in Smallingerland; Tjaard Gerrytsz., Grietman in Idaarderadeel;
Grietmannen in de Leppa der Vier Deelen, met hunne Mederegteren, staan
toe aan het Barra-Convent te Bergum de Lyoedsmeerdam (Bergumerdam) met
zijn toebehooren, in het eeuwige; mits daarin leggende eene Zijl van
acht mans voeten, en de oude Bornzijl digt houdende, opdat er aan de
Vier Deelen geen hinder of schade van kome; waartegen het Convent de
Visscherij in den Dam zal hebben. En wanneer er eenig gebrek in den Dam
komt, moeten de Monniken zulks terstond maken, waarvoor zij ten
onderpand moeten stellen honderd pondematen land, geheeten in de
Stukken. 1 Augustus 1482. I, 715.
Barradeel. Zie Franeker. Grensscheiding. Rebellen.
Bartholomeus-dag. Zie Jagt.
Bastaard (Jan de). Zie Kapitein.
Bastaarden. Zie Legitimatiën.
Baudimont (F.). Zie Landsdag No. 33. Oorlog.
Bauwingha (U.). Zie
Aalsum.
Becius (Joh.). Resolutie der Heeren
Gedeputeerden, waarbij
het boek van Johannes Becius: Twijffelingen en zwarigheid over de
Drieeenheid, verboden wordt. 18 Augustus 1687. VI, 128.
Bededag.
Uitschrijving van een` Bededag tegen den 10 October; benevens order,
dat sommige Pausgezinden binnen acht dagen voor den Hove moeten
compareren, om voldoening te geven nopens hun gedrag, of bij
non-comparitie gehouden en behandeld zullen worden als vijanden des
Vaderlands. 25 September 1580. IV, 208.
--Zie Antwerpen. Dank- en Bededag. Dank- Vast- en
Bededag. Vast- en Bededag.
Bedelaars. Plakkaat
tegen de
Lediggangers, Bedelaars en Troggelaars. 18 September 1533. II, 644.
--Ordonnantie, dat alle uitheemsche Lediggangers, Bedelaars en
Landloopers, geene woonplaats hebbende, of sedert een half jaar gehad
hebbende in Friesland, binnen acht dagen uit denzelven Lande moeten
vertrekken, bij poene van geeseling of bannissement op de galeijen. 12
November 1565. III, 659.
--Resolutie tot wering der Bedelaars en Vagebonden, die
zich in deze Provincie onthouden; met verderen last om de Grietslieden
ten platten Lande, zoo aan de grenzen als anders, met soldaten te
ondersteunen. 23 October 1629. V, 322.
--Plakkaat tegen de Bedelaars en Vagebonden. 10 November 1629. V, 323.
--Resolutie, dat alle kinderen van Bedelaars of arme Lieden,
vreemde of inheemsche, oude of jonge, zullen worden terug gezonden
naar de plaatsen hunner geboorte. 30 Maart 1660.
V, 640.
--Plakkaat tegen de vreemde Bedelaars, en inzonderheid
dezulken, die voorwenden met Lazarije besmet te zijn, en met kleppen
door het land loopen. 10 Januarij 1662. V, 665.
-- Resolutie, om een Plakkaat te laten
uitgaan,
waarbij de vreemde Lazarussen en lamme en verminkte Bedelaars uit den
Lande geweerd, en aan elke Stad of Grietenij gelast zal worden hunne
eigene Lazarussen en verminkte Bedelaars bij zich te houden en te
verzorgen. 16 Mei 1662. V, 681.
--Plakkaat tegen allerhande Land en Steden doorloopende
Bedelaars. 23 Mei 1663. V, 694.
--Plakkaat tegen gefingeerde, vreemde Lazarussen en alle
andere omloopende stoute, luije Bedelaars, Vagebonden, onnutte, schade
doende en overlastige Omloopers, Nachtgangers, Keesjagers,
Zwaarddansers en Nieuwjaarszingers, zoo mannen, vrouwen als kinderen.
31 December 1663. V, 703.
--Resolutie, betrekkelijk de Plakkaten tegen de Bedelaars,
Vagebonden en Landloopers, en derzelver uitvoering. 25 September 1697.
VI, 279.
--Plakkaat tot wering van Nachtloopers, Vagebonden en
stoute Bedelaars. 25 September 1697. VI, 280.
--Plakkaat tegen de huisbraken en het omzwerven van Bedelaars
ten platten Lande en in de Steden dezer Provincie. 22 Februarij
1698. VI, 283.
--Plakkaat nopens de Vagebonden en Bedelaars. 19 Julij
1704. VI, 419.
--Zie Inundatie. Landsdag No. 6, 9, 11, 63, 66. Paskwillen.
Vagebonden. Zwaarddansers.
Bedelen. Plakkaat tegen het loopen Bedelen, en
het doen van
overlast en geweld van sommige zoogenaamde Krijgslieden ten platten
Lande. 2 December 1532. II, 625.
Beden. Zie Geestelijkheid. Schatting.
Bedijking:. Zie Bildt. Bildtlanden. Dijken.
Louwsmeer. Munt (De).
Workumer-Buitenlanden.
Beelden. Zie Luther. Sijnode.
Beeldenstormers. Zie Kerkschenders.
Beesten. Ordonnantie, dat men de Beesten uit
de Ommelanden,
die zij hier door, naar elders in veiligheid willen brengen, zonder
belasting of beletting vrij zal laten passeren, met de gereedschappen
daarbij behoorende; en de andere Goederen, die dezelve hier willen
bergen, in goede bewaring nemen. 20 Junij 1580. IV, 171.
--Plakkaat, waarbij verboden wordt de uitvoer van levendige en
geslagte Beesten, Huisgeraden of tilbare Goederen; gelijk ook geen
Soldaten op de havens te laten passeren zonder paspoort, maar die op te
houden en aan te brengen. 2 Julij 1581. IV, 261.
--Publicatie van den Magistraat van Leeuwarden, dat men
geene Beesten op kerkhoven, bolwerken noch straten mag laten weiden,
noch varkens aan de straat leggen of plaatsen. Voorts dat niemand aan
de Bolwerken mag breken of beschadigen. En eindelijk de Engelsche of
Duitsche Soldaten niet te beleedigen. .. December 1581. IV, 284.
Beesten.
--Zie Landsdag No. 6. Schutterij.
Beestiaal.Verklaring van de Volmagten der
Steden, om te
willen behouden het 8e. Artikel van de Ordonnantie op het Beestiaal,
zonder in het roijeren van hetzelve te consenteren. 20 October 1586.
IV, 658.
--Resolutie van de Staten, uitgezonderd de Steden, waarbij
het 8e. Art. van de Ordonnantie op het Beestiaal wordt geroijeerï 27
October 1586. IV, 661.
Beetgum. Zie Predikanten.
Beetsterzwaag. Publicatie van de vergunning
des Keizers, om
twee vrije Jaarmarkten op Beetsterzwaag te hebben, en order om het
Plakkaat, dat men niet Oostwaarts zal mogen varen, te publiceren. 16
Maart 1536. II, 683.
Begrafenissen. Zie Boelgoeden. Processiën.
Begraving. Zie Vee (Gestorven).
Beijem (L. van). Zie Soldaten.
Beijeren (Albert van). Zie Albert van
Beijeren.
--Hertog van. Zie Wapenstilstand.
--Jacoba van. Zie Zoen.
Bekendmaking. Zie Thaede Gherbaz.
Bekker (B.). Resolutie, waarbij zeker Boekje
van Balthazar
Bekker
getiteld: Balthasaris Beckeri defensio justa et necessaria, aan de
Deputaten Sijnodi gezonden wordt, om hetzelve te onderzoeken. 18 Maart
1673. V, 972.
Bekrachtiging. Zie Gifte.
Belastingen. Zekere Artikelen, den Heere
Stadhouder en Raden
voorgesteld, aangaande sommige Belastingen des Lands, en beramingen van
eenige verdere binnenlandsche schikkingen. 23 April 1529. L. B. 184.
II, 555.
--Uitspraak door de Gecommitteerden van hunne Edel Mogenden
de Heeren Staten van Friesland uitgebragt, nopens de Belastingen
aldaar. 13 September 1633. V, 358.
--Zie Aangifte. Dokkum. Goederen. Hindeloopen,
Krijgsvolk. Landsdag No. 8. Middelen. Wijnen.
Belegering. Zie
Steenwijk. Vast- en Bededag.
Belgia (Cath.). Zie Frankrijk (Koning
van).
Belijdenis des Geloofs. Zie Boekje.
Bellingwolde en Bourtange. Missive aan hunne
Hoog Mogenden
de Staten Generaal, waarin Friesland het regt, om over de vervallene
middelen van consumtie in de Forten van Bellingwolde en Bourtange te
disponeren, tracht te handhaven. 6 April 1631. V, 329.
Bellingwolder-Schans en Zyl. Zie Coevorden.
Beloften. Zie Albert van Beijeren.
Doopsgezinden. Gedeputeerden. Mennonieten.
Beluiden. Zie Buuren (Grave van).
Bemanning. Zie Wapening.
Beneficiaal-Boeken. Zie Goederen
(Geestelijke). Registers. Voorrede II, 86.
Beneficiaat. Zie Franeker.
Beneflciale Goederen. Zie Predikanten.
Beneficie van Inventaris. Zie Remissiën
(Brieven van).
Beneficiën. Resolutie op het stuk van de
Beneficiën,
Resignatiën, nieuwe Electiën, Distributiën en Leengoederen in
Friesland. 31 Maart 1580. IV, 144.
--Interpretatie van het 21e
Artikel der Resolutie op de
Beneficiën van den 31 Maart ll., namelijk om geene Priesters, schoon
zich anderzins wel gedragende, eenige Pensie te laten volgen, tenzij
zij beloven hunne Concubinen in het openbaar te trouwen. 2 Mei 1580.
IV, 150.
--Zie Collatie. Landsdag No. 3, 4, 5, 6, 25. Leen. Menno Simons.
Registers. Tractaat.
Berd (T. v. d.). Zie Aalsum.
Berg (Graaf van den). Zie Stellingwerf
Westeinde.
Bergen (C. van). Zie Egmond (Grave van).
Bergen in Henegouwen. Zie Processiën.
Berging. Zie Watervloed.
Bergloon. Zie Strandgoederen.
Bergum. Zie Kloosters.
Bergumerdam. Zie Barra-Convent. Ludsumerdam.
Berlikum. Zie Franeker. Geuzen. Predikanten.
Beroepbrief. Zie Priesters.
Beroerten. Commissie, van wege Zijne
Koninklijke Majesteit,
gepasseerd op Lieuwe Everard en Jan Charles, om informatie te nemen op
de binnenlandsche Nieuwigheden, Commotiën, Beroerten en Misbruiken. 14
September 1567. III, 717.
--Plakkaat, dat niemand uit den Lande zal mogen trekken met zijn
huisgezin en goederen, om absent en in andere Landen te blijven, bij
poene van culpabel of immers suspect gehouden te worden aangaande de
inlandsche Beroerten, ten zij hij vier of zes weken respective te voren
van zijn voornemen behoorlijk kennis
geve, en daartoe, eerlijke en wettige redenen bevonden wordende,
permissie bekome. 18 September 1567. III, 718. Zie Franeker.
Bescherming des Geloofs. Zie Floris (Foeke).
Landsdag No. 12.
Beschuldigingen. Zie Verdediging. Verschillen.
Besluiten. Zie Landsdag No. 33, 74.
Bespieders. Zie Brandstichters.
Bestand. Zie Franschen. Friesland. Lasten.
Leeuwarden. Verbond.
Vrede. Vrijgeleide. Wapenstilstand.
Besteding. Zie Ee (De).
Betaling. Zie Dokkum. Franschen. Friesland.
Gezanten.
Kanselarij-Geregtigheden. Krijgsbezettingen. Krijgsvolk. Landsdag No.
14, 15, 16, 17, 25, 58, 66. Leeuwarden. Lijfrente. Martena (K. van).
Propijn. Resten. Soldaten.
Beteugeling. Zie Wederdoopers.
Bethaniën. Zie Trajecto (C. de).
Betonnen. Zie Amelandergat .
Beucker (J.).
Zie Landsordonnantie.
Beurzen. Resolutie, waarbij de Heeren
Gedeputeerden gelast
worden aan geene Studenten vrije Beurzen, boven het gewone getal, te
verleenen. 21 November 1673. V, 999.
Bevelhebbers. Missive van den Prins van Oranje
aan de
Staten van Friesland of hunne Gedeputeerden, verzoekende goede toezigt
te nemen, dat in de Steden en Landen geene Bevelhebbers, Officiers of
Bedienaars van Justitie in de Steden worden aangesteld, dan die de
zaken van de geunieerde Provinciën getrouw zijn en zulks met de daad
betoonen. 29 November 1583.
IV, 407.
--Missive des Prinsen van Oranje aan den Magistraat
van Leeuwarden, zoo omtrent het removeren van de kwalijk gezinde
Officiers en Ambtenaren reeds in functie zijnde, als het niet
aanstellen van de zoodanigen in het toekomende. 29 November 1583. IV,
407.
--- Resolutie der Heeren Gedeputeerden, rakende de
verkiezing van nieuwe Bevelhebbers, en goedkeuring der verandering van
dezelve binnen Leeuwarden. 15 Augustus 1616. V, 222.
Beveworden (H. van). Heer Heydenrick van
Beveworden bekent
los, kwijt en vrij te laten Alijt, alias Lisebet, Arends dochter,
indien zij Geestelijke wordt en blijft; en indien niet, zoo zal zij aan
hem en zijne erfgenamen weder verbonden zijn in denzelfden eigendom,
als zij te voren was. 7 December 1511. II, 273.
Bewijsschriften. Zie
Krijgsvolk.
Bewindhebbers. Zie Predikanten. Landsdag No.
84. West-Indië.
Bezaaide Landen. Zie Hoorngeld. Penning
(Vijfhonderdsten).
Bezegelingen. Resolutie, dat men zich in het
doen van
Bezegelingen in sterfhuizen, daar Weeskinderen zijn, zal moeten
reguleren naar de Landsordonnantie. 25 Mei 1661. V, 658.
Bezetting. Zie Coevorden.
Bezittingen. Zie Ingezetenen. Opschot.
Bezwaarbrieven. Verbod om geene Bezwaarbrieven
van den
Bisschop van Utrecht of andere vreemde Heeren in Friesland te brengen;
alsmede dat de Bisschop bij ontstane verschillen aldaar een Regter zal
aanstellen 1447. I, 529.
Bezwaarnissen. Zie Friesland.
Bezwaren. Zie Gedeputeerden.
Bibliotheek. Statuta et Leges ad curam
Bibliothecae pertinentes. 20 Maart 1650. V, 523.
Bibliotheken. Vermelding der voornaamste
Bibliotheken. Zie Voorrede II, 21, 26.
Bidden. Aanschrijving, om Gods zegen over 's
Keizers Wapenen
af te bidden, algemeene Processiën te houden, en andere goede werken te
doen. 3 September 1543. III, 27.
--Zie Nedergeregten. Religieusen.
Biecht. Zie Kinderen (Ongedoopte).
Bier. Bieren. Missive aan de Heeren
Burgemeesteren en
Regeerders der stad Haarlem, waarbij aangetoond wordt, dat het bezwaren
der Haarlemmer Bieren niet strijdig is met de Unie. 10 Maart 1702. VI,
371.
--Zie Eetbare waren. Eetwaren. Excijs. Franeker.
Hoorngeld. Impost. Landsdag No. 6, 9, 11.
Sneek. Tarwe. Tol. Wijn.
Bierdragers. Ordonnantie bij den Hove van
Friesland gemaakt
op het Bier- en Roggedragen binnen den dorpe van Kollum. 18 September
1562. III, 576.
--Zie Accijs.
Bierstekers-Tonnen. Zie Biervaten.
Biertonnen. Publicatie van den Magistraat van
Leeuwarden, nopens
de Biertonnen. 7 September 1543. III, 27.
Biervaten. Plakkaat, dat niemand de Haarlemmer
Biervaten mag
onder zich houden, gebruiken, vermaken, breken of
verbranden. 12 Junij 1566. III, 668.
--Resolutie,
waarbij het Collegie gelast wordt, de Plakkaten tegen het
bederven
der Biervaten te vernieuwen, en eenen Opzigter over dezelve
aan te
stellen. 16 December 1693.
VI, 228.
--Plakkaat tegen het aanhouden en
gebruiken van Brouwers- en Bierstekers-tonnen. 5 Januarij 1694. VI,
229.
Bijlagen.
Zie Landsdag No. 76.
Bijzitters. Zie Boelgoeden. Landsdag No. 28,
78. Mesvechten. Papisten. Stemmen. Stemming.
Bildt. Reversbrief door Georg, Hertog van
Saksen, rakende
het Bildt, aan de Prelaten, Kerkvoogden, Hovelingen en Huislieden
gegeven. 9 Julij 1506. II, 251.
--Procuratie voor de Heeren Ruurd van Roorda cum soc., om
ten overstaan van eenen Commissaris uit den Hove van Friesland, met den
Heere Rentemeester Boudewijn van Loo met vriendschap eene goede
compositie te maken, over de scheiding van de voorlanden van het Bildt
en van de Vijf Deelen. 17 Julij 1559.
III, 463.
--Octrooi voor de Grietenij het Bildt, om in St. Anna
Parochie
alle Maandagen eene Weekmarkt, en bovendien twee vrije Jaarmarkten te
mogen houden, onder voorwaarde van jaarlijks tot recognitie te betalen,
de som van drie ponden van veertig grooten Vlaamsch ieder. .. Maart
1574. III, 962.
--Octrooi voor de Grietenij het Bildt, om de jaarmarkt in St.
Anna Parochie te mogen stellen op den 14 Mei, in plaats van op den 28
April, mits jaarlijks in plaats van drie, zes Caroli-gulden te betalen.
11 November 1579. IV, 88.
--Octrooi, wegens het bedijken van den nieuwen aanwas op
't Bildt, verleend voor den tijd van vijftig jaren, met vrijdom van
Lands lasten. 13 Mei 1682. V, 1201.
--Resolutie, waarbij den Ingelanden en Eigenerfden van het nieuwe
Bildt toegestaan wordt, dat het Octrooi, betrekkelijk den nieuwen
aanwas van het Bildt, in den jare 1682 aan de Heeren van Haren en van
Aylva cum soc. verleend, waarvan zij het regt door cessie verkregen
hebben, niet eerder dan den 27 November 1688 zijn aanvang zal nemen. 29
Maart 1690. VI, 163.
--Notificatie, betrekkelijk het verboeken der Landschapslanden
op het Bildt. 5 Augustus 1693. VI, 206.
--Nadere Notificatie als boven. 4 April 1699. VI, 323.
--Zie Aartsdekenschap. Bildtdijk. Dijken. Duikelhoofd. Granen. Jagt.
Rebellen. Steden. Stemcohieren.
Bildtdijk. Accoord tusschen de Volmagten van
de drie
Parochiën op het Bildt ter eener, en den Rentemeester van het Kapittel
ad Sanctum Vitum binnen Leeuwarden uit Mariengaarde, met eenige
Capitulariën ter andere zijde, over de onderhouding van den Bildtdijk.
7 Februarij 1576. III, 1045.
--Zie Dijken.
Bildtlanden. Acte, waarbij Hertog Georg van
Saksen verklaart
geaccordeerd te zijn met eenige Hollandsche Edelen, over de bedijking
en het gebruik der Bildtlanden. 18 Januarij 1505. II, 243.
--Accoord tusschen Petrus, Abt te Lidlum, Salingnus,
Pater te Aanjum en de Conventualen deszelven Kloosters, Pastoren,
Vicariën, Prebendariën, Kerkvoogden, Hovelingen en gemeene Huislieden
ter eener, en Georg, Hertog van Saksen ter andere zijde, rakende de
Bildtlanden. 9 Julij 1506. II, 250.
--Verklaring, gedaan door den Hertog Georg van Saksen,
betreffende de minderjarige kinderen, die, meerderjarig geworden
zijnde, het Accoord, tusschen hem en den Abt van Lidlum cum soc. gemaakt
over de Bildtlanden, niet willen goedkeuren. 9 Julij 1506. II, 251.
--Acte van vergoeding, door den Hertog Georg van Saksen,
aan eenige Geestelijken bijzonder gegeven, wegens hunne pretensiën
op sommige stukken Bildtlandt. 9 Julij 1506. II, 252.
--Den Bildtmeijers geaccordeerd de Landen op het Bildt
het eerste jaar vredelijk te mogen gebruiken, zonder pacht te geven. 2
November 1517. II, 359.
--Verbaal, gehouden nopens het scheiden van Zijner Koninklijke
Majesteits buiten Bildtlanden in Friesland. 24 October 1559. III, 478.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, dat alleen
koopers van de Oude en Nieuwe Bildtlanden, wegens hunne gekochte
kavels, het regt van stemming zullen genieten. 15 Januarij 1640. V,
451.
--Resolutie, waarbij de Staten van Friesland de Resolute
hunner Gedeputeerden van den 15 Januarij 1640, nopens het regt van
stemming der Grietenij het Bildt, goedkeuren. 6 Maart 1640. V, 454.
--Resolutie, nopens het regt van Stemmen, liggende op
de verkochte kavels van het Bildt. 26 Maart 1642. V, 469.
--Register der nieuwbedijkte en verkochte landen van
het Nieuwe Bildt, waarvan elke drie pondematen bezwaard zijn
met
één Floreen in de Schatting; alsmede van landen van Kollumer-Kruisland.
28 November 1644. V, 487.
--Resolutie, waarbij op ieder vier pondematen der nieuwbedijkte
Bildtlanden één Floreen wordt gelegd. 27 Februarij 1645. V, 489.
--Zie Bolsward. Franeker. Jagt. Landsdag No. 57, 62,
64, 66. Meijers. Visvliet. Zevendy (Laz. van).
Bildtmeijers. Missive van de Staten van
Friesland, aan hunne
Hoog Mogenden de Heeren Staten-Generaal, waarbij aangetoond wordt, dat
dezelve zich ten onregte de zaak der acht gedepossideerde Bildtmeijers
aantrekken. .. Augustus 1632. V, 349.
--Zie Bildtlanden.
Bildtrenten. Resolutie, over de betaling van Constitutie-Brieven van
Bildtrenten. 6 Maart 1596. IV, 893.
--De Staten approberen het Staatsbesluit van 1579, nopens eene
Bildtrente voor het Armenhuis te Zwichem, bij uiterste wille van
Viglius Zuichemius ab Ayta gemaakt. 23 Mei 1656.
V, 586.
--Zie Predikanten. Renten.
Bildtzijl (Nieuwe).
Zie Schepen.
Biljet. Zie Munt (De).
Biljoen. Zie Blanken. Daalders. Duiten. Munt
(De).
Binnen- en Buitendijken. Zie Dijken.
Binnen- en Buitendijksters. Zie Dijken.
Birdaard. Zie Rijweg.
Birstama-Landen. Zie Aalsum.
Birstem. Birstens. Birstim. Burstem. Zie
Aalsum. Ferdban. Zoen.
Bisdom. De Stadhouder Lalaing transporteert,
voor zoo veel
hij vermag, aan de Staten van Friesland al de goederen, die tot het
Bisdom van Leeuwarden zijn geincorporeerd geweest, met het
Hasker-Convent. 9 November 1579. IV, 87.
Bisschop. Missive, door de Hertoginne van
Parma aan de
Heeren Staten en Geestelijkheid van Friesland gezonden, tot aanstelling
van eenen Bisschop te Leeuwarden. 27 Julij 1564. III, 630.
--Antwoord door de Heeren Staten van Friesland aan
Hertoginne van Parma gegeven, op de missive nopens de
verkiezing van eenen Bisschop te Leeuwarden, den 27 Julij dezes jaars
aan hen gezonden, houdende bezwaren om in de oprigting van een'
Bisschops-Zetel te consenteren: 10 Augustus 1564. III, 635.
--Instructie voor den Bisschop van Leeuwarden. 14 November 1569. III,
773.
--Ordonnantie van den Bisschop van Leeuwarden aan
de Geestelijkheid, houdende bevel tot afkondiging der
Kerkvergadering van Trente, en bijzonder ten opzigte van het voltrekken
der Huwelijken. 15 Februarij 1570. III, 775.
--Aanschrijving van den Magistraat van Leeuwarden, om
den Bisschop van Bremen, bij zijne aankomst aldaar, alle eer te
bewijzen. 10 November 1604. IV, 1286.
--Zie Bulle. Smalle-Ee.
Bisschop van Munster. Zie Contributie.
Blaauwhuls. Zie Harlingen.
Blanken (Fransche). Plakkaat, dat men geene
Fransche Blanken
of Stuivers ontvangen, uitgeven of valueren zal, welke bij dezen worden
verklaard voor Biljoen. 20 Maart 1549. III, 159
--Zie Landsdag No. 48.
Bloedgerigten. Doeke Donia te Weidum, Haye
Foppesz. te
Wirdum en Douwe Sickaz. te Goutum, door den Stadhouder in Friesland
aangesteld om in alle Bloedgerigten te zitten voor den tijd van een
jaar, en 's maands een goudgulden voor moeite, kost et reizen te
genieten. 15 November 1507. II, 258
Bloemendal (A.W.).
De Heeren Volmagten van Westergoo en de Zevenwouden hebben Arent
Willems Bloemendal, wegens zijne goede diensten, geaccordeerd de eerste
vacerende Hopmansplaats. 21 Maart 1600. IV, 1070.
--De Heeren Volmagten van Oostergoo,
hebben Arent Willems Bloemendal, wegens zijne goede diensten,
geaccordeerd de eerste vacerende Hopmansplaats. 2 April 1600.
IV, 1073.
Blokhuis te Leeuwarden. Zie Overspel.
Blokhuizen. Zie Franeker. Grenzen. Harlingen.
Krijgsvolk. Stavoren. Steden. Vaille (A. del).
Bocka Agghazoon. Zie Mantgum.
Bode-Ambacht. Zie Stavoren.
Bodegeld. Zie Penning (Zes en vijftigsten).
Boden. Resolutie, wegens het reizen der Boden.
5 Maart 1647.
V, 502.
--Instructie voor de ordinaire en extraordinaire Boden. 8 October
1647. V, 505.
--Zie Exploiteurs. Hof van Friesland. Landsdag No. 6, 43, 44.
Bodestelling. Resolutie, dat de Landen en
Huizen, die binnen
den tijd, in het 5e Art. van de Landsordonnantie van 1602 bepaald, niet
worden ter bode gesteld, verbeurd zullen zijn. 25 April 1691.
VI, 178.
Boekdrukkerijen. Plakkaat en Ordonnantie op de
Boekdrukkerijen, en het verkoopen en gebruiken van Boeken. 19 Mei 1570.
III, 786.
Boekdrukkers. Boekverkoopers. Resolutie, dat alle
Boekdrukkers en
Boekverkoopers zullen gehouden zijn maandelijks eene
lijst der bij hen gedrukte of nog te drukken Boeken aan den Magistraat
over te geven. 23 Augustus 1661. V, 662.
--Zie Boeken.
Boeken.
Plakkaat, dat niemand eenige Boeken in vreemde Landen gedrukt binnen
drie jaren herwaarts zal mogen inbrengen, tenzij men die eerst
overlevere om gevisiteerd te worden; gelijk mede dat alle
Boekverkoopers van alle Boeken, die zij tegenwoordig hebben, tenzelven
einde een Inventaris moeten overgeven. 15 Februarij 1537. II, 693.
--Plakkaat, dat men niet mag verkoopen, hebben, lezen of
tot leering gebruiken eenige hierin genoemde en andere besmette boeken.
Dat men geen oneerlijke Schilderijen mag maken, en de eerlijke niet
onteeren of vernielen; en dat men zulke kwade Boeken of Schilderijen
hebbende, die moet verbranden. Dat men de Heilige Schrift niet mag
lezen, prediken, noch daarover disputeren, zonder promotie. Dat geen
besmette personen met malkanderen mogen converseren noch vergaderingen
houden; dat men, zulks geschiedende, daarvan kennis moet geven, hen
niet begunstigen of toelaten, noch voor hen requestreren, maar hen
vervolgen, aanmelden, aantasten en straffen enz. 22 September 1540. II,
791.
--Edict des Konings, hoe zich te gedragen omtrent het in
voeren, uitgeven en drukken van Boeken, met het advijs van de
Theologische Faculteit hierover; en een Catalogus van verboden Boeken.
16 December 1557. III, 419.
--Plakkaat, dat de Officiers naarstige informatie moeten nemen
naar de Auteurs en Verspreiders van oproerige Boeken en Geschriften, en
dezelve daders zoo mogelijk te doen vangen en apprehenderen. 11
November 1568. III, 756.
--Plakkaat tegen het drukken van ergerlijke Boeken. 15 Februarij
1661. V, 653.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, om geen Godgeleerde
Boeken, zonder naamteekening, approbatie van de Theologische Faculteit
en opvolging der Kerkenorde dezer Landen, uit te geven. 12 Mei 1682. V,
1201.
--Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerden gelast worden
bij Plakkaat striktelijk te verbieden het drukken, uitgeven en
verkoopen van zoodanige Geschriften, Boekjes of Prenten, waarin de eer
en de eerbied, aan hooge en lage standspersonen verschuldigd, beleedigd
wordt. 4 Januarij 1689. VI, 144.
--Plakkaat tegen het drukken, uitgeven en verkoopen van
allerhande Schandschriften, Boekjes of Prenten. 17 Januarij 1689.
VI, 146.
--Zie
Boekdrukkerijen. Boekdrukkers. Boeken. Boekverkoopers. Boelgoeden.
Franeker. Godsdienst. Index Expurgatorius. Ketterijen.
Luther. Menno Simons. Sacramenten. Sijnode. Socinianen. Wapenstilstand.
Witzins.
Boekje.
Ordonnantie, dat die zeker Boekje, genaamd: Belijdenis des Geloofs,
bevonden wordt uitgestrooid, of onder zich te hebben, gevangen genomen en
overgezonden moet worden. 7 April 1562. III, 569
--Latijnsch.. Plakkaat, waarbij zeker Latijnsch
Boekje,
geintituleerd: Philosophia S. Scripturae interpres; Exercitatio paradoxa
&ct., verboden wordt. 10 November 1666. V, 755.
--Zie Philopator.
--Ritske. Zie Gilde.
Boelens (Tarquinius van). Zie Hendrik Casimir
II.
Boelgoeden. Resolutie der Heeren
Gedeputeerden, over het houden van Boelgoeden binnen deze Provincie. 3
Junij 1665. V, 745.
--Plakkaat tegen het houden van Boelgoeden op Zondagen; tegen de
Huwelijken der Mennonieten; tegen het aanstellen van Papisten en
Meijers van Papisten tot Kerkvoogden, Bijzitters, Dorpregters of eenige
andere Kerkelijke of Regterlijke Dienst; tegen de bijgeloovige
Plegtigheden; tegen het Slempen, ongeregeld wijn en bierdrinken bij
Begrafenissen, en tegen het drukken van Godslasterlijke Boeken. 24
Februarij 1671. V, 803.
Boer. Zie Franeker.
Boeten. Zie Voorrede, I, 44.
Boeten en Breuken. Zie Doodvaten. Landsdag No.
6. Munt (De). Pluimgraaf. Stavoren. Volmagten.
Boeven. Zie Knevelaars. Landsdag No. 9, 11.
Boevenjagt. Ordonnantie tot het houden van
eene Boevenjagt
op den 30 eerstkomende, en de geapprehendeerden met goede schriftelijke
informatiën over te zenden. 16 September 1546. II, 111.
--Aanschrijving, tot het houden van eene algemeene Boevenjagt op
den 6 Junij, 's avonds en 's nachts, en den volgenden dag en nacht, met
huiszoekingen, gevangenneming en overbrenging van alle Vagebonden,
Knevelaars, Heerlooze Soldaten, Bedelaars en ander geboefte, die zij
zullen kunnen ontdekken. 31 Mei 1603.
IV, 1252.
Boeymer (E.). Commissie voor Engelbert
Boeymer, tot Substituut Procureur-Generaal des Hofs van Friesland. 8
Januarij 1557.
III, 408.
--(V. van). Zie Oorlog.
Boin Benedictusz. Zie Pluimgraaf.
Boins (Van). Zie Oorlog.
Bolsward. Stads-Boek van Bolsward, of Pointen
en Artikelen van Regten, aldaar gemaakt. ..... 1455. I, 553.
--Conditiën en Artikelen, op welke de Stad Bolsward onder de magt
en gehoorzaamheid van Keizer Karel terug gebragt is geworden. 16
September 1523. II, 453.
--Keizer Karel vergunt aan die van Bolsward de
helft van
den Accijs van alle Bieren, binnen de stad gedronken wordende, en de
helft van den Accijs der Wijnen voor den tijd van zes jaar, met
kwijtschelding van den achterstalligen jaartaux, doch alles onder
zekere conditièn. 3 Februarij 1524. II, 464.
--Consent van Olderman, Burgemeesters, Schepenen en Raden
der Stad Bolsward in de donatie der helft van een honderd veertien
ponden, drie schellingen en drie penningen jaarlijksche Rente, uit
zekere Landen op het Bildt, door de Weduwe van Nanne Beijnsz. gedaan,
tot stichting van een Weeshuis te Bolsward. 25 November 1553. III, 323.
--Accoord wegens de Papegaais-Post of Pijp op 't Zand
te Bolsward. 5 November 1556. III, 403.
--Request van die van Bolsward aan den Aartshertog Matthias
en de Staten-Generaal, mede verzoekende om vrijheid van openlijke
oefening der Gereformeerde Religie te mogen hebben. 23 Julij 1578. III,
1202.
--Procuratie, gepasseerd door de Steden van Friesland op
Jarich Herozoon, Burgemeester der Stad Bolsward, om bij
Burgemeesteren en Raad der Stad Hamburg uit te werken, dat binnen
derzelver Stad eene publieke Waag worde opgerigt 6 Junij 1586. IV, 620.
--Resolutie van de Stad Bolsward, wegens het oprigten van eene
Weeskamer. 4 Januarij 1598. IV, 973.
--Reglement van Raadsbestelling der Stad Bolsward, door Gecommitteerden
uit de Gemeente gemaakt 18 September 1635. V, 379.
--Als boven, door den Raad van State. 22 Maart/1 April 1637. V, 424.
--Resolutie, waarbij aan den Magistraat der Stad Bolsward
toegestaan wordt, het Klein Gemaal in te voeren, de wijnmaat te
verkleinen, en nog een stuiver Tol tusschen Bolsward en Pijphorne te
leggen. 16 Februarij 1667. V, 757.
--Zie Anze. Dagvaard. Dijken, Eed. Exmorrazijl. Franeker.
Gerrytsz. (Th.). Herema (W.). Jongama. Jus Patronatus. Korenmaten.
Leen. Oldeklooster. Privilegiën. Schadevergoeding. Tol. Tonnen. Tonnen
en Bakens. Trekweg. Verbond. Verschillen. Workum. Zoen.
Bolswarder Dekenije. Statuten van de
Bolswarder Dekenije. 31 December 1404. I, 341.
--Statuten van de Bolswarder Dekenije vernieuwd. 20 Augustus 1455. I,
549.
Botten (O. v.). Zie Landsordonnantie.
Bolwerken. Zie Beesten. Stemmen.
Boncheest. Zie Schouten.
Bondgenooten. Zie Impositiën. Petitiën
(Generale).
Bonga (J).. Antwoord van de Bijzitters en
Dorpregters der
Grietenij van Dongeradeel, westzijde der Paesens, tegen den Requeste
van den Grietman Johan Bonga, den Hove gepresenteerd, gesteld bij
artikelen en forme van hun Advijs op denzelven Requeste; mitsgaders 's
Hofs Appointementen bij ieder der artikelen geplaatst- 15 Julij 1566.
III, 669.
--Epe. Zie Abbezoon.
Bonifacius. Zie Utrechtsche Kerk.
Bonifacius-Convent. Missive, om de geroofde en
geborgene
goederen van het Convent van St. Bonifacius te Dokkum weder te leveren.
12 December 1572. III, 917.
Bontslow. Zie Sigismund.
Boomen. Resolutie, inhoudende een' vorm van
Plakkaat tegen
het houwen en verderven van Boomen en Plantagiën, met de straffen tegen
de Boomschenders. 20 Februarij 1680. V, 1171.
--Zie Jagt. Taux.
Boon (L.) Zie Pluimgraafschap.
Boonen. Zie Uitvoer.
Bootsma (H. v.). Zie Ontvanger-Generaal.
Borch (Van der). Zie Kapitein.
Borg.. Zie Landsdag No. 25. Stavoren.
Borg (Huis). Zie Coevorden.
Borgstelling. Resolutie, dat niet alleen de
Generale, maar
ook de Dorpsontvangers gehouden zullen zijn Borge te stellen voor zoo
veel penningen, als zij in een half jaar ontvangen. 24 Februarij 1693.
VI, 202.
--Zie Executeurs.
Borgtogten. Resolutie, betrekkelijk het
vernieuwen der Borgtogten der Provinciale Ontvangers om de driejaar. 5
Maart 1698. VI, 287.
Born. Zie Aalsum.
Bosschen. Zie Landsdag No. 43.
Boter. Resolutie, waarbij de Heeren
Gedeputeerden gelast
worden, om bij Plakkaat te verbieden eenige witte Boter te verwen en
voor roode te verkoopen, bij poene van 25 goudguldens voor ieder vat,
groot of klein. 26 Februarij 1687. VI, 121.
--Resolutie, behelzende eene ampliatie van het Staatsbesluit van
den 26 Februarij ll., betrekkelijk het verwen der Boter. 3 April 1687.
VI, 127.
--Plakkaat tegen het verwen van witte en roode Boter. 24 Mei
1689. VI, 152.
--Zie Botervaten. Granen. Penning (Hondersten).
Botertonnen. Zie Waag.
Botervaten. Resolutie, om de Plakkaten over de
zwaarte der Botervaten, den uitvoer van Dong en de geoctroijeerde Wagen
te vernieuwen. 22 Februarij 1650. V, 520.
--Ordonnantie aan alle Kuipers,
om voortaan de Botervaten te maken van droog hout en zonder spint, de
Tonnen naar het gewigt van 40 tot 44 pond, des dat 48 pond en niet meer
de Ton voor het hout op de Waag zal mogen worden gesteld, de mindere
Vaten naar advenant. 24 December 1686. VI, 119.
--Notificatie wegens het maken van Botervaten. 27 Februarij 1687. VI, 124.
--Plakkaat tegen het invoeren van ledige Botervaten. 21 Julij 1688. VI, 143.
--Resolutie, betrekkelijk de Botervaten, het wegen en
verwen van de Boter. 24 Februarij 1697. VI, 272.
--Zie Landsdag No. 66. Lasten. Waag.
Botnia (D. van). Zie Workumer-Uiterlanden.
--J. van. Instructiën voor de Heeren Jonkers Julius
van Botnia en Wyttie van Camminga door de Gedeputeerde
Staten van
Friesland, met verscheiden notabele Personen uit Oostergoo, Westergoo,
Zevenwouden en de Steden, door krachte hunner Commissie daarover
geroepen, beraamd en besloten, op het afscheid, door de Gedeputeerden
der Generale Staten, die ter Vergadering van dezelve tot Middelburg
verschenen zijn geweest, op rapport van hunne Principalen den 11
September verleden gearresteerd, waarnaar zij Gezanten, in het
resolveren op de Pointen van het voorschreven afscheid, zich zullen
hebben te rigten. 8 October 1583. IV, 392.
--Instructie voor Julius van Botnia en Wyttie
van Camminga, Gezanten van Friesland, om op zekere Pointen bij de
Generale Staten te Dordrecht beraamd, nadere Resolutiën en nieuwe
Consenten te verwerven, waarnaar zij zich in 's Hage zullen hebben te
gedragen. 10 December 1583. IV, 409.
--Zie Kolonel.
(Jar). van). Zie Franeker.
--Sixtus, Syds van. Commissie voor Sixtus van
Botnia
tot Grietman over Wijmbritseradeel, vacerende door suspensie van Pieter
Buygers, door den Koning van Spanje verleend. 20 Mei 1578. III,
1198.
--Syds van. Syds van Botnia, Grietman van
Wijmbritseradeel,
door zijne Genade en den Hove verzocht om van zijne gedane resignatie
als Grietman te willen afzien, heeft op hunne sterke overreding het
verzoek ingewilligd. 24 October 1580. IV, 217.
Bottes (S.). Zie Landsdag No. 42.
Bourgondischen. Zie Pacht.
Bourtange. Zie Bellingwolde. Coevorden.
Verschillen.
Bousson (Van). Zie Schepen.
Boutsma (W.). Aan Wybrand Boutsma
Roorda-State, met de
landen in Warrega, toegestaan, mits dat hij de landen, die hij van
Douwe Jouwsmaas Vader ontvangen heeft, aan de Stad Leeuwarden laat
volgen. 22 December 1516. II, 342.
Bouwmeester. Zie Landsdag No. 42.
Bozum. Zie Rauwerderhem.
Bozumerzijl. Uitspraak aangaande het maken en
onderhouden
van de Bozumerzijl of Tille, tusschen die van Bozum en Franeker door
den Hove gedaan. 10 Junij 1535. II, 677.
Braband. Zie Oorlog.
Brandbrieven. Plakkaat tegen het schrijven van
Brandbrieven,
en verbod, om op het gedaan dreigement geen geld ter gedesigneerde
plaatsen te brengen of neder te leggen. 25 Julij 1550. III, 214.
Brande (B.). Zie Wurtzo.
Brandewijnen. Zie Impositiën.
Brandstichters. Plakkaat, dat geene
Brandstichters,
Bespieders, Lediggangers, Vagebonden of iemand anders, mag teren op
Kloosters of Huislieden zonder te betalen, en dat zoodanige moeten
geapprehendeerd en over hen scherpe Justitie gedaan worden. 7 October
1542. II, 868.
--Plakkaat tegen de Brandstichters. 2 Maart 1654.
V, 568.
Brandstichting. Zie Voorrede, I, 72.
Brasiliënhout. Plakkaat tegen het invoeren van
gemalen,
geraspt of gebroken Brasiliën- en ander diergelijk hard Hout, alsmede
tegen het malen, raspen en breken van hetzelve in deze Provincie,
buiten het Tuchthuis van dit Landschap. 3 October 1663. V, 696.
--Vernieuwd Plakkaat als boven. 6 Maart 1668.
V, 768.
Braspenning. Zie Unie.
Brecker (P.). Zie Dijkgraaf.
Brederode (H. van). Request, door Hendrik van
Brederode,
vergezelschapt met vele andere Edelen dezer Nederlanden, aan Mevrouwe
de Gouvernante Margaretha van Parma gepresenteerd, houdende verzoek tot
generale opschorting, zoo van de Inquisitie, als vigoureuse executie
der Plakkaten voor de Godsdienst; met het Appointement, daarop gegeven.
5 April 1565. III, 643.
--R. S. van. Zie Leeuwarden.
Bremen. Judices Astringiae Bremensis
declarant, quod nullum
foedus fecerunt cum Frisiis Westergiae et civibus Stauriae contra
Comitem Hollandiae.
--De Regters van Bremen verklaren, geen Verbond gemaakt te hebben
met die van Westergoo en Stavoren tegen den Graaf van Holland. 10
Februarij 1327. I, 176.
--Zie Bisschop. Dienst (Vreemde). Granen. Knechten.
Schepen. Victualie.
Brentix. Zie Sijmonsz. (Frederik).
Breukenpacht. Zie Penning (Vijfhonderdsten).
Breydel (W.v.). (W. v. Breyll). Commissie
voor Wynand van
Breydel, Landcommandeur der Duitsche Orde van Biessen, als
Luitenant-Stadhouder, gedurende de absentie van den Grave van Buuren.
20 Julij 1546. III, 108.
--Handelingen van een' Landsdag, op welken besloten is, Zijne
Keizerlijke Majesteit en de Koninginne Regente te danken voor het
overzenden van den Heer Wynand van Breydel, om gedurende de afwezigheid
van den Stadhouder Grave van Buuren den post van Luitenant-Stadhouder
alhier waar te nemen, met belofte om denzelven in die qualiteit geloof
te geven en gepaste gehoorzaamheid te bewijzen. - En wijders toezegging
om het restant van de geaccordeerde som van 60,000 Caroligulden op de
gestipuleerde termijnen te willen voldoen, en in zoo verre de nood het
mogte vorderen, tot defensie van den Lande, den derden man op de been
te brengen. 26 Augustus 1546. III, 110.
Briel. Plakkaat, dat niemand eenigen handel of
wandel zal
mogen houden met de genen die den Briel en Vlissingen hebben ingenomen,
op poene van den dood en confiscatie van goederen. 12 Mei 1572. III,
885.
Brieven. Lijst van Kopijen en Brieven boven gezonden. Allen
opgenomen in het Charterboek. 16 Augustus 1515. II, 321.
--Procuratie op
Gevolmagtigden van Leeuwarden, om te viseren en te verteekenen de
Brieven en Commissiën, die aan Zijne Excellentie naar den Haag zullen
gezonden worden. Voorts om mede aan te stellen eenen Ontvanger van de
Geestelijke Goederen enz. 26 April 1586. IV, 604.
--Missive van den Raad van State aan
den Stadhouder
en de Staten van Friesland, behelzende het onderscheppen van 's Vijands
brieven. 15 Maart 1593. IV, 813.
--Missive van Wytze van Canuninga en Christoffel Aernsma
aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Friesland, over de communicatie
van ingezonden Brieven in de Vergaderingen der StatenGeneraal. 25
Augustus 1593. IV, 845.
--Resolutie, over het visiteren der Brieven, om door dien
weg de spions en verraders van den Staat te ontdekken en te
achterhalen. 7 Junij 1672. V, 825.
--Zie Friesland. Inquisitie.
Mindergetal. Oorlog. Rebellen.
Brievenport. Zie Post .
Brimen (K. van). Zie Karel van Brimeu.
Broederschap. Zie Gilde.
Broek (Heno ten). Zie Vrede. Vrijgeleide.
--Ocko ten. Ocko ten Broek door den Graaf van
Holland
aangenomen voor zijnen dienaar en huisgenoot. 11 September 1421.
I, 441.
--Zie Friesland. Vrede. Vrijgeleide.
Broer Tjarkz. Zie Anjum (Klooster).
Broersma-Leen. Zie Leen.
Brood. Appointement van den Hove op het
Request van den
Magistraat van Leeuwarden, waarbij den Ingezetenen, uit hoofde der
duurte van Granen, geaccordeerd wordt hun eigen Brood in huis te
bakken. 16 Februarij 1572. III, 882.
--Ordonnantie, om geen Brood uit te geven aan de Landlieden,
noch rogge of weit aan de Steden, dan onder de orders en cautiën hierin
bepaald; en voorts om voor Proviand te zorgen tot onderhoud van 't
Krijgsvolk. 13 Julij 1580. IV, 180.
--Zie Bakkers. Granen. Landsdag No. 6. Molenaars.
--en Bakkersgereedschap. Zie Landsdag No. 54.
Brouwers. Zie Granen.
Brouwers-Tonnen. Zie Biervaten.
Brug. Bruggen. Resolutie, waarbij de
Grietslieden en
Magistraten gelast worden, alle Bruggen, aan publieke wegen liggende,
en alle Wind-Watermolens, aan dezelve staande, met genoegzame leuningen
te voorzien, en in het toekomende geene te plaatsen, als ten minste
acht roeden van den publieken weg af. 20 April 1695.
VI, 245.
--Zie Aalsum. Dijken.
Grovestins (O. v.). Landsdag No. 28. Tol. Wegen.
--Brug (Hooge). Zie
Klaarkamp.
Brugge (W. ter). Kopij van eene missive,
bevattende den
korten inhoud van het Testament van Wyart ter Brugge te Sybaldaburen.
.. Maart 1508. II, 259.
Bruidgifte. Zie Landsdag No. 66.
Bruidschat. Zie Frankrijk (Koning van).
Bruinsma (P.). Zie Keimpemazijlroede.
Brussel. Zie Gedeputeerden. Oproerige Handel.
Bucho (B.). Accoord tusschen Bernhardus Bucho,
cum soc,
Priesters en Kerkvoogden van St . Vitus Kerk te Oldehove, ter eener, en
Kempo van Martena, cum soc., ter andere zijde. 18 September 1511. II,
272.
Buitendijksters. Zie Dijken.
Buitensporigheden. Zie Officieren.
Bulle. Bulle van Paus Paulua IV, tot
instelling der nieuwe
Bisschoppen in Nederland. 12 Mei 1559. III, 455.
--Bulla Pii IV
Pontificis, de institutione Episcopatus novi Leovardiensis. 7 Augustus
1561. III, 545.
Bulle van Paus Pius IV, tot aanstelling van eenen
nieuwen Bisschop te Leeuwarden. (Vertaling.)
--Bullae Papae Pii V, de electione Cuneri Petri, Episcopi Leo
vardiensis. 16 September 1569. III, 770.
--Zie Albert van Saksen. Cunerus. Ludingakerk.
Bullen. Resolutie, om geene Bullen, boven een
jaar oud, te
laten loopen of weiden in de Kwartieren van Oostergoo en Westergoo. 5
Maart 1647. V, 503.
--Plakkaat tegen het losloopen der Bullen. 16 Maart 1661.
V, 656.
Bungers (A.). Zie Aalsum.
Buren. Zie Leeuwarden.
Burgemeesters. Zie Bolsward. Groningen.
Krijgsvolk. Pardon.
Burgers. Zie Arrest. Leeuwarden.
Burgerwacht. Instructie voor de Burgerwacht,
tot defensie der Steden in Friesland. .. Julij 1580. IV, 187.
--Ordonnantie of Reglement, tot onderhouding voor de
Burgerwacht te Leeuwarden, gestatueerd door den Heere
Bernard van Merode, met communicatie van den Magistraat en Bevelhebbers aldaar.
13 Julij 1581. IV, 262.
--Ordonnantie of Reglement voor de Burgerwacht der
Stad Leeuwarden. 7 October 1581. IV, 273.
--Zie Leeuwarden. Schutterij.
Burgwerdertille. Zie Grondheeren.
Burmania (D. v.). Assignatie voor Douwe van
Burmania tot
zestien Caroli-gulden, en Kempo van Donia tot dertien Caroli-gulden,
als zoo vele dagen ieder gevaceerd hebbende in der Heerschappen gemeene
zaken. 11 September 1545. III, 87.
--Zie Oostergoo.
--(Hero van).
Zie Landsdag No. 15. Oostergoo.
--(S. van).
Instructie voor den Houtvester Sybrand van
Burmania, waarnaar de Wolvejagt zal worden gehouden. 20 Maart 1615. V,
210.
--(T. van).
Tjaard van Burmania aangesteld tot Raad
des Hertogen van Saksen. 27 October 1512. II, 296.
--Zie Martena. Veen.
--(C. van).
Door de Volmagten der Steden is tot Ontvanger-Generaal
in Friesland, in plaats van Taco van Dyxtra, gekozen
Upko van Burmania, de Oude. 21 Maart 1599. IV, 1039.
Burum. Approbatie
van Hendrik, Grave van Stolberg, Stadhouder in Friesland, op de electie
van een Wereldlijk Priester in Burum. 28 Maart 1508. II, 260.
--Zie Gerkesklooster. Munnekezijl.
Busenval (Ambassadeur). Zie Landsdag No. 66.
Buskruid. Plakkaat nopens het maken en verkoopen van Buskruid. 12
Augustus 1572. III, 898.
--Ordonnantie aan den Magistraat van Leeuwarden, om
3000 pond Buskruid in te koopen, aan de Burgers uit te deelen en te
doen betalen; insgelijks eene goede quantiteit Lonten, en 500 korte
Spiesen onder dezelve te distribueren; en daar benevens de Stad met
genoegzame Levensmiddelen op 't spoedigste te voorzien. 2 September
1580. IV, 205.
--Zie Landsdag No. 58.
Bussen. Zie Geweer.
Buurbrief. Zie Franeker.
Buuren (Grave van). Ordonnantie, om den
overledenen
Stadhouder Grave van Buuren drie dagen lang, 's daags drie uren, te
beluiden, en voor deszelfs ziele te bidden en misse te doen. Voorts om
de Propijn voor Lichtmis aan den Rentemeester op te brengen. 15
Januarij 1549. III, 147.
--Zie Breydel (W. v.). Stadhouders.
--(J. van).
Aan Joost van Buuren de goederen van Anth.
Bawema en Ritske Antszoon van Kollum toegestaan. 26 Augustus 1516. II,
334
Buweklooster. Koopbrief en quitantie,
gepasseerd door Ufke
Sybrantsz. aan het Convent Buweklooster, van zijn Wijfs Vaders goed,
liggende op de Joure. 1 Mei 1484. I, 726.
--Poeke Azygen en Reyne zijn Wijf staan toe aan
het Convent Buweklooster eenig land, liggende op den Geest. 10
Februarij 1507. II, 257.
--Koopbrief, gepasseerd door Heere Hekema cum
Uxore ten behoeve van het Convent Buweklooster, anders Mariengraf
genaamd, van twee vallen land, gelegen in den Ham. 4 October 1510. II,
270.
--Keizer Karel V verkoopt voor eene som van 400 Caroli-gulden aan het
Convent Buweklooster eene jaarlijksche
Rente van 25 gulden, gaande uit 14 morgen land, gelegen onder
VrouwenParochie op het Bildt, in Mathys Beckx Kavel. 2 Januarij 1538.
II, 715.
--Uitspraak of Verbaal van den Heere Jacob Rousseau,
Raad Ordinaris in den Hove van Friesland, tusschen den Proost en
gemeene Conventualen van Buweklooster, Impetranten, tegen Wopke Sjoerds
cum soc., als Gedaagden, aangaande zeker stuk veen, gelegen op het Zuid
van voorsz. Convente, waarbij de Impetranten gesteld worden in de
possessie van voorsz. veen; bevattende tevens de opene Brieven van
Maintenue ten voordeele van het Klooster, gegeven door Keizer Karel den
14 Augustus 1540. 3 October 1540. II, 795.
--Zie Veen.
Buwezoon (H.). Aan Hobbe Buwezoon, wegens
zijne gevangenis
en geledene schade, de goederen van jonge Sybrand te Schraard
toegestaan. 22 December 1516. II, 34L
C.
Calumniën. Zie Vrijbuiters.
Camega (W. v. d.). Zie Vrijgeleide.
Camminga (Caymga.) (R. v.). Zie Klaarkamp.
--(G. V.). Zie Leen. Rente.
--(Hidde van).
Zie Voorrede II, 68.
--(Pieter van).
Zie Klaarkamp. Leeuwarden. Vrijgeleide.
--(Rienk van).
Memorie en Instructie voor Rienk van
Camminga, gaande naar zijne Genade Georg van Lalaing te Deventer; met
de antwoorden, daarop gegeven. 6 December 1578.
III, 1224.
--Zie Godsdienst. Landsdag No. 19.
--(Sybrand van).
Zie Krijgsvolk.
--(Ubele van).
Zie Oldeklooster.
--(Vitus van).
Zie Meynertsz (Simon).
--(Watthie van).
Commissie voor Watthie van Camminga en Doctor Hessel van Aysma. 22
Julij 1559. III, 468.
--Request, door Watthie van Camminga,
uit naam van den Lande aan den Gouverneur gepresenteerd, ten
einde te worden ontslagen van de betaling van het beloofde Propijn en
hij restitutie erlange van het als indebite betaalde; voorts het Land
in rust en vrede te houden, en voor invallen en geweld te behoeden, en
wijders alle hunne voorregten te onderhouden; met de apostille, door
den Gouverneur daarop gegeven, benevens de vertaling dier apostille. 17
December 1573. III, 955.
--Wykje van. Zie Klaarkamp.
--(Wyttie van). Zie Leen.
--Wytze van. Missive, waarbij de Staten van
Friesland verzocht
worden, om Wytze van Camminga tot zijne reize naar Engeland met
Penningen te voorzien. 30 November 1586.
IV, 668.
Camminga (Wytze van). Zie Botnia (J. v.).
Brieven. Engeland (Koninginne van). Generaliteit. Oorlog. Regering.
Camminga-huis. Zie Gouverneur (Luit.).
Campen. Zie Kampen.
Camstra (Rienk). Rienk Camstra, door den
Koning van Spanje
aangesteld zijnde tot Grietman over Leeuwarderadeel, protesteert voor
de Raden des Konings, dat de Raad en Burgemeesters van Leeuwarden hem
verhinderen in zijne jurisdictie, aannemende om zijn regt te vervolgen,
aan te geven en verdedigen. 29 October 1516. II, 340.
--Zie Zoen.
Camuzer. Hertog Albert verkoopt de Camuzer
(Kabuzer) met al
zijn toebehooren, afkomstig van den koopman Raken Rike, aan Simon
Claaszoon voor zestig Nobels. 5 Januarij 1401. I, 332.
Canaal. Zie Kanaal.
Cancellarij. Zie Kanselarij.
Cancellarij-Geregtigheden. Zie
Kanselarij-Geregtigheden.
Cannegieter (Henricus). Zie Voorrede, I, 5.
Canon. Zie Kanon.
Canones. Zie Sijnode.
Canonicaten. Resolutie, dat het begeven van
Canonicaten,
Vicariën en andere Beneficiën zal verblijven bij hunne Hoog Mogenden
naar onder gewoonte. 23 Februarij 1654. V, 566.
Canoniken. Zie Senioren.
Capel (Mr. Jans). Zie Kapel.
Capitalen. Zie Kapitalen.
Capitein, Capitein-Generaal, Capiteinschap.
Zie op de K.
Capitularen. Zie Landsdag No. 9, 11.
Capple (Ter). Zie Slachtedijk.
Caroli-guldens. Zie Munt (De).
Carsaijen. Zie Karsaai.
Cassatie. Zie Ambten. Collatiën. Landsdag No.
33, 42, 54. Officieren. Paspoorten. Rekenmeesters.
Casteel. Zie Kasteel.
Castelleyn. Zie Kastelein.
Castiliën (Koning van). Zie Jezuïten.
Catalogus. Catalogus van de kwade en verbodene
zoo
Latijnsche, Walsche, als Hoog- en Nederduitsche Boeken; gelijk ook van
de goede en toegelatene, die men de jeugd in de Scholen zal mogen laten
gebruiken, naar het advijs der Universiteit van Leuven, op bevel en
autorisatie des Keizers opgemaakt. (29 April 1550.) III, 199.
--Zie Godsdienst.
Catechisaties. Aanschrijving der Heeren
Gedeputeerden aan de
respective Geregten, om geene Catechisatiën, zonder voorkennis en
goedkeuring van den Kerkenraad, in hunne districten te dulden. 13
November 1675. V, 1110.
--Zie Kerkelijke Vergaderingen. Militairen.
Catechismus (Heidelbergsche). Resolutie, dat
geene
exemplaren van den Gereformeerden Heidelbergschen Catechismus zullen
mogen worden gedrukt of uitgegeven, dan na voorgaande visitatie en
approbatie der Klassis. 9 Maart 1695. VI, 240.
--Waarschouwing, om geene
exemplaren van den Gereformeerden Heidelbergschen Catechismus te laten
drukken dan met goedkeuring der Klassis. 16 Mei 1695.
VI, 246.
--Zie A. B. Boeken. Mesvechten.
Catharina-K.erk. Accoord tusschen de Heeren
Gecommitteerden
uit het Collegie en den Magistraat der Stad Leeuwarden, waarbij aan die
Stad toegestaan wordt, het Landschaps Artillerie-huis, de
Catharina-kerk genaamd, bij de Hoeksterpoort, tot het oprigten van een
Werkhuis. 7 September 1695. VI, 251.
Cathentol. Privilegium Ottonis et donatio
telonii, quod
Cathentol dicitur, Ecclesiae Eltensi. 14 December 973. I, 61.
- Compromis over de quaestieuse zoogenaamde Kathentol
tusschen de Steden Deventer en Kampen, en Gedeputeerden der
Geestelijkheid, Steden en Landen van Friesland. 21 Augustus 1529. L. B.
191. II, 561.
--Acte van den Magistraat van Deventer, nopens de beslissing
der verschillen over het betalen van den Kathentol aldaar. ..
Augustus 1532. II, 617.
Catholijk Geloof. Plakkaat, dat niemand in
dezen Lande, noch
in eenige jurisdictie van dien, metter woon mag worden toegelaten, ten
zij dat ze medebrengen of leveren goede certificaten van hun goed
gedrag, en belofte doen van bij het Catholijke Geloof te willen
blijven. Dat een iegelijk naarstig moet ter Kerke gaan, om de Missen en
Godsdiensten bij te wonen. En dat niemand Huizen of Landen mag verhuren
aan Sectarissen, die niet ter Kerke gaan, oi die reeds in huur hebbende
moet opzeggen. 4 Mei 1569. III, 766.
Catholijke Religie. Zie
Ketterijen.
Processiën. Rebellen.
Catholijken. Zie Godsdienst.
Cau (Cornelis). Zie
Voorrede I, 2, 4.
Cavalerie. Zie Ruiters.
Census Academicus. Zie Landsdag No. 43.
Censuur. Zie Godsdienst.
Ceremoniën. Zie Pausselijke Ceremoniën.
Landsdag No. 62.
Certificatie. Zie Aalsum.
Cessie. Zie Remissiën (Brieven van).
Sijgerswolde.
Charges. Zie Ambten.
Charles (Jan). Zie Troebelen.
Charterboek Ontwerp en Medewerkers tot het
Charterboek van
Friesland. Zie Voorrede, I, 7.
Charterkamer. Resolutie, rakende het
oprigten eener Provinciale
Charterkamer in 's Hage. 17 Maart 1684. V, 1220.
Charters. Zie Albert van Saksen.
Cherchers. Zie Pachters.
Christenen. Plakkaat, dat de zich noemende
nieuwe
Christenen, zijnde meerendeels Joden en Mooren, uit Portugal ontvlugt,
en in deze Landen binnen de laatste zes jaren ingekomen, zullen moeten
vertrekken; met verbod en abolitie van 't privilegie, te voren aan alle
nieuwe Christenen verleend, om in deze Landen te mogen komen of wonen;
mogende niemand dezulke begunstigen, versteken, noch verzwijgen. 30 Mei
1550. III, 211.
Chrlstiaan IV, Koning- van Denemarken. Zie
Privilegiën. Wapenstilstand.
Christoffel van Meurs (Stadhouder). Zie
Gerkesklooster.
Opbreng.
Citatie. Zie Dagvaarding. Dijken.
Malcontenten. Steden.
Claarcampsterbrug. Zie op de K.
Claas Melisz. Claas Melisz. cum soc. beloven
te beteren 't geen zij meerder gedaan hebben dan hun geoorloofd was. 28
Mei 1397.
I, 266.
Claijgave. Zie Gerkesklooster.
Clant (H.). Zie Sigismund.
Classis. Zie Klassis.
Clausule.. Zie Vacatiën.
Clemens II (Paus). Zie Vrede.
--V (Paus). Zie
IJlst.
Cleuting (Nicolaus Jodoce). Zie Voorrede, II,
81.
Cleve (Hertog van). Zie Vrede.
Clif (Het Roode). Zie Dijken.
Codex Florentinus. Zie Voorrede, II, 18.
Codices. Over de oude Handschriften of
Codices, hunne echtheid of onechtheid enz. Zie Voorrede, II, 1.
Beestiaal
Coehool. Zie Lundezijl.
Coenraad III (Keizer). Zie Friesland.
Oostergoo.
Coerlandsche Soldaten. Zie Hendrik Casimir II.
Coevorden. Missive van den Stadhouder aan de
vier
Gecommiteerden van Friesland in 's Hage, verzoekende van Zijne
Excellentie te zien verkrijgen eene acte van de gedane belofte, om
Coevorden door Friesch Garnizoen te laten bewaren. 4 Mei 1591. IV, 767.
--Missive van Duco van Martena en Kempo van Donia,
twee van 's Lands Gecommitteerden in 's Hage, aan den Stadhouder, over
eenige onderhandelingen met Zijne Excellentie Maurite van Nassau,
rakende het regt van bezetting van het vlek Coevorden enz., en
toevoeging van eenig extraordinair tractement aan den Stadhouder. 7 Mei
1591. IV, 768.
--Missive van den Stadhouder aan de Gecommitteerden
in 's Hage, hun meldende de Resolutie en goedvinden der Staten, om,
terwijl de verzochte acte van Zijne Excellentie niet konde verkregen
worden, zich te houden aan de beloften van Zijne Excellentie, bij
missive gedaan; hun verder recommanderende te bezorgen, dat deze
Provincie goed contentement mogt geschieden. 12 Mei 1591.
IV, 769.
--Missive van Graaf Willem Lodewijk en Karel Roorda
aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Friesland om provisie in het
leger voor Coevorden te zenden. 6 September 1592. IV, 793.
--Resolutie van die van het Landschap Drenthe, aan
gaande de versterking van Coevorden, namelijk hoeveel zij daartoe
zullen contribueren en de conditiën op welke. 16 April 1596.
IV, 897.
--Pointen, door de Heeren Georg, Vrijheer thoe Schwart
zenberg en Albert Jacobs de Vries, Gecommitteerden der Heeren Staten
van Friesland, gepresenteerd en overgeleverd aan de Heeren Staten van
Stad en Ommelanden van Groningen, rakende de fortificatie en bezetting
van Coevorden, Bourtange en Bellingwolderschans, en wat bij een ieder
der Provinciën Friesland, Groningen en Drenthe daartoe gecontribueerd
zal moeten worden. 16 April 1596. IV, 899.
--Antwoord van de Staten van Groningen, op de geproponeerde
Pointen van Gecommitteerden van Friesland, aangaande de
versterking van Coevorden, Bourtange en Bellingwolderschans, behelzende
de conditiën en proportie van hun aandeel. 17 April 1596. IV, 900.
--Uitschrijving van eenen Landsdag tegen den 22 April,
om te aanhooren het Rapport der Heeren Gecommitteerden Schwartzenberg
en de Vries, nopens de versterking van Coevorden, en daarop
nadere Resolutie te nemen. 19 April 1596. IV, 902.
--Approbatie der Steden van het ontwerp door de Heeren van het
Mindergetal gemaakt, nopens het verleggen der Garnizoenen , en het
fortificeren en bezetten van Coevorden, Bonrtange en Bellingwolderzijl,
doch onder eenige bepalingen. 4 Mei 1596.
IV, 902.
--Berigt van den Stadhouder aan de Staten van Friesland, om welke
redenen het Garnizoen van Coevorden verandert; en hoe hij zich verder,
zoo in het verleggen der Garnizoenen, als generalijk in alle deelen van
zijne bediening altoos getrouwelijk gedragen heeft, waaromtrent hij
gereed is zich behoorlijk en openbaar tegen allen te verdedigen. .. Mei
1596. IV, 903.
--Memorie, door de Heeren Duco van Martena en Cornelis
Symons, mede Gedeputeerde Staten van Friesland en Gecommitteerden
van hetzelve Collegie gesteld, om aan die van Drenthe ter hand gesteld
te worden, belangende het antwoord en presentatie van die van Drenthe
nopens de fortificatie van Coevorden. 5 Mei 1596. IV, 907.
--Extract uit zekere Resolutie, door de Provincie van
Stad en Ommelanden van Groningen in de Wedeme van Sint
Marten genomen. 6 Mei 1596. IV, 908.
--Antwoord, door die van Drenthe gegeven op de Memorie van de
Heeren Duco van Martena en Cornelis Symons, aangaande het vlek
Coevorden, en wel bijzonder het proportioneren van de
fortificatie-lasten tegen het bezetten aldaar, benevens het
Commandement van het Garnizoen. 7 Mei 1596. IV, 908.
--Protest van de Stad en Ommelanden van Groningen
aan de Gedeputeerden van Friesland gedaan, over de fortificatie en
bezetting van Coevorden. 14 Mei 1596. IV, 910.
--Missive van die van Groningen aan de Staten van Friesland, nopens
de onderhandeling over de versterking van Coevorden enz. 19 Mei 1596.
IV, 911.
--Acte van de Heeren Gedeputeerden van Groningen en
Ommelanden, overgezonden aan de Gedeputeerde Staten van
Friesland; ofte ontwerp van Accoord, omtrent de differenten over
Coevorden, Bourtange en Bellingwolderzijl. 19 Mei 1596. IV,
911.
--Antwoord des Stadhouders op eene Missive van die
van Friesland, over het zenden van Krijgsvolk naar Coevorden, door
Patenten bij denzelven verleend, hetgeen hem als Stadhouder van Drenthe
competeerde. 22 Mei 1596. IV, 912.
--Missive van de Staten-Generaal aan den Stadhouder, denzelven
verzoekende over te komen, ten einde met hem te delibereren nopens het
regt van die van Overijssel, omtrent het vlek Coevorden en het Huis
Borg. 31 Mei 1596. IV, 914.
--Last en Instructie voor de
Gecommitteerden ter
Generaliteit, ofte ontwerp nopens het regt van verleggen der
Garnizoenen, op Friesche repartitie staande, het fortificeren van
Coevorden en bezetten aldaar; mitsgaders de reparatie en bezorging van
Bourtange en Bellingwolderzijl. 5 Junij 1596. IV, 915.
--Decisie van de Staten-Generaal, op de pretensiën en
propositiën van Friesland, Overijssel, Drenthe en Groningen, aangaande
de fortificatie en bezetting van het vlek Coevorden, namelijk dat
zulks, zoo in het algemeen van alle andere Steden en Forten, op de
frontieren der Provinciën gelegen, als bijzonderlijk van Coevorden zal
geschieden, door ofte uit naam van de Generaliteit; zijnde dit nogtans
bij provisie, tot nadere dispositie op 't sustenu van Overijssel en
zonder prejudicie van denzelven Landschappe en Drenthe. 24 Julij 1596.
IV, 922.
--Protest, ter Vergadering van de Staten-Generaal, gedaan
door Gecommitteerden der Staten van Friesland, tegen de Resolutie,
decisief door genoemde Staten genomen op de differenten nopens de
fortificatie en bezetting van Coevorden enz., met verzoek die Resolutie
te resumeren, en hun de bewaring te restitueren. .. Julij 1596. IV,
923.
--Uitschrijving van eenen Landsdag, om na gehoord Rapport
van de Gecommitteerden in de Zaken van Coevorden enz. nader te
resolveren en sluiten, en mede te procederen tot kiezmg van eenige
nieuwe Raadsheeren. 16 Augustus 1596. IV, 925.
--Extract-Resolutie der Heeren Gedeputeerden tot spoedige
aanbesteding en opmaking der fortificatie-werken van de Bourtange
en Bellingwolderzijl. 25 Augustus 1596. IV, 926.
--Uitschrijving ter comparitie van de vorige Volmagten,
tot het houden van eenen naderen Landsdag, om te hervatten en finaal af
te doen de laatst onbeslist geblevene zaken van Coevorden. 27 Augustus
1596. IV, 927.
--Commissie op Douwe van Sytzama, om met Paulus
Symonsz. in de Schansen Bourtange en
Bellingwolderzijl
wegens Friesland, nevens de Gecommitteerden van Groningen en
Ommelanden, aan te besteden de noodige fortificatiën aldaar; en met
Bauke Epes te accorderen, over 't provianderen van Bellingwolderzijl
voor twee maanden. 28 Augustus 1596. IV , 927.
--Missive van den Stadhouder, betuigende het geallegeerde
in de Vergadering der Staten, nopens de overlevering van Coevorden aan
Friesland, wegens 30,000 gulden verschot, geheel onwaarachtig te zijn,
verklarende ter contrarie de regte waarheid van dien. 7 October 1596.
IV, 937.
--Resolutie over het leggen van
garnizoenen, buiten en binnen iedere Provincie, en andere Pointen. 12
October 1596.
IV, 940.
--Missive van den Stadhouder, rakende de fortificatie en
bezetting van Coevorden, dienende tot beantwoording van het berigt van
W. van Camminga, aan de Staten van Friesland overgegeven. 15 October
1596. IV, 941.
--Verklaring van de Gezanten van de Staten Generaal,
op voorstel van de Volmagten van de Zevenwouden en Steden, aangaande
het ordinaris verleggen van de Garnizoenen, in de Vereenigde Provinciën
gebruikelijk. 21 October 1596. IV, 942.
--Resolutie van de Staten van Oostergoo en Westergoo,
waarbij zij persisteren bij eene voorgaande Resolutie den Afgezondenen
van hunne Hoog Mogenden overhandigd. 21 October 1596. IV, 942.
--Antwoord van de Volmagten der Zevenwouden en Steden
op de geproponeerde Pointen der Heeren Gezanten en Gecommitteerden
vorengemeld, betreffende de Regeringe, de Commissie des Stadhouders en
verlegging der Garnizoenen enz. 30 October 1596. IV, 944.
--Antwoorden van de Volmagten van Oostergoo en Westergoo
op de propositie van de Gezanten van de Heeren Staten-Generaal,
in de Vergadering der Heeren Staten van Friesland schriftelijk
overgegeven. 30 October 1596. IV, 945.
--Verklaring van de Gezanten der Heeren Staten-Generaal,
op verzoek van de Volmagten van de Zevenwouden en Steden, in hun
antwoord gedaan tot hunne voldoening gegeven; namelijk dat Friesland in
't veranderen der Garnizoenen gelijke magt zal hebben als andere
Provinciën, nogtans ook uit hoofde van pretens verschot niet boven de
anderen geprefereerd zijn. 3 November 1596.
IV, 951.
--Zie Admiraliteit. Consenten. Generaliteit. Landsdag
No. 50, 55. Oorlog. Verschillen.
Cohieren. Zie Goedschatting. Penning
(Achtsten). Penning (Hondersten). Sijnode. Stemming. Taux.
Coldenburg. Zie Gerkesklooster.
Collateraal. Zie Middelen.
Collatie van Ambten. Zie Pointen van ref. en
redres.
Collatiën. Ordonnantie der Vrouwe Gouvernante, tot revocatie en
cassatie van de beneficiën van Collatiën, die ten nadeele van anderen
in hun regt van Patronaatschap voormaals gegeven of verleend zijn
geweest . 4 November 1539. II, 776.
--Zie Gerkesklooster. Leen.
Collecte. Zie Floreen. Fransche Vlugtelingen.
Militairen. Ontvanger-Generaal.
Collecteurs. Notificatie tot het aanstellen,
van Collecteurs
en Controleurs op de Havens en in de Steden, tot invordering der
Generale Middelen, nu mede in Friesland, gelijk in andere Provinciën,
in trein gebragt. 11 Mei 1580. IV, 152.
--Ordonnantie aan die van Leeuwarden, om als nog ten
spoedigste Collecteurs en Controleurs van de Generale Middelen aan te
stellen. 13 Mei 1580. IV, 154.
--Ordonnantie voor de Collecteurs of Pachters der uitgaande
Waren, volgens welke, ten behoeve van de gemeene zaak, in den
Lande van Friesland geheven en gecollecteerd zal worden, van wege de
Staten van denzelven Lande, de Impost van de Beesten, Waren en
Koopmanschappen, uit de Provincie van Friesland gaande. 16 April 1602.
IV, 1128.
--Zie Impositiën. Krijgsvolk. Landsdag No. 43. Munt
(De). Pachters.
Collegie (Het). Zie Appointementen.
Gedeputeerden. Klerken.
Leen. Verschillen.
Collonel. Zie Kolonel.
Collonels-diept. Zie op de K.
Comediën. Zie Sijnode.
Comites Palatini. Zie Legitimatiën.
Commanderie. Resolutie, waarbij bepaald wordt,
dat de
opkomsten van de Commanderie van Schoot, zoo lang Utrecht door den
Vijand overheerd blijft, ten profijte van Friesland zullen komen. 21
Maart 1673. V, 974.
Commandeurs. Zie Conventualen.
Commercie. Copia Foederis reciproci inter
Eduardum IV, Regem
Angliae et Franciae et Dominum Hiberniae etc, atque nobiles ac potentes
viri Capitanei, Gretmanni, Consules, Proconsules, Judices et
Communitates terrae Frisiae, videlicet de Oostergoo et Westergoo, quo
libera utrimque Commercia et securitas eundi et commeandi confirmatur.
Brieven van Eduard, Koning van Engeland, waarbij de vrijheid
van Commercie, aan Oostergoo en Westergoo, met derzelver Steden, te
voren toegestaan, vernieuwd wordt, en acceptatie dies aan den kant van
Friesland, met wederzijdsche belofte van vrijheid van Commercie. 5
April 1478. I, 675.
Commercie. Zie Tractaten. Vijand. West-Indië.
Commies-Generaal. Resolutie, rakende het
vergeven van het
ambt van Commies-Generaal der Konvooijen en Licenten dezer Provincie,
door hunne Hoog Mogenden zonder voorafgaande nominatie getenteerd. 16
April 1611. V, 183.
--Resolutie, waarbij de Staten hun regt van
benoeming van twee personen tot het ambt van 't Generaal Commiesschap
der Konvooijen en Licenten, tegen de onbehoorlijke begeving door hunne
Hoog Mogenden handhaven. 18 October 1611.
V, 184.
Commissarissen. Zie Audiëntie. Gouverneur
(Luit.). Landsdag No. 9, 11, 28, 43. Leeuwarden. Presentatie.
Commissiën. Zie Alba. Boeymer (E.). Botnia
(S. v.).
Camminga (S. v.). Dijken. Dijkgraaf. Gecommitteerden. Gedeputeerden.
Generaliteit. Gosma. Harlingen. Hof van Friesland. Friso (J. W.).
Jongestal. Krijgsvolk. Landsdag No. 6, 63. Landsordonnantie. Leycester
(Grave van). Livius (J.). Martena (K. v.). Merode (B. v.). Officieren.
Oorlog. Osinga (J.). Privilegiën. Regering. Roorda (K.). Stadhouders.
Steden. Troebelen. Veen. Volmagten. Wapening. Willem I.
Communicatie. Zie Brieven.
Compagniën. Namen van degenen, welke voor dit
loopende jaar
bij de Volmagten van Friesland op de rolle van eenige Compagniën
goedgedaan zullen worden, zonder dat middelertijd eenig meerder aantal
weder aangenomen zal mogen worden. 18 Mei 1593.
IV, 825.
--Zie Leeuwarden.
--(Fransche, Engelsche en Schotsche). Resolutie, rakende het
begeven der Fransche, Engelsche en Schotsche Compagniën, staande ter
repartitie dezer Provincie. 17 Mei 1637.
V, 431.
--Resolutie, waarbij aan den Stadhouder het begeven
der Fransche, Engelsche en Schotsche Compagniën bij provisie opgedragen
wordt. 2 Maart 1649. V, 517.
Compagnons van Veenen. Zie Rijweg.
Comparanten. Zie Landsdag No. 6.
Compromis. Compromis, tusschen Heer Wybe,
Pastor in Oosthem,
en de Ingezetenen aldaar, aangaande zekeren eisch van Tijden , Offer en
Pachten, waartoe Heer Wybe geregtigd meende te wezen. 4 November 1540.
II, 804
--Zie Aalsum. Cathentol. Exmorra. Inquisitie. Schieringers
en Vetkoopers. Zoen.
Comptolren. Zie Kantoren.
Concilie. Verzoek aan de Geestelijkheid in
Friesland, om
mede te helpen dragen de kosten tot het houden van het Concilie te
Trente noodwendig vereischt wordende. 5 Junij 1563. III, 587.
--Zwarigheden, door de Gecommitteerden van de Geestelijkheid
van Friesland ingebragt, op de Missive den 5 Junij jaars door
de Hertoginne van Parma aan hen gezonden, nopens het mede helpen dragen
der kosten tot het houden van het Concilium te Trente, met verzoek om
daarvan verschoond te mogen blijven. 9 Augustus 1563. III, 589.
--Zie
Processiën.
Concluderen. Zie Processen.
Concubinen. Zie Beneficiën.
Conditiën. Zie Matthias. Verkoop. Verschot .
Confessie. Zie Mesvechten.
Confiscatie. Zie Domeinen. Landsdag No. 28,
33, 42. Vagebonden.
Confoederatie. Ordonnantie, dat alle die van
de
Confoederatie der Edelen geweest zijnde, daarover zich bezwaard vinden,
wezende niet gebannen of gevlugt, binnen 30 dagen in persoon of door
Volmagt moeten compareren voor den Hertog van Alba of zijne
Gedeputeerde Raden, om belijdenis te doen en pardon te verzoeken van
deze hunne misdaad, zullende na dien tijd geen gratie kunnen verwerven.
24 Augustus 1568. III, 747.
--Zie Kwaadwilligen. Rebellen.
Conrart. Zie Leeuwarden.
Consentbrief. Zie Aalsum. Hemmama (D.).
Klaarkamp.
Ordeklooster. Smallingerland.
Consenten. Pointen van de Heeren
Gedeputeerden over zaken, betreffende de Consenten ter Generaliteit,
waarop verschillende Resolutiën zijn genomen, zoo van Westergoo als
Oostergoo, Zevenwouden en de Steden enz. 22 December 1598. IV, 1019.
--Protest der Steden tegen de andere kwartieren, over de
schikkingen der middelen, tot hoedinge der Consenten enz. 21 Maart
1600. IV, 1069.
--Resolutie, waarbij de Staten de twee Missives van den
Raad van State, betreffende de Consenten, beantwoorden.
12 Julij 1605. V, 113.
--Instructie voor de Gecommitteerden ter vergadering der
Staten-Generaal, waarnaar zij in het dragen der
Consenten, op de
petitie der overgezonden propositie door den Raad van State ingesteld,
tot vervulling van de Oorlogslasten dezes loopenden jaars, zich zullen
hebben te reguleren. 25 Januarij 1606. V, 116.
--De Staten consenteren in zekere
Belastingen om de ingewilligde Consenten te dragen. 7 Februarij 1606.
V, 122.
--Geschrift, door de Gecommitteerden van Oostergoo en
Westergoo aan de Staten-Generaal overgegeven, nopens de
Consenten en Contributiën van Friesland. 16 Maart 1607. V,
136.
--Resolutie en Verklaring op de propositie der Heeren
Afgevaardigden van hunne Hoog Mogenden over het dragen
van Consenten in verscheidene Petitiën. 3 Maart 1694. VI,
231.
--Resolutie, door de Staten van Friesland genomen op
het voorstel van de Heeren Gedeputeerden uit de Staten-Generaal, ten
einde de Provincie haar Consent zoude dragen in de daarbij opgenoemde
pointen. 11 Maart 1695. VI, 241.
--Zie Aalsum. Doynga. Engwird (Klooster). Gerkes
klooster. Goederen. Landsdag No. 51, 60, 68. Procuratiën. Veenlanden.
Veldmaarschalk. Zaadland.
Consentgeld. Resolutie der Heeren
Gedeputeerden, rakende het
Consentgeld en den LVI Penning. 2 Augustus 1683. V, 1214.
--Zie Gedeputeerden. Landsdag No. 9, 11. Molenaars.
Molens. Penning (Zes en Vijftigsten).
Consideratiën. Zie Landsordonnantie. Pointen.
Consignatie. Zie Appellen.
Consignatie-Penningen. Ordonnantie der Heeren
Staten van
Friesland, dat de Consignatie-Penningen, staande onder den Hove
Provinciaal, voortaan gebragt zullen worden in handen van den
Rentemeester der Domeinen. 13 November 1635. V, 389.
--Resolutie, waarbij gelast wordt de
Consignatie-Penningen voortaan ten kantore der Domeinen
te
brengen, en het Hof Provinciaal geautoriseerd om een Reglement op dit
stuk te maken. 14 April 1636. V, 393.
Constitutie-Brief. Zie Bildtrente. Friesland.
Constitutiën. Zie Kerk.
Consumtiën. Aanschrijving tot publicatie van
de te doene
verpachting der Consumtiën, dat die geschieden zal op den 15 April en
volgende dagen. 31 Maart 1581. IV, 240.
--Acte, gepasseerd door den Stadhouder en Gedeputeerden aan den
Magistraat van Leeuwarden, dat ingevalle de Consumtiën in de andere
Steden en het Platte Land niet verpacht worden, hunne gedane
verpachting mede geen effect zal sorteren. 9 Mei 1581. IV, 255.
--Aanschrijving tot publicatie van de Ordonnantie op
de verpachte Consumtiën. 12 Mei 1581. IV,256.
--Resolutie, door het kwartier der Steden, Staatsgewijze vergaderd,
genomen op eene gedane propositie, waarbij de Consumtiën worden
afgeschaft, en in plaats van dien zes stuivers per maand over de
Floreen tot den algemeenen Oorlog en nog twee stuivers tot het ontzet
van Antwerpen zal worden omgeslagen, doch alleen bij provisie voor twee
maanden, tot dat bij de andere drie Kwartieren van gelijken zal
geresolveerd worden. 24 April 1585. IV, 526.
--Pointen van deliberatie op den
aanstaanden
Landsdag, omtrent de abuizen in de aangeving en betaling der middelen
van Consumtiën. .. Mei 1585. IV, 533.
--Aanschrijving, door de Gedeputeerde Staten aan de
respective Steden gedaan, om wederom te verpachten de Consumtiën voor
zes naastkomende maanden, doch bij provisie en tot nader resolutie en
dispositie, mitsgaders om na gedane verpachtinge acte daarvan over te
zenden. 23 Mei 1585. IV, 534.
--Missive van Burgemeesters en Raden der Stad Sneek
aan den Magistraat van Leeuwarden, houdende mededeeling van het
passeren van eene Ordonnantie over eene weekleening op hunne verpachte
Consumtiën, door de Staten des Lands, contrarie de Resolutie, bij de
Steden op den laatsten Landsdag genomen, uit welke zij een Extract met
het advijs van den Leeuwarder Magistraat in dezen terug verzoeken. 4
Augustus 1585. IV, 541.
--Antwoord van Burgemeesters en Raden der Stad Leeuwarden aan den
Magistraat van Sneek, op hunne toegezondene Missive, rakende de
verpachting der Consumtiën, 't passeren der Ordonnantiën van leeningen
op dezelve, en het extract der Resolutie van de Steden. 5 Augustus
1585. IV, 542.
--Request van B. Boom, om een finaal en schriftelijk
antwoord te mogen erlangen van den Magistraat van Leeuwarden, aangaande
zekere Ordonnantie, door de Gedeputeerden op het middel van de
Consumtiën aangeslagen; met het appointement daarop verleend. 7
Augustus 1585. IV, 542.
--Pointen, waardoor de Steden beweren, derzelver Consumtiën sedert
laatstleden Mei niet schuldig te wezen in de gemeene Lands Beurs te
brengen, voor dat de verpachting der Consumtiën op den voet der
Accijsen geschiede. 23 Augustus 1585.
IV, 549.
--Uitspraak, gedaan door den Stadhouder en Gedeputeerden, nopens de
quaestie tusschen de Landen en Steden, over het inbrengen van het
beloop der Consumtiën in de gemeene Lands Beurs. 17 September en 5
October 1585. IV, 551
--Commissie voor Doctor Henricus Gualterus, om wegens de Stad
Leeuwarden aan den Stadhouder en zijne Geadjungeerden te insinueren en
ter hand te stellen zekere acte van reductie nopens de quaestie der
Consumtiën. 11 October 1585. IV, 552.
--Request van B. Boom, schrijver van Zijn Genades Vendel, aan
den Magistraat van Leeuwarden, om positief antwoord, of hij de
Penningen van eene tweede Ordonnantie door de Gedeputeerden op de Stads
achterstallige Consumtiën aangeslagen zal ontvangen of niet; met het
appointement daarnevens. 16 October 1585. IV, 553.
--Middelen van Consumtie en anderen, die in Friesland,
tegen Mei aanstaande, zullen worden verpacht en geheven. 8 Maart 1632,
oude Stijl. V, 336.
--Zie Bellingwolde. Landsdag No. 35, 43, 44, 47,
48, 53, 69, 70, 71. Ontvangers. Pachtenaars. Rapporten. Zijl.
Contimatie. Zie Maandgeld. Officiers.
Contingent. Missive van den Stadhouder en Gedeputeerden, om Volmagten op
het Landshuis te doen verschijnen, ten einde te beraadslagen en
besluiten over het maandelijksch Contingent dezer Provincie in de
400,000 gulden enz. 13 Junij 1586. IV, 622.
--Zie Frankrijk (Koning van). Leeuwarden.
Contrabanden. Zie Vijand.
Contraboek. Zie Accijsmeesters.
Contract. Zie Ambten. Hasker-Convent. Steden.
Contraroleurs. Zie Accijsmeesters. Collecteurs.
Contrarolourschap. Lambrecht Venroe aangesteld tot Contraroleur te
Slooten. 21 September 1513. II, 298.
--Commissie voor Marten Fransz. op het Contraroleurschap
van Slooten. 19 November 1540. II, 810.
Contraverklaring.
Zie Propijn.
Contributie. Aanschrijving aan de Geregten, om een Volmagt naar
Leeuwarden te zenden tegen den 12 October, om te adviseren en sluiten
aangaande eene Contributie van 6000 Caroli-gulden, om des noods tegen
de zeerooverijen te emploijeren, anderzins die in voorraad te houden.
En waarschuwinge van straffen over hen, die rantsoen aan de Zeeroovers
betalen. 30 September 1569. III, 771.
--De Staten van Friesland nemen aan om op Martini
naastkomende op te brengen eene som van 6000 Caroli-gulden, tot
bescherming van de ingezetenen te water en te lande tegen den vijand en
tegen vagebonden en leegloopers. 12 October 1569. III, 772.
--Notariëele acte van insinuatie, door de Steden aan
de Landen gedaan in het verschil, aangaande het contribueren en
opbrengen van penningen. 9 Augustus 1570. III, 831.
--Omschrijving en Quotisatie, mitsgaders invordering van eene
maandelijksche Contributie van Januarij tot Mei, tot betaling der
Soldaten, en tot suppletie van de daartoe te kort schietende
Impositiën. 18 December 1574. III, 999.
--Nader last en order om de maandelijksche Contributie
zonder gebrek op te brengen, met een Register der contribuerende en
onvermogende Huisgezinnen, mitsgaders tauxatie der Grietenijen en
Steden. 24 Januarij 1575. III, 1006.
--Concept van Contributie, wat een ieder Ingezeten
Landen en Steden van de huren van landen en huizen,
levendige
have en roerende goederen enz., tot de algemeene jaarlijksche Lasten
per maand zou moeten geven. .. December 1577. LII, 1173.
--Ordonnantie om de Contributie voor de maand
October, gerekend tegen vierdehalve stuiver ieder
Floreen,
binnen acht dagen op te brengen, en het nog onbetaalde voor den
Rentemeester Boudewijn van Loo mede ten spoedigste te voldoen.
Voorts dat alle Granen moeten gedorscht en binnen veertien dagen in de
besloten plaatsen gebragt worden. 4 December 1579.
IV, 95.
--Extract uit een Postscriptum, op het antwoord der
Zevenwouden en Steden gesteld, ofte verklaringe op
eenige
pointen en bijzonder op het stuk van de Contributie, door de Gezanten
der Staten-Generaal verzocht. 31 October 1596. IV, 947.
--Resolutie van het kwartier der Steden, waarbij het
hunne Gedeputeerden gelast te letten, dat in de eerstvolgende
uitschrijving gemeld worde, dat de Volmagten moeten worden
geautoriseerd, om te resolveren op een bekwaam middel, tot
fournissement van der Steden negende part tot de Provinciale
Contributie. 26 Junij 1607. V, 144.
--Resolutie, waarbij de Heeren Volmagten der Steden
Zijne Genade en de Heeren van den Provincialen Raad
committeren,
de ongelijkheid in de verdeeling der negende part hunner corpora te
reguleren. 3 December 1607. V, 147.
--Uitspraak door den Stadhouder en Raden in den Hove
gedaan, hoe de negende part van der Steden Contributie over dezelve zal
worden verdeeld, gerekend tegen een Reaal over de Floreen. 22 Maart
1610. V, 169.
--Plakkaat tot waarschuwing, dat niemand zich zal in
laten met, of Contributie geven aan den Bisschop van Munster, of
andere vijanden van den Staat. 7 November 1665. V, 748.
--Zie Antwerpen. Dijken. Floreen. Geestelijkheid.
Jaartaux. Landsdag No. 26, 37, 43, 44, 69, 70, 71.
Leeuwarden. Oorlogskosten. Soldaten. Steden. Vast- en
Bededag. Verschillen.
Vijand. Volmagten. Zeeroovers.
Contributiën (Dijks). Zie Dijken. Dijkgraaf.
Controle. Zie Landsdag No. 28.
Controleurs. Zie Accijsmeesters. Collecteurs.
Controleurschap. Zie Contraroleurschap.
Contumacie. Zie Georg van Saksen. Landsdag No.
43. Obligatie.
Conventen. Zie Kloosters. Landsdag No. 25.
Conventiculen. Ordonnantie dat er geene
Conventiculen of
heimelijke Vergaderingen mogen gehouden en daartegen naarstig moet
gezorgd en ernstig moet geprocedeerd worden. 3 Julij 1567.
III, 714.
--Zie Kerkelijke Vergaderingen.
Conventie. Zie Friesland. Leen. Ruurdazijl.
Convents-Landen. Advijs der Steden op eenige
voorslagen der
Platte Landen, consenterende het verkoopen of verzetten van eenige
Convents-Landen, en het opnemen van het opgebragte der Accijsen enz.,
alles tot vinding van de 20,000 Caroli-gulden tot hulp van het
buitenlandsch Veldleger. 14 Augustus 1584. IV, 503.
Conventualen. Jaarlijksche Pensiën,
geaccordeerd aan de
gewezene Conventualen, Suppriors, Priors, Priorinnen, Commandeurs,
Kellers, Prelaten, Pastoors en Conversinnen in de Friesche Kloosters.
22 October 1594. IV, 863.
--Register van de Conventualen en Pensiën, hun door
de Staten van Friesland geaccordeerd ad vitam, van degenen, welke zich
binnen Groningen tot de reductie deszelven Staats hebben onthouden. 28
Mei 1595. IV, 875.
--Zie Dokknm (Abt en Abdij van). Floreen. Klaar
kamp (Klooster). Ossetille.
Conversatie. Zie Godsdienst.
Conversinnen. Zie Conventualen.
Convocatie. Zie Ingezetenen. Landsdag No. 1.
Westergoo.
Convoijen. Zie Konvooijen.
Convoijeren. Zie Reizigers.
Convooigelden. Zie Konvooigelden.
Copijen. Zie Kopijen.
Corporaals. Zie Korporaals.
Corpora-goederen. Zie Landsdag No. 28.
Corporen. Zie Quotisatie.
Corps de Garde. Zie Sternzee.
Correspondentie. Zie Kerken. Leeuwarden.
Sijnode. Vijand. Correus (Elias). Zie Gevangenen.
Cosmus de Medicis. Zie Voorrede, II, 21.
Costerij. Zie Kosterij.
Costerus (P.). Zie Doleantiën.
Costumen. Artikelen, geconcipiëerd en
ontworpen, dewelke in
verschillende Processen dagelijks geallegeerd worden te wezen Costumen
van dezen Lande. 4 Januarij 1542. II, 840.
--Nadere Artikelen, welke insgelijks in verscheiden Proceduren
dagelijks voor Costumen van dezen Lande worden geallegeerd. ..
(December) 1544. III, 60.
--Zie Baarderadeel. Godsdienst. Landsdag No. 6, 9, 11.
Processen
Coters. Zie Predikanten.
Credentiebrief. Zie Dijken. Gedeputeerden.
Geloofsbrieven. Munt
Wibisma.
Crediteuren. Zie Goederen. Grondheeren.
Croonen (Fransche). Zie Kroonen (Fransche).
Cuinre. Zie Kuinre.
Cunerus Petri. Zie Bulle.
Curatoren. Resolutie der Heeren Gedeputeerden,
waarbij de
Curatoren van 's Lands Universiteit gelast worden naauwkeurig te letten
op het leven en de leer der Professoren en Studenten, en dat geene
vonnissen herroepen worden, dan met toestemming van Professoren en
onder goedkeuring van Curatoren. 29 November 1630. V, 328.
--Resolutie, waarbij de Curatoren van 's Lands Universiteit gelast
worden, naauwkeurig op het lezen en leven der Professoren te letten. 8
Maart 1649. V, 518.
--Resolutie, bevattende de aanstelling van den Stadhouder
tot eersten Curator van 's Lands Universiteit te Franeker, en de Wetten
voor de Alumnen of Landsvoedsterlingen aldaar. 12 Maart 1653. V, 551.
--Resolutie, waarbij eenige Heeren gecommitteerd worden,
om eene Instructie voor de Heeren Curatoren van 's Lands Universiteit
te maken. 2 Mei 1657. V, 591.
--Resolutie als boven. 17 Maart 1659. V, 619.
--Instructie der Heeren Curatoren van 's Lands Universiteit
te Franeker. 24 Februarij 1660. V, 628.
--Zie Penning (Hondersten). Stadhouder.
Cureet. Zie Gerkesklooster.
D.
Daalders. Publicatie, dat geene Daalders gangbaar zullen zijn, dan die,
van welke de Figuren hiernevens gedrukt staan, wordende de overigen
verklaard voor Biljoen. 23 December 1551. III, 288.
--Aanschrijving om te publiceren, affigeren en geaffigeerd
te houden de voorgaande Publicatie, nopens de verboden Daalders. 23
December 1551. III, 288.
--Publicatie, dat het termijn van drie weken, ten opzigte
van den gang der afgezette Daalders, nog drie weken wordt verlengd. 20
November 1553. III, 321.
--Plakkaat, houdende waarschuwing, dat onder de
nieuw
geslagene Daalders ligte gevonden worden, en dat een iegelijk omzigtig
zij in het ontvangen van dien, en zich bediene van de daartoe
vervaardigde en overal uitgedeelde gewigten. Voorts dat niemand in
vreemde Munten mag voeren, dragen of zenden eenig inlandsch geld of
stoffen van dieft. 16 Augustus 1567. III, 715.
--Prolongatie en
provisioneele koers van de Duitsche Daalders.
27 Junij en 10 Julij 1571. III, 857.
--Plakkaat, waarbij verboden wordt den Hollandschen Daalder
hooger uit te geven of te ontvangen dan tegen 27 Stuivers in plaats
van 34 Stuivers. 17 Julij 1577. III, 1141.
--Ordonnantie, dat niemand de Staatsche heele en halve
Daalders en Stuivers, en andere Staatsche en Hollandsche
Munten mag weigeren ten gestelden prijze te ontvangen. 14
Julij 1579.
IV, 57.
Ordonnantie, dat de Hollandsche Daalder zal koers houden
tot 33 Stuivers en de andere speciën volgens de laatste Publicatie.
10 December 1580. IV, 225.
--Zie Dokkum. Goudgulden. Munt (De).
Daalders (Jochem-). Zie Embder-guldens.
Dag- en nachtwacht. Ordonnantie om goede Dag-
en
Nachtwacht, alsmede monstering en toerusting van alle Ingezetenen te
houden, tegen allen gevreesden inval van vijanden. 15 Junij 1542. II,
862.
--Ordonnantie om zorgvuldige Dag- en Nachtwacht te houden, met
aanbieding van eene premie van 25 Caroli-gulden, die de daders van den
moedwil, op Slootermeer bedreven, hetzij levendig of dood, kunnen
aanbrengen. 20 Mei 1572.
III, 886.
--Ordonnantie op het houden van Dagen Nachtwacht in de Grietenij
Wonseradeel. 4 Februarij 1573.
III, 923.
--Resolutie, in dato den 26 December 1572
genomen door Burgemeesters, Schepenen en Raden, mitsgaders de dertien
gezworen Gemeentelieden binnen Leeuwarden, rakende de Dag- en
Nachtwacht door hunne Burgers, tot bewaring van hunne Stad, op het
voorstel van Hernando de Bustamente, Luitenant van den Heere van Billy,
Stadhouder in afwezen van den Heere van Hierges, mitsgaders het Hof van
Friesland, om 150 Soldaten in hunne Stad te logeren, vernieuwd den 2
Maart 1573, en door Gerrit Wybesz., Burgemeester en Ypeke Oedtszoon,
Schepen, aan den Hove overgeleverd, met verklaring, daarin de meening
van den Geregte te wezen. 2 en 3 Maart 1573. III, 927.
--Ordonnantie om goede Dag- en Nachtwacht
te houden, en niemand te laten inkomen als bekende Personen, hunne
namen op te teekenen, acht te geven op hun logement en conversatie; om
daarenboven particuliere huiszoeking naar Vreemdelingen te doen, alle
verdachte Personen noodzaken te vertrekken, en hunne vergaderingen te
verstoren. 6 December 1579. IV, 96.
--- Ordonnantie aan den Magistraat van Leeuwarden, om Dag
en Nacht goede Wacht en Toezigt te houden op hunne Stad, ten einde niet
onverhoeds door den vijand overvallen te worden. 19 November 1582. IV,
316.
--Plakkaat omtrent de Dag- en Nachtwacht
over het Platte Land van Friesland, den toevoer van goederen, en het
reizen naar den vijand. 21 Mei 1586. IV, 615.
--Missive van den Stadhouder, President en
Raden, om volgens inhoud der Brieven van Zijne Excellentie den
Grave van Leycester, wel toe te zien op de kwaadwilligen, met goede
Dag- en Nachtwacht, op Marktdagen als anderzins, met assistentie aan de
Bedienden enz. 24 Augustus 1586. IV, 645.
--Plakkaat tot het houden
van goede Dag~ en Nachtwacht in torens, kerken en schansen, en langs
wegen en stroomen ten Platten Lande. 8 October 1596. IV, 937.
Dag- en Nachtwacht. Zie Impositiën.
Predikdienst
Dagloon. Zie Landsdag No. 6.
Dagobert de Eerste. Zie Voorrede, I, 36.
Dagvaard. Eene Dagvaard te houden met de
Friezen te Amsterdam. 14 September 1406. I, 354.
--Eene Dagvaard te houden binnen Stavoren. .. April
1409. I, 368.
--Procuratie voor de Afgezondenen van Oostergoo en Westergoo,
tot het houden van eene Dagvaard te Haarlem. 12 Junij 1456. I,
589.
--Handelingen op de Dagvaard, gehouden binnen Leeuwarden.
8 Mei 1482. I, 712.
--Handelingen op de Dagvaard te Sneek. 2 Junij 1482.
I, 714.
--Handelingen op de Dagvaard te Bolsward. .. Julij 1482. I, 714.
--Handelingen op de Dagvaard te Leeuwarden. 19 Augustus 1482. I, 716.
--Handelingen op de Dagvaard te Sneek. 30 September
1482. I, 716.
--Handelingen op de Dagvaard te Bolsward. 3 Maart
1483. I, 717.
--Handelingen op de Dagvaard te Leeuwarden. 3 Mei
1483. I, 719.
--Handelingen op de Dagvaard te Sneek. 12 Junij 1483.
I, 723.
--Handelingen op de Dagvaard te Leeuwarden. .. October 1483. I, 723.
--Handelingen op de Dagvaard te Sneek. 29 Maart 1484.
I, 725.
--Handelingen op de Dagvaard te Leeuwarden. 14 Maart
1485. I, 727.
--Handelingen op de Dagvaard te Bolsward. 27 Februarij
1486. I, 729.
--Handelingen op de Dagvaard te Leeuwarden. 13 Maart
1486. I, 730.
--Handelingen op de Dagvaard te Leeuwarden. 1 April
1486. I, 730.
--Handelingen op de Dagvaard te Leeuwarden. .. Januarij 1487. I, 738.
--Zie Privilegiën. Volmagt.
Vrijgeleide.
Dagvaarden.
Resolutie, behelzende de manier van Dagvaarden, voor het Collegie en
het formulier van Citatie. 30 September 1664.
V, 734.
--Zie Stadhouder. Uitgewekenen.
Dammen. Zie Dijken. Weg.
Damsterazijl. Zie Leppazijl.
Damwoude. Zie Stanye.
Dankdag. Aanschrijving om een Dankdag te
houden wegens des
Keizers aankomst te Genua, en Processiën te doen voor zijne overkomst
herwaarts. 15 Junij 1543. III, 23.
--Missive, om God te danken voor de Victorie, op Sinte
Laurensdag, bij St. Quintijn op de Franschen bevochten. 23 Augustus
1557. III, 416.
--Zie Arrest.
Dank- en Bededag. Uitschrijving tot een Dank-
en Bededag, en
het doen van Processiën wegens den gemaakten Vrede met de Koningen van
Frankrijk en Engeland. Voorts de laatste Ordonnantie nopens de Munt op
nieuw te publiceren en te doen onderhouden. 11 October 1529. II, 562.
--Uitschrijving van een Dank- en Bededag,
voor den triomfalen intogt der Koninginne, en dat de Rijksdag te
Augsburg eene goede uitkomst moge hebben; wijders eene Ordonnantie, om
geene Omslagen te doen, in eenige Grietenijen, zonder consent van den
Hove. 15 Julij 1530. II, 571.
Uitschrijvings-Missive tot het houden van
een Dank- en Bededag, op den 6 October eerstkomende, bijzonder over het
behoud van Oostende en de verovering van de Stad Grave enz. 30
September 1602. IV, 1136.
Dank-, Vast- en
Bededag. Missive, ter
vaststelling van een algemeenen Dank-, Vast- en Bededag op den 20 April
aanstaande, bijzonder ook over het behoud van Oostende, de successie
van den Koning van Schotland tot de Kroonen van Engeland en Ierland
enz. 13 April 1603. IV, 1250.
--Uitschrijving als boven, tot het houden
van een algemeenen Dank-, Vast- en Bededag op den 3 Augustus
aanstaande. 27 Julij 1603. IV, 1254.
--Uitschrijving als boven van een algemeenen
Dank-, Vast- en Bededag, tegen den 18 April aanstaande, tot
behoud van de Stad Oostende. 7 April 1604. III, 1281.
--Uitschrijving tot het houden van
een algemeenen Dank-, Vast- en Bededag, tegen den 13 dezer maand,
wegens het beleg der Stad Sluis en 't behoud van Oostende tegen het
geweld der vijanden enz. 4 Junij 1604. IV, 1282.
Dankzegging.
Aanschrijving tot het doen van openbare Dankzegging, en het bedrijven
van publieke Vreugde op den volgenden Sabbath, wegens eene zege op den
vijand behaald. 14 Julij 1581.
IV, 263.
--Zie Leeuwarden. Processiën.
Dantumadeel. Mr. Sydts Tzyarda gelast, om op
den 6 September
naastkomende op de Kanselarij te verschijnen, en te handelen over een
verschil nopens het opslatten van zekere Vaart in Dantumadeel,
strekkende van Dokkum naar de Wouden, welke slatting Dantumadeel zoude
moeten bekostigen, ter oorzake van den geheven wordende tol. 27
Augustus 1527. II, 533.
--Zie Landsdag No. 7. Trekweg. Veen.
--Grietman van. Zie Klaarkamp.
Dantumawoude. Zie Vaart. Weg.
Dathenus (Petrus). Missive van Graaf Maurits
van Nassau en
den Raad van State aan de Heeren Staten of derzelver Gedeputeerden in
Friesland, om den Predikant Petrus Dathenus, zich in Friesland
bevindende of derwaarts komende, te apprehenderen en gevankelijk over
te zenden. Voorts om geene Predikanten in de Provincie te laten
prediken, alvorens zij zich gezuiverd hebben van het hun ten laste
gelegde, aangaande de overlevering der Stad Gent aan de vijanden. 15
October 1584. IV, 511.
Datum. Zie Landsdag No. 28.
David van Bourgondië (Bisschop). Zie Veen.
Decama. Zie Eijsinga.
--(Sixtus van). Zie Trekweg.
Deciseurs. Zie Hof van Friesland.
Declaratiën. Resolutie dat de Declaratiën van
Kosten,
gevallen over groote Reviesen, door den Hove zullen worden getauxeerd.
7 October 1664. V, 734.
Declaratoir. Zie Landsdag No. 30. Privilegiën.
Dedingen. Zie Volmagten.
Deductie. Zie Gedeputeerden. Hof van
Friesland.
Deelen (Vijf). Zie Dijken. Peil.
Defensie. Zie Loo (B. van). Policie.
Verdediging.
Dekema (P. van). Zie Gedeputeerden.
--(S. van).
Zie Soldaten.
--Dekenij (Bolswarder).
Zie Bolswarder Dekenij.
Dekenloopers. Zie Maaijers.
Dekens. Zie Herema. Landsdag No. 9, 11.
Delatie van Autoriteit. Zie Leycester (Grave
van).
Delfland. Zie Friesland.
Delfzijl. Resolutie op den Voorslag, door de
Staten-Generaal
gedaan den 30 Junij, tot vereffening der Geschillen tusschen deze
Provincie en Stad en Landen, over de ontruiming van Delfzijl. 6
September 1616. V, 221.
--Resolutie,
waarbij de Staten persisteren bij hunne vorige Resolutiën den 6
September 1616 genomen: 1°. op de ontruiming van Delfzijl; 2°. van den
3 Julij 1619, op de Kerkenorde. 26 Mei 1620. V, 258.
--Zie Quota.
Deliberatie. Zie Advijs. Veldmaarschalk.
Delinquanten. Zie Landsdag No. 6.
Demissie. Zie Landsdag No. 33.
Demolitie. Order van Zijne Keizerlijke
Majesteit, tot het
Demolièren en slechten van eenige sterkten en plaatsen in Friesland,
als te Dokkum, Slooten, Franeker en Stavoren en in den Lande van
Overijssel. 12 September 1531. II, 584.
Denemarken. Zie Floreen. Frankrijk (Koning
van). Gezanten. Tractaat Wapenstilstand.
--Koning van. Zie Stavoren.
Deportatie. Zie Aysma (H.). Hof van Friesland.
Derden Man (Ligting van den). Zie Ligting.
Deserteren. Zie Militairen.
Deserteurs. Conventie tusschen de Heeren
Gecommitteerden uit
het Collegie der Gedeputeerde Staten van Friesland en den Overste T. du
Moulin, wegens den Keurvorst van Brandenburg, betrekkelijk de
Deserteurs in deze Provincie, omliggende Forten, Vorstendom
Oost-Friesland en andere Landen van den Keurvorst van Brandenburg. 17
Februarij 1692. VI, 187.
Destitutie. Zie Landsdag No. 42.
Deugnieten. Zie Vagebonden.
Deurwaarders. Instructie voor de Deurwaarders
en anderen,
die, uit krachte van eenige commissiën of executoriën, zullen willen
procederen tot verkooping van onroerende goederen. ..... 1542.
II, 844.
--Instructie voor de Deurwaarders van de Staten
van Friesland, waarnaar zij zich zullen hebben te reguleren in het
exerceren en bedienen van hunne Commissie, betrekkelijk het Salaris. 22
April 1602. IV, 1130.
--Nadere Instructie voor de Deurwaarders van den Hove van Friesland. 3
Maart 1624. V, 288.
--Instructie voor de Deurwaarders der Heeren Gedeputeerden.
16 Februarij 1655. V, 571.
--Nadere Instructie voor de Deurwaarders der
Heeren Staten van Friesland. 23 Maart 1674. V, 1020.
--Zie Exploiteurs. Hof van Friesland. Jagt. Privilegiën. Relaas.
Deventer.
Zie Cathentol. Floreen. Godsdienst. Leger. Munt (De).
Ongelden. Tol. Wapenstilstand.
Diederik of Dirk
(Bisschop). Zie Friesland. Vrede.
Diefstal. Diefte.
Dieven. Dieverij. Zie Verbond. Voorrede, I, 56.
Dienaren des Woords.
Zie Vast- en Bededagen.
Dienst.
Zie Knechten.
Krijgsvolk.
--(Vreemde).
Plakkaat, dat niemand in Vreemde Dienst
zal trekken, en daar reeds zijnde, binnen dertig dagen zal moeten
wederkeeren, bij poene van lijf en goed. 26 Maart 1530. II, 567.
--Plakkaat, dat niemand zich mag begeven in
Dienst van Vreemde Prinsen, Heeren of Gemeenten, zonder consent. 1
Maart 1535. II, 665.
--Plakkaat, dat niemand zich in Dienst van Vreemde Heeren zal mogen
begeven, en die zulks gedaan hebben, binnen eene maand moeten
wederkeeren. Voorts dat niemand binnen drie naastkomende maanden eenige
Paarden zal mogen uitvoeren. 18 Februarij 1536. II, 682.
--Plakkaat, dat niemand, hij zij krijgsman of een
ander, mag gaan in Vreemde Dienst zonder expres consent, op poene van
lijf en goed, zonder ooit Pardon te bekomen. 9 Mei 1537. II, 696.
--Plakkaat, dat men geen Vreemde Heeren
zonder consent zal dienen, noch op den huisman of kloosters teren,
zonder te betalen. 25 Mei 1537. II, 698.
--Plakkaat, dat niemand zal trekken naar den
vergaderden hoop Militie in Overijssel, noch elders in Vreemde Dienst,
zonder consent, en daar reeds bij zijnde, aanstonds weder te
vertrekken, op straffe van lijf en goed. 14 Mei 1540. II, 790.
--Ordonnantie, dat niemand zich zal mogen
begeven in Dienst van Vreemde Vorsten, Landen, Gemeenten of
Krijgsvergaderingen, zonder consent. 17 November 1540. II, 810.
--Plakkaat, dat niemand Krijgsvolk mag aannemen, zonder te toonen
commissie van den Keizer, of den Koning van Engeland, en insgelijks dat
niemand in Vreemde Dienst mag gaan, behalve in die van Engeland, zonder
te hebben consent beiderzijds, op verbeurte van lijf en goed. 26 Mei
1544. III, 36.
--Plakkaat, dat niemand zich
zal mogen
voegen bij het Krijgsvolk, door eenen Herwaard van Langen, in 't Sticht
Bremen vergaderd, maar daar reeds bij zijnde, zich binnen
vijftien
dagen daarvan zal moeten afzonderen, bij verbeurte van lijf en goed. 3
September 1544. III,43.
--Plakkaat, dat niemand mag trekken in Dienst
van Vreemde Vorsten, Prinsen of Heeren, zonder consent, of reeds daarin
zijnde, aanstonds weder te keeren, bij verbeurte van lijf a goed. 10
Julij 1546. III, 105.
--Plakkaat, dat niemand mag trekken in Vreemde Dienst, zonder
consent, bij verbeurte van lijf en goed. 9 December 1546.
III, 113.
--Plakkaat, dat niemand mag gaan in eenige
vergadering van Krijgsvolk, noch in Dienst van Vreemde Heeren, zonder
consent, op verbeurte van lijf en goed en tevens van het regt, uit
krachte van successie, testament of anderzins, op eenige erfenis
geschapen; waarvan insgelijks hunne vrouwen en kinderen zullen
uitgesloten zijn, die benevens dien, mede uit den Lande voor eeuwig
gebannen moeten worden. 18 Februarij 1547. III, 116.
--Plakkaat, dat niemand zich mag voegen bij
eenige vergadering van Knechten, noch zich in Dienst van Vreemde Heeren
of Gemeenten begeven, zonder consent; en die reeds aldaar zijn, moeten
weder keeren binnen twaalf dagen. 15 November 1551. III, 286.
--Plakkaat als boven. 28 November 1551. III, 286.
--Plakkaat, dat niemand in Vreemde Dienst
mag trekken, of reeds daar zijnde, binnen vijftien dagen zal moeten
wederkeeren, bij poene van lijf en goed. 24 Mei 1563. III, 586.
--Plakkaat, dat niemand mag trekken in Dienst
van Vreemde Heeren, of eenige Krijgsverzameling, zonder consent, of
reeds daar zijnde, moet wederkeeren binnen vijftien dagen, alles op
verbeurte van lijf en goed. 3 Maart 1564. III, 614.
--Nader Plakkaat, om zich niet te begeren in Dienst, noch
bezoldiging te nemen van Vreemde Heeren, of zilks reeds gedaan hebbende
weder te keeren binnen vijftien dagen. 17 Mei 1564. III, 617.
--Plakkaat, dat niemand mag trekken in Dienst
van Vreemde Heeren, of eenige Krijgsverzameling, zonder consent of daar
reeds zijnde moet wederkeeren binnen vijftien dagen, op verbeurte
van lijf en goed. 3 Maart 1565. III, 643.
--Plakkaat, waarbij andermaal verboden wordt
zich in Buitenlandsche Krijgsdienst te begeven, zonder expres consent
van den Koning, en dat die het reeds gedaan mogten hebben, moeten
wederkeeren binnen veertien dagen na publicatie dezes. 7 October 1567.
III, 720.
--Verbod, om niet te mogen trekken in Vreemde
Krijgsdienst, zonder consent, bij poene van de galge. 29 Maart 1573.
III, 931.
--Plakkaat, dat niemand zonder consent van
den Aartshertog, van den Prins van Oranje en de Generale Staten zich in
Vreemde Dienst mag begeven, en dat de reeds daar zijnde, binnen tien
dagen moeten wederkeeren. 6 April 1579. IV, 18.
--Zie Knechten.
Krijgsvolk.
Dienstboden.
Zie Vrijgeleide.
Diensten.
Zie Willem I.
Dienstmaagden.
Zie Knechten.
Diep. Zie Kollum. Vaarten.
Diepholt (R. van).
Zie Bezwaarbrieven. Gehoorzaamheid. Vrede.
Dijckstera.
Zie Gerkesklooster.
Dijkagiën.
Zie Dijken. Landsdag No. 2.
Dijken.
Verdrag tot onderhouding van de Dijken om het Nieuwland bij
Sneek. 2 Mei 1427. I, 471.
--Uitspraak gedaan door Pieter Ockinga cum soc., rakende
eenige Dijken en Uitwateringen van het Nieuwland bij Sneek.
1427. I, 472.
--Accoord tusschen den Abt van Gerkesklooster en de Ingezetenen
van den Uterdijk van Kollum en Buitenpost, over het maken en
onderhouden van eenen Dijk en eene Zijl bij Kollum. 1 Maart 1453. I,
544.
--Accoord tusschen de Regters en gemeene Gemeenten van
de Hemmen, gelegen tusschen de Steden Bolsward en Sneek, aangaande de
onderhouding van Dijken, Dammen en Zijlen. 21 Junij 1453. I, 545.
--Verdrag over de onderhouding van den IJsbrechtumerdijk,
tusschen Oosterzijl en Dijksterburen, cum annexis. 23 Augustus 1473. I,
656.
Verklaring of uitspraak, gedaan door Hendrik, Grave van
Stolberg, Stadhouder van Friesland, waarbij de
Ingezetenen van
de dorpen Achlum, Herbaijum en Midlum, en alle andere landen, buiten de
Slachte geordonneerd worden, met en benevens de Stad Harlingen en het
Klooster Ludingakerk, den Dijk van Harlingen, en bijzonder dien aan het
Zuidereinde dier Stad, op dezelfde hoogte, dikte en grootte te maken
als de Bildtdijk, met alzulken Hoofden als de Heeren Raden, Bernhart
Meister en Hessel van Martena ordonneren zullen. 28 April
1501. II, 216.
--Ordonnantie der Hertogen van Saksen,
aangaande het
maken en onderhouden der Dijken, Sluizen en Uitwateringen in Oostergoo.
2 April 1503. II, 225.
--Ordonnantie der Hertogen van Saksen, aangaande het maken
en onderhouden der Dijken, Sluizen en Uitwateringen in Westergoo. 2
April 1503. II, 227.
--Verschil ontstaan zijnde over de Dijken, tusschen die van
Stavoren en Hindeloopen cum soc. ter eener, en die van
Wijmbritseradeel, met de Steden en Kloosters daarin gelegen, en
Utingeradeel, voor zoo verre onder Westergoo behoort, ter andere zijde,
heeft Hertog Georg van Saksen Gecommitteerden benoemd, om daarover
uitspraak te doen. 11 Julij 1504. II, 237.
--Ordonnantie des
Hertogs
Georg van Saksen, nopens het
maken der Dijken in Westergoo, en aanstelling van eenen Dijkgraaf met
twee Gecommitteerden, om toezigt te houden op het maken van dezelven,
en bepaling der boete bij de eerste, tweede en derde
schouwing door de nalatigen te verbeuren 1504. II, 240.
--Ordonnantie van Georg, Hertog van Saksen, omtrent het
maken der Dijken in Oostergoo. ..... 1504. II, 241.
--Acte de non praejudicando, door den Hertog van Saksen
gegeven, aan dengenen die de herstelling van de inbreuk der Dijken mede
hebben gedaan, doch vermeenden daartoe niet gehouden te zijn. 11
December 1509. II, 266.
--Die van Hennaarderadeel, Baarderadeel en Franekeradeel
hebben aangenomen den Harlinger Dijk met aarde te maken, met de
Buitendijksters, en zullen de Buitendijksters dien met zoden bezetten.
7 Junij 1510. II, 268.
--Die van Ferwerd, oordeelende niet gehouden te
zijn de
groote Gernsteradijken op te maken, bieden de Gedeputeerden aan,
dezelve uit hun eigen buidel op te maken; doch indien naderhand met
regt of anders bevonden wordt, dat die van Ferwerd daartoe gehouden
zijn, zij de dubbele kosten zullen betalen. 11 Junij 1510.
II, 269.
--Ordonnantie op de Dijken gemaakt, met een opleg van zes
stuivers op de Floreenrenten, over het geheele land van Friesland.
...... 1510. L. B. 74. II, 271.
--Die van Westergoo nemen aan, hunne Dijken met aarde op
nieuw, volgens het Reversaal in voortijden gemaakt, weder op te maken,
de achterstallige resten in te vorderen, en in handen van den
Stadhouder over te leveren. 11 April 1513. II, 297.
--Commissie op eenige Heeren uit
Oostergoo, Westergoo
en de Wouden, om de gesteldheid der Dijken, Sluizen en Zijlen te gaan
visiteren, en van hunne bevinding aan den Stadhouder rapport te doen. 7
Februarij 1525. II, 485.
--Handelingen over het maken en repareren van Dijken, Zijlen
en Sluizen. 13 Maart 1525. II, 487.
--Order op de Binnen- en Buitendijken in Oostergoo. 13
Maart 1525. II, 490.
Ordonnantie van den Stadhouder en Raden, aangaande de Dijken.
16 Maart 1525. II, 491.
--Concept van twee Dijkmeesters of Rijswerkers uit Zeeland,
om den Dijk tusschen Ternaard en Wierum te onderhouden. 28 April 1525.
II, 492.
--De Landheeren in Rauwerderhem nemen nog eens voor
deze keer aan, de Zeedijken in Westergoo te repareren en te maken
gelijk in den jare 1524 verleden. 12 Mei 1525. II, 495.
--De
Binnendijksters in Wijmbritseradeel nemen nog eens voor
deze keer aan, de Zeedijken in Westergoo te repareren en te maken
gelijk in den verledenen jare. 12 Mei 1525. II, 495.
--Commissie op Hugo Jacobsz., Bode 's Hofs van Friesland,
om de Burgemeesters, Schepenen en Raden met de Grietslieden in
Oostergoo en Zevenwouden te bevelen, ten einde met eenige Volmagten uit
hunne Stad en Grietenij, op den 25 dezer, 's avonds alhier in de
herberg te zijn, en 's anderen daags in der Predicaren Klooster, om te
aanhooren en te concluderen op de materie van Dijkagiën, 't gene zal
worden voorgehouden. 26 Mei 1525. II, 496.
--Handelingen van den
Landsdag, gehouden te Leeuwarden,
over het maken en onderhouden der Dijken. 26 Mei 1525.
II, 497.
--Eenige Grietenijen nemen aan de reparatie van sommige Indijken in
Oostergoo, als de Leppedijk en Zijdwent; die van Rauwerderhem hunne
Hem- en Kleidijken en Idaarderadeel hunne oude Dijken. 26 Mei 1525. II,
498.
--De Buitendijksters in Westergoo submitteren zich nopens het
onderhoud hunner Dijken aan de uitspraak van den Stadhouder. 26 Mei
1525. II, 498.
--Uitspraak van den Stadhouder, hoe de Buitendijksters in
Westergoo hunne Dijken zullen moeten maken en onderhouden.
28 Mei 1525. II, 498.
--Plakkaat en Ordonnantie om de Dijken, Dammen, Sluizen, Wateringen
en Heerenwegen te doen repareren, zoo dat behoort. 2 April 1526. II,
512.
--Verbaal, gemaakt door den Hove van
Friesland,
tusschen den Drossaard, Burgemeesteren, Schepenen en Raden der Stad
Stavoren, en de Volmagten van de gemeene Ingezetenen van Hemelumer
Oldephaert, Klagers ter eener, en de Burgemeesters, Schepenen en Raden,
Grietslieden of hunne Volmagten van Workum, Hindeloopen,
Wijmbritseradeel, Barradeel, Franeker Buitendijken, Harlinger Buren en
Harlinger Uitlanden, Doniawerstal enz, Beklaagden ter andere zijde,
rakende het in geschrifte stellen vaa het getal der Pondematen van
hunne Landen en derzelver waarde, door onpartijdige en deugdelijke
personen op te maken en aan den Hove over te zenden enz. 14 Januarij
1528. II, 537.
--Citatie van den Hove van Friesland aan Olderman, Burgemeesters,
Schepenen en Raden der Stad Franeker en den Grietman van
Franekeradeel, om aan het reces van den 28 Mei 1525, nopens het
onderhoud der Dijken in Westergoo te voldoen, of anders den 20 dezer,
's morgens ten acht ure in de Kanselarij te compareren, om den eisch en
conclusie van den Procureur Generaal van 's Keizers wege te aanhooren.
4 Maart 1528. II, 540.
--Declaratie van den Stadhouder en Raden, en
aanneming van
de meeste Buitendijksters in Westergoo, dat zij de Zeedijken van
Veenhuizen tot den Bildtdijk toe met aardewerk zullen maken, behoudens
hun regt tegen die binnen den Hemdijk liggen oostwaarts en de Kampen in
Witmarsum; met aanneming om de Binnendijksters te induceren, hun met
palen en ijzerwerk bij te staan. 21 April 1529. II, 555.
--Consent Van die van Oostergoo en de Binnendijksters in
Westergoo, om van hunne Floreenrente te geven zes
stuivers voor
drie jaren, tot hulp der Buitendijksters van Westergoo, in het maken
der Zeedijken. 23 April 1529. L. B. 181. II, 555.
--Acte van indemniteit aan die van Oostergoo gegeven van
de Prelaten, Heerschappen, Eigenerfden en gemeene Huislieden,
Buitendijks in Westergoo, nopens het onderhoud der Zeedijken, en den
onderstand van die van Oostergoo genoten, welke onderstand en hulpe zij
verklaren niet meer te zullen begeeren. 23 April 1529. L. B. 183. II,
555.
Commissie, gepasseerd door den Stadhouder en de Raden
op Julius van Botnia, Ridder, Sybrand Roorda, Mren. Jarich Vekema en
Hector van Hoxwier, als Gedeputeerden van de Binnendijksters, tot het
ontvangen van de zes stuivers op den gulden rente, door dezelve in drie
naastkomende jaren aangenomen te betalen tot hout, ijzer en anderzins,
voor de hoofden en het paalwerk aan de Zeedijken, om de Buitendijksters
in Westergoo daarmede te hulp te komen; alsmede commissie op
Tzalinck van Botnia en Gerolt van Herema, om rekening, bewijs en
reliqua van bovengedachte Gecommitteerden te ontvangen en quitantie te
passeren, zullende deze Gedeputeerden genieten voor vacatiën en
verteringen 's daags 35 stuivers. 26 April 1529. II, 556.
--Verklaring, hoe de kosten, wegens het maken der Westersche Dijken,
door Grondheeren of Meijers gehoed of verdeeld zullen worden. 30 Julij
1529. L. B. 189. II, 561.
--De Binnendijksters nemen aan, den Keizer, den Stadhouder
en de Raden ten gevalle, hunne pondematen te bezwaren in den vierden
penning, tot palen en ijzerwerk, om het strand daarmede te onderhouden
van den Bildtdijk af tot Makkum, voorbehoudens de administratie der
penningen, en door hunne eigen Gedeputeerden te emploijeren; blijvende
voorts de voorsz. Binnendijksters vrij en onbelast van het aardewerk,
en alle andere lasten de Zeedijken aangaande, nu, en tot eeuwige tijden.
..... 1529. II, 564.
--Accoord, gemaakt tusschen de Buitendijksters in Westergoo,
over de hoogte en breedte der Westersche Dijken. 14 Februarij 1530. L.
B. 198. II, 566.
--Accoord tusschen die van Smallingerland, Leeuwarderadeel,
Tietjerksteradeel en Idaarderadeel, over het vernieuwen van een
Zijdweindt en het maken van eenen Dijk, door tusschenspraak van Heeren
Commissarissen uit den Hove van Friesland getroffen.
.... 1531. II, 610.
--Order op het stuk der Dijkagie door den Stadhouder en
Kaden van Friesland beraamd. 13 Maart 1533.
II, 627.
--Het groot Arbitrament of generale uitspraak, gedaan door
den Stadhouder, President en Baden van Friesland, tusschen de Binnen-
en Buitendijksters van Westergoo, aangaande het maken en onderhouden
van hunne Dijken. 7 April 1533. III, 628.
--Arbitrament ofte uitspraak, gedaan door den Stadhouder,
President en Raden van Friesland, tusschen de Binnen- en
Buitendijksters van Westergoo, aangaande het maken en onderhouden der
Zeedijken van de Workumerdijken af tot aan het Roode Klif. 7
April 1533. II, 630.
--Arbitrament ofte uitspraak gedaan door den Stadhouder,
President en Baden van Friesland, tusschen de Binnen- en
Buitendijksters van Westergoo, aangaande het maken en onderhouden van
hunne Dijken, van het Boode Klif af tot Veenhuizen. 7 April
1533.
II, 632.
--Commissie voor den Heer Tjaard van Burmania en Mr- Francs van
Alphen, om zeker verschil uit het Arbitrament, tusschen
de Buiten- en Binnendijksters van Westergoo gerezen, ofte door hetzelve
in alles niet beslist, uit den weg te ruimen en te decideren, indien
mogelijk. 21 April 1533. II, 634.
--Verklaring dat de Abt van
Lidlum, met die van Firdgum. Tjummarum en Oosterbierum, zullen gehouden
zijn in het maken en onderhouden der Dijken, als Buitendijksters, en in
het contribueren tot hoofden en palen, als Binnendijksters. 5 Mei 1533.
II, 635.
--Verklaring dat die van Bolsward, Schraarderhem, Heeslum
(Hieslnm), Doetgum (Dedgum) en Greonterp, zich in het maken en
verdeeling der Dijken zullen reguleren, als andere Buitendijksters. 7
Mei 1533. II, 635.
--Declaratie ofte verklaring op de verschillen, die uit het groot
Arbitrament gerezen zijn. 9 Mei 1533. II, 636.
--Zekere uitspraak door Commissarissen van den Hove ge
daan, tot vereeniging der Buitendijksters wegens hunne Dijken, loopende
van den Bildtdijk af tot Makkum. 2 Julij 1533.
II, 640.
--Arbitrament of uitspraak, gedaan door Gerrit van Loo,
Raad en Rentemeester Generaal in Friesland en Wolf van
Worts,
Excijsmeester te Kollum, in de geschillen tusschen den Abt van
Gerkesklooster en des Convents Meijers te Burum, nopens het maken en
onderhouden van de Dijken van het Kruisland. 20 Maart 1534.
II, 651.
--Verdeeling der perceelen, aan ieder dijkpligtigen ten laste
komende, in het maken en onderhouden der Zeedijken, strekkende van het
Roode Klif tot aan Veenhuizen, door Commissarissen van den Hove van
Friesland gemaakt en aangewezen. 20 April 1534.
II, 653.
--Uitspraak, gedaan door Juw van Jongema cum soc., tusschen
Harmen Piersz., ter eener, en de Volmagten van de zeven
Dorpen,
die hunne Dijken hebben op het Noord van Makkum, ter andere zijde,
betreffende zekere vacatiën en onkosten, door gedachten Harmen, als
Gecommitteerde van voorsz. Dorpen gemaakt. 10 Mei 1535. II,
677.
--Ordonnantie, dat men in het toekomende alle omslagen over
de Contributie van de Vijfdeelsdijken zal maken en verzamelen over den
Floreen. 27 April 1537. II, 695.
--Aanschrijving van de Gecommitteerden aan de respective
Geregten der Vijf Deelen, om hunne Binnen- of Indijken te repareren
en op te maken, naar de keur van hoogte en breedte hierin aangewezen,
tegen eenen provisioneelen of uiterlijk tegen den effec
tiven Schouwdag, bij poene van anders tot hunne dubbele kosten gemaakt
te zullen worden. 19 Augustus 1538. II, 722.
--Plakkaat, dat
niemand eenige schepen over de Zeedijken mag trekken, opdat de Dijken
niet beschadigd, noch de Accijsen gefraudeerd worden. 24 October 1538.
II, 724.
--Commissie voor Hector van Hoxwier, om op het maken
van den Dijk tusschen Krinserarm en Leeuwarden, en voorts tot aan den
Bildtdijk, zoodanige bestelling te maken, als bevinden zoude
te behooren 1539. II, 779.
--Order en Reglement, op het maken en onderhouden der
zoogenaamde Vijfdeelsdijken. 18 Maart 154. III, 117.
--Commissie voor Doeke van Walta, als Dijkgraaf over de
Dijken, die door Stavoren, Sneek, IJlst, Hindeloopen, en
de
Ingezetenen der Grietenijen Wijmbritseradeel en Utingeradeel
onderhouden zijn, strekkende van Workumerdijk af tot aan het Roode
Klif.
26 Maart 1550. III, 190.
--Verbaal, inhoudende zekere consideratiën en bedenkingen,
over het al of niet aanstellen van eenen Ontvanger-Generaal der
zoogenaamde Vijfdeelsdijken. .. Julij 1559. III, 471.
--Verklaringen door den Hove van Friesland ingebragt, over
het repareren der Zeedijken van de Vijf Deelen binnen en buiten 's
Dijks. 26 Maart 1560. III, 484.
--Request van Doitze Bonga en Mr- Gerbrand Walckema, in
houdende verzoek, dat de Dijken, strekkende van het Bildt af tot aan
Makkumerzijl, gemaakt en onderhouden worden, gelijk dezelven door den
Dijkgraaf en Gedeputeerden geordonneerd en naast vijf a zes jaren
gemaakt en onderhouden zijn geweest; met het appointement daarop door
den Hove verleend. 15 en 18 April 1561. III, 537.
--Request van Pals Syurdtszoon, te Heeg, Volmagt van de
Dijkgraven, Gedeputeerden en Volmagten van de
Dijkgenooten,
hebbende hunne Zeedijken tusschen Wonseradeelsdijken en het Roode Klif,
behelzende verzoek om de penningen tot bekostiging der paalwerken van
de voorschreven Zeedijken noodig zijnde, te mogen collecteren,
invorderen en doen brengen in handen van den Ontvanger, door de
Dijkgraven, Gedeputeerden en Volmagten voorschreven daartoe gesteld,
met het appointement door den Hove daarop gegeven. 23 April
1561. III, 538.
--Missive des Stadhouders aan de Dijkgraven van de Vijfdeels
dijken, belangende de proceduren, tusschen de Buitendijksters ter
eener, en de Binnendijksters ter andere zijde gevallen; en om ten
spoedigste om te slaan en te collecteren eenen duit op den gulden
rente, tot betaling der Kaartmakers van al de Dijken en Wateringen
binnen 's Lands, en de stormen aan de Zeedijken van deze Landen
vallende. 21 Maart 1562. III, 568.
--Request van Doytze Bonga en Sybrand
Wijbranda, als
Volmagten van de gemeene Buitendijksters der Stad Harlingen en de zeven
Dorpen in Wonseradeel, nopens het maken en repareren van hunne Dijken,
met het appointement door den Hove daarop gegeven. 11 April 1562. III,
570.
--Commissie, gepasseerd op Idzard Styntiema, als Dijkgraaf
over de Zeedijken, loopende van het Roode Klif tot aan Veenhuizen. 27
en 28 Julij 1571. III, 859.
--Ordonnantie des Konings, dat tot behulp en herstel der
Zeedijken en andere Dijkagiën, door den hoogen Watervloed van
den 1 November des verledenen jaars verbroken en weggespoeld, over
geheel Friesland op de Floreenrente omgeslagen zal moeten worden de
somma van 40,000 Caroli-gulden. 14 en '18 Augustus en 15 September
1571. III, 864.
--Commissie, gepasseerd op Gerlof Sipkesz., als Secretaris van
de Zeedijken, loopende van Veenbuizen tot aan het Roode Klif, benevens
het appointement door den Hove daarop gegeven. 24 September, 26 en 27
October 1571. III, 867.
--Schriftelijke bewilliging der Binnendijksters,
om in de uitspraak der Heeren Arbiters, over hun verschil met de Buitendijksters,
de making en reparatie der Zeedijken betreffende, zonder eenig
wederroepen of reductie te zullen berusten. 23 December 1572. III, 919.
--Submissie der Buitendijksters aan de uitspraak der Heeren Arbiters,
over het maken der Zeedijken. 23 December 1572.
III, 919.
--De Hertog van Alva approbeert en ratificeert de gedane
submissie der Binnen- en Buitendijksters aan de uitspraak der Heeren
Arbiters, nopens hunne verschillen over het maken der Zeedijken. 28
Maart 1573. III, 931.
--Commissie voor Douwe van Heerema, als Dijkgraaf
van
Bolsward en de Dorpen in Wonseradeel, hebbende hunne Zeedijken op het
Zuid van Makkum. 7 Mei 1573. III, 938.
--Request door de Buitendijksters en de Stad Harlingen en
Uitburen van dien, gepresenteerd aan den Hertog van Alva; mitsgaders
het antwoord, door den Hertog daarop gegeven. 26 Junij 1573. III, 940.
--Sententie, uitgesproken door den Gouverneur Gaspar van Robles, Heere
van Billy, tusschen de Buitendijksters ter eener, en de
Dijkgenooten van Makkum tot Veenhuizen (uitgenomen Hemelumer Oldephaert
en Noordwolde) ter andere zijde. 7 Augustus 1573 III, 946.
--Brieven van uitspraak, gedaan door de
Heeren
Arbiters, tusschen de Binnen- en Buitendijksters, zoowel aangaande het
groot proces daarin gevoerd, als het proces der subreptie en obreptie
van het Octrooi. 7 Augustus 1573. III, 946.
--Confirmatie en approbatie des Konings van die uitspraak.
4 September 1573. III. 948.
--Remonstrantie van den Procureur Generaal ter bevordering
van het maken en repareren der Dijkagiën van de Vijf Deelen binnen- en
buitendijks, en protestatie van de Schaden door onwilligheid te
veroorzaken, alsmede acte van insinuatie van den Hove, waartegen de
Volmagten en Dijkgenooten, volgens Deurwaarders Relaas, hun antwoord
bijgebragt hebben. 1 en 4 Februarij 1574. III, 958.
--Ordonnantie of
Regel
naar welko een ieder zich in het
opmaken der Dijken zal hebben te reguleren. 25 Maart 1574.
III, 966.
--Plakkaat, houdende bevel dat een ieder, zich zelve niet
kunnende onderhouden, zich zal moeten laten vinden bij den Zeedijk van
de Vijf Deelen, om aldaar tot redelijk dagloon te werken, bij poene om
als lediggangers gestraft te worden. 27 Maart 1574.
III, 966.
--Provisioneele Ordonnantie, gemaakt op de te repareren Dijken van
Nes en Wierum. 27 en 28 Julij 1574. III, 981.
--Ordonnantie op het stuk
der Dijkagie, tusschen het Bildt
en de Makkumerzijlen. 22 Julij 1587. IV, 681.
--Extract uit de Instructie der Gedeputeerde Staten op het
punt van Dijken, Dammen, Wateren, Sluizen en Beneficiale Goederen. 11
Februarij 1599. IV, 1035.
--Verklaring gedaan door het kwartier van
Oostergoo, van niet
gehouden te zijn tot het maken van de Dijken der Dorpen Wierum en Nes.
11 Julij 1610. V, 175.
--Accoord gemaakt met de Stad Workum en de Volmagten van
Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, Utingeradeel enz., waarbij
de eerstgenoemden aannemen voor den tijd van drie jaren en langer niet,
den nieuwen Dijk, dien zij leggen zullen, te onderhouden in kist- en
paalwerk. 30 September 1620. V, 262.
--Accoord, door den Magistraat van Workum gemaakt met
de respective participanten en Dijkgenooten, rakende het bedijken van
de inbogt van het Strand tusschen Workum en Hindeloopen gelegen. 15
April 1621. V, 268.
--Artikelen en generale Ordonnantie van
de Zeedijken van Wonseradeel op het Zuiden van Makkom gelegen. 8
Februarij 1625. V, 291.
--Octrooi voor den Heer Haring van Harinxma, om een Dijk
en eene Brug in den Dorpe Heeg te mogen maken en Tol daarop te leggen.
18 Maart 1657. V, 590.
--Resolutie, waarbij de Staten verklaren, dat aan Heeren
Gedeputeerden toebehoort de beschikking en het regtsgebied over
Zeedijken, Kadijken enz., volgens het 10e artikel hunner Instructie. 18
Maart 1659. V, 620.
--De Staten wijzen het verzoek der Heeren Afgevaardigden
wegens de Provincie Overijssel, om de Dijken, rondom de Heerlijkheid
van de Kuinre gelegen, voor de helft ten laste van deze Provincie te
nemen, van de hand. 15 Maart 1661. V, 655.
--Resolutie, waarbij het Octrooi, den 18 Maart 1657 aan den
Heer van Harinxma verleend, rakende de Brug en den Tol te
Heeg, geamplieerd wordt. 31 Maart 1666. V, 752.
--Resolutie, betrekkelijk het leggen van een nieuwen Dijk en
Zijl in de Zevenwouden. 20 Julij 1695. VI, 250.
--Resolutie, waarbij de Conventie tusschen Gecommitteerden
uit het Collegie en de Ingezetenen van de Kuinre, over het herstellen
hunner Zeedijken gemaakt, goedgekeurd wordt. 29 Men 1696. VI, 261.
--Resolutie, waarbij Heeren Gedeputeerden gelast worden door
Commissarissen Volmagten uit de Dorpen van Wonseradeel te doen
convoceren en des noods aan particuliere Ingezetenen aldaar voor te
dragen, de noodzakelijkheid, om het Aardwerk der Zeedijken in gemelde
Grietenij te herstellen en in beteren staat te brengen. 19 Junij 1697.
VI, 278.
--Resolutie, waarbij de Conventie door Gecommitteerden uit
het Collegie der Heeren Gedeputeerden dezer Provincie, met
Gecommitteerden der Provincie van Overijssel, betrekkelijk de
Kuinredijken, wordt geapprobeerd. 11 Junij 1698. VI, 290.
--Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerden gelast worden,
om aanschrijving aan de Dijksgeregten te doen, ten einde de Dijken te
verhoogen, en derzelver onderhoud gemeen te maken. 28 Februarij 1700.
VI, 334.
--Waarschuwing, waarbij de Heeren Gedeputeerden bij Plakkaat
het doorsteken der Dijken verbieden. 29 October 1701. VI, 365.
--Resolutie, waarbij de acte, door de Heeren van de Contributie der
Zeven Grietenijen en de Stad Slooten gepasseerd, nopens het digtmaken
van het ingespoelde gat in den Zeedijk van het
Dorp Teroele geapprobeerd wordt. 30 Maart en 1 April 1702.
VI, 372.
--Resolutie en vaststelling tot het maken van een nieuwen
voldoenden Dijk in het Kwartier der Zevenwouden. 10 April 1702.
VI, 374.
--Resolutie, waarbij geconsenteerd wordt in de gemeenmaking
der Aardwerken, betrekkelijk het onderhoud der Zeedijken, voor zoo veel
de landerijen betreft, aan de Provincie toebehoorende, en onder de
Contributie der Zeven Grietenijen en de Stad Slooten liggende. 12 April
1702. VI, 375.
--Resolutie, waarbij de Dijkgraaf en het Dijksgeregt van de
Contributie der Zeven Grietenijen en de Stad Slooten
geordonneerd worden te zamen met de Ingelanden van de Kuinre eenen
Kadijk te leggen, op den voet der oude Zeedijken, ten koste van voorsz.
Contributie en Ingelanden. 15 April 1702. VI, 377.
--Resolutie dat volgens conventie, door die van de Contributie
van de Zevenwouden onderling gemaakt, de Aardwerken derzelver Zeedijken
onder de respective contrahenten zullen gemeen gemaakt worden. 17 Junij
1702. VI, 379.
--Resolutie, gevolgd op eene conferentie, gehouden met de
Afgevaardigden uit de Staten van Overijssel, betrekkelijk de
veiligheid van beide Provinciën tegen de inundatiën der Zee, en het
hechten van den nieuwen Zeedijk in dc Zevenwouden aan den Zeedijk van
Overijssel. 26 Augustus 1702. VI, 383.
--Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerden gelast worden,
de plaats, alwaar de nieuwe Zeedijk, in het Kwartier der Zevenwouden,
om te sluiten aan den Dijk van Overijssel, zal aangelegd worden, af te
bakenen, en voorts order te stellen op de verhooging en verbreeding van
het stuk Dijks, van den nieuwen Provincialen Dijk af, tot aan het einde
van het grondgebied van deze Provincie enz. 26 Augustus 1702. VI, 384.
--Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerden gelast zijn het
stuk Dijks van den nieuwen Provincialen Dijk af tot aan het einde van
het grondgebied dezer Provincie te doen opmaken en sluiten aan den Dijk
van Overijssel. 16 September 1702. VI, 385.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerde Staten, waarbij de uitspraak
der Heeren Commissarissen over de geschillen tusschen den
Dijkgraaf der Contributie van de Zeven Grietenijen der Zevenwouden en
de Stad Slooten en de Grietslieden van Doniawerstal en Gaasterland ter
eener, en de geïnteresseerde Ingezetenen der Dorpen Oudehaske,
Nijehaske, Hasker-Convent en Haskerdijken, in de Grietenij van
Haskerland, ter andere zijde, betrekkelijk hetgeen de laatstgemelden
tot herstel der Zeedijken zouden moeten dragen, geapprobeerd wordt. 24
Februarij en 3 Maart 1703. VI, 392.
--Resolutie, waarbij des Landschaps
Landmeter
gelast wordt, de vergraven landen der eigenaren van zulke landen,
waarop de nieuwe Provinciale Dijk in de Zevenwouden is gelegd, en
waaruit dezelve is gegraven, te meten, om daaruit het verlies van elk
te kunnen begrooten. 8 Maart 1703. VI, 394.
--Resolutie, waarbij de Gecommitteerden tot de Insolvente Kesten
gelast worden, de landen, welke tot het maken van den nieuwen Zeedijk
in de Zevenwouden vergraven zijn, voor zoo verre dezelve op kosten der
Provincie gemaakt is, op den eed, aan den Lande gedaan, te tauxeren. 15
September 1703. VI, 402.
--Resolutie betrekkelijk het herstellen der op nieuw ingebroken
Dijken van de Contributie der Zeven Grietenijen in de Zevenwouden en de
Stad Slooten. 17 December 1703. VI, 406.
--Resolutie betrekkelijk het verhoogen en verzwaren der Provinciale
Zeedijken. 17 December 1703. VI, 407.
--Resolutie, waarbij besloten is, om de ingebroken en beschadigde
Zeedijken in het kwartier van de Zevenwouden ten spoedigste door de
Contributie der Zeven Grietenijen en de Stad Slooten, te doen
herstellen. 12 April 1704. VI, 411.
--Resolutie, waarbij de verschillen over het gemeenmaken der
Aardwerken van de Zeedijken in de Zevenwouden, en de proportie,
waarnaar een ieder der vijf Grietenijen van Doniawerstal, Haskerland,
Lemsterland, Schoterland en Gaasterland, in de voorschreven Aardwerken
zal moeten contribueren, gesteld worden ter uitspraak van den Hove
Provinciaal. 12 April 1704. VI, 412.
--Resolutie, waarbij gearresteerd is, dat de Aardwerken der
Zeedijken in de Zevenwouden voortaan gemeen zullen wezen
tusschen de Grietenijen Doniawerstal, Lemsterland, Gaasterland,
Haskerland en Schoterland; met last dat de Ingezetenen der voorschreven
vijf Grietenijen hieraan, zonder wijdere oppositie, zullen gehoorzamen,
en zich onderwerpen aan de regtsmagt in dezen aan den Hove Provinciaal
opgedragen. 21 Junij 1704. VI, 414.
--Resolutie, waarbij geconsenteerd wordt, dat het stuk Dijks
van den Provincialen Dijk af tot aan het einde van het grondgebied
dezer Provincie, weder zal worden opgemaakt en gesloten aan den Dijk
van de Provincie van Overijssel. 27 September 1704.
VI, 423.
--Zie Dijkgraaf. Dijksgecommitteerden. Dijkszaken. Floreen.
Gerkesklooster. Harlingen. Kapitein. Landsdag No. 2, 6, 25, 43.
Leeuwarden. Lemsterzijl. Propijn. Weg.
Dijkbraak.
Zie Dijken.
Propijn.
Dijkgraaf.
Confirmatie des Briefs, gegeven aan Tydeman (Tymen) Hopper,
als Dijkgraaf van het Dijks-einde tot nevens Harlingen. 4 April 1398.
I, 269.
--Romboldus, Abt van Gerkesklooster voor zich en zijne
Conventualen, aangesteld tot Dijkgraaf over alle des Convents
Dijken, Wegen en Wateringen, door Georg Schenck, Stadhouder, den
President en de Raden, voorbehoudens den Oversten Dijkgraaf te laten in
zijne geregtigheid. 28 Januarij 1535. II, 662.
--Aanschrijving aan die van Wijmbritseradeel, om ten
spoedigste een nieuwen Dijkgraaf te verkiezen. 19 September 1560. III,
530.
--Provisioneele aanstelling van Pais Syurdtsz. tot Dijkgraaf
van Wijmbritseradeels Zeedijken. 20 September 1560. III, 530.
--Commissie
op Sicke Aesgez. Albada, als Dijkgraaf van
Wijmbritseradeel, alsmede van de Steden Sneek en IJlst, met de
Kloosters daaronder gelegen, voor den tijd van twee jaren. 25 October
1560. III, 533.
--Request, met het appointement daarop gegeven, waarbij
verzocht en geaccordeerd wordt, dat de Dijkgraaf der Vijf Deelen
binnen- en buitendijks, gevangen zijnde binnen Leeuwarden, voor zekeren
tijd uit zijne gevangenis zal worden ontslagen, om met advijs van hem
de zeer ontramponeerde Dijken te helpen herstellen. 3 April 1573. III,
933.
--Artikelen, Pointen en Bestek, door Anthonis del Vaille,
als Commissaris van den Hove, geconcipieerd en gesloten met Paulus
Brecker, Grietman en Dijkgraaf over Dongeradeel cum sociis. 29 Maart
1574. III, 967.
--Artikelen en Concept, door den Dijkgraaf en Gedeputeerden
binnen- en buitendijks geraamd en geconcipieerd tot inning en
ontvang der omgeslagen penningen, en door den Hove van Friesland bij
maniere van tolerantie en provisie geapprobeerd. 24 Junij 1574. III,
977.
--Commissie voor Dytze van Adama, als Dijkgraaf over
Wijmbritseradeel, door Philips, Koning van Spanje, gegeven. 27
Februarij 1580. IV, 133.
--Instructie voor de Contributiën van Wijmbritseradeel en
de Steden daaronder behoorende, Hemelumer Oldephaert en Noordwolde en
Utingeradeel, waarnaar de Dijkgraven, de Dijksofficieren,
Dijksgecommitteerden en anderen, zich zullen hebben te gedragen. 12
November 1629. V, 324.
--Zie Dijken. Gerkesklooster. Goutum (W. van).
Landsdag No. 6, 7, 25, 33. Monstercommissarissen. Oudeklooster. Peil.
Roptazijl. Tacozijl.
Dijkhuisterzijl. Uitspraak, gedaan door Hetta
Hebbaz. en
Popke Roorda, bij Consent en Raad van hun Idaarderadeels Leppa-Regt,
over het verschil tusschen het Hasker-Convent en het regt der Vier
Deelen, aangaande het onderhouden van de Dijkhuisterzijl. 25 Julij
1479. I, 690.
Dijkhuizen. Zie Gerkesklooster.
Dijks-Contributiën. Zie Dijken.
Dijksgecommitteerden. Resolutie, waarbij de
Heeren Staten
eene acte, door de Dijksgecommitteerden Grovestins en Sixma
gepresenteerd, aangaande het betalen en besteden der gelden tot
onderhoud der Dijken, goedkeuren. 26 Augustus 1681 en 24 Februarij
1682.
V, 1199
Dijksgeregten. Zie Dijken.
Dijkslasten. Zie Landsdag No. 7.
Dijksofficieren. Zie Dijkgraaf.
Dijksvolmagten. Zie Landsdag No. 7.
Officieren.
Dijkszaken. Instructie van de Regering der
Dijkszaken van de Vijf Deelen binnen- en buitendijks. 9 April 1614. V,
195.
--Zie Franeker. Workumer-Buitenlanden.
Dijoringha-Slootswal. Zie Aalsum.
Dijxtra (Taco van). Zie Burmania (U. van).
Ontvanger-Generaal.
Dille (De). Zie Dijken.
Dimissie. Zie Landsdag No. 33.
Diploma. Over de echtheid, de vernietiging en
vervalsching van Diplomata, Bella Diplomatica. Zie Voorrede, II, 48, 51.
--Zie Herema (W.).
Dirk of Diederik (Bisschop). Zie Friesland.
Vrede.
Dispuut. Zie Roorda (K.).
Distributiën. Zie Beneficiën.
Doctores Juris. Resolutie, dat alleen Doctores
Juris,
Licentiaten en Notariën zullen worden toegelaten, om voor het Collegie
der Heeren Gedeputeerden te mogen practiseren. 22 September 1664.
V, 733.
Doelen. Zie Schutterij.
Doem. Zie Gerkesklooster. Zoen.
Does (S. v. d.). Zie Kapitein.
Doesum. Zie Munnekezijl.
Dok. Zie Harlingen.
Dokkum. Brief van de Grietmannen en Regters
van
Leeuwarderadeel enz. aan Hertog Jan van Beijeren, over het gevaar van
de Stad Dokkum en de verraderij der vijanden. 11 Junij 1421.
I, 436. .
--Dokkum zweert Hertog Karel van Bonrgondië getrouw te zijn. 8 Julij
1470. I, 637.
--Declaration que J. Micault a payé la somme de mille
Livres, pour frais et interest d'une somme de 12,000 Livres,
emprunté pour secourir la ville de Doccum, assiegiée par les Frisona
Geldrois.
Verklaring dat de Heer Micault 1000 ponden betaald heeft, voor
interessen en kosten, wegens de leening van 12,000 ponden, tot ontzet
der Stad Dokkum, door de Geldersche Friezen belegerd. 12 Julij 1517.
II, 356.
--Brief van den Veldheer J. van Wassenaar en den Stadhouder
G. Schenck van Toutenburg, aan Zijner Keizerlijke Majesteits
Raden in Holland, houdende communicatie van eenige voordeelen op de
Geldersche Friezen behaald, en kennisgeving van hunne geprojecteerde
belegering van Dokkum, met verder verzoek tot overzending van eenige
tonnen Buskruid. 10 Augustus 1523. II, 450.
--Brief van de Heeren van
Wassenaar en G. Schenck van
Toutenburg, aan Zijner Keizerlijke Majesteits Raden in Holland,
behelzende notificatie van het innemen en bemagtigen der Stad Dokkum,
met verzoek honderd tonnen Buskruid te willen overzenden om hunne
verdere ondernemingen op de Stad Slooten en de Lemmer te kunnen
volvoeren. 28 Augustus 1523. II, 451.
--Ordonnantie, dat alle Manspersonen, uit Dokkum vertrokken,
binnen drie dagen zullen moeten terugkomen, bij arbitrale
correctie. 18 Mei 1576. III, 1055.
--Uitspraak, gedaan door den Raad van State, over de
Verschillen in Dokkum ontstaan, betrekkelijk de Magistraatsbestelling
aldaar. 29 Maart 1637. V, 408.
--Reglement van Raadsbestelling der Stad Dokkum. 18 April
1637. V, 425.
--Resolutie, waarbij den Magistraat der Stad Dokkum toegestaan
wordt, hunnen Stadsdaalder op de Bieren, Wijnen en Wagenpacht
ten dienste der Stad onbelemmerd te mogen genieten, 6 October 1677. V,
1127.
--Resolutie, dat de Stadsdaalder, op de Bieren, Wijnen en
Wagenpacht, te Dokkum gelegd, aan geene arresten of belemmering
van particuliere crediteuren onderworpen zullen zijn, maar aangezien
worden als eene belasting ad pias causas bestemd. 19 Julij 1678. V,
1140.
--Zie Admiraliteit. Bonifacius-Convent .
Demolitie.
Friezen. Jaarmarkten. Munt (De). Privilegiën. Schadevergoeding.
Sijnode. Soldaten. Trekweg. Vaarten. Veen. Verbond. Verkoop. Visvliet.
Vrede. Vrijgeleide.
--(Abt en Abdij van).
Brief van Gabba in da Tyoghem,
waarbij hij aan den Abt en het Convent van Dokkum overgeeft den
Uiterdijk te Edingwerum (Engwierum). 29 Junij 1447.
I, 530.
--Koopbrief en Quitantie, gepasseerd door
de kinderen van Sytghe Hernsema aan den Abt van Dokkum,
van alle goederen door hunne Ouders nagelaten. .. Augustus 1492. I,
753.
--Aan eenige Conventualen van
de Abdij van Dokkum een jaarlijksch Pensioen toegelegd, waartegen deze
aan den Lande weder afstaan, voor zoo veel zij vermogen, al hun regt op
voorsz. Convents-goederen. .. Maart 1580. IV, 147.
--Zie
Zoen.
Dokkumer Trekvaart. Zie Vaarten.
Dokkumerzijl. Request voor die van
Dantumadeel, Oost- en
WestDongeradeel en Kollumerland, rakende de uitwatering door de
Dokkumerzijl. 1 April 1584. IV, 456.
Doleantie.
Doleantiën of
klagten, door de Staten en Volmagten van Friesland, aan den Stadhouder
en Raden van Zijne Keizerlijke Majesteit overgegeven; met de antwoorden
op dezelve. 18 en 20 Februarij 1527. II, 516.
--Nadere Doleantiën of
artikelen van bezwaar, den Stadhouder en Zijner Keizerlijke Majesteits
Raden in Friesland overgegeven, door den Abt van Lidlum en
Gerkesklooster, Sybrand Roorda en Wyttye Camminga, Gedeputeerden van de
Landen. 21 Februarij 1527. L. B. 173. II, 518.
--Artikelen van Doleantiën, den Hove van Friesland door
de gemeene Staten van denzelven Lande overgegeven, in dewelke zij den
Hove ootmoediglijk verzoeken, op de allerbeste manier geremidieerd te
worden; mitsgaders de antwoorden, door den Hove daarop gegeven. 14
April 1543. III, 12
--Artikelen en Doleantiën, mitsgaders eenige begeerten
en verzoeken, Harer Majesteit de Koninginne door de Staten van
Friesland te Leeuwarden overhandigd; beneffens de antwoorden daarop
gegeven. 7 Julij 1545. III, 69.
--Artikelen van Doleantiën door de
Gedeputeerden van
Friesland overgegeven, met verzoek tot redres, en de antwoorden daarop
door de Koninginne Regente gegeven.
8 April 1554. III, 329.
--Missive der Koninginne aan den Hove
van Friesland,
ten geleide van de Artikelen van Doleantiën met de antwoorden daarop
door Hare Majesteit gegeven; en bevel, om dezelve aan de Gedeputeerden
der Staten over te leveren. 10 Mei 1555. III, 374.
--De Artikelen van Doleantiën, met de antwoorden daarop
gegeven, aan Rienk van Burmania en Frans van Camminga, als
Gedeputeerden der Staten van Friesland, door den Hove overhandigd. 28
Mei 1555. III, 375.
--Resolutie van den Hove, om, indien de Staten van
Friesland verzoek mogten doen tot overlevering van een nader
repliek op de aan hen overhandigde Artikelen van Doleantiën, zulks te
weigeren en te ontzeggen. 3 Junij 1555. III, 376.
--Artikelen, getrokken uit de appointementen, door de
Koninginne Maria gegeven op de Doleantiën van den 8 April 1554,
welke de Staten van Friesland verzoeken geremediëerd te mogen worden,
met de antwoorden van den Koning op dezelve. 3 December 1555. III, 386.
--Artikelen en Doleantiën door de Gedeputeerden van
Friesland aan den Stadhouder, President en Raden in den Hove
overgeleverd; met de antwoorden daarop gegeven. 25 Julij en 9 Augustus
1564. III, 623.
--Commissie, gepasseerd op de Gedeputeerde Staten van Friesland,
gecommitteerd tot de Doleantiën. 2 Maart 1565. III, 642.
--Het verzoek van de Gedeputeerden tot de Doleantiën,
om van hunne Commissie ontslagen te worden, door de Staten
gedeclineerd, en zij op nieuws bevestigd met magt van substitutie. 17
Junij 1570. III, 793.
--Doleantiën, gedaan aan den Stadhouder door Paulus
Costerus, Abt in Foswert en Thomas Groningensis, Abt in Floridocampo
(Bloemkamp), Gedeputeerden der Staten van Friesland. 30 Junij 1576. III,
1056.
--Doleantiën, gedaan aan den Stadhouder Gaspar de
Robles door den Heer Gerardus Jacobi, Prelaat te Klaarkamp, cum soc.,
als Gedeputeerden des Lands van Friesland. 7 en 14 Julij 1576. III,
1058.
--Doleantie van Joost van Heerma, Sjuck van Eminga, Salvius van Mockama
en Tjaerd van Aylva, aan den
Luitenant-Gouverneur en de Overheid ingeleverd op den Landsdag te
Franeker, ten einde de Regering des Lands op den ouden voet te
herstellen; dienende tot repliek op het antwoord der Gedeputeerden op
zekere Remonstrantiën, den voorgaanden jare tot hunne beschuldiging
ingediend. .. April 1584. IV, 475.
--Citatie, door den
Luitenant-Gouverneur uitgegeven op
de vier bovengemelde Doleanciers, met de Gedeputeerden, die sedert vier
jaren in de Regering dezer Provincie zijn geweest, om op den 26 Junij
voor den Luitenant-Gouverneur binnen Dokkum te compareren, wegens de
zaken in de Doleantie gemeld. 20 Junij 1584.
IV, 500.
--Verontschuldiging van Joost van Heerma cum soc., of
redenen waarom zij ongehouden zijn te compareren op de citatie van den
Luitenant-Gouverneur ter zake hunner Doleantiën, tegen de Gedeputeerden
des Lands; presenterende deze hunne zaak voorsz. te defenderen voor
Zijne Genade en den Provincialen Raad. 24 Junij 1584. IV, 501.
--Missive van Joost van Heerma cum soc., aan den Luitenant-Gouverneur
Willem Lodewijk, Graaf van Nassau, behelzende berigt,
waarom zij vermeenen niet gehouden te zijn tot comparitie voor Zijne
Genade, geassociëerd met andere Regters, dan de ordinaire President en
Raden 's Hofs van Friesland, voor wie zij dan ook hunne zaak
presenteren te defenderen volgens 's Lands Regten en Privilegiën. 25
Junij 1584. IV, 502.
--Artikelen bij maniere van Doleantie, overgegeven aan
de Heeren van het Mindergetal, gecommitteerd tot de Abuizen op den
tegenwoordigen Landsdag, ten einde daarop resolutie mag genomen worden,
zoo tot de handhaving der vrijheid, privilegiën en welstand van 't
gemeene beste, als afwering der Abuizen, zoo als bevonden zal worden te
behooren. 28 Februarij 1601. IV, 1112.
--Doleantiën, door de Ingezetenen van Friesland inge
bragt, over de Abuizen in den staat van Regering ingeslopen, met de
Reformatiën der acht Heeren Gecommitteerden, beneffens de Resolutiën,
door de Heeren Staten daarop genomen. 17 April 1627.
V, 301.
--Resolutie, om de reformatore Artikelen met de daarop
genomen Besluiten te doen publiceren. 15 Junij 1627. V, 312.
--Ordonnantie, waarbij de Stadhouder, Gedeputeerde
Staten, Raden Provinciaal enz. gelast worden de reformatore Artikelen
en derzelver Resolutiën te publiceren en in trein te brengen. 15 Junij
1627. V, 313.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerde Staten, betrekkelijk
zeker geschrift onder den titel: Remonstrantie en Respective Insunatie,
door Dr. Bolsma en den Notaris Schoonhoven aan hunne Edel
Mogenden overgeleverd, met invoeging der Remonstrantie, Bijlagen enz.;
houdende dezelve Resolutie last en bevel, dat de Heeren Oene van
Grovestins, Duco Martena van Burmania en Homme van Camstra, met den
Advokaat Bolsma en Notaris Schoonhoven, zullen worden geapprehendeerd,
op het gedemoliëerde Blokhuis gebragt, en als Rustverstoorders en
Overtreders van regt en wet door den Procureur-Generaal proces gemaakt.
7 Februarij 1678. V, 1127.
--Resolutie, waarbij het Besluit der Heeren Gedeputeerde
Staten, den 7 Februarij 1678, op zekere Remonstrantie van eenige
dolerende Ingezetenen genomen, goedgekeurd en tevens besloten wordt,
eene beredeneerde Missive aan hunne Hoog Mogenden en de Heeren Staten
van Holland af te zenden, betrekkelijk het nemen der Resolutie van
hunne Hoog Mogenden en derzelver Missive van den 4 Februarij 1678. Dat
wijders de onderteekenaars der bewuste Remonstrantie, die in
Landsdienst tractement zijn trekkende, bij provisie zullen worden
gesuspendeerd enz. 14 Februarij 1678.
V, 1130.
--Missive aan de Heeren Staten-Generaal der Vereenigde
Nederlanden op derzelver Resolutie van den 4 Februarij 1678, ter gunste
van eenige Ingezetenen dezer Provincie genomen. 14 Februarij 1678. V,
1131.
--Missive aan de Heeren Staten van Holland en West-Friesland,
betrekkelijk de bedenkelijke Resolutie van hunne Hoog
Mogenden van den 4 Februarij 1678, ter gunste van eenige Ingezetenen
van deze Provincie genomen. 15 Februarij 1678. V, 1133.
--Missive aan
de Afgevaardigden ter Generaliteit wegens
deze Provincie, rakende de onwettigheid der Procedures, door eenige
Ingezetenen dezer Provincie ondernomen. 23 Maart 1678. V, 1136.
--Resolutie, waarin bij het Staatsbesluit van den 14 Februarij 1678,
betrekkelijk de Doleantiën, door eenige Ingezetenen ten
onregte ter vergadering van hunne Hoog Mogenden begonnen, gepersisteerd
wordt. 27 April 1678. V, 1139.
--Zie Abuizen. Gedeputeerden. Landsdag No. 3, 4, 5, 7, 9, 10, 11.
Propijn.
Domeinen. Ordonnantie, door Don Louis de
Requesens aan den
Heer van Billy gedaan, om Zijner Majesteits Domeinen, Renten en
Confiscatiën, tot verligting van de Landen van Friesland, te verkoopen
en te verzetten. 23 Maart 1574. III, 964.
--Zie Consignatiepenningen. Landsdag No. 14. Rentemeesters. Renten.
Dompelaars.
Zie Socinianen.
Dompen. Zie Dong.
Domzijl. Contractus inter Conventum Clari
Campi et
Communitatcm, ad aquaeductum de Rauwerth pertinentem, de aquaeductu
Domzijl, dicti Conventus impensis tenendo, de a°. 1314. Cum
explicatione cujusdam articuli hujus Contractus, per Praelatos etc
data. ....... 1389. I, 248.
--Uitspraak, gedaan door Zthaling
Sykama, Grietman in
Ferwerderadeel, Thiard Sykama, Yrst Unema en Fedde Feddama, Mederegters
aldaar, dat die van Klaarkamp niet meer beboeren te schieten tot den
Domzijl, dan voor zevenhonderd van alle hunne goederen, die onder de
Zijlvest gelegen zijn. 19 Februarij 1448.
I, 532.
Dongratuit. Zie Landsdag No. 3, 4, 5, 8.
Propijn.
Dong.
Verbod , om geen Dong uit deze Provincie te vervoeren noch Dompen te
maken. 24 April 1634. V, 363.
--Resolutie, om het Plakkaat op den uitvoer
van Dong te vernieuwen, en de actie tegen de overtreders populair te
maken. 6 Maart 1646. V, 495.
--Resolutie, waarbij het Plakkaat op den
uitvoer van Dong vernieuwd, vermeerderd en de boete op 150 gulden
gesteld wordt; en dat de Sententiën in Pachtzaken door de Heeren
Gedeputeerden zullen worden gewezen. 3 Maart 1649. V, 517.
--Plakkaat tegen het uitvoeren van Dong en Mest. 9 Febrnarij
1661. V, 651.
--Plakkaat als boven. 27 Maart 1663. V, 690.
--Plakkaat als boven. 17 Februarij 1676. V, 1112.
--Plakkaat tegen het uitvoeren van Dong, alsmede het wegnemen en
stelen van Zwaneneijeren. 14 April 1697. VI, 274.
--Resolutie, betrekkelijk den uitvoer van Dong. 18 November 1699. VI,
329.
--Zie Botervaten. Jagt.
Dongeradeel. Commissie en respective
Instructie voor Reiner
van Fritema, door den Koning aangesteld tot Grietman van Dongeradeel,
westzijde der Paesens, vacerende door vrijwillige resignatie van Johan
Bonga. 17 November 1567. III, 724.
--Zie Bonga (J.). Dijkgraaf. Ton- en Bakengeld.
Dongjum. Zie Franeker.
Donia. Zie Bloedgerigten.
--(Kempo van).
Request van Kempo van Donia, Grietman van
Leeuwarderadeel, aan de Gedeputeerde Staten van Friesland, waarin hij
verzoekt om van de orders en de bevelen van hunne Edel Mogenden,
betrekkelijk de Slatting van de Vaart, kopende van het Woudmansdiep tot
aan Irnsumazijl, te worden ontberen, met het appointement van
Gedeputeerden. Daarna volgt eene Verklaring van de Volmagten van
Leeuwarderadeel over de Slatting van de Grons. 2 en 27 Julij 1601. IV,
1126
--Zie Burmania (D. van). Landsdag No. 42.
--(Louw).
Merkwaardige Sententie, door den Hove van Friesland
geveld, in de proceduren voor denzelven Hove hangende, tusschen de
erven van Louw Donia, Impetranten ter eener, tegen de gemeene
Ingezetenen en Eigenerfden van Westergoo, Gedaagden ter andere zijde,
waarbij de Gedaagden gecondemneerd zijn aan de Impetranten te betalen
de som van 7713 goudguldens 21 stuivers, met de kosten van den
processe, ter tauxatie van den Hove. 4 April 1536. L. B. 65. II, 684.
--(Sierck van).
Request van Sierck van Donia, aan den
Stadhouder, President en Raden aangeboden, waarbij hij
verzoekt, dat de Deurwaarder mag worden geordonneerd, te supercederen
met de opschrijving van de Goederen zijns wijlen Broeders Syds van
Donia, met het advijs van den Procureur Generaal J. Charles en 's Hofs
beschikking. 2 en 5 December 1576. III, 1042.
Doniawerstal. Zie Dijken. Predikanten.
Vrijgeleide.
Doodslaan. Zie Mesvechten.
Doodslag. Zie Goederen. Herbergiers. Landsdag
No. 62. Leeuwarden. Eemissiën (Brieven van). Stavoren.
Doodslagers. Plakkaat tegen de Doodslagers;
tegen hen die
schulden in Herbergen hebben gemaakt; Last aan den Grietman om in de
kleine dorpen maar eene Herberg, en in de grooten twee toe te staan;
alsmede om geen Reken- of Regtdagen van Deelskosten voortaan in
Herbergen te houden, maar in iedere Grietenij in eene bijzondere kamer,
die gekocht, gemaakt of gehuurd zal worden op kosten van de Grietenij.
17 December 1591. IV, 781.
--Resolutie door de Steden, over compositiën, remissiën en
geleiden van Doodslagers, tegen de platte Landen genomen. 10
Februarij 1599. IV, 1027.
--Zie Hof van Friesland. Landsdag No. 44, 45. Voor
rede, I, 45.
Doodstraf. Zie Briel. Voorrede, I, 44.
Doodvaten. Resolutie, waarbij den Ingezetenen
van Dronrijp
toegestaan wordt, tot onderhoud van hunne gemeene Armen, met
goedkeuring van den Grietman, alle Doodvaten in voorsz. dorpe te mogen
leveren op den taux, zoo als te Leeuwarden; en waarbij verder de
Magistraten en Grietslieden geregtigd worden, diergelijke vergunning te
geven. 18 Julij 1691. VI, 182.
--Resolutie, waarbij de Officieren en Magistraten bij ampliatie
worden geautoriseerd, om eene boete van 25 gulden te statueren
tegen de Contraventeurs, zoowel besteders als aannemers der Doodvaten.
21 November 1691. VI, 185.
Doop. Zie Kinderen (Ongedoopte).
Doopen. Zie Hooi. Sacramenten.
Doopsgezinden. Resolutie, waarbij de
Doopsgezinden aan den
Lande zullen opschieten 500,000 gulden, tegen vijf ten honderd
interessen, en zij bij provisie verschoond blijven van het dragen van
wapenen. 3 Maart 1666. V, 749.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt
dat de Doopsgezinden 400,000 gulden aan den Lande, tegen vier ten
honderd zullen opschieten, en daarvoor vrijheid van Godsdienst
genieten, en van het dragen van wapenen en optogt bevrijd zullen zijn.
28 Februarij 1672. V, 814.
--Resolutie, waarbij de Doopsgezinden, zoowel
als
de andere Ingezetenen, bij het opontbod van manschap zullen moeten
verschijnen, of een man in hunne plaats zenden. 30 Mei 1673.
V, 982.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, dat de Doops
gezinden dezer Provincie het opschot, ingevolge de Staatsresolutie van
22 Julij 1676, zullen moeten opbrengen. 9 Maart 1676.
V, 1122.
--Plakkaat, betrekkelijk de belofte, door de Doopsgezinden
af te leggen bij alle voorvallende gelegenheden, waar de eed
geschieden moet, met alteratie van de Landsordonnantie op het stuk van
den eed voor de Doopsgezinden gestatueerd, en met invoeging van het
formulier der af te leggen Belofte. 13 Julij 1700. VI, 339.
--Zie
Mennonieten.
Doorsteken. Zie Dijken.
Doortogt. Zie Krijgsvolk.
Dordrecht. Zie Rebellen.
Dordschen Waard. Zie Rebellen.
Dorp (P. van). Zie Patenten.
Dorpen en Platte Landen. Zie Landsdag No. 25.
Nering.
Dorpregters. Zie Boelgoeden. Mesvechten.
Papisten. Stemmen.
Dorpslasten. Resolutie dat in het veranderen
van Dorpslasten
geene overstemming zal plaats hebben, als met drie vierde parten. 6
April 1683. V, 1212
Dorpsomslagen. Resolutie, waarbij de
Grietslieden worden
gelast, de bij meerderheid van stemmen ingewilligde Dorpsomslagen tot
onderhoud der Armen en herstellen van Tillen en Vaarten te mogen
executeren. 12 Maart 1652. V, 548.
Dorpsontvangers. Zie Borgstelling.
Dorpszaken. Zie Stemmen.
Dorschen. Zie Granen.
Douma (B. v.). Zie Trekweg.
Douwama (Jancke). Eed van getrouwheid, gedaan
door Jancke
Douwama van Langweer, aan Keizer Karel, als Heer van Friesland. 8
October 1523. II, 458.
--Zie Gedeputeerden. Landsdag No. 6. Voorrede, II, 75.
Douwma (E. van). Zie Godsdienst.
Doyem (Orck van). Verbod van de Volmagten der
Steden aan
hunne Gedeputeerden, om Doctor Orck van Doyem te erkennen als Raad van
Staat wegens hun Kwartier, als zijnde door de Landen in hunne
afwezigheid en tegen beloften benoemd. 15 Julij 1583. IV, 380.
Doynga (Louw). Consent, gegeven door Louw
Doynga, Grietman
in Rauwerderhem, tot het verkoopen van vijf Rijnsguldens jaarlijksche
Renten, gaande uit eene Zathe te Deersum. .. Junij 1506. II, 249.
Doyngakamp. Zie Klaarkamp.
Drackstorff (F. van). Fabian van Drackstorff
aangesteld tot
Ambtman of Hoofdman op het Slot te Franeker, door Everwijn, Graaf van
Benthem, Stadhouder. 7 November 1512. II, 296.
Dragten. Zie Vaarten. Veerschippers.
Drechtervriezen. Zie Friezen.
Drenthe. Zie Landsdag No. 50. Nedergeregten.
Drieënheid. Zie Becius (J.). Philopator.
Drieguldens. Zie Munt (De).
Driesum. Zie Vaarten.
Drijfgoederen. Zie Krijgsvolk.
Dronkenschap. Zie Lutheranen.
Dronrijp. Zie Doodvaten.
Droogmaking. Zie Vaarten.
Drukfouten. Zie Liturgiën.
Drukken. Zie Boeken.
Drukker ('s Lands). Resolutie, waarbij aan 's
Lands Drukker
Sytze Rinnerts Octrooi verleend wordt, om alleen 's Lands-Resolutiën,
Plakkaten, Lijsten en wat verder bij de Heeren Staten en Gedeputeerden
gearresteerd wordt, te mogen drukken. 20 Februarij 1664. V, 726.
Dubloen. Waarschuwing voor de nieuwe halve
Dubloenen,
hierin beschreven, en de prijs daarvan bepaald tot negen en zestig en
een halve Stuiver. 18 November 1596. IV, 953.
Duellen. Plakkaat tegen de Duellen en
Krakeelen. 19 Julij 1685.
V, 1257.
Duikelhoofd. Provisioneel accoord over het
leggen van een
Duikelhoofd tusschen den Bildtdijk en Tjummarrumerhorne, en het graven
van eene Scheidsloot tusschen de Vijf Deelen en het Bildt 19 Julij
1559. III, 464.
Duiten. Resolutie tegen de enkelde valsche
Flabben en kwade
Duiten in Groningerland door particulieren geslagen. 12 November 1657.
V, 595.
--Waarschuwing, om geen vreemde of uitheemsche Duiten
meer te ontvangen noch uit te geven. 12 Januarij 1660. V, 627.
--Waarschuwing, om geen kleine Deventer Stuivers en Dui
ten te ontvangen noch uit te geven. 18 Julij 1663. V, 695.
--Waarschuwing, waarbij de Stuivers, welke te Deventer,
Kampen en Zwolle geslagen zijn, alsmede alle Duiten, buiten deze
Provincie gemunt, verboden worden. 5 December 1667.
V, 765.
--Plakkaat, waarbij alle Duiten, geslagen buiten de geüni
eerde Provinciën, verboden worden. 30 Junij 1680. V, 1181.
--Plakkaat tegen
het invoeren en uitgeven van uitheemsche Duiten. 30 April 1686. V,
1254.
--Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerden gelast worden,
den invoer van uitheemsche Duiten te verbieden. 1 Maart 1689
VI, 147.
--Plakkaat, rakende den invoer van uitheemsche Duiten. 2 Maart 1689.
VI, 149.
--Plakkaat nopens de uitheemsche Duiten. 20 Januarij 1693.
VI, 201.
--Resolutie betrekkelijk den invoer der uitheemsche Duiten.
25 September 1697. VI, 278.
--Resolutie, rakende het ontvangen van Duiten. 27 November 1697. VI,
282.
--Notificatie nopens het ontvangen en uitgeven der hoeveel
heid van Duiten. 29 November 1697. VI, 282.
--Plakkaat tegen de vreemde, buiten deze Provincie
geslagene Duiten. 24 December 1701. VI, 367.
--Plakkaat houdende eene nadere opheldering van het vorig Plakkaat,
nopens de gangbare en afgezette Duiten. 13 Januaril 1702. VI, 368.
--Plakkaat en Reglement omtrent het inwisselen der Duiten.
18 Februarij 1702. VI, 369.
--Notificatie, waarbij de afgezette Duiten tot den 1 Julij
komende gangbaar gehouden worden, twintig Duiten tegen één Stuiver gerekend. 12 April 1702. VI, 376.
--Notificatie, rakende het prolongeren
van den tijd, om nieuwe Duiten uit de Munt te halen. 12 April 1702. VI,
377.
--Notificatie, rakende het verder uitstellen van den tijd, om
de nieuwe Duiten uit de Munt te halen. 17 Junij 1702. VI, 380.
--Plakkaat, waarbij alle vreemde Duiten voor Biljoen verklaard
worden; de nieuw geslagene Duiten alleen gangbaar, en de zoogenaamde
Friesche Oortjes op een Duit gereduceerd zijn; en dat van de nieuw
geslagene Duiten en Oortjes niet meerder dan voor een schelling tevens
buiten de Provincie mogen worden uitgevoerd. 30 September 1702. VI,
388.
--Plakkaat nopens den uitvoer van vreemde Duiten. 21 Junij 1704. VI,
415.
Dultsche Rijk. Zie Eed. Stadhouder. Verbond.
Duitschland. Zie Willem Lodewijk.
Duiven. Ordonnantie dat niemand Duiven mag
schieten of
vangen, noch jonge Eikenboomen van anderen afhouwen of beschadigen;
zullende de Ouders wegens de boete voor de Kinderen aansprakelijk zijn.
25 Augustus 1564. III, 638.
Dukaten. Zie Munt (De).
Dukatons. Plakkaat, waarbij de valsche
Dukatons, Friesche
Goudguldens of Klapmutsen, Kamper-Schellingen en Friesche dubbele
Stuivers verboden worden. 20 Maart 1675. V, 1107.
--Zie Predikanten. Rijders.
Duurte. Zie Brood.
Dwalingen. Zie Munt (De).
Dyckstera. Zie Gerkesklooster.
Dyoringha-Slootswal. Zie Aalsum.
Dyxtra (Taco van). Zie Burmania (U. van).
Ontvanger-Generaal.
E.
Eck (Susanna van). Zie Landsdag No. 57.
Edelen. Zie Brederode (H. v.). Confoederatie.
Pacificatie.
--en Heerschappen. Karel, Koning van Spanje,
aan Willem en Wolfgang, Gebroeders, beide Vrijheeren van Roggendorf,
en de eerste Ridder, Raad, Kamerling en Stadhouder-Generaal in
Friesland, te zamen en ieder in het bijzonder magt, gezag en vermogen,
om de Edelen en Heerschappen in Friesland, die de zijde van Karel,
Hertog van Gelder, gehouden hebben, weder in gratie en genade van
gedachten Koning van Spanje aan te nemen. 27 Julij 1520. II, 403.
--Remis en Abolitie door Keizer Karel gegeven aan eenige
Edelen en Heerschappen, die de Geldersche Partij
tegen hem gehouden hadden. .. December 1521. II, 427.
--(Verbond der).
Zie
Confoederatie. Inquisitie.
Edellieden. Protestatie door eenigen van den
Adel gedaan,
met het antwoord van de tegenpartij daarop gegeven, voor Zijne Genade
en den Hove gevallen en beslist, nopens de verkiezing der
Gedeputeerden. 23 Februarij 1581. IV, 236.
--Protest van de Edellieden van Friesland, tegen het
verkiezen der Volmagten van de Zevenwouden, op twee personen geen
Edellieden zijnde tot Gedeputeerden, met het contra-protest van die van
de Zevenwouden, daarop gevolgd. 28 Julij 1582.
IV, 306.
--Zie Inquisitie. Uitgewekenen,
Edgewerum. Zie Dokkum (Abt en Abdij van).
Edicten. Publicatie, dat in statu en
surcheance gesteld en
gehouden worden alle Edicten, Mandementen en Publicatiën, gemaakt en
gedaan sedert den 21 Januarij 1558; en vrije Handel en Negotie
geoorloofd tusschen de onderzaten des Konings en die van Engeland,
tot drie weken na het eindigen van de onderhandeling te Brugge.
29 December 1564. III, 641.
--Zie Aernsma (C). Godsdienst.
Lutheranen. Munt (De). Remissiën (Brieven van). Troebelen.
Eduard. Zie Commercie.
Edzard (Graaf). Zie Gerkesklooster.
Munnekezijl. Rijksban.
Ee (De). Uitspraak, gedaan tusschen de Stad
Leeuwarden en
Leeuwarderadeel, aangaande het slatten van de oude Ee, en het
bekostigen van de Leppazijl te Dokkum, komende twee derde deelen ten
laste van Leeuwarderadeel, en een derde deel ten laste van Leeuwarden.
13 September 1477. I, 672.
--Provisioneele schikkingen, omtrent het slatten van de Ee;
wie, en hoeveel ieder, daartoe zal moeten betalen. 13 Februarij 1487.
I, 739.
--Accoord voor die van Leeuwarderadeel, over het slatten
van de Ee, en bijzonder voor de drie Dorpen, Stiens, Hijum en Finkum. 6
Maart 1505. II, 245.
--Accoord omtrent de verschillen over het slatten van de
--Ee. 14 September 1506. II, 253.
--Die van Achtkarspelen nemen aan 25 roeden in de Ee
te graven, of 28 Florenen daarvoor op te leggen. 14 Junij 1508.
II, 261.
--Request van Burgemeesters, Schepenen en Raden, met
de Gezworen Gemeente der Stad Leeuwarden, houdende verzoek, om een
omslag te mogen maken, tot hoeding der kosten over het slatten van de
Ee; met de Appointementen daarop gegeven. 3 en 20 April 1564. III, 615.
--Ordonnantie der Gedeputeerden aan die van Leeuwarden,
tot publicatie van de Besteding der uitgevallen werken langs de Ee, op
den 1 Junij aanstaande. 27 Mei 1584. IV, 491.
--Zie Achtkarspelen. Leppazijl. Trekweg. Zoen.
Eed. Eed, die de Friezen hebben gedaan op het
verbond van
onderlinge bescherming tusschen de Landen en Steden van Oostergoo en
Westergoo. 10 Augustus 1473. I, 655.
--Acte, waarbij sommige Heerschappen en Steden in Friesland
ontslagen worden van den Eed, aan den Hertog van Saksen gedaan. 9 Julij
1515. II, 318.
--Certificatie van de Raden des Konings van Spanje, dat de
Ingezetenen van Friesland ontheven zullen zijn van den Eed, in handen
van den Hertog van Saksen voormaals afgelegd, wanneer zij aan Zijne
Majesteit hulde zullen hebben gedaan. 22 October 1516.
II, 339.
--Commissie van den Graaf van Rennenberg op
den
Magistraat van Leeuwarden, om alle hunne burgers en inwoners, die onder
verzekering van eenen schriftelijken Eed niet op geweer gesteld zijn,
het geweer en de wapens af te nemen en in goede bewaring te houden. 25
Maart 1578. III, 1188.
--Eed, gedaan na de afzwering des Konings van Spanje door de
Staten van Holland, Zeeland en Friesland aan den Prins
van Oranje, als representerende de Hooge Overheid van voorsz.
Landen, en de Eed door Zijne Excellentie weder gedaan. ..
December 1581. IV, 282.
--Eed door den Magistraat van Bolsward gedaan, met een
gewijzigd formulier van dien Eed. 17 Mei 1582. IV, 288.
--Nieuwe Eed, door den Magistraat van Bolsward gedaan ..... 1582.
IV, 336.
--Eed, door de Ingezetenen der Stad Bolsward gedaan. ..... 1582. IV,
336.
--Formulier van den Eed, die de Magistraat van Bolsward heeft
gedaan. 7 Maart 1583. IV, 350.
--Resolutie, inhoudende de Verklaring en
den Eed, die alle Personen, welke gemagtigd zullen worden in de
respective Dorpen, om Volmagten ten Landsdage, of tot andere Lands-,
Stads-, Deelsen Dorpszaken te verkiezen, zullen hebben te passeren en
te bezweren. 25 Mei 1609. V, 160.
-- Zie Alencon (Hertog van).
Doopsgezinden. Douwama (J.). Franeker. Friesland.
Gedeputeerden. Gelder (Hertog van).
Goedschatting. Hof van Friesland. Karel V. Landsdag No. 6, 48, 78.
Leijcester (Grave van). Mennonieten. Monster-Commissarissen.
Monstering. Officieren. Philips II. Sneek. Volmagten. Willem III.
Willem
Lodewijk.
Eems.
Zie Licenten.
Eemskerk. (P. V.). Zie Hof van Friesland.
Eensgezindheid. Zie Landsdag No. 32.
Eerbewijzing. Zie Bisschop.
Eernewoude. Zie Rijweg.
Eernsum. Zie Aalsum. Hottingazijl. Kollum.
Veer. Zijlen.
Eernsumerzijl. Zie Zijltille.
Eestrum. Zie Kollum.
Eetbare Waren. Ordonnantie en Reglement van
het Hof van
Friesland, aangaande den voor- of opkoop van alle Eetbare Waren en het
koopen van vreemde en uitheemsche Bieren. 16 November 1553. III, 320.
--Artikelen, nopens het opslaan van Eetbare en andere Waren in de vaste
Steden, zoo van de ingevoerde als inlandsche, om van daar niet, dan op
ordonnantie en toelating der Gedeputeerde Staten, aan de onvaste Steden
en Platte Landen, onder des vijands contributie zittende,
gedistribueerd te worden; alles bij provisie en tot nadere dispositie.
29 December 1586. IV, 673.
Eetwaren.
Ordonnantie, rakende het bakken,
malen, brouwen, tappen van Wijnen, alsmede uit- en inlandsche Bieren,
het reguleren van de Marktplaatsen, het opkoopen van Granen en
Eetwaren, het verkoopen en meten van Turf en Brandhout enz. 29 April
1542. II, 849.
--Bevel, om de Ordonnantie van den 29 April ll. alom
naauwkeurig te onderhouden, naar derzelver inhoud, uitgezonderd eene
kleine verandering nopens het loon der Molenaars. Voorts omtrent de
apprehensie van dezulken, die den Koning van Frankrijk mogten gediend
hebben enz. 4 November 1542. II, 870.
Eensma (Jonker van). Zie Landsdag No. 6.
Egbert (Markgraaf). Zie Stavoren.
Egga. Zie Aalsum.
Eggama. Zie Aalsum.
Egyptenaren. Zie Heidenen.
Egmond (Grave van). Zie Floris, Graaf van
Egmond.
--(Arend van). Zie Leen.
--(Maximiliaan van). Zie Breijdel (W. v.). Buren
(Grave van).
Eheer. Zie Privilegiën.
Eigenaars. Zie Grondheeren. Meijers.
Eigenerfden. Zie Stemmen.
Eijeren. Zie Meervisch.
Eyerzoeken. Ordonnantie of nieuw verbod op het
Eijerzoeken
binnen den verboden tijd; mitsgaders binnen twee jaren niet met Hiouwen
noch Seinen te mogen visschen. 3 April 1602. IV, 1128.
Eijsinga. Afvraging aan de Heeren Aede
Eijsinga, Sikke van
Dekama en Feycke Taetmans met derzelver antwoorden, betrekkelijk het al
of niet zitting nemen van Karel Roorda in de Vergadering der
Staten-Generaal. 28 Mei 1593. IV, 832.
--(F. v.). Zie Zijltille.
Eikenboomen. Resolutie, dat niemand geen twee
Eikenboomen
mag nitroeijen, of gehouden zal zijn daarvoor drie planten in de plaats
te zetten. 21 Maart 1673. V, 973.
--Zie Duiven. Turf.
Eisch. Zie Advocaten.
Electiën. Zie Beneficiën. Gedeputeerden.
Elgersma. Mr. Evert Elgersma draagt zijne
Pastorij te
Stiens, du hem in voortijden door den Stadhouder Hugo van Leijsenig
gegeven was, weder op aan Simon van Reischach, Doctor en
Kanseliet
30 December 1514. II, 302.
Ellen.
Zie Maten en Gewigten.
Elsmairdorp. Zie Schouten.
Elten (Klooster te).
Condonatio terrae de Urch, et aliquot bona
in comitatibus de Nardinclant et Hamalant ad Monasteiium de Etene per
Ottonem Imperatorem.
Keizer Otto begiftigt, ter bede zijner Gemalinne
Adelheid, het Klooster te Elten met het gebied van Urk, en al hetgeen Graaf Wichman
in het Graafschap Nardincland en Eemland bezat (Vertaling.) 29 Junij
968.
I, 59.
--Otto Imperator confirmat hereditatem,
quam Wichmannus Ecclesiae Altinae donavit. 3
Augustus 970. I, 60.
Keizer Otto bevestigt de giften, door Graaf Wichman en door hemzelven
aan de kerk van Elten gedaan. (Vertaling.) I, 61
--Otto III Imperator confirmat bona, munera et
libertates Monasterio Eltinensi concessa. 18 December 996. I, 63.
Keizer Otto III bevestigt het Klooster van Elten in de vooriem
verkregen goederen, voordeden en vrijheden. (Vertaling.) I, 65.
Embden. Aanschrijving der Heeren
Gedeputeerden, ordonnerende
die van Leeuwarden, om alle zich hier bevindende burgers en
inwonens
der Stad Embden met hunne goederen te doen arresteren, en in arrest te
houden tot nadere dispositie. 11 November 1585. IV, 553.
--Missive van
den Eaad van State aan de Staten van
Friesland of hunne Gedeputeerden, bevelende om de
Gezanten van
Embden, uit hoofde van represaille, in strikte gevangenis te stellen,
en voorts alle Embder burgers en kooplieden, personen en goederen aan
te houden enz. 18 November 1585. IV, 554.
--Zie Landsdag No. 66. Munt (De). Oost-Friesland.
Embder-guldens. Plakkaat, dat, behalve de
gouden en zilveren
Penningen, bij het Plakkaat van den 12 Junij ll. geëvalueerd, ook
gangbaar zullen zijn de Embder-guldens, de Jochem-daalders en
Schrikkeburgers, ten prijze bij ieder van dien gemeld. 30 October 1539.
II, 772.
Emelswalde. Zie Leen.
Emelwaarde. Zie Leen.
Eminga (S. v.). Zie Doleantiën.
Engeland. Declaratie wegens de herstelling van
den
afgebroken koophandel en negotie tusschen deze Landen en Engeland, ten
minste voor twee jaren. 1 Mei 1573. III, 936.
--Zie Dienst (Vreemde). Frankrijk (Koning van). Gezanten. Handel.
Lakens. Landsdag No. 38, 76. Leijcester (Grave van). Uitvoer. Verbond.
--(Koning van.). Missive aan 't Geregt van Leeuwarden,
behelzende
een berigt van de krooning des Konings van Engeland en van de
vreugdebedrijven door de Staten-Generaal te dier gelegenheid voor de
Ingezetenen dezer Landen vastgesteld. 26 Julij 1603. IV, 1254.
Zie Dank- en Bededag. Geloofsbrieven.
Leen. Visschen. Vrede.
--(Koninginne van). Verklaring van den President
van het Kwartier der Steden, ten behoeve van de Gemagtigden der Stad
Leeuwarden, aangaande het toestaan van eene Stad aan de Koninginne van
Engeland. 28 April 1585. IV, 529.
--Commissie voor Jelger van
Feytsma, Doctor Hessel Aysma en Laas van Jongama, om
wegens
Friesland, benevens de Gedeputeerden van de andere Provinciën, aan
Elizabeth, Koninginne van Engeland, de Souvereiniteit op te dragen.
28 April 1585. IV, 530.
Aanschrijving aan alle Magistraten
en Geregten, om de Dienaren des Goddelijken Woords te gelasten,
dat zij in alle openbare Godsdienstoefeningen, benevens de
tegenwoordige Regenten, mede bidden voor de Koninginne van Engeland en
haren Gouverneur den Grave van Leijcester. Voorts mede bevelende om
goede toezigt te houden omtrent de geheime correspondentie met den
Vijand. 23 December 1585. IV, 555.
--Missive van de Gedeputeerde Staten van Friesland
aan Wytze van Camminga cum soc., om
zich
wegens deze Provincie te conformeren met de andere Provinciën, nopens
de delatie van de Hooge Heerlijkheid of perpetueele protectie aan de
Koninginne van Engeland, zendende te gelijk aan den voorschreven Heere
Camminga zes honderd Caroli-gulden tot hoedinge van de reiskosten naar
dat Rijk. .. December 1586. IV, 668.
--Missive van Wytze van Camminga aan de Gedeputeerde Staten van
Friesland, dienende tot antwoord op die van hunne Edel Mogenden, nopens
zijne reis naar Engeland; de delatie van de Hooge Heerlijkheid of
protectie aan Hare Majesteit; de rekening van den Ontvanger-Generaal
Joris de Bije, en de toerusting van Schepen naar de Indien en Portugal.
18 December 1586. IV, 669.
-- Zie Camminga. Gezanten. Krijgsvolk. Oostergoo.
Engelschen. Ordonnantie om eene declaratie van
Schade, door
de Engelschen veroorzaakt, op te geven binnen eene maand na publicatie
van dezen. 7 Junij 1570. III, 792.
--Zie Koopmanschappen. Schepen.
Engwird (Klooster). Koopbrief en quitantie,
gepasseerd
door Oene Wybrandsz. aan Wigle Poppesz., van 13 1/2 klinkerds
jaarlijksche renten, gaande uit Oenema-goed te Engwird, de klinkerd
gerekend tegen 12 stuivers. 3 Februarij 1467. I, 618.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door
Sciuerd Seerpsz. aan Fock en Tjal Seerps
Dochteren, van pondematen land, liggende in Wrdstra-goed. 8 Mei 1486.
1,731
--Juw Dekama en Juw Scheltema geven, in
gevolge het Testament van Wyttia Harinxma, het Convent Engwird een
enkelen gulden jaarlijksche renten, uit het goed Uppa Spaers, een
Reidmeer, liggende bij de Herfstburen, en Wattema halve Stins,
uitgezonderd 4000 Steenen, waarvan 2000 aan de kerk te Raard en 2000
aan de kerk te Deersum zullen gaan. 26 Februarij 1500. II, 212.
--De kinderen van Tjerk Syboldsz. approberen de
gifte van twee florenen jaarlijks, door hunnen vader aan het
Klooster Engwird gemaakt. 24 Mei 1521. II, 424.
--Quitantie van de kinderen van Tjerk Syboldsz.
wegens de ontvangen renten van het Klooster Engwird, Junij
1521. II, 425.
--Consent door het Geregt van Rauwerderhem
verleend aan Dirk te Ringehuis, op zes Philips-guldens rente door
hem gekocht van Fredericus, Pater, en Magdalena, Mater, met de Senioren
des Convents Engwiid, en gaande uit alle des Convents landen. 30 April
1527. II, 522.
Enkhuizen. Zie Kanaal. Oorlog.
Enne. Zie Vrede.
Ens. Missive aan de Heeren Staten van Holland
en
West-Friesland, behelzende de redenen waarom de Provincie van Friesland
tot het onderhoud van het Eiland Ens niet verpligt is. 25 Februarij
1698.
VI, 285.
--Missive aan de Heeren Staten van Overijssel, betrekkelijk het
afspoelen en het onderhoud van het Eiland Ens. 28 Februarij 1700. VI,
335.
Epema (D. en L. van). Zie Workumer
Buitenlanden.
Epes (Hessel). Zie Rataller.
Epo (Boëtius). Zie Voorrede, I, 24.
Equipage. Zie Zeevaart.
Equites Praetorlanl. Zie Voorrede, I, 31.
--Singulares. Zie Voorrede, I, 27.
Erfelijkheid. Zie Stadhouderschap.
Erfenissen. Protestatio Abbatum Frisiorum,
quod Monachi succedunt parentibus in hereditatibus paternis. ..... 1470. I,
644.
--Plakkaat tot herstel der abuizen en misbruiken in de
Erfenissen, onder beneficie van inventaris wordende
gepleegd, tot ampliatie van de Landsordonnantie. 21 Februarij
1685. V, 1235.
Erfgenamen. Jan, Hertog van Braband, belooft,
indien zijne
Echtgenoot Jacoba van Beijeren geene Kinderen achterliet, dat hij dan
de Kinderen van Hertog Jan van Beijeren tot Erfgenamen van Henegouwen,
Holland, Zeeland en Friesland maakte. 27 December 1418. I, 404.
--Zie Landsdag No. 33.
Erfleen. Zie Leen.
Erfpachten. Zie Leeuwarden.
Erfpotestaatschap. Zie Albert van Saksen.
Erfstadhouder. Zie Johan Willem Friso.
Veldmaarschalk.
Erfvolging. Zie Albert van Beijeren.
Erfenissen.
Erixszoon (Wed.). Zie Landsdag No. 58.
Erkentenis. Zie Kwaadwilligen.
Ernst Casimir. 162O-1032. Resolutie der
Zevenwouden, waarbij
Ernst Casimir, Graaf van Nassau, verkozen wordt tot Stadhouder en
Kapitein-Generaal. 20 Julij 1620. V, 259.
--Commissie voor Ernst Casimir, Graaf van Nassau,
als Stadhouder en Kapitein-Generaal, in plaats van wijlen Graaf Willem
Lodewijk. 3 Augustus 1620. V, 259.
--Instructie voor Ernst Casimir, Stadhouder van
Friesland. 3 Augustus 1620. V, 261.
--Zie Doleantiën. Onlusten. Sijnode. Stadhouderschap. Willem Frederik.
Erven. Zie Armenstaat.
Erwten. Publicatie dat de uitvoer van Erwten,
Boonen en
Haver wordt gepermitteerd; blijvende het Plakkaat tegen den uitvoer van
Granen verder in volle kracht. 9 Februarij 1566. III, 660.
Estrikbakkers. Resolutie der Heeren
Gedeputeerden, waarbij
den Estrikbakkers vrij gegeven wordt, de Estrikken, die zij buiten de
Provincie voeren, zoo groot en klein te bakken, als zij verkiezen; des
dat de hier te Lande gebruikt wordende, naar 's Lands model gemaakt
worden, zoo lang men hieromtrent anders te rade wordt. 2 Mei 1696. VI,
261.
Estrikken. Zie Keurmeesters.
Evangelieboeken. Plakkaat, waarbij de thans in
gebruik
zijnde ergerlijke en vervalschte Evangelieboeken verboden worden, en
geordonneerd wordt, om nieuwe naar de zuivere overzetting van
Faukelius, gedrukt bij Claude Fonteyne, volgens het hem verleende
Octrooi, in te voeren, en door de Schoolmeesters te laten gebruiken. 16
Januarij 1632. V, 331.
--Zie A. B. Boeken.
Everard (Livius). Zie Troebelen.
Everwijn, Graaf van Benthem. Zie
Drackstorff. Leppezijl.
Evocatie. Resolutie, om aan de Gecommitteerden ter Vergaderiiig van
hunne Hoog Mogenden toe te zenden eene kopij der Missive aan dezelven
geschreven, rakende de Evocatie. 2 April 1607.
V, 138.
--Missive der Staten aan hunne Hoog Mogenden rakende
het Privilegie de non evocando. 3 April 1607. V, 139.
Ewinga. Zie Voswerth.
Exactiën. Zie Munt (De).
Examineren. Zie Rekeningen.
Exceptiën. Zie Advocaten.
Excessen. Zie Geweer.
Excijsbare goederen. Zie Goederen.
Excijsen. Zie Accijs.
Excijsmeesters. Zie Landsdag No. 9, 11.
Executeurs. Resolutie, nopens het aanstellen
der Executeurs
en derzelver borgstelling in de Grietenijen en Steden. 15 September
1703. VI, 402.
--Zie Exploiteurs. Hof van Friesland. Landsdag No. 33.
Quota.
Executie. Zie Landsdag No. 31. Naerden (M.
v.).
Executoriën. Request van den Pater en de
Conventualen van
Aalsum aan den Hove van Friesland aangeboden, om Commissarissen te
benoemen, en brieven van Executoriën te verleenen. 8 November 1533. II,
648.
Exmorra. Heer Johannes, Abt te Lidlum en Juco
Roorda, geven
hun verschil, nopens de nominatie van de Pastorie te Exmorra, op Hertog
Georg van Saksen. 9 December 1513. II, 298.
Exmorradijk. Zie Exmorrazijl.
Exmorrazijl. Accoord tusschen Baarderadeel en
Hennaarderadeel, en de vier geslachten, als Wybranda, Sybranda
Briochtinga, Adingha en Bottingha, aangaande het onderhouden der
Zijlroede tot de Oude en Nieuwe Zijl in de Exmorradijk. 15 April 1402.
I, 335.
--Accoord over het maken en onderhouden van de Exmorrazijl, tusschen
de Stad Bolsward ter eener, Wierd en Pier, Fedde Jansmazonen, ter
andere zijde. .. September 1474. I, 659.
--Conventie over het maken van
Exmorrazijl en Verlaat. 8 April 1519. II, 378.
--Nadere Artikelen nopens de Conventie over het maken van Exmorrazijl.
20 Mei 1519. II, 379.
--Compromis wegens Exmorrazijl. 12 Julij l521. II,425.
--Accoord tusschen den Magistraat der Stad Bolsward
en Johan van Aylva cnm soc over het leggen van een Verlaat voor
Exmorrazijl. 2 September 1559. III, 475.
Expensen. Zie Vacatiën.
Exploiteurs. Resolutie der Heeren
Gedeputeerden, dat alle
Exploiteurs, hetzij Boden, Executeurs, Dorpregters, als anderen
gehouden zullen zijn, de aan hen verzochte Exploiten aan de
Grietslieden en Magistraten te doen, bij poene, dat dezelve anderzins
ten hunnen koste zullen worden gedaan. 21 November 1685. V, 1248.
Exue (Regt van). Resolutie, op eene Missive
aan de Regering
der Stad Amsterdam, bij welke de Ingezetenen van deze Provincie van het
Regt van Exue ontheven worden. 7 Januarij 1682.
V, 1198.
--F.
Familïegelden. Uitschrijving om middelen te
beramen tot betaling der Soldaten, in de plaats van het Familiegeld. 21
Junij 1575.
III, 1013.
--Missive van den Stadhouder Georg van Lalaing
aan de Gedeputeerde Staten van Friesland, opzigtelijk de kwestie
tusschen die van Oostergoo en Zevenwouden, met die van Westergoo, in
het opbrengen van den omslag over de Floreen, als ook de Familiegelden,
en een voorslag, om in plaats van zulks den vijfden Penning van alle
jaarlijksche Pachten en Renten op te brengen, gelijk in Groningen en de
Ommelanden geschied is. 27 Januarij 1577. III, 1095.
--Rescriptie, door de Volmagten der Landen op een
Request van de Steden, ten Hove ingediend, aangaande de
betaling van twee maanden Familiepenningen, en zekere andere resten.
12 Mei 1577. III, 1126.
--Missive van M. Rommarts aan de Steden, om tegen
den 20 Mei aanstaande Gecommitteerden naar Leeuwarden te zenden, om
te delibereren over hetgeen ter defensie van hun verschil met de Landen
zal dienstig bevonden worden. 15 Mei 1577.
III, 1127.
--Aanschrijving om tegen den 20 dezer maand Mei,
op den Landsdag, alsdan te houden, Gecommitteerden te zenden, en nog
eene maand Familiepenningen te collecteren. 15 Mei 1577.
III, 1127.
--Repliek der Steden, rakende het verschil met de
Landen over den opbreng der Familiepenningen. 22 Mei 1577. III, 1133.
--Dupliek voor de Landen, over
het verschil der Familiepenningen. 5 Junij 1577. III, 1135.
--Resolutie over het invoeren van het Familiegeld.
28 Maart 1674. V, 1024.
--Zie Landsdag No. 15, 16, 17. Pacificatie. Zeeroovers.
Familiën (Vreemde). Zie Fransche
Vlugtelingen.
--(Gereformeerde). Zie Fransche Vlugtelingen.
Faukelius. Zie Evangelieboeken.
Fed Matthysz. Wed. Zie Aalsum.
Feenhuizen. Zie Dijken.
Feenklooster. Koopbrief en quitantie
gepasseerd door Syw
Sysma aan de Proostdij van Feenklooster, van twee pondematen land,
liggende op Meynterp. .. Augustus 1498. II, 210.
--Testament van Tette Heeres huisvrouw, waarbij zij
onder anderen aan het Convent Feenklooster legateert eene roede Veen,
Swageveen, hebbende Wyger Feddema ten Westen en Onke Onkema ten Oosten.
Voorts aan den Patroon te Westergeest een half Huis, benevens andere
legaten aan verschillende personen, en daarna maakt zij haar Zuster
Sytthie erfgenaam van alle hare overige bezittingen. 22 Julij 1524. II,
467.
Feestdagen. Zie Sabbat .
Ferdban. Zie Aalsum. Hemmama. Klaarkamp
(Convent). Oldeklooster.
Ferwerderadeel. Zie Pacht . Rebellen.
Festoenen. Zie Munt (De).
Feudum. Zie Leen.
Fideïcommissen. Plakkaat, waarbij geordonneerd
wordt al de
Fideïcommissen, waarmede de Goederen in deze Provincie gelegen, zijn
bezwaard, binnen twee jaren na de dagteekening van dit Plakkaat, in de
Griffie van den Hove te doen registreren, en voor het toekomende,
binnen twee jaren, na het overlijden van de Testatoren, zullende zij
die daaraan niet voldoen vervallen zijn van het regt, hun uit de
Fideïcommissen geschapen. 2 Maart 1654. V, 569.
Figuren. Zie Gouden Gulden.
Fijners. Zie Schippers.
Financiën. Resolutiën, door de Staten van
Friesland genomen, omtrent het redres van Financiën. 30 Mei 1595. IV,
881.
--Resolutie, waarbij eenige misbruiken en wanorders in
's Landschaps Financiën, veroorzaakt door het trage sluiten der
Rekeningen, worden verbeterd. 29 November 1632. V, 352.
--Zie Landsdag No. 42, 78. Lemsterzijl.
Finkum. Zie Ee (De).
Firdgum. Zie Franeker.
Fiscaals. Zie Landsdag No. 78.
Fiscus. Zie Landsdag No. 33, 43.
Flabben. Reductie van de Groninger Flabben van
vier Stuivers op drie Stuivers en een Blank of twaalf Penningen. 23
Januarij 1600.
IV, 1064 .
-
--Reductie van de Groninger Flabben op vierdehalve Stuiver, de dubbelen
en gedeelten naar advenant. 29 Junij 1601 .
IV, 1125.
--Ordonnantie of Verbod, van voortaan geene Flabben en
andere kleine muntspeciën binnen deze Provincie te ontvangen, uit te
geven of in te voeren, met toelating echter, om zich daarvan in de
betaling van 's Lands lasten binnen drie weken te ontdoen. 25 Junij
1603. IV, 1253.
--Verbod als boven. 25 Junij 1603. V, 104 .
--Resolutie om geene Flabben, dubbele Stuivers en andere
kleine munten binnen deze Provincie te slaan, en alle uitheemsche
munten te verbieden. 25 Februarij 1604. V, 107.
--Zie Duiten.
Flinders. Resolutie, houdende een verbod, om
zekere munt,
Flinders genoemd, met hooger dan tegen twee Stuivers acht Penningen
uit te geven. 20 Julij 1678. V, 1142.
--Plakkaat tegen den invoer en het
uitgeven van de geldmunt Flinders genoemd, hooger dan tot twee Stuivers
acht Penningen. 10 Augustus 1678. V, 1145.
Floreen. Florenen.
Floreenrente. Floreen-Reiyisters. Cohieren. Die van de Vijf Deelen
bewilligen een Oord-Stuiver op den Floreen aanstonds op te brengen, en
de Buitendijksters een halve Stuiver, zullende de Heeren Raden alsdan
de Dijken uitdeelen. 28 September 1514. II, 301.
--Commissie op eenige
Heeren, tot het opnemen der rekening van zes Stuivers over den Floreen,
omgeslagen tot reparatie der Dijken. 7 Februarij 1525. II, 486.
--Register der Floreenrente van de Buitendijksters in Westergoo.
27 Februarij 1528. L. B. 180. II, 540.
--Aanschrijving, tot het innen van den geconsenteerden Stuiver
op de Floreenrente, tot hoeding der kosten, die eenige Heerschappen
en Ingezetenen hadden moeten doen in het vaceren, zoo binnen als buiten
Lands, tot 's Lands algemeen welzijn. 4 Julij 1554. III, 366.
--Omslag te
doen op de Floreenrente, van vier Stuivers
voor de Buitendijksters, twee Stuivers voor de Binnendijksters en drie
Stuivers voor Utingeradeel, tot reparatie der Zeedijken, strekkende van
Wonseradeelsdijken tot aan het Roode Klif, en zulks gedurende den tijd
van zeven jaren. 11 April 1561. III, 536.
--Omslag van twee Stuivers op
den Floreen, tot onderhoud der Soldaten te Berlikum en daaromtrent
liggende. 2 October 1572. III, 907.
--Nadere omslag van twee Stuivers op de Floreenrente, tot
onderhoud van de Soldaten, te Berlikum, Lidlum, en daaromtrent
liggende. Alsmede eene nadere Ordonnantie tot opbreng wegens verzuim
van leverantie van den Derden Man. 2 December 1572.
III, 914.
--Commissie voor Boudewijn van Loo, tot invordering van
de vier Stuivers, nopens het onderhoud van drie Vaandelen Duitsche
Knechten, den vijfden dezer maand op de Floreenrente over geheel
Friesland omgeslagen. 10 December 1572. III, 917.
--Omslag van vier Stuivers op den Floreen, tot onderhoud
van de Militie bij manier van leening; en Ordonnantie tot opbreng van
den derden termijn van het beloofde Propijn van 128,000 Caroli-gulden.
15 en 19 October 1573. III, 953.
--Antwoord of Besolutie van de Staten van Friesland, op
den eisch van vier Stuivers op de Floreenrente tot onderhouding der
Soldaten. 24 Maart 1574. III, 964.
--Uitschrijving en Ordonnantie, tot invordering van den eer
sten termijn van den geconsenteerden omslag van twee Stuivers op de
Floreenrente. 24 Maart 1574. III, 966.
--Omslag van twee Stuivers op den Floreen tot onderhouding der
Soldaten, garnizoen houdende in Friesland. 7 Junij 1574.
III, 977.
--Omslag van zeven Stuivers op den Floreen, tot vinding
en hoeding van de kosten en reparatiën aan de Vijfdeels Zeedijken. 3
Julij 1574. III, 979.
--Ordonnantie en uitschrijving van den Hove tot betaling van
gemelde zeven Stuivers op den Floreen. 6 Julij 1574. III, 980.
--Uitschrijving van den Hove van een Stooter op den Floreen.
13 Julij 1574. III, 980.
--Aanschrijving om de vier Stuivers, op de Floreenrente omgeslagen, te
collecteren en in te vorderen. 10 December 1574.
III, 999.
--Consent en approbatie van den Hove, tot het maken van een' omslag van
een halven Stuiver op de Floreenrente over geheel
Friesland, tot betaling van eenige vacatiën, Landswege
gedaan. 10 Januarij 1575. III, 1004
--Nader Consent tot het maken van een omslag van een' Stuiver over den
Floreen. 12 Januarij 1575. III, 1005.
--Uitschrijving tot werkstelligmaking van vorengemelden Omslag.
14 Januarij 1575. III, lO06.
--Uitschrijving van zeven Penningen op den Floreen,
onderhoud van honderd en tien Schippers voor twee maanden. 5 Julij 1576.
III, 1065.
--Uitschrijving van een Blank op den Floreen, tot remboisement
van verschotene penningen door den Stadhouder tot van den Lande
gedaan. 9 Julij 1576. III, 1065.
--Ordonnantie om binnen drie dagen op te brengen anderhalve
Stuiver over den Floreen, reeds omgeslagen en uitgeschreven
geweest zijnde; gelijk mede de Resten van de omgeslagen veertien
Stuivers voor de maand Januarij. Voorts om de Plakkaten, tegen de
Vagebonden en Lediggangers gemaakt, op nieuw te doen publiceren. 6 en 7
September 1577. III, 1152.
--Ordonnantie van den Stadhouder aan
Burgemeesters, Schepenen en Raden van Leeuwarden,
om binnen tien dagen op te brengen
anderhalve Stuiver op den Floreen tot het beleg van Deventer. Voorts de
Registers van den Achtsten Penning en Personeele Impositie binnen acht
dagen over te leveren, en de Generale Middelen in alles te effectueren,
bij poene van suspensie van hunne Officiën. 27 October 1578. III, 1220.
--Missive van uitschrijving, tot het omslaan van drie en een
vierde Stuiver over den Floreen. 16 Maart 1579. IV, 8.
--Ordonnantie tot opbreng van drie en een vierde Stuiver
per Floreen binnen acht dagen, tot redemtie van de Generale Middelen en
Contributiën, en voldoening van zekere Kooplieden uit Denemarken. 26
Maart 1579. IV, 12.
--Ordonnantie, om binnen acht dagen op te brengen twee
Stuivers van eiken Floreen, wegens de geaccordeerde
12,000 Caroli-gulden tot ontzet van Maastricht; ordonnerende hen andermaal, om
de onwillige Ingezetenen daartoe te constringeren, 't zij hij directe
executie, of de Penningen op te nemen tot hunnen laste of anderzins, of
dat bij gebreke van het overbrengen van den omslag zulks aan de
Officiers zelven zoude worden geëxecuteerd. 29 Mei 1579. IV,
24.
--Ordonnantie om ten spoedigste op te brengen een Stuiver
op de Floreenrente, tot voldoening van de 5,000 Caroliguldens
door Hero van Burmania aan den Lande verschoten. 6 Julij 1579.
IV, 47.
--Nadere
ordonnantie tot opbreng van de nog resterende vierdehalve Stuiver op
iedere Floreen voor de maand October laatstleden uitgeschreven. 16
Januarij 1580. IV, 120.
--Ordonnantie om de maandelijksche vierdehalve Stuiver op
den Floreen, nu voor de maand December 11. omgeslagen, binnen acht
dagen op te brengen. 13 Februarij 1580. IV, 129.
--Ordonnantie tot het opbrengen van drie en een tweede
Stuiver op den Floreen, voor de maand Januarij 1580.
Voorts,
om advertentie te doen aan een iegelijk dat de verpachting der Excijsen
en Generale middelen op den 11 April naastvolgende staat te geschieden.
Alsmede om de Steden voor een jaar te approvianderen. 25 Maart 1580.
IV, 142.
--Ordonnantie tot opbreng van vierdehalve Stuiver van ieder
Floreen, voor de beide maanden Februarij en Maart te
zamen.
Voorts om Gecommitteerden te zenden, tot aanhooring en beantwoording
van het te doene voorstel over de klagten van die van Hamburg, omtrent
de Stapel-Kazen. 2 Mei 1580. III, 151.
--Ordonnantie om op te brengen vierdehalve Stuiver op den
Floreen voor de maanden April en Mei te zamen.
Voorts om
geen Conventualen te houden of te dulden. Alsmede om alle kelken en
andere kleinodiën der Kerken te vergaderen, te inventariseren, en
dezelve met den Inventaris dies, benevens de voorheen gemaakte
Inventaris der Kerkelijke en Beneficiale goederen, binnen tien dagen
over te zenden. En eindelijk om de moedwillige eischen der zonder
patent loopende Soldaten te weigeren en aan te melden. 10 Junij 1580.
IV, 163.
--Ordonnantie om binnen vier dagen op te brengen veertien
Stuivers voor ieder Floreen voor de maand Junij,
benevens de resten der vorige omslagen.
22 Junij 1580. IV, 171.
--Ordonnantie om binnen acht dagen op te
brengen den om naar proportie van veertien Stuivers over ieder Floreen
voor de maand Julij. 19 Julij 1580. IV, 182.
--Autorisatie en Commissie op den Magistraat van Leeuwarden,
om de resten van den omslag op den Floreen met middelen van
executie in te vorderen, en die weigerachtig blijven, in confinatie te
trekken, en te houden tot de volle betaling toe. 10 November 1580. IV,
219.
--Aanschrijving, om aanstonds over te brengen de ontvangen
penningen zoo van Floreen als jaartaux, bij poene als vijanden des
Vaderlands geacht en gestraft te worden. 20 Augustus 1581.
IV, 270.
--Middelen door de Volmagten van de Steden van Friesland, staatsgewijze
op den Landsdag vergaderd, beraamd tot verligting van de maandelijksche
Floreenrente en quotisatie der Landschappe van Friesland voorsz. 27
April 1585. IV, 527.
--Resolutie, genomen door de Staten van Oostergoo,
Zevenwouden en de Steden, nopens het omslaan van een en drievierde
Stuiver over de Floreen, tot supplering van de maandelijksche
contributie bij provisie. 27 Augustus 1586. IV, 646.
--Protest van Westergoo, tegen de Resolutie van de andere
drie kwartieren, aangaande den omslag tot suppletie der maandelijksche
contributie genomen. 27 Augustus 1586. IV, 647.
--Resolutie der Steden, dat de omslag van een en drievierde
Stuiver op den Floreen, tot suppletie der maandelijksche
contributie, zal continueren, en bovendien nog worden opgenomen tot
Servisen voor de Militie drievierde stuiver per Floreen 's maands,
beide tot den aanstaanden Landsdag toe. 24 October 1586. III,
660.
--Resolutie van de Volmagten der Zevenwouden, bij welke
hunne Gedeputeerden gemagtigd worden, een omslag op de Floreenrente te
doen. 12 Februarij 1599. IV, 1037.
--Resolutie, dat de eigenaars der Hallumer Uitergrazingen
van elke vier Pondematen één Floreen schatting zullen hoeden. 24 April
1666. V, 753.
--Resolutie, waarbij de Floreenrente wederom van veertien
op een en twintig Stuivers gebragt wordt, onder voorwaarde dat, wanneer
de laatste verhooging van zeven Stuivers langer dan voor een jaar
plaats heeft, dezelve alsdan ten laste van den Eigenaar zal komen. 22
Maart 1672. V, 815.
--Resolutie, waarbij onder eenige bepaling de
Debiteuren ten
respecte van de buitengewone belasting van den Floreen, aan hunne
Crediteuren voor een jaar, zonder wijders, zullen mogen korten de
vierdepart van de Interessen, ten hunnen laste loopende. 3 Mei 1673. V,
978.
--Resolutie waarbij vastgesteld wordt, dat de Landen, op
welke de Florenen liggen, altijd, zoo dikwijls Landsflorenen onbetaald
gelaten worden, daarvoor zullen zijn en blijven verpand, en dezelve
niet toereikende zijnde, zal op de verdere goederen van den Eigenaar
getast worden. 18 Februarij 1681. V, 1189.
--Resolutie, waarbij de particuliere Dorpsontvangers gelast
worden, om bij het overleveren hunner Restcedullen van den Floreen te
bepalen de maanden, voor welke zij de overgeving doen, benevens de
grootte der Florenen, die elke schuldenaar hoeden moet, en op welke
Landen dezelve zijn gehecht. 21 Julij 1688. VI, 142.
--Resolutie, betrekkelijk het
invorderen der inbeurende Florenen. 15 Februarij 1696. VI, 253.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, een naauwkeurig Register van alle
Landsflorenen, in elk district gelegen, op te maken. 27 Februarij 1700.
VI, 333.
--Missive aan de respective Grietslieden en Magistraten, waarbij
dezelve gelast worden, het Floreen-Cohier te vernieuwen, met
uitdrukking der hoegrootheid der Landen, de hoeveelheid der Florenen en
de namen der Eigenaars en der Naastlegers. 1 Maart 1700.
VI, 337.
--Notificatie, waarbij elk en een iegelijk, die zich bij de vernieuwde
Floreen-Registers bezwaard mogt vinden, geordonneerd wordt,
zijne bezwaren aan de Heeren Gecommitteerden in het Mindergetal te
moeten voordragen. 12 October 1700. VI, 342.
--Nadere Notificatie, betrekkelijk de vernieuwde Floreen
Registers. 20 December 1700. VI, 344.
--Resolutie, dat de vernieuwde Floreen-Cohieren ten spoedigste afgeschreven,
en geautentiseerde afschriften van dezelve aan de
Secretariën der Geregten zullen worden gezonden. 10 Maart 1701. VI,
347.
--Plakkaat, rakende het middel der Floreenrente. 10 Maart
1701. VI, 349.
--Plakkaat, waarbij den Ingezetenen uitstel in het betalen
der Florenen en korting in het betalen van den honderdsten Penning
gegund wordt, naar evenredigheid, dat hunne inkomsten door de laatste
overstrooming verminderd zijn. 30 September 1702.
VI, 387.
--Missive aan de Grietslieden en Magistraten, waarbij dezelve
worden gelast, om, wanneer eenige landen, in hun district gelegen,
verkocht worden, telkens die order te stellen, dat op het Register van
den Floreen naauwkeurig aangeteekend worden, de verkochte of
verwandelde perceelen, met de daarop liggende Florenen, en de namen der
nieuwe Eigenaren. 21 April 1703. VI, 398.
--Zie Bildtlanden. Consumtiën. Contributie. Dijken. Familiegelden.
Fritzema (Yvo). Hooi. Impositiën. Inundatie. Landsdag No.
6, 8, 14, 15, 16, 18, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 50, 53. Lasten.
Leeuwarden. Meijers. Negotiatie. Obligatiën. Ontvanger-Generaal.
Oorlogskosten. Oostdongeradeel. Predikanten. Propijn. Soldaten. Steden.
Unie. Westdongeradeel. Wijmbritseradeel. Zeedijks-onkosten. Zion.
Floris, graaf van Egmond. 1500-1517. Missive van den Grave van Egmond
en Cornelis van Bergen aan Hertog Hendrik van Saksen, waarbij zij
kennis geven, dat zij door den Aartshertog gecommitteerd zijn om naar
Enkhuizen te trekken, en aldaar met des Hertogs Gedeputeerden en die
der Friezen te handelen, met verzoek van Vrijgeleide voor dezelven. 28
Junij 1500. L. B. 10.
II, 214.
--- Zie Abbezoon (Douwe). Bildtlanden. Boutsma (W.).
Buuren (J. v.). Buwezoon (H.). Franeker. Freerks.
Friesland. Fritzma (Y.). Gerryts (F.). Giften. Glins (T.). Karel V.
Lieuwe van IJlst. Martena (K. van). Pomperg (P. van). Privilegiën.
Rataller (J.). Ridder (J.). Kienk. Schadeloosstelling. Stadhouders.
Stanije (J.). StefFen. Wiertzo (S. van).
--Bisschop van Utrecht. Zie Vrede.
--V (Graaf). 1292-1297. Die van Stavoren huldigen
Graaf Floris als hunnen wettigen Heer, op de vrijheden
en regten hun gegeven. 1 April 1292. I, 124.
--Litterae Regis Angliae ad Hollandos et Selandos,
ut nonnulli ex iis ad se veniant.
--De Koning van Engeland schrijft over het ombrengen van Graaf
Florens aan die van Holland, Zeeland, Zuidholland, Kennemerland en
Friesland, opdat ze eenigen uit hen aan den Koning zouden zenden. 14
September 1296. I, 128.
--Zie Friesland. Friezen. Privilegiën. Schadeloosstelling. Stavoren.
--Foeke. Resolutie der Heeren Gedeputeerden, rakende
het Boek van Foeke Floris, getiteld: Bescherminge des Geloofs, waarbij
wordt gelast al de exemplaren op het Collegie over te brengen, om in de
Raadkamer, ter presentie van den Professor Van der Waeijen en de
Predikanten Persijn en Van Holst, in het aanzien van den Schrijver, in
het vuur geworpen en verbrand te worden; wijders den Fiskaal gelast tot
vervolging van den drukker en boekverkooper enz. 18 November 1687. VI,
135.
Follega. Zie Tol.
Fonteyne (C.). Zie Evangelieboeken.
Fop. Zie Stavoren.
Foppo. Zie Aalsum.
Formulier. Resolutie tegen het nieuwe
Formulier des gebeds,
door de Staten van Holland ingesteld, en aan de Dienaren des
Goddelijken Woords binnen hunnen bedrijve toegezonden, om in alle
openbare gebeden te volgen. 23 Mei 1663. V, 691.
Formulier. Zie
Landsdag No. 80.
Fortificatiegelden. Contrarescriptie der
Steden, op een
tweede rescriptie der Landen, aangaande de pretensie op de Accijsen
enz. 28 April 1584. IV, 469.
--Accoord der Landen op de Contrarescriptie
der Steden van den 28 dezer, sprekende van de Fortificatiegelden, de
Accijsen en de Regering enz. 30 April 1584. IV, 472.
Zie Loo (B. van). Steden.
Fortificatiën. Zie Franeker. Geschut.
Krijgsvolk. Landsdag No. 25, 31, 32, 43, 60, 69, 70, 71. Leeuwarden.
Middelen. Steden.
Fosward (Abt van). Opene brief van Georgius
van Egmond,
Bisschop van Utrecht, tot bevestiging van Gerrit van Harderwijk tot de
waardigheid van Abt van Fosward. ..... 1546. III, 113.
Foswerth. Zie Trajecto (C. de).
Fonrage. Zie Leger.
Fourneren. Zie Processen.
Fournissement. Pointen en Artikelen,
betreffende het
Fournissement van Penningen, het aannemen van den Stadhouder, en het
leggen van nieuwe Lasten op de Konvooijen. 12 Augustus 1586.
IV, 644.
--Zie Oorlog. Soldaten.
Franciscus I.. Zie Wapenstilstand.
--Orde van Sint. Zie Privilegiën.
Franeker. Brief dat die van Harlingen, en
degenen, die te
Hartwerth plegen gaar te komen (te vergaderen), voortaan in Franeker
zullen bijeenkomen (gaar komen). 12 Junij 1323. I, 166.
--Copia litterarum patentium, quibus Johannes Episcopus
Trajectinus promittit, si Ecclesia Parochialis
Franequerae
partium Frisiae vacare ipsius temporibus contigerit, illum ipsam
seculari Clerico tantum, et nulli Religioso collaturum. 5
Augustus 1344. I, 200.
--Regt en Raad der Steden en Deelen van Westergoo
geven aan die van Franeker de magt, om alle zaken en misdaden binnen
hunne Stad en vrijheid gepleegd, te mogen regten over hals en over
hoofd. 13 Mei 1374. I, 239.
--Pointen en vereeniging der Grietmans en Mederegteren
van de Vijf Deelen, door den Raad en Prelaten, Geestelijke Regters en
Vroedschap der voorsz. Vijf Deelen gemaakt, ter vermijding van kwaad,
en ter beveiliging van de Markt te Franeker. 30 November 1402. I, 334.
--Franeker Buurbrief of Ordonnantie, naar welke Sikke
Sjaarda en zijne nakomelingen, met hunne drie
Raadslieden, binnen Franeker en hare uitburen zullen rigten.
25 Julij 1417.
I, 394.
--Regt en Raad der Landen en Steden
van Westergoo
bevelen Franeker en Franekeradeel te beregten alle zaken en misdaden in
Barradeel en de Vijf Deelen, of een derzelver, die voorgevallen zijn
ten tijde dat zij geen behoorlijk regt gehouden hebben. .. October
1475. I, 664.
--De Stad Franeker door de Hertogen van Saksen begiftigd
met de vrijheid van Accijs, 200 morgen Bildtland, en ééne Week- en twee
Jaarmarkten. 26 Maart 1501. II, 214.
--Uitspraak van zeker geschil over eenige goederen tusschen
de Voogden ofte Broederschap van Onze Lieve Vrouwe ter Nood
binnen Franeker, en Ulbeth Taeckesz. te Peins, waarbij aan de Prebende
van Onze Lieve Vrouwe voornoemd wordt toegewezen tweederde deelen van
dezelve onroerende goederen enz. 30 November 1501. II, 217.
--Hertog Georg van Saksen ontheft die van Franeker ten
eeuwigen dage van den Accijs der vreemde en ingebrouwen Bieren, die
aldaar gebruikt en gedronken worden, doch met last van de Wijnen en
Lakens den Accijs te betalen, en jaarlijks aan 's Hertogs Kamer, in
termijnen te voldoen honderd goudguldens, zonder ooit met hooger
tauxatie te zullen worden bezwaard. 10 Julij 1504.
II, 236.
--Georg, Hertog van Saksen, beveelt de Grietslieden om
in geen Dorpen of Kloosters Wagen te hebben, eenige nering of ambachten
te doen, tot nadeel der Stad Franeker, bij ernstige straffe en
ongenade. 12 Julij 1504. II, 238.
--Die van Franekeradeel hebben aangenomen dezelve vaart,
daar die van Menaldumadeel het hebben gelaten, tot aan Franeker te
graven. 14 Februarij 1508. II, 259.
--Artikelen, door burgers en inwoners der Stad Franeker
overgegeven aan Prins Karel van Spanje en zijne Raden, met verzoek dat
hun dezelve vergund mogen worden, en het appointement daarop verleend.
28 Julij 1515. II, 319.
--Heer Floris van Egmond, Stadhouder, belooft aan Vrouwe Lucia
van Harinxma, het Slot te Franeker, voor zoo verre zij daartoe
geregtigd is, getrouw en schadeloos weder te leveren. 24 Augustus 1515.
II, 322.
--Baar, betreffende een verbrand Huis te Franeker, behoorende
aan Onze Lieve Vrouwen Prebende. 13 April 1520. II, 503.
--Accoord
tusschen Keizer Karel, als Heer van Friesland
en Gerold van Herema en Luthia van Tzyarda, Echtelieden, aangaande het
Huis en Slot Tzyaardeburg bij Franeker. 14 en 24 September 1525. II,
503.
--Gerold van Herema en Luthia van Tzyarda, Echtelieden, dragen
over aan Keizer Karel hun Slot te Franeker, Tzyaardeburg genaamd, voor
eene jaarlijksche Rente van 350 ponden. 17 Januarij 1526. II, 505.
--Quitantie van het betaalde geschenk door eenige Franeker
Heerschappen gedaan, wegens kwijtschelding van den Jaartaux, hun door
den Magistraat aldaar geaccordeerd. 4 November 1527.
II, 537.
--Copia van een Octrooibrief door Z. Keizerlijke Majesteit
aan de Stad Franeker gegund, inhoudende dat de Regenten dier Stad van
de Stadsinkomsten mogen verzetten op wederkoop van vijf jaren, tot de
som van zestig goudguldens 's jaars, om de penningen dies te
emploijeren tot betaling van het slatten van de Vaart of het Diep naar
Harlingen. 24 September 1532. II, 624.
--Aan de Stad Franeker geaccordeerd, om honderd Caroli-gulden
jaarlijksche Renten te mogen verkoopen op wederkoop of
wederinlossing tot verbetering van hunne Fortificatiën. 12 Februarij
1535. II, 663.
--Ordonnantie van den Stadhouder, waarbij de Burgerij
van Franeker gelast wordt goede Dag- en Nachtwacht te houden, zelfs in
persoon, of door iemand ten hunnen kosten; gelijk ook den Magistraat
bevolen wordt scherp toezigt te houden op Lutheranen, Sacramentisten en
Wederdoopers, benevens op jonge gezellen, nog onmondig zijnde, die veel
moedwil in de Stad en kerken bedrijven. 7 Julij 1537. II, 699.
--Artikelen, nopens het maken van Straten en Wallen enz.
door Burgemeesters, Regt en Raden der Stede Franeker, den Hove van
Friesland overgegeven; met de daarop verleende appointementen. 8 Julij
1545. III, 78.
--Missive van den Stadhouder, Grave van Buuren, aan die
van Franeker, inhoudende eene order, om de nalatigen te bevelen ten
minste alle Zon- en Feestdagen eene Misse te hooren, met executie van
de straffen daartoe staande, en eene onverziene huiszoeking te doen bij
dezulken naar suspecte boeken; alsmede de kleine jongens en rabouwkens,
die dagelijks insolentiën in kerken en op straat bedrijven, secretelijk
te doen geeselen. 30 Maart 1547.
III, 123.
--Accoord tusschen de Stad Franeker met de Uitburen en
de Dorpen Dongjum, Boer, Ried, Anjum, Berlikum, Wier, Minnertsga,
Tjummarum en Firdgum, aangaande het slatten van de vaart ten noorden
van de Stad, naar de voorschreven Dorpen loopende; gemaakt en gesloten
op convocatie en door tusschenspreker , van Sikke van Dekema, als
Commissaris door den Hove daartoe geautoriseerd, doch onverkort hun
regt in het toekomende. 10,11 en 19 Julij 1553. III, 314
--Commissie van den Keizer, voor
Jarich van Botnia al: Olderman der Stede Franeker. 6 Februarij 1554.
III, 328
--Octrooi voor die van Franeker, om alle Donderdagen
eene weekmarkt te mogen houden, van den eenen zonnenopgang tol den
anderen, en indien alsdan een Heiligen dag is, dan 's Woensdags te
voren; gegeven door Keizer Karel met advijs van President en Raden in
Friesland. 18 Julij en 11 October 1554. III, 366
--Accoord van Dirck
Taeckesz. van Lollum, met Olderman, Burgemeesters, Schepenen
en Raden der Stad Franeker, nopens de
keur van een Beneficiaat tot Onze Lieve Vrouwen Prebende. 17 Maart
1559. III, 452.
--Proces-Verbaal van hetgeen op den Rekendag, den 10 Junij
binnen Franeker begonnen, gehandeld en gesloten is, betreffende de
Dijkszaken. 10 Junij 1561. III, 540.
--Commissie voor Sybrand Richeus, Secretaris der Stad
Franeker, om wegens dezelve Stad te handelen met de Volmagten
van Bolsward, Arum, Achlum en Hitzum, nopens het graven en onderhouden
van de vaart, loopende van Franeker naar Bolsward. 17 Julij 1561. III,
544.
--Conventie en accoord nopens het opgraven en onderhouden van de
vaart loopende van Franeker door Hitzum, Achlum en Arum
naar Bolsward. III, 544.
--Quitantie, door die van Bozum aan die van Franeker
gepasseerd, van hunne tweederde deelen tot de slatting van de Vaart,
strekkende van Swanwerdermeer af tot eene roede door de Bozumerzijl
heen, voor die eene reize gecontribueerd en betaald, tot slatting van
welke vaart die van Franeker in het toekomende nogtans met het eenderde
deel zullen kunnen volstaan. 11 Januarij 1562. III, 566.
--Certificaat van de Volmagten van den Dorpe Tzum, dat
de Stad Franeker de vaart, naar Tzum loopende, niet verder behoeft te
slatten dan van Franeker af tot nevens het midden van de Venne,
behoorende tot de Zathe te Miedum, houdende en aannemende het overige
tot hunnen dorpslast, met contraverklaring van die van Franeker, de
scheiding ook aldaar te houden en te accepteren. 15 Januarij 1562. III,
568.
--Ordonnantie van het Hof om aan de Stad Franeker geen huur van
hunne Bildtlanden, noch den Erven van Hette Hettema van hunne
Leenlanden te betalen. 4 November 1572. III, 911.
--Gebod aan de Ingezetenen van Franeker, Bolsward en Sneek, om niet
uit hunne Steden te komen en te verschijnen binnen Leeuwarden of op het
platte Land.
14 November 1572.
III, 912.
--Aan die van Franeker voor den tijd van drie jaren toe
gestaan, met uitstel tot betaling, om zonder bekommering van de
zware schulden der Stad, te mogen reizen, handelen en trafiqueren door
geheel het Land. 8 April 1578. III, 1188.
--Request van den Magistraat en Gezworen Gemeente van
Franeker, aan Zijne Excellentie Prins Willem van Oranje,
verzoekende hun beloofd aandeel van het geschut, en hun quota van de
penningen, voormaals tot onderhoud van de drie Blokhuizen,
geëmploijeerd tot fortificatie hunner Stad, met de appointementen
daarop gegeven. 10 April 1581. IV, 249.
--Octrooi aan die van Franeker gegeven door Francois,
Hertog van Lotharingen enz., om van de Wijnen en Bieren een
zekeren Impost te mogen heffen tot redres van hunne vervallene zaken;
met surcheance van betaling der achterstallige schulden, en permissie
van desniettegenstaande te mogen reizen en onbekommerd te trafiqueren.
11 April 1582. IV, 286.
--Acte van verpachting van de Wijnen, Bieren, het Gemaal,
Beestiaal en Zout binnen Franeker, voor den tijd van zes maanden,
gedaan bij provisie en tot nadere dispositie. 17 Mei 1585.
IV, 532.
--Declaratie van de Volmagten der Stad Franeker, van
niet meer te zullen fourneren of opbrengen hunnen aanslag in der Steden
quoteele contributie, maar verzoekende eene nieuwe en billijker
quotisatie, met presentatie van te willen contribueren nevens
Leeuwarden en Harlingen, gecalculeerd naar den opbreng der Generale
Middelen. Gevolgd van een Notarieel Relaas van de insinuatie dezes aan
de andere Volmagten, en derzelver antwoord, daarop gegeven. 27 Augustus
1586. IV, 648.
--Certificaat van den Magistraat van Franeker, wegens de
Vrijdommen en Immuniteiten die aan de Heeren Professoren en
Studenten op de Universiteit, binnen hunne Stad opgerigt, zoo wel als
op de andere Academiën, en inzonderheid gelijk die van Leiden,
toegezegd is en genieten, zoowel in zaken van Belasting den Landschappe
als hunne Stad betreffende. 30 September 1586.
IV, 657.
--Resolutie aangaande het af- en
aanstellen der Studenten op de Akademie der Stad Franeker. 17 Mei 1593.
IV, 820.
--Resolutie van het Kwartier van Westergoo nopens het
in stand blijven van de Oeconomia te Franeker enz. 19 Mei 1593.
IV, 826.
--Resolutiën, door de Volmagten van Friesland, Staatsgewijze
binnen Leeuwarden vergaderd, genomen, omtrent het redres van de
Akademie en Oeconomia binnen Franeker. 13 April 1594.
IV, 858.
--Resolutie der Staten van Friesland, dat alle geschillen en
zaken, op de Akademie te Franeker voorvallende, staan zullen ter
judicature van de Gedeputeerden. 6 Maart 1596. IV, 896.
--Request aan de Staten, door den Professor Alardus Auletius
als Rector Magnificus gepresenteerd, verzoekende voorziening
tegen de beroerten op 's Lands Universiteit voorgevallen. 22 October
1596. IV, 943.
--Extract-Resolutie van de Gedeputeerde Staten van Friesland,
behelzende eene ampliatie van Commissie voor Gecommitteerden, in
de geschillen, tusschen Leeuwarden en Franeker, aangaande hun Veer,
gerezen. 4 April 1604. IV, 1280.
--Missive van de Gedeputeerde Staten van Friesland aan
den Magistraat van Leeuwarden, tot bovenstaande Resolutie betrekkelijk.
5 April 1604. IV, 1280.
--Aanschrijving van de Gedeputeerde Staten van Friesland
aan den Magistraat van Leeuwarden, om tegen den 11 dezer Volmagten te
zenden voor de benoemde Commissarissen, om het verschil, tusschen die
van Leeuwarden en Franeker, betrekkelijk het Veer, uit den weg te
ruimen. 8 Mei 1604. IV, 1282.
--Commissie op vier Heeren, om zich op den toestand der
Universiteit en het gedrag der Professoren en Alumnen te
Franeker, mitsgaders op de bekwaamheid en toelating van jonge
Predikanten te informeren; zullende de Commissarissen genieten eene
gage van honderd vijftig Caroli-gulden voor onkosten, en vijftig gulden
tot aankoop van boeken voor prijzen. 25 Februarij 1604. V, 108.
--Order van Raadsbestelling binnen Franeker. 18 December 1615. V, 216.
--Commissie der Gedeputeerde Staten op B. van Burmania
en M. van Idzarda, Grietslieden van Hennaarderadeel en
West-Stellingwerf, alsmede op R. Ulenburch en J. van den Sande, beide
Raden in den Hove Provinciaal, om zich te begeven binnen Franeker, en
aldaar de nieuwe Magistraatspersonen te introduceren en beëedigen. 18
December 1615. V, 218.
--Verklaring van den Magistraat van
Franeker, bij
het overgeven van het Certificaat van den 30 September 1586, wegens de
Vrijdommen en Immuniteiten der Professoren en Studenten van alle
Stadslasten. 24 Februarij 1620. V, 256.
--Order door de Heeren Gedeputeerden beraamd op de
Promotiën aan 's Lands Universiteit te Franeker. 28 Februarij 1626. V,
297.
--Reglement van Raadsbestelling der Stad Franeker. 21
December 1657. V, 595.
--Resolutie, waarbij aan Frieslands Universiteit den rang
boven het Friesch-Nassausche Krijgsgeregt toegestaan wordt. 18 Maart
1697. VI, 273.
--Zie Accljs. Bozumerzljl. Demolitie. Dijken. Drackstorff.
Fritzma (Yvo). Gedeputeerden. Getserdazijl.
Goudsmeden.
Harlingen. Houtwaren. Kruisbroeders. Landsdag No. 48, 54, 55, 62. Leen.
Leeuwarden. Persona. Privilegiën. Regt. Sijnode. Slatten. Steden.
Sternzee. Vaart. Verbond. Vrede. Zoen.
Franeker (Meinert van). Zie Voorrede, II, 73.
Franekeradeel. Zie Franeker. Getserdazijl.
Menaldumadeel. Regt. Zijl.
Franekerdiep. Die van Berlikum, Menaldum, Wier
en
Slappeterp, zich bezwaard vindende over het maken van het Franekerdiep,
worden door den Stadhouder geordonneerd, uit ieder der vier dorpen twee
mannen te kiezen, om benevens den Grietman een overslag te maken, wat
op de gulden Rente of anders zal gelegd worden. 14 Februarij 1508. II,
259.
Franequerensis
(Meinardus). Zie Voorrede, II, 73.
Frankrijk.
Franschen.
--Plakkaat, dat ter oorzake van de vijandelijkheden en
oorlogsverklaring van Frankrijk, niemand derwaarts zal mogen trekken,
koopmanschappen zenden of eenigzins met de Franschen handelen; en dat
alle landen, effecten, contanten en competentiën der Franschen in deze
Landen, worden gehouden voor verbeurd. 21 September 1551. III, 279.
--Plakkaat dat niemand eenige goederen
zal mogen uitvoeren naar Landen van gealliëerde of neutrale Vorsten, om
van daar verder vervoerd te worden naar Frankrijk, en van gelijke geene
goederen uit Frankrijk, gekomen uit zoodanige Landen, wederom in te
brengen. 9 October 1551. III, 280.
--Plakkaat dat alle Franschen, zich in
de Landen van herwaarts over onthoudende zonder woninge, daaruit moeten
vertrekken binnen acht dagen; die sedert een jaar herwaarts daar zijn
komen wonen, binnen ééne maand; en die langer
dan een jaar daar hebben gewoond, hunnen naam, toenaam, geboorteplaats
en hanteringe den Officier van de plaats hunner rea dentie moeten
aangeven. 16 October 1551. III, 283.
--Plakkaat, dat men met de
Franschen
niet handelen, noch hun eenige betaling doen zal, ter oorzake der
vernietiging en ophef van het vijfjarig Bestand. 27 Maart 1556.
III, 398.
--Zie Anabaptisten. Dankdag. Koopmanschappen. Processiën. Tractaten.
Vlugtelingen (Fransche). Vrede. Wapenstilstand.
--Koning van. Aanschrijving der Gedeputeerde Staten aan den
Magistraat van Leeuwarden, om twee Volmagten te zenden ten
Landsdage, op den 13 dezer beraamd, om te resolveren op de aanneming
van den Koning van Frankrijk tot Heer en Prins over deze Landen. 7
October 1584. IV, 509.
--Procuratie van den Magistraat van Leeuwarden op Adje Lamberts, Peter
Peterszoon en Laurens de
Veen, om te resolveren op de onderhandeling met den Koning van
Frankrijk tot Heer en Prins dezer Landen, op den aanstaanden Landsdag
binnen Franeker den 13 dezer beraamd, 12 October 1584. IV, 510.
--Aanteekening van de Resolutie der Steden nopens de aanneming
des Konings van Frankrijk tot hunnen Heer, en van den last van twee
Gecommitteerden, om zulks bij Zijne Majesteit zelf te perfecteren. ..
October 1584. IV, 510.
--Aanschrijving van den Stadhouder
en Gedeputeerden aan den Magistraat der Stad Leeuwarden, om hunne
vorige Volmagten, nopens de acceptatie des Konings van Frankrijk, op
nieuw over te zenden tegen den 5 December, om alsdan te delibereren
over eenige zwarigheden, daarin voorgekomen. 29 November 1584. IV, 517.
--Nadere procuratie van den Magistraat van Leeuwarden
op Adje Lamberts, Peter Peterz. en Laurens de
Veen, om te resolveren op de onderhandeling met den Koning van
Frankrijk tot Heer en Prins dezer Landen. 4 December 1584. IV, 518.
--Zwarigheden door Wyttie van Camminga, van wege
de Heeren Feytsma en Aysma, Legaten van Friesland aan
Zijne Majesteit den Koning van Frankrijk, den Staten van Friesland
voorgehouden, waarin dezelve Legaten (hoewel door Braband, Vlaanderen,
Gelderland, Holland, Zeeland en Mechelen, in de heimelijke instructie
ingewilligd) nogtans, zonder nader advijs,
niet hebben kunnen accorderen. 6 December 1584.
IV, 518.
--Consent in het contingent van de adsistentie
aan den Koning van Frankrijk; item 50,000 gulden tot de Legatiën van
Engeland en Denemarken, en nog 20,000 gulden tot een Bruidschat voor de
Hooggeboren Fraulein Catharina Belgia, bij Oostergoo en Westergoo
genomen. 30 October 1596.
IV, 947.
--Notificatie, dat diegenen, welke meenen eenige schade geleden
te hebben van den Koning van Frankrijk, door
het nemen van schepen of goederen vóór de oorlogsverklaring, verzocht
worden, dezelve met de daartoe dienende bewijzen op te geven, om
zooveel doenlijk de geledene schade vergoed te krijgen. 24 Mei 1697.
VI, 277.
--Zie Dank- en Bededag. Dienst
Vreemde. Landsdag No. 9, 11. Spions. Vrede.
Wapenstilstand.
Frans I. Zie Vrede. Wapenstilstand.
Fransche Gemeente. Zie
Leeuwarden.
--Kerk. Zie Leeuwarden.
--Predikanten. Zie Leeuwarden. Predikanten.
--Vlugtelingen. Resolutie, waarbij vastgesteld
wordt,
dat alle vreemde Familiën van de Hervormde Godsdienst, die zich binnen
deze Provincie ter woon komen nederzetten, alle vrijheden, voorregten
en geregtigheden zullen genieten als andere ingezetenen. 7 Mei 1681. V,
1193.
--Publicatie, waarbij volgens Staatsbesluit
alle Gereformeerde Familiën, welke uit andere Landen hebben moeten
vertrekken, voor den tijd van twaalf jaren, vrij van alle
extraordinaire lasten verklaard, en met meer andere voorregten
begunstigd worden. 16 October 1681. V, 1197.
--Resolutie, waarbij eenige landerijen en
voorregten aan Fransche Vlugtelingen gegeven worden. 4 Augustus 1683.
V, 1214.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerde Staten,
betrekkelijk het doen eener Collecte ten behoeve van de Fransche
Vlugtelingen, en het Reglement en de order dienaangaande vastgesteld. 9
Januarij 1686. V, 1248.
--Resolutie, houdende consent tot eene
generale Collecte voor de Gereformeerde Vlugtelingen uit Frankrijk,
Piemont en de Paltz. 26 November 1698. VI, 304.
--Waren. Missive aan de Heeren Staten-Generaal der
Vereenigde Nederlanden, behelzende een omstandig antwoord op
de Missive van hunne Hoog Mogenden, betrekkelijk het verbod van den
invoer der Fransche Waren, Manufacturen en Gewassen. 25 April 1691. VI,
179.
Franschen. Zie Frankrijk.
Fraude. Resolutie, dat alle quaestiën, in
maniere van
Fraude, zoowel voor Heeren Gedeputeerden als voor de Nederregters, bij
pleidooi en de plano afgedaan zullen worden. 13 Maart
1613. V, 189.
--Zie Accijs. Granen. Konvooigelden. Licenten. Sluikerijen.
Frederico (Don). Zie Processiën.
Frederik (Keizer). Epistola Frederici, qui se
pro Imperatore
gerit, ad Episcopum Trajectensem, ut Comitem Hollandiae admoneat, ut a
molestanda Fresonica gente desistat.
De opgeworpen Keizer Frederik, vermaant den Bisschop van
Utrecht, om den Graaf van Holland te wederhouden van de Friezen te
kwellen, of dat die voor hem te Nuits zijn regt zonden komen aantoonen.
(Vertaling). Omtrent het jaar 1288. I, 122.
--Zie Friesland. Oost-Friesland.
--II (Keizer). Zie Kruistogten.
--III (Keizer). Zie Groningen. Privilegiën.
--Bisschop van Utrecht. Zie Vrede.
van Blankenheim. Zie Vrede.
--Hendrik (Prins). Zie Willem I (Prins).
Freerksz. (Dirk). Aan Dirk Freerksz. van
Wartena, wegens
zijne geledene schade, de goederen van Popke Ruirdsz. te Grouw
toegestaan. 22 December 1516. II, 341.
--(Wymer). Zie Gerkesklooster.
Friesch Garnizoen. Zie Coevorden.
--Graafschap van Oostergoo en Westergoo. Zie Friesland.
--Regiment. Zie Soldaten.
Friesland. Henrici III (IV) Imperatoris
traditio Comitatus Oostergouwe et Westergouwe.
Keizer Hendrik III (IV) geeft het Friesche Graafschap van
Oostergoo en Westergoo, 't welk hij den Markgraaf Egbert, wegens zijne
wederspannigheid ontnomen had, aan de Kerk van Utrecht. 7 Februarij
1086. I, 67
--Diploma Henrici IV, quo Caesar seriem rei gestae et causas
plenius refert, cur terras, Saxoni ademptas, in Episcopum et Ecclesiam
Trajectensem referat. 1 Februarij 1089. I, 68.
Keizer Hendrik III ontneemt den wederspannigen Graaf Egbert
Oostergoo en Westergoo en geeft het andermaal aan de Utrechtsche Kerk,
en de redenen waarom. (Vertaling.) I, 69.
--Godebaldus ab Henrico V Imperatore confirmari curavit donum
Comitatus Frisiae,- Ecclesiae D. Martini olim datum.
--Keizer Hendrik V vernieuwt en bevestigt de
bezitting van
het Graafschap van Friesland, aan de Kerk van Utrecht gedaan. Tusschen
1112 en 1116. I, 71.
--Restitutio Comitatuum Oostergouwe et Westergouwe. 9
April 1138. I, 73.
Keizer Coenraad III geeft het Graafschap
Oostergoo en Westergoo,
hetwelk Keizer Lotharius aan Holland gevoegd had, weder aan de Kerk van
Utrecht. (Vertaling). I, 74.
--Concessio Conradi Kegis de Oostergou et Westergou ad
Ecclesiam Trajectensem.
Keizer Coenraad III bevestigt het Friesche
Graafschap van
Oostergoo en Westergoo, hetwelk door Keizer Lotharius aan het
Graafschap van Holland gegeven was, aan de Kerk van Utrecht 18 October
1145. I, 75.
--Concordia inter Episcopum Trajectensum et Comitem Hollandiae,
super parte Orientalis Frisiae. ..... 1166. I, 78.
Keizer Frederik regelt het gebied over Oost-Friesland, tusschen
den Bisschop van Utrecht en den Graaf van Holland. (Vertaling.) I, 79.
--Reconciliatio inter Theodoricum Episcopum Trajectensem
et Florentium Comitem Hollandiae.
Het verschil over het Graafschap Friesland,
en het stoppen van
den Dam bij Zwadenburg, eertijds tusschen Diederik, Bisschop van
Utrecht, en Willem, Graaf van Holland, gerezen, in tegenwoordigheid van
Koenraad, Kardinaal Legaat enz. verzoend (bijgelegd) zijnde, werd
thans ook het verschil over het leggen van zeven Sluizen, tusschen Otto
den tweeden, Bisschop van Utrecht, en Floris, Graaf van Holland, ten
overstaan van vele Geestelijken en Edelen, op zeker beding bijgelegd.
26 Januarij 1225. I, 88.
--Exemplar litterarum, quibus Rudolphus Imperator com
misit Reynaldo, Comiti Geldriae, Frisiam Orientalem.
Giftbrief of Schenking gedaan door Keizer Rudolph aan Reynoud,
Graaf van Gelder, van al dat gedeelte van Friesland, 't welk onder het
Keizerrijk behoorde, behalve dat deel, 't geen onder den Graaf van
Holland was. 29 Julij 1290. I, 123.
--Albertus, Romanorum Rex, confirmat litteras Regis Romanorum
Rudolphi, patris sui.
De Roomsch Koning Albert bevestigt den Brief zijns Vaders, Keizer
Rudolph, door welke aan Reynoud, Graaf van Gelder, al
het Land van Oost-Friesland, en al het overige Friesland, dat onder het
Keizerrijk behoorde, behalve het deel, onder den Graaf van Holland
behoorende, gegeven wordt. 25 April 1299. I, 131.
--De Graaf
belooft aan die van den Lande van Rijnland en van Woerden, dat het hun
tot geen nadeelig gevolg zal strekken, twee penningen van den morgen,
uithoofde van den nood in Friesland, betaald te hebben. 31 Januarij
1334. I, 191.
--De Graaf, twee penningen van den morgen van de
Welgeboren Lieden in Delfland, wegens den nood in Friesland, ontvangen
hebbende, belooft, dat hun zulks tot geen nadeelig gevolg zal strekken.
31 Januarij 1334. I, 192.
--Graaf Willem belooft aan de Welgeboren Lieden van Kennemerland,
dat het hun tot geen nadeelig gevolg zal wezen, twee
penningen van den morgen op zijn verzoek, wegens den nood in Friesland,
betaald te hebben. 1 Februarij 1334. I, 192.
--Ludovicus Imperator pignorat Oostfrisiam Eeinaldo, Duci
Gelriae, Comiti Zutphaniae, quadraginta millibus marcarum argenti etc
Keizer Lodewijk verpandt aan Reynoud, Hertog van
Gelder, voor
veertig duizend mark Zilvers geheel Friesland, toen Oost-Friesland
geheeten, behalve dat deel, hetwelk de Graaf van Henegouwen en van
Holland toebehoorde. 21 Maart 1339. I, 197.
--Promissum Ludovici, Romani, Marchionis Brandenburgici,
Wilhelmo, Bavariae Duci, Comiti Hannoniae,
Hollandiae, etc fratri suo de terris Hannoniae, Hollandiae, Zeelandiae
et Frisiae datum.
Beloften van Lodewijk, Markgraaf van Brandenburg, aan zijnen
Broeder Willem, Hertog van Beijeren, Graaf van Henegouwen, van Holland
enz., om het verdrag omtrent de Landen van Henegouwen, van Holland, van
Zeeland en van Friesland te onderhouden. (Vertaling.) 27 Januarij 1357.
I, 214.
--Vrouw Machteld, Gravin van Holland enz., vermaant die
van Holland en van Friesland tot gehoorzaamheid, en gebiedt dat niemand
regt doe of de hand sla aan eenige inkomsten dan van wege haren Gemaal.
5 Junij 1357. I, 215.
--Verdrag van den Hertog Johan van Braband, en op
den naam zijner Echtgenoote Vrouwe Jacoba van Beijeren, met Hertog Jan
van Beijeren aangegaan, bij hetwelk de Landen van Holland, Zeeland en
Friesland voor den tijd van twaalf jaren verzet (verpand) worden met
alles 't geen er toe behoort, voor de som van 84,400 Nobels en 90,000
Fransche Kroonen. 21 April 1420. I, 413.
--Hertog Jan van Beijeren
schrijft aan Floris van Alkemade
over het gedrag van Ocko ten Broeke en den toestand der zaken in
Friesland. 19 April 1421. I, 432.
--Jaartax en Renten van Stad tot Stad en Dorp tot Dorp, zoo als
die ten dezen tijde over het geheele Land van Friesland gezet was 1510.
L. B. 13. II, 271.
--Commissie voor Graaf Floris van Egmond, om als Stadhouder en
Kapitein-Generaal, van wege Karel, Prins van Spanje, de Landen van
Friesland te regeren, op het verdrag met de Gemagtigden des Vorsten van
Saksen gemaakt, en om van voorsz. Gemagtigden hetzelve Land te
ontvangen, zoodanig als die Vorst hetzelve tot dien tijd had bezeten.
22 Mei 1514. II, 299.
--Acte van Volmagt, door Georg van Saksen, verleend
aan Rudolph Schenck cum soc., om de Landen van Friesland over te dragen
aan den Prins Karel van Spanje, met approbatie van het Verdrag daarop
gemaakt. 22 April 1515. II, 302.
--Georgius Dux Saxoniae cedit jus suum in Frisia Carolo,
Principi Hispaniae etc., ea lege, ut sibi solveret
100,000 Florenos aureos, salvisque conditionibus vice versa contractis.
19 Mei 1515.
II, 302.
--Afstand van Georg, Hertog van Saksen, van zijn regt op
Friesland, aan Karel, Prins van Spanje enz., mits hem, benevens andere
voorwaarden, betalende 100,000 Goudguldens. (Vertaling.) II, 305.
--Ordre du Prince Charles a ses Tresoriers, de payer au
Duc de Saxe selon les termes convenus, la somme stipulée, pour 1'achat
de la Frise.
Bevel van Prins Karel aan zijne Rentemeesters, om te
betalen aan
den Hertog van Saksen, volgens den gestelden tijd, de bepaalde som voor
den inkoop van Friesland. 22 Mei 1515. II, 308.
--Bestand,
gemaakt tusschen Karel, Prins van Spanje en
den Vorst van Gelder, aangaande de Landen van Friesland. 8 Junij 1515.
L. B. 87. II, 310.
--Apocha, qua Comissarii Ducis Saxoniae confitentur, se
a Joh. Micault, Consiliario et Receptore Generali Principis Caroli
Hispaniae, recepisse summam 56,000 librarum in diminutionem summae,
quam Carolus Princeps Saxoniae Duci concessit in solutionem cessionis
Frisiae.
Quitantie, door de Gelastigden des Hertogs van Saksen gegeven
aan den Heer Joh. Micault, Raad en Ontvanger-Generaal van Prins Karel
van Spanje, wegens de ontvangene 56,000 pond in vermindering der som,
welke Prins Karel van Saksen beloofd had te betalen. .. Junij 1515. II,
312.
--Commissariorum Saxoniae Ducis apocha, qua 20,000 ulnarum
pannorum laneorum quantitatem, pacto de transferenda Fna stipulatum, a
Joh. Micault, nomine Caroli Principis Hispanuram ipsis esse
traditam, profitentur.
--Verklaring der Gelastigden des Hertogs Georg van Saksen, dat de
20,000 el wollen laken, bij het tractaat van overdragt van Friesland
bedongen, hun, uit naam van Prins Karel van Spanje, door den Heer Joh.
Micault zijn overhandigd. .. Junij 1515
II, 313.
--Ordre de Charles, Prince d'Espagne,
de payer en
recompense aux Commissaires du Duc de Saxe, dans 1'affaire réachat de
Frise 4000 livres.
Bevel van Karel, Prins van Spanje, om aan de Gelastigden
Hertogen van Saksen, wegens den herkoop van Friesland, tot 1 looning te
betalen 4000 pond. 28 Augustus 1515. II, 31
--Declaratio Ducis Saxoniae Commissariorum, Johannem
Micault ipsis solvisse, nomine Principis Caroli, summam 14,000 librarum,
secundum pactum conventum de Frisia transferenda.
De Gelastigden des Hertogs van Saksen verklaren, dat de Heer Joh.
Micault hun uit naam van Prins Karel, ingevolge het verdrag van
overdragt van Friesland, betaald heeft de som van 14,000 pond. 29
Augustus 1515. II, 323.
--Deputati Ducis Georgii Saxoniae confitentur a Joh. Micault, nomine
Caroli Principis Hispaniarum, accepisse summam 2000 Librarum.
De Afgezanten des Hertogs Georg van Saksen verklaren aan den Heer
Micault, uit naam van Prins Karel van Spanje, ontvangen te hebben de
som van 2000 pond. 29 Augustus 1515.
II, 324.
--Liste des Lettres remises par les Ambassadeurs
Duc de Saxe, aux Deputés du Prince d'Espagne.
Lijst der Brieven, welke de Afgezanten des Hertogen van Saksen,
aan die van den Prins van Spanje hebben ter hand gesteld. 30 Augustus
1515. II, 325.
--Apocha Rudolphi Schenck, data Consiliario et Receptori
Principis Hispaniae, Johanni Micault, ob acceptam pecuniam, sibi ab eo
Principe ordinatam et concessam.
Quitantie of Kwijtbrief van Rudolph Schenck, gegeven aan
de Raad en Rentemeester des Prinsen van Spanje Joh. Micault, nopens de
betaling van de aan hem toegelegde penningen. 31 Augustus 1515. II, 326.
--Quitance comme ci-devant touchant le même sujet du Clerc du Sr. Micault.
Kwijtbrief als voren, aangaande hetzelfde onderwerp, van den Klerk
van Micault. 12 September 1515. II, 327.
--Apocha Ducis Saxoniae altera de emtione Frisiae.
Een andere Kwijtbrief des Hertogen van Saksen, wegens den koop
van Friesland. 14 October 1515. II, 328.
--Acte van Karel, Prins van
Spanje, aangaande de betaling der bepaalde en toegezegde penningen
wegens den inkoop van Friesland. .. Mei 1517. II, 350.
--Apocha Georgii Ducis Saxoniae.
Quitantie of Kwijtbrief van den Hertog van Saksen.
20 Mei 1517. II, 351.
--Ordonnance de Charles, concernant le payement pour
l'achat de la Frise.
Bevel van Karel, betreffende de betaling, omtrent den inkoop
van Friesland. 3 Junij 1517. II, 352.
--Ordonnance de Charles, Roi de Castille, de payer à
Thomas Gramaye, Mr. Général de Monoyes de ce Prince, la somme de
1822 livres, 16 sous, pour les frais qu'il avoit fait au sujet de la
remise des sommes, dues pour l'achat du Pays de Frise.
Ordonnantie of Bevel van Karel, Koning van Castilië, om
te
betalen aan Thomas Gramaye, Muntmeester-Generaal van dien Vorst, de som
van 1822 pond, 16 stuivers, wegens gedane onkosten tot het overmaken
van penningen, verschuldigd wegens den koop van Friesland. 3
Junij 1517. II, 353.
--Quitance de Thomas Gramaye.
Kwijtbrief van Thomas Gramaye. 4 Junij 1517.
II, 354.
--Ordonnance de Charles, Roi de Castille, de payer au Duc
de Saxe la somme do 14,146 livres, 8 sols, 6 deniers, pour la paye de
celle de 10,000 florins d'or, qui lui étoit due, pour l'achat de la
Frise, et ce outre et par dessus les autres payemens ïi lui faits et h,
charge de rendre 1'obligation, qu'il en avoit.
Ordonnantie van Karel, Koning van Castilië, om te
betalen aan
den Hertog van Saksen, de somma van 14,146 pond, 8 stuivers, 6
penningen, voor de volle betaling van die van 10,000 Goudguldens, die
hem toekwamen, wegens den inkoop van Friesland, en dat buiten en boven
de andere betalingen aan hem gedaan, blijvende ten zijnen laste de
overgave van de schriftelijke verbindtenis. 12 April 1518.
II, 365.
--Ordonnance de Charles, Roi de Castille, de payer à
Bernard Sterker, facteur des Fonkers, demeurant en la ville
d'Anvers, la somme de 38,000 florins, pour plusieurs payemens et
avances par lui fait pour l'achat de la Seigneurie de Frise, le pays de
Gueldre et autres affaires particulières.
Ordonnantie van Karel, Koning van Castilië, om te
betalen aan
Bernard Sterker, handeldrijver der Fonkers, wonende in de Stad
Antwerpen, de som van 38,000 gulden, wegens verscheidene betalingen en
uitschotten door hem gedaan, voor den koop van de Heerlijkheid
Friesland, van Gelderland en andere bijzondere zaken. 12
April 1518. II, 366.
--Lastbrief van den Hertog Georg van
Saksen voor
Thomas Gramaye, om uit zijnen naam te verrekenen en te ontvangen
zoodanige gelden, als hem nog competeren, wegens de overdragt van
Friesland. 14 April 1518. II, 368.
--Ordonnance de Charles, Roi de Castille, de payer au
Duc de Saxe, ou a son Procureur, pour lui, cette somme, qui pourroit
lui être due pour le reste du prix de l'achat de Frise.
Ordonnantie van Karel, Koning van Castilië, om te
betalen aan
den Hertog van Saksen, of aan zijn Gelastigde, voor hem, zoodanige som
als er wegens den koop van Friesland nog mogt verschuldigd zijn.
7 Junij 1518. II, 369.
--Quitance de 13,670 livres, 6 sols et 6 deniers.
Kwijtbrief van 13,670 pond, 6 stuivers en 6 penningen. 1 Julij 1518.
II, 370.
--Obligatie van Prins Karel van Spanje, ten voordeele
van Hertog Georg van Saksen, ter som van dertig duizend Goudguldens ,
met de quitantie daarop, ten blijke dat dezelve betaald en vernietigd
is. 1 Julij 1518. II, 370.
--Lettres de Constitution de la somme de 113,000 livres
en capital et de 7062 livres, 10 sols, faite par Charles, Roi de
Castille, au profit de ceux de la Ville d'Anvers, a cause de pareille
somme, qu'ils avoient avancée pour l'achat du pays de Frise et autres
affaires particulières.
Keur- of Constitutiebrief van de som van 113,000 pond in
kapitaal en van 7062 pond, 10 stuivers, gegeven door Karel, Koning van
Castilië, ten behoeve van de Stad Antwerpen, welke eene gelijke som had
uitgeschoten ter gelegenheid van den koop der Landen van Friesland, en
voor andere bijzonderheden. 13 Junij 1519.
II, 380.
--Quitance de la somme de 38,000 florins, mentionneé dans
l'ordonnance du Roi le 12 Avril 1518.
Kwijtbrief wegens de som van 38,000 gulden, gemeld in de Ordonnantie
des Konings van den 12 April 1518. 28 Julij 1519.
II, 383.
--Lastbrief van Jacob Loes, om met de Hertogin Margareta van
Oostenrijk of hare Raden, uit naam des Hertogs Georg van Saksen, te
vereffenen en te ontvangen de resterende onbetaalde gelden, wegens de
overdragt van Friesland, hem nog verschuldigd. 1519. ...... II, 384.
--Quitance de Jacques Loes.
Kwijtbrief van Jacob Loes. 31 Julij 1519. II, 385.
--Artikelen en bezwaarnissen van onderscheiden aard der
Prelaten, Geestelijkheid, Steden en de Gemeene Landen
van Friesland. 20 September 1522. L. B. 130. II, 433.
--Schikkingen, gemaakt tusschen des Keizers Raden en de
Staten van Friesland, ter bescherming van elkanderen
tegen de Gelderschen. 11 Mei 1523. II, 447.
--Tractaat of Conventie tusschen zijne Keizerlijke Majesteit
Karel V en den Lande van Friesland, waarbij de Keizer zich aan den
eenen kant verbindt:
--1. Friesland niet te verkoopen, ofte anders te aliëneren.
--2. Dat niemand meer dan eene officie zal mogen bedienen, uitgenomen
de Drossaarden, die te gelijk Grietman zullen mogen zijn.
--3. Dat niemand twee Beneficiën zal mogen hebben, en elk op zijne
Beneficie zal moeten resideren.
--4. Dat de Keizerlijke regten in Friesland gebruikt zullen worden.
--5. Dat geene appellation in civiele zaken buiten Friesland
geadmitteerd zullen worden.
--6. Het Land in rust en vrede te houden en voor alle geweld te
beschermen.
--7. Dat niemand voor de misdaad van een ander aansprakelijk of
strafbaar zal zijn.
--8. Dat niemand wegens crimineele zaken buiten Lands vervoerd zal
mogen worden, maar hier te regt gesteld blijven.
--9. Dat de Friezen geen hooger Tol zullen betalen dan de Hollanders.
--10. Friesland bij zijne Vrijheden te onderhouden.
--11. Dat de Landen naar ouder gewoonte den wind en stroom zullen mogen
gebruiken.
--12. De Landen boven de inkomsten, ten behoeve van Zijne
Keizerlijke Majesteit geaccordeerd, niet te bezwaren met nieuwe
impositiën, of andere reëele en personeele lasten.
--13. Dat de Landen bij hunne verkregen Privilegiën onverminderd
zullen blijven en het effect genieten van het Contract in den jare 1515
gemaakt.
--14. Den Stadhouder te verbinden, deze Artikelen te onderhonden, en
stiptelijk te doen onderhonden.
--En waarbij de Landen aan den.anderen kant zich verbinden: Zijne
Keizerlijke Majesteit geaccordeerd en geconsenteerd te hebben, boven
den gewoonlijken Jaartaux en ordinaris Domeinen, den accijs op Bier,
Wijn en Lakens, zoodanig als die aan den Vorst van Saksen, bij het
afscheiden van deze Landen, betaald is geweest. 20 December 1524. L. B.
150. II, 484.
--Antwoord, gegeven door de Hertogin
van Parma, op
het verschil tusschen de Landen van Friesland en Willem Lindanus,
aangaande derzelver Geestelijke Jurisdictie. 3 April 1559.
III, 454.
--Artikelen, door den Stadhouder Grave van Aremberg
geconcipieerd, dienende tot rust van de Landen en Steden van Friesland.
15 Januarij 1567. III, 694.
--Missive der Heeren Gedeputeerde Staten, aan de Gecommitteerden in
den Raad van State, behelzende een advertissement van den toestand der
zaken in Friesland, als van het bemagtigen van het Klooster Nes, en de
gelukkige bewaring van het Klooster Aalsum, en wijdere kennisgeving van
hunne twist en onlust met den Luitenant-Gouverneur Merode, over het
bestier der Zaken van Oorlog en aanstelling van hooge
Krijgs-Officieren. 6 Januarij 1581.
IV, 228.
--Accoord der Staten van Friesland met de Stad Hasselt,
waarbij dezelve aannemen gemelde Stad, op zekere voorwaarden, in hunne
protectie te zullen houden. 12 Januarij 1590. IV, 751.
--Besogne, door de Volmagten van Friesland met de Gezanten der Stad
Hasselt gehouden. 14 Augustus 1593. IV, 842
--Zie Accijs. Albert van Beijeren. Albert van Saksen.
Artillerij. Bannissement. Breydel (W. v.).
Contingent.
Contributie. Delfzijl. Dijken. Doleantiën. Edelen en Heerschappen.
Edellieden. Eed. Engeland (Koninginne van). Floreen. Gecommitteerden.
Gedeputeerden. Geestelijkheid. Georg van Lalaing. Georg van Saksen.
Goederen. Granen. Impositiën. Insinuatie. Inundatie. Kapitein. Kerk.
Kolonel. Krijgsbezettingen. Krijgsvolk. Landsdag. Landsordonnantie.
Leen. Leger. Margareta van Oostenrijk. Maria van Hongarijen.
Negotiatie. Nering. Onlusten. Oost-Friesland. Pacificatie. Pandinge.
Penningen. Petitie. Pluim. graafschap. Privilegiën. Propijn. Regering.
Regt. Renteincesters. Repartitie. Revijsen. Schatting. Schuitediep.
Schuldwt. Soldaten. Stadhouders. Staten. Steden. Subsidie. Tol.
Troebelen. Unie. Utrecht. Vaarten. Verbond. Verdediging- Verschillen.
Verschot. Vervreemding. Vijanden. Volmagten. Voorzitting. Vrede.
Vrijgeleide. Waag. Willebrordus. Willem I. Willem Lodewijk.
Zeevarenden. Zwanen.
Friezen. Oudheid en beroemdheid der Friezen. Zie
Voorrede, I, 23, 25.
--Wetten, Gewoonten en Herkomsten der Friezen. Zie Voorrede, I, 31, 36.
--Littera a Florentio, Comite Hollandiae, nunciatoria de Frisonibus,
quatuor praeliis superatis, et de corporo Patris sui, ab
inimicis recuperato.
Graaf Floris schrijft aan den Koning van Engeland, de
Friezen in vier strijden overwonnen, en het ligchaam zijns Vaders weder
gekregen te hebben 1282. I, 121.
--Guido Episcopus Trajectensis excommunicat Frisones re
belles in Stellingwerf et Scoterwerf. 4 Mei 1310. I, 137.
Guido, Bisschop van Utrecht, dreigt de Friezen van
Schoterland
en Stellingwerf, die tegen hem en zijnen Broeder, den Graaf van
Holland, opgestaan waren en groote vijandelijkheden gepleegd hadden,
met den kerkelijken ban. (Vertaling.) I, 138.
--Reconciliatio Communitatis de Westergoo cum Gulielmo,
Comite Hollandiae.
Verzoening en onderwerping der Friezen van Westergoo met
en aan Willem, Graaf van Holland. 4 Julij 1310. I, 149.
--De Graaf geeft eenige personen vrijheid, om de Friezen,
zijne vijanden, te beschadigen, zonder iemand dood te slaan. 21
December 1327. I, 180.
--Ludovicus, Romanorum Imperator, mandat Frisonibus
Astrigenis et Westrigenis, ut Comitem Hollandiae ligitimum agnoscant
Dominum.
Keizer Lodewijk gebiedt de Friezen van Oostergoo en
Westergoo,
den Graaf van Holland, Willem, voor hunnen regten Heer te ontvangen.
14 Junij 1330. I, 185.
--Graaf Willem veroorlooft de Oost-Friezen, die met hem
bevredigd zijn, om in zijne Landen veilig te mogen handelen. 16
December 1351. I, 208.
--Vermaningsbrief van den Koning van Spanje aan de Friezen,
houdende de Geldersche Partij. 26 April 1516. L. B. 93.
II, 333.
--Reversaalbrief, waarbij de Ingezetenen van Friesland aan
Keizer Karel door hunne Volmagten beloven goed en
getrouw te
zullen blijven, gelijk goede en getrouwe onderzaten schuldig zijn te
doen. 6 Julij 1545. III, 65.
--Zie Albert van Beijeren. Ameland.
Dagvaard. Dokkum.
Eed. Floris, Graaf van Egmond. Groningers. Holland. Karel V.
Leeuwarden. Margareta van Oostenrijk. Oorlog. Philip van Oostenrijk.
Privilegiën. Rente. Schadeloosstelling. Verbond. Vrede. Vrijgeleide.
Wapenstilstand. Willem III (Graaf).
--Geldersche. Zie Dokkum. Leeuwarden.
Schadeloosstelling.
Fritema (R. van). Aanschrijving aan Reinier
van Fritema,
Grietman van Wonseradeel, om zich in persoon met vijftig gewapende en
dappere mannen op Paaschdag binnen Workum te laten vinden. 19 April
1576. III, 1054.
--Reyner. Zie Vrijgeleide.
Fritzma (Tvo). Aan Yvo Fritzma de Grietenij in
Langewolt en
de Hommerts, met de Dijkgeregten en alle profijten, toegestaan. 29
December 1516. II, 342.
--Executoire Pronuntiatie van twee Commissarissen
van den Hove, tot voldoening van de triomfante Sententie, geobtineerd
door Yvo Fritzma, tegen die van Westergoo, met een overslag wat op
ieder floreen rente moet worden betaald en insinuatie hiervan aan die
van Franeker gedaan. 11 Julij 1537. II, 700.
Frontierplaatsen. Zie Krijgsvolk. Landsdag No.
50.
Frontierschansen. Zie Gecommitteerden.
Frontiersteden. Zie Groningen. Landsdag No.
36.
Froonacker. Accoord tusschen de Grietmannen en
Regters van
Froonacker, Schout en Schepenen van Harderwijk, dat niemand voor eens
anders schulden of misdrijf zoude gemoeid worden. ...... 1323. I, 165.
--Zie Vrijgeleide.
Fyners. Zie Schippers.
G.
Gaarkoming. Zie Franeker.
Gaarlegger. Zie Verbond. Vrede.
Gaarlegging. Zie Vrede.
Gaasterland. Zie Dijken.
Gaetswerderazijl. Zie
Getserdazijl.
Gages. Gagiën. Zie Appointementen. Landsdag No. 31. Officieren. Penning
(Hondersten).
Galama (Y.). Brief van de Steden Leeuwarden, Sneek,
Bolsward, Franeker en Slooten, aan Yge Galazoon Galama, om zijne
knechten af te danken, voortaan vrede te kouden, en te Bolsward in
gijzeling te gaan. .. Augustus 1486. I, 733.
--Brief van Yge Galama aan de Steden Leeuwarden
en Bolsward, in welke hij verklaart, van de oude Baar niet te zullen
afgaan; gevende teffens zijne vrees te kennen, dat hem geen trouwe zal
gehouden worden, terwijl hij in gijzeling is. .. Augustus 1486. I, 733.
--Brief van de Regering der Stad Leeuwarden, tot
antwoord aan Yge, Douwe en Hetman, Galaaszonen, waarin - zij verzekert,
dat zij ook niet zullen afgaan van de oude Baar, noch toelaten, dat aan
Yge geen woord gehouden wierd, maar integendeel hetzelve zoo zouden
beletten, dat hij hen deswege zoude bedanken. .. Augustus 1486. I, 733.
- Brief van Sikke Zyaarda aan den Olderman, Schepens
en Raad van Leeuwarden, wegens de geweldenarijen, door Douwe en
Hetman Galama gepleegd, terwijl Yge Galama, hun Broeder, in gijzeling
was. .. September 1486. I, 734.
--Regt en Raad der Steden Leeuwarden, Sneek, Bolsward,
Franeker en Slooten, vergaderd te Leeuwarden, Yge Galama
en Minne Hillama voor zich ontboden hebbende, om hunne geschillen te
beslechten, verklaren Yge daaraan gehoorzaam te zijn geweest, doch
Minne ongehoorzaam, en daarom vervallen in de boete, daarop gesteld. ..
September 1486. I, 734.
--Brief van de Regering der Stad Leeuwarden,
aan Yge
Galama, waarin zij schrijft, dat zij hem op dit pas niet kunnen helpen;
doch verzekeren hem van hunne goede gunst en toegenegenheid.
.. Maart 1487. I, 740.
--Zie Hillama (M. H.).
--(D. en H.) Zie Galama (Y.).
Galeijen. Zie Landsdag No. 16.
Galilea. Zie Gerkesklooster.
Ganzetrekken. Zie Nieuwjaarszingen.
Garand. Zie Negotiatie.
Garantie. Zie Loo (B. v.). Stavoren.
Garde du Corps. Resolutie, waarbij de Staten
consenteren in
het oprigten van een Garde du Corps te paard voor Zijne Vorstelijke
Doorluchtigheid den Erf-Stadhouder dezer Provincie. 21 Februarij 1685.
V, 1235.
--Resolutie, waarbij aan den Stadhouder opgedragen
wordt de Officieren over de Garde du Corps zelf aan te stellen. 18
April 1685. V, 1242.
Garnizoenen. Missive van den Stadhouder aan de
Gedeputeerde Staten van Friesland, houdende advertentie van het
verleggen der Garnizoenen, door hem gedaan, in verwachting van
hunlieder goedkeuring. 10 October 1592. IV, 796.
--Extract uit zekere missive, door zijne Genade uit
het leger aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Friesland geschreven,
over de gedane schikking der Garnizoenen, op behagen van hunne Edel
Mogenden. 15 October 1595. IV, 884.
--Missive van Graaf Willem
Lodewijk, aan de Gedeputeerde Staten van Friesland, over het leggen van
Garnizoen in de Frontiersteden. 19 October 1599. IV, 1058.
--Zie Coevorden. Krijgsbezettingen. Krijgsvolk. Leeuwarden.
Maandgeld. Stavoren.
Garst. Zie Tarwe.
Gaspar de Robles. Zie Robles (Gaspar de).
Gasten (Vreemde). Zie Knevelaars.
Gasthuis. Huurcontract tusschen de Voogden van
het Gasthuis
te Leeuwarden en Jarich Joukes, cum uxore, van zekere huizinge aldaar.
1 Mei 1457. I, 592.
--Zie Anthonij-Gasthuis (St.). Leeuwarden.
Geappointeerden. Resolutie, waarbij de Heeren
Gedeputeerden
gelast worden, om de Lijsten der Geappointeerden te verbeteren, opdat
niemand op gemelde Lijsten gesteld worde, dan dezulken, welke dadelijk
in de krijgsdienst den Lande gediend hebben. 27 October 1688. VI, 144.
---- Zie Penning (Hondersten).
Gebannenen. Plakkaat, dat niemand de
Gebannenen mag
herbergen of verbergen, onderstand geven of bijstand verleenen; met de
namen der gecondemneerde personen hieraan volgende. 26 Januarij 1569.
III, 762.
--Zie Goederen. Griffiers. Plakkaten. Rebellen.
Gebed. Zie Formulier.
Gebeden. Zie Processiën.
Geboden. Zie Rebellen.
Geboefte. Zie Rebellen. Vagebonden.
Geboorte. Zie Processiën.
Gebreken. Zie Landsdag No. 83.
Gecommitteerden. Afgevaardigden. Rapport,
behelzende eenige
Pointen en Artikelen van algemeen staatkundigen en administratieven
aard, die de Gecommitteerden, van Utrecht herwaarts gekomen, den Staten
hadden voor te dragen. 10 Augustus 1586.
IV, 636.
--Extract uit zekere Missive van aanschrijving aan de
Staten of aan hunne Gedeputeerden, om een nieuwen Gecommitteerde te
zenden in de Vergadering van de Staten-Generaal, in plaats van Wytze
van Camminga, naar Engeland gaande met den Grave van Leycester. 26
November 1586.
IV, 666
--Pointen en Artikelen,
betreffende de Subsidie voor den Koning van Frankrijk en andere
Consenten, de Generale Middelen en de Officieren van do Konvooijen en
Licenten, door de Gecommitteerden uit de Staten-Generaal aan de Staten
van Friesland voorgesteld, met de Resolutiën, door dezelven op ieder
point van dien genomen. 24 Maart 1595.
IV, 868.
--Instructie voor de Afgezondenen
dezer Provincie, om te handelen met de Staten der overheerde
Provinciën. 20 October 1632. V, 351.
Resolutie, waarbij de
Staten verklaren, geene verandering in de Instructie
voor de
Gecommitteerden tot het Tractaat met de overheerde Provinciën te kunnen
maken. 30 November 1632. V, 353.
--Resolutie , betreffende
het zenden van vier Gecommitteerden ter Vergadering der algemeene
Staten en de Admiraliteits-ambten , als te Amsterdam, het
Noorder-kwartier, Rotterdam en Zeeland. 20 Julij 1637. V, 432.
--Commissie en Instructie
voor de Afgevaardigden ter algemeene Vergadering in 's Hage 5
December 1650. V, 530.
--Resolutie, inhoudende
Commissie en Instructie voor de nadere Afgevaardigden
ter algemeene Vergadering in 's Hage. 26 April 1651. V, 532.
--Resolutie, waarbij de Tractementen der Afgevaardigden in de
Generaliteits-Collegiën worden vermeerderd,
doch op eene nieuwe Instructie, zonder welke geene
vermeerdering zal plaats hebben. 13 Maart 1652. V, 549.
--Resolutie, dat de Afgevaardigden in den Raad van State,
wegens deze Provincie, bij het
instellen van den Staat van Oorlog in den Raad tegenwoordig moeten
wezen. 8 September 1660. V, 648.
--Resolutie , dat de Afgevaardigden ter Vergadering
van hunne Hoog Mogenden of den Raad van
State, hetzij dezelve buiten het gebied van dezen Staaf of naar deze
Provincie zelve gezonden worden, niets van deze Provincie in het
bijzonder zullen mogen trekken. 1 November 166L
V, 664.
--Resolutie, om bij de
gewone Afgevaardigden dezer Provincie ter Vergadering van hunne Hoog
Mogenden nog vier buitengewone Leden, met een tractement van 750
gulden 's jaars, te voegen. 21 Februarij 1663. V, 686.
Resolutie, waarbij vier
Heeren Afgevaardigden in plaats van twee tot het
onderzoek der
Frontierschansen, ieder op 600 gulden 's jaars, gecommitteerd worden.
21 Februarij 1663. V, 687.
--Resolutie, waarbij de
buitengewone Afgevaardigden ter algemeene Vergadering met de
gewone
Afgevaardigden in waardigheid, eere, orde en rang worden gelijk
gesteld. 8 April 1664. V, 727.
Resolutie, dat, benevens een Lid uit den Raad
van State, één Gecommitteerde ter
Generaliteit zal worden benoemd, om het onderzoek der Staten van Oorlog
bij te wonen. 29 Maart 1667. V, 758.
Resolutie, behelzende
de Aanstelling en de Instructie voor de Afgevaardigden te Velde,
wegens deze Provincie, benevens de approbatie door den Staat. 17 Junij
1672. V, 826.
--Resolutie,
waarbij
toegestaan wordt, dat de Afgevaardigden in de Oost-Indische Compagnie
uit de bijzondere Provinciën den eed van zuivering mogen doen. 11 Junij
1675. V, 1108.
--Resolutie, betrekkelijk
het verminderen der tractementen van de Heeren Afgevaardigden dezer
Provincie ter Generaliteit. 5 Maart 1698. VI, 286.
--Zie Gedeputeerden. Generaliteit. Ingezetenen.
Landsdag No. 27, 30, 39, 78, 83. Pointen.
Regering. Veldmaarschalk. Verschillen. Vredehandeling.
Gecondemneerden.Zie Vagebonden.
Geconfoedereerden. Protestatie en respective
verklaring der
Geconfoedereerden, van nlets anders gezocht te hebben , of nog te
zoeken, dan de bevordering der eere Gods, en het welvaren zoo van
Zijne Majesteit als van den Lande van Friesland. 31 Januarij 1567. III,
707.
Gedenkschriften. Zie Voorrede, I, 25.
Gedeputeerden. Geloofsbrief voor de
Gedeputeerden der Staten
van Friesland, 's Keizers partij houdende, aan Zijne Majesteit
afgezonden. 18 Junij 1520. II, 402.
--Brief aan Georg Schenck, Keizerlijke Stadhouder
van Friesland, houdende een verzoek, om den Credentiebrief voor de
Friesche Gedeputeerden aan de Vrouwe Gouvernante Margareta van
Oostenrijk, mede te verteekenen en te zegelen. 24 September 1522. L. B.
121. II, 433.
--Kopij van den Credentiebrief aan Mevrouw de
Gouvernante, Margareta van Oostenrijk. 24
September 1522. L. B. 121. II, 433.
--Kopij der Artikelen, den Friesche Gëzanten mede
gegeven, om de approbatie van de Aartshertoginne daarop te verzoeken.
..... 1522. L. B. 122. II, 433.
--Antwoord en Resolutie des Keizers op de voorsz.
artikelen, door de Gedeputeerden van Friesland overhandigd, tot
herstelling van de eendragt in den Lande, en om hetzelve uit de
ellende, waarin het gedompeld is, te redden en te helpen. 14 October
1522. L. B. 123. II, 433.
--Commissie des Keizers op zekere Gedeputeerden
gezonden in Friesland, tot het maken van redres in Policie en Justitie,
en informatiën te nemen van den toestand der zaken aldaar. 19 Junij
1524. L. B. 143. II, 467.
--Commissie der voorsz.
Gedeputeerden,
aan den Lande van Friesland, door de Vrouwe Gouvernante van Oostenrijk
gezonden. 31 Julij 1524. L. B. 144. II, 468.
--Artikelen bij de voorsz. Commissarissen der
Staten van Friesland overgegeven. 31 Julij 1524. L. B. 144.
II, 468.
--Antwoord der Staten van Friesland, op de Artikelen,
door de Commissarissen aan de Vrouwe Regente voorgedragen en
overgegeven. 28 September 1524. L. B. 146. II, 469.
--Handelingen van
den Landsdag in het Minnebroeders Klooster te Leeuwarden,
tot het kiezen van Gedeputeerden, om
middelen te beramen tot wering der strooperijen, door den inval van den
Overste Hansken Halverstad in Friesland veroorzaakt 3 April 1526. L. B.
162. II, 513
--Verschillende artikelen door de Heeren Mrs. Sydts
Tzyarda en Jarich Dekema, als Gedeputeerden der Staten
van
Friesland, aan Mevrouwe de Gouvernante overgegeven, ter gelegenheid van
den inval van een troep vreemde Soldaten, onder den Overste Halverstad
in Friesland, met de gegeven antwoorden van Mevrouw de Gouvernante.
28 Junij 1526. L. B. 162. II, 513.
--Commissie of Procuratie voor zekere
achttien Heeren, om alle Landszaken te behandelen en te tracteren.
15 April 1532. II, 611.
--Commissie voor vier Heeren, uit de vorige achttien
door de Staten van Friesland benoemd, tot behandeling van eenige
Landszaken. 25 April 1532. II, 613.
--Instructie voor de Heeren Gedeputeerden, welke
aan de Koninginne Douariere van Hongarijen, Regente en Gouvernante,
zijn gezonden. 13 en 18 Augustus 1539. II, 760.
--Credentiebrief voor de Heeren Gedeputeerden
voorgemeld. 14 Augustus 1539. II, 761.
--Procuratie voor de Gedeputeerden van Friesland,
om bij de Raden van denzelven Lande af te doen, hetgeen tegen de
beloften en Tractaten door Zijne Keizerlijke Majesteit de Landen van
Friesland aangedaan wordt. 20 Februarij 1540. II, 788.
--Instructie voor Sybrand Roorda, Mr. Zydts Tzyar
da en Aesga van Hoxwier, om als Gedeputeerden van Friesland eenige
Artikelen van Doleantiën aan onze Genadigste Vrouwe de Koninginne te
vertoonen. 11 April 1543. III, 8.
--Artikelen van Doleantiën door Sybrand Roorda,
Mrs. Zydts Tzyarda en Aesga van Hoxwier, als Gedeputeerden van den
Lande van Friesland, aan de Vrouwe Gouvernante
overgegeven; met de daarop gegeven antwoorden. 22 Mei 1543.
III, 17.
--Aanschrijving van de Vrouwe Gouvernante, aan den
President en Luiden van den Rade in Friesland, nopens eenige klagten en
doleantiën, door Sybrand Roorda, Mrs. Zydts Tzyarda en Aesga van
Hoxwier, als Gedeputeerden van de Staten van Friesland, den 22 Mei
overgegeven. 28 Mei 1543. III, 22.
--Commissie en Instructie voor de Gedeputeerden
van Friesland, aan den Keizer afgezonden. 19 Mei 1549. III, 169.
--Missive van den Keizer en Koning aan de Staten van
Friesland, om hunne Gedeputeerden naar Brussel te zenden. 1
October 1549. III, 173.
--Geloofsbrief, door de Staten van Friesland aan
hunne Gedeputeerden, Pieter Dekema, Jancke Douwama, Georg van Roorda en
Idzard van Grovestins, door den Keizer verleend. 12 October 1549. III,
175.
--Instructie voor Pieter van Dekema, Ridder en
Raad Zijner Keizerlijke Majesteit in den Hove van
Friesland,
Jancke van Douwama, Georg van Roorda en Idzard van Grovestins,
Gedeputeerden van Zijne Keizerlijke Majesteit onzen allergenadigsten
Heere, of aan Hare Majesteit de Koninginne onze allergenadigste Vrouwe
Regente over Zijner Maj.s- Erf-Nederlanden en van de Landen van Friesland.
12 October 1549. III, 176.
--Missive van den Koning, tot bezending van Gedeputeerden
uit de Staten naar Gent. 7 Julij 1559. III, 462.
--Brief van Credentie voor de Gedeputeerden van
Friesland, aan den Stadhouder gezonden. 20
November 1566.
III, 686.
--Recommandatie-Brief voor deze Friesche Gedeputeerden
aan den Heer Viglius Ayta van Zwichem. 21 November 1566. III,
686.
--Instructie voor Erasmus van Douma, Gedeputeerde,
en Lucas Jarges, Secretaris der Staten van Friesland, als
Gecommitteerden, om zich te adresseren aan den Heer President Viglius.
6 December 1576. III, 1078.
-- Nadere Instructie en Procuratie voor Erasmus
van Douma, Gedeputeerde, en Lucas Jarges, Secretaris der Staten van
Friesland, als Gecommitteerden aan de Generale Staten. 6 December 1576.
III, 1079.
--Missive van voorschrijving aan den Heer Viglius
ab Aytta, voor de Gedeputeerden Aesge Harmens en Johan Huyberts. 6
December 1576. III, 1080.
--Instructie voor de opgenoemde
Gecommitteerden
uit Friesland. 6 December 1576. III, 1080.
--Missive aan de Gedeputeerde Staten van Friesland,
tot geleide van zekere twee Requesten, en verzoek om nadere
instructie. 3 April 1577. III, 1121
--Pointen en Artikelen, betreffende Provinciale
zaken, door Gedeputeerden van de Platte Landen van Friesland aam de
Generale Staten van de Nederlanden, vergaderd binnen Brussel,
overgegeven. 13 November 1577. III, 1166.
--De Stadhouder Georg van Lalaing approbeert
de verkiezing van de Heeren Gedeputeerden. 29 Augustus 1579.
IV, 77.
--Commissie en Instructie voor de Heeren Gedeputeerde Staten van
Friesland. 30 Augustus 1579. IV, 78.
--Commissie voor de Heeren Gedeputeerde Staten
van Friesland. 21 Maart 1580. IV, 139.
--Instructie voor Goslick Hiddema, gegeven doo:
den Stadhouder, Raden in den Hove en Gedeputeerden van Friesland, om
den Gedeputeerden der nadere geüniëerde Provincie aan te dienen; met
derzelver antwoord. 20 en 23 Julij 1580.
IV, 183.
--Commissie der Heeren Staten van Friesland,
hunne Gedeputeerden gegeven, om zich daarnaar te gedragen. 22 Februarij
1581. IV, 236.
--Advijs van den Stadhouder Prins Willem van
Oranje, waarnaar de Electie der Gedeputeerde Staten in
het toekomende zou kunnen geschieden. 7 April 1581. IV,
248.
Commissie op acht Gedeputeerden, om met den
Stadhouder te handelen over zaken, betreffende het
welzijn van den Lande, uitgezonderd Civiele en Crimineele Justitie.
28 Julij 1582. IV, 302.
--Instructie door de Gedeputeerde Staten des Landschaps van Friesland
en eenige Volmagten, door krachte hunner Commissie
daarover geroepen, beraamd en besloten, op den inhoud van de
Instructie, bij de Generale Staten van denzelven Landschappe, door
hunne Gedeputeerden overgezonden in dato 6 Mei laatstleden, waarnaar de
Gedeputeerden in het resolveren der Pointen, in voorschreven
Instructie vervat, zich zullen hebben te reguleeren. 27 Junij 1583.
IV, 375.
--Instructie voor Jonker Julius van Botnia en den
Heer Pieter Blomme, der Regten Doctor, Raad en Pensionaris des
Lands van Vrije, van hetgeen zij uit naam van de Generale Staten
der Nederlandsche Provinciën, den Staten van Friesland zullen
voordragen. 22 Februarij 1584. IV, 429.
--Commissie,
gepasseerd door de Volmagten der Steden op Doctor C. Aernsma, Mr. Hobbo
Baard en Mr. Doecke Teetlum, als ordinaris Gedeputeerden wegens hun
Kwartier, voor den tijd van een jaar, tot waarneming van alle
voorvallende zaken, uitgezonderd alleen zulke, die de Civiele en
Crimineele Justitie betreffen. 25 en 30 April 1584. IV, 461.
--Acte van
protestatie van de Landen tegen de gedane verkiezing der Steden van
drie Gedeputeerden en de te doene kiezinge van andere Officianten, meer
dan dezelve te voren hebben gehad; bevelende hunne Rekenmeesters niet
met meerder getal uit de Steden te vergaderen, en hunne Ontvangers niet
voor meer personen hunne rekening te doen dan naar ouder gewoonte. 28
April 1584. IV, 467.
--Acte de non prejudicando, door de Landen en
Steden aan malkander gepasseerd, nopens het verleenen
der Steden van particuliere commissie op hunne Gedeputeerden.
28 April 1584. IV, 468.
--Pointen en artikelen, waarnaar de Gedeputeerden
der Heeren Staten van Friesland zich zullen moeten reguleren in de
vergadering der Generale Staten. .. April 1584. IV, 473.
--Verklaring van den Burgemeester Allert Floris,
aangaande het gepasseerde, bij het gedane verzoek van onderteekening
der generale Commlssie op de Gedeputeerde Staten, te Stavoren enz.
voorgevallen. 15 Mei 1584. IV, 490.
--Resolutie van de Staten, om de vergaderingen
der Gedeputeerden niet meer te Franeker, maar wederom te Leeuwarden te
houden. .. Junij 1584. IV, 494.
--Commissie voor Kempo van Donia, Mr. Sjoerd
Fockens, Jelger van Feytsma, Dr. Orck Doyem, Abelus
Frankena,
Eylardus Augustinus Reynalda, Dr. Christoffel Aernsma, Mr. Doeke
Teetlum en Dr. Rombartus Ulenburg, tot Gedeputeerde Staten van
Friesland, om kennis te hebben, te adviseren en bestieren de zaken des
Vaderlands, rakende de Wetten, Krijgsdiscipline, Domeinen, Accijsen,
Religie, Policie enz., uitgezonderd alleen de Crimineele en Civiele
Justitie, alles gedurende den tijd van een jaar. 22 en 28
April 1585. IV, 522.
--Commissie voor de Heeren Gedeputeerde Staten,
wegens de Landen van Friesland, genomen op den Landsdag binnen
Leeuwarden in het Jacobijner Klooster. 25 April 1586.
IV, 600.
--Commissie op Dr. Rombartus
Ulenburg, Ade
Lambertsz. en Frans Jansz., als ordinaris Gedeputeerden in alle
Landszaken, uitgezonderd de Civiele en Crimineele Justitie, voor den
tijd van een jaar, wegens het Kwartier der Steden. 17 Junij 1586.
IV, 623.
--Pointen, aan de Volmagten dezer Landschappe
door de Heeren Gedeputeerde Staten in het Statenhuis den 17 Junij
voorgesteld, op dewelke de Gedeputeerden zich bezwaard gevonden hebben
alleen te resolveren, en daaromtrent het advijs en de resolutie van de
Heeren Volmagten hierop verzocht wordt; met derzelver verklaringen
hierop. 17 en 18 Junij 1586. IV, 626.
--Acte, waarbij de Landen verklaren de genomineerde Gedeputeerden
van de Steden voor ditmaal toe te laten onverkort
nogtans hun wederzijdsch regt voor het toekomende. 1 Julij 1586. IV, 629.
--Instructie voor de Heeren Orck Doyem en Eylardus
Augustinus Reynalda, alsmede Gedeputeerden van de Steden en de
Zevenwouden van Friesland, waarnaar zij zich zullen moeten houden en
reguleren in de vergadering der Generale Staten. 4 Jnnij 1588. IV, 711.
--Instructie en Memorie door de Gedeputeerde
Staten van Friesland gemaakt op de pointen en Artikelen
van het
afscheid, genomen bij de Gedeputeerden van de Provinciën, geweest
hebbende ter vergadering van de Staten-Generaal der Vereenigde
Nederlanden, waarnaar de Heeren Wytze van Camminga en Mr. Karel Roorda,
Gedeputeerden in de vergadering der Staten-Generaal, zich voortaan
zullen hebben te reguleren. 18 Januarij 1592.
IV, 783.
--Instructie voor de Gedeputeerden uit Oostergoo
Westergoo en Zevenwouden, om met den Stadhouder Graaf
Willem
Lodewijk te handelen over alle zaken, betreffende het stuk van de
Regering. 22 April 1592. IV, 790.
--Aanschrijving der Heeren Gedeputeerden, tot het
zenden van Volmagten ten Landsdage, tegen den 2 December aanstaande. 24
November 1595. IV, 885.
--Missive van de Gedeputeerden, aan eenige Leden
van Westergoo, om de gerezene geschillen weg te nemen. 11 Mei 1598. IV,
986.
--Acte van presentatie en protestatie, van sommigen
Leden uit Westergoo, aan anderen voorgesteld.
20 Mei 1598
IV, 986.
--De Volmagten van Westergoo verzoeken antwoord van hunne partijen,
wegens vorengemelde acte van presentatie. 20
Mei 1598. IV, 987.
--Antwoord van eenige Leden van Westergoo, op
de voorgaande acte van presentatie en protestatie. 8 Junij 1598.
IV, 988.
--Contra-protestatie van de Leden van Westergoo
op het vorig antwoord. 10 Junij 1598. IV, 989.
--Nadere opneming van Stemmen door de contra-protestanten
uit Westergoo, insisterende de wettigheid van hunne
verkiezing. 15 Junij 1598. IV, 994.
--Request aan de Gedeputeerden van de Ingezetenen
uit Westergoo, om uitschrijving tot stemming van nieuwe
Gedeputeerden; met de approbatie daarop gegeven. 22 en 23 Junij 1598.
IV, 998.
--Resolutie der Steden, dat niemand uit hun Kwartier
de plaats van Gedeputeerde langer dan drie jaren aan een zal mogen
blijven bekleeden, en van andere ambten niet boven de twee jaren. 8
Februarij 1599. IV, 1025.
--Propositie van den Heer Dekema, over de administratie
van de Heeren Gedeputeerden, aan de Staten van Friesland
gedaan. .. Januarij 1600. IV, 1061.
--Pointen, benevens marginale
Resolutie (van Gedeputeerden) rakende in het bijzonder
deze Provincie. 17 en 22 Maart
1600. IV, 1065.
--Commissie voor de Heeren Volmagten van de
Platte Landen, tot aanstelling van nieuwe Gedeputeerden. ..
April 1600. IV, 1078.
--Commissie voor de Heeren Volmagten van de
Steden, tot aanstelling van nieuwe Gedeputeerden.
.. April 1600. IV, 1078.
--Instructie voor de Gedeputeerde Staten van Friesland,
door de Edelen en Eigenerfden uit Oostergoo, Westergoo en
Zevenwouden beraamd en gemaakt, om zich daarnaar ten opzigte van de
Regering van den Landschappe, in alle voorvallende zaken, tot in het
laatst van den aanstaanden Landsdag, te gedragen. 23 Februarij 1601.
IV, 1105.
--Commissie van de Heeren Gedeputeerden van de
Landen. 20 Februarij 1618. V, 235.
--Instructie voor de Heeren Gedeputeerden van
Friesland, bij de Edelen en Eigenerfde Staten uit Oostergoo,
Westergoo en Zevenwouden gemaakt, om zich daarnaar, ten opzigte van de
regering van den Landschappe, in alle voorvallende zaken,
tot in het laatste van den aanstaanden Landsdag, te gedragen. 20
Februarij 1618. V, 236.
--Commissie en Instructie der
Heeren Gedeputeerden van de Steden. 21 Februarij 1618. V, 242.
--Resolutie, waarbij de Gedeputeerden en Rekenmeesters gelast
worden, geen buitenlandsche Commissiën te mogen bedienen, noch zich
buiten de Provincie te begeven. 1 October 1623. V, 286.
--Resolutie, om
de Instructiën der Heeren Gedeputeerden
en Raden Provinciaal te verbeteren, en dezelve te vergelijken
tegen de reformatore artikelen, beneffens de protesten der Heeren van
Oostergoo tegen elkander. 4 Augustus 1627. V, 315.
--Resolutie, waarbij
den Heeren Gedeputeerden en
alle anderen, in eenige buiten- of binnenlandsche Collegiën zitting
hebbende, verboden wordt, om eenige geschenken voor het vergeven van
ambten te genieten, bij poene van infamie. 3 Maart 1647.
V, 501.
--Resolutie, dat de Heeren Gedeputeerden
en
den Provinciaal met hunne Suppoosten na dezen van den koop en verkoop
hunner onroerende goederen Consentgeld zullen betalen, gelijk andere
ingezetenen. 19 Februarij 1658. V, 601.
--Resolutie, waarbij den President der Heeren Gedeputeerden,
den Gedeputeerde in de stad blijvende of naast aan de Stad
Leeuwarden wonende, of anderzins den Secretaris der Heeren
Gedeputeerden gelast wordt, den eed en de beantwoording van artikelen
voor den Hove naar ouder gewoonte te doen. 30 Maart 1660. V, 631
--Resolutie, dat de President van het Collegie
altoos in Leeuwarden tegenwoordig zijn moet. 16 Mei 1661.
V, 657.
--Resolutie, betreffende de judicature van het Collegie der Heeren
Gedeputeerden en den Hove Provinciaal. 20 November 1663. V, 697.
--Deductie van de redenen en motiven, die de
oude en wettige Heeren Volmagten en Gedeputeerde Staten van de
Provincie Friesland bewogen en genoodzaakt hebben, hunne provisioneele
vergaderingen binnen de Stad Sneek te houden. 16 November 1672. V, 865.
--Wederlegging van de Deductie der Heeren, vergaderd te Sneek, zich
qualificerende oude en wettige Volmagten en Gedeputeerde Staten van
Friesland enz, uitgegeven op bevel en resolutie der Edelmogende Heeren
Gedeputeerde Staten van Friesland, wettig gekozen en vergaderd te
Leeuwarden. 21 December 1672. V, 916.
--Zie Admiraliteit. Appellen.
Aremberg (Wed.
van). Aysma (H. v.). Dagvaarding. Dijken. Doctores Juris. Doleantiën.
Drukker (Lands). Edellieden. Eed. Fraude. Geschut . Gezanten.
Godsdienst. Krijgsvolk. Landsdag No. 3, 4, 5, 6, 7, 19, 24, 25, 27 ,
28, 31, 32, 38, 43, 65, 74, 78. Leen. Leeuwarden. Leijcester (Grave
van). Loo (B. v.). Mindergetal. Pacificatie. Patenten. Penning
(Hondersten). Pointen. Praktizijns. Privilegiën. Procuratiën.
Pronunciatiedagen. Requesten. Resolutiën. Schoolmeesters. Stadhouders.
Staten. Stavoren. Steden. Strooperijen. Unie. Utrecht. Verschillen.
Vohnagten. Wapenstilstand. Westergoo. Willem Lodewijk.
Gedichten. Zie Paskwillen.
Gedrag. Zie Catholijk Geloof. Godsdienst.
Geersma-steed. Zie Klaarkamp.
Geertruidenberg. Missive van den Raad van
State aan Graaf
Willem Lodewijk, over het toezenden van versterking voor
het beleg van Geertruidenberg. 4 Mei 1593. IV, 819.
--Missive van den Raad van State aan den Stadhouder en Gedeputeerde
Staten van Friesland, betrekkelijk de verovering van Geertruidenberg.
25 Junij 1593. IV, 837.
Geeselen. Zie Franeker.
Geestelijke Goederen. Zie Brieven.
Geestelijken. Goederen.
Landsdag No. 32, 33, 62. Pastorijlanden.
Geestelijken. Acte van
eenige Geestelijken in Friesland, waarbij
zij aannemen oplossing te geven van alle hunne opkomsten, mits
genietende een jaarlijksch onderhoud. 28 Julij 1594. IV, 861.
--Zie
Beveworden (H. v.). Geweldenarijen. Godsdienst.
Kloosters.
Geestelijkheid. Bede aan de Geestelijkheid van
Friesland,
van Keizerswege voorgesteld, tot contributie van de helft harer
opkomsten en vruchten, met het antwoord van dezelve daarop gegeven. 17
Junij 1534. II, 654.
--Zie Bisschop. Gerkesklooster. Landsdag No. 19.
Gehoorzaamheid. Bevel van Hertog Philips van
Bourgondië aan
zijne onderzaten van Holland, Zeeland en Friesland, om den Bisschop van
Utrecht, Rudolf van Diepholt, in 't Geestelijke te gehoorzamen en
onderdanig te zijn. 3 December 1433. I, 498.
Geima. Zie Dankdag.
Gelastigden. Zie Gualterus (H.). Verschillen.
Geld. Missive van de Generale Staten aan de
Heeren
Gedeputeerden der Staten van Friesland, houdende een krachtig verzoek,
om op het spoedigst eene notabele somme gelds op te brengen, bij al
zulke middelen, als dezelve bevinden zouden nuttigst en bekwaam te
zijn. 7 Mei 1578. III, 1197
--Nadere aandrang van Prins Willem van
Oranje aan de
Staten van Friesland, om toch met in gebreke te blijven, aangezien den
hoogen nood en het gevaar, waarin zich het Land bevindt, eene
merkelijke somme gelds over te zenden. 10 Mei 1578. III, 1198.
--Zie Friesland. Landsdag No. 36. Munt (De). Negotiatie. Renten.
Geldboeten. Zie Voorrede, I, 44.
Gelder (Hertog- van). Brief aan de Regters,
Geestelijken en
Wereldlijken van Leeuwarderadeel, tot aanmaning om den Hertog van
Gelder eed en hulde te doen, en vrede met hem te maken. 22 Junij 1522.
L. B. 118. II, 431.
--Zie Edelen en Heerschappen. Subsidie.
Vrede.
Gelderland Zie Kerken. Propijn.
Geldersche Friezen. Zie
Dokkum. Leeuwarden. Schadeloosstelling.
--Partij. Zie Surcheance.
Gelderschen. Publicatie om de Gelderschen,
zich als
vijanden gedragende, ook wederom als vijanden aan te merken en te
behandelen, gelijk dezelve verklaard worden bij dezen. 27 December
1542. II, 875.
--Zie Friesland. Landsdag No. 7.
Geldschieters. Zie Hof van Friesland.
Geldspeciën. Zie Munt (De).
Geloften. Zie Priesters.
Geloofsbrieven. Litterae credentiales Edwardi
Regis Angliae, Johanni Comiti Hollandiae.
Geloofsbrief van den Koning van Engeland aan twee zijner
Gemagtigden, om met den Graaf van Holland te handelen. 6 Februarij 1296
en 1297. I, 130.
--Geloofsbrief van Keizer Sigismund, met welken
hij zijne Gezanten versterkt, om met al de Friezen te handelen,
en die nader aan het Keizerrijk te verbinden. ..... 1418.
I, 403.
--Zie Gedeputeerden. Landsdag No. 3, 4, 5, 7.
Gemaal. Zie Bolsward. Franeker.
Ontvanger-Generaal. Workum.
Gemeenmaking der Aardwerken. Zie Dijken.
Gemeenten. Zie Volmagten.
Generaal-Meester. Zie Munt (De).
Generaal-Ontvang. Zie
Ontvanger-Generaal.
Generaal te Water en te Lande. Zie Willem III.
Generaliteit. Last en Commissie op de Heeren Wytze van Camminga en Karel
Roorda, wegens Friesland in de Generaliteit 13 December 1592. IV, 807.
--Instructie en Memorie voor de Heeren Wytze van
Camminga en Karel Roorda, door de Gedeputeerde Staten
gesteld,
waarnaar zij zich in het beleid der gemeene zaken ter Vergadering der
Staten-Generaal zullen moeten reguleren. 13 December 1592.
IV, 808.
--Redenen tot solutie van de zwarigheden, bij de Heeren
Gedeputeerde Staten van Friesland gemoveerd, op den staat aan hun
Edelen overgeleverd, van hetgeen door de Provincie Friesland alsnog te
betalen is aan de Generaliteit, zoo van het verleden, als dit
tegenwoordig jaar. 2 November 1596. IV, 948.
--Memorie en Instructie voor
de gewone en buitengewone Gecommitteerden ter Generaliteit
6 Junij 1607. V, 140.
--Commissie
der buitengewone Gecommitteerden ter Generaliteit. 26 Junij 1607. V, 143.
--Missive aan de Gecommitteerden
ter Generaliteit wegens deze
Provincie, aangaande hunnen rang en het voorzitten voor die
van Utrecht ter Generaliteit. 18 November 1673. V, 998.
--Missive en respective Deductie aan de Heeren Gecommitteerden
ter Generaliteit wegens deze Provincie, betreffende de
Yoorzitting tegen die van Utrecht. 13 December 1673. V, 1000.
--Resolutie, dat de Heeren Gedeputeerden zullen hebben
zorg te dragen, dat er altoos een Gecommitteerde wegens deze Provincie
ter Generaliteit tegenwoordig zij. 16 Mei 1679. V, 1168.
--Missive aan
hunne Hoog Mogenden, waarbij kennis
gegeven wordt, dat de buitengewone Afgevaardigden ter Generaliteit mede
gecommitteerd zijn, elk in 't bijzonder sessie te nemen ter vergadering
der Staten-Generaal. 29 November 1690. VI, 173.
--Zie Consenten.
Contributiën. Gedeputeerden. Landsdag No. 31, 50, 57, 78. Lemsterzijl.
Mindergetal. Nedergeregten. Quota. Rekenkamer. Verschillen. Vrede.
West-Indië.
Geneve. Zie
Landsdag No. 66. Militairen.
Gent. Zie Dathenus (P.). Pacificatie.
Staten.
--W. van. Zie Stavoren.
Georg van Egmond. Zie Fosward (Abt van). Jus
Patronatus. Smalle-Ee.
Georg van Lalaing (Grave van Rennenberg). 1570-
1580. Zie Ammunitie. Bisdom. Contributie. Daalders. Dag- en Nachtwacht.
Eed. Familiegeld. Floreen. Gedeputeerden. Godsdienst.
Haardstedegeld. Harlingen. Heidenen. Hof. Jagt. Johan van
Oostenrijk. Klagten. Knechten. Krijgsvolk. Lediggangers. Leeuwarden.
Leger. Middelen. Munt (De). Negotiatie. Oorlogskosten. Penning
(Achtsten). Senioren. Soldaten. Stadhouders. Steden. Unie. Vagebonden.
Verschillen. Verschot . Vrede. Wapenoefening. Wibisma.
Georg van Saksen. Hertog Georg van Saksen
verklaart, goed regt in Friesland te willen houden 1504. II, 234.
--Verklaring door den Hertog Georg van Saksen , op art. 41 en 104
van deszelfs Ordonnantie aangaande de Contumaciën gegeven. 11 Januarij
1510. L. B. 76. II, 268.
--Zie Accijs. Accijsmeesters. Anjum (Klooster). Artillerij. Bildt.
Bildtlanden. Dijken. Eed. Exmorra. Franeker. Friesland. Friezen.
Gerkesklooster. Gewigten. Gosma (G.). Herman Benkaz. Jongama (H.).
Kloosters. Landsordonnantie. Leen. Leeuwarden. Leppezijl. Munt (De).
Nedergeregten. Obligatiën. Priesters. Privilegiën. Rijksban.
--en Hendrik van Saksen. Zie Leen.
Geprofesside Personen. Zie Landsdag No. 6.
Gequalificeerde. Zie Tuchthuis.
.Gerbranda (J*). Acte, gepasseerd door Willem,
Vrijheer van
Roggendorf, Ridder, Raad en Kamerling van den Roomschen en Spaanschen
Koning Karel, waarbij Johan Gerbranda weder in gracie, genade en
gehoorzaamheid door gedachten Koning Karel wordt aangenomen. 5
September 1520. II, 405.
Gereedschap. Zie Visschen.
Geregten. Zie Stemmen.
Geregtigheden. Zie Privilegiën.
Geregtskosten. Zie Landsdag No. 33.
Geregts-Scholtus. Resolutie der Staten van
Friesland,
waarbij wordt gelast, dat de Geregts-Scholtus, met zijne Assessoren en
de Gewaldige Provoost van het Friesche Krijgsvolk, hunne residentie in
deze Provincie zullen nemen en houden, en zich van de dienst van
Groningen ontslaan, zullende, bij gebreke dies, alhier anderen in hunne
plaats worden aangesteld. 6 Maart 1596. IV, 895.
--Zie Landsdag No. 42.
Gerkesklooster. Ordinatio de integra
reparatione viae, quae
dicitur Claigave, impensis civium de Sancto Augustino tenendae. Bij deze
kopij behoort het daarbij gevoegd Request aan den Stadhouder, President
en Raden in Friesland, gepresenteerd door den Prelaat en Conventualen
van Gerkesklooster, met het appointement daarop
van den 17 Julij 1535. Het Charter is van den jare 1315.
I, 156.
--Limitatio aggerum inter Conventum de Jherusalem, alias
Gerkesklooster, et cohaeredes novae terrae in Langwold. 10 Augustus
1320. I, 161.
--Donatio, collatio et assignatio Ecclesiae in Burum Abbati
et Conventui in Jherusalem (Gerkesklooster), a parochianis
et advocatis dictae Ecclesiae facta, a°. 1408, post festum Assumtionis
S. Mariae. Cum approbatione et confirmatione Wibrandi, Personae et
Decani Leovardiensis, nee non Institutoris Clericorum in Ecclesiis
vacantibus. 16 Augustus 1408. I, 367.
--Scheiding van landen tusschen het Convent Gerkesklooster
en de ingezetenen bij de westerzijde der Lutteka Horna. 6
Augustus 1426. I, 469.
--Testamentum Mennonis Ponnama et Akkae, ejus
uxoris, quo assignaverunt sua bona Conventui in Jherusalem, alias
Gerkesklooster, exceptis donis et legatis. 9 October 1436. I, 515.
--Koopbrief, gepasseerd door Thiepka Scheltama
aan Juwe Bockama van Melkama-goed, op de Geest. 12 Maart
1439. I, 517.
--Missive van de Grietmannen en Mederegters van
Utingeradeel aan den Abt van Gerkesklooster, nopens
zekere geregtszaak. 6 Augustus 1453. I, 548.
--Verdrag tusschen Gerardus, Cureet, Rycold Gaykema,
Baldynck Heetsman en Buo Meynsma, Voogden in Augustinusga, met
consent van de Gemeente aldaar, en het Convent van Gerkesklooster, met
zijne Meijers, op den kant van het Oude Diep, wegens eene jaarlijksche
opbrengst tot der kerke nooddruft .. Februarij 1454. I, 548.
--Acte van
indemniteit, door Buo Meynsma, Gamech (Voogd)
te Augustinusga, gepasseerd aan de Convent-Meijers van
Gerkesklooster, tot schadeloosstelling van zeker pleit, 't welk Heer
Albert, Cureet te Zuiderhusen, en Heer Gayko, Cureet te Augustinusga,
met hen hebben. .. Februarij 1457. I, 592.
--Verdrag tusschen Heer Herthetus (Hart), Abt
van Gerkesklooster, met zijne gemeene Broederen en des Convents
Meijers, en gemeene Buren in Lutkegast, nopens de Voorwerken en
Collatiën van Priesters. 21 Julij 1459. I, 597.
--Geregtelijke quitantie, voor den Grietman en Mederegters
van Opsterland gepasseerd, door Feyte te Bom en Bemet, zijne
Vrouw, aan het Convent van Gerkesklooster, van 't gene te Ureterp
ontvangen is. 12 November 1472. I, 651.
--Verwisseling van eenige
landen tusschen
Heer Hertlietus (Hart), Abt van Gerkesklooster, en Harke Syfoama,
waarbij de Abt verkrijgt Pawisma-goed te Burum, aan de Oostzijde der
Grutze. 25 April 1476. I, 664.
--Suppiecatie, door den Heer Hart, Abt van Gerkesklooster,
en de Ingezetenen van den Rugewaard, overgegeven aan den Raad in
Groningen, tegen die van Achtkarspelen, wegens
gepleegde geweldenarijen. ..... 1476. I. 666.
--Scheiding en Deeling tusschen het Convent Gerkesklooster
en dat der Zusteren van Gallilea (anders Vrouwenklooster) van
hunne mandeelige goederen en erven. 4 Augustus 1479. I, 690.
--Een Ontzegbrief aan den Abt van Gerkesklooster.
...... 1482. I, 707.
--Quitantie van de broeders Fokke en Haye Hayezonen
aan het Convent Gerkesklooster gegeven, wegens hun vaders
dooddeel. .. Februari 1482. I, 708.
--Overdragt van de helft van Wytte Grottyngaland,
door Tjaard Heddinga gedaan aan Heer Evert, Abt van
Gerkesklooster. .. Maart 1483. I, 718.
--Utsupra van de wederhelft door Elke en Iwe
Taddema. 22 Maart 1483. I, 719.
--Sententie in cas d'appel, gegeven door de Overregters
in Groningen, waarbij het wereldlijk Regt aan het Convent van
Gerkesklooster over zijne Meijers wordt toegewezen. 16 October 1487. I,
742.
--Rentebrief van 7 1/2 arentsguldens (de gulden gerekend
op 12 stuivers Vlaamsen, en deze op vijf plakken) losrenten,
gepasseerd voor Burgemeesters en Raad in Groningen, door Mr. Dirk
Sappema aan Helprick Hibboldinghe, behoorende onder de goederen van
Gerkesklooster, ten tijde Sweder Kater, Coppijn Jarghes, Roelof Mepsche
en Harmen Lewe Burgemeesters waren. .. November 1489. I, 746.
--Eve Reintsz. ter Harst, als Conventsman in
Gerkesklooster aangenomen zijnde, draagt alle zijne
goederen aan hetzelve over. .. Maart 1492. I, 751.
--Accoord tusschen Heer Nicolaus, Abt van Gerkesklooster,
en Reynert ter Harst, over zekere mandeelige huizing en
landen. .. Junij 1493. I, 758.
--Het verschil tusschen den Abt van Gerkesklooster
en den Kastelein van Oostbroeksterland, over de regtinge te
Burum, gegeven op twee Goede Mannen. .. Julij
1495. I, 774.
--Consent van Hertog Georg van Saksen, als Erfgouverneur
van Friesland, aan het Convent van Gerkesklooster verleend,
om eene eeuwige rente tot twaalf guldens te koopen , alzoo door den
Hertog geordonneerd was, dat geene wereldlijke goederen geestelijk
mogten worden gemaakt. 21 Mei 1505.
II, 247.
--Pybe Poppema door Heer
Reynerus, Abt van
Gerkesklooster, als Convers (Proevenaar) in voorsz. Convent aangenomen
op zekere voorwaarden. .. Maart 1506. II, 249.
--Attestatie van de Heeren Paulus en Johannes,
Abten van Klaarkamp en Dokkum, dat het Convent
Gerkesklooster
aan de twee Broeders Take en Reiner betaald heeft 80 goudguldens,
ingevolge een daaraf gemaakte Baar. 20 Julij 1507. II, 258.
--In het verschil tusschen den Abt van Gerkesklooster en
Meyne Feringe, over een voet van een dijk, wordt de Doem,
aan Wye Tyansma uitgegeven, door Graaf Edzard in kracht gekend. ..
Januarij 1508. II, 258.
--Verwisseling van eenige Landen tusschen Reynerus,
Abt, Joh. Campensis, Prior, Wiardus, Keiler, te Gerkesklooster,
en Lyeuwe Lyeuwema, Grietman in Achtkarspelen c s.
...... 1508. II, 261.
--Accoord tusschen Reynerus, Abt, den Prior,
Supprior, Keiler en Senioren van Gerkesklooster en Gabba
Dijckstera, op hetwelk hij als Provenier in voorsz. Convent
wordt aangenomen. 10 Augustus 1508. II, 262.
--Copia-Wisselbrief van eenige Landen, tusschen
den Abt van Gerkesklooster en Taco Kennema. 30 September 1508. II, 263.
--Scheiding tusschen den Abt van Gerkesklooster
en Johan Braemsche, van eenig zilverwerk, gemaakt door Udo van
der Coldenburg, Drost in Groningen, wegens Graaf Edzard. ..
Januarij 1511. II, 271.
--Accoord tusschen den Abt van Gerkesklooster
en Taeke Wybens, Proevenaar, waarmede deze van het Convent gescheiden
is. 16 Februarij 1514. II, 299.
--Johan Reyners en Jutte, zijne Huisvrouw, worden
van de Heeren Reynerus, Abt, Stephanus, Prior, Hilbrandus, Supprior,
Johannes Dockumensis, Senior, Godfridus, Keiler, te Gerkesklooster, als
Conventsluiden in voorsz. Klooster aangenomen. 19 April 1519. II, 378.
--Commissie van wege den Hertog van Gelder op
Reynerus, Abt van Gerkesklooster, om alle Dijken, Wegen
en Uitwateringen, tot voorsz. Convent behoorende, te laten
maken en te schouwen, met bevel om den Abt als Dijkgraaf te erkennen.
Junij 1519. II, 382
--Missive van Johan Goldsteyn,
Bevelhebber
wegens den Hertog van Gelder in Dokkum, aan den Heer Reynerus Abt van
Gerkesklooster, den Heer Rodolphus te Buweklooster en den Heer Sybrand
in Augustinusga, om binnen veertien dagen na dato des briefs, de
vacante Prebende te Augustinusga te vervullen. 26 October 1520. II,
409.
--Conditioneele vergunning aan het Convent Gerkesklooster, om het
wereldlijk Regt te bedienen over zijne Meijers. 10 Januarij 1521. II,
413.
--Heer Buwa, Kerkheer in Aaltsbuur, attesteert,
dat de Abt en het Convent te Gerkesklooster ten allen tijde gehad
hebben het wereldlijk Regt over hunne Meijers. .. Februarij 1490.
II, 414.
--Voorwaarde, op welke Wyet Tjarsema aanneemt,
om wegens den Abt van Gerkesklooster, het wereldlijk Regt te bedienen
over Visvliet en des Convents Meijers in Langewold. 31 December 1503.
II, 414
--Vijf einzen land, op den Uterdijk gelegen, door
Wyet Boersma verkocht aan het Convent Gerkesklooster, 10
Augustus 1521.
II, 426.
--Quitantie, gepasseerd door Reynerus, Abt, Hilbrandus,
Prior, Joannes Dockumensis, Supprior, en Theodoricus, Keiler
van Gerkesklooster aan Lieuwe Kennema, van zekere ingeloste Rente tot
twee en een halve Philips-gulden, met A. B. C. 15 Augustus 1524. II,
469.
--Donatiebrief van Eerke Hetsema en Garbet Robbema,
gegeven aan het Convent Gerkesklooster, van het Meer in
Augustinusga. 27 December 1526. II, 514.
--Den Abt van Gerkesklooster voor hem en zijn
Convent, en als Volmagt en de rato caverende voor den
Abt en
zijne Conventualen van groot Aadwert en van Grattye Kamminga, bij den
Hove van Friesland geconsenteerd, de Uterlanden, liggende bij
Kollumerdijk, te mogen bedijken. 26 April 1529. II, 556.
--Baar of Verdrag, tusschen den Abt van Gerkesklooster
en Benne Bouwensz., over eene Fenne land, gelegen te
Dijkhuizen. 21 December 1529. II, 564.
--Accoord over de Nieuwlanden en Kollumerdijken,
tusschen den Abt van Gerkesklooster ter eener, en den Abt van
Aadwert, Heer Johannes Recamp en Gratye van Kamminga ter andere zijde.
2 Junij 1530. II, 568.
--Copia-Acte, waarbij Johan ter
Schoele voor een
Conventskind en Proevenaar in Gerkesklooster wordt aangenomen.
15 Junij 1530. II, 569.
--Accoord tusschen de Conventen van Gerkesklooster en
Vrouwenklooster, aangaande de onderhouding van Dijken, Dammen,
Zijlen, Wielen, Diepen en Wateringen. 3 Junij 1531. II, 578.
--Sententie
tusschen den Abt van Gerkesklooster
en de Meijers van Visvliet. 28 October 1531. II, 609.
--Wymer Freerks geciteerd voor den Hoofdman
in Groningen, om zich tegen den Abt van Gerkesklooster te verdedigen.
25 Mei 1534. II, 654.
--Koopbrief, gepasseerd door Wyger Rykerden
aan den Abt van Gerkesklooster, van de vierdepart in de helft van Weyt
Tjaardsma-Meer of Visscherij, gelegen in Sijbaldaburen. 21 September
1537. II, 706.
--Een Vidimusbrief, gegeven door Abel Harkema
en Gellink Teynge, Grietmannen in Langwold, van eene acte de anno 1527,
waarbij aan het Convent van Gerkesklooster wordt overgedragen de halve
Visscherij van Tjaardsma-Meer. 29 September 1537. II, 707.
--Sententie, door den Hove van Friesland geveld,
tusschen de Ingezetenen van Burum, Impetranten, en het Convent van
Gerkesklooster, Gedaagde, waarbij de Impetranten verklaard worden
geregtigd te zijn tot de electie van een Pastoor. 13 Junij 1539. II,
752.
--Johannes van Campen, Abt te Gerkesklooster,
Everardus Dotinchem, Keiler, met den Prior, Supprior,
Senioren
en Junioren aldaar, staan toe aan Gherck Froma, om in hunne
Heerlijkheid van Visvlieter Karspel het Regt te voeren. 17
Januarij
1541. II, 826.
--Missive van den Luitenant en de Hoofdmannen
der Stad en Ommelanden van Groningen aan den Abt van Gerkesklooster, om
in plaats van den afgeganen Regter tot Visvliet een nieuwen aan te
stellen. 25 Februarij 1545. III, 62.
--Request van den Abt en Senioren van Gerkesklooster,
aan de Koninginne Maria van Hongarijen, Gouvernante, om
hersteld te worden in hunne Civiele en Crimineele Jurisdictie,
en vrijheid van Accijsen, die zij tot allen tijde hebben gehad.
...... 1545. III, 82.
--Attestatie, aangaande de Jurisdictie van Gerkesklooster.
18 December 1551. III, 287.
--Attestatie als boven. 25 April
1552. III, 298.
--Attestatie als boven. 26 April
1552. III, 298.
--Attestatie als boven. 14 Mei 1552. III, 301.
--Request van den Abt, met de Senioren en Capitularen
van Gerkesklooster, aan den Keizer, houdende verzoek tot
herstel van hunne Jurisdictie. 1 Junij 1552. III, 302.
--- Supplicatie wegens het Convent van Gerkesklooster, aan den
Stadhouder en de Hoofdmannen in Groningen, waarin beweerd wordt, dat de
Conventmeijers te Visvliet niet gehouden zijn reparatie van houtwerk te
doen aan de Visvlieterzijl; mitsgaders eenige attestatiën, hiertoe
relatief. .. Junij 1558. III, 439.
--Depositiën voor Johan Nannincks, Regter te Visvliet,
ten verzoeke en ter instantie van den Abt van Gerkesklooster
afgelegd, betreffende Visvlieterzijl, dat die van Hyllamahuis, tot
onderhoud van dien, niets behoeven te contribueren dan tot de
Aardwerken. 26 Augustus 1558. III, 446.
--Attestatie van Meynt Harkema, gepasseerd aan
Everardus van Emden, Secretaris, dat de Gerkesklooster
Meijers
te Hyllamahuis tot de Visvlieterzijl niet meerder contribueren dan de
Aardwerken. 27 Augustus 1558. III, 446.
--Brieven van placet van den Koning van Spanje,
nopens het Prelaatschap van Gerkesklooster, opgedragen aan Requinus
Groningensis. 21 November 1576. III, 1075.
--Quitantie tot 500 Caroli-gulden aan den Abt van
Gerkesklooster, gepasseerd door Gerardus Jacobi
Leovardiensis,
Abt van Klaarkamp, gecommitteerd zijnde door de Geestelijkheid van
Friesland, om te ontvangen de 6000 Caroli-gulden, waarop zij van den
Aartshertog van Oostenrijk gezet waren om op te brengen. 18
Augustus 1578. III, 1206.
--Zie Aeltgema (M.). Dijken. Dijkgraaf. Doleantiën. Klaarkamp.
Melkama-goed. Munnekezijl. Nieuwlanden. Riptama. Smit (Jelle). Trekweg.
Verschillen. Zijl. Zoen.
Gerlofsz. (Lubbert). Zie Regt .
Gernaurth. Zie Klaarkamp.
Gernsteradijken. Zie Dijken.
Gerrytz. (Thomas). Floris van Egmond geeft
aan Heer Thomas
Gerrytsz., zijnde Priester, de Vicarie te Bolsward, onder zekere
conditiën, voor den tijd van drie jaren, na het eindigen van welke hij
zich moet verklaren, of hij te Bolsward wil blijven, of op de Sacriste
Proven van Stiens. 12 Februarij 1517. II, 346.
Geruchten. Zie Leycester (Grave van).
Geschenken. Zie Gedeputeerden. Landsdag No. 9,
11, 15, Propijn. Schoor (L.).
Geschillen. Zie Delfzijl. Franeker.
Leeuwarden. Philips van
Oostenrijk. Quotisatie. Regering. Steden. Veen. Verschillen.
Geschriften. Zie Boeken.
Geschut. Missive van de Gedeputeerden der
nader geuniëerde
Provinciën aan die van Friesland, tot antwoord op hunne toegezondene
Missive en Procuratie; ook handelende van het gepretendeerde Geschut,
van eenen Ingenieur hun toe te schikken, tot fortificatie hunner
Steden, en dat ze naarstig toezigt willen houden op alle presente en
afwezende vijanden des Vaderlands. 24 December 1579.
IV, 109.
--Zie Franeker. Steden.
Gesubstitueerden. Zie Eed.
Getrouwheid. Zie
Albert van Beijeren.
Getserdazijl. Provisioneele decisie van het Hof, omtrent
de
reparatie, het graven en onderhouden van GetserdazijL 16 September 1544.
III, 54.
--- Dictum van de Sententie, gepronuntiëerd en uitgesproken te
Leeuwarden in de Kanselarij, tusschen Andries Waltinga en Syurdt
Teetlum van Tzum, zich zeggende Volmagten van die van Franekeradeel,
Impetranten ter eener, en Meester Jarich van Dekama, Poppe van Doyum en
Rynthie Sybez., als geoccupeerd hebbende voor de Burgemeesters en Raden
der Stede Franeker, zoo voor hunne Poorteren en Inwoners, als zich
zeggende gevolmagtigd van Franeker Uitburen, Gedaagden ter andere
zijde, wegens het graven van GetserdazijL 20 December 1549. III, 180.
Getuigenis. Getuigenis, ten verzoeke van Meske
Tjaards,
gegeven door Gayke Broersma, Grietman in Kollumerland, van wege den
Hertog van Gelder, aangaande het verschil tusschen Lutzer Wysma en
Folkert bij den Dijck, over eenige Landen op de Schalder. 13 Maart
1518. II, 364.
Geuzen. Victorie tegen de Geuzen of Rebellen bij
Berlikum bevochten , en bevel om de verloopenen en verstrooiden te
apprehenderen. 11 November 1572. III, 911.
--Zie Geweer. Processiën.
Gevangenen. Ordonnantie, om binnen acht dagen
over te
leveren eene lijst van al de Ingezetenen dezes Lands, die in de Landen
des Konings van Spanje gevangen zijn, om hun ontslag te mogen bezorgen,
tegen den gedetineerden Admirant van Arragon. Voorts waarschouwing en
afbeelding (signalement) van eenen Elias Correns
te Antwerpen, die valsche Realen van achten zoude
geslagen en uitgegeven hebben. 22 November 1600. IV, 1088.
--Ordonnantie van de Staten van Friesland aan alle
Geregten, over de uitwisseling der Gevangenen in Spanje.
8 januarij 1602. IV, 1127,
Gevangenen. Zie Processiën. Vrijgeleide.
Gevangenis. Zie Boekje. Dijkgraaf.
Gevangenen. Landsdag No. 62.
Gevangenneming.. Zie Landsdag No. 7.
Gevangenzetting.. Zie Ontvanger-Generaal.
Gevogelte. Plakkaat tot uitroeijing van
allerlei schadelijk gevogelte.
8 Januarij 1659. V, 608.
--Plakkaat tegen het schadelijk gevogelte. 31 December 1663. V, 702.
--Plakkaat als boven. 8 Februarij 1694. VI, 230
--Zie Jagt. Meervisch. Vee.
Gewaldige Provoost. Zie Geregts-Scholtus.
Landsdag No. 42.
Gewassen. Zie Fransche Waren.
Geweer Plakkaat, dat men 's avonds na het luiden der
klok niet langs de straat mag gaan met Geweer, momsgewijs of anders,
zonder
licht bij zich te hebben, bij verbeurte van het Geweer en twee
goudguldens, en Excessen begaan hebbende dubbel. 3 Januarij 1531.
II, 575.
--Ordonnantie, om op den tweeden Maandag in de Vasten,
zijnde 19 Februarij, te onderzoeken, of de Ingezetenen der besloten
Steden hun Geweer hebben, daar een ieder op gesteld is. 20 Januarij
1543. III. 5.
--Plakkaat, dat men geen kort Geweer, als Messen, Opstekers,
Priemen, Ponjaards, Daggen of dergelijken, bedektelijk zal mogen
dragen. 30 April 1548. III, 132.
--Plakkaat, waarbij een iegelijk verboden wordt des avonds
na het luiden der stadsklok langs straat te gaan met kort of lang
Geweer of Bussen, of ook zonder licht. 5 Februarij 1555.
III, 373.
--Missive, om de huislieden te ordonneren al hun Geweer
binnen Leeuwarden over te brengen, of op de Blokhuizen van Harlingen en
Stavoren, daar het hun geriefelijkst zal zijn. Alsmede verbod, om de
Geuzen, die Sneek en Slooten hebben ingenomen, eenige hulp of bijstand
te bewijzen. 22 Augustus 1572. III, 900.
--Zie Eed. Leeuwarden.
Oproermakers. Wacht. Wachthouding. Wapenen,
Geweld. Zie Voorrede, I, 78. Krijgsvolk.
Geweldenaar. Zie Zeeroovers.
Geweldenarijen. Ordonnantie, om tot wering van
alle
Geweldenarijen en Huisbraken alle mogelijke voorzorg te nemen. 27
Januarij 1569. III, 763.
--Plakkaat tegen de Geweldenarijen en Wreedheden, overal
aan Geestelijke personen gepleegd wordende, door Sectarissen, Ketters
en Kwaaddoeners. 19 April 1571. III, 842.
--Zie Gerkesklooster. Leeuwarden.
Geweldige Provoost. Zie Geregts-Scholtus. Landsdag No. 42.
Gewigt (Keulsch). Plakkaat, dat men in Friesland, in het toekomende, in
plaats van Keulsch Gewigt altoos Trooisch Gewigt gebruiken zal. 26
April 1529. L. B. 187. II, 558.
--Troys). Zie Gewigt (Keulsch). Waag.
Gewigten. Hertog Georg van Saksen ordonneert eenige Dorpen, op klagten
van die van Sneek, om hunne Gewigten af te stellen en zich geen Stadsregten
aan te matigen. 9 Julij 1504. II, 236.
--Zie Landsdag No. 78. Maten. Munt (De). Waag.
Gewoonten. Zie Landsdag No. 6.
Gexi. Zie Militairen.
Gezanten. Advertentie van de aankomst der Gezanten van Holstein, om
tusschen de Nederlanden en Denemarken te handelen, en dat een iegelijk
zijne bezwaarnissen zal mogen inbrengen, om met die Gezanten verenend
te kunnen worden. 23 Januarij 1540.
II, 787.
--Missive van de Staten-Generaal aan de Heeren Gedeputeerde Staten
van Friesland, om betaling van de quota der Provincie aan de Gezanten
tot den Vredehandel te Keulen vergaderd. 24 November 1579. IV, 92.
--Eigenhandige Missive van Hessel van Aysma aan de Heeren
Gedeputeerde Staten van Friesland, over de betaling der Gezanten
ter Keulen vergaderd tot den Vredehandel. 25 November 1579. IV, 93.
--Missive van de Staten-Generaal aan de Heeren Gedeputeerde
Staten van Friesland, over de betaling der Afgezanten te
Keulen vergaderd tot den Vredehandel. 29 December 1579.
IV, 113.
--Missive van die van Leeuwarden aan de andere Steden,
verzoekende dezelve om Gecommitteerden naar Leeuwarden te zenden, om
gezamenlijk Gezanten te committeren, omtrent de delatie van de
Souvereiniteit, of meerder Secours aan de Engelsche Kroon. 23 December
1586. IV, 672.
--Antwoord van den Magistraat van Stavoren aan die van
Leeuwarden, op hunne toegezondene Missive, om
Gecommitteerden
over te schikken tot nominatie van Gezanten naar Engeland, wegens het
Kwartier der Steden. 27 December 1586. IV, 672.
--Instructie
voor de Gezanten, die van wege de Steden gecommitteerd zullen worden,
om eindelijk voorts te voltrekken de zaak, belangende het Gouvernement
van Zijne Excellentie den Doorluchtigen Grave, Heere Robert van
Leycester. .. December 1586.
IV, 674.
--Procuratie, door de Volmagten der
Steden
gepasseerd, om bij den Raad van State te voltrekken de zaken,
belangende het Gouvernement, en vervolgens om aan de Koninginne van
Engeland de Souvereiniteit der Steden, of anderszins de perpetueele of
temporeele protectie op te dragen. 1 Januarij 1587. IV, 675.
--Instructie voor eenige Gecommitteerden, als Gezanten der
Steden van Friesland, waarnaar zij zich in het defereren van de
Souvereiniteit en Hooge Heerlijkheid der Steden in Friesland, aan
Hare Majesteit van Engeland te doen, zullen hebben te
reguleren. 1 Januarij 1587. IV, 676.
--Zie Botnia (J. v.). Gedeputeerden. Gualterus (K).
Landsdag No. 25, 38, 43, 46. Leeuwarden.
Martena (K v.).
Rekenmeesters.
Gherbaz. (T.). Zie Thaede Gherbaz.
Gift brief. Giftbrief van Lodewijk den Vromen,
waarbij de
Friezen, na den dood van Karel den Grooten, in het vrije bezit van het
Vaderlijk erfgoed zijn hersteld geworden. Zie Voorrede, I, 41.
--Zie Franeker. Friesland.
Giften. De Renten en Goederen in Westzaanden
en in Hoirne,
met de Visscherijen, in Hoorensloot, gegeven aan den Graaf van
Oostervant. 26 Augustus 1399. I, 300.
--De Goederen en Renten in den Ban van Westzaanden met
Zaanderhorne en de Visscherijen, in Hoorensloot, gegeven aan den
Graaf van Oostervant. 26 Augustus 1399. I,
300.
--Kopij-acte, waarbij de Heer Wybrand Jacobszoon bekrachtigt
de Gifte, door hem aan Jacob en Jacob Yglis en Douwe zonen gedaan; en
is het, dat de een geen Priester wil worden, zoo zullen de halve renten
komen tot des Kapellaans profijt, doch beide geen Priesters willende
worden, dan zullen zijne naaste Vrienden een Priester kiezen op de
geheele renten, en zijn deze daarin nalatig, zoo mogen de Kerkvoogden
zulks doen. 25 April 1503. Daar achter volgt de verklaring van den
Magistraat van Workum, dat deze Kopij, na collatie met het origineel,
is bevonden daarmede overeen te stemmen. 21 Januarij 1540. II, 228.
--Sommige Personen door den Stadhouder begiftigd met eenige
verbeurd verklaarde goederen. 7 Februarij 1517. II, 343.
--Gifte van Zijne Koninklijke Majesteit aan het Convent der
Minnebroederen te Leeuwarden, van dertig goudguldens voor de
Infirmerie, veertig gelijke guldens voor de Misse en
Sermoenen op het Blokhuis, en twintig schuiten turf om te brouwen.
19 en 27 December 1556. III, 407.
Giften. Zie Engwird. Goederen. Harlingen. Landsdag No. 43.
Gijzelaars. Acte Obligatoor, gepasseerd door Hetto Wybis en Oedts Arents
uit Oostergoo; Seerp van Galama en Goslick Hiddama uit Westergoo;
Erasmus van Douma en Aucko Edes uit de Zevenwouden; Syuerdt Pieters Ens
met Dirck Janszoon uit de Steden, om zich binnen de stads wallen en
poorten van Leeuwarden als Gijzelaars te zullen ophouden, ten tijde en
zoo lang de Burgerij derzelver Stad zou wezen voldaan van hunne
verschoten penningen, tot betaling der Waalsche Soldaten. 26 Januarij
1578. III, 1182.
Gijzeling. Zie Galama. Hillema.
Gilde. Keizer Karel approbeert en bevestigt de Broederschap of Gilde
van den Zoeten Name Jezus binnen Leeuwarden, mitsgaders het Legaat,
door Ritske Boelema, aan hetzelve gemaakt. 12 December 1548. III, 145.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, dat geene schippers in
eenig Gilde dezer Provincie zullen toegelaten worden, dan met schepen,
die in de Provincie gemaakt zijn. 25 Augustus 1666.
V, 754.
Gildekeuren. Gildekeuren, gemaakt en gesloten door de gemeene Gilden en
Gildebroeders binnen Leeuwarden, bij verlof en raad der Stads Regering. .....
1482. I, 709.
Gilden. Zie Gildekeuren. Kuipers.
Gilles van Barlaymont. Zie Dag- en Nachtwach.
Krijgsvolk. Pardon. Renten. Soldaten. Stadhouders.
Glins (T.). Aan Take Glins op de Rijp, van wege
zijne
huisvrouw toegewezen al de goederen van Haring Tetes en van Epe Tetes
de helft der nagelaten goederen, met de achterstallige renten,
voorbehoudens een ieder zijn regt en aanspraak. 31 December 1516.
II, 343.
Godefridus (Bisschop). Zie Ludingakerk (Abt
van).
Godekinus. Wybrandi filius. Zie Stavoren.
Godsdienst. Plakkaat, dat een iegelijk zal
moeten ter kerke
gaan, om de Misse en Godsdienst bij te wonen naar ouder gewoonte. 3
Februarij 1535. II, 662.
--Ordonnantie en Edict, zoo op de Religie en Policie,
als in het bijzonder op de Bankroeten, Monopoliën, Woeker, Costumen,
Censure der Geestelijken, Legaten van Minderjarigen, 't Protocolleren
der Notariën, tweejarige Praescriptie, de Huwelijken en de
Raadsbestellingen enz. 4 October 1540. II, 798.
--Aanschrijving tot publicatie van de
Statuten, Ordonnantiën en Edict van den 4 October laatstleden.
8 Januarij 1541.
II, 826.
--Ordonnantie aan de respective Geregten, om zich bij
de Pastoren te informeren op het gedrag en de conversatie hunner
Inwoners, en of zij de Ordonnantiën der Kerke wel onderhouden, met
apprehensie van alle besmette en verdachte Personen. Voort te vorderen
van allen, die in hunne jurisdictiën willen komen wonen, of die slechts
een jaar of drie daar gewoond hebben, een voldoend certificaat van de
Pastoren en Officiers der plaats van hun vertrek, dat zij aldaar
eerlijk en christelijk geleefd en verkeerd hebben, en bij gebreke van
zulks, dezelve, gelijk ook alle Bedelaar en Lediggangers, te bevelen
aanstonds uit den Lande te vertrekken of zulks niet doende te
apprehenderen. En eindelijk, om het verbod van uitvoer van Granen en
Victualiën, uitgezonderd Koeijenkazen naar Bremen, te publiceren. 24
Mei 1544. III, 35.
--Plakkaat, Ordonnantie en eeuwig Edict, om te extirperen
en te niete te brengen de Secten en erreuren, opgerezen tegen ons
heilig Christelijk Geloof en tegen de Ordonnantiën van onze Moeder de
Heilige Kerk. Met den Catalogus van de gereprobeerde en verboden
Boeken; en ook van de goede Boeken, waarmede men de jonge scholieren
zal mogen onderwijzen, volgens advijs van den Rector en die van de
Universiteit van Leuven. 29 April 1550.
III, 191.
--Plakkaat, dat alle, die binnen vijftig dagen hunne dwalingen
in het stuk van Religie openlijk zullen bekennen en herroepen,
de opgelegde penitentie volbrengen en daarop behoorlijk bewijs
vertoonen, gratie en vergiffenis zullen hebben, en voor de Justitie
niet aansprakelijk zijn. 28 Mei 1554. III, 363.
--Plakkaat van gratie en pardon neffens de Politieke
Justitie, voor al degenen, die van hunne dwalingen in de
Religie
belijdenis en penitentie gedaan hebben, of als nog zullen willen doen,
mits zich binnen drie maanden adresseren aan den Hove van Friesland, en
volbrengen 't geen hun daar zal opgelegd worden. 10 October
1559. III, 476.
--Het Hof verwittigt de Gedeputeerden van Friesland,
dat de Hertoginne van Parma niet kan toelaten, eenige verandering in
het stuk van de Godsdienst te vergunnen. 18 November 1566.
III, 684.
--Procuratie voor eenige Gedeputeerden, om bij den
Heere Stadhouder of de Vrouwe Gouvernante verzoek te
doen, om de
zaken van de Godsdienst bij provisie te laten verblijven in den
tegenwoordigen toestand, ten tijde en zoo lange door Zijne Majesteit ,
met communicatie der Algemeene Staten, daarover eene goede Ordonnantie
zal gemaakt zijn. 20 November 1566. III, 685.
--Ordonnantie, dat geenerlei verandering in de Godsdienst en
de oefeninge daarvan, en specialijk geen vreemde Predikanten tot de
Predikdienst mogen toegelaten worden. 26 November 1566. III, 687.
--Request van de Gedeputeerde Staten van Friesland, om
surcheanche van de executie der Plakkaten en Missives op het stuk der
Religie geëmaneerd en gepubliceerd. 29 November 1566.
III, 688.
--Nadere Ordonnantie, om met alle vlijt en voorzigtigheid
te bezorgen, dat alle Nieuwigheden in de Godsdienst, gelijk het
prediken van vreemde Predikanten, worde verhinderd en op den ouden voet
hersteld. 3 December 1566. III, 689.
--Handelingen tusschen den Stadhouder en de Staten van
Friesland, op den Landsdag gehouden op het punt van de
Religie en verandering van dien. 30 Januarij 1567. III, 696.
--Missive van den Aartshertog Matthias aan de Staten
van Friesland, om zich nopens de acceptatie of nonacceptatie van zekere
pointen van Religie en Policie te willen verklaren. 14 Julij 1578. III,
1201.
--Eigenhandige missive van Karel Roorda, aan de Gedeputeerde
Staten van Friesland geschreven, over het gebeurde te
Deventer, betrekkelijk de Godsdienstoefening enz. 18 Januarij 1579. IV,
1.
--Brief van Hessel van Aysma aan Epo van Douwama,
Duco van Martena, Rienk van Camminga, Doctor Bartha
Idzarda en
Karel Roorda, over de Kerken der Catholijken, de Kloosters en
Priesters, oneenigheden te Mechelen, de Unie van Utrecht enz.
3 Junij 1579. IV, 33.
--Ordonnantie, om niemand in of om de vrije oefening
van zijn Godsdienst eenige verhindering, molest of kwade bejegening te
doen, 't zij Catholijk of Gereformeerde, maar zich allezins naar den
inhoud der Religions-Vrede te gedragen. Alsmede om al degenen, die met
hunne woning binnen zes maanden ingekomen zijn, of nog inkomen zullen,
af te vorderen goede Certificatie van hunne laatste woonplaats,
aangaande hun gedrag en de redenen van hun vertrek, en de namen van
zoodanigen aan den Hove over te zenden; gelijk ook van dezulken, die
binnen de laatste twee jaren met der woon vertrokken zijn. 6 Januarij
1580.
IV, 119.
--Missive van de Heeren
Gedeputeerden, opzigtelijk de Resolutiën, aangaande de Godsdienst
genomen. 14 April 1580.
IV, 148.
--Resolutie op de verschillen, in het stuk van Religie
gerezen. 14 Februarij 1617. V, 224.
--Zie Catholijk Geloof. Doopsgezinden. Kerkegaan (Ter).
Landsdag No. 32, 52, 78. Presentatie.
Privilegiën. Weezen.
Goede Mannen. Zie Aalsum.
Goederen. Geestelijke Goederen. Plakkaat, dat
de Koopen,
Wandelingen en Giften (van Landen, Renten enz.), waarop consent van den
Heer van Gelder is verworven, op nieuw te Bode zullen moeten worden
gesteld over de Kerk en Geregte, en nieuw Consent van den Keizerlijken
Stadhouder en Raad worden verzocht. 31 Januarij 1526. L. B. 161. II,
508.
--Plakkaat, dat alle Koopen van onroerende Goederen op wederkoop,
met de Renten zonder wederkoop, en Renten op wederkoop van langer tijd
dan vijf jaren, even als de bestendige of vaste Koopen van onroerend
goed, binnen 't jaar na dato des koops zullen moeten te Bode en Consent
gaan. Dat alle Koopen van Renten op wederkoop van vijf of minder jaren,
binnen 's jaars na expiratie deszelven tijds, mede te Bode en Consent
gesteld moeten worden, ingevalle niet geredimeerd zijn; doch
geredimeerd wordende, slechts aanteekening daarvan gedaan in de
Kanselarij of respective Secretarijen, gelijk van alle redemtie-koopen
ten tijde des koops mede geschieden moet. 26 Apri l 1529. L. B. 188.
II, 557.
--Plakkaat, dat men alle
gekochte, gegevene of gelegateerde onroerende Goederen, binnen 't jaar
te Bode behoort te stellen, en Consent van den Hove te verzoeken. 26
November 1535. II, 681.
--Ordonnantie op de verkooping
der vaste goederen van Kerken, Minderjarigen en anderen,
namelijk dat het Consent zal verzocht en decreet verleend worden bij
het Provinciaal Hof nopens de Geestelijke Goederen, mitsgaders van de
Goederen der Minderjarigen, indien de schuld, waarom Ai verkooping
verzocht zal worden, meer dan 200 goudguldens bedraagt, doch de schuld
minder beloopende, zal Consent verzocht worden aan het Gerigt, en het
decreet daarop door hetzelve verleend worden, ten ware de koopschat
boven de 200 goudguldens was gestegen, als wanneer de besognes aan den
Hove geremitteerd, en het decreet mede bij denzelven Hove zal worden
geëxpedieerd. 29 Maart 1542. II, 847.
--Plakkaat, bevattende de Instructie voor
den President en Leden van den Raad in Friesland, nopens de Geestelijke
Goederen, in wereldlijke handen gekomen zijnde. 25 Augustus 1542. II,
864.
--Ordonnantie dat alle diegenen, welke eenige vaste Goederen of
Renten van Kerken, Leenen of Beneficiën onder zich hebben of occuperen,
dezelve binnen drie maanden na publicatie dezes zullen moeten
restitueren. Voorts dat alle Kerkvoogden, Pastoren en anderen, eenige
Beneficiën alhier in Friesland bezittende, mede binnen gemelden tijd
aan de Grietslieden en Magistraten zullen hebben over te brengen bij
geschrifte, eeno naauwkeurige specificatie van de grootheid,
jaarlijksche waarde en limiten van vorengemelde vaste Goederen en
Renten, om door de Geregten verder terstond aan de Heeren Raden in den
Hove ingediend te worden, dewelke gelast worden, daarvan een goed
Register te doen houden, om aldaar, met andere Registers van de
Kanselarij, ter eeuwiger memorie bewaard te worden. 3 November 1542.
II, 869.
--Acte , betrekkelijk het
Plakkaat van den 3 November 1542, om de Goederen, in
voortijden
tot eenige Godsdiensten gedestineerd, binnen drie maanden wederom te
restitueren. 10 December 1542. II, 873.
--- Voorstel van eenige Geestelijke Volmagten, om den Heere
Stadhouder te verzoeken, ten einde de handelingen nopens het Plakkaat
der Geestelijke Goederen uit te stellen tot den eerstkomenden Landsdag.
22 December 1542.
II, 874.
--Verzoek, door de Volmagten van eenige Grietenijen in
Oostergoo en van de Stad Dokkum, aan den Stadhouder, President en Raden
gedaan, tot uitschrijving van een Landsdag, om met de Algemeene Staten,
zoo Wereldlijke als Geestelijke, te handelen over de groote
zwarigheden, welke bevonden worden in het Plakkaat van den Keizer,
aangaande het formeren van Registers der Geestelijke Goederen in
Friesland. 6 Januarij 1543. III, 1.
--Request, gepresenteerd
door Frans Roorda, Grietman van Wijmbritseradeel, aan den Stadhouder,
President en Raden in Friesland, houdende verzoek om hem eenig narigt
te willen verleenen of appointement, om te mogen weten, hoe hij zich
zal hebben te gedragen in het beantwoorden der zwarigheden, die hem
tegen geworpen worden over het Plakkaat, tot het opmaken van een
Register der Beneficiën en
Geestelijke Goederen vastgesteld en uitgegeven. 17 Januarij 1543.
III, 2.
--Antwoord van
den Hove op de
zwarigheden, door de Volmagten van eenige Grietenijen en de Steden
Leeuwarden en Dokkum gevonden in de Ordonnantie nopens het registreren
der Beneficiën, van den 3 November 1542. 19 Januarij 1543. III, 3.
--Plakkaat, om geene Goederen van Gebannenen onder zich te honden of te
verzwijgen, maar dezelve aan te geven, met de namen der gebannen
Personen daarbij gevoegd. 26 Junij 1568. III, 735.
--Plakkaat des Konings,
ordonnerende alle Ambtenaren, om elk in zijn Kwartier te
inventariseren en bewaren de roerende en onroerende Goederen van de
aanhangers van Don Johan van Oostenrijk; bevelende voorts allen, die
hebben of weten eenige van die goederen, daarvan dadelijk kennis te
geven, verbiedende om hunne Personen aan te houden of bij te staan. 7
December 1577. III, 1167.
--Ordonnantie des Konings,
door den Stadhouder Lalaing uitgevaardigd, met het bevel tot uitvoering
van de presiderende Raden, tot opschrijving en inbeslagneming der
Goederen, behoorende aan de aanhangers van Don Johan van Oostenrijk;
alsmede tot wering van Moord en Doodslag. 5 September 1578. III, 1209.
--Plakkaat, dat niemand Goederen zal vervoeren, noch van de eene jurisdictie
naar de andere trekken, zonder voorkennis van den Officier der plaats.
13 Februarij 1580. IV, 127.
Ordonnantie, dat niemand, bezittende, gebruikende of bewarende
eenige roerende of
onroerende Goederen, toebehoorende aan Personen, die voor of na de
Pacificatie van Gent uit den Lande vertrokken zijn, en volgens Register
hierbij gevoegd, of aan derzelver huisvrouwen, met aan hen of iemand
hunnentwege zal mogen overleveren voor Goederen, of betalen eenige
opkomsten van dien. 7 Junij
1580, IV, 159.
--Plakkaat, behelzende een
verbod, om eenige Goederen of Koopmanschappen te vervoeren buiten de
Nederlanden naar de havens, aan dezen kant van Rouaan gelegen; gelijk
mede aan dezen kant van Bremen, noch ook langs de Maas, Waal, Rijn of
andere rivieren opwaarts, zonder paspoort enz. 4 Augustus 1586. IV, 632.
--Resolutie der Staten, nopens het
verhypotheseren, verbinden en verkoopen van vaste Goederen en Renten
met renunciatie door minderjarigen gedaan, tot redres der misbruiken
daaromtrent gepleegd. 23 Julij 1588 en 11 Februarij 1599. IV, 1035.
--Request van de Administrators der Kerke- en Geestelijke Goederen
te Wieuwerd aan Heeren Gedeputeerde Staten, om eene Commissie te
benoemen tot het opnemen der Rekening van hunne gehoudene
Administratie, met het appointement daarop, waarbij vier Heeren uit het
Collegie zijn verzocht en gecommitteerd tot het opnemen dier Rekening.
8 Mei 1601. IV, 1124.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt,
dat de Goederen, toebehoorende aan Personen, buiten deze
Provincie wonende, met den Tweehonderdsten Penning zullen bezwaard
worden. 18 Julij 1674. V, 1032.
--Plakkaat tegen de groote
ontrouw en voorgewende handelingen omtrent levendige have en andere
roerende Goederen, tot groot nadeel der Crediteuren. 21 Februarij 1685.
V, 1239.
--Notificatie, dat geene particuliere
Ingezetenen eenige roerende Goederen, zonder voorgaand
consent van de Grietslieden en Magistraten, bij publieke opveiling,
zullen mogen verkoopen. 8 Maart 1698. VI, 289.
--Zie Aangifte. Accijs
Beesten. Bonifacius-Convent. Contributie.
Dijken. Donia (S.
v.). Frankrijk. Gedeputeerden. Giften. Johan van Oostenrijk.
Kloostergoederen. Kloosters. Koopmanschappen. Landsdag No. 6, 31, 32,
33, 42, 44, 62. Leen. Leeuwarden. Malta (Orde van). Munt (De).
Pacificatie. Penning (Honderdsten). Plakkaten. Rebellen. Registers.
Strandgoederen. Verbeurdverklaarde Goederen. Verbeurdverklaring.
Verkoop. Wapens. Watervloed. Wederdoopers.
Goedschatting. Resolutie, dat de Goedschatting
en andere
buitengewone Lasten, usufructuaire Goederen betreffende, door den
Vruchtgebruiker zullen betaald worden. 16 Maart 1674. V, 1013.
--Resolutie betrekkelijk het verbeteren van de Cohieren der
Goedschatting. 22 Julij 1676. V, 1118.
--Resolutie, waarbij de besognes
der Heeren Gecommitteerden uit hunne Edel Mogenden tot de Revisie van de Cohieren
der Goedschatting, alsmede het project eener missive aan de Heeren
Officieren en Magistraten, betrekkelijk het invorderen van den
Honderdsten Penning, en den eed van zuivering, door de Ingezetenen,
die zich bij de tauxatie bezwaard vinden, te doen, benevens de
Instructie voor de Executeurs, tot het invorderen der Eesten,
goedgekeurd worden. 24 Augustus 1689. VI, 157.
--Notificatie, waarbij de tijd,
om den eed
Tan zuivering te doen, voor diegenen, die vermeenen te hoog getauxeerd
te zijn, verlengd wordt. 24 Augustus 1689. VI, 160.
--Missive aan de Heeren Officieren en Magistraten,
betrekkelijk: 1°. Het hernieuwen van de Cohieren der Goedschatting; 28.
het betalen van dezelve der goederen, Uitheemscher, en Minderjarigen
toebehoorende, en 3°. den Eed, door de Executeurs te doen, benevens het
formulier van zulk eenen eed. 18 Julij 1690. VI, 171.
--Notificatie, dat ieder Ingezeten, die op duizend
gulden en daarboven in de Goedschatting staat aangeslagen, behalve den
Honderdsten Penning, ook nog den Duizendsten zal betalen. 19 Julij
1696. VI, 263.
--Missive aan de Grietslieden en Magistraten, waar
bij de Goedschatting op den Tweehonderdsten Penning verminderd wordt. 5
Maart 1698. VI 288.
--Resolutie, waarbij de Goedschatting van den Twee
honderdsten op den Vierhonderdsten Penning verminderd, wordt 3 Maart
1699. VI, 320.
--Missive aan de Heeren Grietslieden en Magis
traten, waarbij zij gelast worden, hunne Cohieren der Goedschatting op
te maken, en dezelve van den Tweehonderdsten op den Vierhonderdsten
Penning te verminderen. 28 Februarij 1700.
VI, 336.
--Resolutie, waarbij aan alle Ingezetenen, welke zich
bij de tauxatie hunner goederen in den Honderdsten Penning bezwaard
vinden, een zekeren tijd bepaald wordt, om zelf hunne goederen te
begrooten. 1 April 1702. VI 373.
--Zie Officieren. Taux
Goffredus (Hillebrandus). Zie Voorrede, II,
73.
Goldschmit (Y.). Zie Munt (De).
Goldsmid. Zie Klaarkamp.
Goldstein (J.). Zie Pacht
Gooen (De). Zie Ambten. Landsdag No. 25.
Tractementen.
Gooijland. Zie Plakkaten.
Gorredijk. Resolutie, waarbij aan de
Ingezetenen van
Gorredijk toegestaan wordt, om aldaar twee Jaarmarkten op te rigten,
onder zekere voorwaarde. 26 Maart 1694. VI, 233.
--Zie Vaarten.
Gosma (G.) Commissie des Hertogs Georg van Saksen voor Gelmar
Gosma, als Dijkgraaf in Oostergoo. Omtrent den
jare 1504.
II, 239.
Gotschalcks (B.). Zie Steffen.
Goud en Zilver. Resolutie en Order, betrekkelijk den prijs en de waarde
van het Goud en Zilver, en het verwerken van hetzelve. 12 Maart 1695.
VI, 243.
--Plakkaat betrekkelijk den prijs, de waarde en
het verwerken van het Goud en Zilver. 18 Mei 1695. VI, 247.
--Zie Munt (De).
Goud- en Zilvergeld. Zie Munt (De).
Goud- en Zilversmeden. Zie Munt (De).
Gouden- en Zilveren Penningen. Zie Munt (De).
Gouden Gulden. Plakkaat, hoe hoog een iegelijk de twee nieuwe stukken,
die in 's Konings Munt geslagen zullen worden, namelijk een Gouden
Gulden en een Zilveren Daalder, gedurende de nog loopende tolerantie,
op alle gangbare muntspeciën bij provisie gesteld zijnde, en die bij
dezen ook wederom wordt gecontinueerd, zal moeten ontvangen en
uitgeven, en welke figuren en gewigt dezelve hebben. 4 Junij 1567. III,
712.
Goudguldens. Resolutie, waarbij verboden wordt, geene Goudguldens,
Schellingen en andere Paijementen, beneden het gehalte, in deze
Provincie in te voeren, bij poene van 2000 Caroli-gulden. 3 April 1687.
VI, 126.
--Resolutie, waarbij verboden wordt, geene Goudguldens,
Schellingen en andere mindere geldsoorten, in de jaren 1685, 1686,
1687, 1688 en 1689 te Nijmegen, Zutphen, Deventer en Zwolle gemunt, in
deze Provincie in te voeren. 3 Augustus 1689.
VI, 156.
--Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerden gelast
zijn, het Plakkaat der Heeren Staten van Holland, op het stuk van den
invoer der Goudguldens, Schellingen en Stuivers van minder waarde, dan
dezelve na de Ordonnantiën van den Lande behoorden geslagen te worden,
te examineren en na te zien. 16 Julij 1692.
VI, 194.
--Plakkaat, om alle Goudguldens of acht-en-twintig
Stuivers Penningen te laten poinconneren of stempelen
met het
wapen van de Provincie; dat voorts geen koers zullen mogen hebben
eenige Goudguldens, Schellingen of andere Paijementen, geslagen na de
dagteekening dezer Publicatie, en dat de bij Plakkaat van 25 Februarij
ll. gereduceerde Schellingen vaste koers zullen houden voor
vijf en
een halve Stuiver. 12 Mei 1693. VI, 205.
--Zie Dukatons.
Goudsmeden. Waarderingsbrief van de Goudsmeden
te Franeker.
29 Augustus 1470. I, 643.
--Plakkaat op het stuk van de Goudsmeden. 2
Februarij 1502. II, 218.
--Plakkaat, inhoudende Instructie en regel voor de
Goudsmeden in Friesland. 8 Maart 1529. L. B.
185. II, 554
--Verklaring van den Hove van Friesland, gevolgd op een verzoek van
de Goudsmeden deszelven Landschappe, dat het Plakkaat, rakende de
Goudsmeden, van dato den 8 Maart 1529, in zijn geheel blijft; dat het
Hof gecommitteerd heeft twee Kaden, tot aanstelling van een
Keurmeester-Generaal, gelijk ook van particuliere Keurmeesters in
Steden, daar meer dan twee Goudsmeden zijn enz.; alles bij provisie en
op revocatie van Zijne Keizerlijke Majesteit gedaan. 14 Februarij 1531.
II, 577.
--Ordonnantie, dat niemand het handwerk van Goudsmeden binnen
Leeuwarden zal mogen opzetten en oefenen, zonder alvorens
voor den Keurmeester en twee der oudste Meesters te hebben gedaan de
Proef, in werk en maniere hierin beschreven. 4 December 1544. III, 57.
--Resolutie, waarbij de Goudsmeden, die de Proeven
van hun werk niet willen gedogen, in eene boete vervallen. 24 Julij
1604. V, 110.
--Zie Munt (De).
Goutum. Zie Leen.
--W. v.. Commissie, gepasseerd op Wybrand van
Goutum, Grietman
van Idaarderadeel, als Dijkgraaf over de dijken, strekkende van den
Leppedijk tot aan de Munnike Clesinge. 28 April en 23 Mei 1573. III, 935.
Gouverneur (Luitenant-). Gouverneur-Generaal.
Resolutie der
Staten van Friesland, omtrent de kiezing of nominatie van eenen
Luitenant-Gouverneur. 10 en 11 December 1583.
IV, 411.
--Uitschrijving der Heeren Gedeputeerden, om tegen den 19 dezer
den vorigen of een anderen Volmagt te zenden, tot hervatting der
deliberatiën over de aanstelling van eenen Luitenant-Gouverneur. 11
December 1583. IV, 412.
--Brieven van Certificatie, door den Hove van Friesland aan de Volmagten der
Steden verleend, wegens de nominatie van drie personen, tot verkiezing
van eenen Luitenant-Gouverneur, en hetgeen daaromtrent op den 10 December
ll. is voorgevallen. 12 December
1583. IV, 413.
--Requesten van de Volmagten der Steden aan den Hove van Friesland,
exhiberende de Resolutie en Nominatie der Staten ter verkiezing van
eenen Luitenant-Gouverneur, geschied op den 10 dezer maand, ten
overstaan van zekere Commissarissen; verzoekende den Hove eenen
Commissaris te benoemen, die genoemde Commissarissen voor zich roepe,
op het gepasseerde verhoore, en den supplianten daaraf verleene opene
brieven van certificatie in forma, tot voorkoming van eene nieuwe
convocatie, comparitie, en misschien contra-resolutie, tegen den 19
derzelver maand bestemd. .. December 1583. IV, 425.
--Resolutie der Landen, waarbij het tractement van den
tegenwoordigen Luitenant-Gouverneur, van 1600 gulden, verhoogd wordt
tot 4000 gulden, doch zonder consequentie tot andere Gouverneurs;
wordende Zijne Genade nog bovendien toegestaan de vrije bewoning van
Tiete Camminga-Huis, staande te Leeuwarden, in de Groote Kerkstraat,
met een declaratoor der Steden, daarop gevolgd. 15 April 1584.
IV, 458.
--Nadere Instructie voor de Gecommitteerden van Friesland,
waarnaar zij zich in het aannemen van Zijne Excellentie tot
Gouverneur-Generaal van dezen Landschappe zullen hebben te gedragen. 30
October 1586. IV, 661.
--Zie
Doleantiën. Johan van Oostenrijk. Kolonel.
Landsdag No. 29.
Leycester (Grave van). Matthias. Merode. Pacificatie. Stadhouders.
Vrijbuiters. Willem I. Willem Lodewijk.
Graaf van Holland. Zie Willem (Graaf).
Graanmarkt. Zie Granen.
Grafschriften. Zie Voorrede, I, 25.
Graft (Zoute). Zie Aalsum.
Gramaye (T.). Zie Friesland. Munt (De).
Granen. Plakkaat tot verbod van den uitvoer
van Granen, en
Reglement omtrent het koopen en verkoopen van dezelve. 23 September
1531. II, 586.
--Plakkaat, dat men geene Granen mag uitvoeren, dan alleen
op bekomen consent en onder genoegzame cautie, van binnen drie weken te
zullen inbrengen een last Rogge, voor een last Tarwe, anderhalf last
Gerst, en twee lasten Haver, die men zal willen uitvoeren. 9 October
1531. II, 608.
--Bevel, om bij provisie 's Keizers
Plakkaat op de
koopmanschap en uitvoer van Granen te publiceren, en ondertusschen een
plan, tot oprigting van eene vrije Korenmarkt binnen Leeuwarden op te
stellen, en ter examinatie en dispositie van den Stadhouder en Raden
over te geven. 23 November 1535. II, 681.
--Plakkaat tot verbod van uitvoer van Granen en Victualiën buiten
den Lande van herwaarts over, voor den tijd van vier maanden,
uitgezonderd de Provisiën, bij de zeevarenden tot hunne reizen
benoodigd. 1 Mei 1543. III, 15.
--Permissie, om, niettegenstaande het
verbod van Uitvoer van
Granen en Victualiën, volgens Plakkaat van den 1 Mei
11., wel
buiten Friesland te mogen voeren de Koeijenkazen, alhier van koemelk
gemaakt, op Bremen en daaromtrent, doch niet naar den vijand.
30 Mei 1543. III, 22.
--Publicatie, om de Koeijenkazen te mogen uitvoeren, hoewel
andere Waren verboden zijn. 7 Junij 1543. III, 23.
--Plakkaat, tot prolongatie van het verbod van uitvoer van
Victualiën, uitgezonderd Koeijenkazen, en al hetgeen
naar 's
Keizers Legers en tot provisie voor de Schepen uitgevoerd wordt door de
havens van Kollum, Dokkum, Harlingen, Makkum, Workuni, Stavoren en de
Lemmer. 22 Augustus en 7 September 1543.
III, 26.
--Plakkaat, houdende verbod van uitvoer van Granen en
Victualiën buiten 's Lands, des dat de zeevarenden hunne
schepen mogen provianderen, zoo veel noodig.
19 April 1544. III, 33.
--Permissie, dat, niettegenstaande 't verbod van
Granen
en Victualiën uit te voeren, de Ingezetenen van Friesland hunne
Koeijenkazen zullen mogen transporteren naar Bremen en daaromtrent,
mits niet te bezorgen aan den vijand. 13 Mei 1544.
III, 34.
--Plakkaat, tot vernieuwing van het point, in zeker
Plakkaat
van den jare 1531 uitgedrukt, verbiedende het verkoopen van Granen, nog
wassende, en eer die in de zak zijn; met annullatie der contracten,
daaromtrent gemaakt, mits de kooper binnen zes weken den ontvangen
prijs restituere. 20 Julij 1546. III, 107
--Plakkaat, dat niemand Granen
mag uitvoeren, hetzij specie, gemalen of anderzins, buiten de Landen
van herwaarts over; noch ook van het eene Land van herwaarts over naar
het andere, dan alleen onder genoemde borgstelling, van binnen twee
maanden te zullen leveren verklaring der plaats, alwaar de Granen zijn
aangevoerd, dat de ontlading aldaar is geschied; voorts om binnen 's
Lands geene Granen te verkoopen, dan op gewone marktdagen, uren en
plaatsen, en op de wijze hier aangewezen. 12 September 1551. III, 277.
--Plakkaat, dat de Oostersche Granen, in
de Landen
van herwaarts over gebragt, voortaan zoo min als de inlandsche zullen
mogen uitgevoerd worden; en dat omtrent het verkoopen van dezelve
gelijke order zal moeten geobserveerd worden, als nopens de inlandsche
is geordonneerd. 24 October 1551. III, 285.
--Plakkaat tegen den uitvoer van Granen, Vleesch, Visch,
Boter, Kaas en andere Victualiën tot den laatsten Julij.
12 Januarij 1552. III, 290.
--Ordonnantie aan de Geregten: 1°. om terstond over te
zenden de cautiën en certificaten wegens het uitvoeren van Granen, bij
henlieden, ingevolge de Plakkaten, daarvan zijnde, ontvangen; en 2°.
rakende den voorraad der Bakkers in Friesland; de zetting van het
Brood; mitsgaders het bepalen van de plaats en het uur, wanneer de
Graanmarkt te Leeuwarden zal gehouden worden. 4 en 29 Februarij 1552.
III, 392.
--Plakkaat, om tot den laatsten November niet te mogen
uitvoeren Granen, Vleesch, Visch, Boter, Kaas, noch andere Victualiën,
uitgezonderd Koeijenkazen naar Bremen; en dat de Schippers, ter zee
varende, de noodige provisie tot hunne reis zullen mogen mede nemen. 26
Julij 1553. III, 316.
--Plakkaat, dat het verbod van uitvoer van Granen, Vleesch,
Boter en andere Victualiën, wordt gecontinueerd tot den laatsten
Mei eerstkomende. 25 November 1553. III, 322.
--Plakkaat, dat het verbod van uitvoer van Granen, Vleesch,
Visch, Boter enz., nogmaals gecontinueerd wordt tot den
laatsten
November, uitgezonderd Haring en drooge en gezouten Visch, die
gedurende deze continuatie gepermitteerd wordt . 27 Mei
1554.
III, 362.
--Missive, ten geleide van het Plakkaat tegen den uitvoer
van Granen van den 27 Mei, en tot uitschrijving van eenen Landsdag. 11
Junij 1554. III, 365.
--Plakkaat, dat de uitvoer van Granen, Boter, Kaas,
Vleesch,
Visch enz., verboden blijft tot den laatsten Mei
eerstkomende,
uitgezonderd de Koeijenkazen naar Bremen, de Haring, drooge en gezouten
Visch en de Provisiën, die de Schippers tot hunne reizen benoodigd
hebben. 26 Novenber 1554. III, 369.
--Prolongatie van het
verbod van
uitvoer van Proviand tot
den laatsten November eerstkomende. 25 November 1555. III, 375.
--Ordonnantie, dat tot belet van Monopolie in Granen, alle
dezelve zullen moeten worden opgeteekend, en een iegelijk ten dien
einde verpligt zal zijn, de noodige aanwijzing daarvan aan
Gecommitteerden te doen, zonder iets te verzwijgen of te verbergen. 22
Januarij 1557. III, 410.
--Plakkaat, dat men geen gemalen noch ongemalen
Granen
zal mogen voeren buiten de Landen van herwaarts over; en niet van het
eene Land van herwaarts over in het andere, dan onder borgstelling, van
binnen twee maanden eene verklaring te zullen vertoonen van de
ontlading; alsmede de Granen niet anders te verkoopen, dan bij partij
of monster, te brengen op de gewone marktplaatsen, dagen en uren.
3 October 1562. III, 581.
--Plakkaat, dat de Tarwe en Rogge, in Friesland zijnde, geheel niet
mag uitgevoerd worden, en andere Granen niet, dan , onder borgtogt, van
binnen drie weken weder te zullen invoeren een last Rogge voor ieder
twee lasten Garst, of drie lasten Haver, Erwten of Boonen; alles tot
anders in dezen zal worden geordonneerd. 13 September 1565. III, 651.
--Plakkaat, dat tot aan Augustus eerstkomende niemand eenige
Granen mag uitvoeren, noch koopen om weder te verkoopen,
uitgezonderd Bakkers en Brouwers de behoefte hunner nering; dat men
niet mag koopen, zonder dezelve binnen zes dagen te vervoeren; geen
voorgewende koopen doen; ook geen te velde staande Granen koopen, elk
niet meer dan de noodige provisie voor zijn huisgezin, en niet dan op
de gewone marktplaatsen en tijden; en voorts op geenerlei wijze eenige
Monopolie, bedrog of onbehoorlijke praktijken in de koopmanschap der
Granen te plegen. 15 September 1565. III, 653.
--Plakkaat des
Konings, tegen den uitvoer van buitenlandsche
Granen, onder eenige bepalingen. 3 November
1571. III, 868.
--Plakkaat des Konings, tegen de Fraudes, Bedrog, Monopoliën en
verdiering (duurmaking) van Granen. 30 November 1571.
III, 872.
--Order voor den Grietman Allert van Syrixma, om de Ingezetenen
van het Bildt onder zeer zware straffen te gelasten, hunne
Granen te dorschen en naar Leeuwarden te brengen, om aldaar tot hun
eigen voordeel bewaard en verkocht te worden. 12 September 1572. III,
906.
--Verbod van uitvoer van Granen, Boter en Kaas, uitgezonderd
naar Zijner Majesteits Leger. 12 September 1573. III, 951.
--Precautiën en verbod tegen het opkoopen en uitvoeren van
allerlei Granen en het maken van Monopoliën. 20 September 1576. III, 1072.
--Plakkaat des Konings, waarbij verboden wordt de
uitvoer
van Granen, uit Zijner Majesteits Erf-Nederlanden. 20 December 1576. III,
1083.
--Plakkaat, om binnen eene maand, na de publicatie dezes, alle
Granen, ten platten Lande wezende, te dorschen en binnen de besloten
Steden te brengen. 30 October 1577. III, 1162.
--Verbod van uitvoer van Granen, anders dan bij kleine
quantiteiten naar andere plaatsen binnen 's Lands, en wel onder het
houden van een goed Register, waar en aan wien zulks gezonden wordt. 13
Junij 1580. IV, 166.
--Ordonnantie, om op nieuw te publiceren het
Plakkaat te
gen den uitvoer van Granen. 19 September 1580. IV, 206.
--Ordonnantie, houdende verbod van uitvoer van Granen,
als onder zekere bepalingen. Voorts gebiedende dat de landlieden hunne
Granen in de vaste Steden moeten brengen, met eenige schikkingen,
precautiën en straffen daaromtrent. 9 December 1580. IV, 223.
--Ordonnantie tot publicatie van het verbod van uitvoer van
Granen, onlangs op de zeekusten uitgegeven. 7
November 1595.
IV, 885.
--Afdoening en intrekking van het verbod van uitvoer van
Granen, en het vrije transport derzelven buiten den
Landschappe toegestaan. 6 Januarij 1596. IV, 886.
--Ordonnantie om geene Granen uit te voeren, dan onder genoegzame
Borgstelling, van binnen veertien dagen een last Rogge in te
brengen voor ieder twee last Garst, een last Weit, een last Haver, een
last Boonen, en een half last Erwten, die men zal willen uitvoeren. 8
Augustus 1597. IV, 968.
--Resolutie op de propositie van eenige Heeren Gecommitteerden,
wegens de Heeren Staten van de Stad Groningen en Ommelanden,
rakende eenige pointen het belang van beide Provinciën concernerende,
betrekkelijk den uitvoer van Granen en andere binnenlandsche Waren; den
invoer van Vette Waren, en de belasting op de Turf. 17 Julij 1680. V,
1183.
--Zie Brood. Contributie. Eetwaren. Godsdienst. Kloosters.
Landlieden. Leeuwarden. Penning (Achtsten).
Processiën. Renten. Tarwe.
Graslanden. Zie Tuchthuis.
Grastallen. Zie
Munnekezijl.
Gratie. Publicatie van Gratie en Pardon, voor
allen, die
zich hebben laten herdoopen, en die binnen eene maand voor den Hove
hunne dwalingen zullen bekennen en beklagen; zullende na dien tijd
tegen dezulken, zonder genade en met alle strengheid, geprocedeerd
worden. 31 Maart 1534. II, 652.
--Plakkaat, dat tegen de Herdoopten,
welke den tijd
van Gratie hebben laten verloopen, op het ernstigste, bij apprehensie
zal worden geprocedeerd; dat niemand dezulken mag logeren, verbergen of
verzwijgen, maar moeten aantasten en overleveren en van hunne gehoudene
vergaderingen kennis geven aan de Justitie. 1 Julij 1534. II, 656.
--Prolongatie van den geëxpireerden termijn van Gratie voor
de verleide en berouwtoonende Herdoopten voor nog twee maanden. En
order om de Kanselarij-Geregtigheden terstond te betalen 25 April 1560.
III, 487.
--Brief van Gratie en Remissie, verleend door Koning Philips
aan Engbert Pieters, wegens een manslag, begaan aan éenen Sytze
Optez. ten huize van Alexis Martenszoon, Herbergier te Stiens.
16 April 1581. IV, 252.
--Zie Confoederatie. Gerbranda. Wederdoopers.
Gratinga. Zie Rente.
Gratuiteit. Zie Propijn.
Graven. Zie Slatten.
Gravers. Zie Landsdag No. 6.
Gravinne. Zie Volmagten.
Gravius (Idsardus). Idserd van Grouw. Zie
Voorrede, II, 75.
Greenwen. Zie Slatting.
Grensscheiding. Geregtelijke Attestatiën,
genomen door Ipo
Haeyma, Grietman in Langwold, ten verzoeke van Christoffer van
Eeuwssum, aangaande de Limietscheiding tusschen Opsterland en
Vredewold. 18 Augustus 1558. III, 441.
--Grensscheiding gemaakt bij uitspraak van Zijne
Vorstelijke Doorluchtigheid, tusschen de Stad Harlingen
en de
Grietenij van Barradeel, en op partijens verzoek door de Heeren
Gedeputeerden goedgekeurd. 3 Mei 1684. V, l222.
Grenzen. Missive van den Aartshertog Matthias
aan den Grave
van Rennenberg, Vrijheer van Ville, Stadhouder van Friesland, over het
versterken der Grenzen en afbreken van sommige Kasteelen of Blokhuizen,
en bijzonder die van Harlingen en Stavoren. 18 februarij 1578. III, 1184
Greuze. Zie Zoen.
Griet (T. Takes Wed.). Zie Hasker-Convent.
Grietenijen. Zie Dank- en Bededag. Fritzma. Grietslieden. Tractaat.
Wapening.
Grietenij-Ontvangers. Resolutie der Staten,
dat de generale en particuliere Ontvangers van Grietenijen en Dorpen in
hunne bedieningen zullen worden gecontinueerd, zoo lang daarover nader zal worden
beschikt . 30 Mei 1673. V, 981.
--Zie Landsdag No. 25, 78.
OntvangerGeneraal. Opschot.
Grietman. Zie Camstra (R.). Oostdongeradeel.
Osinga (Janke). Ton- en Bakengeld.
Grietslieden. Aanstelling van Grietslieden in
vacant verklaarde Grietenijen. 7 Februarij 1517. II, 344.
--Pointen of Artikelen, door den Stadhouder en de
Raden aan Heeren Grietslieden in het particulier
voorgehouden in de Kanselarij. 26 Maart 1525. II, 491.
--Zie Armegelden. Dorpsomslagen. Franeker. Landsdag No. 3, 4, 5, 6,
9, 11, 28, 33, 36, 44, 78. Nedergeregten. Privilegiën. Stemmen.
Grieven. Zie Floreen. Stemmen.
Griffie. Zie Fideïcommissen. Landsdag No. 27.
Griffiers. Plakkaat, dat geene Griffiers,
Secretarissen of
Notarissen informatiën, depositiën of gelijke acten van Justitie zullen
nemen, bespreken of vaststellen in zaken rakende de Troebelen; dat de
Vrouwen van gebannen of gevlugte Personen naar hunne mannen trekkende,
niet mogen wederkomen, of daar zijnde en wederkomende niet weder naar
hunne mannen mogen gaan; mitsgaders alle weergekeerde gebannenen te
apprehenderen, en naar de Ordonnantie, dienaangaande gemaakt, tegen hen
te procederen. 11 Januarij 1569.
III, 760.
--Zie Hof van Friesland. Landsdag No. 6. Procureur-Generaal.
Grombach (F. v.). Zie Aalsum. Leen.
Vrijgeleide.
Grondheeren. Resolutie, dat alle Grondheeren
met twee jaren
achterstallige huren op de goederen hunner Meijers zullen zijn
geprefereerd vóór alle geregistreerde crediteuren. 22 Februarij 1656.
V, 582.
--Resolutie, houdende de approbatie der Artikelen
en Conditiën, welke de gezamenlijke Eigenaars en Grondheeren van den
bedijkten polder tusschen Burgwerdertille en Littenserzijl met elkander
hebben gemaakt. 26 en 27 Februarij 1680. V, 1173.
Groningen. Zie Admiraliteit. Delfzijl. Granen.
Landsdag No.
6, 50. Munt (De). Oorlog. Oostergoo. Propijn. Schuitediep. Soldaten.
Trekweg. Verbond. Verschillen. Vrede. Vrijgeleide. Zoen. Zwanen.
Groningensis (F.). Zie Doleantiën.
--(R.). Zie Gerkesklooster.
Groningerland. Zie Duiten. Knechten.
Groningers. Keizer Frederik III gebiedt die van
Groningen,
bij
verbeurte van alle hunne Privilegiën en Confiscatie hunner goederen,
dat zij zich geen regt, magt of gezag in en over Friesland, zullen
aanmatigen, maar hetzelve te laten blijven in alle vrijheid, ten tijde
en zoo lang de twisten, tusschen hen en de Friezen ontstaan, door
zijne Commissariën, den Keurvorst van Keulen en des Bisschop van
Munster, zullen zijn getermineerd en geeindigd. 5 Julij 1493. I, 758.
--De Roomsch Koning Maximiliaan bevestigt het
Gebod, door zijnen Vader Keizer Frederik III aan de Groningers gedaan, om zich
geen regt, magt of gezag in en over Friesland aan te matigen;
vernietigende alle verbonden, eeden en geloften, die tegen der Friezen
vrijheid aanloopen. 23 September 1493. I, 760.
--Keizer Maximiliaan beveelt Hertog Philips van Bourgondië,
zijnen Zoon, dat hij de Groningers en die met hen verbonden
zijn, in zijne Landen geen vrijgeleide zal geven, en het gegevene
wederroepen; voorts dat hij zijne onderdanen strengelijk verbiedt, om
eenige Gemeenschap of Koopmanschap met de Groningers te hebben, of
eenige contracten met hen te maken, omdat zij het bovengemelde Gebod
niet hadden gehoorzaamd. 23 December 1493. I, 762.
--Zie Verbond. Zoen.
Grons (De). Zie Donia (Kempo van).
Grootvelt (A.). Zie Oorlog.
Grouw. Zie Rijweg. Vaarten.
--(Idserd van). Zie Voorrede, II, 75.
Grovestins (O. van). Resolutie, waarbij Jr.
Oene van
Grovestins, Grietman van Hennaarderadeel, geoctroijeerd wordt, eene
Brug over Werna (Warren-) en Keimpetille te leggen en een Tol te
heffen. 21 Maart 1650. V, 525.
--Acte, gemaakt tusschen den Magistraat
van Franeker en Jr. Oene van Grovestins, nopens het leggen van Werna-
en Keimpetille. 11 October 1650. V, 526.
--Zie Dijksgecommitteerden.
Grumbach. Zie Aalsum. Leen. Naerden (M. v.).
Grutze. Zie Gerkesklooster.
Gualterus (H.). Advertentie van den Magistraat
van
Leeuwarden aan de andere Steden van de terugkomst van der Steden Gezant
Dr. Henricus Gualterus, en verzoek om Gelastigden over te zenden, om
deszelfs Rapport te aanhooren, en daarop, alsmede op andere
inconveniënten, ten meesten nutte, te resolveren. 11 Junij 1586.
IV, 621.
Guarand Zie Negotiatie.
Guarantie. Zie Loo (B. v.). Stavoren.
Guarde du Corps. Zie Garde du Corps.
Guarnisoen. Zie Maandgeld. Paspoort.
Guide of Guy. Zie Friezen.
Verbond. Wetten.
Guinee. Zie West-Indië.
Guldens. Resolutie,
betrekkelijk het munten van nieuwe Staten-Guldens, twee-, drie- en
anderhalve-Guldens. 29 Mei 1680. V, 1178.
--Zie Embder-Guldens. Philips-Gulden.
H.
Haardstedegeld. Request van Oostergoo en
Westergoo aan den
Stadhouder, President en Raden, houdende verzoek om den bepaalden omslag
van vijf en twintig Stuivers op iedere Haardstede Friesland, tegen de
onwilligheid van de Zevenwouden en de Steden, door hunne autoriteit te
helpen bevorderen en ten uitvoer brengen. 7 Junij 1577. III, 1136.
--Concept-opstel, rakende de invordering van het
Haardstedegeld, door de Gecommitteerden der Landen
ontworpen aan den Hove geëxhibeerd. 4 Julij 1577. III, 1139.
--Antwoord, door de Volmagten der Steden aan
den Hove overgegeven, op een request van de Volmagten der Landen, omtrent
een daarin verzochte nieuwe uitschrijving ter invordering van een
Haardstedegeld. 19 December 1577. III, 1170.
--Resolutie, waarbij de Staten
van Oostergoo, Westergoo en Zevenwouden consenteren in den ophef der Haardstedegelden. 5
April 1606. V, 125.
--Acte van onderlinge verbindtenis der drie Gooën
om ingeval van verdere weigering van de Steden het Haardstedegeld
dadelijk in te vorderen, en tot executie van dien de sterke hand van
hunne Hoog Mogenden te verzoeken. 17 April 1624. V, 288.
--Zie Repartitie.
Schoorsteengelden.
Haardsteed. Zie Haardstedegeld.
Haersma (Doedt van). Zie Landsdag No. 64.
Haghe (M.) Zie Landsdag No. 42.
Hairplukken. Zie Mesvechten.
Hallum. Zie Trekweg.
Hallumer Uitgrazingen. Zie Floreen.
Halverstad. Zie Gedeputeerden.
Hamburg. Zie Dagvaard. Floreen.
Hamburgers. Zie Oorlog.
Handel. Verbod van op Engeland eenigen Handel te drijven, alsmede dat
een ieder, die nog eenige schulden of pretensiën nopens de Rebellen
hebben aan te geven, zich moeten adresseren aan den Procureur-Generaal
van Friesland. 14 Maart 1569. III, 765.
--Zie Commercie. Friezen. Harderwijk. Landsdag No. 6.
Pacificatie.
Handelingen. Zie Staten-Generaal.
Handschriften. Over de echtheid en onechtheid
der oude Handschriften zie Voorrede, II, 1.
--(Friesche). Zie Voorrede, II, 65.
--en Oudheden. Verdonkering, vernietiging en
vervalsching daarvan. Kenmerken der oudheid. Zie Voorrede, I, 20, II,
23, 39, 52.
--Zie Obligatiën.
Handvesten. Zie Regt. Tol.
Hans (Haring). Zie Steffen.
Hantum. Zie Klaarkamp.
Hanze-Steden. Zie Anze. Privilegiën. Vrede.
Hardegaryp. Resolutie, houdende een Octrooi
voor den Dorpe Hardegarijp tot een overdekt schip. 3 October 1674. V,
1085.
--Zie Weg.[Verdrag].
Harderwijk. Grietmannen en Regters van
Franekeradeel en
Wijmbritseradeel geven die van Harderwijk vrijheid, om in hun Land vrij
en veilig te mogen handelen; gebiedende hunne Ingezetenen, om dezelve
in lijf of goed niet te moeijen, bij tachtig ponden boete. 28 October
1315. I, 155.
--Brief van vrijgeleide, door die van Harlingen aan
die van Harderwijk gegeven, met verzoek, dat zij hetzelfde wedervaren
mogten. 11 Maart 1321. I, 163.
--Klagte van den Grietman en Regters van
Wagenbrugge aan die van Harderwijk, dat de Regters van de Veluwe eenige
Friezen, zonder voorgaande ontzegging, in hechtenisse gezet
en hunne goederen buit gemaakt hebben. ..... 1330. I, 185.
--Zie Friezen. Froonacker. Verbond. Vrijgeleide. Zoen.
Haren (W. v.). Zie Ambten.
Haring. Plakkaat, dat de uitvoer van Haring en
drooge en
gezouten Visch, tot nu toe gepermitteerd zijnde, weder ingetrokken en
verboden wordt tot Paschen eerstkomende. 19 November 1558. III, 447.
--Zie
Granen.
Harinxma (Bokke). Zie Verbond. Verschillen.
--(Haring van). Zie Dijken.
--(Pieter). Zie Hillema (M. H.).
--Zonen (Sjierk). Zie Verbond.
--Wyttia. Zie Engwird. Franeker.
--thoe Slooten (E. M. v.). Zie Trekweg.
----(P. van). Zie Workumer Buitenlanden.
Harlingen. Overeenkomst tusschen de Steden
Harlingen en
Franeker, dat men elkanders Ingezetenen niet zal mogen arresteren om
Penningschuld. 9 December 1465. I, 611
--- De Stad Harlingen door Keizer Karel begiftigd met een
jaarlijksche som van honderd Ponden, van veertig Grooten, tot reparatie
van muren, torens, poorten en andere noodzakelijkheden, door den Raad
en Rentemeester-Generaal in Friesland te betalen 7 Februarij 1524. II,
465.
--Keizer Karel schenkt aan die van Harlingen de halve
Jaartaux van negen jaren, die zij hem ten achteren zijn,
mits de andere helft in negen eerstkomende jaren te betalen.
8 Februanj 1524. II, 466.
--Concept van Geleyn Symonsz. en Antheunis Pieterasz.,
Rijswerkers in Zeeland, rakende de bewaring van het Huis en de
Stad Harlingen, benevens het land aldaar gelegen.
2 Mei 1525. II, 493.
--Plakkaat, dat een iegelijk, varende in of uit de Haven van Harlingen,
gehouden zal wezen den gewonen Voertol en Post geld te betalen. 14
October 1538. II, 723.
--Ordonnantie, door den Hove van Friesland gemaakt op
de Havens en de Sluis te Harlingen. 11 Mei 1552. III, 300.
--Octrooi, tot vergrooting der Stad Harlingen. 6 September 1565. III, 650.
--Schikkingen, omtrent de uitvoering der geprojecteerde
vergrooting der Stad Harlingen. ..... 1566. III, 692.
--Instructie voor Mr. Gerbrand Walckema, belangende het
vergrooten der Stad en Werken van Harlingen. ...... 1566.
III, 693.
--Plakkaat, dat niemand metter woon buiten Harlingen
zal mogen vertrekken, zonder uitdrukkelijk consent 30 April 1574.
III, 972.
--Request van die van Harlingen aan den Aartshertog
Matthias en de Staten Generaal, om vrijheid van openlijke
oefening der Gereformeerde Religie. 21 Julij 1578. III, 1202
--Ordonnantie des Stadhouders aan den
Kastelein,
Officiers en gemeene Soldaten op 't Blokhuis te Harlingen, om hetzelve
over te leveren aan de Heeren Gedeputeerden der Staten van Friesland. 2
Februarij 1580. IV, 121.
--Commissie op eenige Heeren, om zich naar Harlingen
te begeven, tot het maken van een Reglement van Raadsbestelling. 31
Augustus 1635. V, 372.
--Reglement en voet van Raadsbestelling der Stad Harlingen. 5 September 1635. V, 373.
--Reglement van Raadsbestelling der stad Harlingen. 25
Maart en 4 April 1637. V, 414.
--Resolutie, waarbij onder zekere voorwaarden aan den
Magistraat van Harlingen wordt toegestaan, om van het
Blaauwhuis eene kerk te maken. 16 Maart 1650. V, 521.
--Resolutie, betreffende het maken van een Dok te Harlingen,
en het onderhoud der houten wallen door de Burgers aldaar. 21
Februarij 1683. V, 1210.
--Zie Accijsen. Accijsmeesters. Admiraliteit. Dijken.
Franeker. Grensscheiding. Grenzen.
Krijgsbezettingen.
Landsdag No. 6. Leeuwarden. Policie. Regering. Regt . Roertol.
Schippers. Schouten. Steden. Tol. Tonnen en Bakens. Trekweg. Workum.
Zeewerken. Zijl.
Harlingerdijk. Zie Dijken.
Harlingerland. Zie
Harderwijk.
Harlingervaart. Zie Franeker.
Harmen-Oegerzijl. Namen der Personen en de
grootheid hunner landen, die tot Harmen-Oegerzijl schieten. .. Mei
1505. II, 245.
--Namen der Personen en de grootheid hunner
landen, die in Scheerhemsteradijk schieten, of Hospitaal-Register van
Harmen-Oegerzijl. ..... 1505. II, 246.
--Namen der Personen en hunne landen, die
geen Waterloop hebben. ..... 1505. II, 246.
Haro. Zie Vrede.
Harst (E. R. ter). Zie Gerkesklooster.
Hasker-Conveiit. Wandel- en Koopbrief,
tusschen het Convent te Haska en Douwe de Smith, van eenige pondematen
land, liggende
in Haskera Nieuwlanden. 30 April 1429. I,
489.
--Verwisseling van landen tusschen Teta Jellama, Gaeman te Westermeer, en
het Convent te Haska. 27 September 1451. I, 541.
--Brief van voorschrijving van Jaricus Allardi,
Pronda Priester te Leeuwarden in Oldehoof, en Simon te
Hasscha-huis, aan Boldewynus, Prelaat van Hasker-Convent, voor eenen
Broeder Wpke. .. Aug. 1460. 1,598.
--Wandelbrief van een
stuk land, gelegen op Hasker-Mieden in Lyovinga-land, tusschen Tjaard
Romberts en het Hasker-Convent. 12 Maart 1469. I, 625.
--Kopij authentiek van het Testament van Tiete
Jellema, Provenier in Hasker-Convent, gemaakt den 12
Maart 1472, en geauthentiseerd den 7 Januarij 1488. I, 649.
--Tjebbe Fokelensz. schenkt aan het Convent te
Haska twaalf pondematen land, geheeten in den Traen.
13 Junij 1473. I, 651.
--Jelle Oenkema te Akkrum geeft aan het Convent te
Haska drie pondematen land, liggende op Hermanna Slootswal, tot
vergoeding van de aanspraak, die voorsz. Convent heeft op acht
pondematen, geheeten in Harlinger Strenge. 2 Julij 1473.
I, 652.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Jelle
Freerksz. aan het Hasker-Convent, van zeven
pondematen land, dewelke hij van Jow Schieringa geërfd heeft. ..
November 1480.
I, 695.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Sywert,
Jelle Oenkamaz., aan het Hasker-Convent, van alle zijne
landen, waar ook gelegen. 26 Januarij 1481. I, 695.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Sywerd
Dogens, Witia en Fokke Rinsens, aan het Convent van
Hasscha, van twee pondematen meedland, gelegen in de Nieuwe Fenne.
17 Januarij 1482. I, 707.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Gerrit
van Vreden aan het Hasker-Convent, van zevendehalf pondematen land,
liggende in de Lieuwe Fenne. .. Julij 1490. I, 747.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Wipke
Piers, cum uxore, aan het Hasker-Convent, van een gouden
Rijnsgulden jaarlijksche Renten. 14 April 1492. I, 752.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd doqr Weybert
Heynes te Noordwolde aan het Hasker-Convent, van vier
pondematen greidland, gelegen op Bandsterveld. 17 Maart 1495.
I, 773.
--Testament van Janke Sappes in Nijehassche. 28
Januarij 1496. I, 774.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Griet,
Tjaard Takes Wed., met consent van Taeke en Ula, haar
Zoon en
Broeder, aan het Hasker-Convent, van vier en een halve pondemate land,
liggende op de Hasker-Mieden. 2 Mei 1498. II, 209.
--Acte van verwisseling van landen, tusschen het Convent
van Hasscha en Gabba Sipkesz., met de daarop verleende brieven van
consent. 11 November 1520. II, 410.
--Acte van verwisseling van landen, tusschen
Gabba Sipkesz. en het Convent van Hasscha, met de daarop
verleende brieven van consent. 11 November 1520. II, 410.
--Donatie van Jettye Botto Weduwe, van Teetema halve zathe,
aan het Convent te Hasscha. 25 November 1520.
II, 411.
--Acte van verwisseling van landen, tusschen Jeyp
Roukes en het Convent van Hasscha, met de daarop
verleende brieven van consent. 1520. II, 412.
--Contract tusschen Jacob van Dichteren, Pater
van Hasker-Convent, wegens zijne Conventualen ter eener, en Pieter van
Dekema met Gerryt Benninck, voor zich zelven en wegens hunne Compagnie
ter andere zijde. 4 Augustus 1557. III, 415.
--Zie Aalsum. Bisdom. Dijken. Slachtedijk.
Hasker-Vijfgae. Zie Joure.
Hasselt. Zie Friesland. Landsdag No. 50.
Oorlog.
Havens. Zie Granen. Harlingen. Tacozijl. Tol.
Havenspeciën. Zie Sluikerijen.
Havenwacht. Zie Tol.
Haver. Plakkaat, dat niemand eenige Haver zal
mogen uitvoeren tot aan Bamisse eerstkomende. 8 November 1567. III,
722.
Hazen. Zie Jagt.
Hedvek. Zie Stavoren.
Heeg.Zie Dijken.
Heemskerk (G.v.). Heer Gerrit van Heemskerk
aangesteld tot Kapitein te Stavoren. 23 November 1398. I, 288.
--Zie Leen. Oorlog.
Heemsteden (J. V.). Zie Stavoren.
Heerenveen. Zie Rijweg.
Heerenwegen. Zie Dijken. Vaarten.
Heergewade. Hertog Albert van Beijeren geeft
aan het
Klooster of Convent van St. Jans Orde te Sneek alzulken Heergewaden in
Friesland, als het Convent van St. Jans Orde te Haarlem in Holland
heeft. 13 April 1400. I, 304.
Heerma (J. v.). Zie Doleantiën.
Heerschappen. Zie Floreenrente.
Heervaart. Zie Oorlog.
Heerwey (Botta to). Zie Vrede.
Heetwaterproef. Zie Voorrede, I, 59.
Heffing. Zie Consumtiën.
Heidelbergsche Catechismus. Zie Catechismus
(Heidelbergsche).
Heidenen. Plakkaat, dat de Heidenen en
Egyptenaren met hun
gezelschap, binnen vier dagen na publicatie dezes, uit den Lande moeten
vertrekken, bij poene van lijf en goed. 20 Maart 1538.
II, 713.
--Plakkaat, dat geene Egyptenaren of die van hun gezelschap zijn,
of zulke kleederen dragende, voortaan in den Lande zullen mogen komen,
en dat de hier zijnde binnen vier dagen,zonder immer weder te komen,
zullen moeten vertrekken, bij poene van lijf en goed. 2 September 1560.
III, 528.
--Plakkaat tegen de Egyptische natie of Heidenen, alsmede
tegen de Vagebonden, Lediggangers en sterke Bedelaars. 26 Augustus
1578. III, 1208.
--Zie Vagebonden.
Heilige Hagen. Zie Sabbat.
Heilige Schrift. Zie Boeken.
Hemdijk. Artikelen voor de Volmagten van
Riperahem, houdende
een Reglement op het maken en onderhouden van den Hemdijk. 21 Mei 1522.
II, 429.
--Zie Zijltille.
Hemelum. Zie Hopperus (J.). Rijweg. Trajecto
(C. de).
Hemelumer Oldephaert. Zie Dijken.
Hemmama (D.). Ferdban of Brieven van Consent,
verleend door
Doeke Hemmama, Olderman te Berlikum, en zijne Mederegters aan Syerck
Kempaz., op drie pondematen zaadland, liggende bij den zeedijk,
tusschen Berlikum en Wier. 14 Oetober 1491. I, 747.
--H.. Zie Franeker.
Hempensermeer. Zie Slatten.
Hemsteradeel. Zie Thaede Gherbaz.
Hendrik, Grave van Stolberg. Zie Burum.
Dijken. Ee (De). Kollum. Landsordonnantie. Oosterzee. Priesters. Zout.
--III (Keizer). Zie Friesland. Oostergoo.
--IV (Koning). Zie Stavoren.
--V (Keizer). Zie Friesland.
--VIII. Zie Vrede. Wapenstilstand.
--Casimir I. 1632-1640. Instructie voor Hendrik, Graaf van Nassau
enz., als Stadhouder en Kapitein-Generaal dezer Landschappe. 14
December 1632. V, 355.
--Zie Stadhouderschap. Steden.
--II. 1679-1006. Resolutie, behelzende de verkiezing en Instructie
van Prins Hendrik Casiinir tot Stadhouder en Kapitein-Generaal van
Friesland. 12 November 1564. V, 738.
Hendrik Casimir II. Resolutie der Staten op
eene Missive
van de Prinses, Douarière van Nassau, waarbij Hare Hoogheid verzoekt,
dat vier der oudste Regenten, uit elk Kwartier één, zijnde de Heeren
Karel van Roorda, Grietman van Idaarderadeel, Oene van Grovestins,
Grietman van Hennaarderadeel, Dirk van Baerdt, Grietman van
Weststellingwerf en Tarquinius van Boelens, Oud-Burgemeester en
Vroedschap der Stad Bolsward, mogten worden benoemd, om den jongen
Prins in de gronden van Regering dezer Provincie te onderrigten. 20
Februarij 1669. V, 773.
--Resolutie, waarbij Zijne Doorluchtige Hoogheid Hendrik Casimir
tot werkelijken Stadhouder en Kapitein-Generaal van Friesland
aangenomen wordt 13 Julij 1672. V, 831.
--Contra-Notificatie van den Prins Hendrik Casimir, Vorst tot
Nassau, op de onregtmatige beschuldigingen tegen Zijne Vorstelijke
Doorluchtigheid, mitsgaders Hare Hoogheid de Prinsesse Douarière van
Nassau, geboren Prinses van Oranje enz., bij zekere Notificatie, onder
den naam van Gedeputeerde Staten van Friesland uitgegeven en alomme
gepubliceerd. 19 December 1672. V, 914.
--Zie Bakkers. Biervaten. Bildt Boekje. Boter. Botervaten. Duiten.
Garde du Corps. Gevogelte. Goudguldens. Grensscheiding. Hof ('s
Prinsen). Huwelijk. Jagt. Johan Willem Friso. Leeuwarden. Meervisch.
Mest. Procuratiën. Regering. Schellingen. Socinianen. Soldaten.
Stadhouderschap. Steden. Strandrooverij. Veldmaarschalk. Verschillen.
Voorzitting. Wagensporen.
--van Meurs. Zie Verbond.
--Saksen. Zie Floris, Grave van Egmond.
Hengsten. Resolutie, waarbij geboden wordt, de ingevoerde kleine
Noordsche Hengsten binnen veertien dagen tot ruinen te snijden, bij
verbeurte van dezelve, en geen jongere dan Twenter driejarige, en ten
minste 15 of 16 palmen hooge Springhengsten te gebruiken. 19 Februarij
1658. V, 601.
--Resolutie, dat de overtreders van 's Lands-Resolutie van
den 19 Februarij 1658, op de Springhengsten genomen, zullen moeten
appelleren aan de Heeren Gedeputeerden en niet aan den Hove. 25
Februarij 1660. V, 632.
--Plakkaat, om de Noordsche en Uitheemsche kleine Hengsten binnen
veertien dagen tot ruinen te doen snijden, en hoedanig de
Springhengsten moeten wezen. 31 December 1663. V, 703.
--Notificatie, om geen Noordsche, maar
de beste,
zoo Spaansche als Engelsche Springhengsten te houden, tot aankweeking
van bekwame Rijpaarden. 6 Maart 1668. V, 769.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, waarbij de Magistraten
gelast worden, zoodanige order te stellen, dat tot dienst der
Ingezetenen goede Springhengsten worden gehouden. 14 Maart 1684. V,
1219.
--Resolutie, waarbij het Collegie gelast is, om de Plakkaten op
het stuk der Springhengsten te vernieuwen. 20 April 1695. VI, 244.
--Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerde Staten gelast
worden, het Plakkaat op de Springhengsten zonder verder uitstel te
vernieuwen. 18 Februarij 1697. VI, 267.
--Plakkaat, om de Noordsche en Uitheemsche kleine Hengsten voor St.
Jan aanstaande tot ruinen te doen snijden; alsmede hoedanig de
Springhengsten moeten wezen. 17 April 1697. VI, 275.
--Zie Paarden.
Hennaarderadeel. Protest en Contra-Protest van
de Volmagten
van Hennaarderadeel tegen elkander, over de validiteit der Procuratiën.
29 Augustus 1579. III, 77.
Herbergen. Zie Doodslagers. Ketterijen.
Landsdag No. 45.
Herbergiers. Resolutie, waarbij de
Herbergiers, in wier
huizen een doodslag is gedaan, voor altoos den Tap wordt verboden; met
aanschrijving tot publicatie dies. 13 April 1594. IV, 859.
--Missive der Gedeputeerden, behelzende een order,
om terstond te doen publiceren de Resolutie nopens de Herbergiers, in
wiens huizen een doodslag zal zijn gedaan. 30 Junij 1594. IV, 861.
--Zie Waarden.
Herdoopers. Herdoopten. Zie Gratie.
Ketterijen.
Herema (D. v.). Zie Dijken.
--- (W.). Diploma Wilhelmi Lindani, quo Watio Herama, Decanus
constituitur Bolswardiensis Decanatus.
Diploma van Wilhelmus Lindanus, waarbij Watze Herema aangesteld
wordt tot Deken van den Bolswarder Syndstoel; met de admissie van den
Hove van Friesland. 23 Julij 1560. III, 524.
Hergersma (J.). Zie
Klaarkamp.
Heringa (Adr.), Vertaler der Land-Regten.. Zie
Voorrede, I, 63, II, 70.
Herman Benkaz. Georg, Hertog van Saksen,
belooft aan Herman
Benkaz. vijf honderd gouden guldens, in vijf termljnen te betalen, tot
vergoeding van zijne schade, door het afbreken van zijn huis als
anderzins, in den laatsten Groninger oorlog geleden. 7 Julij 1506. II,
250.
Herstel. Zie Engeland. Gerkesklooster.
Landsdag No. 9, 11.
Hessel. Zie Leen.
Hesseling (G.). Zie Schouten.
Heugelke (M.). Zie Landsdag No. 42, 44.
Heunschip. Quitance des Proprietaires pour le
payement d'une Navire Gabare, prise et brulée par les Ennemis, au
service du Roi.
Kwijtbrief voor de voldoening van een Heunschip, door de Vijanden
genomen en verbrand, in dienst des Konings. 23 Augustus 1517. II, 358.
Hiddema. Zie Kolonel. Rapporten.
[Hiddinge-Ryp. 2, I, 531.]
Hijum. Zie Ee (De).
Hillema. Minne Hillez. Hillema op Harich
belooft de
Hoofdlingen, Stemmen en Deelen van Oost- en Westergoo, vergaderd te
Noordwolde, om zich te Leeuwarden of Bolsward in gijzeling te begeven,
zoo lang dat voorsz. Hoofdlingen enz. voldaan zijn. .. Julij 1486. I,
731.
--Regt en Raad der Steden en Stemmen, vergaderd te Leeuwarden,
magtigen Sikke Ziaarda, om Minne Hillema en de zijnen vrijgeleide te
geven, om bij hen in Leeuwarden te komen en zijn verschil met Yge
Galama op Zoensluiden te geven. .. September 1486. I, 735.
--Minne
Hillez. en Werp Lieuwezoon andermaal geciteerd,
op eene dubbele boete, om voor Regt en Raad der Steden en Stemmen, te
Leeuwarden vergaderd, te verschijnen, ten einde hunne zaak te
vervolgen. .. September 1486. I, 735.
--Brief van Regt en Raad der Steden Leeuwarden, Sneek, Bolsward,
Franeker en Slooten, vergaderd te Leeuwarden, aan Sikke Ziaarda, om
Minne Hillez. en Werp Lieuwez., indien zij op de tweede Citatie niet
verschijnen, in verzekering te nemen, opdat de boete, in welke zij
vervallen zijn, voldaan worde. .. September 1486. I, 735.
--Brief aan die van Sneek, waarin de verzekering gedaan
wordt, dat men zich zal houden aan hetgeen op den Dagvaard met hen
besloten is. .. September 1486. I, 736.
--Brief van Regt en Raad der Stad Bolsward aan den Olderman enz.
van Leeuwarden, bij welken zij kennis geven, dat zij de zaak van Minne
Hillema willen vervolgen; en dat Pieter Harinxma hun Gaarlegger ter
eerster gelegenheid zal zegelen; met het antwoord op voorsz. brief. ..
September 1486. 1, 736.
--Brief van die van Leeuwarden aan Yge
Galama, om
ziek van schepen te voorzien, op de reis of togt, die zij tegen Minne
Hillema op Harich zullen doen. .. September 1486. I, 737.
--Brief van de Stad Leeuwarden aan Sikke Ziaarda, ovi
de verschillen tusschen Yge Galama en Minne Hillama. 21 September 1486.
I, 737.i Brief van die van Leeuwarden aan Yge Galama, w:
zij begeeren, dat hij vreedzame gedachten krijge, en zijn verschil met
Minne Hillema scheiden late. .. September 1486. I, 733. Brief aan die
van Sneek en Leeuwarden, waarbij zij v.
zocht worden, om hun best te willen doen, ten einde de verschillen
tusschen Heer Agge, Abt van Hemelum, en Minne Hillema ter eener, en Yge
Galama ter andere zijde, op goede Mannen en Scheidslieden gegeven
worden. 10 Februarij 1487. I, 739.
--Zie Galama (Y,).
Zie Gerkesklooster.
Hindeloopen. Reglement van de Raadsbestelling
der Stad Hindeloopen. 16 Januarij 1636. V, 389.
--Reglement als boven. 9 Maart en 30 April 1637, V, 420.
--De Stadhouder Willem Frederik bevestigt eene lastgeving, waarbij
verscheidene Regenten der Stad Hindeloopen, die i wegens hunne zaken
niet bij huis blijven kunnen, hunnen Medere-] gent aanstellen, om in
hunne afwezigheid alle zaken, rakende de Stadsregering, te bezorgen en
af te doen. 25 Maart 1661. V, 656. j Octrooi voor den Magistraat en de
Vroedschap der Stad Hindeloopen, om ten voordeele der Armen eene
Belasting op de af- en aanvarende schepen te leggen. 12 Maart 1674. V,
1011.
--Zie Dijken. Jan van Beijeren. Landsdag No. 48. Privilegiën.
Hinxtekiis. Zie Aalsum.
Hinxteland. Zie Aalsum.
Hinxtewad. Zie Zwaarddansers.
Hiouwen. Zie Eijerzoeken. Seijnen. Vaarten.
Visschen.
Hitzumertille. Contract tusschen Olderman,
Burgemeesters,
Schepenen en Raden der Stad Franeker en Sikke Gratinga, Hoveling,
wonende te Hitzum, waarbij laatstgemelde voor zich en zijne
nakomelingen aanneemt het maken en onderhouden van de Hitzumertille,
onder toezegging, dat hij voor altoos in eigendom en bezit zal hebben
de visscherij in de Arumervaart, van de Trekvaart af tot het einde der
Hitzumerlanden ingesloten. 12 Maart 1537. II, 695.
Hoererij. Zie Voorrede, I, 66.
Hof. Zie Anthonij-Gasthuis (St.).
Hof, Stal en Tuin ('s Prinsen). Resolutie,
waarbij het
voorstel der Heeren Gedeputeerden goedgekeurd wordt, aangaande de
onkosten, vallende op de reparatiën aan het Hof, Stal en Tuin enz. van
Zijne Vorstelijke Doorluchtigheid, den Heere Erfstadhouder dezer
Provincie. 3 April 1687. VI, 124.
Hof van Friesland. Door Hertog Albert
van Saksen wordt zijn eerste Raad in Friesland geordineerd, als uit
Oostergoo de Abt van Klaarkamp, Meester Bucho, Meester Mamma, Pastoor
tot Oldenhove, Reenick Emingha, Schelte Tziarda en Taecke Obbema; uit
Westergoo, Heer Peter, Abt van Oldeklooster, Heer Benedictus, te
Franeker, Hessel van Martena, Schelte Liauckema en Jarich Hotnia. 25
Julij 1498. L. B. 7. II, 210.
--Ordonnantie, om te remedieren zekere
abuizen bij den Hove van Friesland bevonden in het stuk van de Justitie
en de exercitie van dien; mitsgaders in de Salarissen en
Kanselarij-Geregtigheden in Friesland. 20 December 1541. II, 830.
--Ordonnantie op het concluderen en fourneren
van Processen en Salariën der Boden van den Hove. 27 Januarij 1542. II,
842.
--Missive der Heeren Staten van Friesland
aan den Aartshertog Matthias van Oostenrijk, houdende verzoek om de
nieuw verkoren Raden in den Hove, Gijsbert Aernsma, Jan Versteveren,
Frans Eyssinga en Fecke Rhala, in de plaats der op merkelijke suspicie
afgezette Raden, in hun post te bevestigen. 18 April 1578. III, 1191.
--Request van Pieter van Eemskerk, verzoekende, ter defensie van zijn eer
en goeden naam, onderrigt te mogen worden, om wat reden hij van zijn
Officie als Griffier van den Hove gesuspendeerd is. 15 Maart 1579. IV,
8.
--Antwoord der gesuspendeerde Raden, op de
beschuldigingen tegen hen ingebragt. 3 April 1579. IV, 13.
--Request, waarbij de gesuspendeerde Raden
verzoeken, met aandrang van hunne onschuld, in hun ambt hersteld te
worden. ..... 1579. IV, 17.
-- Request der gesuspendeerde Raden, tot herstelling
in hunne bediening. 6 April 1579. IV, 19.
--Request aan den Aartshertog Mathias, houdende
verzoek om de gedeporteerde Raden, gedurende dezen oorlog, niet
in Justitie te admitteren, en den Procureur van Zijne Majesteit
intusschen te gelasten, de wederzijds ingegevene stukken over te nemen,
en zich op alles nader te informeren. 11 Junij 1579. IV, 38.
--Relaas van den Deurwaarder Willem Nen
nens, nopens de insinuatie van opgemeld Request aan Janne Smeijers,
Solliciteur en Agent van den ouden gedeputeerden Raad van Friesland. 17
Junij 1579. IV, 43.
--Advijs van den Hove van Friesland, op
zekere acte, door de Staten van Friesland aan Zijne Vorstelijke Genade
overgegeven. 12 April 1581. IV, 250.
--Verordeningen, door de Staten van Holland
gemaakt, waarnaar het Hof Provinciaal in de administratie van de
Justitie zich zal hebben te reguleren. 25 en 27 Julij 1581. IV, 265.
--Formulier van de Commissie voor de Raden
in den Hove Provinciaal. 5 December 1581. IV, 281.
--Eed, door den Provincialen Raad, alhier aan
de Staten van Friesland, in handen van hunne Gedeputeerden afgelegd. 5,
6 en 7 December 1581. IV, 282.
--Acte, gegeven door Francois, Hertog van Alençon, waarbij de
Commissiën der Raden Provinciaal, die zij op den ouden Spaanschen voet
ontvangen hebben, worden geannulleerd. 21 November 1582. IV, 316.
--Verzoek en respective Ordonnantie aan den Hove van Friesland,
door Burgemeesters, Schepenen en Raden, mitsgaders de gezworen Gemeente
en Hoplieden der Stad Leeuwarden gedaan, om zich geen bewind aan te
matigen over zaken, de Policie en bewaring van hunne Stad betreffende.
23 Maart 1591. IV, 764.
--Autorisatie op het Collegie en de Raden van
den Hove, om eenige Requesten over Doodslagen, aan de Staten
gepresenteerd, af te doen. 21 April 1592. IV, 790.
--Resolutie of Verdrag, gemaakt tusschen de Staten des Lands,
aangaande de verkiezing van Raden in den Hove van Friesland, namelijk,
dat wegens ieder Kwartier drie personen aldaar sessie zullen hebben, en
dat telkens dat Kwartier, wien een Raad ontbreekt, twee in de nominatie
zal brengen, uit welke twee de overige drie Kwartieren de verkiezing
zullen doen. 26 Februarij 1596. IV, 892.
--Ordonnantie en Instructie, waarnaar de President en de
Provinciale Raad in het bedienen van de Justitie zich zullen hebben te
reguleren. 10 Mei 1597. IV, 965.
--Reglement van den Hove Provinciaal nopens de praktijk voor den Hove.
17 September 1633. V, 359.
--Ordonnantie en Instructie, door de Heeren Staten van Friesland
nagezien, verbeterd en vermeerderd, waarnaar de Raden Provinciaal van
deze Provincie zich in het bedienen van de Justitie zullen hebben te
reguleren. 22 October 1636. V, 394.
--Resolutie, waarbij de Raden
van den Hove
Provinciaal worden hersteld bij hunne oude Instructie, en voorts
ontslagen van den eed, die dezelve op de nieuwe Instructie hebben
gedaan. 12 Mei 1637. V, 430.
--Resolutie, waarbij de Volmagten der Steden
de nieuwe Instructie voor de Raden van den Hove Provinciaal
vernietigen, en de oude van 1597 herstellen, met uitzondering van het
artikel, rakende de Raadsbestelling in de Steden. 12 Mei 1637. V, 430.
--Resolutie, waarbij het Hof Provinciaal verzocht, en des noods
geordonneerd wordt, om de vonnissen ten voordeele van die Personen,
welke aan het Land op interessen geld geschoten hebben, buiten executie
te houden, en niet af te doen, dan met kennis en voorweten van hunne
Edel Mogenden of derzelver Gedeputeerden. 16 April 1641. V, 466.
--Resolutie, waarbij aan de Raden van den Hove van Friesland
vergund wordt, hunne voor- en namiddags zittingen op de Kanselarij,
zomers en winters op gelijke uren te schikken. 30 Maart 1660. Voorts de
Resolutie van het Hof dientengevolge genomen, op den 10 April 1660. V,
638.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, dat er
altijd zeven Raden, over alle zaken voor den Hove hangende, ook in cas
van Revisie, zullen moeten vonnissen; - en ingevalle er geen zeven
overblijven, zal dit getal door den Stadhouder, twee Gedeputeerden uit
het Collegie, en de overgebleven Raden Provinciaal, uit een driedubbel
getal bij loting aangevuld, en de aangelotene bij de overgeblevene
Raden gevoegd worden. 30 Maart 1660. V, 641.
--Resolutie, dat de adjunctie der buitengewone Regtsgeleerden, bij
de overgeblevene Heeren van den Hove, en de loting en afneming van den
eed zal worden gedaan op 't Landschapshuis. 1 December 1660. V, 650.
--Resolutie, waarbij het verschil tusschen den Hove Provinciaal en
den Magistraat der Stad Leeuwarden, betreffende de uitvoering van het
vonnis van den 2 April ll., tegen het Schippersgild der Stad Leeuwarden
geveld, beslist en aan het Schippersgild te Leeuwarden octrooi vergund
wordt, om van de schippers, die hunne eigene waren inschepen, tien
stuivers voor het consent te eischen, onder eenige bepalingen. 25 Mei
1661. V, 658.
--Resolutie, dat de
Staatsbesluiten van
den 30 Maart en 1 December 1660, rakende de adjunctie van twee nieuwe
Deciseurs bij de overgeblevene Heeren van den Hove, naar hunnen vorm en
inhoud ten spoedigste uitgevoerd worden. 28 Februarij 1662. V, 671.
--Deductie door den Hove van Friesland aan de Staten overgeleverd,
betrekking hebbende tot de Staatsbesluiten ran den 16 Mei 1662 en 20
November 1663. 18 Februarij 1664. V, 708.
--Resolutie, dat in den loop der Justitie geen
beletsel of handsluiting aan den Hove zal worden gedaan, en dat,
ingeval van verschil over judicature tusschen het Collegie en den Hove,
de zaak tot de eerste Staatsvergadering in statu gehouden, doch zoo er
gevaar in mora is, bij provisie door het Collegie zal gedisponeerd
worden. 30 Maart 1672. V, 822.
--Zie Aalsum. Admiraliteit. Advertissement. Andries Klaasz.
Audiëntie. Baarderadeel. Consenten. Consignatiepenningen. Deurwaarders.
Dijken. Doleanciën. Donia (L.). Executoriën. Fideïcommissen.
Gedeputeerden. Getserderazijl. Goederen. Jarghes (E.). Landsdag No. 33,
53, 63, 64, 78. Litis-Contestatiën. Makkumerzijl. Naerden (M. v.).
Nedergeregten. Oorlog. Personen (Gecondemneerde). Predikanten.
Procederen. Regering. Revijsen. Schadevergoeding. Stadhouder. Stavoren.
Steden. Taux. Verschillen.
Högelken (M.). Zie Landsdag No. 42, 44.
Hohenlo (Graaf van). Autorisatie van de
Volmagten der Steden
op Jacob Jacobszoon en Anthonij Triest, om, wanneer Graaf Willem
Lodewijk van Nassau zich mogte excuseren, alsdan den Graaf van Hohenlo,
den Vrijheer van Hoog-Saksen, of den Vrijheer van Villiers tot
Luitenant-Gouverneur voor te dragen. 24 December 1583. IV, 419.
Holdinga (Boëtius van). Zie Voorrede, I, 24,
II, 68, 84.
Holland. Zie Tol. Wapenstilstand.
--Graaf van). Zie Broek (O. ten). Regt. Schouten. Stavoren.
Wieringen. Willem III (Graaf).
Hollandsche Schepen. Zie
Schepen.
--Steden. Zie Plakkaten.
Honorius III. Zie Kruistogten.
Hoofden. Zie Dijken.
Hoofdletters. Zie Voorrede, II, 46.
Hoog-Saksen. Zie Hohenlo (Graaf van).
Hooi. Plakkaat, houdende verbod van uitvoer
van Hooi en Stroo. 21 Junij 1547. III, 125.
--Plakkaat tegen het verkoopen van Hooi
aan vreemden;
Ordonnantie, om de Zee- en Binnensluipen met alle ebben te openen;
alsmede omslag van een stuiver over den Floreen, tot uitrusting van
eenige Galeijen; en bevel de Ongedoopte Kinderen terstond te laten
doopen. 7 September 1573. II, 950.
--Zie Krengen.
Hooilanden. Zie Verbond.
Hooitille. Zie Zwemmer.
Hoorn. Zie Stavoren. Tol.
Hoornbeesten. Zie Moerpaarden. Penning
(Vijfhondersten). Tuchthuis.
Hoorngeld. Uitspraak van den Stadhouder en de
Gecommitteerden, zoo provisioneel, als positief en definitief, van
zeker op hen begeven verschil, betreffende het Hoorngeld en Bezaaide
Landen, mitsgaders de Bieren, zoo binnen als buiten gebrouwen. 15 April
1586. IV, 593.
--Missive van Heeren Gedeputeerde Staten van Friesland
aan alle Geregten, tot beschrijving of opteekening van het Hoorngeld en
de Bezaaide Landen. 9 Mei 1586. IV, 611.
--Resolutie, genomen op de eerste introductie van het Hoorngeld en
Bezaaide Landen, met de manier van dien. 29 Maart 1632. V, 343.
--Distinctie of scheiding der Limieten, waarnaar in de
hoogere en lagere kwartieren van Friesland de Hoorngelden zullen worden
geheven. 16 April 1634. V, 363.
--Zie Penning (Vijfhondersten).
Hoplieden. Resolutie der Heeren Gedeputeerden
over de
verkiezing van Hoplieden, Vaandrigs en Rotmeesters der Stad Leeuwarden.
15 Augustus 1616. V, 223.
--Resolutie, dat de Burgerhoplieden en Vaandrigs binnen Leeuwarden
bij meerderheid van stemmen van de Korporaals zullen verkoren worden. 3
April 1658. V, 606.
--Zie Landsdag No. 28, 33, 36, 62, 66. Soldaten. Verschillen.
Hopman. Zie Bloemendal (A. W.). Landsdag No.
54. Wapening.
Hopper (Tydemau , Tymen). Zie Dijkgraaf. Rente. Stavoren.
Hopperus (J.). Privilegiebrief van Koning
Philippus II aan
Joachim Hopperus, waarbij hij aan hem vereert de vrije Jagt, en zijn
Huis tot den eersten Staat te Hemelum verheft, en daar te boven het
Opzigt of Superintendentie geeft op de Abdij aldaar. 31 Julij 1565.
III,650.
Hoptllle. Zie Oegeklooster.
Horde- of Huiseenden. Zie Jagt.
Hora (F. de). Zie Regt .
Hospitaal van St. Jans Orde. Zie Slatting.
Hospitaal-Registers. Zie Harmen-Oegerzijl.
Hotnya (Hottinga) (J. H. en J.). Zie Zoen.
Hottinga (J. v.). Instructie voor den Heere
Johan van Hottinga waarnaar hij zich in het beleid der gemeene Zaken
ter vergadering
van de Heeren Staten Generaal zal hebben te reguleren.
.... 1593. IV, 85C
--Zie Oorlog.
Hottinga-goed. Zie Aalsum. Zoen.
Hottingazijl. Het Convent van Aalsum ontheven
van de
onderhouding van Hottingazijl te Irnsum, en het voor- en nadeel aan de
Stad Leeuwarden toegewezen. 30 September 1538. II, 723
--Zie Keimpema-Zijlkolken. Leppazijl. Zijlen.
Hout. Zie Brasiliënhout. Turf.
Houtvester. Zie Burmania (S. v.).
Houtwaren. De Regenten van het Kruisbroeders
Klooster binnen
Franeker geven aan den Magistraat dier Stad eene acte van renunciatie
van alle pretensiën, hun toekomende, wegens geledene schade door het
leveren van Houtwaren, tot reparatie en versterking de Stad, doch onder
voorwaarde, dat het Klooster voor altoos onbe last zal blijven van het
onderhoud der wal neffens gemeld Kloostei 5 Julij 1533. II, 641.
Hovelingen. Zie Leen. Verbond.
Hoven. Zie Taux.
Hoxwler (Aesga van). Zie Gedeputeerden. Hugo.
Landsdag No. 6, 7.
--Hector van. Zie Dijken. Landsdag No. 6. Utrecht
Hoykama-State. Zie Klaarkamp.
Hugenooten. Zie Processiën.
Hugo. Commissie van Hugo, Burggraaf van
Leissenich,
Stadhouder-Generaal in Friesland, gegeven aan Eppe Aylva en Aesga Hoxwier,
te Mantgum, waarbij zij tot Hoofdlieden in Westergoo gemaakt
zijn, om de Rebellen des Hertogs van Saksen te vangen er te straffen. 7
April 1501. II, 215
--Zie Privilegiën. Stadhouders.
Huijbrechtsz. (Jan). Zie Liviusz. (Jasper).
Sneek.
Huisbraken. Zie Bedelaars. Geweldenarijen.
Huisgenoot. Zie Broek (O. ten).
Huisgeraden. Zie Beesten.
Huiskondiging. Zie Stemmen.
Huislieden. Zie Knechten. Landsdag No. 25.
Wachthouding.
Huissteden. Zie Landsdag No. 28.
Huistaux. Zie Taux.
Huisvrouwen. Zie Priesters. Rebellen.
Huiszoeking.. Zie Dag- en Nachtwacht.
Lediggangers.
Huizen. Zie Bodestelling. Kanselarij. Landen.
Landsdag No. 6, 28. Nedergeregten. Priesters. Renten. Taux. Trouwen.
Wederdoopers.
--(Schotschietende). Resolutie der Heeren
Gedeputeerden, om
uitschrijving te doen tot het opmaken van de Registers der
Schotschietende Huizen, overeenkomstig het Reglement van den 4 Maart
1640. 9 Maart 1640. V, 455.
Huizum. Missive over de begeving der Pastorij
te Huizum. 6 December 1532. II, 626.
Hulde. Huldiging.. Zie Albert van Beijeren.
Dokkum. Gelder
(Hertog van). Jan van Beijeren. Landsdag No. 25. Sigismund. Verbond.
Vrede. Zoen.
Huur. Huren. Zie Aalsum. Catholijk Geloof.
Dyxtra (T. van).
Gasthuis. Grondheeren. Landheeren. Meijers. Penning (Achtsten). Regt
Tigchelknechten. Zoen.
Huwelijk.. Ordonnantie van den Magistraat der
Stad
Leeuwarden omtrent het Huwelijk, te weten: de Toelating, de Opteekening
en Proclamatiën der Personen; mitsgaders nopens de houding dier
personen, naar en van de kerk gaande om te trouwen, en de behandeling
van anderen neffens hen. 30 Januarij 1585. IV, 520.
--Plakkaat of Edict van de Staten van Friesland, strekkende tot
verbetering en wegneming der misbruiken en ongeregeldheden, dagelijks
gebeurende in den Huwelijken Staat binnen denzelven Lande. 18 Maart
1586. IV, 578.
--Ordonnantie tot strikte executie van het Plakkaat, tot
verbetering der ongeregeldheden in den Huwelijken Staat. 6 December
1588. IV, 722. Notificatie, rakende het proclameren der Huwelijken. 5
April 1687. VI, 128.
--Zie Bisschop. Boelgoeden. Godsdienst. Pausselijke Ceremoniën.
Predikanten. Sabbat. Trouwen.
Huwelijks-Bevestiging. Zie Predikanten.
Huwelijks-Proclamatiën. Missive van den
Grietman Sybrand van
Osinga aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Friesland, over de
afkondiging der Huwelijks-Proclamatiën. ..Februarij 1596. IV, 893.
Huwelijks-Proclamatiën. Notificatie, dat alle
Ingezetenen
bij het aangeven van Huwelijks-Proclamatiën, met attestatiën zullen
moeten aantoonen, van aldaar een half jaar gewoond te hebben 8 Maart
1698. VI, 289.
--Zie Huwelijk. Taux.
Hypotheek. Zie Goederen. Landsdag No. 42, 44,
66. Verschot.
Hyum. Zie Ee (De).
I.J.
Jaar.
Zie Tijdrekening.
Jaarmarkten.
--Accoord, tusschen de Abten, Prelaten, Grietmannen,
Oldermans, Schepens, Eegters, Raadslieden, Hoofdlingen en Gemeente der
Deelen in Oostergoo, als Dongeradeel, Dantumadeel, Ferwerderadeel,
Tietjerksteradeel, Idaarderadeel en Smallingerland, en de Steden
Leeuwarden en Dokkum, nopens het vieren van de Jaarmarkten en het maken
en onderhouden van eenige Wegen en Wateringen, tot gemak en gerief van
de kooplieden dienende. 24 Julij 1453. I, 546.
--Plakkaat, waarbij de gewone Jaarmarkten, zoo ten
platten Lande als in de Steden, voor dit loopende jaar worden
afgeschaft. 9 Julij 1673. V, 987.
--Zie Beetsterzwaag. Bildt. Gorredijk.
Leeuwarden.
Mesvechten. Schooterburen. Sijnode. Stavoren. Wildemarkt.
Jaartaux. Ordonnantie, om den verschenen
Jaartaux (vermits
nalatigheid) binnen zes dagen promtelijk te betalen in handen van den
Rentemeester Boudewijn van Loo, bij poene van executie. 29 Augustus
1580. IV, 204.
--Resolutie der Staten van Friesland, tot contributie van
twee jaren extraordinaire Jaartaux, doch zonder consequentie. 27
Augustus 1586. IV, 647.
--Zie Floreen. Franeker. Friesland. Harlingen. Krijgsvolk.
Landsdag No. 7, 36. Sneek.
Jaarwedde.
Zie Predikants-Weduwen.
Jacob Jacobszoon. Zie Rapport.
Jacoba van Beijeren. Zie Erfgenamen.
Friesland. Leen. Regering. Vervreemding. Vrede. Vrijgeleide. Zoen.
Jacobi (G.). Zie Doleantiën.
Jacobiner-Klooster. Zie Leeuwarden.
Jagers. Notificatie tegen de Jagers, om in
geene hovingen en tuinen met polsen te komen, om vruchten af te slaan.
14 September 1702.
VI, 385.
Jagt. Keizer Otto begiftigt Balderik, den XV
Bisschop van Utrecht, met de Jagt in Pago Forestensi. 26 December 943.
I, 58.
--Plakkaat, dat niemand eenig edel gedierte of gevogelte zal mogen
vangen of schieten, of de eijeren zoeken, dan de Jager van den
Stadhouder; mitsgaders die, welke commissie vertoonen van den
Stadhouder, President en Raden, om binnen behoorlijken tijd te mogen
jagen. 3 Januarij 1542. II, 838.
--Plakkaat, dat niemand, hetzij Edelman of Burger, van welken
staat of conditie hij zij, mag vangen of schieten eenige hazen,
patrijzen of ander loopend of vliegend edel wild, op Zijner Keizerlijke
Majesteits Bildtlanden, bij poene van vijftig Caroli-gulden telkens. 9
November 1546. III, 112.
--Plakkaat, dat niemand (uitgezonderd de Jager des Stadhouders,
en die bewijs van verlof toonen) eenig gevogelte of gedierte mag
schieten of vangen; de eijeren van het edel gevogelte geheel niet, en
die van andere vogelen niet anders dan op hun eigen land zoeken en
oprapen, en geene hazen buiten den bepaalden tijd vangen. 3 April 1561.
III, 535.
--Ordonnantie, om het Plakkaat van het jaar 1542, op de Jagt
gemaakt, op nieuw te publiceren en de overtreding te beletten. 26 April
1575. III, 1011
--Ordonnantie op de Jagt. 13 en 14 Augustus 1579. IV, 62.
--Plakkaat en Ordonnantie op de Jagt en Visscherijen. 16 Mei
1591. IV, 769.
Ordonnantie, om de Plakkaten en Ordonnantiën op de Jagt,
Visscherijen, Vogel vangen, planten en afhouwen van
boomen, op
nieuw te publiceren, en den Houtvester tegen de overtreders te
adsisteren. 8 Mei 1596. IV, 909.
--Ordonnantie op het stuk van de Jagt, betrekkelijk de hazen,
patrijzen en ander wild, de zwanen en ander edel gevogelte; mitsgaders
het afhouwen en verderven van boomen, gemaakt in den jare 1591, en
thans overgezien en verbeterd door de Heeren Roussel en Idzarda,
daartoe bijzonder gecommitteerd. 21 Julij 1599.
IV, 1049.
--Ordonnantie op het stuk van het wildschieten, door order van
den Stadhouder Willem Lodewijk, Graaf tot Nassau enz., mitsgaders de
Gedeputeerde Staten, wegens het verdelgen en schieten van horde- of
huiseenden, ganzen enz., door visitatie en concept van de Heeren H. van
Roussel en M. van Idzarda. 4 Januarij 1600. IV, 1059
--Ordonnantie om te publiceren het vrij-jaar nopens de Jagt,
ingegaan Jacobi 1602, met order tot publicatie van annexe Instructie
voor de Deurwaarders. 30 Augustus 1602. IV, 1134.
--Verbod, om met honden, netten of geweer, gedurende den
vorst of sneeuwval, eenig wild te jagen of te vangen. 24 December 1608. V, 156.
--Resolutie, waarbij aan den Stadhouder Graaf Willem van Nassan het
regt van de Jagt op het Oude en Nieuwe Bildt opgedragen wordt. 15 Maart
1650. V, 521.
--Resolutie, waarbij besloten wordt, de vorige Plakkaten op de
Jagt te vernieuwen; alle verboden netten, aken, plompen,
jouwen enz. verbeurd te verklaren; en te verbieden om geen
dong, visch of gevogelte buiten de Provincie te voeren. 10 Maart 1652.
V, 542.
--Order en Reglement op de Jagt. 22 Julij 1653. V, 561.
--Plakkaat, waarbij het jagen verboden wordt vóór Bartholomeusdag.
28 Junij 1661. V, 661.
--Resolutie, waarbij het Plakkaat tegen het jagen en vangen van
hazen, patrijzen en ander wild, alsmede jonge zwanen, vernieuwd wordt.
20 Februarij 1663. V, 684.
--Plakkaat tegen het schieten in de nabijheid van Vogelkooijen.
21 Februarij 1663. V, 688.
--Plakkaat en Verbod, om van nu voortaan tusschen den 1en
Februarij en Bartholomeus-dag, alsmede op de sneeuw, geen hazen, patrijzen
noch ander wild te jagen of te vangen, mitsgaders geen jonge
zwanen voor den eersten October. 26 Maart 1663.
V, 689.
--Plakkaat tegen het loopen met roeren, en schieten bij de kooijen.
27 October 1664. V, 735.
--Plakkaat tegen het jagen, schieten en vangen van hazen, patrijzen
of ander wild op het Oude en Nieuwe Bildt. 27 October 1664. V, 736.
--Plakkaat als boven. 15 September 1668. V, 771.
--Plakkaat tegen het schieten van hazen, patrijzen en ander wild,
binnen deze Provincie, en inzonderheid bij en omtrent de kooijen. 24
September 1669. V, 776.
--Plakkaat tegen de misbruiken van het jagen. 27 April 1670.
V, 798.
--Resolutie, waarbij een vrij-jaar voor de haas op de Klei vastgesteld
wordt . 22 Julij 1676. V, 1118.
--Notificatie van een vrij-jaar voor de haas op de Klei. 23 Julij 1676. V, 1119.
--Plakkaat, waarbij de lange Jagt vóór
Bartholomeus-dag verboden wordt. 6 Julij 1677. V, 1126.
--Plakkaat aangaande de licentie en het consent, om dit loopende
jaar 1678 te mogen jagen, en Notificatie, dat het jaar 1679 een
vrij-jaar voor het wild zal wezen, en gedurende hetzelve niemand zal
mogen jagen. 10 Augustus 1678. V, 1144.
--Plakkaat betrekkelijk de Jagt . 26 Januarij 1683. V, 1206.
--Notificatie tegen het jagen op het Oude en Nieuwe Bildt . 5 April 1683. V, 1211.
--Plakkaat tegen het schieten met roeren op hazen, patrijzen en
alle wild, alsmede bij en omtrent de kooijen. 9 October 1683.
V, 1216.
--Plakkaat tegen het jagen, schieten en vangen van hazen,
patrijzen of ander wild, gedurende het jaar 1685. 18 Julij 1685.
V, 1246.
--Notificatie, dat voor den jare 1688 een vrij-jaar voor het wild
op de Klei zal wezen, en gedurende hetzelve niemand aldaar mogen jagen,
gelijk mede vóór Bartholomeus-dag in de Wouden. 21 Julij 1688. VI, 143.
--Plakkaat, waarbij het jagen vóór den 14 September verboden
wordt. 8 Augustus 1695. VI, 250.
--Notificatie van verbod tegen het jagen vóór den 14 September
1701. 16 Julij 1701. VI, 361.
--Zie Hopperus (J.). Landsdag No. 43. Nedergeregten. Tuchthuis.
Visch.
Jan,Koning van Bohemen. Zie Regt.
--I (Graaf). Zie Friesland. Geloofsbrieven. Leen. Oostergoo.
--II (Graaf). Procuratie, gepasseerd door Schepens, Raadsmannen en
Gemeente van Stavoren, om Jan, Grave van Holland, hulde en trouw te
zweren. 12 Maart 1300. I, 131.
--Schepens, Raadsmannen en Gemeente van Stavoren huldigen Graaf
Jan van Holland op dezelfde vrijheden en voorregten, die zij van Graaf
Floris verkregen hadden. 12 Maart 1300. (Volgens stijl van den Hove
1299.) I, 132.
--Zie Privilegiën. Stavoren.
--van Arkel. Zie Leen.
--Avennes. Zie Jan II (Graaf).
--Beijeren. Missive van Hertog Jan aan de Steden
van Holland, in welke hij haar raad en advijs vraagt aangaand zijne
onderhandeling met de Friesche Vetkoopers, ten einde hem mede Huldiging
te doen gelijk de Schieringers. 15 October 1420
I, 419.
--De Heeren Hendrik van Renesse, van der Borch, Ridder,
Dirk Holland en Gijsbrecht van Rietvelt, door den Hertog Jan gemagtigd,
om de Huldiging van de Friezen te ontvangen. 4 November 1420. I, 421.
--De voorsz. Heeren gemagtigd om in naam
des Graafs van Holland den Friezen eed en gelofte te doen. 4 November
1420. I, 422.
--De Regeerders en Burgers der Stad Harlingen,
benevens van andere Deelen en Steden van Friesland, beloven Hertog
Jan van Beijeren, dien zij als Erf heer ontvangen hadden, getrouw en
gehoorzaam te zijn. 4 April 1421. I, 430.
--Hindeloopen en Molkwerum huldigen Hertog
Jan van Beijeren. 4 April 1421. I, 431.
--Zie Broeck (O. ten). Dokkum. Erfgenamen.
Friesland. Kapitein. Lemmer. Ludingakerk.
Oedekyn.
Privilegiën. Rentemeesters. Schouten. Slooten (Stad). Stavoren. Thabor
(Klooster). Tol. Verbond. Verschillen. Vetkoopers. Vijandelijkheden.
Vrede. Vrijgeleide. Wapenstilstand. Zoen.
--de Bastaard van Beijeren. Zie Kapitein.
--van Braband. Zie Erfgenamen. Friesland. Verbond. Vrede. Vrijgeleide.
--Nassau. Zie Landsdag No. 53.
--Oostenrijk. Zie Johan van Oostenrijk.
--de Oude (Graaf). Zie Krijgsvolk.
--Jongenzoon. Zie Rentemeesters.
Janke Wed. Feddes. Zie Aalsum.
Jankema (Frouk). Zie Aalsum.
Jans (Frans). Zie Raad van State.
Jansorde
(St.). Zie Heergewade. Privilegiën. Slatten.
Janum. Missive van den Stadhouder aan den Heere Syts Tjaarda, waarbij
dezelve verklaart, de overgezondene nominatie tot de Pastorij van Janum
informeel te hebben bevonden, en geene presentatie, zonder verkorting
van 's Keizers regt, daarop te hebben kunnen laten expediëren. 25
November 1538. II, 724.
Jarghes (Eiso). Request van Eiso Jarghes aan den Aartshertog Matthias,
houdende verzoek tot een bevel aan de Staten van Friesland, om hem als
Raad in den Hove te admitteren. 15 November 1578. III, 1221.
--Missive van den Aartshertog Matthias aan de
Gedeputeerde Staten van Friesland, betreffende de
aanstelling van Eiso Jarghes tot Raad Ordinaris in den Hove van
Friesland. 15 November 1578. III, 1222.
--Missive van Eiso Jarghes aan
de Gedeputeerde
Staten van Friesland, verzoekende zijne aanstelling tot Raad Ordinaris
in den Hove van Friesland te willen approberen. 16 December 1578. III,
1227.
Jaringhahuizen. Zie Klaarkamp.
Idaarderadeel. Zie Dijken. Goutum (W. v.).
Keimpemazijlroede.
Idema (D.). Zie Zion.
Idsardus (Dr.). Zie Kloosters.
Idserd van Grouw. Zie Voorrede, II, 74.
Idsinga-goed. Zie Zoen.
Idzarda (B.). Zie Godsdienst. Unie.
Jell (Jonkvr.). Zie Naerden (M. v.).
Jellema (Tiete). Zie Hasker-Convent.
Jellis (Corn.). Verklaring van den Grietman
Cornelis Jellis,
in de zaak van Karel Roorda, betrekkelijk zijne Commissie als
Gecommitteerde ter Generaliteit. 18 Junij 1593. III, 836.
Jelmer. Zie Oegeklooster.
Jelsma-Veen. Zie Aalsum.
Jemmingen. Zie Processiën.
Jesuiten. Zie Jezuiten.
Jettinghe. Zie Tonnen en Bakens.
Jezuiten. Plakkaat tegen de Jezuiten. Papen,
Monniken,
Kloppen enz., en alle bijeenkomsten, om Missen en andere Paapsche
exercitiën te doen, of kinderen in Universiteiten en Scholen te zenden
onder het gebied des Konings van Castilië. 7 Julij 1643. V, 479.
--Plakkaat als boven. 26 Julij 1667. V, 762.
--Zie Mesvechten. Paspoorten. Sijnode.
Jezus (Zoete naam). Zie Gilde.
IJdema (D.) Zie Zion.
IJken. Zie Korenmaten. Waag.
IJlst. Indulgentiae, promissae illis, qui
causa devotionis Ecclesiam Sancti Mauritii de Ylst visitarent.
Aflaat voor die de kerk van IJlst bezoeken. .. November 1313. 1,151.
--Reglement van Raadsbestelling der Stad IJlst. 24 Maart/ 3 April 1637.
V, 412.
--Zie Krijgsvolk. Landsdag No. 48. Lieuwe van IJlst . Privilegiën.
--(Marten van). Zie Voorrede, II, 72.
--IJs. IJzen. Aanschrijving van de Gedeputeerde Staten, tot open
houding van het IJs, om den vijand te weren. 7 Januarij 1584.
IV, 426.
--Aanschrijving der Gedeputeerde
Staten aan de Stad
Leeuwarden en andere Geregten, om op de plaatsen, in de volgende
repartitie uitgedrukt, het IJs open te breken, en aldaar goede wacht te
houden tegen de aanslagen des vijands. 19 November 1586. IV, 663.
--Repartitie van de Grietenijen en respective Dorpen, op het stuk van
het IJzen. .. November 1586. IV, 664.
IJsbrechtum. Zie Dijken.
IJssel (De). Zie Vossegat.
IJsselham. Zie Vaart. Verbond.
IJstrum. Zie Kollum.
IJtigen. Zie Korenmaten. Waag.
IJtinga (D.). Zie Privilegiën.
IJzersnijder. Zie Munt (De).
Ilstanus (Martinus). Zie Voorrede, II, 72.
Immuniteiten. Zie Franeker.
Impositiën. Impost. Consent van Westergoo, tot het introduceren van
zekeren Impost. 15 April 1574. III, 969.
--Concept, om Impost te stellen op allerhande waren en
koopmanschappen, om daaruit bij provisie voor den tijd van zes maanden
te betalen de weekleeningen voor de Walsche en Duitsche Soldaten,
garnizoen houdende binnen dezen Lande van Friesland. 4 Mei 1574. III,
972.
--Generale Resolutie en afscheid van de Staten van de
Zevenwouden, met de Grietenij van Smallingerland, tot
beletsel en afslag van het opzetten van de nieuwe ongewoonlijke
Imposten en Tollagiën in Friesland. 23 Mei 1574. III, 975.
--Octrooi op de Impositiën. 1 Augustus
1574. III, 983.
--Ordonnantie en Reglement op den Impost in
Friesland, aangaande het aangeven, het verklaren van de
gedestineerde haven of plaats, het betalen van dien Impost, en de
visitatie voor den uitvoer of de ontlading van alle uitgaande en
inkomende goederen den Impost subject, met de approbatie van het Hof.
20 December 1574 en 19 Januarij 1575.
III, 1000.
--Aanschrijving tot publicatie van eene kopij
van zekere Instructie op de Impositiën; en om het Maandgeld in te
vorderen van Februarij en de resten van Januarij. 11 Februarij 1575.
III, 1008.
--Advijs over het al of niet
afschaffen der Impositiën. 1 Julij 1575. III, 1021.
--Plakkaat nopens eene nieuwe Personeele
Impositie, ingesteld door de Generale Staten, te Brussel
vergaderd zijnde. 11 Januarij 1578. III, 1176.
--Ordonnantie des Stadhouders, om de penningen van de Personeele Impositie,
gelijk ook de penningen, die de Collecteurs der Algemeene Imposten van hunnen collecten
onder zich hebben, alsmede de opbreng van den anderhalve stuiver, over den
Floreen omgeslagen, aanstonds over te brengen, bij poene van
militaire exeutie. 7 December 1578. III, 1226.
--Ordonnantie aan
die van Leeuwarden, opzigtelijk het verzwijgen van den opbreng der
Impositiën, het aanstellen van Collecteurs der generale middelen,
omtrent het beëedigen
van de Molenaars en Slagters, en eindelijk het houden van goede Dag- en
Nachtwacht. 30 September 1580. IV, 210.
--Ordonnantie en Instructie op het stuk van
de Contributie van den ophef van den Impost op de vreemde bieren. ..... 1583.
IV, 420.
--Plakkaat, nopens den ophef van den Impost van vijftig gulden op
elke honderd wit gerafineerd Zout . 10, Mei 1586. IV, 612.
--Accoord tusschen de Volmagten der Landen en Steden, aangaande den
Impost van de wijnen, brandewijnen en bieren, door tusschenspreking van
den Stadhouder op den Landsdag gemaakt. 20 Februarij 1596. IV, 891.
--Protestatie der Steden, wegens de verpachting der Impositiën. 13 en 14
Mei 1602. IV, 1133.
--Resolutie op het voorstel der Afgevaardigden
van de Heeren Staten van Holland en West-Friesland, betrekkelijk
het 18e art. van de Unie, dat de eene Provincie ten laste van de andere
geene Imposten noch andere Lasten zal mogen invoeren, of eenigen hunner
Bondgenooten hooger bezwaren dan hunne eigene Ingezetenen. 27 Augustus
1681. V, 1195.
--Zie Collecteurs. Kloostergoederen. Krijgsvolk.
Landsdag No. 13, 14, 15, 35, 45, 53, 55, 57, 69, 70, 71, 78.
Lasten. Middelen. Ontvangers. Regters. Schutterij. Soldaten. Zout.
Indemniteit. Zie Dijken. Gerkesklooster.
Index Expurgatorius. Plakkaat, aangaande de
examinatie en
zuivering der Boeken, die eenigzins besmet, doch voor het overige nog
nuttig zouden kunnen zijn, naar een zeker opgesteld
Boek, genaamd: Index Expurgatorius, te doen.
31 Julij 1571. III, 861.
Infamie. Zie Gedeputeerden.
Informaliteiten. Zie
Veldmaarschalk.
Ingeborenen. Zie Ambten. Landsdag No. 84.
Ingenieur.
Zie Landsdag No. 42, 43.
Ingezetenen. Resolutie, waarbij de Heeren
Gedeputeerden
gelast worden, om uitschrijving te doen aan alle Magistraten ten
platten Lande en in de Steden, om binnen veertien dagen eene lijst van
alle Ingezetenen en derzelver bezittingen, in hun district, op te
maken. 22 December 1671. V, 811.
--Resolutie, waarbij eenige buitengewone Gecommitteerden,
door de Heeren Gedeputeerden benoemd, bij weigering der
Officieren, gelast worden, om op de beste wijze in de Grietenijen en
Steden, waaruit zij benoemd zijn, de Ingezetenen te convoceren. 8
Januarij 1673. V, 929.
--Zie Contributie. Eed. Floreen. Godsdienst. Goederen.
Militairen. Opschot. Overijssel. Overlast. Penning (Honderdsten.
Renten. Schepen. Taux. Verschot. Wapening.
--(Schotschietende). Zie Predikanten.
Inkomsten. Zie Tractement.
Inkt. Zie Voorrede, II, 40.
Inkwartiering. Resolutie, dat de
Pastorielanden, door de
Predikanten zelven gebruikt, vrij zullen zijn van Militaire
Inkwartiering. 80 Mei 1673. V, 981.
Inlegering. Zie Soldaten.
Inlossing. Zie Landsdag No. 64.
Inmarsch. Zie Krijgsvolk.
Inneming. Zie Brielle.
Innocentius (Paus). Zie Stavoren.
Inquisitie. Translaat der bezegelde Brieven
van verzekering,
die de Hertoginne van Parma, Regente enz., aan de Geconfoedereerde
Edellieden heeft gegeven, op hun request in de maand April dezes jaars
gepresenteerd, houdende verzoek, dat de Inquisitie en de oude en nieuwe
al te gestrenge Plakkaten zouden worden afgeschaft en vernietigd;
mitsgaders de Reversalen van de voorsz. Edellieden; alsmede de
beslotene Brieven, door Hare Hoogheid ten zelfden einde aan de Raden en
principale Steden van herwaarts over geschreven. 22, 25, 26 en 27
Augustus 1566. III, 675.
--Publicatie, waarbij de Koning wil, dat de Inquisitie zal
ophouden, en nieuwe Plakkaten nopens de Religie gemaakt worden, mits
dat de Catholijke Religie worde in acht genomen, en dat het berooven en
vernielen der Godshuizen, mitsgaders de predicanên, zullen ophouden,
waarvan reeds Brieven van verzekering aan de Edelen zijn gegeven, en
dat die van hun kant dit hebben beloofd en bezworen, hunne onderlinge
Confoederatie, Compromis en Yerbond daarmede houdende voor vernietigd;
alles breeder blijkende uit de acten, daarvan zijnde opgemaakt en
uitgewisseld. 11 September 1566. III, 681.
--Zie Brederode (H. van).
Paskwillen.
Inschrijving. Zie Krijgsvolk.
Insinuatie. Insinuatie, door den Notaris van
Loon aan de
vier Kwartieren van Friesland, uit naam van den Stadhouder, gedaan. 19
Mei 1593. IV, 828.
--(Remonstrantie en Respective). Zie Doleantiën.
Instructiën. Zie Accijsen. Accijsmeesters.
Aernsma (C).
Bisschop. Boden. Botnia (J. v.). Burgerwacht. Camminga (R. v.).
Consenten. Curatoren. Deurwaarders. Dijkszaken. Dongeradeel. Ernst
Casimir. Gecommitteerden. Gedeputeerden. Generaliteit . Goudsmeden.
Gouverneur. Hendrik Casimir I en II. Hof van Friesland. Hottinga (J.
v.). Johan Willem Friso. Krijgsgeregt. Landsdag No. 3, 4, 5, 7, 25.
Leycester (Grave van). Margareta van Oostenrijk. Martena (K. v.).
Meynertsz. (S.). Mindergetal. Munt (De). Ontvanger-Generaal.
Ontvangers. Pacificatie. Pointen. Quota. Raad van State. Regering.
Regters. Rekeningen. Rekenkamer. Rekenmeesters. Roorda (R. v.).
Stadhouders. StatenGeneraal. Tuchthuis. Unie. Utrecht. Volmagten.
Vredehandeling. Willem Frederik.
Instrumenten. Zie Vacatiën.
--Stilstaande). Zie Visschen.
Intendit. Zie Procederen.
Interessen. Resolutie, dat de opschorting van
het betalen
der Interessen, ten laste van de Provincie, zal duren tot Julij 1673.
28 Junij 1673. V, 986.
--Zie Negotiatie. Obligatiën. Ontvangers. Verschot
Interpretatie. Zie Beneficiën.
Interpunctie. Zie Voorrede, II, 11, 43.
Inthimatie. Zie Relaas.
Inundatie. Verbod aan de zeevarende
Ingezetenen van
Friesland, om voor half April Oost- en Westwaarts te zeilen, en
hernieuwing der Plakkaten tegen de Lutheranen, Landloopers en
Bedelaars. 28 Februarij 1533. II, 626.
--Het verbod om Oost- of Westwaarts te zeilen geprolongeerd
tot half Mei, en bevel tot het strikt onderhonden der Plakkaten van de
Mant en tegen de Lutheranen. 20 April 1533.
II, 633.
--Resolutie, waarbij de Heeren
Gedeputeerden gelast
worden, de Provincie bij den uitersten nood onder water te zetten. 8
Junij 1672. V, 825.
--Uitschrijving van den Heere Prins Maurits van Nassau , dienende
tot het beramen van middelen, om de Provincie, des noods, te kunnen
onder water zetten. 12 Junij 1673. V, 985.
--Resolutie, waarbij aan eenige Grietenijen en Steden eenig
remis op den Ploreen en Speciën toegestaan wordt, uit hoofde van de
schade door de Inundatie en den inval der vijanden geleden. 17 Julij
1673. V, 989.
--Resolutie, waarbij aan de Pastoriën van zoodanige Dorpen, welker
landerijen schade bij de laatste Inundatie geleden hebben, eene
suppletie tot dezelfde som, als zij in het voorleden jaar genoten
hebben, toegestaan wordt. 17 Maart 1703. VI, 395.
--Notificatie, om de Ingezetenen, welke bij de Inundatie
schade geleden hebben, in de betaling van den Honderdsten Penning te
gemoet te komen. 17 Maart 1703. VI, 395.
--Notificatie wegens een remis op de geïnundeerde landen. 21 Julij
1703. VI, 400.
--Plakkaat, betrekkelijk het remis van de Florenen voor
den jare 1702, nopens de landen, gelegen in de Grietenijen, Steden en
Dorpen, ten plakkate breeder vermeld. 15 September 1703.
VI, 403.
--Resolutie, tot nader opheldering van het Plakkaat op
het remis der Floreenrente aan de geïnundeerde landen. 24 November
1703. VI, 405.
--Notificatie voor degenen, die zich bij de tauxatie hunner
goederen, ter oorzake van de schade in den jare 1702 door Inundatie
geleden, bezwaard vinden. 20 Maart 1704. VI, 408.
--Plakkaat, betreffende het remis van 's Lands-Floreen,
aan eenige Meijers en Eigenaars gegund, wier landerijen door de
Overstrooming zijn bedorven. 19 Julij 1704. VI, 417.
Inventaris. Zie Voorzitting.
--(Beneficie van). Zie Erfenissen. Remissiën (Brie
ven van).
Inventarisatie. Commissie op Hero van
Burmania, Lieuwe van
Beijem (Beijma) en Erasmus Douma, om met Lucas Jarges, Notaris
Publicus, de Landskisten (te weten de daarin liggende Brieven en
Instrumenten) te inventariseren. 4 Augustus 1575. III, 1030.
Inventarisatie. Zie Sjaarda (S.).
Invoer. Zie Boeken. Granen. Koopmanschappen.
Lakens. Penning (Honderdsten).
Inwoners. Zie Godsdienst.
Joanna van Valois. Zie Volmagt.
Jochem-Daalders. Zie Emder-Guldens.
Johan van Ligne. 1548-1577. Zie Aremberg
(Grave van)
Aremberg (Wed. van). Bannissement. Boekje. Conventiculen. Daalders.
Dijken. Dijkgraaf. Ee (De). Floreen. Gerkesklooster. Geweer. Godsdienst
. Granen. Gratie. Harlingen. Jagt. Inquisitie. Kanselarij. Kinderen
(Ongedoopte). Krijgsvolk. Marendijk. Molens. Monstering. Munt (De).
Oeterdijk. Officiers. Paskwillen. Personen (Uitblijvende). Pest .
Philips. Pluimgraaf. Priesters. Privilegiën. Processiën. Propijn.
Schippers. Schutterij. Stadhouders. Ton- en Bakengeld. Vaarten. Vee.
Vrede. Wegen.
Johan van Oostenrijk. Missive van Koning
Philips aan de
Staten van Friesland, betreffende de aanstelling van Don Johan van
Oostenrijk tot Stadhouder, Gouverneur en Kapitein-Generaal van de
Nederlanden en het Graafschap Bourgondië. 1 September 1576.
III, 1067.
--Missive van Koning Philips aan de
Staten of Gedeputeerde Staten van Friesland, kennis
gevende van
de overkomst van Don Johan van Oostenrijk als Stadhouder, Gouverneur en
Kapitein-Generaal. 30 October 1576. III, 1074.
--Missive van Don Johan van Oostenrijk
aan de Staten van Friesland, kennis gevende van zijne komst in het Land
van Luxemburg enz., tevens verzoekende, dat de Heer van Billy,
Gouverneur van Friesland, alsmede zijn Zoon, Schoonzoon en Kapiteins,
die door de soldaten gevangen genomen zijn, weder mogen ontslagen en in
vrijheid gesteld worden. 13 December 1576. III, 1082.
--Missive van Don Johan van Oostenrijk
aan de Regering van Leeuwarden, prijzende hare naarstigheid, om de
Burgerij in goede devotie van den Koning te houden, met aanbeveling om
daarin te continueren. 13 December 1576. III, 1083.
--Missive van den President en de Raden
in Friesland aan de Prelaten, Ridderschap, Eigenerfden en Steden
aldaar, kennis gevende, dat Don Johan van Oostenrijk bij de Generale
Staten op den vierden dezer maand is aangenomen en ontvangen als
Luitenant-Gouverneur en Kapitein-Generaal van de Nederlanden. 21 Mei
1577. III, 1132
--Missive van Don Johan van Oostenrijk
aan de Staten van Friesland, hun de redenen meldende van zijne retraite
op het Kasteel van Namen. 24 Julij 1577. III, 1142.
--Missive der Generale Staten aan de Staten van
Friesland, dezelve kennis gevende van het vertrek van Don Johan van
Oostenrijk op het Kasteel van Namen, met wijdere aanmaning, om in de
gemaakte Pacificatie te willen volharden. 26 Julij 1577. III, 1143.
--Tweede missive van Don Johan, waarin
hij nader de reden geeft van zijne retraite op het Kasteel van Namen. 1
Augustus 1572. III, 1143.
--Zie Goederen. Troebelen.
Johan Maurits van Nassau (De Amerikaan). Zie Inundatie. Officieren.
Peil. Zijl.
Johan Willem Friso. 1707-1711. Resolutie, behelzende een bevel tot het
opmaken der Commissie voor den Heer Johan Willem Friso, Prins van
Nassau, als Erfstadhouder dezer Provincie, en der acten van aanstelling
tot Kolonel van twee regimenten voor gemelde Zijne Hoogheid; de
instructie voor den Erfstadhouder, en de schikkingen, aangaande den
vorm van het uitgeven van patenten, commissiën, plakkaten en andere
publieke acten door de Heeren Gedeputeerden en de Raden van den Hove
Provinciaal, gedurende de minderjarigheid van den Erfstadhouder. 27
Maart 1696.
VI, 256.
Johanniswald (St.). Zie Klaarkamp.
Jongama (Edo). Zie Voorrede, I, 20, II, 72.
--(G.).Hertog Georg van Saksen
consenteert aan Godschalk
Jongama, Ridder en Grietman over Wonseradeel, om over eenige Beneficiën
of Proven binnen Bolsward te mogen beschikken.
13 Junij 1504. II, 234.
--Goslick. Zie Zoen.
--(Juw, Gosl. en Wyttia). Zie Verschillen.
Jonge Dochters. Zie Landsdag No. 31.
Jongens. Zie Zwaarddansers.
Jongestal. Missive aan de Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden,
over het uitsluiten van den Heer van Jongestal uit de Commissie naar
Maastricht, waarbij dit gehouden wordt voor strijdig tegen het regt
dezer Provincie, hetwelk dezelve met de overige Leden der Unie
gemeenschappelijk geniet. 27 Junij 1684. V, 1231.
--Missive aan de Heeren Staten-Generaal der Vereenigde
Gewesten, dienende tot antwoord op het schrijven van
hunne Hoog
Mogenden, over het opschorten der Commissie van den Heer Jongestal naar
Maastricht, en behelzende nadere drangredenen, om de Provincie in haar
gezag en voorregten te laten. 15 Julij 1684.
V, 1232.
Jongestal (A.P. v.Zie Landsdag No. 76. Trekweg.
Jonggezellen. Zie Landsdag No. 31.
Joost van Schouwenburg. Zie Stadhouders.
Jorritsma. Zie Klaarkamp.
Joukes (Jarich). Zie Gasthuis.
Joure. Pointen en Artikelen, gemaakt
door den Grietman en het gemeene Regt in Hasker-Vijfga, bij Raad en
Prelaten, Oldermam, Wijze Luiden en Gemeente van voorsz. Deel, met
derzelver Omlanden, aangaande het houden van eene Weekmarkt op de
Joure. 12 November 1466. I, 615,
--Zie Predikanten. Veer.
Irnsum. Zie Aalsum. Hottinga. Veer. Zijl.
Irnsumerzijl. Zie
Zijltille.
Isbrandi (Eco). Request van Eco Isbrandi, houdende verzoek
om tegen de ongunstige en heimelijke bedoelingen van sommige Heeren
beveiligd, en in zijn ambt als Lands-Secretaris gemaintineerd te worden.
.. Februarij 1601. IV, 1104
--Resolutie, waarbij de Volmagten van Oostergoo
verklaren, dat zij geen ander dan Eco Isbrandi als Lands-Secretaris
zullen erkennen. 2 Maart 1601. IV, 1122.
--Protestatie van de Volmagten van Westergoo,
waarbij zij verklaren, geen ander dan Eco Isbrandi als Secretaris van
Staat te willen toelaten. 3 en 6 Maart 1601. IV, 1122.
--Resolutie, genomen
bij de Volmagten van
Dongeradeel, waarin zij verklaren, geen anderen Lands-Secretari
te zullen gedoogen en erkennen dan Meester Eco Isbrandi. 27 November
1601. IV, 1127.
--Request aan de Heeren Staten van Friesland
van Eco Isbrandi, inhoudende een verzoek, om hem zijn achterstallig
tractement, wegens de bediening als Lands-Secretaris, gunstig te doen
verlangen enz. .. April 1603. IV, 1250.
Judicature. Zie Admiraliteit. Gedeputeerden.
Hof van Friesland. Landsdag No. 9, 11. Procuratiën.
Junius (Franciscus). Zijne Nalatenschap aan de
Oxfordsche Bibliotheek enz. Zie Voorrede, II, 37.
Jurisdictie. Zie Friesland. Gerkesklooster.
Jus Fici. Zie Obligatiën.
Jus Patronatus. Accoord tusschen Jonker Tjaard
van Jongami,
Olderman der Stad Bolsward en den Magistraat dier Stad, aangaande het
Jus Patronatus van ettelijke Beneficiën, gefundeerd binnen de kerk
van Oldenhove aldaar. 15 Julij 1546.
III, 106.
--Bevestiging van het accoord van
den 15 Julij
1546, tusschen Jonker Tjaard van Jongama, Olderman der Stad Bolsward en
den Magistraat dier Stad, aangaande het Jus Patronatus van sommige
Beneficiën, gefundeerd binnen de kerk van Oldenhove aldaar. 11 November
1550. III, 228.
--Het accoord tusschen Jr. Tjaard van Jongama
en den Magistraat van Bolsward, over het Jus Patronatus van eenige
Beneficiën, door den Bisschop van Utrecht geratificeerd. 19 Mei 1551.
III, 231.
--Fundatie en Jus Patronatus te Zwichem. 20
Maart 1576. III, 1048.
Justificatie. Zie Ontvanger-Generaal.
Justitie (Civiele en Crimineele). Ordonnantie, Edict en Gebod van Koning
Philips, op het stuk van de Crimineele Justitie in de Nederlanden. 5
Julij 1570. III, 795.
--Ordonnantie van Koning
Philips aangaande den Stijl Generaal, die men voortaan
zal
onderhouden en observeren in de Proceduren van de Crimineele Zaken in
de Nederlanden. 9 Julij 1570. III, 819.
--Ordonnantie van de Staten
van Friesland, op de Civiele en Crimineele Justitie. 18 Februarij 1601.
IV, 1098.
--Zie Gedeputeerden. Hof
van Friesland. Landsdag No. 8, 27, 63. Officiers.
Justitiebedienaars.
Zie Bevelhebbers.
Juwinga (Juw). Zie Aalsum. Zoen.
Jws (Sythie). Zie
Aalsum.
K.
Kaartmakers. Zie Dijken.
Kaas. Zie Granen. Penning (Honderdsten).
Kabuzer. Zie Camuzer.
Kadijk. Zie Dijken.
Kalk. Zie Steen.
Kalkbranders. Notificatie, aangaande de
hernieuwing van het Plakkaat nopens de Kalkbranders. 27 October 1696.
VI, 266. - Zie Keurmeesters.
Kamega of Kamminga (W. v.d.). v. d.). Zie
Vrijgeleide.
Kamer van Revysie. Zie Revijsen.
Hamminga. Zie Camminga.
Kampen. Hertog Willem schenkt aan de Stad Kampen twee honderd
pond Groote Tournoois, tot vergoeding der schade van de
Oost-Friezen geleden. .. Mei 1347. I, 204.
--Zie Andringa. Leger. Tol. Verbond. Verschillen.
Kanaal. Ordonnantie om niet te varen door, of
te passeren het Diep of Kanaal tusschen Stavoren en Enkhuizen. 7
December 1576.
III, 1044
Kannen. Zie Maten en Gewigten.
Kanon. Zie Stavoren.
Kanonikaten. Zie op de C.
Kanoniken. Zie Senioren.
Kanselarij. Vergunning, door Zijne Keizerlijke Majesteit verleend,
om de betaling te doen van de huizen, gekocht ten behoeve der
Kanselarij. 20 Julij 1545. III, 79.
--Koopbrief der huizinge, door den President en Rente-
meester-Generaal, in naam en van wege Zijne Keiz. Majesteit, gekocht
ten behoeve der Kanselarij. 5 October 1545. III, 94 .
--Acte, door Zijne Keizerlijke Majesteit gegeven aan den
Abt en Keller van Klaarkamp, tot verzekering der betaling van
het gekocht huis en erve, staande en gelegen binnen Leeuwarden,
aan de noordzijde van het Minnebroeders Klooster, ten behoeve der
Kanselarij, voor de som van vier duizend twee honderd gulden,
ingevolge den Koopbrief van 5 October 1545. .. October 1545.
III, 96.
--Acceptatie van het Hof van Friesland, nopens het opbrengen
der penningen, door de Heeren Staten en die van de Stad
Leeuwarden beloofd, tot het maken van eene nieuwe Kanselarij. 15
September 1565. III, 652.
--Verzoek aan den Koning, om eene nieuwe Kanselarij
te bouwen, waartoe de Staten aanbieden 3000 Caroli-gulden, mits de Stad
Leeuwarden acht honderd gulden geve, welke aanbieding door den Hove van
Friesland is geaccepteerd. 15 September 1565.
III, 656.
--Request, door de Gedeputeerde Staten van Friesland
en door de Stad Leeuwarden gepresenteerd, inhoudende het verzoek tot
het maken van eene nieuwe Kanselarij. .. September 1565.
III, 658.
--Het Hof approbeert den koop van eene huizinge, genaamd
de Gulden Valk, van Jan Lambertszoon den Olde gekocht, om te
maken tot eene straat over de nieuwe Kanselarij; en ordonneert de Stad
Leeuwarden, de koopsom tot zes honderd zestig Goudguldens te betalen. 5
Julij 1571. III, 857.
--Verbod van 's Konings wege, om geen vuiligheid te
brengen voor of omtrent de nieuwe Kanselarij. 15 Januarij 1572.
III, 878.
--Zie Landsdag No. 9, 11.
Kanselarij-Geregtigheden. Publicatie en bevel, om aanstonds te betalen de
resten der Kanselarij-Geregtigheden, bij poene van executie. 19 April
1535. II, 671.
--Zie Gratie. Hof van Friesland.
Landsdag No. 33, 43.
Kantoren. Zie Tractement.
Kapel (Mr. Jans) Zie Leeuwarden.
--(Ter). Zie Slachtedijk.
Kapen. Zie Schiermonnikoog.
Kapitalen. Plakkaat, waarbij geordonneerd wordt, dat geene Crediteuren
hunne uitgezette Kapitalen binnen de eerste drie maanden mogen
opeischen, wegens de buitengewone lasten, den Ingezetenen in deze
tijdsomstandigheden opgelegd. 3 Mei 1673. V, 979.
--Zie Negotiatie.
Kapitein. Kapitein-Generaal. Kapiteinschap.
Hendrik van
Rynesse en van der Borch aangesteld tot Kapitein-Generaal en
Rentemeester in Friesland. .. November 1420. I, 423.
--Florens van Alkemade wordt door Hertog Jan van Beijeren
aangesteld tot Kapitein-Generaal van Friesland, en de Regeerders
en onderzaten dier Landen worden bevolen, om hem te gehoorzamen. 13
Augustus 1421. I, 437.
--Hendrik van Rynesse en van der Borch tot Kapitein
en Rentemeester-Generaal van Friesland aangesteld. 4 Maart 1421 en
1422. I, 451.
--Jan, de Bastaard van Beijeren, en Simon van der Does
aangesteld tot Kapiteins van die mannen van wapenen, welke Fock Ukinck
(Ukena) ten dienste getogen zijn. 3 Mei 1431. I, 495.
--Commissie voor Douwe Sierckszoon, Sybe Peijema, Frans
Canter en Aebe Minneszoon, waarbij een ieder van hen als
Kapitein over drie honderd arbeiders der te maken Dijken wordt
aangesteld. 24 Julij 1574. III, 981.
--Resolutie, wegens het aanstellen van Kapiteins, Luitenants
en Vaandrigs, genomen op eene Remonstrantie door den Stadhouder
Willem Lodewijk, Graaf van Nassau, overgegeven. 8 Februarij 1604. V,
104.
--Resolutie, waarbij de Instructie voor een Kapitein-Generaal,
bij algemeene stemmen der Bondgenooten, over de Militie van den
Staat aan te stellen, goedgekeurd wordt; des dat de begeving der
Officieren, wegens deze Provincie, verblijve aan den Stadhouder als van
ouds. 12 Januarij 1672. V, 811.
--Resolutie, behelzende de aanteekening door de Afgevaardigden
ter Generaliteit wegens deze Provincie te doen, betrekkelijk het
ambt van Kapitein- en Admiraal-Generaal der Vereenigde Nederlanden,
benevens het geven van Patenten. 6 Julij 1672. V, 830.
--Zie Heemskerk (G. v.). Hendrik Casimir. Johan van
Oostenrijk. Krijgsvolk. Landsdag No. 28, 38,
42. Rentemeesters.
Slooten. Stadhouders. Stavoren. Willem III
Willem Hendrik.
Karel van Brimen, Graaf van Megen (Stadhouder) 1568-1571.
Zie Geweldenarijen. Handel. Kerken. Knevelaars. Munt (De). Octrooi.
Ornamenten. Pardon. Plakkaten. Processiën. Propijn. Rebellen.
Sacramenten. Schutterij. Soldaten. Vagebonden. Zeeroovers.
--Gelder (Hertog). Zie Friesland. Gerkesklooster.
Getuigenis. Privilegiën. Subsidie. Visvliet.Vrede.
de Groote. Zie Privilegiën.
Karel de Kale. Zie Lotharius.
--IV. Zie Albert van Beijeren. IJlst.
--V. 1515-1555. Conditiën en Artikelen, waarop een gedeelte van
Friesland den Prins van Spanje heeft gehuldigd en den eed afgelegd. 1
Julij 1515. L. B. 88. II, 314.
--Eed door de Edelen, Heerschappen, Regeerders van
Leeuwarden en andere Ingezetenen van die Stad, Steden en
Landen en Heerlijkheden van Friesland, aan Prins Karel van Spanje afgelegd.
1 Julij 1515. L. B. 89. II, 314.
--Eed in forma, wegens Prins Karei van Spanje, door
Graaf Floris van Egmond aan den Lande van Friesland
gedaan, 1 Julij 1515.
L. B. 89. II, 314. Karel, Prins van Spanje, approbeert al hetgeen door
den Heer Floris van Egmond gedaan is, wanneer hij in zijnen naam de
Huldiging en Eed van de Friezen ontving. 10 Augustus 1515. L. B. 88 en
90. II, 320.
--- Afschrift van de verschrijving ofte bewilliging (Kiesverdrag) van
den nieuw gekoren Roomsch Koning Karel de Vijfde,
bevattende de artikelen, volgens welke hij het Rijk belooft te
besturen. 3 Julij 1519. L. B. 108. II, 383.
--Conditiën, op welke Keizer Karel alle Edelen, Steden
en het Platte Land van Friesland, die tot nog toe Zijner Keizerlijke
Majesteit geen eed en hulde gedaan hebben, wil ontvangen, en
voor goede onderzaten aannemen ...... 1522. L. B. 119.
II, 432.
--Eed van getrouwheid, gedaan door de Ingezetenen der
Groninger Ommelanden, aan Zijne Keizerlijke Majesteit, in handen van
den Heere van Wassenaar, Oversten Veldheer, en den Heer
Stadhouder van Friesland, in tegenwoordigheid van de Kapiteins,
Bevelslieden en al het Volk te Noordhorn. 8
Augustus 1523.
II, 449.
--Certificatie van Bernardus Bucho en Godschalk van Jon-
gema, dat de Edelen, Heerschappen, Regeerders, Burgemeesters en
Gemeente der Stad Bolsward den eed van getrouwheid aan Keizer Karel V
gedaan hebben. 2 October 1523. II, 455.
- Eed in forma, uit naam van Keizer Karel, door Bernardus
Bucho en Godschalk van Jongema aan de Edelen, Burgemeesters,
Raden en Gemeente der Stad Bolsward afgelegd. 2 October 1525. II, 456.
--Brieven van non-prejudicie, aangaande de vernieuwing
van den eed van de Ingezetenen van Friesland. 7 Julij 1545.
III, 74.
--Plakkaat of Ordonnantie aan de
Officiers en
Magistraten, om van alle Heerschappen, onder hunne jurisdictie gezeten,
die den Keizer alsnog geenen eed gedaan hebben, als zijnde ten tijde
van de laatste beëediging uitlandig, ofte onder de 15 jaren, of hier
nog niet woonachtig geweest, te vorderen en af te nemen den eed van
trouw en gehoorzaamheid, naar het formulier, hierin opgegeven. 1
Augustus 1545. III, 85.
--Zie Aalmoezen. Aanslagen. Accijs. Accijsmeester. Ad-
vertissement. Artillerij. Baex (G. v.). Bedelaars. Bedelen. Blanken.
Boeken. Bolsward. Brandbrieven. Brandstichters. Breydel (W. v.).
Buweklooster. Christenen. Daalders. Dankdag. Demolitie. Dienst
(Vreemde). Dijken. Dokkum. Edelen en Heerschappen. Edicten. Eed.
Embder-guldens. Executoriën. Franeker. Frankrijk. Friesland. Friezen.
Gedeputeerden. Gerbranda. Gerkesklooster. Geweer. Gewigt. Gilde.
Godsdienst . Goederen. Goudsmeden. Granen. Gratie. Harlingen.
Heunschip. Kanselarij. Ketterijen. Klaarkamp. Kleeding. Knechten.
Koopmanschappen. Krijgsbezettingen. Krijgsvolk Landsdag No. 3, 4, 5, 7.
Leen. Leeuwarden. Ligting. Luther. Lutheranen. Margareta van
Oostenrijk. Mariëngaarde. Martena (K v.). Menno Simons. Mulaert (G.).
Munt (De). Nederlanden. Nering. Obligatie. Oenema (J.).Oorlog.
Oost-Friesland. Pensioenbrief. Pluimgraaf. Privilegiën. Processiën.
Propijn. Rebellen. Religieusen. Remissiën. Renten. Revisiën.
Schadevergoeding. Schatting. Schepen. Seijnen. Sjaarda (Syds).
Slatting. Sneek. Stadhouder. Subsidie. Surcheance. Sijmonsz. (F.).
Tractaten. Uitlanden. Vagebonden. Verbond. Vrede. Vrijgeleide. Waag.
Wapenen. Wapenstilstand. Wederdoopers. Wesel. Wijn. Workum. Zeevaart.
--de Stoute. Zie Dokkum. Privilegiën. Volmagten.
Karsaai. Zie Lakens.
Kasteel. Zie Leeuwarden. Stavoren.
Kastelein. Zie Stavoren.
Kathentol. Zie Cathentol.
Katholijk Geloof. Zie op de C.
Kazen. Zie Floreen.
Keesjagers. Zie Bedelaars. Roeren.
Keimpemazijl. Acte, waarbij Bokko Utsma, Gaman
te Friens, de
Zusters van Aalsum ontheft van het onderhoud van Keimpemazijl. 25 Julij
1438. I, 516.
--Zie LeppazijL
Keimpemazijlkolken. Acte, gepasseerd door
Sybout Tjebbema,
Grietman in Idaarderadeel, houdende, dat die van Aalsum met meer dan
een ander verbonden zijn aan het onderhoud van Hottinga- en
Keimpemazijlkolken. - 12 Maart 1477. I, 667.
Keimpemazijlroede. Acte van indemniteit, door Popke Roorda, Grietman, en
Popke Bruinsma, en alle andere Mederegters van Idaarderadeel, gegeven
aan het Convent Aalsum, wegens het schoonmaken van Keimpemazijlroede. 2
Augustus 1468. I, 623.
Keimpetille. Zie Grovestins (O. v.).
Keizers. Zie Regt.
Kempo (Idsz.). Zie Aalsum.
Kennemerland. Zie Friesland.
Kepinga (Yke). Zie Attestatie. Klaarkamp.
Kerk. Kerken. Ordonnantie, door den Hove van Friesland, tot conservatie
der Constitutiën van de Heilige Kerken, gemaakt. 5 Februarij 1564. III,
614.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, waarbij
aan de Kerken van Friesland vergund wordt correspondentie met de Kerken
van Stad en Lande te houden. 16 Februarij 1641.
V, 462.
--Resolutie, waarbij de Staten tot de correspondentie der
Kerken dezer Provincie met die van Overijssel hunne toestemming geven.
11 Mei 1672. III, 824.
--Resolutie, waarbij de correspondentie der Kerken
dezer Provincie met de Kerken der Provincie van Gelderland goedgekeurd
wordt. 23 Maart 1676. V, 1112.
--Zie Catharina-Kerk. Floreen. Goederen. Harlingen.
Militairen. Plakkaten. Sijnode. Workum.
--(Groote). Zie Secretaris ('s Lands).
Kerkedienaars. Zie Wetten.
Kerkegaan (Ter). Ordonnantie, dat elk, van wat kwaliteit, sekse of
bediening hij zij, zal gehouden zijn ter Kerke te gaan. 10 December
1569. III, 773.
--Zie Catholijk Geloof. Kinderen (Ongedoopte).
Munt (De).
Kerkegoederen. Zie Goederen. Pastorijgoederen. Predikanten. Rekeningen.
Trouwen. Workum.
Kerkelanden. Zie Landsdag No. 6. Ornamenten.
Registers.
Kerkelijke Vergaderingen. Resolutie, houdende niet alleen een verbod
tegen alle separate Kerkelijke Vergaderingen, maar ook, dat geene
Bijeenkomsten, Conventiculen en Catechisatiën, zonder kennis en
goedkeuring van den Kerkenraad ter plaatse, voor geoorloofd gehouden
zullen worden. 25 Februarij 1680. V, 1172.
--Plakkaat, waarbij alle bijzondere Kerkelijke Vergaderingen en
Conventiculen in particuliere huizenen plaatsen verboden worden. 9
Maart 1680. V, 1176.
Kerkenorde. Resolutie, waarbij de Steden de
Kerkenorde, op
de Nationale Sijnode te Dordrecht gearresteerd, goedkeuren. 30 Mei
1620. V, 258.
--Zie Boeken. Delfzijl. Sijnode.
Kerkenraad. Zie Kerkelijke Vergaderingen.
Leeuwarden.
Kerkformulieren. Zie Liturgiën.
Kerkschenders. Plakkaat tegen de
Kerkschenders, Plunderaars
van Kloosters en Godshuizen en Beeldenstormers; en voorts dat een
iegelijk, die hoort en ziet het geweld en overlast van de oproerigen,
welke Kerken, Kloosters en andere Godshuizen berooven, bederven of
verbranden, zulks zal moeten helpen beletten, en zulke Kerkschenders en
verstoorders der gemeene rust als vijanden van God en den Lande
behandelen en vervolgen; voorts dat niemand beschadigende Wapenen mag
dragen dan ex officio en op publiek gezag. 25 Augustus 1566. III, 674.
--Zie Voorrede, I, 45.
Kerkvoogden. Zie Boelgoeden. Landsdag No. 6,
36. Officieren. Papisten. Trouwen.
Kerkzaken. Zie Stemmen.
Ketellappers. Zie Maaijers,
Ketterijen. Ketters. Plakkaat, houdende verbod
om eenige
gevlugte Ketters te herbergen, te begunstigen of hunne goederen of
zaken te bestieren. - En dat degenen, die weten, waar zij verkeeren of
verborgen worden, of die roerende of onroerende goederen van hen onder
zich hebben, of weten, daarvan binnen acht dagen moeten kennis geven.
26 Januarij 1544. III, 31.
--Ordonnantie aan de respective Geregten,
om de Plakkaten tegen de Herdoopers en andere Ketters, en hunne
Vergaderingen en Leeringen, voormaals geëmaneerd, specialijk die van
den 26 Januarij en 24 Mei 1544, op nieuw en bij continuatie stiptelijk
te achtervolgen en te doen achtervolgen. 25 Januarij 1547.
III, 115.
Missive, om het Plakkaat van 25 Januarij
1547 tegen de Ketters alle half jaren te vernieuwen. 10 Junij 1549.
III, 171
Plakkaat, tot vernieuwing en interpretatie
der vorige Plakkaten nopens de Ketterijen, en specialijk dat niemand
eenige Boeken, die in den Catalogus, op Keizerlijk bevel door de
Universiteit van Leuven opgesteld, geannoteerd zijn, zal mogen drukken,
verkoopen, distribueren, leeren ofte lezen. Voorts een
order, op het nemen van consent en permissie tot het drukken, benevens
het verkoopen van Boeken, binnen of ook buiten 's Lands gedrukt;
alsmede eene ordonnantie voor de Schoolmeesters, in het onderwijzen der
jeugd. 25 September 1550. III, 216.
--Plakkaat tegen de
Ketters, en dat alle
Herdoopers en Herdoopten, achtervolgens het Plakkaat van den 25
September 1550, zullen moeten gestraft worden aan lijf en goed, zonder
verschooning en zonder aanmerkingen op zekere Rijks- of andere
Uitlandsche Ordonnantie. 31 Augustus 1553. III, 317.
--Plakkaat van Keizer Karel, tot extirpatie
der Sekten en Ketterijen, en conservatie der Roomsche Religie. 25
September 1555. III, 376.
--Confirmatie des Konings van Spanje van
de Ordonnantie en het Edict van Keizer Karel V, tot extirpatie der
Ketterijen, en conservatie van het regt Geloof en Catholijke Religie.
20 Augustus 1556. III, 402. Hernieuwing van de Ordonnantie des Kei
zers, in dato 25 September 1550, door Zijne Koninklijke Majesteit
geconfirmeerd den 20 Augustus 1556, betrekkelijk de Religie. 9 Mei
1570. III, 784.
--Bevel des Konings van Spanje, om de
voorgaande Ordonnantiën tegen de Ketterijen, tot conservatie van het
opregt Geloof en Catholijke Religie, wederom op nieuw te doen
publiceren. 26 Julij 1570. III, 829.
--Nader bevel des Konings, om de vorige
Ordonnantiën tegen de Ketterijen, tot conservatie van het regt
Geloof en Catholijke Religie gemaakt, nogmaals te
publiceren. 22 Augustus 1570. III, 834.
--Zie Advertissement. Munt (De). Weder
doopers.
Kettingwierstertille. Zie Zwemmer (De).
Keulen. Zie Gezanten. Oorlog. Vredehandeling.
Keur. Zie Zilver.
Keurbrieven. Zie Friesland. Priesters.
Keurmeester. Ordonnantie, waarnaar des
Landschaps
Keurmeester en de Pannebakkers, Tigchelaars en Kalkbranders hier te
Lande, in het keuren, maken en branden van Pannen, Estrikken,
Tuimelaars en Kalk zich zullen hebben te reguleren. 17 April 1610.
V, 173.
--Zie Goudsmeden.
Kiesterzyl. Zie Landsdag No. 6. Roertol.
Kinderen. Zie Bedelaars. Sacramenten. Wezel.
Kinderen (Ongedoopte). Ordonnantie, dat alle
Ongedoopte
Kinderen onverwijld moeten worden gedoopt, en tegen de ouders van
dezelven, gelijk ook tegen degenen, die te Paschen laatstleden ter
Biecht noch Misse geweest zijn, alsmede die niet ter kerke gaan te
procederen, bij apprehensie van hunne personen en goederen indien het
uit wangevoelen geschied mogte zijn. 8 Mei 1565
III, 646.
Kist- en Paalwerk. Zie Dijken. Strandgoederen.
Kisten. Zie Stavoren.
Kistwerken. Zie Zeewerken. --
Klaarkamp (Klooster). Ferdban (Consentbrief),
verleend door
Kampa Jellingha, Grietman in Leeuwarderadeel en zijne Mederegters
aldaar, als Gerlof Hermanus, Mamma Andela, Wika Ennama,
Anna Feckama, Abbe Abbingha en Sikke Heeringa, aan Broeder
Poppe, Schiermonnik te Jelsum, op negen einzen land, gelegen in
Mellekamp. 14 Februarij 1402. I, 332
--Attestatie van Fecka Aymga, Feya
Halbada, Sywerd Eppama en Geke Wygersma, dat Rowerd
Caymga
(Camminga) zijn eigendom in Peters Fenne, bij Epema-buis in Holwerder
Hemrick, heeft overgegeven aan het Convent Klaarkamp, voor dat
gedeelte, hetwelk voorsz. Convent bezit in Bauwerda Stins en
State. 5 Junij 1404. I, 337.
--Poppeka Doyngha aa Terense verwisselt
zijne landen in Jaringahuizen aan het Convent van Klaarkamp. 29
November 1415. I, 388,
--Brieven van Consent (Ferdban), verleend
door Douwe Doyngha, Grietman in Dantumadeel, aan Broeder Gosse
van Klaarkamp, op vier pondematen land, liggende onder Birdaard. 29
Januarij 1418. I, 401,
--Heer Uteka, Broeder en Monnikpriester
te Klaarkamp, geeft, bij Consent van voorsz. Klooster, aan de twee
Priesters te Gernaurth, al zijn veen en landen gelegen in Lillingwald
en elders. 5 Junij 1421. I, 435.
--Testamentum Duconis Onnama, qm
quondam fuit Parochianis Ecclesiae in Dontinwald, postea Commensalis
Domini Abbatis in Klaarkamp; cui Conventui legavit decem talentatas
terrae circa tugurium Petri Lichtvoets, ex parte occidentali, et novem
ibidem ex parte orientali. Item quinque talentatas terrae in Remka
Werrem, et unam buppa da dellim, etc 27 Men 1423. I, 458.
--Popeke Thiessinga a Britsum bekrachtigt,
bij nadere acte, de verwisseling zijner landen in Jaringahuizen
met het Convent van Klaarkamp, a°. 1415 gedaan. 6 Mei 1431.
I, 495.
--Vergelijk of Zoen,
gemaakt tusschen het
Convent Klaarkamp en Popeka to Lichtaard, nopens zes pondematen land,
afkomende van Rordisma-huis te Hantum. 29 Junij 1431. I, 496.
--Consent-brief, gegeven door Pieter Kamminga,
Grietman van Leeuwarderadeel, op een koop van vier en twintig
pondematen land, liggende in Vierhuister-goed, gekocht door het Convent
van Klaarkamp. 29 September 1437. I, 515.
--Quitantie van Wybren Sakeszoon Wikengha,
in Eslawald, van alle aanspraak, die hij op het Convent
Klaarkamp heeft. 5 Junij 1440. I, 520.
--Wandelkoop van land, tusschen Abel
Mayngha en het Convent Klaarkamp. 9 Januarij
1441. I, 520.
--Consentbrief, door het Geregt van
Leeuwarderadeel verleend op den wisselkoop van
Teijkinga-goed, in voorsz.
deel liggende, door het Convent Klaarkamp gedaan tegen Hoykama-State.
25 November 1441. I, 521.
--Attestatie van Bauk en Gerk tho da
Herwey, dat Abel Mayngha zijn huis verkocht heeft aan
den Keller van Klaarkamp. 17 December 1441. I, 522.
--Heer Tyark en Syka, Persona en Voogden te
Bornwerd, scholden vrij en kwijt den Convente van Klaarkamp de
aanspraak, die zij in hunne qualiteit hebben op ZyardaState. 24 Julij
1442. I, 522.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door
Wbela Kamminga aan het Convent Klaarkamp, van 18 1/2 einzen
1 1/2 penning zaadland, in Sottrema Hamrick, te Holwerd, DoyngaKamp geheeten.
23 April 1445. I, 528.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door
Heer Jelle, Priester te Hantum, aan den Keller van
Klaarkamp,
van eene pondemate land, liggende in Rordisma-Fenne, en welke Wykje
Kamminga aan de Heiligen te Hantum in haar Testament heeft toegelegd.
24 Julij 1445. I, 528.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door
Wiird Wiirdsdisma, Gamech te Ferwerd, aan het Convent
Klaarkamp, van zeven pondematen land te Lichtaard. 17
September 1449. I, 533.
--Koopbrief en quitantie van twee pondematen land,
te Vierhuizen, gepasseerd door Hincka Taynga aan het
Convent Klaarkamp. 25 Maart 1450. I, 534.
--Attestatie van Heer
Douwe, Persona in
St. Johanniswald, en Heer Jacob, Persona in Essalawald, da Jorrin
Jansema aan den Abt van Klaarkamp heeft verkocht twee roeden veen in
Jorritsma-goed, in St. Johanniswald gelegen. 25 Augustus 1450. I, 538
--Koopbrief, gepasseerd den 13 Februarij 1450
door Did Tjaardsz. aan het Convent Klaarkamp, van drie en eene
halve pondematen land, gelegen in Keimpinga-goed, en eene halve
pondemate in Botte-Fenne, te Wanswerd, mitsgaders een Consentbrief op
dezen koop, verleend den 2 Mei 1450 door Ytze Zthalinga, Grietman in
Ferwerderadeel; en de Confirmatie van Geestelijk Geregt te Ferwerd. 16
Mei 1452. I, 542.
--Attestatie van den Abt van Klaarkamp cum soc, dat Heer Ymke (Jemko),
Priester aldaar, wettig toekomt de zes pondematen en het tresoor met
kleinodiën, die Yke, Rijpke Dochter, Kepynga hem gemaakt heeft. 25
October 1452. I,543.
--Koopbrief en quitantie van Geersmasteed,
te Hantum, gepasseerd door Heer Sjuk, Persona te Rejsum, en zijn
Broeder Bokke Montama, aan Broeder Wyger, Keller te Klaarkamp. 19
November 1465. I, 612.
--Verwisseling van eenige veenlanden,
tusschen de Conventen van Klaarkamp en Fosward. 6 December 1465. I,
613.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door
Gherck Hoytsma, voor zich en wegens zijn Broeder Jischa, aan het
Convent Klaarkamp, van twee roeden veen. 12
Mei 1466. I, 614.
--Verklaring van den Heer Bouwe, Persona
op Rinsumageest, dat Juwe Hergersma en Wytke, zijne huisvrouw, aan
Heer Henricus, Keller te Klaarkamp, verkocht heeft twee pondematen
land, liggende in de Kage. 13 Junij 1468. I, 622.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door Gerlof
Thierda en Pieba Judez., aan het Convent
Klaarkamp, van eene halve pondemate land, liggende bij Schiermonnike-Ham.
2 Julij 1468. I, 622.
--Wisselbrief tusschen Boete toe Heerwey
en het Convent Klaarkamp, van twee roeden veen, liggende te Westa
Swaarmberd. 1 Mei 1486. I, 730.
--Verwisseling van landen, gedaan tusschen
Heer Johannes Goch, Abt en Frater Johannes Zelandie, Keller te
Klaarkamp, ter eener, en Oeme upper Hyowr en Freedw, zijne Vrouw, ter
andere zijde. 7 Mei 1488. I, 744.
-- Testament van Gerryt Midlerkerk
Voogd van St. Vitus, te Leeuwarden, waarbij
onder anderen
den Abt van Klaarkamp een derde der goederen gemaakt, en met den Keller
aldaar tot Executeurs van dit Testament gesteld wordt. 2 Mei 1499. II,
210.
--Koopbrief, gepasseerd door het Convent Klaarkamp
aan Luitien Goldsmit, cum uxore, van eene steed (stede of plaats), door
hem zelven bewoond, en eene fenne, liggende bij de oude Bouwardazijl,
voor eene eeuwige rente. 19 Februarij 1503. II, 225.
--Koopbrief en quitantie, gepasseerd door
Melchior van Kodersteyn, cum uxore, aan Thijs,
Hofmeester van Klaarkamp, wegens een stuk veen te Murmerwolde.
23 Maart 1517. II, 349.
--Obligatie van duizend Goudguldens,
ten laste van den Abt en Capitularen van Klaarkamp, welke zij verbeurd
hadden, wegens het laten ontvlugten van zekeren Priester, die een moord
had begaan, en aan hunne bewaring, op hun verzoek, was toevertrouwd
geweest. 21 October 1524. II, 473.
--Appointement op het Request van Heer
Johannis van Hoogstraten, Abt van Klaarkamp, waarbij hij
geordonneerd wordt, in handen van den Rentemeester-Generaal, tot 's
Keizers profijt, te betalen vier honderd gulden, wanneer aan hem de
Obligatie van duizend Goudguldens zal gerestitueerd worden, die hij
verbeurd had, doordien hij zekeren Priester, met name Rombartus
Steenis, die een moord begaan had, had laten ontkomen. 5
September 1525. II, 502.
--Quitantie tot zestien Florenen, gepasseerd
door Pieter van Zutphen, Keiler te Klaarkamp, aan Mr- Sydts
Tzyarda, Grietman van Dantumadeel, welke hij in die qualiteit, wegens
voorsz. Deel, had betaald, voor het maken van den Dwarsdijk bij
Klaarkampsterzijl, die het Convent voorts aanneemt te zullen
onderhouden. 14 Augustus 1527. II, 532.
--Overdragt en quitantie, gedaan en gepasseerd
door Heer Taco, Pastoor te Hantnm, Sievert Jarigsma, Heerschap
aldaar, en Tziemme Heling, Kerkvoogd, in hunne qualiteit, van eene
pondemate land in Tjepkema-goed, te Hantum, aan het Convent Klaarkamp.
12 October 1527. II, 534.
--Jeppe Bottesz., Proevenaar te Klaarkamp,
draagt aan hetzelve Convent alle zijne goederen op. 10 Februarij
1528. II, 539.
--Johan, Gerryt Middelersz., bekrachtigt op nieuw de in den jare 1499
gedane opdragt, van alle
zijne goederen aan het Convent Klaarkamp. 31 October 1528
II, 550
--Acte, waarbij Foppe
Syrickz., als Proevenaar
aangenomen zijnde, alle zijne goederen aan het Conven Klaarkamp
overgeeft. 10 Februarij 1530. II, 565
--Accoord tusschen den Abt, Prior, Senioren
en Capitularen van het Klooster Klaarkamp, en Wopki Wygesz., cum
uxore, waarbij deze Echtelieden voor Proeveniers it het Convent worden
aangenomen. 10 Julij 1530. II, 570
--Brieven van Wandelkoop van landen
en renten, tusschen Albertus Zwollensis, Abt, Jacobus Trajectensis
Prior, en Albertus vaa Althen, Keller, van wege het Convent Klaarkamp
en Mr. Sydts Tzyarda. 19 September 1533. II, 645
--Pieter Klaasz. Kuyper, als Proevenier
aangenomen zijnde, draagt alle zijne na te laten goederen aan het
Convent Klaarkamp op. 23 Maart 1536. II, 683.
--Wandelbrief tusschen de Conventen
Klaarkamp en Aalsum, aangaande zekere twaalf roeden
veen, ten westen in Veenwouden. 11 October 1537. II, 712.
--Brieven van Consent, door den Hove
van Friesland verleend op de Wandeling of verdeeling van zekere twaalf
roeden veen, tusschen de Conventen Klaarkamp en Aalsum. 17 December
1538. II, 725,
--Baar ofte uitspraak, gedaan door de
Heeren Tjaard van Burmania en Mr. Sydts Tjaarda
als
Commissarissen, waarbij het Convent Klaarkamp is opgelegd het maken,
repareren en onderhouden der Hooge Brug over de Ee, ten eeuwigen dage,
des daartegen voor eenmaal genietende de som van twee honderd vijftig
Goudguldens, door de Ingezetenen der Grietenijen Ferwerderadeel,
Westdongeradeel en Dantumadeel te betalen, benevens de quitantie van
den Abt en Keller van Klaarkamp, voor de ontvangene twee honderd en
vijftig gulden. 26 April en 8 Junij 1539. II, 743.
--Koopbrief en quitantie van vijfdehalve
roeden leyen of vergraven veen, liggende in Veenwouden, gepasJ seerd
door Lieuwe Hiddez., cum uxore, aan Hoyte Sjoerdsz., Hofmeester in
Veenwouden, van wege het Convent Klaarkamp, daarop gegeven Brieven van
Consent door Johannes Wopkes, Roomscli Keiz. Majesteits Grietman van
Dantumadeel. 15 Maart 1540.
II, 788.
--Harperus Jarichi, Conventuaal van het
Klooster Klaarkamp, draagt, voor zooveel in hem is, het voorsz.
Klooster, met alle de bezittingen, aan den Lande op,
mits daarvoor genietende in eens drie en dertig Caroli-gulden tien
stuivers. .. Maart 1580. IV, 147.
--Zie Domzijl.
Gerkesklooster. Kanselarij. Landsdag No. 36. Leppazijl. Tol. Zoen.
Klaarkampsterbrug. Zie Trekweg.
Klaarkampsterzijl. Zie Klaarkamp.
Klaas (Andries). Zie Andries Klaasz.
Klaas Melisz. Zie op de C.
Klagten. Remonstrantie der Heeren Gedeputeerde
Staten van
Friesland aan den Heer Stadhouder Grave van Lalaing, inhoudende
verscheidene Klagten over het bekorten en verwaarloozen hunner
Tractaten, Privilegiën en Vrijheden, met verzoek van redres, benevens
het antwoord op dezelve gegeven. 13 en 14 Maart 1577.
III, 1110.
--Nadere Remonstrantie van dezelve Heeren Gedeputeerden.
14 en 15 Maart 1577. III, 1112.
--Zie Aalsum. Doleantiën. Stadhouders. Verantwoording.
Klassis. Zie Appelleren.
Kleeding. Plakkaat, hoe een ieder zich
overeenkomstig zijnen staat zal moeten Kleeden. 27 Mei 1550. III, 208.
--Zie Edict.
Kleef (Hertog van). Zie Landsdag No. 7.
Kleinezijl. Zie Leppazijl.
Kleinodiën. Zie Floreen.
Klerken. Resolutie, waarbij de drie Klerken van
het Collegie
der Heeren Gedeputeerden gelast worden, gedurig op het Collegie te
zijn, en geene Schrijvers te mogen gebruiken. 21 Februarij 1607. V,
135.
--Zie Landsdag No. 6, 44. Menno Simons.
Kletten. Zie Leeuwarden.
Kif (Het Roode). Zie Dijken.
Klinkerden. Zie Aalsum.
Klokklippen. Zie Predikanten.
Kloostergeloften. Zie Smalle-Ee.
Kloostergoederen. Missive van de Gedeputeerden
van Friesland
aan den Magistraat van Leeuwarden, ordonnerende hun, zoo door
publicatie als anderzins, af te doen de Arresten, op de
Kloostergoederen gelegd; mitsgaders om de personele Impositie op de
zijde lakens in het werk te stellen, en de penningen, daarvan komende,
op te brengen. Voorts eene Ordonnantie van bovengemelde Magistraat aan
hunne Ingezetenen, nopens het aangeven van alle inkomende personen. 13
Augustus 1578. III, 1203.
--Zie Geestelijken. Landsdag
No. 25, 27, 28,
43, 58. Ontvangers. Oorlog.
Kloosterkerk. Zie Tuchthuis.
Kloosterlanden. Zie Landsdag No. 25, 27, 66.
Oost- en West-Dongeradeel. Penning (Achtsten). Tuchthuis.
Verschot .
Kloostermeijers. Zie Landsdag No. 44, 50, 54. Meijers.
Kloosters. Graaf
Willem verbiedt de Kloosters en Geestelijken, vaste goederen te koopen
in zijne Landen van Holland, Zeeland en Friesland. 31 Julij 1328. I,
182.
--Latijnsche Brief van den Hertog Georg van Saksen aan
de Abten, Prelaten en Prioren der Kloosters in Friesland, tot antwoord
op hun gedaan verzoek, tot vrijdom van de ongewone lasten en
bezwaarnissen, door Dr. Idzardus, zich uitgevende voor Pausselijk
Commissaris, gevorderd als een Taux voor den Stoel van Rome. 21 Maart
1513. L. B. 78. II, 297.
--Nomina Monasteriorum Frisiae Occidentalis. .......
1529. II, 565,
--Request aan Gedeputeerden van Friesland, gepresenteerd
door Ulbo van Heemstra, voor zich en als Volmagt der vier Dorpen in
Trijnwoude, Frerick Arentsz., Brecht Attez. en Adriaan van Cronenburch,
voor zich en van wege de andere belanghebbende Dorpen van
Tietjerksteradeel, betrekkelijk het inlijven des Kloosters
te Bergnm, door den Bisschop van Leeuwarden gedaan. ......
1570. III, 837.
--Ordonnantie, om te publiceren, dat alle onbewoonde Kloosters
tot prijs gegeven worden aan al degenen, die ze willen aantasten,
om die ten spoedigste af te breken. Voorts dat de Magistraten moeten
opgeven eene specificatie van de Granen en Ammunitiën binnen hunne
Steden. 4 November 1580. IV, 218.
--Ordonnantie aan alle Geregten en Steden, om de nog
overige gebouwen van zekere Kloosters geheel weg te breken, en de
materialen, daarvan komende, te emploijeren tot Zijlen en Kisten enz.,
met interdictie aan de Particulieren, om in 't vervolg die afbraken te
doen. 12 December 1580. IV, 225.
--Ordonnantie, dat al de gene, die landen, huizen, renten,
veenen, actiën en geregtigheden, den gewezen Conventen toebehoord
hebbende, bezitten, gebruiken of onder zich hebben, zulks binnen zes
weken specifiek zullen moeten aangeven. 15 October 1582. IV, 314.
--Zie Anthonij-Gasthuis. Elten (Klooster te). Geestelijken.
Knechten. Landsdag No. 25, 28. Oorlog. Ossetille. Religieusen.
Trajecto (C. de). Veen.
Kloosterzathen. Zie Verkoop.
Kloppen. Zie Jezuiten.
Knapboeken. Zie Munt (De).
Knechten.
Dienstknechten. Plakkaat en Reglement, om de groote ongeregeldheid en
kwade gedragingen der Knechten, Dienstmaagden en Arbeiders te weren. 24
Maart 1671. V, 805.
Knechten. Soldaten. Plakkaat, dat niemand mag
trekken tot zekeren hoop Knechten, in Groningerland verzameld, en dat
de aldaar zijnde moeten wederkeeren binnen vier en twintig uren na
bekomen kennis, bij verbeurte van lijf en goed, en bij eeuwig
bannissement. 10 September 1537. II, 706.
--Plakkaat, dat niemand zich mag laten
vinden in eenige vergadering van Knechten of Vagebonden, noch zich
begeven in dienst van Uitheemsche Prinsen, zonder te hebben Brieven van
Consent. 31 December 1541. II, 837.
--Verzoek van Hare Majesteit Mevrouw de
Gouvernante, om een Vaandel Knechten nog twee of drie
maanden in dienst te houden. 16 Augustus 1543. III, 25.
--Ordonnantie, dat alle Knechten, op de
Kloosters of Huislieden terende, aanstonds moeten naar
huis
keeren, bij poene van geapprehendeerd, en naar bevind van zaken
gestraft te worden. 26 November 1543. III, 30.
--Plakkaat, dat niemand mag teren op de
Kloosters of Huislieden, hetzij met of zonder geweer,
dan op
zijn eigen kosten, op poene van den lijve; moetende tot hunner
apprehensie alle naarstigheid, of, ingevalle van resistentie, geweld
worden gebruikt, zonder voor ongelukkige gevolgen bekommerd of
aansprakelijk te zijn. 9 November 1544. III, 56.
--Plakkaat, dat niemand zich bij den hoop
Knechten, die voor Bremen gelegen heeft, vervoegen, doch
reeds bij hen zijnde, zich binnen acht dagen daarvan scheiden zal.
1 Junij 1547. III, 124.
--Plakkaat, dat men tot de Knechten, bij
Bremen vergaderd, niet zal mogen trekken zonder consent,
en daar
reeds zijnde, binnen tien dagen tot zijne woonplaats zal moeten
wederkeeren. 2 December 1550. III, 229.
--Plakkaat, dat alle afgedankte Knechten of
Soldaten, ten Platten Lande terende, aanstonds moeten
vertrekken, elk naar zijne plaats en bedrijf, en dat zij, noch anderen,
zich mogen begeven in vreemde dienst, of, zich reeds daarin begeven
hebbende , binnen veertien dagen moeten wederkeeren. 14
September 1567. III, 716.
--Verbaal van hetgeen
gebesogneerd is,
aangaande de beschrijving van de Gedeputeerden, om middelen te beramen
ter onderhouding van vier Vaandelen Knechten, begonnen den 25 Augustus,
en geëindigd den 1 September 1572. III, 900.
--Missive en Commissie van Georg van Lalaing,
Stadhouder, aan de Gedeputeerde Staten van Friesland, rakende de
betaling van 33,000 Caroli-gulden aan de Bossusche Knechten; alsmede om
bij manier van leening op te nemen van alle Patronen of Opkomsten van
kerken de renten van dit tegenwoordig jaar. 17 Augustus 1578. III,
1205.
--Zie Dienst (Vreemde). Floreenrente. Krijgsvolk.
Oorlog. Soldaten.
Knevelaars. Ordonnantie aan de Magistraten en
Steden, om ter ontdekking van Knevelaars, Boeven en Rabauwen, alle
suspecte huizen te laten doorzoeken. Alsmede bevel aan de Herbergiers,
om de namen hunner vreemd inkomende gasten schriftelijk aan de
respective Magistraten te overhandigen. 3 Januarij 1570.
III, 775.
--Nadere Ordonnantie, om tegen de Knevelaars, Moordbranders,
Boeven en Rabauwen, niet alleen sterke wacht te houden, maar
ook alle naarstigheid in het apprehenderen van dezelve te gebruiken. 17
April 1570. III, 783.
--Plakkaat, tot goede wachthouding tegen de Knevelaars,
Straatschenders of andere Landsvijanden, om dezelven niet te
herbergen of onderhouden, noch vrij te laten passeren, maar te
wederstaan en apprehenderen, en hunne naburen in allen overlast
aanstonds bijstand te doen. Voorts eenige artikelen tegen het loopen
der Soldaten uit hunne garnizoenen, en het nemen van Sauvegarden van
den Vijand enz. 14 November 1588. IV, 719.
--Ordonnantie, om de schuren, hooibergen, reidmeren
en andere plaatsen, nabij of omtrent de bijten staande, naauwkeurig te
onderzoeken, ten einde geene van des vijands Knevelaars zich daarin
kunnen verbergen. 3 December 1591. IV, 780.
--Zie Boevenjagt. Processie. Rebellen. Zeeroovers.
Koegrazing. Zie Visvliet.
Koeijenkazen. Zie Godsdienst. Granen.
Victualie.
Koenthis (J.). Zie Aalsum.
Koerlandsche Soldaten. Zie Krijgsvolk.
Koeverden. Zie Coevorden.
Koijt. Zie Tol.
Kollum. Commissie op den Abt van
Gerkesklooster, Grietmannen en
Ingezetenen van Achtkarspelen en Kollumerland, om van Kollum
door Achtkarspelen tot aan Eestrum een nieuw Diep te graven. 27 April
1508. II, 260.
Kollum. Zie Dijken. Trekweg.
Kollumerdijk. Zie Gerkesklooster. Uitlanden.
KoIIumer-Kruisland. Zie Bildtlanden.
Kollumerland. Zie Getuigenis. Ton- en
Bakengeld.
Kolonel. Missive van Julius van Botnia en
Goslyk Hiddema, behelzende een verslag van hunne reis en ontmoeting
bij den Prins van Oranje, inzonderheid nopens het verzoek om eenen
Luitenant-Gouverneur te mogen hebben. 1 Augustus 1583.
IV, 382.
--Missive van den Prins van Oranje aan de Gedeputeerde
Staten, over het aanstellen van eenen Kolonel in
Friesland, hen
bedankende voor hunnen ijver tot welzijn van het Vaderland, en teffens
oordeelende, dat hij in dezen voorslag, om redenen in dezelve vermeld,
voor als nog niet konde bewilligen enz. 12 Augustus 1583. IV,
384.
--Zie Johan Willem Friso. Landsdag No. 28. Merode
(B. v.). Willem Lodewijk.
Kolonels-Diep. Resolutie, over het
opgraven (slatten) van het Kolonels-Diep. 7 Junij 1616. V,
220.
--Nadere Resolutie over het opgraven (slatten) van
het Kolonels-Diep. 12 April 1617. V,228.
Zie Vaart.
Kolven. Zie Zwaarddansers.
Komediën. Zie Sijnode.
Konvooigelden. Missive van de Staten-Generaal,
aan de Staten
van Friesland, over het frauderen van de Konvooigelden. 9 November
1598. IV, 1015.
Konvooyen en Licenten. Plakkaat op het stuk van de
Konvooijen, mitsgaders Licenten, indien er eenige uitgegeven zouden
mogen worden. 30 April 1586. IV, 607.
Commissie voor twee Gedeputeerden
uit de Staten van Friesland, om bij de Staten-Generaal aan te
houden en te verzoeken, om niet hooger in de Konvooijen bezwaard te
worden dan andere Provinciën. 14 April 1594.
IV, 860.
Resolutie der Staten van Friesland,
nopens de fouten in het collecteren der Konvooijen dezer Landschappen.
31 Mei 1595. IV, 880.
--Zie Landsdag No. 29, 56, 60, 69,
70, 71. Oorlog. Rapporten.
Koop. Zie Bildtlanden. Friesland. Landsdag
No. 43, 48.
Koopbrief. Zie Schiermonnikoog. Zaadland.
Koopen. Zie Goederen.
Koophandel. Zie Commercie. Engeland. Licenten.
Oost-Indische Compagnie. Verbond. Vijand. West-Indië.
Kooplieden. Plakkaat, betrekkelijk de
commercierende Engelse Kooplieden, op deze Landen. 22 Maart 1603. IV,
1248.
--Zie Floreen. Landsdag No. 6. Lemsterzijl. Vrijgeleide.
Koopmanschappen. Plakkaat, houdende verbod om geene Waren
of
Koopmanschappen, uit Frankrijk komende, in deze Landen te voeren, zonder
paspoort, op straffe van confiscatie. 23 Augustus 1536. II, 688.
--Plakkaat, dat niemand eenige Goederen
Koopmanschappen uit deze Landen mag voeren naar Engeland,
Embden of
elders, daar de Engelschen handelen of trafiqueren; dat mede geen
Engelsche Lakens van zoodanige plaatsen in deze Landen mogen worden ingebragt, en
niemand dezelve hier mag koopen, of anderzins met de Engelschen handel
drijven, alles tot den tijde, dat entrecoursen tusschen deze Landen
en Engeland aldaar in hunne oude vrijheid. 20 Mei 1564. III, 617.
Plakkaat, om geene Waren of Koopschappen
uit te voeren over dijken of andere ongewone plaatsen maar door
zijlen of sluizen, bij poene van confiscatie derzelver goederen en
arbitrale straffen. 26 September 1581. IV, 272.
--Zie Paspoorten. Penning (Honderdsten). Privilegiën. Rebellen.
Kopijen. Zie Gedeputeerden. Resolutiën.
Sijnode. Taux.
Kopijloon. Zie Landsdag No. 6.
Korenmarkt. Zie Granen.
Korenmaten. Aanschrijving aan alle Grietenijen
en Steden, om
de Korenmaten naar die van Bolsward te laten maken en ijken. 26 Augustus
1608. V, 153.
Kornjum. Zie Priesterschap.
Korporaals. Zie Officieren.
Kortezwaag. Zie Vaarten.
Kosten. Zie Concilie. Krijgsvolk. Landsdag No.
6, 45.
Kosterij. Zie Stavoren.
Koters. Zie Predikanten.
Koudum. Zie Rijweg.
Krakeelen. Zie Duellen.
Krengen. Plakkaat, tot waarschuwing, om geen
doode Krengen aan
de openbare wegen of vaarten te laten liggen, en ook geen hooi of stroo
aldaar te verbranden. 17 Mei 1682. V, 1202.
--Zie Ambten. Stadhouders.
Krijgsbezettingen. Ordonnance de Charles,
Roi de Castille, de passer dans le compte du Receveur-General des
Finances, la somme de 2450 livres, pour frais et interets de celle de
36000 livres, que plusieurs Marchands de la ville d'Anvers avoient
avancëe póur fournir en payement des Garnisons, et reparations faites a
la tête (du port) de Harlingue, et aux autres Forts en Frise.
--Ordonnantie of Bevel van Karel, Koning van Castilië, om
in
rekening van den Ontvanger-Generaal der Financiën goed te doen de somma
van 2450 pond, wegens onkosten en interessen van die van 36,000 pond,
welke verscheiden kooplieden der Stad Antwerpen hadden uitgeschoten, om
de Krijgsbezettingen te betalen; alsmede de vernieuwingen aan het Hoofd
van Harlingen en andere Forteressen, in Friesland gelegen. 28
en 31 December 1517.
II, 360.
--Declaration que les 2450 livres sont payés,
selon le contenu de l'ordonnance precedante du Roi Catholique.
Verklaring dat de voorgemelde 2450 pond, volgens bevel van zijne
Catholijke Majesteit, betaald zijn. 28 December 1517. II, 361.
Krijgsdienst. Zie Dienst (Vreemde).
Geappointeerden.
Krijgsdiscipline.
Zie Gedeputeerden. Unie.
Krijgsgeregt. Instructie voor het Krijgsgeregt des Frieschen
Regiments, waarnaar zich diens Geregts-Scholtus, Assessoren en
Secretaris zullen hebben te reguleren. 23 December 1608. V, 154.
--Resolutie, waarbij aan het Krijgsgeregt, het regt van
bannen buiten deze Provincie wordt gegeven. 23 April 1647. V, 505.
--Resolutie dat het Krijgsgeregt der Friesche Regimenten in alle
publieke actiën, den rang vóór de Professoren van 's Lands Universiteit
zullen hebben. 14 December 1664.
V, 743.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, waarbij vastgesteld
wordt, dat bij het uitoefenen van Crimineel Regt door het
Krijgsgeregt, altoos vier Dienaren van den Substituut-Procureur-Generaal
tegenwoordig zullen zijn. 17 Mei 1666. V, 753.
--Zie Landsdag No. 66. Sententiën. Franeker.
Krijgslieden. Zie Krijgsvolk.
Krijgsman. Zie Dienst (Vreemde).
Krijgstucht. Zie Landsdag No. 15.
Krijgsverzamellng. Zie Dienst (Vreemde).
Krijgsvolk. Contract de Charles, Prince
d'Espagne avec la
Ville d'Anvers, pour l'avance d'une somme, destinée a payer ce qui
etoit du aux gens de guerre en Frise.
Beding, aangegaan tusschen Karel, Prins van Spanje en de
Stad
Antwerpen, wegens het verstrekken van penningen, geschikt om het
Krijgsvolk in Friesland te betalen. 6 April 1516. II, 331.
Brief van Joh. Bourgogne Aluwe,
aan twee
Burgemeesters van Middelburg, houdende bevel om twee Heunschepen in
gereedheid te doen brengen, tot overvoering van eenig Krijgsvolk naar
Friesland. .. Augustus 1516. II, 337.
--Ordre de Charles, Hoi de Castille, pour faire certains
payements, à l'occasion du deboursement pour les Garnisons de Frise.
Bevel van Karel, Koning van Castilië, om zekere betaling
te
doen, ter gelegenheid van uitschot aan het Krijgsvolk in Friesland 12
Julij 1517. II, 355,
--Plakkaat, dat niemand, hetzij Krijgsvolk of anderen,
zal mogen teren op den huisman. Dat alle Lediggangers en Vagebonden
zullen moeten vertrekken naar de plaatsen hunner geboorte of woning, op
lijfstraffen; mogende van elk aangetast en geapprehendeerd, en in cas
van resistentie, met geweld gevangen worden; zullende, ingevalle
dezelve gewond of zelfs gedood worden, deswege onaansprakelijk zijn. 9
Mei 1537. II, 697.
--Plakkaat, dat niemand eenig Krijgsvolk mag aannemen
of inschrijven, zonder daartoe uitdrukkelijke lastbrieven in forma van
den Koning of Zijnentwege te hebben en te toonen; gelijk ook niemand
zich mag laten inschrijven, zonder dat zulken last aan hem gebleken
zij, en die uit onkunde zich zoodanig reeds mogten hebben laten
aannemen, aanstonds uit zulke dienst moeten scheiden en vertrekken. 3
September 1566. III, 679,
--Plakkaat, dat de Officieren des Konings goede zorg
moeten dragen, dat er geene ongeregeldheden en oploopen gebeuren en
gebeurende, worden ontdekt en gescheiden; alsmede geen Krijgsvolk
aangenomen en geligt, zonder commissie van den Koning of Gouvernante.
Voorts dat niemand zich mag begeven met harnas of geweer bij
Krijgsvergaderingen, niet in 's Konings bezoldiging zijnde noch wapenen
van de eene plaats in de andere voeren, zonder permissie en paspoort te
hebben. 14 December 1566. III, 690
--Ordonnantie, tot apprehensie van hen, die tegen 's Ko-
nings Plakkaten Krijgsvolk aannemen, zonder lastbrieven van Zijne
Majesteit te hebben, gelijk ook van de onderstaande gecondemneerde
Priesters. 29 Maart 1567. III, 709
--Plakkaat, dat niemand eenig Krijgsvolk mag aannemen of
inschrijven, zonder daartoe uitdrukkelijke lastbrieven in forma van den
Koning of 's Konings wege te hebben en te toonen; gelijk ook niemand
zich tot eenige Krijgsdienst mag laten inschrijven, zonder die last
gezien te hebben; en die uit onwetendheid zich reeds buiten zoodanige
last of bestelbrieven hebben laten aannemen, aanstonds uit zulke dienst
moeten scheiden en vertrekken. 20 April 1568. III, 732.
--Plakkaat, waarbij aan het Krijgsvolk verboden wordt, zich
uit het leger, garnizoen of krijgsdienst te absenteren zonder verlof of
paspoort. 29 Januarij 1572. III, 879.
--Ordonnantie, waarbij het Krijgsvolk geconstringeerd wordt
om dienst te nemen op de gereed liggende oorlogschepen te Harlingen. 2
Junij 1572. III, 887.
--Plakkaat, houdende dat niemand eenig Krijgsvolk zal
mogen inschrijven zonder uitdrukkelijke last van Zijne Majesteit, en
dat niemand zich zal mogen laten inschrijven, voor en aleer hun van
dien last gebleken zij; alsmede dat niemand van het eene Krijgsvolk tot
het andere zal mogen overgaan, zonder consent van zijn eigen Overste te
hebben. 9 Junij 1572. III, 887.
--Ordonnantie tot publicatie van het Plakkaat van 9
Junij 1572, en bevel om bedacht te zijn om niet meer dan vier
Knechten te gelijk door eene Stad te laten passeren.
Voorts rekening te doen van de Drijfgoederen, en uitschrijving van
den Jaartaux. 9 Julij 1572. III, 891.
--Ordonnantie
tot het nemen
van informatiën van de schaden, schattingen, geweld en verdrukkingen,
die de ingezetenen door de inlegering van het Krijgsvolk geleden
hebben. 15 Januarij 1573. III, 921.
--Missive, tot publicatie van het Plakkaat van 29 Janu-
arij ll., waarbij verboden wordt uit het leger of garnizoen te gaan
zonder paspoort, en om het gemeene volk geen overlast te doen, bij
poene van de galg. 24 Maart 1573. III, 930.
--Plakkaat van den Hertog van Alva, waarbij het vreemde
Krijgsvolk, de dienst des Prinsen van Oranje willende
verlaten,
den vrijen doortogt door des Konings Landen wordt toegestaan, en dat
hun het af te leggen geweer zal betaald worden. 29 Julij
1573. III, 945.
--Plakkaat, om de Bewijzen, Obligatiën en Recepissen
enz., van de quotisatiën, door het vreemde Krijgsvolk gepasseerd, in
originali naar Brussel over te zenden binnen zekeren korten tijd, bij
poene van hun regt of aotie te verliezen. 13 Februarij 1577.
III, 1100.
--Plakkaat des Konings, waarbij aan alle
Officieren
en Vasallen geordonneerd wordt, hunne Bewijsschriften van de pen-
ningen, ten behoeve van het Krijgsvolk gefourneerd, naar Brussel te
zenden of te brengen, in handen van de Gedeputeerden der Generale
Staten, binnen twaalf dagen na de publicatie, bij poene van verlies van
alle hunne actiën. 30 April 1577. III, 1123
--Missive van de Generale Staten aan de Staten van
Friesland, tot spoedigen opbreng van eene merkelijke som
van
penningen, tot betaling van het Krijgsvolk, met belofte van demolitie
der drie Blokhuizen, en instelling van een nieuwen Provincie Raad.
15 Augustus 1578. III, 1204
--Missive van den Aartshertog Matthias aan de Staten
van Friesland, houdende een zeer ernstig verzoek en sterken aandrang,
om binnen vijftien dagen te fourneren eene som van l2.000
Caroli-gulden, te vinden bij leening, verkooping van renten, of eenig
ander bekwaam middel, tot betaling van het Krijgsvolk 26 September
1578. III, 1214.
--Ordonnantie en Gebod, aangaande den regel die de
Krijgslieden zullen moeten onderhouden; mitsgaders op
den
overlast en het geweld, die dezelve Krijgslieden, Lediggangers en ander
kwaad Geboefte, de arme onderzaten van de Landen van herwaarts
over aandoen enz. 12 October 1578. III, 1215.
--Missive der Generale Staten aan de Staten van Fries
land, houdende verzoek, met aandrang van krachtige redenen, on hun
quota in de voorgestelde sommen gelds op het spoedigst te willen doen
fourneren, tot betaling van het Krijgsvolk. 3 Junij 1579. IV,32.
--Nadere
missive van de Generale Staten aan de Staten
van Friesland, nogmaals, met aandrang van krachtige redenen,
verzoekende om hun quota in de voorgestelde sommen gelds op het
spoedigst te willen doen fourneren, tot betaling van het Krijgsvolk. 20
Junij 1579. IV,43.
--Acte van de nadere geünieerde Provinciën, waarbij zij
zich zeer sterk verbinden, tot het opbrengen van alzulke penningen als
bij gemeen advijs en consent over de voorschreven Provinciën
geconsenteerd zijn, met de middelen om de onwilligen daartoe te
constringeren. 8 Julij 1579. IV, 49.
--Staat van het Krijgsvolk, noodig zijnde tot gewone
verdediging voor de Garnizoenen van de daarin genoemde Provinciën of
Landen. ...... 1579. IV, 114.
--Aanschrijving van den Stadhouder, om te publiceren
navolgende Ordonnantie en Gebod van den 16 Julij 1580, nopens
de Krijgslieden; alsmede pointen en artikelen over hetzelfde subject
geordonneerd, ten opzigte van de Garnizoenen. 15 Augustus 1580.
IV, 194.
--Aanschrijving aan de Geregten, om al het ontvangene geld van
den dubbelen omslag, capitale impositiën of anderzins, dadelijk op te
brengen, en het restant binnen twee dagen. Voorts om een Collecteur en
Controleur van de gemeene middelen aan te stellen. En eindelijk om de
Molenaars en Slagters te verbieden, eenig graan te malen, of beesten te
slagten, voor dat de cedulle van aangeving aan hun vertoond is. 25
Augustus 1580. IV, 203.
--Resolutie, genomen door de Gedeputeerden der nader
geunieerde Provinciën, op de propositien: Eerstelijk, wie men over het
Krijgsvolk zal stellen; ten tweede, welken Raad men zal aanstellen, die
het beleid van zaken zal hebben; ten derde, welke middelen men zal
uitvinden, om den oorlog uit te voeren. 12 October 1580. IV, 214.
--Missive van den Stadhouder aan den Magistraat van
Leeuwarden, hem kennis gevende van den aantogt van
Krijgsvolk tot hunne hulp, ter gelegenheid van de inneming van Stavoren.
16 November 1580. IV, 338.
--Commissie, gepasseerd op Sybrand van Camminga, als
Superintendent of Kolonel over het Krijgsvolk van
Oostergoo. 24 Januarij 1583. IV, 220.
--Commissie voor Willem Arentszoon, mede Gedeputeerde
Staat van Friesland, om zich te transporteren naar
IJlst, en
aldaar het gewapend Volk van Wijmbritzeradesl en andere Grietenijen te
monsteren. 25 Januarij 1583. IV, 338.
--Acceptatie en bevestiging, door de Gedeputeerden der
Vereenigde Nederlanden, gelijk ook naderhand van de
Generale
Staten zelve gedaan, omtrent de belofte van de vermeerdering aangaande
het ontzet of bijstand van den 4 September laatstleden. 13
Februarij 1586. IV, 562.
Plakkaat tegen alle ongeregeldheid en overlast van het Krijgsvolk, zoo te Velde als in Garnizoen. 4
April 1586. IV, 586.
--Resolutie der Staten van Friesland, nopens het ver
zoek van secours van Krijgsvolk, door den Raad van State en Zijne
Exellentie gedaan. 23 Mei 1593. IV, 830.
--Extract uit het Register der Resolutiën van de Staten
Generaal, nopens Frieslands bezwaarde belasting van
Krijgsvolk. 17 December 1594. IV, 867.
--Pointen na voorgaande propositie door de Heeren Ge
deputeerden van de Provinciën van Friesland, Stad Groningen en
Ommelanden, aan de Staten-Generaal overgegeven, met de gevolgde
Resolutiën, aangaande de organisatie van het Krigsvolk. 29 November 1606.
V,128.
--Publicatie der Heeren Gedeputeerden, betrekkelijk den
inmarsch van Krijgsvolk binnen deze Provincie, buiten kennis Heeren
Staten. 12 December 1672. V, 912.
--Propositie door de Afgevaardigden
uit hunne Hoog
Mogenden de Heeren Staten-Generaal en wegens Zijne Hoogheid den Heere Prins
van Oranje, op 't Landshuis binnen Leeuwarden den 9, en op het Raadhuis te
Sneek den 10 Januarij 1673, aan de Staten van Friesland gedaan, nopens de
organisatie en betaling van het Krijgsvolk. 9 en 10 Januarij 1673. V, 931.
--Resolutie door de Staten van Friesland, vergaderd te Sneek, op vorige
propositie genomen. 10 Januarij 1673. V, 933.
--Resolutie door de Staten van Friesland, op 't Land-
huis binnen Leeuwarden genomen, tot antwoord van vorenstaande propositie,
door de Heeren Gecommitteerden, wegens hunne Hoog Mogenden aldaar gedaan,
den 9 Januarij 1673. 11 Januarij 1673. V,933.
--Zie Bedelen. Brood. Coevorden. Consenten.
Contingent. Dienst (Vreemde). Geertruidenberg. Knechten. Landsdag.
No. 9, 11, 17, 25, 27, 28, 31, 35, 42, 43, 44, 45, 46, 47
50, 52, 53, 55, 57, 60, 61, 62, 66, 69, 70, 71. Militie. Oorlog.
Rebellen. Vagebonden. Willem Lodewijk.
Krinserarm (De Dille). Zie Dijken.
Kronijken (Friesche). Zie Voorrede, I, 17.
Kroonen (Fransche). Zie Munt (De).
Krooning Zie Engeland (Koning van).
Kruisbroeders.Fundatiebrief des Kloosters van de Kruisbroeders
binnen Franeker. 4 April 1468. I, 620.
--Zie Houtwaren.
Kruisland. Zie Dijken.
Kruistogten. Epistola Magistri Oliveri ad
Groninganos et Frisona Bevel van Meester Olivier, tot den Kruistogt
naar het Heilige Land, den Friezen gedaan. 1216. I,86
Epistola Magistri Oliveri ad Frisones.
Brief van Meester Olivier aan de Friezen, opdat ze hunne
schepen tot den Kruistogt gereed zouden maken .... 1216, I, 86.
Litterae Mag. Oliveri, Scholastici Coloniensis, Abbatibus, Prioribus, Praepositis et Consulibus Frisiae. 14 September
1218. I,86.
Olivier, Scholaster van Keulen, schrijft aan die van
Friesland over de dapperheid hunner Landgenooten, voor Damiate betoond.
(Yertaling.) I, 87.
Litterae Patriarchae Hierosolimitani Fratribus in
Christo de Claricampo et in Dockum. 14 September 1218. I, 87.
De Patriarch van Jeruzalem geeft goede getuigenis van de
Friesche Pelgrims, en beveelt die te beschermen aan de Abten van
Klaarkamp, Mariengaarde en van Dokkum. (Vertaling.)
I, 88.
--Litterae Frederici II Imperatoris ad Frisones. 1 Februarij 1226. I, 90.
Keizer Frederik II vermaant al de Friezen, om met hem
andermaal een togt tot verlossing van het Heilige Land te ondernemen.
(Vertaling.) I, 91.
--Cohortatio ad Frisones Papae Honorii III ad resti
tutionem rerum in Terra Sancta. 14 October 1226. I, 91.
Paus Honorius III vermaant de Friezen weder, tot
onderstand der
verloopene zaken in het Heilige Land, eenen togt derwaarts te doen, en
roemt hunne oude dapperheid. (Vertaling.) I, 92.
--Epistola adminitoria Legati Apostolici sedis ad Fri
sones scripta.
Broeder Thomas, Gezant van den Apostolischen zetel, stelt den
Friezen het gevaar voor, hetwelk de Vrouwen op den togt naar het
Heilige Land ondergaan, en wat zij tot onderstand van het
Heilige Land te doen hebben enz. ... 1260. I, 95.
Kuikhorne. Zie Veen.
Kuineren of Kuinre (Jan van). De Graaf beveelt zijne Baljuwen en
Schouten, dat zij Jan van Kuineren, zoo die eenig goed neemt van de
Oostfriezen, of de Friezen zelf gevangen in 't Land brengt, daarmede te
laten geworden. 11 December 1328.
I, 184.
--Zie Leen.
Kuinre en Kuinder. Zie Dijken. Mariendal.Vaart.
Kuipers. Gilde-Artikelen voor de Kuipers te Workum. 20 April
1566. III, 664.
Kukuitsboom. Zie Sijgerswolde (Convent).
Kuyper (P. KL.) Zie Klaarkamp.
Kwaaddoeners. Zie Verbond.
Kwaadwilligen. Missive des Konings van Spanje aan den Hove van
Friesland, om de Edelen, die van sommige Kwaadwilligen tot hunne
confoederatiën aangezocht zijnde, zulks afgeslagen hebben, bij
gelegenheid van 's Konings zonderling genoegen en voornemen van
erkentenis te kennen te geven; en voorts tegen de oproerigen naarstig
te waken. 31 Julij 1566. III, 672.
Kwaadwilligen. Zie Dag- en Nachtwachten.
Kwakers. Zie Socinianen.
Kwartieren. Zie Steden.
Kwijtbrief. Zie Artillerij. Beveworden.
Friesland. Heunschip. Kloosters (De).
L
Labadisten. Resolutie, waarbij de Heeren
Gedeputeerden
gelast worden, om door Gecommitteerden uit hun midden, benevens twee of
drie uit de Deputaten van de Sijnode, te onderzoeken, en door eigen
bekentenis der zoogenaamde Labadisten narigt te bekomen van hunne leer,
beschuldiging der Gereformeerde kerk, en quasi openlijke
Godsdienstoefening te Wieuwerd, en wat verder tot die zaak betrekkelijk
is; wijders vastgesteld, dat alle bijzondere zamenkomsten en
catechisatiën ongeoorloofd zijn. 12 Junij 1675. V, 1108.
Labberdaan. Zie Wijn.
Lakens. Hertog Philips van Bourgondië
verbiedt, dat men
Engelsche Lakens of wollen Garen in Holland, Zeeland en Friesland zal
brengen. 25 Julij 1428. I, 484.
--Plakkaat, dat men volgens vorig gebod van allen handel
met die van Engeland, en het inbrengen van hunne waren en
koopmanschappen alhier, geene Lakens of andere wollen werken, daar
gemaakt, of van daar komende, in deze Landen mag invoeren. 29 Julij
1569. III, 770.
--Plakkaat, nopens den invoer van Lakens, Karsaaijen en
Baaijen uit Engeland in deze Landen, en van hier
derwaarts, en
om meer bijzonder en scherper toezigt te hebben tot onderhouding van de
Plakkaten, tegen den in- en uitvoer van die en andere waren voormaals
gepubliceerd. 3 Junij 1570. III, 792. Zie Accijs. Friesland.
Kloostergoederen.
Lalaing. Zie Stadhouders.
Landboek. Zie Annaal. Voorrede, II, 79.
Land-Commandeur. Zie Aalsum. Regt.
Landen. Plakkaat, om de Landen, aan den
Zeedijk liggende, niet te ploegen. 9 Junij 1542. II, 861.
Landen. Ordonnantie van den Stadhouder en
Gedeputeerden, aangaande de opgave en verbetering van Landen en Huizen.
........ 1582. IV, 330
--Landerijen , Platte Land. Zie Accijs. Aernsma
(C). Alencon (Hertog van). Bevelhebbers. Bodestelling. Consenten.
Consumtiën. Familiegelden. Floreen. Gedeputeerden. Hasker-Convent.
Hoorngeld. Inundatie. Landsdag No. 6, 25,28, 31. Lasten. Leeuwarden.
Ligting. Munnekezijl. Ontvanger-G. neraal. Penning (Zes en
vijftigsten). Procuratiën. Regering Renten. Stadhouders. Statendijk.
Steden. Taux. Verboni Verschillen. Vijanden. Wederdoopers.
--(Landschaps-). Nader order tegen het verzwijgen der
Landschaps-landen. 20 Maart 1662. V, 678.
--Zie Bildt
--(Vergraven). Zie Landsdag No. 25, 43.
Landerijen. Zie Fransche Vlugtelingen.
Landheeren. Publicatie, om geen voortvlugtige
of uitgeweken
Landheeren eenige Pachten, Huren of Renten te betalen of daarover te doen
beschikken. 9 Julij 1573. III, 944.
--Commissie op een Hofsbode aan de Meijers van voort
vlugtige Landheeren, om binnen tien dagen van hunne Huren Pachten
betaling te doen aan den Eersten Hofs Deurwaarder, bij poene van executie.
2 Maart 1574. III, 961.
--Verklaring van den Magistraat van Leeuwarden, dat
zij geen kennis hebben van uitgewekene Landheeren buiten hunne Stad. 21
April 1574. III, 971.
Zie Grondheeren.
Landhuren. Zie Anthonij-Gasthuis. Landsdag No. 25.
Landkwartieren. Zie Procuratiën.
Landlieden. Ordonnantie tegen de Landlieden en
andere
Vreemdelingen, die zich binnen Leeuwarden ophielden. Alsmede om geen
Granen, Zout of Meubelen buiten de Stad te voeren, zonder consent . 26
Augustus 1572. III, 905.
--Zie Brood. Granen. Landsdag No. 6. Vrijgeleide
Landloopers. Zie Bedelaars. Inundatie.
Lediggangers. Paskwillaen. Vagebonden.
Landmeter. Zie Dijk.
Landraad. Acte, nopens het aanstellen van een
Landraad van al de geuniëerde Provinciën. 27 December 1579. IV, 110.
--Advijs der Gedeputeerden van de nadere Unie op zekere
pointen, door de Generale Staten voorgedragen, tot het oprigten van
eenen Landraad. 19 Februarij 1580. IV, 131.
Landraad. Zie Landsdag No. 27.
Landregten. Zie Voorrede, I, 60.
Landschapshuis. Zie Overspel.
Landschapsmiddelen. Zie Middelen.
Landscollecten. Zie Magistraat.
Landsdag No 1.. Brief, tot convocatie van een
Landsdag te Sneek. 1 November 1523. II, 458.
Uitschrijving.
No.2. Handelingen van den Landsdag, gehouden te
Leeuwarden, op het stuk der Dijkagiën. 26 Mei
1525. II, 497.
No. 3. Handelingen van een Landsdag, gehouden te Leeuwarden, begonnen den 18 April 1539. II, 727.
Karel V
Dongratuit
Schuldbetaling
Oorlog
Geloofsbrief
Maria van Hongarijen
Doleantiën.
Volmagten
Gedeputeerden
Verkiezing
Nominatie
Grietslieden
Priesters
Beneficiën
Tractaat 1524
No. 4. Handelingen van een Landsdag, gehouden te Leeuwarden
in het Predicaren Klooster, den 18 Junij 1539. II, 753.
Onderwerpen als boven.
No. 5. Handelingen van een Landsdag te
Leeuwarden,
gehouden den 13 Augustus 1539. II, 753.
--Onderwerpen als boven, en: Instructie. Gedeputeerden.
No. 6. Handelingen van een Landsdag, begonnen en
gehouden te Leeuwarden, den 2 December 1540. II, 811.
Magt
Gedeputeerden.
Eeusma (Jonker van).
Hoxwier.
Salaris
Douwama (J.)
Specificatie.
Lidlum (Abt van).
Placet.
Geprofesside Personen.
Misbruiken.
Hoxwier (H. v.)
(Aesga v.)
Burmania (D. v.)
Douwama (J.)
Salaris.
Gedeputeerden.
Protest.
Munt (De).
Costumen.
Gewoonten.
Steden en Landen.
Advocaten.
Minderjarigen.
Testamenten.
Goederen.
--Artikelen van Oostergoo:
--1. Beneficiën.
--2. Prelaten.
3,4. Boden van t Hof.
3,4.Griffier.
3,4.Klerken.
5. Munt (De).
6. Delinquanten.
7. Bedelaars.
8. Pastoors.
8. Vicariën.
8. Prebendariën.
9. Zout water.
9. Zijlen.
9. Dijken.
10. Wijn.
10. Bier.
10. Brood.
11. Steden.
11. Vuilnis.
12. Visch.
12. Beesten.
12. Markt.
12. Schot.
13. Sundwijnen. Suydweyn.
14. Grietslieden.
14. Kopijloon.
15,16. Steden.
15,16. Landlieden.
15,16. Handel.
15,16. Groningen.
Declaratie daarop van Gedeputeerden.
Artikelen van Hemelumer Oldephaert.
1,2,3. Advocaten.
1,2,3. Misbruiken.
4. Schade.
4. Zout water.
5,6. Dijkgraven.
7. Floreen.
8. Dijken.
Antwoord hierop.
Bezwaren van Franekeradeel.
1. Zout water.
2. Kiesterzijl.
2.Verlaat.
3.Lasten.
3.Steden en Landen.
4. Policie.
4. Bakkers.
4. Kooplieden enz.
4. Postmeesters.
4. Harlingen.
4.Verlaat.
4.Sluis.
Antwoord hierop.
Artikelen van Menaldumadeel en Hennaarderadeel.
1. Tol.
1. Excijs.
1. Vee.
1. Visch.
2. Waaggeld.
3. Zout water.
4. Gedeputeerden.
4. Commissie.
5. Advocaat (Lands).
6. Sluizen.
6. Wateringen.
6. Vijf Deelen.
6. Dijken.
Antwoord hierop.
--Concepta van Gedeputeerden.
Timmerlieden.
Metselaars.
Leidekkers enz.
Misbruiken.
Volmagten.
Gedeputeerden.
Comparanten.
Tauxatiën.
Salaris.
Protesten.
Andere Precepta.
Priesters.
Huizen.
Voogden.
Reparatie.
Maaijers.
Zichters.
Gravers.
Dagloon.
Boete.
Kerklanden.
Verkoop.
Alienatie.
Pastoors.
Kerkvoogden.
Weesgoederen.
Waarden.
Waardinnen.
Maaltijden.
Kosten.
Rekening.
Officieren.
Wethouders.
Eed.
No. 7. Handelingen van een Landsdag, gehouden te
Leeuwarden in het Minnebroeders Klooster, begonnen den 11 April
1543. III, 5.
Jaartaux.
Oorlog.
Kleef (Hertog van)
Gelderschen.
Karel V.
Penning (Honderdsten).
Uitvoer
Dantumadeel
Zijl.
Smallingerland
Zevenhouden
Westergoo
Schade
Vee.
Antwoord
Oostergoo.
Westergoo.
Zevenwouden.
Steden.
Declaratiën en Propositiën van
Hemelumer Oldephaert.
Dijkslasten.
Dijkgraven.
Dijksvolmagten.
Memoriaal.
Schippers.
Gevangenneming.
Gedeputeerde.
Uitgaven.
Penningen.
Landsprofijt
Acta.
Gedeputeerden.
Roorda (S.).
Tzyarda (Z.).
Hoxwier (A. v.).
Instructie.
Geloofsbrief.
Doleantiën.
Maria van Hongarijen.
No. 8. Handelingen van den Landsdag, begonnen en
gehouden te Leeuwarden, in het Reventer des Predicaren Kloosters, den 9
April 1549. III, 161.
Philips II.
Dongratuit.
Propijn.
Paarden.
Negotiatie.
Amsterdam.
Belasting.
Floreenrente.
Raad (Criminele).
Justitie (Criminele).
..... (Civiele).
No. 9. Handelingen van den Landsdag, begonnen en
gehouden te Leeuwarden, in het Predicaren Klooster, den 8
junij 1551. III, 232.
Voorstel.
Aremberg (Grave van).
Philips II.
Propijn.
Geschenk.
Oorlogskosten.
Frankrijk (Koning van).
Antwoord van de Staten.
Repliek van den Stadhouder.
Wederantwoord van de Staten en verdere Handelingen.
Kanselarij (Nieuwe).
Herstel.
Privilegiën.
Tractaten.
Vrijheden enz.
Ambtenaren.
Commissarissen (Geestelijke en Wereldlijke).
Regt.
Advocaat (Lands).
Artikelen van Doleantie.
Commissaris (Geestelijke).
1 tot 11.
Judicature.
Dekens.
Capitularen.
Archidiaconatum.
Prelaten.
Priesters.
Misbruiken.
12-13.
Krijgsvolk.
Boeven.
Bedelaars.
Vagebonden.
14. Excijsmeesters.
14. Bieren.
15. Grietslieden.
16. Consentgeld.
16. Staten (Schotschietende).
16. Ploeggangen.
17. Costumen.
17. Processen.
17. Steden en Landen.
17. Verschillen.
17. Lasten.
18. Zwanen.
19. Privilegiën.
Antwoord van den Stadhouder.
Verklaring van denzelven.
Commissaris (Geestel.).
Linden (Willem van der).
Repliek op die Verklaring en verdere Debatten hierover.
No. 10. Handelingen van een Landsdag, gehouden te
Leeuwarden, begonnen den 21 April 1558. III,
422.
Over dezelfde onderwerpen als voren, en:
Doleantiën.
Rekenschap.
Loo (G. en B. van).
No. 11. Handelingen van een Landsdag, gehouden in
het Predikaren Klooster te Leeuwarden, begonnen
den 8 Junij 1560, III, 488.
Over dezelfde onderwerpen.
No. 12. Uitschrijving van een Landsdag, tot beraming van middelen om de
Soldaten nog eenigen tijd hunne leeningen te doen erlangen. 31 Mei 1569. III, 768.
Bescherming. Nederland. Uitschrijving.
No. 13. Uitschrijving van een Landsdag, tot beraming
van middelen om de Soldaten nog eenigen tijd hunne leeningen te
doen erlangen. 23 Augustus 1574. III, 987.
Soldaten.
Leening.
Onderhoud.
Impost.
Uitschrijving.
No. 14. Handelingen van een Landsdag, 7 September 1574.
III, 987.
Voorstel.
Robles (G. de).
Philips II..
Leening.
Onderhoud.
Betaling.
Soldaten.
Octrooi.
Impost.
Floreen.
Volmagten.
Privilegiën.
Vrijheden.
Pluimgraafschap.
Zwanen.
Domeinen enz., enz.
Verdere handelingen met de Volmagten.
Afscheid van den Stadhouder.
Inlevering van Geschriften door onderscheidene Volmagten.
No. 15. Acta en Handelingen, gevallen op den gemeenen
Landsdag, die binnen Leeuwarden, door verschrijvinge van den
Stadhouder, President en Raden begonnen is. 30 Junij 1575.
III, 1014.
Voorstel.
Robles (G. de).
Philips II.
Leening.
Onderhoud.
Betaling.
Soldaten.
Impost.
Familiegelden.
Ontvanger-Generaal.
Burmania (Hero van).
Antwoord der Volmagten van
Steden en Landen.
Remonstrantiën en Artikelen der Volmagten.
Krijgstucht.
Soldaten.
Wagen- en Scheepsvrachten.
Robles (G. de).
Geschenken.
Floreenrente.
No. 16. Acta van den Landsdag, door uitschrijving van
den Hove te Leeuwarden, gehouden den 9 November 1575. III, 1036.
Voorstel.
Robles (G. de).
Verschot.
Betaling .
Soldaten.
Galeijen.
Floreen.
Familiegelden.
Rekeningen.
Ontvangers.
No. 17. Resolutie, om tegen den 20 Mei een Landsdag
uit te schrijven, tot het beramen van middelen en order op de betaling
der Soldaten, en restitutie en genegotieerde Penningen, den 11 Mei
1577. III, 1124.
Betaling.
Soldaten.
Familiegelden.
Krijgsvolk.
Soldaten (Walsche en Duitsche).
Uitschrijving.
No. 18. Pointen, door de Staten op den eerstkomenden
Landsdag te beramen en te sluiten. 16 October
1577. III, 1158.
1. Steden.
1. Volmagten.
2. Remboursement.
2. Schoorsteengelden.
3. Omslag.
3. Soldij
3. Floreenrente.
4. Privilegiën.
5. Volmagten.
5. Steden.
No. 19. Brief van Duco van Martena, Renicus a Camminga en Karel
Roorda, aan Hessel Aysma, destijds zijnde te Antwerpen,
waarin zij hem kennis geven van het voorgevallene op den Landsdag den
20 Maart 1579. IV, 9.
Martena (D<. v.).
Camminga (R. v.).
Roorda (K.).
Aysma (H. v.).
Antwerpen
Geestelijkheid
Officieren.
Misbruiken.
Gedeputeerden.
No.20 Uitschrijving van een Landsdag tegen den 20
Mei, om te aanhooren, helpen resolveren en sluiten
zekere gewigtige zaken, die de Stadhouder heeft voor te dragen.
12 Mei 1579. IV, 22.
Uitschrijving.
No. 21. Missive, houdende advertentie, dat de uitgeschre-
ven Landsdag van den 20 Mei wordt uitgesteld tot den 26 dito. 19 Mei
1579. IV, 23.
Uitstel.
No. 22. Uitschrijving van een Landsdag, om daartoe
bij Huiskondiging en Klokklipping Volmagten te nomineren, en zonder
ruggespraak te resolveren. 30 Julij 1579. IV, 59.
--Uitschrijving. Volmagten.
No. 23. Uitschrijving van een Landsdag tegen den 14
dezer maand, om te delibereren en adviseren op zaken, rakende het
bekomen van een vasten vrede, of anders het voortzetten van een
noodwendigen oorlog met de Malcontenten. 3 Maart 1580.
IV, 134.
Pacificatie.
Spaansche Tirannij.
Unie.
Vrede.
Religie.
Malcontenten.
Religions-Vrede.
Uitschrijving.
Oorlog.
No. 24. Aanschrijving aan alle Geregten en Steden, om
tegen den 15 dezer Volmagten in het Jacobijner Klooster te zenden; om
de Gedeputeerden van hunne last te ontslaan, en anderen in hunne plaats
te kiezen; de Rekening van de Ontvangen te aanhooren en te resolveren
omtrent de middelen, die bij de ca tinuatie van den Oorlog het meest
dienstig en minst kwetsend zijn. 7 Februarij 1581. IV, 233.
Volmagten.
Gedeputeerden.
Rekeningen.
Ontvangers.
Oorlog.
No. 25. Handelingen van den Landsdag den 6 Julij 1582. IV, 297.
1. Krijgsvolk.
1. Betaling.
1. Kloosterlanden.
1. Verhuring.
2. Gezanten.
2. Hulde.
2. Alencon (Hertog van) .
3. Reces.
3. Gezanten
3. Procuratiën .
3. Instructie.
4. Middelen.
4. Verpachting.
5. Beneficiën.
5. Leengoederen.
6. Conventen.
6. Kloostergoederen.
6. Landen.
6. Veenen enz. .
7. Krijgsvolk.
7. Waardgelders.
7. Huislieden.
8. Conventen.
8. Kloosters.
8. Landhuur.
9. Pretensiën
9. Schulden.
9. Landen (Vergraven).
9. Fortificatiën.
9. Schouwenburg (Gr. v.)
9. Robles (G. de).
10. Volmagten.
10. Dorpen.
11. Ontvanger-Generaal.
12. Ontvangers.
12. Opkomsten.
12. Kloosters .
13. Wagenvrachten.
13. Scheepsvrachten.
14. Gedeputeerden.
14. Gooen.
14. Oorlog.
15. Grietenij-Ontvangers.
15. Borg.
16. Dijken.
16. Dijkgraven.
16. Verkiezing.
No. 26. Uitschrijving van een Landsdag tegen de 26
Maart, om te handelen over de continuatie van den
tegenwoordigen, en het vinden van nieuwe Contributiën en Lasten tot den
Oorlog; mitsgaders over zaken, de generale Regering des Vaderlands
betreffende. 17 Maart 1583. IV, 351.
Contributiën .
Regering.
Oorlogslasten. .
Uitschrijving.
Landsdag No. 27. Pointen en Artikelen, op den
tegenwoordigen Landsdag door de Gedeputeerden van Friesland
overgeleverd, waarop, na goede en rijpe communicatie en deliberatie der
gemeene Volmagtigen, Resolutiën worden verzocht. 26 Maart 1583. IV,
354.
1. Krijgsvolk.
2. Middelen.
2. Verkoop.
2. Kloosterlanden.
2. Renten.
2. Veenen.
3. Alencon (Hertog van).
3. Regering.
4. Griffie.
4. Misbruiken.
4. Justitie
5. Gecommitteerden.
5. Rapport
6. Raad van State .
7. Roorda (K.)
7. Landraad.
8. Unie .
9. Gedeputeerden.
9. Ontvangers.
9. Kloostergoederen.
No. 28. Resolutiën genomen door de Volmagten van
Oostergoo, Westergoo en Zevenwouden, op den
tegenwoordigen Landsdag Staatswijze vergaderd zijnde. 23
April 1583. IV, 364.
1. Secretarissen.
1. Gedeputeerden.
1. Controle.
1. Ontvangsten.
2. Reparatiën.
2. Huizen.
2. Bruggen.
2. Sluizen.
3. Secretarissen.
3. Ordonnantiën.
3. Datum.
3. Sommen.
4. Gedeputeerden.
4. Controle.
4. Ammunitiemeester.
5,8. Commissarissen.
5,8. Ontvangers.
5,8. Quitantiën .
6. Commissarissen.
6. Ontvangst
6. Rekening .
7. Kloosters.
7. Confiscatie.
7. Verhuring.
9,10. Kapiteins.
9,10. Krijgsvolk.
9,10. Grietslieden.
11,12. Predikanten.
11,12. Corpora-goederen.
13. Kloostergoederen.
13. Roorda (P.).
13. Agricola (J.).
14. Grietslieden.
14. Bijzitters.
14. Secretarissen.
14. Verkiezing.
15. Landen.
15. Huissteden.
16. Kolonel.
16. Merode (B. v.).
17. Hoplieden.
17. Krijgsvolk.
No. 29. Missive van den Luitenant-Gouverneur en Gedeputeerde
Staten aan die van Leeuwarden, otii Volmagten te zenden op eenen
aanstaanden Landsdag te Franeker, en te aanhooren de propositiën, zoo
van de Gezanten der Generale Staten als Gedeputeerden dezer Provincie,
rakende de vordering der Religie en Policie, en daarop resolutie te
nemen. 20 Maart 1584. IV, 444.
Gouverneur (Luitenant).
Willem Lodewijk.
Staten-Generaal .
(Gedeputeerde).
Volmagten.
Religie.
Regering.
Policie.
Middelen.
Alencon (Hertog van).
Konvooijen en Licenten.
Vijanden.
Malcontenten.
Schulden.
Secretarissen.
Procuratiën.
No. 30. Declaratoir van den
Magistraat van Leeuwarden, dat, hetgeen bij absentie van een hunner
drie Gecommitteerden op den Landsdag werd verhandeld, alzoo bondig en
even wettig zoude zijn, alsof hetzelve bij alle drie was verrigt
geworden. 28 Maart 1584. IV, 445.
Declaratoir.
Leeuwarden.
Magistraat.
Gecommitteerden.
No. 31. Remonstrantiën in dezen Landsdag, binnen Fra-
neker begonnen, voor te wenden door de gemeene Volmagten van Oostergoo,
Westergoo, Zevenwouden en de Steden, rakende het verbeteren van de
Regering. 31 Maart 1584. IV, 448.
den 31 Maart 1584. Voorstellen. Gedeputeerden.
Remonstrantiën.
Volmachten.
Regering.
1,2,3,19,22,23,33,34,35,36,37.
Officiers.
Ambtenaren.
4. Weezen.
4. Jonggezellen.
4. Jongedochters.
4. Goederen.
5,21. Gages.
5,21. Salarissen.
5,21. Pensiën.
5,21. Tractementen.
6-14, 16, 17, 18, 20, 24.
Regt.
Procederen.
Appellen.
Executie.
Straffen.
15. Sportelgelden
25. Logement.
25. Stadhouders.
26. Verpachting.
27, 40, 41, 42, 43, 44.
Ammunitie.
Paarden.
Krijgsvolk.
28. Steden.
28. Vergraving.
28. Landen.
29,30,31.
Fortificatiën.
Generaliteit.
Anjou (Hertog van).
32. Excijsen.
38. Gedeputeerden.
39. Rataller (J.).
No 32. Propositie op den tegenwoordigen Landsdag, den
31 Maart 1584. IV, 452.
Voorstellen.
Gedeputeerden.
1-16, 24, 27, 28.
Vergaderingen.
Eensgezindheid.
Godsdienst (Gereform.)
Goederen (Geestelijke).
Predikanten.
Misbruiken.
17,18.
Unie.
Middelen.
Alencon (Hertog v.).
19-21. Oorlog.
22. Forticficatiën.
23. Schulden.
No. 33. Pointen en Artikelen, door eenige Volmagten van de Landen,
tegenwoordig ten
Landsdage vergaderd binnen Franeker, tot meeste dienst en nut van de
gemeene Landszaken geconcipieerd; met de Resolutiën van de Volmagten
van Oostergoo, Westergoo en de Zevenwouden, daarop verleend. 27 April
1584.
IV, 463.
1. Erfgenamen.
1. Confiscatiën.
2. Verkoop.
2. Goederen.
3. Hof van Friesland.
3. Sportelgelden.
4. Schippers.
5. Voerlieden.
6. Executeurs.
7. Ambtenaren.
8. Goederen (Geestelijke).
9. Grietslieden.
9. Omslag
10. Besluiten.
11,13. Nieuwjaarszingen, enz.
12. Geregtskosten.
14. Dijkgraven.
15-20. Regt .
21. Hof van Friesland.
21. Tractement.
22, 23. Steden.
22, 23. Vergraving .
24. Ontvanger-Generaal.
24. Rentemeester.
25. Veenmeesters.
26. Fiscus.
27. Rataller (J.).
27. Cassatie.
28. Hoplieden .
29. Baudimont (F.).
29. Demissie.
30. Kanselarij-Geregtigheden.
Landsdag No. 34 Aanschrijving van den
Stadhouder en
Gedeputeerden aan den Magistraat der Stad Leeuwarden, om Volmagten te
zenden op een te houden Landsdag, tot vinding van de noodige Penningen
tot den Oorlog. 15 November 1584. IV, 514.
Oorlogslasten.
No. 35. Pointen en Artikelen, door de Volmagten der
Steden, op correctie van hunne respective Principalen, beraamd, om op
den naastkomenden Landsdag te dienen voor Advijs, Propositie en Last.
24 Februarij 1585. IV, 521.
1-6.
Impost.
Excijsen.
Krijgsvolk.
Steden.
Privilegiën.
Consumtiën.
Volmagten.
No. 36. Pointen en Artikelen, door de gemeene Volmag-
ten van Oostergoo, Westergoo, Zevenwouden en de Steden ontworpen, om
daarop resolutie genomen te worden, als ten meesten nutte en oorbaar
van het Vaderland bevonden zal wezen te behooren, met de resolutiën
daarnevens. 27 en 28 April 1585. IV, 528.
1. Ammunitiemeesters.
2. Ammunitie.
3. Overdragt.
3. Staten-Landen.
4. Jaartaux.
5. Salaris.
5. Secretarissen.
5. Advocaten
6. Grietslieden.
6. Administrateurs.
6. Kerkvoogden.
7. Schrijvers.
7. Hoplieden.
8. Requesten.
9. Klaarkamp (Abt van)
Geld.
Ammunitie.
Proviand.
Frontiersteden.
No. 37. Uitschrijving van een Landsdag, en het zen-
den van wel geintentioneerde en gequalificeerde Volmagten tot dien, om
te aanhooren, resolveren en sluiten, omtrent eene extraordinaire
contributie tot een Veldleger aan de Maas. 7 Augustus 1585.
IV, 543.
Volmagten .
Veldleger.
Contributie .
Uitschrijving.
No. 38. Pointen en Artikelen, op den tegenwoordigen
Landsdag geproponeerd, den 5 April 1586. IV, 589.
1. Rapport.
1. Gezanten.
1. Engeland.
2. Kapitein-Generaal.
2. Middelen.
3. Oorlog.
4. Schulden.
5. Gedeputeerden.
No. 39. Missive van den Stadhouder en Gedeputeerden,
behelzende aanschrijving tot het zenden van een Gecommitteerde op
den aanstaanden Landsdag. 2 Julij 1586. IV, 630.
Aanschrijving. Gecommitteerden. Uitschrijving.
No. 40. Uitschrijving van een Landsdag, tot het vin-
den van de geconsenteerde 40,000 gulden, en het te kort schietende van
de Generale Middelen enz. 6 Augustus 1586. IV, 636.
--Middelen. Oorlogskosten. Uitschrijving.
No. 41. Uitschrijving van een Landsdag tegen den 16
dezer, over het vinden van genoegzame en toereikende middelen tot
hoeding der Oorlogslasten; alsmede ordonnantie tot het opbrengen van
den omslag van een en drievierde stuiver over den Floreen. 12 October
1586. IV, 657.
Oorlogslasten.
Floreen.
Omslag.
Uitschrijving.
No. 42. Resolutiën, door de gemeene Volmagten van
Oostergoo, Westergoo, Zevenwouden en de Steden in
Friesland,
binnen Leeuwarden in het Jacobijner Klooster genomen op den Landsdag,
begonnen 7 Mei 1588. IV, 697.
Floreen.
Middelen.
Oorlogslasten.
Veiligheid.
Krijgsvolk.
Misdaden.
Regering.
Remonstrantiën van de Gecom-
mitteerde Rekenmeesters.
Financiën enz.
Resolutiën der Volmagten.
Vermindering.
Tractementen.
1. Sedelvitski (R).
2. Högelken (M.).
3. Haghe (M.).
4. Monsterheer (D.).
6. Monsterschrijvers.
7. Gewaldige Provoost.
8. Geregts-Scholtus.
17. Ontvangers.
5. Serviesgelden.
9-12. Proviand.
9-12. Ammunitiemeester
10-14. Cassatie.
10-14. Sergeant-Majoor.
10-14. Bottes (S.).
11. Ingenieur.
11. Mattheus (J.).
13,16. Destitutie.
13,16. Ammunitiemeester.
13,16. Bouwmeester.
15. Kapitein.
15. Barelts (W.)
18. Donya (K.).
18. Scholarch.
19. Confiscatiën.
Hypotheken.
Verkoopingen.
Goederen.
No. 43. Handelingen van een Landsdag, begonnen den
8 April 1589. IV, 728.
Resolutiën der Volmagten.
1. Floreenrente.
1. Krijgsvolk.
2. Lijsten.
2. Collecteurs.
3. Contributiën.
3. Gezanten.
3. Floreenrente.
4,5. Consumtiën.
4,5. Azijnen.
6. Pretensiën.
6. Landen (Vergraven).
6. Fortificatiën.
Pointen en Artikelen met de Resolutiën.
1. Zaken (Oude).
1. Schulden.
2. Vooruitbetaling.
3. Remissiën.
4. Monstering.
4. Soldaten.
5. Stavoren.
5. Werken.
6. Fiscus.
6. Assessoren.
7. Kanselarijgeregtigheden
8. Profijten.
8. Contumaciën.
9. Anjum (Klooster).
10. Tafelhouding.
10. Alumnen.
11. Census academicus.
12. Professoren.
13-16 en 21.
Gedeputeerden.
Ingenieur.
Commissarissen.
Boden.
17. Reparatiën.
17. Schansen.
17. Ommelanden.
18,19. Dijken.
18,19. Bosschen .
20. Jagt.
20. Visscherij.
22. Koop.
22. Giften.
22. Niaarneming.
23. Kloosterlanden.
Verdere Resolutien.
1-11. Krijgsvolk.
1-11. Onderhoud.
1-11. Floreenrente enz.
Magazijnhuis.
Afrekening.
No. 44. Handelingen van een Landsdag,
25 Maart 1591. IV, 753.
Pointen der Volmagten
1. Krijgsvolk.
1. Onderhoud.
1. Floreenrente.
2. Consumtiën.
3. Lijsten.
4. Ammunitie.
5. Hypotheken.
6. Goederen.
6. Aanhaling.
7. Doodslagen.
8. Gedeputeerden.
8. Verkiezing.
Resolutiën op deze Pointen.
Verdere resolutiën.
1-3. Ambten.
1-3. Salaris.
4,7. Krijgsvolk.
4,7. Soldaten.
5. Grietslieden .
6. Luitenants.
6. Heugelke.
6. Sinisco.
8. Ontvangers.
Nadere Pointen.
Stipendia enz.
Resolutiën daarop.
Pointen en Artikelen.
1. Schrijvers.
2. Proviandmeesters.
3. Monstering.
4. Monsterrollen.
5. Boden.
5. Reiskosten.
6. Apostillen.
6. Klerk (Eerste).
7. Middelen.
8. Tapperijen.
9. Contributiën.
9. Ommelanden.
10. Kloostermeijers.
Resolutiën op deze Pointen.
No. 45. Pointen en Artikelen, door de Heeren
Gedeputeerden aan de Volmagten van Oostergoo, Westergoo en Zevenwouden,
op den tegenwoordigen Landsdag vergaderd zijnde, overgegeven met de
Resolutiën, bij hen op ieder point gearresteerd.
8 April 1591. IV, 765.
1. Krijgsvolk.
1. Onderhoud.
1. Floreen.
2. Middelen.
3. Impost.
4. Veldleger.
5. Doodslagers.
6,7. Herbergen.
8. Regtdagen.
9. Kosten.
9. Verkoopingen.
No. 46. Pointen en Artikelen, door de Gedeputeerde
Staten van Friesland op den tegenwoordigen Landsdag binnen
Leeuwarden overgegeven; alsmede de Resolutiën op ieder point van
dien genomen. 14 Augustus 1591. IV, 774.
1. Oorlogslasten.
2. Krijgsvolk.
2. Onderhoud.
3. Ammunitie .
4. Scholen.
4. Seminariën.
5. Rentemeesters.
5. Ontvangers.
6. Apostillen.
7. Gezanten.
8. Krijgsvolk.
No. 47.Pointen en Artikelen, door de Heeren Gedepu-
teerde Staten aan de Heeren Volmagten, Staatswijze binnen Leeuwarden
vergaderd, op den Landsdag overgegeven; met de Resoluties bij hen op
ieder point gearresteerd. 14 April 1592. IV, 785
1. Oorlogslasten.
2. Krijgsvolk.
3. Floreenrente.
4. Consumtiën.
No. 48. Pointen en Artikelen, door
de Volmagten van
het Mindergetal, door last van de andere gezamenlijke Volmagten
geconcipiëerd, met de Resolutiën door de Staten op ieder point van
dien genomen. 21 April 1592. IV, 788.
1. Oeconomia.
1. Franeker.
2. Eed.
2. Uitgewekenen.
3. Ordonnantie.
3. Rekenkamer.
4. Wachtmeesters.
4. Workum.
4. IJlst.
4. Hindeloopen.
No. 49.Missive tot uitschrijving van een Landsdag den 23 dezer.
16 October 1592. IV, 796.
Oorlogslasten.
Uitschrijving.
No. 50. Pointen en Artikelen, door de Volmagten van
Oostergoo, Westergoo en Zevenwouden, op den tegenwoordigen Landsdag,
Staatswijze binnen Leeuwarden vergaderd, geraamd, waarop het Consent van de
contributie, bij de Heeren Gedeputeerden verzocht, gedragen wordt. 11
November 1592. IV, 805.
1. Coevorden.
1. Hasselt.
1. Frontierplaatsen.
1-15,17.
Groningen.
Vijand.
Generaliteit.
Krijgsvolk.
Ommelanden.
Drenthe.
Floreenrente.
No. 51. Missive tot uitschrijving van een Landsdag aan
al de Volmagten van de Steden. 19 Januarij 1593. IV, 809.
Consenten.
Uitschrijving.
No. 52. Missive tot uitschrijving van een Landsdag te
gen den 3 April aanstaande. 19 Maart 1593. IV, 814.
Godsdienst.
Krijgsvolk.
Oorlogslasten.
Uitschrijving.
. No. 53. Pointen en Artikelen, door de Gedeputeerde
Staten aan de Heeren Volmagten, Staatswijze binnen
Leeuwarden
vergaderd, op den Landsdag overgegeven; met de Resolutiën, bij hen op
ieder point gearresteerd. 3 April 1593. IV, 815.
1. Oorlogslasten.
1. Floreenrente.
2. Consumtiën.
3. Impost.
4. Krijgsvolk.
4. Onderhoud.
5. Jan van Nassau.
5. Leening.
6. Ammunitie.
7. Hof van Friesland.
7. Vonnissen.
No. 54. Resolutiën, door de Volmagten van Oostergoo,
Westergoo, Zevenwouden en de Steden, op den
tegenwoordigen
Landsdag, Staatswijze vergaderd, genomen op verscheiden Pointen en
Artikelen. 18 en 24 Mei 1593. IV, 821.
1. Kloostermeijers.
2. Monsterrollen.
3. Hopman.
3. Cassatie.
4. Oorlogschepen.
5,6,9,10 en 11.
Franeker.
Oeconomia.
Tafelhouding.
Alumnen.
Studenten.
7. Brouw- en Bakgereedschap.
8. Rector Magnificus.
No. 55. Pointen en Artikelen, door de
Gedeputeerden
op den tegenwoordigen Landsdag, begonnen den 7 Maart, overgeleverd; met
de Resolutiën door de Heeren Staten daarop genomen. 8 en 28 Maart 1594.
IV, 852.
1. Oorlogslasten.
2,4. Krijgsvolk.
2,4. Onderhoud.
3. Coevorden.
3. Rogge.
3. Mout.
5. Willem I.
5. Sterfhuis.
5. Schuld.
6. Middelen.
7. Impost.
8. Oeconomia.
8. Franeker.
No. 56. Resolutiën, door de Staten van Friesland op tegenwoordigen
Landsdag binnen Leeuwarden genomen. 27 Maart 1594. IV, 855.
1,2. Konvooijen.
3. Vaarten.
4. Ordonnantiën.
4. Onderteekening.
No. 57. Pointen en Artikelen, door de Gedeputeerden
op den tegenwoordigen Landsdag, begonnen den 18 Maart, overgeleverd;
met de Resolutiën, door de Volmagten daarop genomen.
18 Maart en 29 Mei 1595. IV, 870.
1. Oorlogslasten.
2,3,7. Krijgsvolk.
2,3,7. Onderhoud.
4. Middelen.
5. Impost.
6. Tafelhouding.
6. Studenten.
6. Alumnen.
8. Bildtlanden.
9. Abten.
10. Eck (Susanna van).
10. Generaliteit.
10. Pensiën.
11. Veenen .
12. Verkoop.
12. Eenten
No. 58. Pointen en Artikelen, door de Gedeputeerden op den tegenwoordigen Landsdag,
begonnen den 2 December des verleden jaars, overgeleverd, met de
Resolutiën, door de Heeren Staten daarop genomen. 19 Februarij en 6
Maart 1596. IV, 887.
1. Kloostergoederen.
2,3. Verkoop.
2,3. Veenen.
2,3. Renten.
4. Zeedriften.
4. Misbruiken.
5. Admiraliteit
6. Erixszoon (Wed.).
6. Betaling.
6. Buskruid.
7. Monster-Commissarissen
No. 59. Reces van den Landsdag, tegen den 27 dezer
loopende maand. 11 September 1596. IV, 935
Reces
Schorsing.
Uitstel.
No. 60. Pointen aan de Heeren Staten, op den tegen
woordigen Landsdag beschreven, hunne Gedeputeerden overgeleverd 15 en
25 Maart 1597. IV, 957
1-10.
Consenten.
Oorlogslasten.
Krijgsvolk.
Oorlogsschepen.
Quota.
Fortificatiën.
Zout.
Konvooijen en Licenten.
Mo. 61. Andere pointen aan de Heeren Staten,
tegenwoordig ten Landsdage vergaderd, bij hunne Gedeputeerden
overgegeven. 8 April 1597. IV, 963.
1. Raadsheeren.
2. Predikanten.
3. Krijgsvolk
No. 62. Pointen, aan de Heeren Volmagten, op den
tegenwoordigen Landsdag, door hunne Gedeputeerden overgegeven, begonnen
den 14 Maart 1598. IV, 973.
1. Akademie.
1. Franeker.
2. Veenen.
2. (Rataller (J.).
3. Krijgsvolk.
4. Revijsen.
5. Doodslag.
6. Ceremoniën (Pausel.).
7. Goederen (Geestelijke).
8. Bildtlanden.
9. Hoplieden.
10. Robles (G. de).
10. Gevangenis.
11. Waranden.
11. Schiermonnikoog.
No. 63. Remonstrantie, door die van den Hove
aan de Heeren Volmagten, op den tegenwoordigen Landsdag
vergaderd, overgegeven. .. April 1598. IV, 983.
1-11.
Hof van Friesland.
Landsordonnantie.
Revisiën.
Reformatie.
Commissie.
Tuchthuis.
Bedelaars.
Justitie (Crimineele en Civiele).
No. 64. Resolutie, door de Volmagten van Oostergoo,
Westergoo, Zevenwouden en de Steden, op den tegenwoordigen
Landsdag vergaderd, genomen. 21 April 1598.
IV, 985.
Hof van Friesland.
Bildtlanden
Leening.
Inlossing.
Haersma (Doed van).
Admiraliteit.
Landsdag No. 65. 65. Missive, tot uitschrijving
van een Landsdag,
door de Heeren Gedeputeerde Staten gedaan, tegen den 7 Junij
aanstaande. 3 Junij 1598. IV, 987.
Gedeputeerden.
Verkiezing.
Verschil.
Uitschrijving.
No. 66. Marginale Resolutiën op Pointen, van de Heeren
Gedeputeerden aan de Heeren Staten, op den tegenwoordigen Landsdag,
overgegeven. 11 Februarij 1599. IV, 1029.
1. Embden.
2. Geneve.
3. Nassau (Brabantine van).
3. Bruidgifte.
4. Busenval (Ambassadeur).
4. Geschenk.
5. Ammunitie.
6. Scheepswachten.
7. Revijsen.
8. Pachten.
9. Krijgsgeregt.
10. Bedelaars.
11. Botervaten.
12. Predikanten.
13. Bildtlanden.
13. Kloosterlanden.
14. Hypotheken.
15. Hoplieden.
16,17. Krijgsvolk.
18. Oorlogslasten.
19,20. Oorlog.
19,20. Verdedigingsmiddelen.
19,20. Betaling.
No. 67. Missive, tot uitschrijving van een Landsdag,
door de Heeren Gedeputeerde Staten van Friesland gedaan. 16 November
1599. IV, 1058.
--Oorlogslasten. Uitschrijving.
No. 68. Aanschrijvings-missive tot het houden van eenen
Landsdag, op den 10 Januarij naastvolgende, om te delibereren over de
nieuwe consenten voor den aanstaanden jare, met zwaarwigtige zaken,
mitsgaders te aanhooren en te ontvangen Rekening van 's Lands
penningen. 24 December 1602. IV, 1241
Oorlogslasten
Consenten
Rekening.
Uitschrijving.
No. 69 en 70. Pointen en Artikelen, overgeleverd op
den tegenwoordigen Landsdag, door de Heeren Gedeputeerde Staten van
Friesland, begonnen den 9 Januarij 1604. IV, 1268.
1-14.
Oorlogslasten.
Krijgsvolk.
Fortificatiën.
Consumtiën.
Ontvanger-Generaal.
Konvooijen en Licenten.
Impost.
Contributiën.
Zout.
Landsdag No. 71.Resolutie, genomen
door de Heeren Staten van Friesland, betrekkelijk tot vorenstaande
Pointen. 19 Januarij 1604.
IV, 1273.
No. 72. Uitschrijving van een Landsdag, tegen den
18 dezer maand. 10 Junij 1604. IV, 1283.
Oorlogslasten. Uitschrijving.
No. 73..Uitschrijving tot het houden van den
gewonen Landsdag, tegen den 7 Januarij 1605. 16
December 1604. IV, 1286.
Oorlogslasten. Middelen. Uitschrijving.
No. 74. Resolutie, dat alle Besluiten, ten Landsdage
genomen, door de Heeren Gedeputeerden achtervolgd en ter executie
gesteld zullen worden. 21 Julij 1628. V, 318.
Besluiten. Gedeputeerden.
No. 75. Resolutie dat de gewone Landsdag jaarlijks
tegen den eersten Maandag in Februarij zal worden uitgeschreven.
25 Maart 1642. V, 468.
Uitschrijving.
No. 76. Resolutie, dat alle Bijlagen, gevoegd bij de Poin
ten ten Landsdage, op bevel der Heeren Gedeputeerden, in de
Resolutie-Boeken der kamers zullen moeten worden geïnsereerd.
30 September 1653. V, 563.
Bijlagen .
Pointen .
Resolutie-Boeken .
Rapport.
Jongestal.
Engeland.
No. 77. Resolutie, dat in deze tijdsomstandigheden geen
Landsdag zal geëindigd worden dan op Reces, en dat de Resolutiën
op het Landshuis, en niet in particuliere huizen, zullen geteekend
worden. 30 Maart 1672. V, 820.
--Reces. Resolutiën. Onderteekening.
No. 78. Pointen van redres en reformatie op de Rege-
ring, Financiën en Militie, bepaald en vastgesteld door de Edel Mogende
Heeren Staten van Friesland, ten Landsdage buitengewoon vergaderd te
Sneek. 28 November 1672. V, 881.
Regering.
Financiën.
Militie.
1,2. Godsdienst.
1,2. Sijnode.
3,12,18,23.
Ambten.
Ambtenaren.
Vrouwen.
4,5,7.
Generaliteit.
Gecommitteerden.
6. Admiraliteit.
8, 10, 11, 15.
Grietslieden.
Magistraten. .
Bijzitters.
Secretarissen.
9. Grietenij-Ontvangers.
13. Vergaderingen.
13. Volmagten.
13. Mindergetal
13. Staten (Gedeput.
14. Verbindtenissen.
14. Toerbeurten.
14. Almanakken .
16. Gedeputeerden.
16. Fiscaals.
16. Secretarissen.
16. Suppoosten (Hofs).
17. Professoren.
19. Raadsheeren.
19. Hof van Friesland.
20. Molens.
20. Molenaars.
20. Bakkers.
21. Maten en Gewigten.
22. Octrooijen.
22. Zoutkeeten.
24. Landsgelden.
24. Impositiën.
25,26. Eed.
25,26. Gedeputeerden.
27. Ontvanger-Generaal
28,32,33,35.
Officieren.
Salaris.
29. Wetten.
29. Ordonnantiën.
30. Rekeningen.
31. Staten-Generaal.
31. Ambtenaren.
31. Tractementen enz.
34. Monstering.
34. Passevolanten.
36. Procuratiën.
No. 79. Resolutie, betreffende het difficulteren der Heeren in
het uitschrijven van een Landsdag. 20 September 1673.
V, 997
Uitschrijving.
No. 80. Resolutie der Heeren Gedeputeerden,
nopens van uitschrijving van den Landsdag. 8 Januari
1674.
V, 1008
Uitschrijving.
No. 81.Resolutie, waarbij het Reglement en de orde op het houden der
Landsdagen gemaakt, goedgekeurd wordt.
19 September 1674. V, 1082
Reglement .
No. 82. Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, dat de
Pointen van Beschrijving tot den Landsdag, telkens voor
de Vergadering, in de Petitieboeken zullen worden geregistreerd.
17 Februarij 1679. V, 1163
Pointen.
Petitieboeken.
Registratie.
No. 83. Resolutie, waarbij eenige Gecommitteerden uit hunne Edel
Mogenden gekozen worden, om met elkander een vasten en welgeregelden
voet en orde te beramen, waardoor de vorige gebreken in het verhaasten
der Landsdagen mogen worden weggenomen en hersteld. 25 April 1691. .
VI, 178.
Gecommitteerden. Orde. Gebreken.
Landsdag No. 84. Resolutie,
waarbij vastgesteld wordt, dat in het toekomende niemand tot den
Landsdag, noch tot het bekleeden van eenige ambulatore ambten,
admissibel zal zijn, dan dezulke, die Ingeborenen van deze Provincie,
of aldaar genaturaliseerd en begoedigd zijn; de Bewindhebbers der Oost-
en West-Indische Compagnie alleen uitgezonderd. 28 Februarij 1705. VI,
424.
Ambten.
Bewindhebbers.
Ingeborenen.
Oost- en West-Indische-Compagnie.
Naturalisatie.
--Zie Accijs. Breydell (W. v.). Coevorden. Consumtiën.
Dagvaard. Dijken. Doleantiën. Eed.
Familiegelden.
Gedeputeerden. Godsdienst. Goederen. Granen. Meijers. Middelen.
Militairen. Ontvanger-Generaal. Pacificatie. Predikanten. Procuratiën.
Resolutiën. Schadevergoeding. Stadhouders. Staten van Friesland.
Staten-Generaal. Steden. Tractaten. Trajecto (C. de). Tuchthuis. Unie.
Vacatiën. Verschillen. Volmagten. Zeeroovers.
Landsgelden. Zie Landsdag No. 78.
Landshuis. Zie Overspel. Steden.
Landskosten. Zie Inventarisatie.
Landslasten. Zie Flabben. Lasten. Workumer
Buitenlanden.
Landsmiddelen. Zie Willemstad.
Landsordonnantie. Statuten, Ordonnantiën en
Landregten in Friesland, door Hertog Georg van Saksen ingesteld, met de
manier van procederen. 3 Julij 1504. L. B. 35. II, 234.
--Statuten en Verklaringen op de Ordonnantie
van den Hertog van Saksen, door den Stadhouder Graaf Hendrik van
Stolberg gemaakt. .. Mei 1507. L. B. 70. II, 257.
--Statuten, Ordonnantiën en Costumen van
Friesland, ten bevele van de Heeren Staten des Lands, nieuwelijks
bijeen vergaderd, vermeerderd, verbeterd en in druk uitgegeven.
4 November 1602. IV, 1138.
--Aanschrijving, om de Voorrede der verza-
melde, verbeterde en vermeerderde Landsordonnantiën, Statuten en
Costumen te publiceren, en daarbij af te kondigen, dat, acht dagen na
dato dezes, het geheele Boek op de Kanselarij in het openbaar zal
worden voorgelezen, en vervolgens bij 's Lands drukker voor een ieder,
des begeerende, te koop zal zijn. 18 November 1602. IV, 1239.
Statuten, Ordonnantiën en
Costumen van Fries land. 4 November 1602. V,1.
--Aanschrijving, om de Voorrede der nieuwe
Landsordonnantiën, Statuten en Costumen den 24 November
te publiceren, en daarbij af te kondigen, dat in het laatst van deze maand
het geheele Boek op de Kanselarij in het openbaar zal worden gelezen,
en vervolgens bij 's Lands Drukker te koop zal zijn. 18 November 1602.
V, 99.
Resolutie, waarbij eenige Heeren gecommiteerd
worden, om de Landsordonnantiën na te zien en te vermeerderen.
23 Maart 1650. V, 526.
Resolutie, houdende de verandering van ha
3e. Art. 9e. Tit. Ie. Boek voor jaarlijksche Renten der Ordonnantie dezer
Landen van zeven tot vijf ten honderd. 30 Maart 1660.
Project-Landsordonnantie van Friesland, benevens de Consideratiën over dezelve der vier Regtsgeleerden, daartoe
benoemd door de Heeren Gecommitteerde Staten in het Mindergetal. 12
October 1686. VI,1.
Zie Admiraliteit Bezegeling. Landsdag No. 63.
Mestrekken.
Landsprofijt. Zie Landsdag No. 7.
Landsvoedsterlingen. Zie Alumnen. Curatoren.
Landswelzijn. Zie Gedeputeerden.
Langen (Herwaard van). Zie Dienst (Vreemde).
--(Otto van). Zie Verbond.
Langewolt in de Hommerts. Zie Fritzma.
Lastbrieven. Zie Friesland. Krijgsvolk.
Lasten. Resolutie, aangaande de inwilliging in
het dragen
der lasten gedurende het Bestand, het verdeelen derzelve over
de
Floreenrente en andere middelen. 25 Mei 1609. V, 160.
--Resolutie, waarbij aan de Eigenaars van verscheidene nieuw
bedijkte Landen dezer Provincie vrijheid van Landslasten vergund wordt,
gedurende het Octrooi. 24 Maart 1660. V, 634.
--Zie Goedschatting. Impositiën. Kapitalen. Kloosters. Lands
dag No. 6, 9, 10, 11. Pastorielanden. Steden. Trekweg. Volmagten.
Lastgeld. Zie Ton- en Bakengeld.
Lastgeving. Zie Stemming.
Lauwick (E. van). Zie Naerden (M. v.).
Lazarije. Zie Bedelaars.
Lazarussen. Zie Bedelaars.
Lediggangers. Ordonnantie, om van den 13 dezer
's avonds tot
den volgenden avond eene generale, geheime en naauwkeurige huiszoeking
te doen naar alle Lediggangers, onbekende en kwalijk gezinde personen,
en de verdachte of schuldige over te zenden. 8 Julij 1579. IV, 48.
Zie Bedelaars. Dijken. Floreen. Heidenen. Krijgsvolk.
Leeuwarden. Ligting. Munt (De). Paskwillen. Vagebonden.
Leegloopers. Zie Contributie.
Leen. Leenbrief. Leendiensten. Leengoederen.
Leenregt. Erfleen. Ad Adolphum, Regem Romanorum, pro Comite Hollandiae.
De Koning van Engeland verzoekt den Roomsch Koning, om zijnen
Zoon, den Graaf van Holland, van Zeeland en Heer van Friesland te
begunstigen met het Land, hetgeen ziju Vader te Leen gehouden had, en
de manschap te willen ontvangen door Gemagtigden. 15 Januarij 1296 en
1297. I, 129.
--Hessel, Heeren Gelmarsz., Poorter van Stavoren, ontvangt van
Graaf Willem van Holland te Leen het Steenhuis en
Hofstede, daar
hij zelfs op woonde, en eene Hofstede, daar naast gelegen, beiden
geheeten 's Graven Hofstede. 25 April 1308. I, 135.
--Comes Hollandiae mandat Sy ..., Abbati vallis Sanctae Ma
riae in Westrigine, ut feudatorios quosdam in Beati Sixti Boro, Feuda
sua sibi in proprietatem arrogantes, ac jura feudalia solvere
detractantes, iis privet, atque, si inobedientes manent, illa nomine
sno al iis, fidelitatem promittentibus, det.
--De Graaf van Holland geeft aan Sy..., Abt van St. Mariendal in
Westergoo, volmagt, om eenige van Sexbierum, die hunne Leengoederen
zich in eigendom toeeigenden, en hem de Leenregten weigerden te
betalen, van hunne Leenen te ontzetten, indien zij wederspannig bleven,
en dezelve op zijnen naam aan anderen te Leen te geven. 2 November
1324. I, 167.
--De Graaf verlijdt (begiftigt) den Heere Jan van Kuinre met
de Leengoederen (gedeeltelijk in Stellingwerf gelegen), die Heer
Hendrik van Kuinre te Leen hield. 24 Julij 1331. I, 186.
--Hessel, Doedeszoon, verkrijgt het Steenen Huis op des Graven
Hofstede te Stavoren, hetwelk zijn Oom Otte Hesselsz. te Leen
bezeten had. 20 April 1333. I, 187.
Roderik van Voerst ontvangt van
Hertog Albert Urk, Emelwaarde en den Hof te Tollebeke, die zijn Vader
van de Graaflijkheid te Leen plagt te houden. 26 October 1364. I, 229.
--Aan Dirk van Zwieten de Kerspelen Orkel en Emelswald tot
een Erfleen gegeven door Hertog Albert. 10 Mei 1381. I, 243.
Arent van Egmond door Hertog Albert beleend met het eiland
Ameland en het Bildt, gelegen tusschen Minnertsga en Mariengaarde. 11
Augustus 1398. I, 284.
--Jan, Heer van Arkel, door Hertog Albert met het Eiland
Terschelling beleend. 22 Maart 1399. I, 289.
--Hertog Albert, Graaf van Holland, beleent Gerrit Camminga
met de Stad Leeuwarden en eenige Dorpen in Friesland, bekrachtigd door
zijn Zoon Willem van Beijeren, Graaf van Oostervant en Jan van
Beijeren, verkozen Bisschop van Luik. 18 Junij 1399.
I, 297.
-
--De Leengoederen van Urk en Emelwaarde, bij vonnis
van Hertog Willem van Beijeren en zijne Leenmannen, den Heere Dirk van
Zwieten ontzegd, en aan Johanna, Vrouwe van Voorst en Keppel,
toegewezen. 8 Februarij 1407. I, 359.
--De Graaf beleent Herman van Kuinre, door overgifte en
afstand van Heere Dirk van Zwieten, met de Heerlijkheid van Urk en
Emelwaarde. 6 April 1412. I, 375.
--Vrouwe Jacoba van Beijeren verkoopt voor twee duizend
gouden schilden het land van Terschelling, met hooge en lage
Heerlijkheid en alle zijne renten en toebehooren, aan den Heere Gerard
van Heemskerk, ten onsterfelijken Erfleene, en belooft hem daarin te
beschermen, indien Heer Jan van Arkel, dien zij voor altijd gevangen
zouden houden, eenige aanspraak op hetzelve Land mogte maken. 3
Augustus 1417. I, 395.
--Georg en Hendrik, Gebroeders, Hertogen van Saksen, schen-
ken te Leen aan Hans van Grumbach, Ambtman te Leeuwarden, al de
goederen van Wilke Reynja, als huis, hof, renten, pachten, weiden,
zaadland, maadland, reidmeer, wateringen en visscherijen, waar die
gelegen zijn, met alle geregtigheden en toebehooren, wegens rebellie
verbeurd verklaard. 29 Augustus 1503. II, 229.
--Conventie of Accoord, door den Hertog Georg van Saksen
met de Ridders en Heerschappen van Friesland gemaakt, waarbij hij
belooft en aanneemt af te staan van zijnen gedanen eisch, dat zij hunne
vaste goederen van hem te Leen zouden moeten ontvangen, onder beding
nogtans, dat zij daarvoor jaarlijks aan hem den een en twintigsten
Penning van den opbreng hunner vaste goederen in twee termijnen zouden
betalen, en dat zij, ingeval van verkoop of verwisseling van dezelve,
indien zij tweehonderd goudguldens of daarboven waardig zijn, daartoe
brieven van Consent van den Vorst of zijne Regenten zullen verzoeken,
die hun om billijke redenen ook niet zullen worden geweigerd, en indien
zij beneden de twee honderd (goudguldens waardig zijn, zal het Consent
aan den Grietman, in wiens Grietenij de goederen gelegen zijn, moeten
worden verzocht, en dat
in allen gevalle niet meer dan een halve stuiver des
goudguldens van de waarde van het goed, voor Consentgeld geëischt en
genomen zal worden. 6 Julij 1504. L. B. 31. II, 235.
Acte, waarbij
de gemeene Ridderschap en Hovelingen der Landen Oostergoo, Westergoo,
Zevenwouden en Stellingwerf in Friesland, voor hen en hunne
nakomelingen aangenomen hebben ten eeuwigen dage, den een en
twintigsten Penning van alle hunne Landrenten, jaarlijks in twee
termijnen, op Jacobi en Martini, aan Georg en Hendrik, Hertogen van
Saksen, of hunne nakomelingen en erven, te betalen en op te
brengen, onder beding om daarvoor hunne landgoederen Leen- en
Dienstvrij, volgens oude, herkomsten en gewoonte te zullen blijven
bezitten, en zoodanig aan hunne erven en nakomelingen overlaten; en
voorts van alle verdere Landschapsschattingen en lasten bevrijd en
onbelast te zijn, uitgezonderd wanneer de landen door oorlog
aangevochten worden, in welk geval de voorschreven Heerschappen, gelijk
andere gemeene Landen verbonden zullen wezen, allen hulp en bijstand
naar vermogen toe te brengen. En dat zij, ingeval van verkoop,
verwisseling of vermangeling der goederen, brieven van Consent van
hunne Vorsten of hunne Regenten zullen verzoeken, voor welke brieven
niet meer dan een halve stuiver des Goudguldens van de waarde van het
goed, voor Consentgeld zal mogen worden geëischt. 9 Julij 1504. L. B.
33. II, 235.
--Georg, Hertog van Saksen, vernieuwt den Leenbrief door hem
en zijn Broeder Hertog Hendrik op den 29 Augustus 1503 aan Hans van
Grumbach, thans Raad en Ambtman te Harlingen, gegeven van de Goederen
van Wilke Reynja. .. December 1509.
II, 267.
--Acte, waarbij Hertog Georg van Saksen den Adel en Ridderschap van
Oostergoo, Westergoo en Zevenwouden ontslaat van de betaling van den
een en twintigsten Penning, die zij volgens het Contract van den 6
Julij 1504 schuldig waren van hunne goederen op te brengen. 20 Junij
1514. L. B. 83. II, 301.
- Testament van Doctor Douwe Tetema of Tietema, bij hetwelk hij, buiten
verscheidene andere zonderlinge dispositiën en legaten, heeft gesticht
een eeuwigdurend Leen, ter som van honderd vijf en twintig goudguldens
jaarlijks, tot de Studiën van twee jongelingen, de een uit zijn
broederlijken en de andere uit zijn zusterlijken stam, welke het genot
van hetzelve Leen zouden mogen hebben zestien jaren lang, mits zoo lang
studerende. Voorts heeft dezelve tot Executeurs van zijn Testament
benoemd, de Burgemeesters der Stad Leeuwarden in der tijd, welke dan
ook uit dien hoofde Collatores zijn van dat Leen, en ook altijd over
hetzelve hebben gedisponeerd. 11 October 1528. II, 548,
Missive van den Stadhouder aan den Grietman Sydts Tziaarda,
Grietman van Dantumadeel, houdende communicatie, dat het Vrijleen te
Goutum door hem gegeven is aan den zoon van Wytthie Kamminga. 9
November 1531. II, 609.
-- Accoord tusschen Heer Ysbrand Harderwijk, Abt te Lidlum, uit
naam en van wege hetzelve Convent, ter eener; Olderman, Burgemeesters,
Schepenen en Raden, met de gezworen Gemeente binnen Franeker, benevens
de Gildebroeders van den Heiligen Sacraments-Gilde aldaar, ter andere
zijde; betrekkelijk de collatie van het Heilige Sacraments-Leen of
Prebende; zullende nu Olderman, Burgemeesters, Schepenen enz. (dewijl
het Leen, hangende de Procedures, was opengevallen) de collatie doen;
en wanneer het wederom vaceert, de Abt van Lidlum, wegens zijn Convent,
twee malen na elkander; en voorts de Olderman, Burgemeesters enz. eens,
en het Convent eens, beurt om beurt. 31 Maart 1559. III, 453.
--Request voor de Ingezetenen van Tjerkwerd, betreffende hun
Leen of Beneficie, door de Gedeputeerde Staten
provisioneel aan de Stad Bolsward gegeven. 16 April 1586. IV,
594.
--Resolutie, dat de Bezitters van zeker Leen, genaamd Broersma
Leen, en alle anderen, die hetzelve pretenderen, van nu
af aan
de Investituur van hetzelve aan het Collegie der Heeren Gedeputeerden
zullen verzoeken, zonder zich ergens anders te mogen vervoegen.
20 Julij 1678. V, 1141.
-- Resolutie der Heeren Gedeputeerden, betreffende de Leenen
dezer Provincie, en het registreren derzelve bij het Collegia 11 April
1679. V, 1167.
--Zie Beneficiën. Goederen. Landsdag No. 13, 14, 15, 25.
Workum.
Leeningen.. Zie Landsdag No. 53, 64. Soldaten.
Leenlanden.. Zie Franeker.
Leenmannen.. Zie Oorlog. Vrijgeleide.
Leer. Plakkaat, dat men geen Leer of Reuth zal
uitvoeren. 28 Januarij 1549. III, 159.
Leesteekens.. Zie Voorrede, II, 11.
Leeuwarden.Epistola Wibaldi Abbatis ad omnes fideles Parochiae Lieuwart, de
negligentia quatuor Presbyterorum.
Wybald, Abt van Corbeije, schrijft aan de getrouwe Christenen
van Leeuwarden over de zorgeloosheid van vier Priesters. ....
1149. I, 76.
Epistola Wibaldi Abbatis Stabulensis et Corbejensis ad
Heribertum Trajectensem Episcopum, de providendo Pastori Ecclesiae de
Lienward (Lieuward).
De Abt van Corbeije schrijft aan Heribert,
Bisschop van Utrecht,
over de kerk van Leeuwarden. ..... 1149. I, 76.
--Sjoerd Menningha van Swichum, Tjebbe Ildzisma van
Bergum, Hera van Smalle-Ee, Grata Ellinga van Eedawere,
Grietmannen in de Leppa in Leeuwarderadeel, Tietjerksteradeel,
Smallingerland en Idaarderadeel met hunne Mederegters, en met consent
der Schieringers en Vetkoopers-partijen, magtigen de Stad Leeuwarden in
't eeuwig, om te regten alle misdadigers die aan de Stad misdoen, 's
daags ofte 's nachts, hetzij man of vrouw, Schieringer of Vetkooper,
gelijk zij van ouds gehad hebben, over hals en over hoofd. ..
Junij 1392. I, 252.
--Acte, gegeven door eenige Grietslieden en Steden in
Friesland, als Stavoren, Hindeloopen, Workum, Harlingen,
Bolsward, Sneek, Slooten en Dokkum, en de gemeene Raad uit Oostergoo en
Westergoo, te Bolsward vergaderd, waarbij zij ordonneren, dat Oldehoof
en Hoek zullen zijn onder het Stadsregt van Leeuwarden. ..
Augustus 1426. I, 469.
--Regters en Raden der Landen en Steden in Oostergoo en
Westergoo, vergaderd te Sneek, consenteren de Stad Leeuwarden,
om te mogen regten al wat daar geschiedt, zoo verre de Buren begrepen
zijn; de misdadigers te beregten of vredeloos te leggen, volmagtig te
wezen en vrij als Sneek of eenige andere Stad. 24 Maart 1427. I, 471.
--Verklaring van Grietmannen, Burgemeesters, Schepenen
en Raden der Landen en Steden van Westergoo en Oostergoo,
vergaderd te Sneek, nopens het verschil, hetwelk er geweest is tusschen
het Noorder- en Zuider Trimdeel in Leeuwarderadeel en het gemeene Regt
van Leeuwarden, met het gemeene Regt, hetwelk met de Leeuwarder
Gemeente gaargelegd is; invoege dat het Noorder- en Zuider Trimdeel
mede zullen zweren op den gemeentebrief, die zij voor de voorsz.
gemeente bezegeld en magtig gemaakt hebben, om daarbij te regten. 6 Mei
1427. I, 473.
--Acte van Regt en Raad der Landen en Steden van
Westergoo en Oostergoo, te Bolsward vergaderd, als
Stavoren,
Hindeloopen, Workum, Harlingen, Bolsward, Sneek, Dokkum en Slooten,
waarbij zij verklaren, dat die van Oldehoof en Hoek zullen wezen onder
een Stadsregt te Leeuwarden; bevelende daarom zulks stede en vast te
houden bij poene van 20 Marken. 20 Julij 1432
I, 497.
--Leeuwarden. Accoord tusschen de Stad Leeuwarden en Pieter
Kamminga met al de Hofsteden te Kamminga-Buur, met die in den Hoek en
Oosterterp (Hoogterp), waarbij wordt bepaald, dat Pieter met de
Hofsteden voorsz., die in den Hoek en Oosterterp zullen wezen onder een
Stadsregt, naar inhoud der Stads Willekeuren, en dat voor eeuwig.
21 Januarij 1435. I,510.
--Accoord, op hetwelk die van Oldehoof met de Stad
Leeuwarden zijn vereenigd tot een Stad. 21
Januarij 1435. I, 511.
Ordonnantie tot beveiliging en bevrediging van de
Jaarmarkt binnen Leeuwarden. Omtrent den jare
1453. I, 547
--Regt en Raad der Landen en Steden van Oosterga en Westergoo,
vergaderd te Bolsward, geven die van Leeuwarden magt, om te beregten
alle groote en kleine zaken, over hals en over hoofd; en om boeten te
nemen van alle misdadige zaken, die onder de jurisdictie der Stad
geschieden. 11 November 1456. I,591
--Acte, gepasseerd door Sipke
Mennema, Ymke, zijn
wijf, en Franciscus Mennema, hun zoon, voor zich en hunne erfgenamen
en nakomelingen aan de Stad Leeuwarden, om ten alle tijde en in alle
zaken des Stads nut en profijt naar hunne vermogens te behartigen,
hetzij om de Stad te bevestigen, grachten 1 slatten, bolwerken te maken
en poorten te timmeren, in hare privilegiën te beschermen, en geweld,
tegen haar ondernomen, af te keeren. 21 October 1481. I, 701.
--Brief van Regt en Raad van Sneek, Bolsward en
die in hun verbond zijn, aan den Olderman en Raad te Dokkum mitsgaders
de Hoofdlingen, Grietmannen en goede luiden in Dongera- en andere
Deelen, ter gelegenheid van de geweldenarijen, roovingen, moorden enz.,
door Wilke Ringhia aan de Ingezeten van Leeuwarden gedaan. 3 Mei 1483.
I, 720.
--Missive, geschreven onder het zegel van Zyds Tjaarda,
Grietman van Dantumadeel, aan Olderman, Schepenen en
Raad in
Leeuwarden, om zich van alle geweldige zaken, tot voorkoming van meerder
kwaads, te onthouden. 11 Maart 1485. I, 727.
Litterae Mammonis,
Curati Ecclesiae Sancti Viti, ad
Davidem de Burgundia, Episcopum Trajectensem, quibus
ipsi
significat, se praebendam in Capella Sancti Jacobi (constitutam ab Arnoldo
et Hilla conjugibus et civibus urbis Leovardiensis) contulisse Thelesforo
Legitimo Dirici Sartoris, cum omnibus juribus, emolimentis et onere.
9 Maart 1493. I, 757.
Voorwaarden, op welke de Stad
Leeuwarden zich aan den Hertog van Saksen overgeeft. 7 Julij 1498. I,
784.
--Voorwaarden, op welke de Stad Leeuwarden zich
andermaal aan den Hertog van Saksen onderwerpt . 23 October 1498. I,
792.
--De Raad te Leeuwarden gelast, om de plaats, waar
de paarden drinken, te bestraten en te onderhouden. 13 October 1513.
II, 298.
--Brief van den Koning van Spanje, houdende zijn
besluit en belofte om Leeuwarden te doen ontzetten. 1 Julij 1516. L. B.
95. II, 333.
--Nadere Brief van den Koning van Spanje aan de
Friezen, met toezegging om de Stad Leeuwarden te zullen
ontzetten. 2 Julij 1516. L. B. 96. II, 334.
--De Burgemeesters, Regt en Raad van Leeuwarden,
ten behoeve hunner Stad, om dezelve met vestingen, poorten, torens en
andere vastigheden te versterken, door Koning Karel begiftigd en
geoctroijeerd met zekere verbeurdverklaarde goederen van renten,
steensen (stinsen), huizen en landen. 12 Februarij 1517. II, 344.
--Octrooi, door Koning Karel aan den Magistraat van
Leeuwarden verleend, om ten allen tijde te mogen lossen
zoodanige erven en gronden als zij zullen goedvinden, en dat tegen den
penning twintig, aan de Grondheeren te betalen. 21 Februarij
1518.
I, 363.
--Consent, gegeven door de Vrouwe Gouvernante aan
Johan Onnema, Wybe Gerritsz. en Pieter Jansz.,
Burgemeesters
van Leeuwarden, om te mogen handelen met de Geldersche Friezen, en die
te brengen tot gehoorzaamheid aan den Keizer. 6 Februarij 1522. II,
428.
--Missive aan den Magistraat van Leeuwarden, om re-
kening te doen van den ontvang en de uitgave van de zes stuivers tot
reparatie der Dijken, in den jare 1510 geconsenteerd. 25 Februarij
1525. II, 487.
--De Magistraat van Leeuwarden gelast, om het Trac-
taat van Bestand, tusschen den Keizer en den Koning van Frankrijk
getroffen, in hunne Stad te publiceren. 28 Julij 1525. II, 501.
--Aanschrijving en dringend verzoek van den Stadhouder
aan die van Leeuwarden, om honderd man van hunne Burgers tot zijn
bijstand voor den Dam te schikken. 26 Julij 1536. II, 685.
--Missive van Dankzegging van den Stadhouder aan
den Magistraat van Leeuwarden, voor de hem toegezondene Burgers in het
beleg van den Dam. 12 Augustus 1536. II, 686.
Request van Burgemeesters,
Schepenen en Raden binnen Leeuwarden, nopens de Wijn- en Biertappers. 2
December 1540. II, 811.
--Circulatie-Brief Tan de Stad Leeuwarden aan de an-
dere Friesche Steden, over zekeren Brief van Reynold van Brederode,
aangaande het graven van eene nieuwe Vaart. 4 Augustus 1556. III,40l.
--Procuratie, gepasseerd door de Steden Leeuwarden,
Harlingen en Franeker op Tjomme Wybes Eollema, om zich te informeren op de
nieuw te graven Vaart, door den Heere van
Brederode in den Lande van Vianen. 12 Augustus1556. III, 401.
Octrooi en autorisatie voor den Magistraat van Leeuwarden, om met
voorkennis en advijs van den Hove, voor den van drie jaren, een omslag
te mogen doen over de Burgen a Ingezetenen, tot goedmaking der kosten
voor het repareren TB, poorten, wallen, grachten, sluizen, bruggen en
andere werken, noodwendig vereischt wordende. 4 Julij 1559. III, 461.
Verbod van den Magistraat van Leeuwarden, om na
het luiden der klokken zonder licht op de straten te gaan. 3 Sep-
tember 1578. III, 1209.
--Ordonnantie van den Aartshertog Matthias, betreffende
het bezetten van het Kasteel te Leeuwarden. 8 October 1578.
III, 1214
--Aanschrijving van den Stadhouder aan de Stad Leeu-
warden, om binnen acht dagen, bij manier van omslag op Floreen (gelijk
de twee naast vorige maanden), voor de maand September te verzamelen
en over te brengen hun quota van de 24000 gulden, voor dezelve maand
geaccordeerd. 4 October 1579. IV, 83.
--Ordonnantie aan den Magistraat van
Leeuwarden, dat
de Ingezetenen zich van geweer, kruid en lood, benevens granen en andere
provisiën, voor den tijd van een jaar lang zullen moeten voorzien en in
voorraad houden, en de begoedigsten zulks voor de onvermogenden
bezorgen. 7 Maart 1580. IV, 136.
--Resolutie, om de Steden Leeuwarden, Harlingen,
Sneek en Slooten te fortificeren, en daartoe
geaccordeerd de som van 100,000 gulden, te ligten uit 's Konings
Domeinen. 9 Maart 1580. IV, 137.
--Commissie op den Magistraat van Leeuwarden, tot het
opteekenen en ontvangen der Excijsen, tot aan de te doene verpachting
of eenige andere dispositie toe. 30 Maart 1580. IV,144.
Publicatie,
hoedanig te handelen bij het alarm
in de Stad Leeuwarden, wie alsdan niet mag, en wie al moet verschijnen,
en waar ieder Espel zal vergaderen; voorts bepalingen over 't herbergen
van vreemdelingen; het gaan zonder licht des nachts op straat; over den
voorraad van rogge; het collecteren der vier stuivers enz. 7 Julij
1580. IV, 175.
--Ordonnantie, dat gedurende de Jaarmarkt te Leeuwarden alle
vreemde, onbekende en niet te doen hebbende manspersonen, zich 's
avonds binnen een half uur na gedane tromslag en omroeping uit de Stad
zullen moeten begeven, en dat geene zoodanigen zullen mogen gelogeerd
worden. 12 Julij 1580.
IV, 180.
--Octrooi door Koning Philippus gegeven aan de Stad
Leeuwarden, om voor den tijd van zes jaren te mogen
genieten de
200 Caroli-gulden Jaartaux, en het Consentgeld tot eenen halven stuiver
van den goudgulden van de verkooping der vaste goederen, meer dan twee
honderd gulden bedragende, te emploijeren tot de Fortificatiën.
4 Augustus 1580. Geregistreerd in de Rekenkamer te Utrecht, 19 September
1580, en in het Privilegieboek van het Hof van Friesland den 2 Januarij
1581. IV, 188.
--Aanschrijving aan den Magistraat van Leeuwarden,
om zekere uit het leger komende compagnie in garnizoen te nemen, en de
thans aldaar liggende, weder naar het leger te laten trekken. 31 Mei
1581. IV, 257.
--Aanschrijving van Bernard van Merode en de Gedeputeerden
aan de Stad Leeuwarden en de omliggende Grietenijen, tot het
leveren van een zeker getal Pionniers, om die 's anderen daags naar
Dokkum te transporteren, onder belofte van ieder Pionnier vijftien
stuivers soldij 's daags te betalen. 5 Junij 1581. IV, 258.
--Aanschrijving aan de Stad Leeuwarden, tot het leveren
van de noodige Schepen, om te transporteren de compagnie des
Luitenants Hoks, naar Dokkum. 7 Junij 1581. IV, 258.
--Aanschrijving aan de Stad Leeuwarden, om zekere
twee compagniën in hare Stad te accepteren, en aldaar met dezelven
goede opzigt op alle des vijands aanhangers te nemen. 9 Junij 1581. IV,
259.
--Aanschrijving aan de Stad Leeuwarden, om goed
regard te nemen op de geheime correspondentiën van sommigen hunner
Inwoners met den Vijand, met belofte van meer compagniën te zenden,
indien het noodig mogt zijn. 9 Junij 1581.
IV, 259.
Publicatie van den Magistraat van Leeuwarden, om
alle avonden op te geven de namen der vreemden, die in hunne huizen
zouden verblijven; gelijk mede om aan geen vreemde personen woningen te verhuren,
zonder consent van den Raad; en ten laatste om
op aanzegging, van de Rotmeesters, het zijdgeweer op straat te dragen.
10 Junij 1581. IV, 260
Missive van Bernard van Merode
aan de Stad Leeuwarden, haar bevelende te accepteren de compagnie van Hopma S.
Maltesem, gezonden in plaats van de verzochte compagnie van het Overste
Vaandel. 14 Junij 1581. IV, 260
--Vernieuwd bevel aan den Magistraat van Leeuwarden, om de voorgaande
Ordonnantiën tegen de doodslagen, en het opzoeken en
apprehenderen van de doodslagers en andere geweldenaars, naauwkeuriger,
dan tot nog toe geschied is, te onderhouden. Voorts om tijdig de
nominatie tot de nieuwe Magistraatspersonen aan den Stadhouder over te
zenden. 21 November 1582.
IV, 317
Approbatie van den Magistraat van Leeuwarden, 0}
het Rapport van hunne Volmagten, wegens hun gedrag en verrig-
tingen aldaar; met verdere Instructiën voor het toekomstige. 15
April en 22 Mei 1583. IV, 361.
--Missive der Heeren Gedeputeerden aan den Magis-
traat van Leeuwarden, gelastende eenen Volmagt op te zenden, om te
helpen delibereren over de zwarigheden, zoo uit het Rapport van de
Heeren Botnia en Hiddema als anderzins voorgekomen. 6 Julij 1583. IV,
379.
--Autorisatie op den Magistraat van Leeuwarden door
de Volmagten der Steden, om uit de consumtiën van hunne Stad de noodige
penningen te ligten tot betaling der Advocaten, Schrijvers, Notarissen,
Gezanten en Commissarissen, gebesogneerd hebbende en nog te besogneren
in het Proces tegen de Platte Landen, voor zijne Excellentie cum sociis
hangende; met belofte zulks in deductie te zullen aannemen in de betaling
van hunne consumtiën aan den Landschappe, of anders een ieder voor zijn
quota te zuila rembourseren. 14 Augustus 1583. IV, 386.
--Resolutie der Steden, dat ieder Stad het dubbel van
het Proces, met de Bijlagen dies, tusschen de Landen en Steden
geventileerd, geconcludeerd zijnde, onder recipis zal mogen ligten,
mits binnen zes weken weder leverende op het Raadhuis der Stad
Leeuwarden, bij verbeurte van vijftig Caroli-gulden. 15 Augustus 1583.
IV, 386.
--Remonstrantie aan den Hove van Friesland, door
Magistraat van Leeuwarden ingeleverd, bewerende de
krachteioosheid van zekere twee onperfecte brieven of oude stukken, ten
hunnen nadeele door de Landen in het Proces, tusschen Landen en Steden
hangende, geexhibeerd; met het apostil, daarop gegeven. 5 en
11 October 1583. IV, 396.
Aanschrijving van de Gedeputeerde
Staten aan den Magistraat van Leeuwarden, om een Volmagt op het
Statenhuis te zenden tegen den 28 dezer, ten einde te handelen en
nadere Resolutie te nemen over zaken, betreffende de Contributie en
Regering, volgens inhoud der instructie door een der Gezanten, uit
Dordrecht te dien einde gereverteerd, mede gebragt; mitsgaders de
instructie zelve te Dordrecht beraamd, om aan de Staten voor te houden
en daarop nader consent te verwerven. 23 November 1583. IV, 401.
Ordonnantie van den Magistraat der Stad Leeuwarden, tot veiligheid en
goede orde in hunne Stad, aangaande het dagelijks aangeven van de
vreemde personen en andere pointen. 29 April 1584. IV, 470.
--Reglement omtrent het verkiezen van nieuwe Magis
traatspersonen te Leeuwarden, door de Generale Staten der geunieerde
Nederlandsche Provinciën gegeven in derzelver vergadering in 's
Gravenhage. 19 November 1586. IV, 664.
--Aanschrijving van de Gedeputeerde Staten van Fries-
land, aan den Magistraat van Leeuwarden, om binnen zes dagen over te
brengen eene som van tien duizend Caroli-gulden, wegens quota van hunne
Stad in zeker extraordinaris fournissement van penningen, tot wering
van den vijand geaccordeerd. 21 December 1586. IV, 670.
--Wandelbrief van Stede- en Erfpachten, gemaakt tus-
schen de Heeren Gedeputeerde Staten van Friesland en de Hoofddiakens
der Armen binnen Leeuwarden. 1 Mei 1588. IV, 696.
--Ordonnantie aan den Magistraat van Leeuwarden,
om den naastvolgenden Zaturdag gewapend voor het Statenhuis te schikken
hun Contingent van de twee honderd man, die gerequireerd wordt tot
remplacement van de binnenlandsche garnizoenen, nu te velde moetende.
17 Julij 1604. IV, 1284.
--Aanschrijving aan Burgemeesters, Schepenen en Raden
der Stad Leeuwarden, als Mede-Opzieners van de Leppedijken, om
Gecommitteerden te zenden op den 17 der loopende maand, tot aanhooring
van den voorslag, te doen bij de Commissarissen der Gedeputeerde
Staten, en voorts tot bijlegging, nopens de geschillen tusschen hen en
de Veengenooten van de Noorddrachtsters, over het Verlaat in de
Kletten. 9 September 1605. V, 115.
--Resolutie, door de Heeren Gedeputeerde Staten van
Friesland genomen, betrekkelijk de verschillen tusschen den
Magistraat en de Gezworen Gemeente der Stad Leeuwarden. 4 December 1609.
V, 164.
Accoord, gemaakt door de Heeren
Commissarissen uit
Gedeputeerden en Raden Provinciaal tusschen den Raad Magistraat der
Stad Leeuwarden ter eener, en de Gezworen gemeente der voorsz. Stede
ter andere zijde, aangaande de Stads-Rentambten. 11 December 1609. V, 164.
--Reglement op de Raadsbestelling der Stad Leeuwarden
den. 5 Julij 1615. V, 213.
Resolutie der Heeren Gedeputeerden,
betreffende
missive van hunne Hoog Mogenden over de Raadsbestelling der Stad
Leeuwarden. 7 December 1615. V, 216.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, over het aftre-
den van drie Magistraatspersonen te Leeuwarden, en de verkiezing van
dezelven telkens op den 1 Januarij te doen. 30 December 1616. V, 223.
--Resolutie, waarbij de Staten van Friesland den voet van Raadsbestelling
der Stad Leeuwarden goedkeuren en bekrachtigen. 14 Maart 1646. V, 498.
--Reglement van Raadsbestelling der Stad Leeuwarden.
9 Mei 1657. V, 592.
--Ampliatie van het Reglement van den 9 Mei 1657
op de Raadsbestelling der Stad Leeuwarden genomen. 3 April 1658. V, 604.
--Resolutie, over het oprigten der Fransche Gemeente
te Leeuwarden, en inhoudende de acte, waarbij Mr. Jan's-School of Kapel
aan het Collegie tot eene Fransche kerk wordt afgestaan benevens het
Rapport van Gecommitteerden, dat men den volgenden Zondag daarin de
eerste predicatie zoude houden enz. 27 Mei 1659. V, 622.
--Resolutie, betrekkelijk het bijwonen der Sijnodes
den Predikant der Fransche of Waalsche Gemeente te Leeuwarden. 19 Augustus
1659. V, 623.
--Resolutie en uitspraak, rakende de Waalsche Gemeente
en den Nederduitschen Kerkenraad te Leeuwarden. 5 november 1659.
V, 623
--Resolutie, waarbij het Regerings-Reglement der Stad
Leeuwarden van 1657 geinterpreteerd wordt. 21 November 1663.
V, 700.
--Nadere interpretatie omtrent het voorgaande Staatsbesluit. 30
December 1663. V, 701.
Resolutie der Heeren Gedeputeerden, waarbij het derde
artikel van het Regerings-Reglement der Stad Leeuwarden nader verklaard
wordt. 6 April 1666. V, 752.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, over de
Raadsbestelling te Leeuwarden. 23 December 1668. V, 771.
--Resolutie als voren. 29 December 1668. V, 772.
--Resolutie, waarbij de Stad Leeuwarden verzocht
wordt, geene Militie, onder welk voorwendsel het zoude mogen zijn,
binnen hare Stad te laten, dan op patent van den Heere Stadhouder en
Heeren Gedeputeerden. 15 Januarij 1673. V, 937.
--Resolutie der Heeren
Gedeputeerden, behelzende
eene ampliatie der Resolutie van den 23 December 1669, betrekkelijk het
Regerings-Reglement der Stad Leeuwarden. 24 December 1686. VI, 121.
Resolutie der Heeren Gedeputeerden, waarbij de
Kerkenraad der Waalsche gemeente binnen Leeuwarden
gemagtigd
wordt, bij de aanstaande Sijnode te verklaren, voor goed en stichtelijk
aan te zien, dat het Psalmboek, door Conrart vertaald, in de Waalsche
kerken der Nederlanden ingevoerd worden. 12 Julij 1700. VI,
338.
--Zie Aalsum. Accijs. Accijsmeesters. Anthonij
Gasthuis (St.). Armen. Baex (Gijsbert van).
Belastingen.
Bevelhebbers. Biertonnen. Bisdom. Bisschop. Boutsma. Bulle.
Burgerwacht. Buskruid. Camstra (R.). Catharina-Kerk. Dag- en
Nachtwacht. Dagvaard. Dijken. Doodvaten. Ee (De). Excessen. Franeker.
Galama (Y.). Gasthuis. Gedeputeerden. Gezanten. Gilde. Gildekeuren.
Gouverneur (Luit.). Granen. Groningen. Hof van Friesland. Hoplieden.
Hottingazijl. Jaarmarkten. Impositiën. Johan van Oostenrijk.
Kanselarij. Klaarkamp. Landheeren. Landsdag No. 30. Leen. Lijfrenten.
Loo (B. van). Louwsmeer. Magistraat. Manspersonen (Onbekende). Molens.
Officieren. Opsterland. Pacificatie. Pardon. Penning (Zes en
vijftigsten). Personen (Gecondemneerde). Pest. Predicaren. Predikanten.
Predikdienst. Priesters. Privilegiën. Renten. Schutterij. Sijnode.
Soldaten. Steden. Sternzee (Carel van). Tol. Trekweg. Tuchthuis. Unie.
Vaille (A. del). Veer. Veerschippers. Verbond. Verschillen. Verschot.
Volmagten. Vrede. Vrijgeleide. Waag. Wetten. Wibisma. Willem Lodewijk.
Zoen.
Leeuwarderadeel. Zie Ee (De). Gelder (Hertog van). Klaarkamp. Resten.
Stemcohieren.
Leeuwen (Simon van). Zie Voorrede, I, 4.
Leeuwendaalders. Plakkaat en Publicatie tegen het invoeren en uitgeven
van zekere nagemaakte Leeuwendaalders, naar die van de Provincie van
Holland geslagen, op de munt der Stad Embden.
13 Augustus 1692. V1, 195.
Legaat. Legaten. Zie Gilde. Godsdienst .
Legatie. Zie Frankrijk (Koning van).
Leger. Plakkaat, om Proviand, Fouragie,
Victualiën en
allerlei Waren naar 's Konings Leger te voeren, met vrijheid van
Tollen, Impositiën en andere Ongelden; verklarende mede van onwaarde
alle civiele en militaire Arresten op personen of goederen. 9 Junij
1557.
III, 414.
--Plakkaat, om naar 's Konings Leger te voeren Proviand,
Fouragie en allerlei nooddruft, zullende genieten
vrijdom van
Tolregten, Impositiën en andere Ongelden, en van onwaarde verklaard
alle zoo civiele als militaire Arresten op personen of goederen.
18 Junij 1558. III, 435.
--Missive van den Stadhouder Lalaing, ordonnerende om bij
Publicatie bekend te maken, dat men in het Leger voor
Kampen en
Deventer vrije markt zal opslaan, zonder schade of last van het
Krijgsvolk of Excijsmeesters te zullen hebben. 14 Julij 1578.
III, 1200.
Ordonnantie, om spoedig alle mogelijke toevoer van Proviand
naar het Leger voor Steenwijk af te vaardigen. 4 Februarij 1581
IV, 232.
--Resolutie van de gezamenlijke Volmagten des Lands, uitge
zonderd Westergoo, omtrent het fournissement van de quota dezer
Provincie, tot oprigting van een Veldleger aan de Maas, met de
repartitie van ieder Grietenij, daarop of achtervolgende. 22 Augustus
1585. IV, 544.
Verklaring der Steden, nopens hunne gedane inwilliging van
eenige middelen tot oprigting van een Veldleger, zich explicerende, met
wat meening en onderstelling zij zulks gedaan hebben, speciaal omtrent
het verpachten der Consumtiën, tot het fournissement vaa het derde
termijn bepaald. 22 Augustus 1585. IV, 548.
--Verzoek van den Grave van Leycester aan de Heeren Staten
Generaal, tot het oprigten van een Veldleger voor vier
maanden. ... Februarij 1586. IV, 572.
--Repartitie van de quota van die van Friesland in de 400,000
gulden, geaccordeerd tot het opregten van een Veldleger. .. Februarij
1586. IV, 573.
Aanmaning van Zijne Genade en de Gedeputeerde Staten
aan de Volmagten van de Steden, tot betaling van hun contingent in de
Wagenkosten, in het Veldleger voor Steenwijk en Coevorden gevallen. ..
Januarij 1593. IV, 810.
Leger. Zie Coevorden. Convents-Landen.
Leycester (Grave van). Levensmiddelen. Oorlog.
Legerkosten. Zie Krijgsvolk.
Leges Carolinae. Zie Voorrede, I, 23.
Legitimatiën. Plakkaat, dat de Legitimatiën
van Bastaarden
en Personen in onecht geboren, verleend door de zoogenaamde Comités
Palatini, zullen zijn nul en van onwaarde, en geen anderen wettig zijn,
dan die onder het Groot Zegel zullen worden geexpediëerd. 20 December
1540. II, 819.
--Zie Remissiën (Brieven van).
Leidekkers. Zie Landsdag No. 6.
Leijdijken. Plakkaat tegen het doorsteken der
Leijdijken in de Zevenwouden. 19 Mei 1683. V, 1212.
Leijen. Zie Klaarkamp. Verkoop.
Leissenich (Burggraaf van). Zie Hugo.
Lemmer. Heer Floris van Alkemade het Slot en
Huis in de Lemmer ter bewaring aanbevolen. 26 September 1421. 1, 443.
--Zie Andringa. Dokkum. Oosterzee. Slooten. Verschillen. Vrede.
Vrijgeleide.
Lemsterzijl. Resolutiën, aangaande:
1°. Het doorgraven der Lemsterzijl.
2°. De pretensiën van den Land-Commandeur van Utrecht op de
goederen van Nes en Schoot.
3°. Het Consent in het Octrooi voor
kooplieden en zeevarende
personen, om koophandel te drijven op de Kaap de Goede
Hoop enz.
4°. Het examen der Notariën.
5. Hetverdelgen der Zwanen.
6°. De beletting van de uitvoering der
provisioneele dispositiën aan
Heeren Gedeputeerden over Dijken, Dammen enz., door de
Raden Provinciaal. 24 Februarij 1604. V, 105.
--Resolutiën, rakende:
1°. Het leggen en maken van Lemsterzijl.
2°. Het admitteren van Notariën.
3°. Het opregten eener Kamer van Finantiën voor de
Generaliteit.
4°. Het committeren van twee Raden ter Admiraliteit . 7
Februarij 1606. V, 120.
--Zie Tol. Visscherijen.
Lennep (J. van). Zie Landsordonnantie.
Leo X (Fans). Zie Luther (M.).
Leonora (Koninginne van Portugal). Zie Vrede.
Leppabrief. Zie Leppazijl.
Lepparegt. Zie Leppazijl.
Leppazijl. Voorwaarden, op welke Popka
Haringha en Ziert te
Opeinde aannemen, om, gedurende twintig jaren, de Leppaa's drie Zijlen
in den ouden Dijk, als Dampsteragroote en kleine Zijl en Hottingazijl
te onderhouden. .. October 1450. I, 539.
-_
--Leppa-Brief of Accoord tusschen Olderman, Schepenen
en Raad der Stad Leeuwarden aan de eene zijde; Renik Worpsz, Grietman
in de Leppe in Leeuwarderadeel, Douwe Oenema Grietman in
Tietjerksteradeel, Sjoerd Wattinga, Grietman in Smallingerland, Rioerd
Oenthiaz., Grietman in Idaarderadeel, ter andere zijde; aangaande de
vier Zijlen in de Leppe te Irnsum, met name Nijdamstra-, Kleine-,
Keimpema- en Hottingazijlen: wordende aan voorsz. stad in vrijen
eigendom opgedragen de geregtigheid over deze Zijlen cum annexis, mits
die ten gemeene dienste hecht en vast te onderhouden. 2 September 1477.
I, 670.
--Accoord, tusschen Heer Johannes Goch, Abt, Heer Jacob,
Prior, en Heer Johannes, Keller te Klaarkamp, en Broer
Wyger,
Hofmeester te Gernauwerth, van de eene zijde van des Conventswege van
Klaarkamp; Renick Worpszoon, Grietman in de Leppe in Leeuwarderadeel,
Douwe Oenema, Grietman in Tietjerksteradeel, Sjoerd Wattinga, Grietman
in Smallingerland en Ruurd Oenthiazoon, Grietman in Idaarderadeel, met
hunne Mederegters, Hoofdlingen en gemeene Gemeente der vier Deelen in
het Lepparegt, Olderman, Schepenen en Raad en Gemeente der Stad
Leeuwarden, ter andere zijde; aangaande de Leppazijl met zijn
toebehooren, liggende omtrent Klaarkamp in de Ee, naar Dokkum; in
voege, dat het Convent Klaarkamp eene schoone, wijde Blokzijl zal
leveren, maken en onderhouden, ten eeuwigen dage, wezende 80 bijnden
lang, 20 houtvoeten wijd, en 20 voeten hoog; dat in dezelve zullen
wezen drie paar deuren en één schotdeur enz., waarvoor het Convent
ontvangen zal, van voorsz. Deelen, 850 oude Schilden, van
welke
Ferwerderadeel 300 min twee Schilden zal betalen; doch merkelijke
schade, door oorlog aan deze Zijl geschiedende, zal aan het Convent
worden goedgedaan door kennisneming en uitspraak van Goede Luiden. Tot
tol zal worden betaald: van een Rijnschip of dat grooter is anderhalve
Philippus, van een Brouwschip een Philippus, en van een Schuite een
halve dito. En zal voorsz. Convent de Zijl gangbaar moeten houden tot
des gemeenen Landsprofijt en nuttigheid, des dat de Leppa en de vier
Deelen voorsz. hare wateringen en werkwerren (dijken of dammen), elk in
zijne plaats, houden en hoeden; zullende Leeuwarderadeel de Ee slatten
door zijn Deel met de Stad Leeuwarden, de Stad één derdepart, en het
Deel twee derdeparten; Ferwerderadeel door zijn Deel daar toe te
slatten, en Holwerderzes met de Monniken verder aan te slatten,
degenen, die daartoe behooren en schuldig zijn, zulks te doen. En
hiermede zullen^ de gemeene Gemeenten in de Leppa uit deze Deelen
voorsz., van de onderhoudmg der Zijl vrij en onbelast zijn in 't
eeuwig. .. Januarij 1478. I, 673.
-- Heer Everwijn, Grave van Benthem, Stadhouder wegens Hertog
Georg van Saksen, verklaart de Leppazijl (nu Klaarkampstersluis
genaamd) aan het Convent Klaarkamp te behooren, en dezelve tegen de
aanspraak der vier Deelen schadeloos en vrij te houden. 10 December
1511. II, 274.
--Zie Ee (De). Ludsumerdam.
Leppedyken. Waarschuwing, om op den nieuwen Leppedijk noch met paarden
te rijden, noch dien te beweiden. 25 November 1701.
VI, 367.
--Zie Leeuwarden.
Letters. Zie Voorrede, II, 41, 87.
Levensmiddelen. Verbod van toevoer van Levensmiddelen en
Oorlogs-Ammunitie aan den vijand, en order om daarop naauw en beter
toezigt te nemen. 15 December 1582. IV, 329.
Leverantie. Zie Leeuwarden.
Lex Frisionum. Der Friezen Wet. I, 1.
Leycester (Grave van) Kopij van het advijs, gegeven door de Volmagten
van Friesland, op de delatie van de regering en autoriteit van Zijne
Excellentie, geextraheerd uit de Notulen van den journale van de
Generale Staten. 14 Januarij 1586. IV, 556.
--Kopij van het advijs, op de inwilliging
van de gemeene Middelen. 15 Januarij 1586. IV, 556.
--Kopij van het advijs aangaande de
Raden van State. 21 Januarij 1586. IV, 556.
--Kopij van het voorbehoud van de Volmagten
van Friesland, door hen bij de Generale Staten gedaan, nopens de
delatie van autoriteit, commissie, generale Middelen en andere pointen,
Zijne Excellentie toegestaan door die van Friesland. 4 Februarij 1586.
IV, 557.
--Kopij van het Reversaal van Zijne
Excellentie aangaande gemeld onderwerp. 4
Februarij 1586.
IV, 557.
- Instructie voor den Raad van State
opgerigt, benevens den Grave van Leycester, belangende de Zaken van
Staat en de principale Regering van de Nederlanden. 10 Februarij 1586.
IV, 557.
- Instructie van hetgeen de Cecommitteerden van de Provinciën
ieder in den hare zullen hebben te remonstreren, omtrent de handelingen
in den Haag, met den Grave van Leycester provisioneel beraamd. 16
Februarij 1586. IV, 564.
--Rapport van hetgeen
verhandeld is in de laatste Vergadering der Generale Staten,
betrekkelijk de delatie van autoriteit, den Raad van State, gemeene
Middelen enz., aan de Staten van Friesland ingebragt. .. Februarij
1586. IV, 567.
--Missive van den Grave van Leycester
aan de Staten van Friesland, tegen de geruchten, aangaande de oorzaak
van deszelfs vertrek naar Engeland valschelijk verspreid; declarerende
spoedig wederom te zullen komen, om zijne affectie tot deze Landen
dadelijk te toonen, en de Christeljke Godsdienst en 's Lands Vrijheden
te beschermen. 28 November 1586. IV, 666.
--Aanschrijving van den Stadhouder aan
den Magistraat van Leeuwarden, om zeker afschrift van eene missive van
den Grave van Leycester, nopens zijn vertrek naar Engeland, ter
gewoonlijker plaatse te publiceren. 23 December 1586.
IV, 671.
Acte, waarbij de Graaf van Leycester
resigneert - en afstand doet van zijne Commissie als Gouverneur en
Kapitein-Generaal der Nederlandsche Provinciën. 17 December 1587 en 1
April 1588. IV, 692.
Publicatie, houdende eensdeels adver-
tentie van de resignatie en demissie van den Grave van Leycester als
Gouverneur en Kapitein-Generaal van de Vereenigde Nederlanden,
mitsgaders van het stellen van de Generale Regering derzelver Landen en
zaken, aangaande de bescherming en de Unie, benevens de onderhouding
van het Tractaat met Engeland, ter bediening en administratie van den
Raad van State der Nederlanden, met den nieuwen Engelschen Gouverneur
Willougby, de Gouverneurs der respective Provinciën, twee Engelsche
Raden, en de Gecommitteerde Raden van voorsz. Nederlanden. En
anderdeels interdictie aan een iegelijk, om heimelijk noch openbaar
iets te schrijven, spreken of doen, tenderende tot nieuwigheden en
oproeren in deze Landen 12 April 1588. IV,
693.
--Zie Dag- en Nachtwacht . Engeland
(Koninginne van). Goederen. Hoorngeld. Impositiën.
Konvooijen.
Krijgsvolk. Leger. Middelen. Paarden. Vijand. Vrijgeleide.
Libra. Zie
Voorrede, I, 98.
Licenten. Missive van de Staten Generaal aan de
Staten van
Friesland, behelzende een verzoek om zekere goede en vertrouwde
personen te benoemen, die op bepaalde plaatsen gebruikt kunnen worden
tot afwering van Fraudes, in het stuk der Licenten bij den uitvoer
gepleegd enz. 22 Maart 1587. IV, 679.
-- Autorisatie der Staten van Friesland
op hunne
Gedeputeerden, om zoodanige Licenten op de Versche Eems op te stellen,
en weder te doen ophouden, als zij redelijk en dragelijk niet alleen,
maar ook teffens noodzakelijk zullen vinden tot veiligheid der
Scheepvaart en Koophandel. 6 Maart 1596. IV, 894.
--Zie Konvooijen. Oorlog.
Licentiaten. Zie Doctores Juris.
Licht. Zie Geweer. Leeuwarden.
Lichtaard. Zie Attestatie.
Lichtevoet (P.). Zie Vrijgeleide.
Lid (Vierde). Zie Steden.
Lidlum (Abt van). Zie Bildtlanden. Dijken.
Exmorra. Landsdag No. 6.
Lieuwe van IJlst. Aan Lieuwe van IJlst zijn de
goederen van Rienk Haijes en Pieter Lieuwes toegestaan.
24 Januarij 1517. II, 343.
Lieve Vrouwen Prebende. Zie Prebende.
Ligne (Joban van). Zie Johan van
Ligne.
Ligting. Plakkaat, om tot bescherming van den Lande te ligten, op te regten
en te onderhouden eene bende van 3000 man te paarde; en Reglement voor
dezelve. 12 October 1547. III, 126.
--Missive, inhoudende een bevel tot
Publicatie van het Plakkaat en Reglement voor de bende van 3000
Ruiters, die opgeregt staat te worden; alsmede om het Plakkaat van den
9 November 1544, tegen de Lediggangers enz., op nieuw te publiceren. 10
November 1547. III, 130.
--Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerde
Staten gelast
worden, om ten spoedigste, door de Officieren ten platten Lande en de
Magistraten in de Steden, den derden man te doen ligten. 13 Julij 1672.
V, 834.
--Plakkaat, dat de derde Man van deze Provincie binnen 14
dagen, na publicatie dezes, zich gereed zal houden. 11 Julij 1673.
V, 988.
Lijauckema (E. van). Testament van Epo van
Lijauckema. 16 April 1535. II, 668.
--(S. van).. Testament van Schelto van Lijauckema
3 October 1502. II, 230.
Lijcklama (A.). Zie Vaarten.
--(L. v.). Zie Rijweg.
Lijfpensioenen. Resolutie, dat de Lijfpensioenen der Officieren
aan geene arresten zullen onderworpen zijn. 27 Junij 1661
V, 660.
--Resolutie der Heeren
Gedeputeerde Staten, betrekkelijk het arresteren der Lijfpensioenen. 19
Februarij 1696,
VI, 254 .
Lijfrenten. Rolle of Lijst van de namen en
toenamen van
allen, die eenige Los- of Lijfrenten ligten of heffen op de Stad
Leeuwarden, en van de verdere Lasten, waarmede dezelve bezwaard zijn.
11 Junij 1571. III, 855.
--Resolutie, dat de Lijfrenten dezer Provincie zullen worden
betaald op beëedigde attestatiën van twee getuigen en den persoon
zelven, die het regt heeft tot de Lijfrente. 8 September 1660.
V, 648.
--Resolutie, aangaande het trekken van Lijfrenten op
andere namen. 29 Maart 1667. V, 759.
--Resolutie, dat de Lijfrenten zoo wel de tauxatie van
den Honderdsten Penning onderworpen zullen zijn als de Losrenten. 20
Julij 1695. VI, 248,
--Zie Negotiatie. Obligatiën. Ontvanger-Generaal.
Ontvangers.
Lijfwacht. Zie Garde du Corps.
Lijkdiensten. Zie Wassenaar.
Lijkmaaltijden. Plakkaat tegen het
onbehoorlijk zuipen en slempen bij de Lijkmaaltijden. 28 Junij 1661. V,
661.
--Plakkaat tegen het onbehoorlijk zuipen en slempen
bij de Begrafenissen der dooden. 9 Junij 1683. V, 1213.
-- Zie Sijnode.
Lijst van Boeken. Zie Boekdrukkers en
Boekverkoopers.
Lijsten. Zie Landsdag No. 43, 44.
Lillingwald. Zie Klaarkamp.
Limieten. Zie Grensscheiding.
Limietscheiding. Zie Hoorngeld. Penning
(Vijfhonderdsten).
Lindanus. Zie Herema (W.). Landsdag No.
Privilegiën.
Lindedijken. Resolutie, waarbij de Grietman
van
Weststellingwerf orde zal moeten stellen, dat de Lindedijken door de
Ingezetenen van die Grietenij in zoodanigen staat worden gebragt en
gebonden, dat de Provincie daaromtrent tegen het gevaar van inbreuk
wordt beveiligd, volgens het Arbitrament van den 7 April 1533. 10 April
1702. VI, 375
Linden (W. van der). Zie Landsdag No. 9.
Liowens. Zie Aalsum.
Lippenhuizen. Zie Vaarten
Liquidatiën. Zie Rekeningen.
Litis Contestatiën. Ordonnantie van den Hove op de Litis Contestatiën.
5 November 1550. III, 226.
Littenserzijl. Zie Grondheeren.
Liturgiën. Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerden gelast worden, om
door Heeren Commissarissen-Politiek te bezorgen, dat op de aanstaande
Sijnode behoorlijke verbeteringen der fouten, in de Liturgiën
ingeslopen, worden gemaakt. 3 April 1687.
VI, 125.
--Resolutie op het request der Deputaten Sijnodi, te Sneek
gehouden, betrekkelijk de Drukfouten in de Liturgiën ingeslopen. 18
Februarij 1692. VI, 188.
Liviusz. (Jasper). Brief en respective Commissie van Mevrouwe de
Gouvernante voor Mr- Jasper Liviusz., Raad in Holland, en Jan
Huybrechtsz., Schout van Amsterdam, om naar Friesland te reizen, en
zich op den toestand der zaken aldaar te informeren. 17 October 1522.
L. B. 126. II, 434.
--Extract uit zekere Instructie voor Mr. Jasper
Liviusz., Raad Ordinaris in Holland, hem door de Vrouwe
Gouvernante voorgeschreven, in het verrigten zijner Commissie naar
Friesland. 17 October 1522. L. B. 127. II, 435.
--Zie Sneek.
Lodewijk. Zie Lotharius.
--Roomsch Koning; Keizer. Zie Friesland. Regt. Willem III.
--(Graaf). Zie Plakkaten.
--XI.
--van Massau. Zie Processiën.
-- de Romein. Zie Albert van Beijeren. Friezen.
--de Vrome. Giftbrief van Lodewijk den Vrome, waarbij
de Friezen, na den dood van Karel den Groote, in het vrije bezit van
het vaderlijk erfgoed zijn hersteld geworden. Zie Voorrede, I, 41.
Loes (Jacob). Zie Friesland.
Logement. Zie Landsdag No. 31.
Lonten. Zie Buskruid.
Loo (Baud. van). Commissie op eenige Gedeputeerden, om rekenschap te
eischen en te ontvangen van Boudewijn van Loo, Rentemeester-Generaal
van Friesland, van hetgeen hij van Landswege van verschillende
Propijnen meer ontvangen dan uitgegeven heeft. 25 April 1558. III, 431.
--Commissie door Francois, Hertog van Anjou, gepasseerd op
Boudewijn van Loo, tot Rentemeester-Generaal in Friesland. 4 October
1582. IV, 312
--Ordonnantie van de Staten of
Volmagten de
Steden aan den Rentemeester Boudewijn van Loo, om geene penningen op
ordonnantie der Gedeputeerden te voldoen, voor en alea aan de vaste
Steden zullen geteld zijn de 19,000 Caroli-gulden, tot fortificatie
hunner Steden, hun jaarlijks toegestaan, niettegenstaande de
interdictie, ter contrarie aan hem geschied, met belofte hem te
indemneren, defenderen, en hem dezelve tellinge aan hen te does, in
zijne rekening te zullen doen valideren. 22 Januarij 1583. IV, 337.
--Missive des Prinsen van Oranje aan de Gedeputeerde Staten van
Friesland, houdende order en last, om da Rentemeester B. van Loo, door
hen in verzekering genomen, te» stond vrij en kosteloos van de soldaten
te ontslaan en in vrijheid, te stellen. 11 Februarij 1583. IV, 349.
--Missive des Prinsen van Oranje aan den
Heer Bernard van Merode, hem communicerende (per kopij)
zekeren
nevens deze geëxpediëerden last aan de Gedeputeerde Staten-, om de
tegen den Rentemeester B. van Loo ingestelde extraordinaire
procedures van apprehensie promptelijk af te doen, en hem van de
soldaten te ontslaan; verzoekende voorts den Heere van Merode, benevens
den Magistraat van Leeuwarden, het ontslag van genoemden Rentemeester
te helpen bevorderen, en hem in hunne bescherming te nemen. 11
Februarij 1583. IV, 350.
--Resolutie van de Gedeputeerden, dienende
tot defensie van hunne verrigting in de zaak van Boudewijn van Loo, met
een protest in forma. 23 Maart 1583. IV, 352.
--Resolutie van het Kwartier der Steden, om
den Rentemeester B. van Loo te garanderen aangaande de 19,000 gulden
uit zijn ontvang der Domeinen aan hen, volgens repartitie daarvan
zijnde, tot reparatie hunner Steden te betalen. 26 April 1583. IV, 367.
--Autorisatie der Steden op den Magistraat vau
Leeuwarden, om den Rentemeester Boudewijn van Loo te
defenderen
tegen allen overlast, die hem overkomen mogt, ter zake der betaling
door hem aan de Steden gedaan. 21 Mei 1583. IV, 373.
--(B. en G. van). Zie Landsdag No. 10. Propijn.
Loon (Jan van). Verklaring van den Notaris van
Loon, aangaande den Heer Karel Roorda. 2 en 9 Junij 1593. IV, 833.
--(Willem van). Zie Voorrede, I, 4.
Losrenten. Zie Lijfrenten. Negotiatie.
Ontvanger-Generaal.
Loterijen. Plakkaat, dat geene Loterijen
zullen worden
aangelegd, dan met speciaal consent des Konings. 9 Februarij 1567.
III, 1047.
Lotharius. Divisio Regni Lotharii Imperatoris inter Carolum Calvum,
Franciae, et Ludovicum Germaniae Reges Fratres, facta in Procaspide ad
Mosam fluvium haud procul ab Heristalle.
Verdeeling van het Rijk van Lotharius, tusschen zijne
Oomen
Karel den Kalen, Koning der Franken, en Lodewijk, Koning van
Duitschland, Gebroeders. 8 Augustus 870. I, 55.
Louw (Caspar de). Zie Pluimgraaf.
Louwsmeer. Resolutie, waarbij aan de
Ingezetenen van
Leeuwarden en het Vliet toegestaan wordt, het Louwsmeer te bedijken. 20
Junij 1672. V, 829.
Lubek. Zie Oorlog.
Ludingakerk (Abt van). Bulle van Godefridus,
Bisschop van Utrecht, verleend aan Wigboldus, eersten Abt van
Ludingakerk, Klooster van de Reguliers-orde. ..... 1168. I, 80.
--De Abt van Ludingakerk in Friesland schrijft aan
Hertog Jan van Beijeren, over de schade van zijn Klooster en de
vijandelijkheden door Focke Ukena aangerigt, en verzoekt om hulp en
bijstand. 6 Mei 1421. I, 433.
De Hertog vermaant alle Grietmannen,
Hovelingen en Regters in Friesland, dat zij den Abt van
Ludingakerk beschermen tegen eene bende, die men Apostaten noemt. 15
Mei 1421. 1, 434.
Ludsumerdam. De Grietslieden van
Leeuwarderadeel,
Tietjerksteradeel, Smallingerland, Idaarderadeel en de Stad Leeuwarden,
approberen het bestek, door de Heeren Gedeputeerden gemaakt, tot
vernieuwing van den Ludsumerdam, nu Bergumerdam. 26 Mei 1599. IV, 1045.
Luitenants-Plaatsen. Eigenhandige missive van
Willem
Lodewijk, Graaf tot Nassau, aan den Heer Eecko Ripperda, over het
disponeren der Gedeputeerde Staten opzigtelijk Luitenants en Vaandrigs
plaatsen, ten behoeve van personen, die nooit soldaat geweest zijn, en
de voorziening deswege te nemen. 22 December 1603.
IV, 1267.
--Zie Kapiteins. Landsdag No. 44.
Luitenant-Stadhouder. Zie Willem I.
Lundezijl. Contract, gemaakt tusschen de Heeren Gedeputeerde Staten van
Friesland en den Magistraat en Gezworen Gemeente der Stad Harlingen, om
de Lundezijl van Coehool over te brengen binnen Harlingen. 21 Augustus
1584. IV, 504.
Luther (M.) Ordonnantie en Edict, aangaande de eerste beginselen,
oproer en voortkoming van de Secte der Lutheranen, door eene Marten
Luther, inhoudende de bijzondere dwalingen en doolinge van denzelve,
mitsgaders de middelen en moeiten, die onze Heilig Vader Paus Leo X en
Zijne Keizerlijke Majesteit gedaan en genomen hebben, om denzelve te
bekeeren en zijne voorzeide dwalingen te doen wederroepen, en
eindelijk de Pausselijke en Apostoliscl condemnatie van denzelven
Luther en alle zijne werken, de inhibitie en verbod van zijne
medeplegers ofte fauteurs. 8 Mei 1521.
II, 415.
--Plakkaat, dat niemand de boeken
van Marten
Luther of van anderen, die met hem van één gevoelen zijn, hetzij in het
Latijn of Duitsch geschreven, zal mogen koopen, verkoopen of lezen, maar
integendeel verpligt zijn, zoodanige boeken onder zich hebbende of
bezittende, dezelven binnen drie dagen over te leveren in handen van het
Geregt, om daarna tot stof verbrand te worden 22 December 1526. II, 514.
--Plakkaat tegen Marten Luther, dat men geen verbo
den boeken mag drukken, schrijven, koopen, lezen, bewaren, dis
tribueren, leeren of defenderen, maar, die reeds hebbende, overgeven om
verbrand te worden, op verbeurte van lijf en goed. Dat men geene
beelden, tot oneere van God en Zijne Heiligen dienende, mag maken of
hebben, noch de geapprobeerde Beelden breken of vernietigen. Dat men
geen dwalende personen mag verbergen of voorstaan, maar die aanbrengen
aan de Hoofd-Officiers; en dat allen die hunne dwalingen belijden en
herroepen, binnen zes weken zullen onstrafbaar zijn enz. 14 October
1529. L. B. 194. II, 563
--Ordonnantie, om het Plakkaat tegen Marten Luther
te doen publiceren en naauwkeurig te onderhouden. 31 October 1529. II,
563
--Plakkaat, dat men geene boeken van Marten Luther
of zijne navolgers mag drukken, schrijven, verkoopen, lezen, leeren o:
defenderen. Geen schandelijke figuren van God of Zijne Heiligen
schilderen of te maken, noch de geapprobeerde Beelden te verbreken;
niet over schriftuurlijke zaken te disputeren; geene boeken in
andere dan in de Latijnsche taal te mogen vertalen, zonder consent,
noch nieuwe boeken drukken, zonder approbatie; dat men geen dwalende
personen mag herbergen, favoriseren noch bevorderlijk zijn, maar aan
de Justitie aanmelden, met toezegging van helft der verbeurde goederen
voor den aanbrenger. 7 October 1531. II, 604.
Lutheranen. Lutheraansche Secten. Edict des Keizers:
1. Aangaande de Lutheraansche en andere gereprobeerdc Secten.
2. Op het stuk der Munt.
3. Voorziening der abuizen, voortkomende uit de verscheidenheid der
Costumen.
4. Nopens de Notarissen.
5. Monopoliën.
6. Victualiën.
7. Tegen de Bankroeten en Lediggangers.
8. Ordonnantie omtrent de Armen en derzelver onderhoud.
9. Tegen gulzigheid en dronkenschap.
10. Order op de Bruiloften en doopen van Kinders.
11. Geene herbergen te houden buiten de Steden en Dorpen.
12. Wering van doodslag.
13. Tegen de ongeregeldheid en overdaad in kleeding.
14. Geene Paarden uit te voeren, ook niet als op vrije markten te
koopen en verkoopen.
15. Tegen de Blasphemateurs (Gods- en Heiligen-lasteraars).
16. Aanbeveling van onderlinge vriendschap en verstandhouding tusschen
's Keizers Landen en onderzaten.
7 October 1531.
II, 594.
--Vernieuwing van het Plakkaat tegen de
Lutheranen. 30 Junij 1533. II, 639.
--Zie Franeker. Inundatie. Luther (M.).
Lutkegast. Munnekezijl. Visvlieter Oudezijl.
Lutteka Horna. Zie Gerkesklooster.
Lyauckema. Zie Lijauckema.
Lycklama (A.). Zie Vaarten.
--(L. van).. Zie Rijweg.
Lyoedmeersdam. Zie Barra-Convent.
Lyovinga-Land. Zie Hasker-Convent.
Lyuwema. Zie Wisselbrief.
M.
Maadlanden. Zie Tuchthuis.
Maagden. Zie Smalle-Ee.
Maagdenburg. Zie Ban. Voelde (Abdij).
Maaijers. Resolutie tegen het inkomen in deze
Provincie van
Maaijers, Turfgravers, Dekenkoopers, Ketellappers of eenige andere
Ingezetenen, in Munsterland woonachtig. 3 Maart 1666. V, 751.
--Zie Landsdag No. 6.
Maalloon. Request van de Molenaars der Stad
Leeuwarden aan
den Magistraat dier Stad, waarin zij verzoeken verbetering van het
Maalloon; met het appointement, behelzende een Reglement en tans op het
Maalloon van Rogge, Weit en andere granen. 3 Maart, 14 April en 11
September 1576. III, 1069,
--Approbatie van den Hove, van het Reglement en den
taux op het Maalloon voor de Molenaars. 14 en 15 September 1576. III, 1072.
Maaltijden. Zie Landsdag No. 6.
Maandgeld. Plakkaat, waarbij de garnizoen
houdende Steden vrijgesteld worden van het Maandgeld. 28 januarij 1575.
III, 1008.
--Plakkaat, dat de vier maanden geëxpireerd zijnde, de
betaling van het Maandgeld continueren zal van Mei tot Junij. 14 April
1575. III, 1010.
--Aanschrijving aan Reinier Fritema, Grietman van
Wonseradeel, om het Maandgeld, ter som van 510 Caroli-gulden
waarop hij gesteld is, alle acht en twintig dagen op te brengen tot
betaling der Soldaten. 6 Julij 1575. III, 1024
--Zie Floreen. Impositiën.
Maandgelden. Zie Middelen.
Maarlingerzijlen. Pointen en Artikelen,
dewelke Bolsward,
Bolswarderahem en de Dieperdehem met elkander hebben begrepen,
bestendig en vast te onderhouden, aangaande de Maarlingerzijlen. 23
Junij 1475. I, 662.
Maastricht. Zie Floreen. Oorlog. Proviandiers.
Machteld van Lancaster. Zie Albert van
Beijeren. Friesland.
Magazijnhuis. Zie Landsdag No. 43.
Magistraat. Resolutie, waarbij de Steden
vaststellen, dat de
Magistraatspersonen, welke Landscollecten bedienen, van hunne
Magistraatsbediening zullen vervallen zijn. 12 Maart 1653. V, 557.
--Zie Armengelden. Boekdrukkers en Boekverkoopers.
Eed. Franeker. Hof van Friesland. Landheeren.
Landsdag No.30. Leeuwarden. Loo (B. van). Nedergeregten. Officieren. Priesters.
Steden.
Magt. Zie Advijs. Landsdag No. 6, 30, 78.
Makkum. Verkooping van drie pondematen land,
gelegen tot
Makkum, en de koopprijs te besteden tot oprigting van een Tuchthuis. 11
Februarij 1599. IV, 1036.
--Conditiën en artikelen, waarnaar men zich in de waag
te Makkum voortaan zal hebben te gedragen. 19 Maart 1660.
V, 633.
--Zie Dijken. Peil. Waag. Zijl.
Makkumerzijl. Provisioneele Uitspraak van den
Hove van Friesland, over het vernieuwen van de Zijl te Makkum. 29 April
1542.
II, 859.
--Uitspraak van den Hove van Friesland, over het
maken van de Makkumerzijl. 29 April 1552. III, 299.
-- Resolutie, aangaande het maken van eene nieuwe
Zijl te Makkum. 10 Januarij 1662. V, 666.
--Zie Dijken. Oldeklooster.
Malcontenten. Peremptore Hofscitatie, ter
instantie van den
Procureur Generaal, tegen de Malcontenten uitgegeven, aan hun Domicilie
ofte anders bij Edict te exploiteren, om op poene van eeuwig
bannissement en confiscatie van goederen te compareren op den 27
aanstaande, in de Kanselarij binnen Leeuwarden; met een Register der
Gedaagden hierbij gevoegd. 7 Julij 1580. IV, 177.
--Citatie van de Malcontenten voor den Hove van
Friesland, zoo ter eerster instantie op den 23, als in
cas van purge op den 25 der loopende maand te compareren in de
Kanselarij.
6 Augustus 1580. IV, 190.
- Publicatie van den Magistraat van Leeuwarden,
om met de Vijanden en Malcontenten niet te corresponderen in eeniger
manieren, of te contracteren over leverantie van penningen, victualiën,
communiteiten enz.; hen niet te assisteren met raad of daad, noch in
hare huizen te logeren, alles bij poene van lijf en goed, volgens den
inhoud van 's Hofs Ordonnantiën daaromtrent. 4 November 1583. IV, 400.
--Zie Godsdienst. Landsdag No. 23,
29. Oorlog.
Malta (Ridderorde van). Resolutie, betreffende
het
herstellen der goederen, gelegen onder de Commanderij van Sneek, aan de
Ridderorde van Malta. 17 November 1663. V, 696.
Mamminga. Zie Rente.
Manschap. Zie Wapenoefening.
Manslag. Zie Gratie. Smit (J.).
Manspersonen. Zie Dokkum.
Mantgum. Regt en Raad der Landen en Steden van
Oostergoo en
Westergoo bevelen aan die van Mantgum, om te betalen aan Jonge Asgha te
Mantgum, bij raad des persoons aldaar, zoo veel, als hij voor hem zelfs
en de Gemeente van Mantgum, in gijzeling zittende, verteerd heeft. ..
Februarij 1436. I, 513.
--Koopbrief en quitantie, van Bokka Agghazoon voor
Aesga te Mantgum cum uxore, wegens vijfdehalf pondematen
land, liggende op het Nieuwland te Mantgum. 21 September
1499.
II, 2l2.
Manufacturen. Zie Fransche Waren.
Marendijk. Request en provisioneele
ordonnantie, tot het
weder opmaken en repareren van den op nieuw beschadigden en
ontramponeerden Marendijk. 12 Junij 1560. III, 515
--Verbaal en provisioneele uitspraak, over het maken en
repareren van den Marendijk. 12 en 28 Junij 1560. III, 517.
Margareta van Oostenrijk. Instructie en Commissie voor de Aartshertoginne
Margareta, gegeven door Keizer Karel. 19 October 1520. II, 405.
--Missive van Vrouwe Margareta,
Gouvernante, aan de Prelaten en Edelen van Friesland, in
's Keizers gehoorzaamheid wezende, tot overzending van Gedeputeerden 7
September 1522. II, 432.
--Zie Friesland. Gedeputeerden. Leeu-
warden. Liviusz. (J.). Martena (K. v.). Munt (De). Sneek. Soldaten.
Stadhouders. Vrede.
Margareta van Parma. Zie Bisschop. Concilie.
Friesland. Inquisitie.
Maria van Bourgondië. Zie Privilegiën.
--Hongarijen. 1530-1555. Missive der Koninginne
Regente en Gouvernante aan den Stadhouder en het Hof,
ten ge-
leide eener supplicatie van de Steden, ten einde partij daarop te
hooren, informatiën te nemen en hun advijs in te zenden.
7 Mei 1549. III, 166.
--Zie Breydel(W. v.).
Collatiën. Daalders. Doleantiën. Gedeputeerden. Gerkesklooster.
Goederen. Granen. Karel V. Knechten. Landsdag No. 3, 4, 5, 7. Penning
(Honderdsten). Propijn. Revijsen. Tractaten. Verbond. Victualie. Vrede.
Wapenstilstand.
Mariendal (Klooster). Comes Abbati et
Conventui claustri vallis Sanctae Mariae in Westergoo patrocinium ad
quinquennium promittit .
Graaf Willem belooft den Abt en het Convent van
Mariendal in Westergoo en hunne goederen te beveiligen voor vijf jaren.
26 Maart 1323. I, 165.
--Mandatum Comitis omnibus Balivis, Scultetis
et Justitiariis suis, ut defendant et protegant Abbatum et
Conventum monasterii vallis Sanctae Mariae in Westergoo.
--De Graaf beveelt zijne Baljuwen, Schouten en Regters, om den Abt
en het Convent van Mariendal in Westergoo in hunne personen en goederen
te beschermen. 27 Maart 1323. I, 165.
--Rectores grangiarum de monasterio vallis S.
Mariae in Hemelum, nec non cives de Kuynre
et Venehuysen, rogant Comitem Hollandiae, ut ipsos contra Comitem
Gelriae defendat.
De Bestuurders der landen van het Klooster Mariendal in Hemelum,
en die van Kuinre en Veenhuizen, verzoeken den Graaf van Holland, om
bescherming tegen den Graaf van Gelder. 6 Mei 1337. I, 192.
--Keizerin Margareta verkoopt de helft van al de
goederen, erven en hofsteden van Markenhove, aan eenige ingezetenen van
dat Land, welke voorheen in pacht gehouden werden van den Abt en het
Convent van Mariengaarde in Friesland. 23 Julij 1346. I, 202.
--Keizerin Margareta verkoopt de andere helft van al de goederen, erven
en hofsteden van Markenhove, welke de buren aldaar eertijds van den Abt
en het Convent van Mariengaarde in pacht gebruikt hadden, aan eenige
Poorters van Amsterdam. 23 Julij 1346. I, 202.
--Hertog Willem belooft,
als Verbeider van de Graafschappen enz., dengenen, welke der
Oost-Friezen goed in Markenhove en te Monnikendam van Zijne Moeder de
Keizerinne gekocht hadden, daarin te handhaven en te beschermen; en
voegt er eenige wetten bij tot welzijn dier Landstreek. 13 November
1346. I, 203.
--Het Klooster
Mariengaarde door Keizer Karel begiftigd met honderd zestien morgen
land op het Bildt. ...... 1519. II, 386.
--Zie Senioren.
Mariengraf. Zie Buweklooster.
Markenhove. Zie Mariengaarde.
Markt. Zie Franeker. Landsdag No. 6. Leger.
Marktdagen. Zie Dag- en Nachtwacht.
Marmora Arundeliana. Zie Voorrede, II, 12.
Marnazijl. Accoord over het maken van het
Vallaat bij Marnazijl. 21 September 1536. II, 688.
--Hierbij gevoegd: Accoord over het maken van eene Zijl en Vallaat in
Marndijk. 21 Junij 1513. II, 689.
--Uitspraak over het maken van het Vallaat bij Marnazijl
13 Junij 1539. II, 752.
Marssum. Zie Stiens.
Martena (D. van). Zie Aremberg (Grave van).
Godsdienst. Landsdag No. 19. Verklaring.
--(H. van). Zie Zoen.
--(K. van). Annael ofte Landboek van Vriesland, door
Kempo van Martena, Doctor, Ridder, Keizerlijke
Majesteits Raad in den Hove van gemelde Provincie. II, 1 .
--Doctor Kempo van Martena verklaart, dat
de goederen van Bennert Abbinga aan hem gegeven zijn. 24 October 1516.
II, 340.
--Instructie voor de Heeren Kempo van Mar-
tena, Doctor, en Tjaard van Burmania, Ridder, om bij de genadige Vrouwe
Margaretha, Aartshertoginne van Oostenrijk, Regente en Gouvernante,
eene Commissie af te leggen. .. Maart 1518. L. B. 101. II, 365.
--Antwoord van de Vrouwe Gouvernante aan
de afgezondene Heeren Martena en Burmania. 20 April 1518 L. B. 101. II,
368.
--Instructie voor de Heeren Kempo van Mar-
tena, Doctor, Ridder en Raad in Friesland, en Sybrand Roorda wegens de
onderdanen van Friesland naar den Rijksdag te Worms
afgezonden tot den Keizer. ..... 1521. L.B. 112. IL 413.
--Antwoord des Keizers op de voorgestelde
Artikelen der Landen aan de bovengenoemde Afgezanten
medegegeven.
11 December 1521. L.B. 113. II, 426
--Brief van
Margareta van Oostenrijk, Regente en Gouvernante, aan de Friezen
geschreven, aangaande de betaling der vacatiën van de Gezanten aan
Zijne Keizerlijke Majesteit . 14 December 1521. L. B. 114. II, 426.
--Zie Bucho. Ridder (J.). Stadhouder. Voorrede, II, 78.
--(Syttie van). Zie Naarden (M. v.).
Marten van IJlst. Zie Voorrede, II, 72.
Maten en Gewigten. Resolutie, dat over de
geheele Provincie
gelijke Ellen, Maten, Gewigten, Kannen, Mengelen enz., zullen gebruikt
worden. 11 Maart 1653. V, 550.
--Plakkaat, wegens eene nadere order op de
Maten en Gewigten. 20 Maart 1678. V, 1135.
--Plakkaat, nopens de gelijke Maat der appelen
ooftkorven. 10 Augustus 1678. V, 1143.
--Zie Landsdag No. 78.
Mattheus (I.). Zie Landsdag No. 42.
Matthias (Aartshertog). Artikelen en
Conditiën, bij de
Generale Staten, te Brussel residerende, opgesteld, om den Aartshertog
Matthias van Oostenrijk voor te houden en te doen bezweren, eer hij zal
treden en ontvangen worden in het Gouvernement dezer Landen. 8 December
1577. III, 1169.
--Klagte van den Aartshertog Matthias,
over de gebrekkige voldoening der Tractementen, hem in hoedanigheid als
Gouverneur-Generaal plegtig beloofd en toegezegd, met verzoek van
redres; benevens eene Lijst van de verschuldigde tractementen door de
verschillende Provinciën. .. December 1579. IV, 105.
--Missive van de Generale Staten der
Nederlanden aan de Staten van Friesland, houdende
aanmaning om
naauwkeurig op te brengen hun contingent tot betaling van het
Tractement aan den Aartshertog Matthias, als Gouverneur-Generaal.
21 December 1579. IV, 106.
--Acte, waardoor Sybolt van Aylva en
Tziepko van Goslinga de Jonge den Aartshertog Matthias
aannemen als Gouverneur-Generaal van Zijne Majesteits Nederlanden.
12 Maart 1580. IV, 138.
--Zie Bolsward. Godsdienst. Grenzen.
Harlingen. Hof van Friesland. Jarghes (E.).
Krijgsvolk.
Leeuwarden. Mechelen. Middelen. Pardon. Religions-Vrede. Verschot .
Visscherij. Willem I (Prins).
--Dirksz. Zie Aalsum.
Matthiasz. W.. Zie Aalsum.
Matthysz.(W.). Zie Aalsom.
Maurits van Nassau (Prins). Zie Coevorden.
Dathenus. Inundatie. Patenten. Peil. Willem I (Prins).
Maximiliaan (Keizer). Zie Albert van Saksen.
Groningers. Privilegiën. Rijksban. Verbond.
--van Egmond. 1540-1549. Zie Aalsum. Accijs.
Baarderadeel. Bidden. Boevenjagt. Breydel (W.v.).
Buuren (Grave van). Dankdag. Dienst (Vreemde). Dijken. Eetwaren.
Franeker. Gelderschen. Geweer. Godsdienst.
Goederen. Granen. Hooi. Jagt. Ketterijen. Klaarkamp. Knechten.
Landen. Leeuwarden. Legitimatiën. Ligting. Menno Simons. Munt (De).
Nedergeregten. Processiën. Registers. Smit. Soldaten. Stadhouders.
Statuten. Tractaten. Vrede. Wapenschouwing.
Wapenstilstand.
Zeeroovers.
Mayngha (Abel). Zie Klaarkamp.
Mechelen. Plakkaat van den Aartshertog
Matthias, dat allen
die uit Mechelen vertrokken zijn, binnen zes weken na publicatie dezes,
zullen hebben te compareren voor den Magistraat dier Stad, om volgens
vorig Plakkaat met dezelve te accorderen over hun quota der tauxatie
van kosten der reductie aldaar; met autorisatie op gemelden Magistraat,
om bij noncomparitie die tauxatie zelf te doen, en ter bekoming van
ieders aandeel hunne personen en goederen te executeren. 8 Junij 1580.
IV, 162.
--Zie Antwerpen. Godsdienst . Oorlog. Pardon. Revijsen.
Stadhouders. Vast- en Bededagen.
Meckama. Zie Zoen.
Mediatie. Zie Verschillen.
Medicis (Cosmus de). Zie Voorrede, II, 21.
Meer (Het). Zie Gerkesklooster.
Meervisch. Resolutie, waarbij de uitvoer van
Meervisch,
Eijers, Hoenders en ander Gevogelte, uitgenomen Patrijzen en
Korhoenders, toegestaan wordt onder zekere bepaling. 23 Februarij 1684.
V, 1219
--Plakkaat tegen den uitvoer van Meervisch. 14 April
1686. V, 1254.
--Notificatie nopens den verboden tijd van Meervisch en
wild Gevogelte. 2 Maart 1689. VI, 147.
-- Notificatie, waarbij aan alle
Ingezetenen toegestaan
wordt, allerhande Meervisch, Hoenders, Eendvogels en ander Gevogelte
vrij uit te voeren. 15 December 1699. VI, 330
--Zie Rivier- en Meervisch.
Meester-Particulier. Zie Munt (De).
Megen (Grave van). Zie Processiën.
Meiboomen. Ordonnantie tegen het planten van
Meiboomen en
Bakens of stroo te branden; alsmede tegen het verhuren van woningen aan
inkomende personen, zonder consent van den Raad. 28 en 30 April 1580.
IV, 150.
Meijers. Resolutie, behelzende dat de
Kloostermeijers bij
anticipatie een half jaar landhuur zullen opbrengen, alsmede de Meijers
van de Bildtlanden een derde deel van hunne pacht. 31 Augustus 1588.
IV, 713.
--Publicatie en verbod aan alle Meijers, gebruikers van
Bildt- en Kloosterlanden, mitsgaders Beneficiegoederen,
om
direct noch indirect eenige huur van dezelve goederen aan, den vijand
of uitgewekene Geestelijken te betalen. 14 December 1588.
IV, 724.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, dat geene Kloostermeijers
regt van stemming zullen hebben, noch als Volmagten ten Landsdage mogen
gestemd worden. 8 Februarij 1637. V, 401.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, waarbij de Resolutiën
van 1616 en 1637, aangaande het stemmen van Papisten en
Kloostermeijers, bevestigd worden, en besloten, om geene Volmagten, dan
volkomen gelast, toe te laten. 19 Maart 1637. V, 408.
--Resolutie, waarbij aan de Meijers van zoodanige Landen,
die door het zeewater overstroomd geweest zijn, uitstel van tijd ter
betaling der Floreenen gegund wordt. 17 Junij 1702. VI, 378.
--Notificatie, dat ingevalle de Meijers insolvent mogten zijn,
de eigenaars der Floreenen zullen moeten betalen. 12 November 1702. VI,
390.
--Notificatie, dat een billijk remis op de Floreenrente van
den jare 1702 zal worden vergund aan de Eigenaren en Meijers der
overstroomde landen in de Zevenwouden. 17 Maart 1703.
VI, 396.
--Zie Dijken. Gerkesklooster. Grondheeren. Inundatie.
Meinert van Franeker. Zie Voorrede, II, 73.
Melisz. (Claas). Zie Claas Melisz.
Melkama-goed. Zie Gerkesklooster.
Melle-kamp. Zie Klaarkamp.
Meller (Pier). Zie Rienk.
Menaldumadeel. De Ingezetenen van
Menaldumadeel en
Franekeradeel onder zware straffen geordonneerd, om, dadelijk na de
publicatie dezes, man bij man te Berlikum te verschijnen met schoppen,
leppen en ander gereedschap, tot graven dienende, medebrengende
allerlei proviand van brood, boter, kaas, spek en vleesch, alsmede
drank, om tot een redelijken prijs te verkoopen. 18 Septemben 1572.
III,
906
Menen. Zie Oorlog.
Mengelen. Zie Maten en Gewigten.
Mennema (S en F.). Zie Leeuwarden.
Menno Simons. Ordonnantie aan de respective
Geregten, om:
1°. Het bijgaand Plakkaat, aangaande den Heer Menno Simons, eertijds
Pastoor te Witmarsum, te publiceren, en aanteekening te houden van den
dag en plaats der publicatie van dit, gelijk ook van alle andere
Plakkaten. 2°. Van de eerste na elken Nieuwjaarsdag vacerende Beneficie
van ieder Goo, ter dispositie des Keizers gelaten, advertentie te doen.
3°. Geene Secretarissen of Klerken te gebruiken, dan die daartoe
bekwaam, en bij het Hof Provinciaal beëedigd zijn. 7 December 1542. II,
871
--Plakkaat, dat niemand den Heer Menno Simons
mag logeren, tracteren, favoriseren, noch met hem converseren, of zijne
Boeken hebben, bij verbeurte van lijf en goed, zullende ter contrarie
die gene, die hem apprehendeert en overlevert aan 't Hof van Friesland,
genieten eene premie van honderd Caroli-gulden. December 1542. II, 872.
Mennonieten. Resolutie tegen het Echtscheiden en in, den Ban doen der
Mennonieten; mitsgaders dat zij wegens hun gevoelen, ten opzigte van
het ambt der Overigheid, in regten niet zullen worden geadmitteerd, ten
ware zij doen den behoorlijken eed in forma. I April 1597. IV, 962.
--Resolutie, waarbij toegestaan wordt, dat de Mennonieten zullen kunnen
volstaan met hunne verklaring van ja en neen, in plaats van den eed,
behalve in zaken, waarin de Hooge en Nederregters verstaan, den
solemneelen eed vereischt te worden, in welken gevalle zij gehouden
zullen zijn, God tot een getuige te nemen. 19 Maart 1659. V, 621.
--Resolutie tegen de toenemende stoutheid der Men-
nonieten, op verzoek van de Deputaten van de Sijnode te Dokkum
genomen. 15 Maart 1661. V, 654
--Zie Boelgoeden. Doopsgezinden. Trouwen.
Mennonietiesche Bisschoppen. Zie Sijnode
Menschendieverij. Zie Voorrede, I, 74
Meren. Resolutie, waarbij aan de Personen, die
Octrooi
hebben verkregen of nog zullen verkrijgen, tot het uitmalen of
droogmaked van Meren, Poelen en Wateren, wordt toegestaan, zoo veel van
de omliggende landen aan zich te trekken, als zij tot het maken van
hunnen Dijk of Ringsloot van nooden zullen hebben, en tevens
om alle Tillen, Vaarten, Zijlen en Slooten, ten hunnen koste te
verleggen; echter onder deze bepaling, dat zij gehouden zullen zijn aan
de eigenaars den behoorlijken prijs te betalen, op kennisse van Goede
Mannen of op tauxatie van het Hof, hetwelk gelast wordt alle
verschillen deswege de plano af te doen. 18 Julij 1633. V, 356.
Merode
(B. van). 15SO-1584. Commissie, door den Prins van Oranje gepasseerd op
Bernard van Merode, tot Luitenant-Gouverneur in Friesland. 25 en 27
Junij 1580. IV, 172.
--Missive van den Prins van Oranje aan de
Gedeputeerde Staten van Friesland, waarbij hij kennis
geeft
wegens het aanstellen van den Heer Bernard van Merode, Heere tot
Rummen, tot Luitenant-Gouverneur van Zijne Hoogheid over deze Provincie.
27 Junij 1580. IV, 174.
--Commissie, door de Gedeputeerden der nader
geunieerde Provincie gepasseerd op Bernard van Merode, tot Kolonel en
Overste over al de Ruiters en Voetknechten in Friesland. 26 September
1580. IV, 208.
--Pointen en Artikelen, door den Luitenant
Gouverneur Merode aan de Staten van Friesland,
betreffende zijn Ambt en Commissie, overhandigd; met de advijsen,
daarop gegeven. 22 Februarij 1581. IV, 236.
--Artikelen en Pointen, verdragen en geaccordeerd
aan Bernard, Vrij- en Baanderheere van Merode enz.,
Luitenant-Gouverneur van wege Zijne Vorstelijke Doorluchtigheid den
Prins van Oranje, Stadhouder-Generaal over Friesland, ter eener, en de
Staten deszelven Lands ter andere zijde, betreffende het Gouvernement.
.. Februarij 1581. IV, 238.
--Zie Ammunitie. Arrest. Aysma (H. v.).
Bailly (G.). Bededag. Beesten. Botnia (S. v.). Brood.
Burgerwacht. Buskruid. Consumtiën. Daalders. Dag- en Nachtwacht .
Dankzegging. Floreen. Friesland. Gedeputeerden. Granen. Jaartaux.
Impositiën. Kloosters. Koopmanschappen. Krijgsvolk. Landen. Landsdag
No. 28. Leeuwarden. Leger. Levensmiddelen. Loo (B. van). Malcontenten.
Middelen. Munt (De). Priesters. Regering. Steden. Vast- en Bededagen.
Vijand. Vrijbuiters. Wapenstilstand. Willem Lodewijk.
Merriën. Verbod,
om geene Merriën buiten de Provincie te voeren, om aldaar gedekt te
worden. 8 Maart 1698. VI, 290.
Mest. Plakkaat tegen den uitvoer van Mest en het wegnemen van
Zwaneneijeren. 22 Februarij 1696. VI, 255.
Mestrekken. Resolutie, waarbij de boete op het
Mestrekken,
in de Landsordonnantie, Boek II, tit . 2, art. 18 gesteld, verhoogd
wordt. 16 April 1641. V, 467.
Resolutie, waarbij eene boete van
vijftig
gulden op het Mestrekken en van twaalf gulden op het Haarplukken en
Vuistslagen gesteld wordt . 20 Februarij 1652. V, 539.
Mesvechten. Resolutie betrekkelijk:
1°. Het Mesvechten en Doodslaan.
2°. Het ontheiligen van den Sabbat en het afschaffen der Jaarmarkten.
3°. Het loopen der Jezuiten en Mispriesters.
4°. Het afzetten der
Secretarissen, Bijzitters, Dorpregters en Administrateurs, der
Gereformeerde Religie niet toegedaan zijnde.
5°. Het Kiezen der
Predikanten ten platten Lande ten overstaan der Grietslieden en twee
Predikanten uit de Klassis.
6°. De Professoren te gelasten de
Nederduitsche Confessie, de Catechismus en het Besluit van Dordrecht te
onderschrijven. 12 Februarij 1622. V, 269.
Meting.. Zie Statendijk.
Metselaars. Zie Landsdag No. 6.
Metsumesteel. Zie Aalsum.
Meubelen. Zie Landlieden.
Meurs (Grave van). Zie Opbreng.
Meynertsz (Simon). Instructie voor Simon
Meynertsz. en
Vitus van Kamminga, uit het leger voor Steenwijk aan de Staten-Generaal
en de Staten van Holland afgezonden. 14 Junij 1592. IV, 792.
Micault (J.). Zie Friesland.
Middelburg.. Zie Schadeloosstelling.
Middelen. Plakkaat des Konings, tot
onderhouding der Ordonnantie op de Generale Middelen. 3 Mei 1578. III,
1196.
--Ordonnantie en Instructie op de Generale Middelen,
waarnaar een ieder zich dienaangaande in Friesland zal hebben te
reguleren. .. Mei 1578. III, 1196.
--Missive van den Aartshertog Matthias aan den Heere
Georg van Lalaing, Grave van Rennenberg, Stadhouder
Friesland,
houdende bevel, om het Plakkaat van de Generale Middelen te doen
publiceren en strikt te onderhouden. 5 Mei 1578.
III, 1197.
--Verzoek van den Aartshertog Matthias, om op het fonds
der Generale Middelen eene merkelijke somme gelds te willen nego-
tieren. 7 Mei 1578. III, 1198.
--Missive van de Generale Staten uit Antwerpen aan
Staten van Friesland of derzelver Gedeputeerden, met sterke redenen
aandringende op het invoeren van de Generale Middelen. 24 Augustus 1578. III, 1207.
--Ordonnantie des Stadhouders aan den
Magistraat
van Leeuwarden, over het in trein brengen van de Generale Middelen; het
aanstellen van Opzigters in de Steden en van Collecteurs in de
Grietenijen en Dorpen; en dat niemand Beesten mag slagten zonder
aangeving; voorts het overbrengen der Registers en Gelden der
personeele Impositie; gelijk ook die van den Achtsten Penning der
Huren; vervolgens het bezweren der Unie en Pacificatie enz., met
melding van de namen der weigerachtigen; wijders eene kleine
verandering in de lijsten der Impositiën, en eindelijk een verbod van
met wapens te loopen of die te maken. 20 September 1578.
III, 1211.
--Missive des Prinsen van Oranje aan den Magistraat van
Leeuwarden, hun vermanende tot naauwkeurige observatie
en opbreng der Generale Middelen. 15 Mei 1581. IV, 256.
--Request aan Bernard, Heer van Merode, door de Volmagten
der Steden, verzoekende een derde deel van de Particuliere
Middelen te mogen hebben, tot fortificatie en reparatie hunner Steden
respective enz.; met het appointement van fiat, onder eenige bepalingen
daarop verleend. 5 Julij en 5 Augustus 1581. IV, 268.
--Ordonnantie van Bernard van Merode en de Gedepu-
teerden, tot eene naauwkeurige handhaving van den voortgang der
Generale Middelen, ingevolge de apostille, aan de Steden op hun Request
gegeven. 7 Augustus 1581. IV, 269.
--Lijst van de Generale Middelen, tot onderhoud van den
oorlog te water en te lande, door de Generale Staten gearresteerd en
voorgeslagen. 22 Februarij 1584. IV, 433.
Plakkaat en Ordonnantie van
de Generale Staten der Geunieerde Provinciën, wegens den ophef van de Generale
Middelen. 1 Maart 1584. IV, 436.
--Missive van de Gedeputeerde Staten aan den Magistraat
van Leeuwarden, tot publicatie van het voorgaande Plakkaat van den 1
Maart, met dien verstande, dat de twee Stuivers op ieder ton Bier hier
te lande niet zal behooren ingevorderd te worden. 3 Maart 1584. IV,
443.
--Plakkaat omtrent den ophef der Generale Middelen. 10
Maart 1586. IV, 574.
--Instructiën en Memoriën, door de Volmagten van Friesland,
vergaderd zijnde op den Landsdag binnen Leeuwarden, gesteld op de
provisioneele aanneming der Generale Middelen, volgens de Lijsten,
gelijk dezelve in Holland in trein waren, waarin bewilligd werd voor
den tijd van een jaar, ten einde dezelven op eenen gelijken voet over
de vier contribuerende Provinciën, tot uitvoering van den Oorlog,
geligt mogen worden, tot vinding van de geconsenteerde
maands-penningen. .. April 1586. IV, 604.
--Resolutie der
Volmagten van Friesland, op het point van de verpachting der Generale
Middelen, wegens Zijne Excellentie, voor den tijd van vijf maanden,
onder protest van de Zevenwouden nopens de bezaaide landen, en
contraprotest van Westergoo, met de acceptatie en approbatie van den
Commissaris van Zijne Excellentie, onder zekere protestatiën en zonder
prejudicie van Zijner Excellenties regt. 23 en 24 October 1586. IV,
658.
--Plakkaat van de Staten van Friesland, behelzende dat
de ophef der Middelen op een genenden voet zal geschieden, tegen de
Zoetelaars, moetende de volle pacht aan de Collecteurs opbrengen;
voorts aangaande de Impositiën op de Wijnen en andere Koopgoederen,
binnen 's Lands gesleten; alsmede eenige Reglementen op de inmaning van
de Generale Middelen. 22 October 1588. IV, 714 .
--Extract uit het Register der Resolutiën van de Heeren
Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden, nopens de
verpack ting der Generale Middelen. 20 December 1594. IV, 867.
--Dispositie der Heeren Gedeputeerden, waarbij de Stad
Leeuwarden, nopens hun derdedeel (beneffens de andere
Steden)
uit de Generale Middelen, wordt geassigneerd op Euwe Wiertszoon Pachter
van 't Gemaal, met last aan denzelven, om hun aandeel alle twee maanden
toe te tellen, hetwelk hem in betaling aan den Lande zal valideren, met
aanwijzing van wien zij hun contingent der Stuiver- en Armegelden
zullen hebben te ontvangen. 29 Augustus 1603. IV, 1262.
--Resolutie, waarbij de Staten van Friesland 's Landscbaps
Middelen inwilligen, en eene Belasting van den
Dertigsten Penning op alle collaterale Successiën leggen. 11
Augustus 1637. V, 433.
--Zie Collecteurs. Floreen. Ingezetenen. Landsdag No. 25,
27, 29, 32, 38, 40, 42, 44, 45, 55, 57, 73. Laster. Leycester (Grave
van). Munt (De). Ontvangers. Oorlogslasten. Volmagten.
Midlerkerk (G.).Zie Klaarkamp.
Mieris (Frans van). Zie Voorrede, I, 4.
Militaire Ambten. Zie Ambten.
Militairen. Resolutie der Heeren
Gedeputeerden, om geene Milita ren tot den Landsdag toe te laten. 22
Maart 1619. V, 249.
--Waarschouwing tegen het deserteren der Militairen
30 Junij 1671. V, 808.
-- Resolutie der Heeren Gedeputeerden,
waarbij zekere drie pointen: 1°. van een Collect voor de kerk te Geneve;
2°. voor eene Subsidie voor de kerk te Gexi, en 3°. voorstel dat
plakkaten tegen Sluipcatechisatiën aan de Staten worden gerenvoijeerd,
en bij het 4°. punt vastgesteld wordt, dat Militaire personen wel
Ouderlingen mogen zijn. 16 Februarij 1672. V, 813.
--Plakkaat tegen de kwellingen en
den overlast,
door de Militairen bij de Ingezetenen dezer Provincie ten Platten Lande
en elders gepleegd. 10 Maart 1673. V, 958.
--Zie Militie.
Militie. Commissie en Autorisatie op eenige
Heeren uit het
midden van den Staat, om met elkander over de beste middelen tot eene
algemeene verbetering in het stuk van Militie, Policie en Financie
dezer Provincie te raadplegen. 2 Maart 1672. V, 815.
--Plakkaat, over de
Monstering der Militie, op deze Provincie gerepartitieerd. 22 Julij
1673. V, 991.
--Plakkaat tot wering van allen overlast, door de Militie bij
de Ingezetenen gepleegd. 22 Julij 1673. V, 993.
--Resolutie, houdende een breed vertoog tot handhaving van
het regt dezer Provincie over hare Militie. 16 Mei 1684. V, 1224.
--Missive aan den Raad van State der Vereenigde Gewesten,
betreffende de Militairen, buiten hun garnizoen blijvende, en het
overzenden van hun Staatsbesluit, betrekkelijk het handhaven van i het
regt, hetwelk deze Provincie over hare Militie heeft. 23 Mei 1684. V,
1228.
--Missive aan de Heeren Staten van Gelderland, Holland, Zeeland,
Utrecht en Overijssel, behelzende een omstandig berigt, betrekkelijk
het terughouden der Militie buiten deze Provincie en die van Stad en
Lande; het afzenden van meerder hulp naar de Spaansche Nederlanden
tegen het protest van twee Provinciën, strijdende tegen [ de Unie enz.,
en verdere redenen over het nemen der Resolutie, strekkende tot
garantie der Militairen, buiten hun garnizoen blijvende. 23 Mei 1684.
V, 1229.
--Zie Aanritsgelden. Dienst (Vreemde). Floreen. Krijgsvolk.
Landsdag No. 78. Leeuwarden. Militairen.
Regering. Unie.
Mindergetal. Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, dat het Mindergetal
geene vereeringen aan arme lieden zal mogen geven, en het
Presidentschap van het Mindergetal door de Heeren van Oostergoo zal
moeten bekleed worden. 4 Maart 1652. V, 540.
--Resolutie, waarbij de Heeren van het Mindergetal
gelast worden, om met Gecommitteerden, Rekenmeesters en den Raad
Provinciaal, 's Lands pleitgedingen te onderzoeken, en den Staat
rapport er van te doen. 25 Maart 1654. V, 570.
--Resolutie, waarbij het
Mindergetal
gecommitteerd wordt, alle postdagen de brieven te openen, en te zamen
met de Heeren Gedeputeerden aan de Afgevaardigden ter Generaliteit
instructie te geven. 23 Februanij 1684. V, 1218.
--Zie Floreen. Landsdag No. 78. Stemcohieren. Tractement.
Minderjarigen. Plakkaat, dat alle Obligatiën en verband, door
Minderjarigen, zonder consent, gemaakt en gepasseerd, zullen zijn nul
en krachteloos, met verbod aan een iegelijk, met hen in strijd van dit
Plakkaat te contracteren, en aan alle publieke personen eenige
instrumenten dienaangaande te schrijven of bevestigen. 29 Mei 1595. IV,
876.
--Zie Godsdienst. Goederen. Goedschatting. Landsdag No. 6. Penning
(Honderdsten.
Minderjarigheid. Zie Johan Willem Friso.
Ministers. Zie Admiraliteit.
Minnebroeders. Zie Aalmoezen. Giften.
Minnema (Pier Epes). Zie Baex (Gysbert van).
Minnertsga. Zie Franeker.
Misbruiken. Zie Ambten. Financiën. Goederen.
Huwelijk. Landsdag No. 6, 9, 11, 19, 27, 32, 58.
Misdaden. Zie Franeker. Landsdag No. 42. Munt
(De).
Misdruk. Zie A. B. Boeken.
Mispapen. Zie Sijnode.
Mispriesters. Zie Mesvechten.
Misse. Zie Buuren (Grave van). Franeker.
Godsdienst. Kinderen (Ongedoopte). Pausgezinden. Pausselijke
Ceremoniën.
Mist. Zie Dong.
Misusen. Zie Beroerten. Excessen.
Misverstanden. Zie Verschillen.
Moerpaarden. Ordonnantie, door de Heeren
Staten van Friesland
gemaakt en vastgesteld, op het dekken van de Moerpaarden en
Hoornbeesten, waarnaar een ieder zich voortaan zal hebben te gedragen.
3 October 1610. V, 180.
--Zie Tuchthuis.
Mogendheden. Zie Rebellen.
Molenaars. Resolutie, dat de Molenaars het
Consentgeld en de Zes en vijftigsten Penning moeten betalen. 13 Maart
1646.
V, 496.
--Resolutie, dat geene Molenaars tevens Bakkers zullen
mogen wezen. 28 Maart 1691. VI, 174.
--Resolutie, dat geeno Molenaars zullen
vermogen eenig brood te bakken, of zelve of door anderen in hunne huizen
of daaromtrent. 22 Maart 1701. VI, 351.
--Plakkaat, dat geene
Molenaars tevens Bakkers mogen zijn. 27 April 1701. VI, 360.
--Notificatie tot verbod aan de Molenaars, om geen brood
te bakken of meel te verkoopen. 18 Augustus 1701. VI, 362.
--Zie Impositiën. Krijgsvolk. Landsdag No. 78. Munt (De).
Molens. Aan Karst Jellezoon en Jan Lieuwezoon
te Harlingen
wordt geaccordeerd een Olie-Windmolen te mogen oprigten. 22 Januarij
1566. III, 659.
--Aan Agge Feckezoon, Burger en Brouwer te Leeuwarden,
wordt geaccordeerd twee Olie-Windmolens te mogen oprigten, des 's jaars
betalende van ieder zeven Stuivers. 5 April 1566.
III, 664.
--Resolutie, dat alle Molens, welke geen vijf honderd Gulden
jaarlijks aan den Lande kunnen opbrengen, terstond zullen afgebroken
worden. 10 Maart 1677. V, 1123.
-- Resolutie, dat alle Molens, die geen
vier honderd Gulden
's jaars aan Impost kunnen opbrengen, terstond zullen worden
afgebroken. 16 Maart 1689. VI, 149.
--Resolutie, dat voortaan van alle
Koren- en andere Windmolens,
wanneer dezelve verkocht worden, Consentgelden zullen moeten
worden betaald. 13 Augustus 1692. VI, 195.
--Resolutie, dat alle Molens, die geen vijf honderd Gulden
's jaars aan den Lande kunnen opbrengen, terstond zullen moeten worden
afgebroken. 22 Maart 1704. VI, 410.
--Zie Bruggen. Landsdag No. 78.
Molkwerum. Beraming, door den Grietman van Hemelumer Oldephaert en
Noordwolde gemaakt, om de verschillen, die in de Regering van Molkwerum
zijn ontstaan, weg te nemen, en waarnaar men zich in het vervolg, in
het verkiezen van Raadslieden, zal hebben te gedragen. 26 November
1617. V, 233.
--Zie Jan van Beijeren.
Momsgewijs. Zie Geweer.
Monniken. Zie Jezuiten. Priesters.
Monopolie. Zie Edicten. Godsdienst . Granen.
Monstercommissarissen. Resolutie, dat de
Commissarissen ter
Monstering dezer Provincie den eed aan den Raad van State zullen
doen. 11 Maart 1643. V, 478.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt,
dat de Monstercommissarissen den eed aan den Raad van State zullen
doen. 14 Februarij 1663. V, 683.
--Resolutie, waarbij de
Monstercommissarissen dezer Provincie voortaan den naam van Gecommitteerde der
Staten van Friesland ter Monsteringe zullen voeren. 23 Mei 1663. V, 692.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden
waarbij vastgesteld wordt, dat de Monstercommissarissen en Dijkgraven
hunnen eed bij het Collegie moeten afleggen. 10 Januarij 1680. V, 1170.
--Zie Landsdag No. 58. Officieren. Verschillen.
Verschillen.
Monsterheer. Zie Landsdag No. 42.
Monstering. Aanschrijving, om eene Monstering
en Wapenschouwing
te doen. Om jongens van 15 jaren den Eed af te nemen. Om geen
Rebellen of Ballingen in het Land te dulden. Om doodslagen te weren. Om
geen Vrouwenbroeders zonder Consent om termijnen te laten gaan of te
converseren. Advertentie tot het opregten van eene particuliere School
te Leeuwarden Om rekening van Ontvang en Uitgave te doen. 31 Mei 1525.
II, 499
--Ordonnantie om de Inwoners te Monsteren, en de
ingewilligde derde man gereed te maken tegen den volgenden 5 September;
mitsgaders de overigen, die dienst kunnen doen, op te teekenen. 27
Augustus 1546. III, 111.
--Plakkaat, behelzende eene order, om tegen zekere
bepaalden tijd eene Monstering en Wapenschouwing te doen. 15 Januarij
1552. III, 291.
--Missive, behelzende eene nadere aanschrijving nopens
de voorgaande Wapenschouwing. 20 Januarij 1552. III, 292.
--Zie Krijgsvolk. Landsdag No. 43, 44, 78. Militie.
Officieren. Soldaten.
Monsterrollen. Zie Landsdag No. 44, 54.
Monsterschrljvers. Zie Landsdag No. 42.
Moord. Zie Goederen. Klaarkamp. Voorrede, I,
69. Willem I.
Moordbranders. Zie Knevelaars. Voorrede, I,
71.
Mout. Provisioneele Ordonnantie der
Gedeputeerde Staten van
Fries land, om geen Mout of Weit uit de steden te laten passeren, zonder
betaling van den Impost van het Gemaal. 17 Augustus 1580.
IV, 203.
--Zie Landsdag No. 55.
Mnlaert (Gerryt). Karel, Koning van Spanje,
schenkt aan Gerryt Mulaert, Raad, wegens zijne goede, getrouwe en menigvuldige
diensten, al de goederen van Ydt Faesma te Kollum, wegens zijn
rebelligheid en wederspannigheid verbeurd verklaard. 31 Augustus 1516.
II, 336.
Munimenten. Zie Vacatiën.
Munitie. Zie Oproermakers.
Munnekebildt. Zie Verkoop.
Munnekezijl. Uitspraak tusschen Heer Hart, Abt
van
Gerkesklooster, en de Ingezetenen van Rugewaard, nopens het leggen van
eene Zijl (Munnekezijl), en de uitwatering van dien te graven. 1
Augustus 1471. I, 647.
--Sententie, door Graaf Edzard geveld, tusschen den
Abt van Gerkesklooster en die van Rugewaard, nopens het
Zijlschot van Munnekezijl, die zij naar 't aandeel hunner landen mede
moeten onderhouden. .. Januarij 1510. II, 267.
--Nadere Sententie, gegeven door Graaf Edzard, tus-
schen den Abt van Gerkesklooster en die van Rugewaard, waarbij die van
Rugewaard gecondemneerd worden tot de mede onderhouding van de nieuwe
Munnekezijl. .. Februarij 1510. II, 268.
--Verdrag of Uitspraak, tusschen den Abt van Ger-
kesklooster en die van Rugewaard, aangaande het Zijlschot van Junij
1510. II, 269.
--De Ingezetenen van Rugewaard door Graaf Edzard
bevolen, de Munnekezijl, naar uitwijzing van de Sententie, mede te
onderhouden, bij poene van vijftig Goudguldens. .. October 1510.
II, 271.
--Uitspraak, gedaan door de Hoofdmannen van Graaf
Edzard in de Ommelanden, tusschen den Abt van
Gerkesklooster en
die van Rugewaard ter eener, en de Eigenerfden van Lutkegast ter andere
zijde, nopens de uitwatering van de Munnekezijl en het Zijlschot van
dien, zullende die van Lutkegast half schot betalen. .. Junij
1512. II, 295.
--Commissie van de Hoofdmannen in Groningen, we
gens Graaf Edzard, als Stadhouder in de Ommelanden, op den Abt van
Gerkesklooster, als Overzijlvester van Munnekezijl, om te mogen stellen
een of twee Medezijlvesters in ieder Kerspel van Langewold. ..
Februarij 1513. II, 297.
--Accoord tusschen den Abt van Gerkesklooster en
die
van Rugewaard en Lutkegast, over het maken van de Munnekezijl. 25 Maart
1520. II, 401.
--Sententie, uitgesproken door Ballinck Phaesma, Grietman
van Kollumerland en zijne Mederegters, waarbij wordt bevolen, dat
de Landen van de Eigenerfden, onder Burum liggende, tot de Munnekezijl
zullen contribueren, en de uitwateringen repareren. 8 Januarij 1527.
II, 515.
--Sententie, gegeven door de
Hoofdmannen in
Groningen, tusschen den Abt van Gerkesklooster met de Schepperen en
Zijlvesten der Munnekezijl en die van Doesum en Opeinde, waarbij deze
Karspelen gecondemneerd worden de voorsz. Zijl mede te onderhouden. 21
September 1539. II, 768.
--Vidimusbrief, gepasseerd door den Stadhouder en
Hoofdmannen in Groningen, van de Volmagt van die van
Opeinde,
gegeven aan Gellinck Thenge en Reed Gelsema, in de zaak, die zij
geregtelijk hebben tegen de Schepperen en gezworen Zijlvesten van de
nieuwe Munnekezijl. 1 November 1539. II, 774
--Vidimusbrief, gepasseerd door den Stadhouder en
Hoofdmannen in Groningen, van de Volmagt, door die van
Doesum
gegeven aan Meynt Heckema en Ypo Kruisinga, in de zaak, die zij
geregtelijk hebben tegen de Schepperen en gezworen Zijlvesten van de
nieuwe Munnekezijl. 1 November 1539.
II, 775
--De Ingezetenen van Rugewaard, Lutkegast, Doesmi
en Opeinde geciteerd voor den Stadhouder en Hoofdmannen in Groningen,
om schriftelijk over te geven alle hunne landen en grastallen, om
daarnaar te tauxeren het Zijlschot, en wat meer tot welvaart van de
Munnekezijl zal behoeven. 8 September 1540.
II, 790.
--Contract, tusschen den Abt van Gerkesklooster en
zijn Convent en die van Rugewaard, Lutkegast, Doesum en Opeinde,
nopens de onderhouding van de Munnekezijl. 21 Mei 1543. III,81.
--Accoord, tusschen den Abt van Gerkesklooster ter
eener, en de Hoofdlingen, Heerschappen en gemeene Ingezetenen van
Rugewaard en Lutkegast ter andere zijde, aangaande de Contributie en
onderhouding van de Munnekezijl. 25 Julij 1545.
III, 81.
--Accoord, tusschen den Abt van Gerkesklooster en
zijn Convent en die van het Kerspel Doesum, nopens de uitwatering van
de Munnekezijl. 18 Januarij 1549. III, 148.
--Accoord, tusschen den Abt van Gerkesklooster en
zijn Convent en die van Sybaldaburen en de Groote Gaast, no-
pens de uitwatering van de Munnekezijl 1551. III, 289.
--Accoord, tusschen den Abt van Gerkesklooster en
die van Opeinde, over de uitwatering door de Munnekezijl. 20 Augustus
1559. III, 474.
Munster. Zie Vrede. Wederdoopers.
--(Bisschop van). Zie
Verbond. Verschillen.
Munster (H. van).) Zie Smit (Jelle).
Munsterland. Zie Maaijers.
Munsterlanders. Plakkaat, waarbij aan alle
Munsterlanders
verboden wordt in Friesland te komen. 17 Junij 1672. V, 828.
Munt (De). Munten, Muntspeciën. Geldspeciën. Uitrekening der
Geldspeciën in Oostergoo en Westergoo; en de Begrooting der Boeten op
de Misdaden gesteld, in Ferwerderadeel, Dongeradeel, de Hemmen,
Wonseradeel en andere Deelen en Plaatsen. .... 1276. I, 97.
--Ordonnantie des Hertogs Georg van Saksen op het
stuk der Munt. ..... 1504. II, 240.
--Instructie en Commissie voor Hera Voydes, als Muntmeester in
Friesland. 4 September 1505. II, 247.
--Instructie en Commissie voor Ysbrand Goltschmit, als
Waardijn in de Munt. 26 November 1505. II, 248.
--Plakkaat en Generale Ordonnantie, zoo op den koers
van Gelde, als op de Policie en Discipline, betreffende de exercitie
van de Munt en Muntslag; mitsgaders het stuk van den Wissel en
Wisselaars, Scheiders, Affineurs, Goudsmeden en anderen in al de
Vereenigde Provinciën. 4 Februarij 1520. II, 388.
--Plakkaat van Keizer Karel, aangaande de Munt, valuatie
en remedie van alle gouden en zilveren Penningen. 10 Februarij
1526. II, 508.
--- Commissie, gegeven door Keizer Karel aan Thomas
Gramaije, als Muntmeester in Friesland. 15 Maart 1526. II, 510.
--Instructie voor Thomas Gramaije. 16 Maart 1526. II, 511.
--Credentiebrief voor Thomas Gramaije. 17 Maart 1526.
II, 512.
--Plakkaat op den koers van gouden en zilveren Pen
ningen. 10 December 1526. L. B. 165. II, 513.
--Ordonnantie tot publicatie van het Munt-Plakkaat van
den 10 December ll., met bijvoeging, dat bij provisie de Friesche
dubbele, enkele en halve Stuivers enz., zullen gangbaar blijven, ten
prijze hierin gemeld. 1 Februarij 1527. II, 515.
--Provisioneele verandering in het Plakkaat van de Munt.
12 Maart 1527. II, 518.
--Waarde der Munten, die men meest in Friesland vindt.
.. April 1527. II, 520.
--Commissie, gegeven door Thomas Gramaije, Raad des
Keizers, en Generaalmeester van de Munt, op ... , om binnen
Dokkum alle verboden gouden en zilveren Penningen te mogen wisselen.
10 April 1527. II, 521.
Commissie,
gegeven door Keizer Karel aan Vrank van Papeveld, als Meester
Particulier in de Munt van Friesland, voor den tijd van drie jaren. 4
en 11 Mei 1527. II, 522.
--Commissie, gegeven door Keizer Karel aan Jan Rataller,
Raad en Rentemeester-Generaal in Friesland, als Waardijn in de
Munt aldaar, voor drie jaren. 4 en 11 Mei 1527.
II, 524.
--Commissie, gegeven door Keizer Karel aan Jan Jansz.
Goudsmit, als Assaijeur Particulier in de Munt, voor
drie jaren. 4 en 11 Mei 1527. II, 525.
--Commissie, gegeven door Keizer Karel aan Jacob
Ysbrandsz. Goudsmit, als IJzersnijder in de
Munt, voor drie jaren. 4 en 11 Mei 1527. II, 526.
--Keizer Karel ordonneert Vrank van Papevelt, Particulier Meester
van de Munt in Friesland, aan Jacob Ysbrantsz. Goudsmit uit te tellen
twintig pond, tot inkoop van Pontsoenen en ander gereedschap, tot zijne
ijzersnijderij dienende. 4 en 11 Mei 1527. II, 528.
--Biljet of verklaring van het regte gewigt van alle gevalueerde
gouden Penningen door de Generaal meesters van de Mant, op
order van Zijne Keizerlijke Majesteit gemaakt. 20 October 1530.
II, 573.
--Ordonnantie, om op nieuw te publiceren het laatste
Plakkaat van de Munt, mitsgaders annex Biljet van het
regte
gewigt van alle gouden Penningen, door last des Keizers opgesteld, met
verbod van het Fransche Zilvergeld, bij voornoemd Plakkaat toegelaten
geweest, niet meer uit te geven noch te ontvangen. 4 November
1530. II, 574.
--Plakkaat, dat al het Goud- en Zilvergeld zal koers en
loop hebben, op zulk gewigt en prijs als hierin specifiek verklaard
wordt. Dat de Wisselaars het Biljoen zullen inwisselen en in de Munt
overbrengen. Dat men niet meer bij ponden Vlaamsch of Brabandsch zal
rekenen, maar alles bij Caroli-guldens. Dat men geen Biljoen noch ligt
geld of goed geld tot hooger prijs zal mogen uitgeven; en dat alle
Wethouders, Officieren en Magistraten, benevens Ontvangers en anderen,
dezen specialijk zullen moeten bezweren. 7 October 1531. II, 588.
--Plakkaat, betreffende het slaan van een nieuw stuk
Zilvergeld en den prijs en het transporteren van de
Muntstoffen. 23 Augustus 1536. II, 687.
--Plakkaat op den koers van de Muntspeciën, zoo als dezelve zullen
loop hebben van den 8 Mei tot den 1 Julij, bij wege van reductie en
tolerantie. 19 April 1539. II, 740.
--Plakkaat op den koers van
alle gangbare gouden en zilveren Geldspeciën. 12 Junij 1539. II, 745.
--Plakkaat tot permissie van eenige Geldspeciën, die
geslagen zijn of zullen worden, boven de gepermitteerde in het Plakkaat
van den 12 Junij 1539. 31 December 1540. II, 825.
--Plakkaat op den koers van alle gouden en zilveren
uit- en inlandsche Geldspeciën, met bepaling, dat in betaling van
huren, renten en andere opkomsten, de vorige opprijsstelling zal
gevolgd worden. Voorts dat niemand ongevalueerd of ligt geld zal mogen
uitvoeren, uitgeven of ontvangen; noch gevalueerd en wigtig geld
schiften, beschadigen, of zonder te wegen ontvangen. 11 Julij 1548.
III, 139.
--Plakkaat van moderatie op den koers van Geldspeciën
van den 1 April tot den 15 Mei, met uitzondering van eenige Daalders
hierin beschreven, welke verklaard worden voor Biljoen. 23 Maart 1552.
III, 295.
--Plakkaat, dat de provisioneele moderatie op den loop
der Munt van den 23 Maart ll. wordt verlengd tot Lichtmis
naastvolgende; en voorts dat in 't algemeen alle Daalders worden
verboden en voor Biljoen verklaard, in te gaan drie weken na de
publicatie, des dat elk die alsdan zal mogen brengen bij de wisselaars,
of daarvan of van ander Biljoen laten munten Caroli-guldens. 5 October
1552. III, 303.
--Plakkaat, dat de moderatie op den koers der Munt
alsnog wordt gecontinueerd tot Sint Jans Misse, wordende de Wethouders
der Steden andermaal geordonneerd, om bekwame Wisselaars op een bepaald
loon en vast salaris aan te stellen. 1 Februarij 1553. III, 310.
--Plakkaat tot verbod van uitvoer van Realen of andere
Munt uit deze Landen, gelijk ook van Biljoen en
ongewrocht Goud
of Zilver, als alleen zoo vele penningen, als een iegelijk voor zijne
reis zal behoeven. 22 October 1553. III, 318.
--Plakkaat, dat de moderatie en provisioneele koers der
Munt alsnog wordt gecontinueerd tot Sint Jans Misse
aanstaande,
met herinnering en insertie der prijzen van de gouden en zilveren
Penningen, en generaal verbod van de Daalders, in voorschreven
moderatie gesteld, en van het verbod der valsche Pistoletten, voormaals
bij Plakkaat gedaan; en eindelijk, ordonnantie tegen het vervalschen en
beschadigen van Spaansche enkele, dubbele en vierdubbele Realen.
25 Januarij 1554. III, 325.
--Plakkaat, tot
prolongatie der moderatie op den prijs en loop der Munt tot aanstaande
Lichtmis. 22 Junij 1555. III, 376.
--Plakkaat, dat niemand zal mogen uitgeven, ontvangen
of wisselen eenige penningen, geslagen te Nijmegen, binnen Deventer,
bij den Heer van Batenburg, of eenige andere nieuwe Munt, in de
moderatie van den jare 1554 niet toegelaten zijnde, noch ook eenige
gevalueerde penningen te brengen in specie noch in massa in de Munt van
Nijmegen. 10 November 1556. III, 404.
--- Plakkaat, waarbij andermaal verboden wordt de dubbele Dukaten,
Daalders en Knapkoeken, gemunt te Nijmegen, binnen Deventer, bij den
Graaf van den Berg, den Heere van Batenburg, Daalbroek en Rekkem, noch
eenige andere nieuwe en ongevalueerde Munt uit te geven, te ontvangen
of wisselen; of ook eenige goede penningen in specie noch massa in
dezelve Munten te brengen; wordende (niettegenstaande het verbod tegen
den loop en gang der Daalders wordt gehouden in volle kracht) echter
den Ingezetenen de vrijheid gelaten, zich voor den 1 April aanstaande
van hunne onder zich hebbende Daalders aan de vreemde kooplieden te
ontdoen. 11 December 1557. III, 417.
--Plakkaat, volgens welke de penningen, hierin genoemd,
gemunt bij de Heeren van Batenburg en Gronsfeld en de Abdis van Thoren,
en in 't algemeen alle nieuwe Munt, niet gevalueerd noch gepermitteerd,
en de moderatie en continuatiën van dien, worden verboden en voor
Biljoen verklaard, en tevens dat geen gouden of zilveren Penningen in
specie noch massa in voornoemde vreemde Munten mogen getransporteerd
worden. 26 November 1558. III, 448
--Plakkaat, dat niemand na den 14 April eerstkomende
eenige Groninger of Embder Zilveren Munten meer zal mogen uitgeven of
ontvangen, wordende die mits dezen verklaard voor Biljoen. 8 Februarij
1560. III, 483.
--- Ordonnantie, om het Plakkaat, met betrekking tot de
Groninger en Embder Munten, te publiceren; alsmede die
op de Dwalingen en Ketterijen, voormaals gemaakt.
Voorts goede acht te nemen op de onderhouding daarvan, en op het leven
dergenen, die met der woon alhier inkomen, en op het leven en onderwijs
der Schoolmeesters, en op het waarnemen van den Kerkgang der Zon- en
Feestdagen. 23 Februarij 1560. III, 484.
--Plakkaat des Konings, op het stuk der Zilveren Mun-
ten gearresteerd. 2 Maart 1570. III, 776
--Geleidende Missive van den Stadhouder en Raden 's Hofs
met een Plakkaat, houdende verbod van alle slechte Zilveren Munten en
met last tot vernieuwde publicatie van de Ordonnantie op de vreemde
Lediggangers, Bedelaars en Vagebonden, van 12 November 1565.
12 April 1571. III, 842.
--Plakkaat en estimatie der
Gouden en Zilveren Munt, waarnaar de koers geoorloofd wordt tot
eerstkomende Sint Jans Misse, bij tolerantie en provisie, doch sommige
Speciën alleen maar tot Lichtmis. 25 October 1576. III, 1073.
--Publicatie van de continuatie der tolerantie van den
loop en prijs der Muntspeciën tot Paschen, op gelijken voet als dezelve
onlangs geëvalueerd is geweest. 10 Pebruarij 1577.
III, 1099.
--Ordonnantie van den Stadhouder Lalaing, om te publiceren
de continuatie der tolerantie van den loop der Muntspeciën van
den 10 Februarij ll., alsmede het Plakkaat, aangaande de bewijzen van
de Quotisatiën en Exactiën der vreemde Officieren van den 13 dito;
mitsgaders het Eeuwig Edict van den 17 derzelver maand. 11 Maart 1577.
III, 1108.
--- De bij Plakkaat van den 25 October 1576 gepermitteerde
en getolereerde Muntspeciën nog drie maanden gecontinueerd. 22 Junij
1577. III, 1138.
--Plakkaat des Konings, op het stuk der Munt. 11 November 1577. III,
1163.
--Plakkaat op den koers der Muntspeciën. 22 en 24 Julij 1579. IV, 57.
--Ordonnantie, om op nieuw te publiceren de laatst openbaar
gemaakte valuatie van de Muntspeciën, met de Utrechtsche en
Batenburgsche heele en halve Daalders en Staten-Stuivers, hierbij
gevoegd. 12 September 1579. IV, 82.
--Plakkaat en Ordonnantie, betrekkelijk de Munt, bij wijze
van tolerantie en provisie, ten tijde en wijle anders zal worden
geordonneerd. 19 December 1579. IV, 97.
--Valuatie van eenige kleine Muntspeciën. 22 December
1579. IV, 108.
--- Aanschrijving, om te publiceren het laatste Plakkaat
en Ordonnantie op de Munt, van den 19 December des verleden jaars. 10
Februarij 1580. IV, 122.
--Plakkaat des Konings, opzigtelijk de Munt; namelijk
om de nieuwe Friesche Muntspeciën niet te weigeren; geen Goud of
Zilvergeld uit den Lande te voeren, en prisering van eenige te voren
verbodene, doch nu provisioneel getolereerde, uitlandsche Daalders. 15
Junij 1580. IV, 169.
--Ordonnantie des Stadhouders, om:
1°. Te publiceren het Plakkaat op de Munt, van den 22 Julij l.l.
2°. Om de lijst der Generale Middelen te publiceren en zonder
dissimulatie te achtervolgen.
3°. Dat alle gebruikers of bewaarders van roerende of onroerende
Goederen, toebehoorende aan de begunstigers der vijanden, zulks binnen
tien dagen moeten aangeven aan den ProcureurGeneraal.
4°. Alle Molenaars te beëedigen, om geen mout of weit te malen, zonder
dat hun bij cedel van den Collecteur van de aangeving gebleken is; en:
5°. Om binnen veertien dagen Collecteurs der Generale Middelen aan te
stellen, en de weigerachtigen tot die bediening met ordonnantie of
executie van zekere straf te constringeren. 12 Augustus 1580. IV, 193.
--Publicatie, waarbij de Muntmeester van Friesland vrij,
en zijne verdachte Munten, zoo van stof als gewigt, voor goed zijn
verklaard, en derhalve geordonneerd wordt, dezelve haren koers en loop
te laten nemen. 24 Augustus 1581. IV, 270.
--Missive, behelzende verbod, om geen ligte Munten,
als Spaansche Realen, Oorden van Guldens en Festoenen hier te Lande in
te brengen, uit te geven of te ontvangen. 19 Febrnarij 1589. IV, 728,
--Plakkaat en Ordonnantie van de Staten-Generaal der
Vereenigde Nederlanden, zoo op de exercitie van de Munt,
als op
den koers van de Muntspeciën; mitsgaders op den Wissel, Wisselaars,
Goud- en Zilversmeden, Balansen en Gewigten enz. 19 December
1589. IV, 738
--Provisioneel Plakkaat op den generalen stilstand van
al het Muntwerk in de Vereenigde Provinciën, Kwartieren, Steden en
andere Plaatsen, in dezelve, voor dezen loopenden jare, mitsgaders de
reductie van den koers van alle gouden en zilvera Penningen, op den
voet van het Plakkaat, in den jare 1586 geëmaneerd. 2 September 1594.
IV, 862.
--Ordonnantie tot publicatie van een Generaliteits Plakkaat,
gearresteerd op den stilstand van alle Muntwerk, en reducti der
Muntspeciën. 3 September 1594. IV, 862.
--Ordonnantie, dat ingevalle, volgens het Plakkaat op de
stilstand en reductie der Munt, de publicatie dies, wegens den tweeden
termijn van reductie, nog niet is herhaald, zulks alsdan ten spoedigste
te doen. 1 November 1594. IV, 864
Ordonnantie,
om wederom te publiceren het Generaliteits Muntplakkaat van den 2
September l.l., ter oorzake van den laatsten termijn van reductie, op
den 10 Januarij eerstkomende zullende ingaan. 28 December 1594. IV,
868.
--Ordonnantie tot nieuwe publicatie van het Generaliteits
Muntplakkaat van den 2 September l.l., en tot het houden
van goede toezigt tegen het inbrengen en uitgaan van geschroeid Geld.
16 Julij 1595. IV, 882.
--Ordonnantie, om als voren te publiceren het Munt
plakkaat van den 2 September 1594, met eenige verandering, nopens den
koers der Pistoletten en Fransche Kroonen, en wel toe te zien op het
invoeren en uitgeven van valsch Geld. 30 September 1595.
IV, 883.
--Ordonnantie, om het Plakkaat van den 2 September
1594, op den koers van het Geld geëmaneerd, mitsgaders de moderatie in
den loop der Pistoletten en Fransche Kroonen, alsmede het verbod nopens
het ontvangen en uitgeven van vervalscht Geld, nogmaals te publiceren.
17 Januarij 1596. IV, 887.
--Ordonnantie, om de ligte, geschroeide en versletene
Munt niet te ontvangen dan bij het gewigt, en de oude
Stuivers
niet hooger dan een Braspenning en de halve naar advenant, in plaats
van twee Blanken en een Blank respective, gelijk die daarop in Braband
en Vlaanderen reeds zijn gereduceerd. 18 Januarij 1600. IV,
1061.
--Resolutie, door de Heeren Staten van Friesland genomen, wegens het
slaan van kleine Munt. 3 April 1600. IV, 1073.
--Ordonnantie tot publicatie van den bepaalden koers
der Muntspeciën hierin omschreven. 4 Februarij 1605. V, 111.
--Resolutie betreffende:
1°. Het reguleren der Munten.
2°. Het Octrooi aan Workum gegeven, om het zoogenaamde Workumer-Oog
te bedijken.
3. Het aanstellen van Notarissen.
4°. Het oprigten van een Tuchthuis ten Platten Lande.
20 April 1605. V, 112.
--Missive van de Heeren Gedeputeerde Staten van Friesland aan de
Geregten, om het provisioneel Plakkaat, hetwelk eerstdaags door de
Heeren Staten-Generaal zal worden overgezonden, betrekkelijk den koers
der Muntspeciën, terstond te publiceren. 16 Februarij 1606. V, 125.
--- Aanschrijving tot publicatie van een Plakkaat, aangaande den
koers van de Munt, met last aan de Ontvangers, geene Penningen hooger
te ontvangen of uit te geven, dan in dit Plakkaat op prijs zijn gesteld
of bepaald is. 15 October 1606. V, 127.
Publicatie ,
dat de Penningen van den Aartshertog Albertus door de Staten-Generaal
voor Biljoen zijn verklaard, met ordonnantie, ou die Penningen uit te
geven en zich kwijt te maken voor den 1 Februarij 1607, bij verbeurte
van degenen, welke na dien tijd uitgegeven en ontvangen worden. ..
December 1606. V, 132
--Ordonnantie, tot reductie van zekere Engelsche Geldspeciën, die
op vijf en twintig Stuivers worden gesteld. 12 Augustus 1607. V, 145
--Aanschrijving, om het Generaliteits Plakkaat, aangaands
de tolerantie op de Munt tot den 15 October 1608 te publiceren
mitsgaders om de daarbij liggende acte (behelzende belofte, om het
voorsz. Plakkaat te zullen doen onderhouden), met de respective Zegelen
ad causas bevestigd, weder over te zenden. 2 Julij 1608
V, 149
--Ordonnantie, tot publicatie en onderhouding van nevensgaand
Generaliteits Plakkaat, waarbij verboden wordt het inbrengen ontvangen
of uitgeven van eenige kleine Muntspeciën, buiten de Vereenigde
Provinciën geslagen en in voornoemd Plakkaat gefigureerd. 23 Julij
1610. V, 176.
--Ordonnantie, tot publicatie en onderhouding van bij
gaand Generaliteits Plakkaat op den koers van de Muntspeciën. 29 Julij
1610. V, 177.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, waarbij, ter gelegenheid
van een verschil, tusschen den Ontvanger-Generaal en den
Commies gerezen, eenige Geldspeciën worden gereguleerd. 28 Januarij
1619. V, 248.
--Resolutie, houdende bepaling der Munten. 8 April
1620. V, 257.
--Resolutie wegens de Evaluatie der Munten. 14 Julij
1623. V, 285.
--Resolutie, waarbij de Publicatie van het Plakkaat over
de gouden en zilveren Munten wordt gecontinueerd. 14 Maart 1645. V, 492.
--De Staten consenteren in het slaan en munten van twee nieuwe kapitale
Zilveren Penningen. 23 Februarij 1659.
V, 615.
--Notificatie, betrekkelijk de briefjes wegens het Zilver
door de Ingezetenen op het Collegie gebragt, behelzende instructie voor
den Muntmeester, hoe zich hieromtrent te gedragen. 26 Mei 1673. V, 980.
--Resolutie, waarbij het
Plakkaat en de Instructie van den Muntmeester, tot herstel der
vervallene Muntzaken, door hunne Hoog Mogenden gemaakt, goedgekeurd
wordt. 24 December 1686. VI, 118.
--Resolutie, waarbij het Plakkaat van
hunne Hoog Mogenden, betrekkelijk de vervallene Muntzaken, goedgekeurd
wordt. 24 Mei 1690. VI, 168.
--Resolutie, waarbij de Muntmeester
dezer Provincie gelast wordt, geene Paijementen te slaan, tot nader
order van hunne Edel Mogenden. 8 November 1690. VI, 172.
--Resolutie, waarbij het project tot redres der Muntza-
ken goedgekeurd wordt. 18 Julij 1691. VI, 181.
- Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerden gelast
worden, het Plakkaat tegen het invoeren van kwade Paijementen, in den
jare 1689 geëmaneerd, te renoveren, en den invoer der Geldspeciën op
nieuw striktelijk te verbieden. 20 Februarij 1692.
VI, 189.
--Missive aan Heeren Afgevaardigden ter algemeene
Staatsvergadering, betrekkelijk het stuk der Munt.
13 Augustus 1692. VI, 196.
--Resolutie, waarbij Heeren Gedeputeerden gelast worden, het
Plakkaat van hunne Hoog Mogenden, van den 17 Maart 1694, op het redres
van het Muntwerk gearresteerd, strikt te doen nakomen, alsmede bekend
te maken de Publicatie, nopens het slaan der Drieguldens, met derzel-
ver gedeelten. 23 Junij 1694. VI, 237.
--Zie Daalders. Dank- en Bededag. Dubloen. Duiten.
Dukatons. Flabben. Flinders. Gouden Gulden.
Goudguldens. Guldens. Inundatie. Landsdag No. 6. Nobels.
Rijders. Volmagten.
Munters (Valsche). Waarschuwing tegen Valsche
Munters. 19 Junij 1673. V, 986.
Muntmeester. Zie Munt
(De).
Muntplakkaat. Zie Munt (De).
Muntslag. Zie Munt (De).
Muntspeciën. Zie Munt (De).
Muntwerk. Zie Munt (De).
Muntzaken. Zie Munt (De).
Murmerwolde. Zie Klaarkamp.
N.
Nachtbidders. Zie Roeren.
Nachtgangers. Nachtloopers. Zie Bedelaars.
Naerden (Marten van). Commissie op den Heer
Marten van
Naerden, om ter executie te stellen zekere Sententie, door het Hof van
Friesland op den 27 October 1533 uitgesproken, ten voordeele van den
Pater en gemeene Conventualen van Aalsum, en ten nadeele van den Heer
Frederik van Grombach, als man en voogd van zijne huisvrouw Jelle, bij
welk vonnis de helft van ScheltingaState, zoo als die in den jare 1483,
in de reëele en actaeele possessie van den Broeder Claas, Hofmeester in
Aalsum, gesteld was. 8 November 1533. II, 649.
--Rapport van den Heer Marten van
Naerden aan den Hove, wegens zijne uitgevoerde Commissie.
8 November 1533. II, 649.
Nagel (Albr.). Zie Schouten. Stavoren.
Namen. Johan van Oostenrijk. Kloosters.
Nassau (Brabantine van).. Zie Landsdag No. 66.
Natie (Egyptische). Zie Heidenen.
Naturalisatie. Zie Landsdag No. 84.
Nazareth. Verwisseling van eenig land tusschen
de Zusteren vas Nazareth en die van Aalsum. 23 September 1506. II, 253.
Nedergeregten. Artikelen, den Grietslieden en
Steden
voorgehouden, en kopijen daarvan overhandigd, behelzende den vorm van
Procederen voor de Nedergeregten; alsmede een middel ter bevordering
der gelijkheid in den opbreng der jaarlijksche Renten; het maken van
Registers der groote en kleine Proeven, met haar Renten en Inkomen; het
bidden voor Hertog Georg en den overledenen Hertog Albert van Saksen,
en order, om de opengevallen Proeven
binnen veertien dagen op de Kanselarij te kennen te geven. ......
1506. II, 255.
--Plakkaat, inhoudende dat de Sententiën der
Nedergeregten, gegeven op ontruiming van Landen en Huizen, daar geen
verschil valt over den eigendom, alsmede op Alimentatiën, Bodeloonen en
Arbeid, ook dat alle Sententiën, wezende onder de vijftig Caroli-gulden
kapitaal, zullen zijn executabel onder cautie, niettegenstaande de
geïnterponeerde appellatie; en voorts dat de Consentgelden van
verwisselde Goederen zullen betaald worden naar de jaarlijksche waarde,
gelijk dezelve in huur gelden. 4 Februarij 1546. III, 101.
--Resolutie, dat de Sententiën der Nederregters in
Pachtzaken, stijgende tot vijftig gulden, terstond,
niettegenstaande het appel, zullen executabel, en de appellen daarvan
binnen zes weken getermineerd zijn. 15 Maart 1617. V, 225.
Resolutiën, behelzende:
1. Dat de Sententiën bij de Nederregters geveld, stijgende tot twee
honderd Goudguldens en daaronder, zullen zijn executabel.
2°. Dat de Grietslieden en Magistraten voor kleine Consenten tot
vier honderd Goudguldens en Brieven van dien niet meer dan
eenen halven stuiver zullen nemen.
3°. Het ontzeggen van het verzoek
van Drenthe, om zitting te
hebben in de Generaliteit.
4. Eene nadere verklaring van het 9de
artikel der Ordonnantie
op de Jagt van 1602.
--18 September 1619. V, 255.
--Resolutie, om het Staatsbesluit van den 18 September
1619, genomen op het stuk van de Executiën der Sententiën, door
de Nederregters gewezen, op de Rolle van den Hove te laten publiceren.
11 Augustus 1620. V, 262.
--Resolutie, dat alle tauxatiën van Huizen, Ontruimingen
enz., ter eerster instantie zullen worden gebragt voor den
Nederregter, en alleen bij appel voor den Hove Provinciaal. 15 Maart
1644. V, 486.
--Zie Fraude.
Nederlanden. Acte van de overdragt der Nederlanden, door Keizer Karel
op zijnen Zoon Philips gepasseerd. 25 October 1555.
III, 377.
--Marginale Resolutiën der Staten van Friesland, op
de Pointen, behelzende in het generaal den Staat der Vereenigde
Nederlanden. 21 Mei 1600. IV, 1079.
--Zie Bailly (G.). Bulle. Gezanten. Johan van Oostenrijk. Justitie
(Civiele en Crimineele). Landsdag No. 12. Leycester (Grave van).
Zeevaart.
Negotiatie. Procuratie tot negotiatie van zekere somme gelds,
ter voldoening van de betaling der Soldaten, onder behoorlijke
verzekering van restitutie en verband van goederen, door 's Lands
Volmagten gepasseerd. 2 Maart 1577. III, 1103.
--Commissie van de Volmagten der Landen, om de gerequireerde
som, tot betaling der Soldaten, om te slaan over de
Grietenijen en bij particulieren te zoeken, met verzekering van
interest en restitutie. 6 Maart 1577. III, 1104.
--Autorisatie, om tot betaling der Soldaten eene bepaalde
somme gelds van particulieren op te nemen, met verzekering, om dezelve
met de interessen van dien te zullen restitueren. 7 Maart 1577. III,
1106.
--De Heeren van Zevenwouden en Steden consenteren in
de Negotiatie van 100,000 gulden, in de een en twintig stuivers
buitengewoon over de Floreenrente, en in den Vijfhonderdsten Penning
der Kapitale Goederen. 23 November 1622. V, 278.
--De Staten van Oostergoo en Westergoo consenteren
in de Negotiatie van 100,000 gulden; in de veertien stuivers
buitengewoon over de Floreenrente; in den Vijfhonderdsten Penning der
Goederen, en in het aequipollent der zeven resterende stuiven over den
Floreen te negotieren. 19 December 1622. V, 280.
--Resolutie van garand der Staten van Friesland voor
de Heeren Gedeputeerden, zoo ratione officii als voor andere
particuliere personen, die zich onder verband hunner Goederen in de
Negotiatie van 500,000 gulden verbinden zullen, volgens de formulieren
hierbij gevoegd. 3 November 1665. V, 747
--Plakkaat, waarbij de Heeren Staten 200,000 gulden
op lijfrente willen negotieren, tegen tien ten honderd. 20 Apri 1672.
V, 822.
--Plakkaat tot kennisgeving eener Negotiatie van eenige
tonnen gouds, door de gequalificeerde Ingezetenen dezer Provincie op te
schieten, tegen vijf ten honderd. 2 Mei 1672. V, 824.
--Resolutie, dat de
loop van de interessen der pennings
ten laste der Provincie op losrenten genegotieerd of nog te negotieren,
voortaan zonder onderscheid, tegen vijf ten honderd a worden
gesteld. 3 April 1674. V, 1029.
--Resolutie, dat de interessen van alle kapitalen,
uitgezonderd, op Losrenten aan den Lande verschoten, op vier ten honderd
zullen worden gereduceerd. 25 Februarij 1681.
V, 1191.
--Zie Landsdag No. 8. Middelen. Ontvangers. Penning (Vijf en
twintigsten).
Nering. Request der Steden van Friesland, tegen de Dorpen en Platte
Landen, verzoekende verbod om landwaarts eenige Nering te doen; met het
appointement des Keizers. 24 Augustus 1532.
II, 620.
--Rescriptie der Landen op het voorsz. Request der Steden.
..... 1532. II, 621.
Nes (Dorp). Zie Dijken.
--(Klooster). Zie Friesland. Regt .
Netten. Zie Schilden. Visschen.
Nettenbreiden. Zie Visschen.
Neutraliteit. Zie Ameland. Terschelling.
Niaarneming. Zie
Aalsum. Landsdag No. 43.
Niaren. Zie Veenlanden. Zaadland.
Nieuwendijk.Zie Oeterdijk.
Nieuwezijl. Zie Rebellen.
Nieuwjaarspenningen. Zie
Nieuwjaarzingen.
Nieuwjaarzingen. Verbod, om geen Nieuwjaar te zingen
voor de deuren of in de huizen, of geen Nieuwjaarspenningen te eischen.
28 December 1583. IV, 420.
--Ordonnantie, om de Ordonnantiën en
Plakkaten, voormaals gemaakt tegen het Nieuwjaarzingen, Ganzetrekken en
andere ligtvaardige spelen, op nieuw te publiceren, en geenszins te
dulden, dat die bevelen gecontravenieerd en zulke spelen geoefend
worden. 24 December 1602. IV, 1240.
--Zie Bedelaars. Landsdag No. 33.
Nieuwigheden. Zie Beroerten. lieuwlanden. Zie Dijken. Gerkesklooster.
Nijdamstrazijl. Zie Leppazijl.
Nijeklooster. De Priorinne en Suppriorinnen van het Convent
Nijeklooster magtigen Heer Johannes Anthonius, Prior van gemeld
Klooster, om voor haar in regten te ageren. 25 Junij 1579.
IV, 46.
Nijmegen. Zie Munt (De). Verschillen.
Nijtszen. Nitzen (Marten van der). Missive van de Heeren Nijtszen,
Schelto van Tziaerda en Feiko Tatmans uit Brussel, aan de Heeren
Gedeputeerde Staten van Friesland, betreffende hunne verrigtingen bij
de Generale Staten; gefourneerd met twee kopijrequesten aan dezelven,
te Brussel vergaderd. 29 Maart en 2 April 1577. III, 1115.
-- Zie Gedeputeerden.
Nobels. Aanschrijving, tot waarschouwing tegen
het
inbrengen of slaan van eenige Henrici of Eduardi Nobels, alsmede
dubbelde Dukaten, en naar de Munters van dien onderzoek te doen. 3
October 1597.
IV, 971 .
Nominatie. Zie Janum. Landsdag No. 3, 4, 5.
Non-Prejudicie. Zie Karel V.
Nood. Zie Friesland. Geld. Inundatie.
Staten-Generaal. Wacht.
--(Prebende ter). Zie Franeker.
Noorddrachten. Zie Leeuwarden.
Noordhorne. Zie Aalsum.
Norden. Zie Vrede.
Notarissen. Resolutie, dat geene Notarissen,
Praktizijns of
wie hj zij, eenige Boelgoeden in eene vreemde Grietenij mogen houden,
zonder toestemming van den Officier. 26 April 1662. V, 678.
--Zie Doctores Juris. Godsdienst . Griffiers. Leeuwarden. Lemsterzijl.
Munt (De).
Noue (La). Zie Godsdienst.
Nytszen (Marten van der). Zie Nijtszen.
O.
Obligatie. Zie Friesland.
Obligatiën. Ordonnantie, betreffende
Obligatiën en
Handschriften, die bij sommigen, ter kwader trouw handelende, ontkend
worden, en van Contumacie. 19 Maart 1550. III, 189.
--Resolutiën: 1°. dat de betaling van jaarlijksche Interessen,
spruitende uit Obligatiën wegens verschoten Penningen, zoo lang
zonder vermindering der principale som zal loopen, tot dat het kapitaal
betaald zij, ten zij de interessen het kapitaal te boven gingen; 2°. op
het verzoek der Heeren Gedeputeerden, om voortaan op de Pachtenaars en
hunne Borgen te mogen hebben het Jus Fisci. 12 Maart 1613. V, 188.
--Resolutie, dat geene betaling van Interessen op Landschaps
Obligatiën door den Ontvanger zal geschieden, ten zij de
Obligatie zelve vertoond worde; dat ook geene Lijfrenten zullen betaald
worden, zonder vertooning van eene attestatie de vita, door den
Magistraat der plaats, waar de houder van de Lijfrente woont, gegeven.
5 Maart 1644. V, 483.
--Notificatie, om de Obligatiën, door de Ingezetenen dezer
Provincie wegens goedschatting, volgens Resolutie van
den 2 October 1675, aan den Landschappe op interest verschoten en op Tooner
dezes staande, voor Mei eerstkomende ten kantore van den
Ontvanger-Generaal der Losrenten in te brengen. 9 Maart 1680.
V, 1177.
--Resolutie, dat de Obligatiën, gepasseerd van de penningen
naar evenredigheid der Goedschatting, volgens Staatsbesluit van
den 27 April 1672, aan den Lande verschoten, in Tooner dezes zullen
worden veranderd, en overal voor geld gaan. 29 Mei 1680. V, 1179.
--Notificatie, dat de Obligatiën,
gepasseerd van
de penningen naar evenredigheid der Goedschatting, volgens
Staatsbesluit van 27 April 1672, aan den Lande verschoten, in Tooner
dezes zullen worden veranderd en overal voor geld gaan. 17 Junij 1680.
V, 1181.
--Resolutie, dat de Obligatiën, gepasseerd van de penningen, bij de
respective Grietenijen en de Steden aan den Landschappe op de
Floreenrente verschoten, uit kracht der Staatsbesluiten van den 16
Februarij 1665, den 2 April 1674, den 22 Julij 1676, bij overdragt in
Tooner dezes zullen worden veranderd en alom voor gangbaar geld gaan.
26 Februarij 1681. V, 1192.
--Notificatie van de laatst voorgaande Resolutie, van den
26 Februarij 1681. 18 Maart 1681. V, 1192.
--Notificatie, om eenige Obligatiën ten kantore der Losrenten
enz. in te brengen. 28 October 1687. VI, 134.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, dat de Obligatiën,
die aan Ingezetenen van de Provincie, geld aan den Lande opschietende,
worden gegeven, voor Tooner dezes zullen worden gehouden. 2 Maart
1689. VI, 148.
--Plakkaat, betrekkelijk het ontvangen van 's Lands
Obligatiën op Tooner dezes voor gereed geld.
21 Julij 1703.
VI, 401.
--Zie Ambtenaren. Goedschatting. Minderjarigen. Zwendij (L. v.).
Ockinga (H. van). Zie Roorda (R. v.).
--(J. van). Zie Wapening.
Octrooijen. Brieven van Octrooi. Commissie op
den Grave van
Megen, Stadhouder, en eenige andere Heeren, om zich te informeren op
den inhoud van zekere Supplicatie, door die van Oostergoo gedaan tegen
de Brieven van Octrooi, aan de Buitendijksters van Westergoo verleend,
en daarover te decideren. 8 November 1571. III, 839.
--Commissie op Gaspar de Robles, Heere van Billy, bij
wege van Surrogatie, in plaats van den overledenen Heer Grave van Megen,
om benevens de andere Gecommitteerden te doen executeren en
effectueren zekere Brieven van Octrooi, aan de Buitendijksters van
Westergoo gegund. ...... 1571. III, 876.
--Resolutie, betrekkelijk het overzien en examineren de
Octrooijen. 30 September 1682. V, 1204
--Zie Andringa. Beetsterzwaag. Bildt. Bolsward. Dijken.
Dokkum. Drukker ('s Lands). Evangelieboeken. Franeker. Gorredijk.
Granen. Grovestins (O. van). Hardegarijp. Hindeloopen. Hof van
Friesland. IJlst. Impositiën. Landsdag No. 14, 78. Leeuwarden.
Lemsterzijl. Meren. Oostergoo en Westergoo. Oost-Indië. Oost-Indische
Compagnie. Raadsmannen. Rijweg. Schoterburen. Slijkenburg. Slooten
(Stad). Sneek. Stavoren. Steden. Tol. Trekweg. Vaarten. Veer.
Veerschippers. Weg. West-Indië. Wildemarkt. Witzius. Workum. Zijltille.
Odilbaldus. Zie Utrechtsche Kerk.
Oeconomia. Zie Beurzen. Franeker. Landsdag No. 48, 54, 55.
Oedekijn. Oedekijn, Coppijn Jarichz. Wed., cum soc., in bescherming
door Hertog Jan van Beijeren genomen, en toegestaan, om haar schade te
verhalen op die haar zulks mogten aandoen. 20 December 1421. I, 444.
Oegeklooster. Quitantie, gepasseerd door Broeder Nicolaus, Pater, en
Zuster Barber, Mater des Convents Oegeklooster, van de derde Orde en
Regel van St Franciscus, aan de Executeurs van het Testament van Heer
Jelmer, wegens goederen aan voorsz. Convent gelegateerd, met verbinding
van gedachten Jelmer, met zijne Zusters en Vrienden, in eene eeuwige
gedachtenis te houden enz. 16 Maart 1512. II, 295.
--Wandelbrief van eenige landen, gepasseerd door
Douwe Martens, cum uxore, aan het Convent Oegeklooster.
12 September 1532. II, 622.
Uitspraak, gedaan door Heer Hoyte, Pastoor
te Jellum, en Heerke Feijkesz. te Hoptille,
tusschen Heer
Jelmer, Pater, Berber Yntie Dochter, Mater, Tecla Hessels Dochter,
Procuratrix te Oegeklooster, en Gerk Feykesz. en Auk Wopke Dochter,
aangaande de landen Roedersma-goed geheeten. 19 September 1533. II,
646.
Oenema (Janneke. Jancke). Commissie en Absolutie van Janneke Oenema met
zijne adherenten, die Geldersch waren geweest, door Keizer Karel
verleend. 30 Mei 1522. L. B. 119. II, 431.
Oenema-goed. Zie Epgwird (Klooster).
Oeterdijk. Interdictie, schriftelijk gedaan door den Stadhouder, om geene
zoden of aarde te halen van den Oeterdijk, maar die te mogen halen
binnen de twee roeden van den nieuwen dijk af, te rekenen buitendijks.
29 Maart 1561. III, 534.
Offer. Zie Compromis.
Officianten. Plakkaat, betrekkelijk het opschot door de militaire en
politieke Officianten, 1666, aan den Lande gedaan. 16 Mei 1695.
VI, 246.
Officiën. Zie Garde du Corps. Kapitein enz.
Officieren. Plakkaat, waarbij al de Officiers
(zoo Burgerlijke
als Militaire Ambtenaren), die Zijne Keizerlijke Majesteit te voren
gediend hadden, door Koning Philips in hunne onderscheidene Ambten
worden gecontinueerd, en alle Ordonnantiën en Plakkaten omtrent de
Religie, Policie en Justitie geconfirmeerd en geratificeeri 27 October
1555. III, 384.
--Resolutie, dat geene Officieren of
personen
(Ambtenaren), geld trekkende uit 's Lands of Generaliteits-kantoren,
admissibel zullen zijn ten Landsdage. 25 Maart 1603. V, 99.
--Resolutie, waarbij de Staten van Friesland het voorstel
van hunne Hoog Mogenden, dat alle Oversten, Kapiteins, Commissarissen
ter Monstering en andere Officieren, op deze Provincie gerepartitieerd,
gehouden mogten worden den eed aan de Generaliteit te doen, als eene
nieuwigheid van de hand wijzen, en bij voorgaande gewoonte persisteren.
15 Junij 1632. V, 345.
--Resolutie, waarbij aan de Gedeputeerden het regt, om
verloven aan Militaire Officieren te geven, opgedragen wordt 18 October
1651. V, 537.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, dat alle Militaire
Officieren den eed van getrouwheid aan hunne Hoog
Mogenden moeten doen. 2 Julij 1653. V, 559.
--Resolutie, dat alle Krijgs-Officieren zullen gehouden zijn,
mediatelijk door den Raad van State, den eed van getrouwigbeid aan
hunne Hoog Mogenden te doen, tot nadere interpretatie van het
Staatsbesluit van den 2 Julij 1653. 30 September 1653. V, 564.
--Resolutie, dat de Korporaals jaarlijks drie personen tot
Burgerofficieren te Leeuwarden zullen nomineren, en de
Magistraat uit die nominatie verkiezing doen. 18 Junij 1658.
V, 606.
--Resolutie, door het Kwartier van de Zevenwouden genomen, nopens het
verkiezen van Burgerofficieren. 18 Junij 1658.
V, 607.
--Resolutie, inhoudende eene interpretatie der Resolutie
van den 3 April 1658, over het verkiezen van de Officiers en de
Bevelhebbers der Stad Leeuwarden. 19 Junij 1658. V, 608.
--Resolutie, dat geen Militaire Officieren eenige burgerlijke
bedieningen, zoo van Kerkvoogd, Dijksvolmagt als dergelijke,
zullen mogen bedienen. 18 Augustus 1665. V, 745
--Resolutie, om de Militaire Officieren dezer Provincie
in het leger zijnde, en buitensporigheden begaande, met cassatie en
ontslag te straffen; waarbij Prins Maurits van Nassau en de Heeren
Gedeputeerden van hunne Hoog Mogenden en van deze Provincie gelast
worden, voor dit maal de monstering in de Legers en des noods in de
Garnizoenen te doen. 21 October 1665. V, 746.
--Resolutie, volgens welke de
Officieren en
Magistraten van de Landen en Steden gelast worden, de monstering,
volgens de laatste ordonnantie, over alle manschap te doen. 30 Mei
1673. V, 983.
--Resolutie, dat omtrent het depecheren van de Commissiën
voor de Militaire Officieren de oude gewoonte zal gevolgd worden.
31 Mei 1673. V, 983.
--Resolutie, waarbij de Officieren en Magistraten gelast
worden, de defecten in de Goedschatting met geld of resten te zuiveren.
19 Julij 1673. V, 990.
--Resolutie der Gedeputeerde Staten, betrekkelijk het aanstellen
van minderjarige Officieren. 13 April 1678. V, 1138.
--Notificatie, waarbij bekend gemaakt wordt, dat geene
Officieren hunne tractementen hooger mogen bezwaren, dan
voor een derde deel. 11 September 1686. V, 1260.
--Notificatie, dat de militaire Officieren niet meer dan een
derde part hunner tractementen bezwaren mogen. 24 December 1698. VI,
306.
--Zie Bevelhebbers. Ingezetenen. Krijgsvolk. Landsdag
No. 6, 19, 31, 78. Lijfpensioenen. Waagcollecten.
Ofken. Zie Processiën.
Okkes (Pieter). Zie Prebende.
Olde en Nieuwe Lemmer. Zie Vaarten.
Oldeklooster. Confirmatie van den Ferdban
(Consentbrief),
gegeven door de Geregten van Tietjerksteradeel, Idaarderadeel en
Leeuwarderadeel aan Ubele van Cammingha, van wege den Abt van
Oldeklooster, welke dezelve had op een stuk land onder Zwichem. 30
April 1436. I, 514.
--Accoord tusschen den Prelaat en Conventualen van
Oldeklooster en de Gecommitteerde Volmagten der Stad
Bolsward, over het maken en repareren der Makkumerzijl. 28
Januarij 1542.
II, 845.
--Missive van den Dijkgraaf Andries Waltinga aan
den Hove van Friesland, inhoudende eenige redenen van bezwaar over het
accoord van het Convent Oldeklooster met de Stad Bolsward, nopens het
maken van de Makkumerzijl. 20 Maart 1542.
II, 846.
--Zie Wijmbritseradeel.
Oldenhoof. Oldenhove. Zie Bolsward.
Leeuwarden.
--en Hoek. Zie Leeuwarden.
Oldeouwer. Zie Prebende.
Olderman. Zie Franeker. Schippers.
Oldetrijne. Zie Vaarten.
Olie-Windmolens. Zie Molens.
Olivier. Zie Kruistogten.
Omloopers. Zie Bedelaars.
Ommelanden. Zie Beesten. Landsdag No. 43, 44,
50. Verbond. Verschil. Vrede. Vrijgeleide.
Omslagen. Advijs van den Stadhouder en Raden
in den Hove van
Friesland, op het verzoek, door de Volmagten ten Landsdage gedaan, om
het Verbod van Omslagen te mogen doen, te herroepen. 6 Februarij 1531.
II, 576.
--Zie Consumtiën. Dank- en Bededag. Dijken. Dijkgraaf.
Dorpsomslagen. Floreen. Haardstedegeld. Landsdag No. 18, 33, 41.
Leeuwarden. Propijn. Soldaten. Steden. Unie.
Onderhond. Zie Armen. Bedelaars. Ens.
Franeker. Geestelijken. Knechten. Landsdag No. 13, 14, 15, 43, 44, 45, 46, 53,
55, 57. Soldaten. Tuchthuis.
Onderhuren. Zie Tigchelknechten.
Onderrigt. Zie Hendrik Casimir II.
Onderscheppen. Zie Brieven.
Onderteekening. Zie Landsdag No. 56, 77. Unie.
Onderwaterzetting. Zie Inundatie.
Oneenigheden. Zie Verschillen.
Ongelden. Vermits de onbehoorlijke Ongelden,
bij die van
Deventer gelegd op de Koopmanschappen, daar ter markt gebragt, zoo
consenteert Hertog Philips van Bourgondië aan die van Oostergoo en
Westergoo, dat zij de Landen van Holland, Zeeland en Friesland mogen
gebruiken met hunne lijven, schepen en goederen, mits betalende tol en
ongeld als zijne schepen doen. 27 September 1463.
I, 605.
--Zie Proviandiers.
Ongeregeldheden. Zie Knechten. Krijgsvolk.
Onkosten. Zie Hof ('s Prinsen).
Zeedijks-Onkosten.
Onlusten. Uitspraak, gedaan door de Heeren
Gecommitteerden
uit hunne Hoog Mogenden, Zijne Excellentie en den Raad van State, over
de ontstane Onlusten in Friesland. 7 Maart 1632. V, 333.
--De Staten van Friesland approberen de uitspraak van
hunne Hoog Mogenden, over de ontstane Onlusten in Friesland, onder
zekere voorwaarden. 28 Maart 1632. V, 341
Onnama (Duco). Zie Klaarkamp.
Ontslag. Zie Loo (B. v.). Vijand.
Ontvanger-Oeneraal. Generaal-Ontvang.
Resolutie, waarbij order gesteld wordt op het Kantoor van den Ontvanger
-Generaal, tot inventarisatie der goederen enz.
10 Junij 1598. IV, 991.
--Tweeextracten, tot uitvoering van de Commissie, hiervoren gemeld. 10 Junij
1598. IV, 992.
--Request van de Heeren Wopke van Scheltema, Homerus van Harinxma
en Duco Aysma, om met andere Volmagten de
Commissie op den Ontvanger-Generaal Taco van Dijxtra te bevorderen enz.
13 Junij 1598. IV, 992.
--Voorstel van de Heeren Scheltema, Harinxma
en Aysma, tot uitschrijving van eene nieuwe vergadering van
Volmagten, om de verkiezing der personen tot de Commissie op Dijxtra te
veranderen, onder een zwaar protest, zoo zulks niet geschiede. .. Junij
1598. IV, 993.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt eene
Commissie, tot opneming der Rekening op het Kantoor van
den Ontvanger-Generaal Taco van Dijxtra. 17 Junij 1598. IV,
997.
--Consent, om het vrijgeleide van den Ontvanger-Generaal
Taco van Dijxtra, tot het doen van Rekening, veertien
dagen te prolongeren, des zich van 't Ontvang te onthouden. 23 Junij
1598. IV, 999.
--Missive der Gedeputeerden aan de Volmagten,
rakende het gevangen zetten van den Ontvanger-Generaal Taco van
Dijxtra, door den Magistraat van Leeuwarden. 8 Julij 1598. IV, 1004.
--Reden van Justificatie, waarom de Magistraat
van Leeuwarden den Ontvanger-Generaal Taco van Dijxtra in
bewaring heeft genomen. .. Julij 1598. IV, 1005.
--Beantwoording van de reden van Justificatie
voornoemd, door de Gedeputeerden. .. Julij 1598. IV, 1007.
--De Magistraat van Leeuwarden protesteert
de nullitate van de beantwoording door de Gedeputeerden gedaan. ..
Julij 1598. IV, 1012.
--De Gedeputeerden wederleggen het protest,
door den Magistraat der Stad Leeuwarden gedaan, en persisteren
bij de vorige beantwoording. .. Julij 1598. IV, 1012.
--Resolutie van de decisie en schikking, over
de zaak van den Ontvanger-Generaal Taco van Dijxtra, door de Staten van
Friesland gedaan. 22 Julij 1598. IV, 1014.
--Missive, behelzende, dat een iegelijk, die,
landen, veenen en gronden van Taco Dijxtra in huur hebbende, dezelve
niet aangegeven hadden, als nog moeten aangeven, binnen tien dagen na
de publicatie, aan de Deurwaarders, die tot den verkoop van zijne
goederen geautoriseerd worden. 1 December 1598.
IV, 1018.
--Afdoening van de zaak
van Taco van Dijxtra, gewezen Ontvanger-Generaal van Friesland, en
autorisatie op Gedeputeerde Staten, om met de Bloedverwanten in accoord
en bemiddeling te treden. 25 Augustus 1599.
IV, 1056.
--Nadere Resolutie, genomen door de Staten
van de Landen, tot afdoening der zaak van den gewezen Ontvanger-Generaal
Taco van Dijxtra. 21 September 1599. IV, 1057.
--Resolutie der Volmagten van de Zevenwouden
en Steden, wegens het verkiezen van een Ontvanger-Generaal van
Friesland. 4 April 1600. IV, 1076.
--De Heeren Volmagten van Oostergoo
hebben tot Ontvanger-Generaal verkoren Hessel van Bootsma, voor hun
Kwartier. 5 April 1600. IV, 1077.
--Instructie voor den Ontvanger-Generaal
dezer Provincie. 15 Maart 1617. V, 226.
--Resolutie, waarbij het Ambt van den Generaal-Ontvanger
dezer Provincie in drie bijzondere ambten, als over de
Floreenrente, de Pacht- en Collecte-Zaken en de Lijf- en Losrenten,
gesplitst wordt. 30 Junij 1636. V, 393.
--Resolutie, genomen bij gelegenheid van het
vergeven van een Generaal-Ontvang, dat geene Rentemeesters of Generale
Ontvangers dezer Provincie zullen mogen zijn Volmagten ten Landsdage,
of eenige andere Landsbedieningen bekleeden. 11 October 1656. V, 589.
--Instructie voor den Ontvanger-Generaal
dezer Provincie. 29 Maart 1660. V, 636.
--Resolutie, waarbij het Ontvang der
renten wederom met het Generaal-Ontvang vereenigd wordt. 12 Februarij
1664. V, 707.
--Resolutie, waarbij het Generaal-Ontvang
dezer Provincie wederom gescheiden en gedeeld wordt. 30 October 1669.
V, 777.
--Instructie voor den Ontvanger-Generaal der
Floreenrente, der Impositiën op het Klein Gemaal, der
Vijf Speciën, van den Zes en Vijftigsten Penning en der 500,000 gulden, door
de Ontvangers van de respectieve Grietenijen en Steden aan den Lande
opgebragt. 30 October 1669. V, 781.
-- Resolutie, waarbij de Ontvangst
der Losen Lijfrenten vernietigd, en dezelve aan de twee andere Generale
Ontvangers opgedragen wordt. 19 Februarij 1674. V, 1011.
--Zie Dijken. Landsdag No. 25,
33, 69, 70, 71, 78.
Ontvangers. Sommaire en provisioneele Instructie voor de Particuliere
Ontvangers der Impositiën. 27 September 1574. III, 996.
--Commissie der Staten op eenige Heeren, tot het opnemen en
sluiten der Rekeningen van de Ontvangers en Rentemeesters der
Kloostergoederen. 28 Julij 1582. IV, 306.
--Commissie, gepasseerd door de Volmagten der Landen
op zes Gecommitteerden, tot het opnemen der Rekeningen van de
Landschaps-Ontvangers en Rentemeesters; mitsgaders om met de
Gedeputeerden het ingewilligde Seminarium op te rigten en in trein te
doen brengen. 29 April 1584. IV, 470.
--Commissie, door de Volmagten der Steden gepasseerd
op Cornelis Symonsz., tot het opnemen en sluiten der Rekeningen van de
Rentemeesters en Ontvangers dezer Landschappe. 17 Junij 1586. IV, 623.
--Resolutie, waarbij de Rentemeester en Ontvangers ge
last worden, hunne uitgaaf niet verder te extenderen dan hun ontvang.
19 Februarij 1658. V, 600.
--Instructie voor den Ontvanger van de gemeene middelen
der Consumtiën. 30 October 1669. V, 778.
--Instructie voor den Ontvanger van de Negotiatiën,
mitsgaders der Middelen, komende uit de zoete Wijnen en verhooging
derzelve, tot betaling van de losbare renten en de interessen. 30
October 1669. V, 784.
--Instructie voor den Ontvanger van de Lijfrenten, ten
laste van deze Provincie genegotiëerd, mitsgaders van de middelen tot
hoeding van dezelve bestemd. 30 October 1669. V, 788.
--Resolutie, waarbij aan 's Lands Ontvangers verboden
wordt, bij het uittellen van interessen, lijfrenten of andere gelden,
van dengenen, die dezelve trekken, quitantiegeld te vorderen, of voor
hunne dienst iets te ontvangen, onder wat naam het zoude mogen zijn. 27
Augustus 1681. V, 1196.
--Zie Accijsen. Borgtogten. Brieven. Landsdag No.
15, 16, 24, 25, 27, 28, 42, 46, 48. Ontvanger-Generaal. Papisten.
Ontvangsten. Zie Landsdag No. 28.
Ontzegbrief. Zie Gerkesklooster.
Ontzet. Zie Antwerpen. Dokkum. Krijgsvolk.
Vast- en Bededagen.
Onwettigheid. Zie Doleantiën. Volmagten.
Onwilligen. Zie Krijgsvolk.
Onzijdigheid. Zie Ameland.
Ooftkorven. Zie Maten en Gewigten.
Oorden. Zie Munt (De).
Oorlog. Hertog Albert, Graaf van Holland, in
Friesland
willende trekken met een leger, om de Friezen te beoorlogen, verbiedt
aan zijne onderzaten om met hunne schepen buiten 's Lands te varen. 11
Junij 1396. I, 257.
--Bevel, om alle groote schepen naar Enkhuizen te doen varen,
ten einde den Hertog en zijne lieden in Friesland over te voeren.
17 Julij 1396. I, 258.
--Bevel aan de Baljuwen van Medemblik, Amstelland en Kennemerland,
om uit te leggen op de Friezen, des Hertogs landpalen te
bewaren enz. 9 en 26 September 1396. I, 259.
--Bevel aan de Baljuwen van Medemblik en Amstelland,
te verbieden, dat niemand in hunnen bedrijve de Friezen sterke met
proviand. 9 September 1396. I, 259.
--Verzoek aan den Bisschop van Utrecht, den Hertog van
Gelderland en de Steden Amersfoort, Kampen, Rhenen, Deventer,
Zwolle, Harderwijk, Elburg en Zutphen, om den Friezen geen onderstand
te verleenen. 9 September 1396. I, 260.
--Magtbrief, gegeven aan eenige personen, om de Friezen te water en te
lande allen afbreuk te doen. 10 September 1396 en 18 Januarij 1397. I,
260.
--Den Baljuwen aan te schrijven, om in hunnen bedrijve
bekend te maken, dat aan allen, die op de Friezen willen uitleggen,
daartoe opene brieven zullen gegeven worden. 28 September 1396. I, 261.
--Martijn van der Koernmarcte, Jonge Claes die Wale en
Dirk Claeszoon toegestaan, om de Friezen te water en te
land te beschadigen. 1 October en 24 December 1396. I, 261.
--Insgelijks aan Pieter Reynertz. 16 October 1396. I, 262.
--Aan eenige Burgers van Amsterdam en Leiden geoorloofd,
de Friezen te beoorlogen. 31 October en 1 November 1396.
I, 262.
--Aanschrijving aan eenige Steden, om de kusten en stroomen
te beveiligen tegen de Friezen, opdat zij, die Oostwaarts gevaren en
nog niet weder te huis gekomen zijn, veilig mogen wederkeeren. 2
November 1396. I, 262.
--Roelof Janszoon geoorloofd de Friezen te beschadigen
hem beloofd weder te geven die goederen, welke hij te Leeuwarden had
achtergelaten. 16 November 1396. I, 263.
--Aan Jan Meeuszoon, cum soc., geoorloofd de Friezen te
beschadigen. 24 November 1396. I, 263.
--Marten van der Korenmarct, de Friezen of hunne helpers
beschadigende, zal deswege alleen voor den Hertog ter verantwoording
staan. 28 Maart 1397. I, 264.
--De Schippers van Zierikzee en den Briel
geoorloofd op de Friezen uit te leggen. 1 Mei en 2 Junij 1397.
I, 265.
--Jacob Doedynsz., cum soc, geoorloofd op de Friezen uit
te leggen. 24 Mei 1397. I, 265.
--Pieter Reynerszoon belooft de wedergeving der genomen
goederen, die den Friezen niet toebehooren. 24 Mei 1397. I, 265.
--Commissie als Admiraals voor de Heeren Jan van Heen
vliet, Baljuw van Amstelland, en Gerrit van Egmond, Baljuw van
Medemblik, om de Friezen te beschadigen. 30 Junij 1397. I, 267.
--Aan Jan Cramer, Engelsch Koopman, geoorloofd zijne
schade, tot vijf honderd Nobels, door de Friezen hem veroorzaakt, op
dezelven te verhalen. 20 October 1397. I, 267.
--Aan Floris van Zwieten toegestaan, om de gevangenen, die
hij onder de Friezen gemaakt heeft of nog zal bekomen, in 's Hertogs
Landen in bewaring te mogen stellen. 1 December 1397.
I, 268.
--Aan de Steden Lubeck, Brunswijk, Gosler, Zoltwedek,
Maagdenburg, Göttingen en Hamburg beloofd, om hunne door
den Oorlog geledene schade te herstellen. 12 Februarij 1398.
I, 268.
--Aan Hont van den Baarne en eenige anderen toegestaan,
de Friezen te water en te lande te beschadigen. 7, 24, 26 Maart, 14
April en 6 September 1398. I, 268.
--Aanschrijving, om den Hertog met een zeker getal van
gewapende mannen bij te staan in den Frieschen Oorlog, met eene lijst
der Leenmannen daartoe geboden. 5 Mei 1398. I, 270.
--Lijst der Steden van Holland en van Zeeland, die den
Hertog dienen zullen in den Frieschen Oorlog, en aan
welken geschreven is. 7 Mei 1398. I, 271.
--Hertog Albert vermaant eenige vreemde Heeren, die zijne
Leenmannen niet waren, bij beslotene brieven, om hem met
een zeker getal gewapenden in den Frieschen Oorlog te helpen.
7 Mei 1398.
I, 272.
--Hertog Albert vermaant zijne Leenmannen, die buiten
gezeten zijn, tot den Frieschen Oorlog. 7 Mei 1398. I, 273.
--Hertog Albert schrijft om zeker getal schepen aan de
Steden van Holland enz., om in den Frieschen Oorlog te
dienen. 15 Mei 1398. I, 273.
--Brief aan die van Zierikzee, tot
leeninge van vijf
en twintig groote schepen, om krijgsvolk uit Engeland te halen tegen de
Friezen. Omtrent den 15 Mei 1398. I, 274.
--Brief, waarbij Hertog Albert nog drie honderd schepen
verzoekt (mogelijk van geheel Zeeland), tot het overvoeren van het
Krijgsvolk tegen de Friezen. Omtrent den 15 Mei 1398. I, 274.
--Hertog Albert belooft de Steden van Holland de geleende
gelden tot den Frieschen Oorlog binnen een jaar weder te geven. 20 Mei
1398. I, 275.
--Hertog Albert beveelt Heer Jan van Heemstede en Klaas
Jans Voszoon, om kalk, ijzer en hout tot den Frieschen
Oorlog te bezorgen. 21 Mei 1398. I, 275.
--Hertog Albert schrijft den Rentemeesters, Maarschalk, Steden
en Goede Luiden van Holland, om hulp tot den Frieschea Oorlog. 24
Mei 1398. I, 276.
--De Ridders en Knapen van Zeeland zullen hebben voor
ieder gewapend man, die zij ten dienste van den Hertog zullen houden in
zijnen togt naar Friesland, acht grooten daags. .. Mei 1398.
I, 276.
--De Heer van Hensberch belooft, op zekere voorwaarde
Hertog Albert in den Frieschen Oorlog te zullen dienen
met twee honderd galeijen. 1 Junij 1398. I, 276.
--Hertog Albert ontbiedt honderd en vijftig gewapende man
nen uit het Land van Altena, tot den Frieschen Oorlog. 2 Junij 1398. I,
277.
--Hertog Albert ontbiedt alle zijne Leenmannen en Welgeborenen
tot den Frieschen Heervaart . 7 Junij 1398. I, 277.
Hertog Albert verzoekt aan den Magistraat van Utrecht
hulp tot den Frieschen Oorlog. 10 Junij 1398. I, 278.
--Verdeeling van de Ambten in het Leger, bestemd tot de
Frieschen Oorlog. Omtrent half Junij 1398. I,
279.
--Aanschrijving, om den Hertog in zijnen togt tegen de Friezen
bij te staan. .. Junij 1398. I, 280.
--Hertog Albert beveelt, dat de groote schepen tot den Frieschen
Oorlog buiten om, en de kleinen binnen door zullen varen. 22 Junij 1398.
I, 280
--Hertog Albert geeft order tot het bezorgen van voorraad
en eetwaren, dat die naar het leger in Friesland, en nergens elders
gevoerd worden. 30 Junij 1398. I, 281.
--'s Hertogs vertrek naar Enkhuizen, tot den togt naar Friesland,
eenige dagen uitgesteld. 6 Mei 1399. I, 29ó.
--Aan Willem Simonsz. toegestaan de
Friezen en die van Hamburg te beoorlogen. 24 Maart 1400. I, 304.
--Heer Floris van Borselen gemagtigd, om uit te leggen op
de Friezen en die van Hamburg. 2 Junij 1400. I, 308.
--Raming, hoe de Steden van Holland en Zeeland den Hertog
zullen dienen op zijne reis tegen de Friezen, en missive daartoe
betrekkelijk. 12 Julij 1400. I, 309.
Ordonnantie en raming van 's Hertogs reis, die hij doen
wil tegen de Friezen; met den brief deswege aan de Heeren en Ridderen
geschreven. 13 Julij 1400. I, 309.
--Namen van 's Hertogs Leenmannen, in
het Sticht van Utrecht
en in zijne Landen aanwezig, die aangemaand zijn, op hun Leen, hem te
dienen in zijne reis tegen de Friezen, met den brief daartoe dienende.
13 Julij 1400. I, 310.
--Pieter van den Beve gemagtigd, om 's Hertogs Leenmannen,
gezeten in het Sticht van Utrecht en den Lande van Gelre, aan te
manen, om dezelven te hulp te komen op zijnen togt tegen de Friezen. 13
Julij 1400. I, 312.
--Den Momboir en Voogd van Geervliet in den Lande van
Putten aangemaand, om in die kwaliteit den Hertog, in
zijnen
togt tegen de Friezen, met honderd gewapende mannen te hulp te komen.
13 Julij 1400. I, 312.
--De Stad Briel en den Lande van Voorne
aangemaand, om
den Hertog in zijnen togt tegen de Friezen te hulp te komen met twee
honderd en twintig man, wél gewapend. 13 Julij 1400.
I, 312.
--Eenige Baljuwen of hunne Stedehouders aangeschreven, om,
ieder in zijnen bedrijve, de Huislieden, Leenmannen en Welgeboren
Lieden te gebieden, den Hertog te dienen in zijnen togt tegen de 13
Julij 1400. I, 313.
--Heer Willem van Reymerswale, Baljuw van Rijnland, gelast,
om de Leenmannen in zijnen bedrijve, aan te manen, den Hertog in zijnen
togt tegen de Friezen te helpen. 13 Julij 1400. I, 314.
--Aan Jacob, Dirk Spitszoon en Dirk Claaszoon geoorloofd,
de Friezen en die van Hamburg te beoorlogen. 10 December 1400 en ..
Januarij 1401. I, 317.
--Heer Gerrit van Heemskerk toegestaan, de Friezen en de
Hamburgers te water en te lande te beschadigen.
12 April 1401.
I, 318.
--Aan allen, die Heer Gerrit van Heemskerk willen helpen
in 't beschadigen van de Friezen, een zeker Vrijgeleide gegeven. 14
April 1401. I, 319
--Aanschrijving aan de Baljuwen van Rhijnland,
Delfland, Amstelland, Kennemerland en Medemblik, tot het overzenden van
manschap, ten getale van eene dubbele en driedubbele Heervaart, om te
Stavoren zoodanige gravingen en timmeringen te doen als goedgevonden
zal worden. 23 Junij 1401. I, 321.
--Aanschrijving van eenige Heeren en Ridders van Holland,
om zeker getal van Manschap te zenden naar Stavoren, wel voorzien van
al het noodige, tot het maken van twee Sloten, den een te Stavoren en
den ander te Sint Odulphs Klooster aldaar. 24 Junij 1401. I, 322.
--Aanschrijving aan de Ridders van Zeeland, om den Hertog
in zijnen togt naar Friesland bij te staan. 24 Junij 1401. I, 322.
--Nadere aanschrijving, om den Hertog met eene dubbele
Heervaart van gravers en enkele Heervaart van manschap
bij te staan op zijne reis naar Stavoren. 29 Junij 1401. I,
323.
--Nadere aanschrijving aan eenige Baljuwen, om den Hertog
in zijne reis naar Stavoren bij te staan met eene driedubbele
Heervaart, voor de eene helft gravers, en voor de andere helft in
gewapende mannen. 29 Junij 1401. I, 323.
--Nadere aanschrijving aan de Baanridsen, Ridderen en Steden
van Holland en van Zeeland, nopens 's Hertogs overtogt naar
Stavoren, om aldaar en te St. Odulphs Klooster twee Sloten te timmeren.
29 Junij 1401. I, 324.
--Aanschrijving aan eenige Heeren, om met den Hertog naar
Stavoren over te varen, tot het maken van twee Sloten aldaar. 29 Junij 1401. I,
324.
--Aanschrijving aan de Steden van Holland en van Zeeland
om den Hertog in zijne reis naar Stavoren met de bepaalde manschap bij
te staan. 23 Junij 1404. I, 338.
--Aan Pouwel Louwerisz., cum soc, toegestaan, om op zee
de Friezen te beschadigen. 17 Augustus 1405. I, 351.
--De Kapitein van Stavoren en de Baljuwen van Medemblik
en Texel mogen nemen en aanhalen zulke schepen, die in het Marsdiep
komen en hun dienstig zijn, om daarmede de Friezen, die des
Hertogs
vijanden zijn, te beschadigen, mits de kooplieden hunne schade
vergoedende. 21 Januarij 1406. I, 352.
--Sigismundus, Romanorum Imperator, bellum indicit Philippo,
Burgundiae Duci, propter injuste detenta feuda, ad Sacrum Imperium,
devoluta, in Germania inferiori.
De Keizer Sigismund verklaart den Oorlog aan Philips, Hertog van
Bourgondië, om het in bezit houden van Leenen, die in Nederland aan het
Roomsche Rijk vervallen waren ... 1434. I, 505.
--Philippus, Dux Burgundiae, ad Reges, Principes etc,
scribit de bello sibi injuste ab Imperatore Sigismundo indicto; et
salvum condnctum petit pro mercatoribus suis.
Hertog Philips van Bourgondië schrijft aan de Vorsten,
wegens den hem onregtvaardig verklaarden Oorlog door den Keizer Sigismund, en
verzoekt vrijgeleide voor zijne kooplieden. 4 Junij 1434.
I, 506.
--Philippus Dux interato scribit ad multos Principes de bello,
sibi a Sigismundo indicto; ac pro suis mercatoribus et subditis petit
salvum conductum.
Hertog Philips schrijft andermaal aan vele Vorsten over den Oorlog,
hem door Keizer Sigismund aangezegd, en verzoekt vrijgeleide voor zijne
onderzaten en hunne koopmanschappen.
..... 1434. I, 508.
--Copia litterae, quam Imperator scripsit Praelatis, Nobilibus,
Consulibus et Communitatibus civitatum et oppidorum terrae
Leodiensis et aliis subjectis Imperii, de infidelitate Ducis
Burgundiae.
Keizer Sigismund verantwoordt zich bij die van den Lande
vanLuik en ook bij andere Vorsten en Leden des Rijks, over de valsche
beschuldigingen en het onbetamelijk gedrag des Hertogen van Bourgondië.
10 December 1435. I, 512.
Ordonnance de Charles, Roi de Castille, a ses Tresoriers,
de payer les proprietaires de deux vaisseaux, pretés par eux, pour la
Guerre de Frise, et dont un étoit peri.
Ordonnantie van Karel, Koning van Castilië, op zijne
Rentemeesters, ter betaling van twee schepen aan de eigenaren, die
dezelve hadden bijgezet in den Frieschen Oorlog, en waarvan een was
vergaan. 22 Augustus 1517. II, 357.
--Plakkaat, om niet Oostwaarts te varen, gedurende den Oorlog
met die van Lubeck, tot nader order. 28 Mei 1533. II, 637.
--Plakkaat, houdende nader bevel, om niet Oostwaarts te
varen. 21 Junij 1533. II, 638.
--Plakkaat en verbod, om niet Oostwaarts te varen. 26 Februarij 1534.
II, 651.
--Plakkaat, dat niemand Oostwaarts door de Belt, de Sond,
in Noorwegen of Holstein varen mag. 4 Maart 1535. II, 666.
--Verbod, om bij nacht en ontijden niet af en aan de stranden
te varen. 21 October 1574. III, 997.
--Eigenhandige missive van Hessel Aysma aan de Heeren
Gedeputeerde Staten van Friesland, over het fourneren
van 12,000 gulden voor het Krijgsvolk, over het beleg
van Maastricht, de Unie van
Utrecht, den Religions vrede enz. 12 Junij 1579. IV, 39.
--Eigenhandige missive van Hessel Aysma
aan de Heeren
Gedeputeerde Staten van Friesland, over den toestand der zaken in
Braband, en eenige pointen van deliberatie door Utrecht gezonden. 6
November 1579. IV, 87.
--Eigenhandige missive als boven, over het toezenden van
onderschepte brieven, het gevangen nemen van den Heer van Boins enz. 15
November 1579. IV, 90.
--Eigenhandige missive als boven, over den staat van Zaken,
den Heer van Boins en de positie der Malcontenten. 22 November 1579.
IV, 91
--Eigenhandige missive als boven, over het toenemen der
vijandelijkheden, den Vredehandel te Keulen enz. 4 December 1579.
IV, 95.
--Eigenhandige missive als boven, over Kloosters en Kloostergoederen,
den Oorlog enz. 22 December 1579. IV, 107.
Missive van Prins Willem van Nassau aan den Griffier
F. Baudimont, in welke de Prins zijne
tevredenheid betuigt
over de toegezonden berigten nopens Friesland, de beweging van den
vijand enz. 29 December 1579. IV, 114.
--Eigenhandige missive van Graaf Willem Lodewijk, over de
Verdedigingsmiddelen te Zoutkamp en elders. 5
November 1589.
IV, 737.
--Eigenhandige missive van C. Aernsma aan de
Gedeputeerde Staten van Friesland, over den toestand van het Leger in
Overijssel enz. 22 September 1592. IV, 794.
Resolutie der Staten van Friesland, waarbij dezelve persisteren
in den Oorlog tegen de» Koning van Spanje. 24 October 1592. IV,
799.
--Brief van Don Juan de Robles, Baron de Billy, aan des
Kapitein Alexander de Grootvelt, over de versterking van
zijn leger en de toezending van zes honderd gulden aan de Hoplieden.
13 Februarij 1593. IV, 812
--Missive van Pieter van Boeymer aan Alexander de
Grootvelt, Kapitein onder het Friesche Regiment te
Groningen,
over de uittelling der zes honderd gulden aan de Hoplieden, door den
Overste Juan de Robles gezonden. 21 Februarij 1593.
IV, 813.
--Missive van Christoffel Aernsma en Kempo van Donia aan
de Gedeputeerde Staten van Friesland, om versterking van Ruiters en
Knechten, om Coevorden te revictailleren en order te stellen op de
Konvooijen en Licenten enz. 22 Junij 1593. IV, 837.
--Missive van Graaf Willem Lodewijk aan de Heeren Staten
van Friesland, om versterking te mogen ontvangen voor zijn leger; over
het beleg van Groningen enz. 14 Julij 1593. IV, 841.
Missive van C. Aernsma aan de Gedeputeerde Staten
van Friesland, houdende kennisgeving, dat de vijand, sterk drie duizend
man, den Rijn is overgetrokken. 26 Augustus 1593. IV, 845.
--Missive van W. van Camminga en C. Aernsma aan de
Gedeputeerde Staten van Friesland, over het trekken van
drie duizend man van den vijand over den Rijn. 28 Augustus
1593.
IV, 846.
--Eigenhandige missive van Johan van Hottinga aan de Gedeputeerde
Staten van Friesland, over het zenden van Krijgsvolk, en het
onvoldoende zijner Commissie (Geloofsbrieven). 1 September 1593. IV,
846.
--Missive van Graaf Willem Lodewijk aan de Gedeputeerde
Staten van Friesland, over het toezenden van Krijgsvolk,
om die in den Dam te leggen, tot defensie van Friesland. 16
November 1596.
IV, 952.
--Zie Albert van Beijeren. Brieven. Frankrijk (Koning van).
Friesland. Friezen. Godsdienst . Heunschip. Krijgsvolk. Landsdag
No. 3, 4, 5, 7, 23, 24, 25, 32, 38, 66. Middelen. Oorlogskosten.
Pandinge. Ruiters. Soldaten. Stavoren. Subsidie. Verdrag. Vrijgeleide.
Wapenstilstand.
Oorlogskosten. Ordonnantie, om binnen acht dagen op te
brengen de omgeslagen acht stuivers voor ieder Floreen, tot vervanging
der noodwendige Oorlogskosten. 20 Augustus 1579. IV, 75.
-- Ordonnantie, tot het in trein brengen der Middelen, uit welke de Contributiën tot
den Oorlog, waarop Friesland gesteld is, gevonden kunnen worden. 30
Augustus 1579. IV, 80.
--Zie Landsdag No. 9, 11, 40. Oorlog. Rapporten.
Oorlogslasten. Generale propositie van de
Heeren Staten-Generaal aan de Heeren Staten van Friesland, tot hoeding van de
Oorlogslasten. 1 Mei 1599. IV, 1043.
--De Staten van Friesland aangemaand tot een
rigtig fournissement van penningen, tot stuur van den Oorlog. 18 Julij
1599. IV, 1046.
--Zie Consenten. Landsdag No. 26, 34, 41, 42, 46,
47, 49, 52, 53, 55, 57, 60, 66, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 73.
Oorlog. Petitie. Pointen. Quota.
Oorlogsmunitiën. Zie Straatschenderij.
Oorlogsschepen. Zie Krijgsvolk. Landsdag No.
54, 60. Oorlog.
Oortjes. Zie Duiten. Floreen.
Oortjesgelden. Resolutie, waarbij alle Grietslieden en
Magistraten zullen worden aangeschreven en gelast, om alle jaren
rekening en bewijs te doen van het gebruik der Oortjesgelden, die hun
ten behoeve der armen van hunne Grietenijen en Steden uit de
Stuivergelden der Verpachtingen worden ter hand gesteld.
11 Maart 1695. VI, 243.
--Resolutie, dat de Grietslieden en
Magistraten jaarlijks, op den dag van de overbrenging der stemming tot
Volmagten ten Landsdage, rekening van het gebruik der Oortjesgelden,
die hun ten behoeve der armen uit de Middelen worden ter hand gesteld,
zullen moeten doen. 10 Maart 1701. VI, 345.
Oostbroeksterland. Zie Gerkesklooster.
Verbond.
Oostdongeradeel. Extract uit den aanbreng van
Dongeradeel,
Oostzijde de Paesens; alsmede die van de Kloosterlanden in dezelve
Grietenij gelegen, aangegeven in den jare 1511. II, 285,
--De Ingezetenen van Oostdongeradeel accorderen
aan Rintje Folkertszoon Aytta de bediening van Grietman waar te
nemen, doch onder zekere Conditiën. 27 Januarij 1552.
IIl, 292.
Oostende. Zie Dank-, Vast- en Bededag.
Oostenrijk (Jan van). Zie Jan van Oostenrijk.
--Philip van. Zie Philips van Oostenrijk.
Oostergoo. Aliquot Abbates de Oostergoo se
excusant Comiti
Hollandiae, et profitentur, se nunquam terrae suae homines
exhortationibus contra dictum Comitem vel suos incitavisse.
Eenige Abten van Oostergoo ontschuldigen zich bij den
Graaf
van Holland, en betuigen, dat zij het volk niet tegen hem opgestookt
hebben. 26 April 1297. I, 130.
--Grietmanni et Judices Albae Astriginis Comiti Hollandiae
declarant, quod nullum foedus cum rebellibus de Westergoo pepigerint et
quod ipsum contra eos adjuvare velint.
De Grietmannen en Schepenen van Oostergoo verklaren aan den Graaf
van Holland, geen verbond aangegaan te hebben met de wederspannigen van
Westergoo, en hem tegen dezelven te willen heipen. 28 Maart 1326. I,
174.
--Specificatie en declaratie van degenen, die uit de Grietenijen
en Dorpen van Oostergoo te Leeuwarden in het Minnebroeders
Klooster, ten verzoeke van Douwe van Burmania, cnm soc., zijn vergaderd
geweest. 5 en 22 September 1542. II, 865.
--Procuratie van de ingezetenen van Oostergoo op Mr.
Zyds Tjaarda en Haring Heringa, ten einde regard te
slaan en
opzigt te nemen op de handelingen, het zij met regt of vriendschap,
tusschen Douwe van Burmania en zijne consorten ter eener, en de
Volmagten der Stad Groningen ter andere zijde. 22 September
1542. II, 866.
Oostergoo. Zie Dijken. Friesland. Landsdag No.
7. Leen.
Privilegiën. Soldaten. Vrede. Zijl.
--en Westergoo. Protest voor die van Oostergoo,
met hunne geassocieerden van Westergoo, Zevenwouden en Steden, tegen
eenigen van de Gedeputeerden, Karel Roorda, Wytthie Camminga, Albert
Everts en hunne consorten, zoo buiten als binnen 's Lands, van al
hetgeen sedert 1 Mei 1586 door hen is gedaan tegen de Hoogheid enz. van
Hare Majesteit van Engeland, tegen de autoriteit, het bevel en de goede
meening van den Grave van Leycester, ten nadeele en tot minachting van
den Stadhouder, en strijdig
met de algemeene welvaart des Lands. .... 1587. IV, 691.
--Zie Bulle. Negotiatie. Ongelden.
Privilegiën. Procuratiën. Quota.
Rentemeesters. Verschillen. Vrede. Vrijgeleide.
--(Graafschap). Zie Friesland.
Oostermeer. Zie Verbond.
Oosterzee. Aan het dorp Oosterzee eene Waag
toegestaan en
geconfirmeerd, alsmede aan de Lemmer, doch deze tot revocatie. 14
Augustus 1506. II, 252.
Oost-Friesland. Plakkaat, dat men de schepen
met hunne
goederen, Oost-Friesland en Embden toebehoorende, die zij herwaarts
overbrengen, of binnen deze Landen gekocht zullen hebben, zal aanslaan
en arresteren. 21 October 1545. III, 95.
--Zie Friesland. Processiën. Vrede. Willem III.
(Graaf). Zout.
Oost-Friezen. Zie Friezen van Oostergoo.
Kampen. Pandinge.
Verbond. Volmagt. Wapenstilstand.
Oosthem.
Voorwaarden, op welke de eerste jonge Priester in den
dorpe Oosthem, gelegen in Wijmbritseradeel, is aangesteld.
Junij 1478. I, 678.
--Zie Compromis.
Oost-Indië. Octrooi, verleend door de Staten
van Friesland
aan de Ingezetenen dezer Provincie, tot voortzetting van de Scheepvaart
en Koophandel op Oost-Indië. 1 April 1642. V, 471.
-- Reglement en Artikelen van de Oost-Indische Compagnie,
betrekkelijk opgemeld Octrooi, voor de Ingezetenen van Friesland.
2 April 1642. V, 471.
Oost-Indische Compagnie. Approbatie van het
Octrooi voor de Oost-Indische Compagnie. 23 April 1642. V. 477.
--- Resolutie, betrekkelijk de vereeniging der Oost- en
West-Indische Compagnie, met insluiting der Friesche Oost-Indische
Compagnie. 5 December 1645. V, 495.
--Resolutie, nopens het oprigten van eene Oost-Indische Compagnie in deze Provincie.
18 Maart 1648.
V, 515.
--Resolutie, waarbij aan de OostIndische Compagnie in Friesland
voorschrijving verleend wordt, om vrije zeebrieven te bekomen. 14 Julij
1648. V, 516.
De Staten consenteren in de prolongatie
der geoctroijeerde Oost-Indische Compagnie, gedurende deze
loopende eeuw, onder zekere bepalingen. 11 Februarij 1665.
V, 743.
--Zie Approbatie. Gecommitteerden.
Landsdag No. 84. Oost-Indië. Predikanten.
Sijnode.
Oost-Indische Waren. Zie Admiraliteit.
Oostzee. Zie Propijn.
Opbreng. Brief van Christoffel, Grave tot
Meurs en tot Zarwerden,
Stadhouder, aan Pastoren, Rigteren en gemeene Ingezetenen, om betaling
en opbreng van zekere penningen. 28 Januarij 1522.
L. B. 115. II, 428.
--Zie Floreen. Geld. Gerkesklooster. Kanselarij. Krijgsvolk.
Middelen. Propijn.
Opeisching.. Zie Kapitalen.
Opgraven.. Zie Kolonels-Diep. Vaart.
Opheffing.. Zie Haardstedegeld. Middelen.
Penning (Honderdsten).
Opkomsten. Zie Ameland. Commanderie.
Geestelijkheid. Landsdag No. 25.
Opkoop.. Zie Eetbare Waren.
Oploop.. Zie Krijgsvolk.
Oproer.. Zie Rebellen.
Oproerige Acten of Geschriften. Resolutie,
houdende een
plakkaat en verbod tegen het teekenen of het presenteren ter teekening van
Oproerige Acten of Geschriften. 20 Julij 1678. V, 1142.
--Handel. Missive van den Magistraat van Brussel,
vens een gedrukt waarachtig verhaal van den Oproerigen van zekeren
Monnik, Anthenius Ruyskenvelt genaamd, in hare gehouden, aan den
Magistraat van Leeuwarden overgezonden.
Junij 1581. IV, 257.
Oproermakers.. Ordonnantie, dat de Officiers
alle Oproermakers
moeten apprehenderen, en hunne vergaderingen verhinderen of doen
scheiden; desgelijks ook allen te vatten en scherp te examineren, die
kwade tijdingen uitstrooijen of verspreiden. Voorts dat binnen de zes
naastvolgende maanden geene paarden, ten oorlog bekwaam zijnde, anders
dan op de openbare Markten in de Steden mogen verkocht, en vervolgens
niet geleverd worden, dan met voorkennis en approbatie van den
principalen Officier aldaar; gelijk ook gedaan en geobserveerd moet
worden met het geweer en munitiën van oorlog, die ook zonder paspoort
niet mogen vervoerd worden. 25 Februarij 1566. III, 661.
Oproermakers.. Zie Kerkschenders.
Kwaadwilligen.
Opschorting.. Zie Interessen.
Opschot.. Resolutie, dat de Ingezetenen van
hunne bezittingen
boven de vijf duizend gulden een zeker Opschot aan den Lande moeten
doen. 24 Mei 1622. V, 273.
--Resolutie, dat de Penningen, door de
Ontvangers der Grietenijen aan den Lande opgeschoten, door hunne
opvolgers in officio zullen betaald worden. 29 Maart 1667. V, 760.
--Notificatie over het opschieten van Penningen door Ingezetenen,
die tien duizend gulden en daarboven begoedigd zijn. 19 Junij
1696. VI, 262.
--Zie Advocaten. Ambtenaren. Doopsgezinden. Officianten.
Penning (Honderdsten). Propijn.
Opsterland.. Brief van het Geregt van
Opsterland aan Mr.
Mamme, Pieter Haijesz. en Frans Minnema, in welke zij zich
ontschuldigen, dat zij, noch hunne Ingezetenen, eenige schade hebben
gedaan aan de Zijlen van de Stad Leeuwarden. 14 April 1501. II, 216.
--Zie Aesga. Grensscheiding. Verbond.
Optogt.. Zie Doopsgezinden.
Optwijzel.. Zie Vaart.
Oranje (Prinsen van).. Zie Prinsen van Oranje.
Orck Abbezoon.
Regt en Raad der Steden Leeuwarden, Sneek en Bolsward, bevelen Orck
Abbezoon, om de Stins van Ruurd Roorda, door hem ingenomen, weder over
te geven, en zich van geweld te onthouden. 14 Februarij 1484. I, 724.
--Orck Abbezoon verklaart, voor het Geregt van
Menaldumadeel te willen voldoen aan de Baar, te
Leeuwarden
gemaakt, over het verschil tusschen hem en Ruurd Roorda, wegens Ruurds
Stins, die Orck afgeloopen had; daartegen verklaart Ruurd Roorda, dat
hij niet verschuldigd is voorsz. Baar te houden, noch zulks
ook wil doen. 30 April 1487. I, 740.
Orde.. Zie Landsdag No. 83. Leeuwarden.
Orden.. Zie Kloosters.
Ordonnantiën.. Zie Godsdienst . Landsdag No.
28, 48, 56, 78.
Landsordonnantie. Rebellen. Rekenmeesters.
Stadhouders.
Organisten. Zie Schoolmeesters.
Ornementen. Ordonnantie, dat de Ornementen en
andere
goederen , tot de dienst Gods noodig en gewoonlijk zijnde, voor zoo
verre die ontbreken, weder moeten bezorgd, dat de Kerkelanden voor
Nieuwjaarsdag opgezegd en voor het toekomende publiek verhuurd, en voor
het overige, dat de Plakkaten, op de dienst Gods en het vieren der Zon-
en Feestdagen, voortijds gepubliceerd, naauwkeurig moeten onderhouden
worden. 11 December 1568.
III, 759.
Osinga (Jancke). Commissie voor Jancke Osinga
tot Grietman over Wonseradeel, door den Koning van Spanje gegeven. 22
November 1580. IV, 220.
--Sybrand van. Zie Huwelijks-Proclamatiën.
Ossetille. Vincentius, Prior van Lunekerk,
Johannes Elbing,
Supprior, Pargrinus, Procurator, en de gemeene Conventualen in Achlum,
nemen aan de Schotdeuren van de Ossetille bij Achlum ten eeuwigen dage
te onderhouden. .... 1539. II, 779
Otto (Keizer). Zie Elten (Klooster te). Jagt.
Oude Bildtzijl. Resolutie, om de Oude
Bildtzijl, nabij de Leije gelegen, te dempen. 10 Maart 1652. V, 541
Oudeklooster. Zie Oldeklooster.
Ouderlingen. Zie Militairen. Predikanten.
Oudheden. Vernietiging daarvan enz. Zie
Voorrede, I, 20, II, 23.
Oudkerk. Zie Rijweg.
Overdragt. Zie Friesland. Landsdag No. 36.
Nederlanden. Regering.
Overigheid. Zie Mennonieten. Pastoren. Vijand.
Overijssel. Aanschrijving, om alle Ingezetenen
van
Overijssel, alhis bevonden wordende te zijn, of nog te komen, te
arresteren, bij represaille, terwijl die van Overijssel eenige
Ingezetenen uit Weststellingwerf opgeligt hebbende, en te Kampen en
Deventer in de tentie gebragt, als nog gevangen houden, zonder die te
willen ontslaan, schoon alle middelen en billijke presentatiën zijn
aangewend en voorgeslagen. 8 December 1602. IV, 1239.
--Zie Dienst (Vreemde). Dijken. Kerk. Oorlog.
Overkomst. Zie Johan van Oostenrijk.
Overlast. Notificatie, tot wering van allen
Overlast aan de
Ingezetenen, zoo door het weghalen van haver, rogge en hooi, alsmede
inboedels, eetwaren enz., waardoor hunne personen en goedere schade
lijden. 4 Augustus 1672. V, 834.
--Zie Militairen. Militie.
Overlevering. Zie Coevorden.
Overlijden. Zie Philips II.
Overlooperts. Zie Vagebonden.
Overrompeling. Zie Zutphen.
Overschrijving. Zie Personen (Uitblijvende).
Overspel. Resolutie waarbij:
1°. De straffe, op Overspel gesteld, wordt verhoogd.
2°. Gelast wordt het Tuchthuis te verkoopen, en de koopschat te besteden tot reparatie
en herbouwing van 's Landschaps Gevangenhuis op 't gedemolieerde
Blokhuis, en tevens tot opbouwing van eene nieuwe poort voor het
Landschapshuis. 18 September 1619.
V, 254.
Overste. Zie Merode (B. van).
Overstemming. Zie Stemmen.
Oversten. Zie Officieren.
Overstrooming. Zie Inundatie. Meijers.
Propijn.
Overwinning. Zie Dankdag.
Overzyivester. Zie Munnekezijl.
P.
Paalwerk. Palen. Zie Dijken. Stavoren.
Strandgoederen. Strandrooverijen.
Paarden. Plakkaat van den Grave van Leycester,
waarbij de
uitvoer van Paarden geheel verboden wordt, onder welk voorwendsel of op
welke wijze het ook zij, met annullatie van alle zoodanige Paspoorten,
als daaromtrent mogten gegeven zijn, uitgezonderd alleen dezulke, die
door Leycester zelven zijn verleend. 10 April 1586.
IV, 591.
--Resolutie, waarbij het Plakkaat op den naam van hunne
Hoog Mogenden, den 16 Januarij 1690 tegen den uitvoer
van Paarden, zonder onderscheid door geallieerde of vijands Landen,
geëmaneerd, voor zooveel de Provincie Friesland aangaat, ten opzigte
der Geallieerden, buiten kracht gesteld wordt. 29 Maart 1690.
VI, 166.
--Missive aan hunne Hoog Mogenden, betrekkelijk het verbod van den
uitvoer van Paarden. 12 December 1691. VI, 186.
--Zie Dienst (Vreemde). Hengsten. Landsdag No. 8, 31.
Lutheranen. Merriën. Moerpaarden. Oproermakers. Tuchthuis.
Paardenheld. Zie Penning (Vijfhonderdsten).
Paardenstaarten. Resolutie, waarbij het
afsnijden der Paardenstaarten bij eene bepaalde straffe verboden wordt.
12 Maart 1652.
V, 547.
--Plakkaat tegen het afsnijden der Paardenstaarten.
7 Junij 1653. V, 558.
Paardenvolk. Zie Ligting.
Pacht. Pachten. Brief van Johan Goldstein,
Kapitein te
Dokkum, aan Abbe of Aebe Sjuxma, Grietman in Perwerderadeel, houdende
een bevel, om order te stellen, dat geene Pacht of Renten aan de
Bourgondischen betaald of opgebragt worden, onder verbeurte van lijf en
goed. 10 Maart 1522. L. B. 116. II, 429.
Pacht. Pachten. Zie Bildtlanden. Compromis.
Fraude. Landheeren. Landsdag No. 66. Leeuwarden. Verpachting.
Pachtenaars.Pachters. Remis van vijf duizend gulden aan de Pachtenaars
van deConsumptiën, onder zekere conditiën, verleend. 30 Mei 1595. IV, 878.
--Notificatie, dat alle Pachters, Collecteurs en Cherchers
onder eede beloven zullen, geene koopmanschap te drijven in zulke
waren, waarvan zij pachten, collecten en recherchen hebben. 19 Maart
1697. VI, 273.
--Zie Collecteurs. Fraude. Obligatiën.
Pachtzaken. Zie Dong. Nedergeregten.
Pacificatie. Pacificatie van Gent, gesloten
tusschen de Staten der
Nederlanden en den Heere Prins van Oranje. 8
November 1576. III, 1075.
--Verzoek aan den Hove, bij Request van den Abt van
Klaarkamp en anderen, om een Landsdag uit te schrijven
tot het
benoemen van Gecommitteerden, om daar het van nooden zal wezen te
bewerken, van mede in de Pacificatie van Gent begrepen te worden, met
de afwijzende dispositie van het Hof. 5 December 1576. III,
1076.
--Procuratie van die van Leeuwarden, voor zich zelven
en zoo veel noodig mede vervangende de andere Steden van Friesland, op
den Burgemeester Aesge Harmens en Johan Huberts, Gezworen Gemeensman,
om bij de Regering te Brussel te verzoeken, om mede begrepen te worden
in de voorgemelde Pacificatie van Gent. 6 December 1576. III, 1077.
--Ordonnantie, om de Pacificatie alomme in de Steden
en Vlekken van den Lande van Friesland te doen publiceren. 11 December
1576. III, 1081.
--Procuratie der Staten van Friesland voor de Heeren
Schelte van Tjaarda, Marten van der Nitsen en Feyke
Tatmans, om
uit den naam van de algemeene Ingezetenen der Platte Landen zich te
transporteren naar Brussel, en zich met de Generale Staten te
vereenigen, tot onderhouding van de gemaakte Pacificatie met den Prins
van Oranje, en die van Holland en Zeeland met hunne geassosieerden
enz., doch alles zonder vermindering van 's Lands Privilegiën.
6 Maart 1577. III, 1106.
--Instructie voor de gemelde Gezanten der Staten van
Friesland naar Brussel. 6 Maart 1577. III, 1106.
--Missive van den
Koning van Spanje uit Madrid aan de Staten van Friesland, betreffende
de ratificatie der Pacificatie. 7 April 1577. III, 1121.
--Acte van de Burgerij van
Leeuwarden, houdende
approbatie der Pacificatie van Gent, en om te accorderen de voldoening
der twee maanden Familiepenningen, om redenen en onder reserve, daarin
gemeld. 20 Augustus 1577. III, 1149.
--Publicatie, behelzende eene declaratie van een artikel
in de Pacificatie van Gent, aangaande het restitueren der onroerende
goederen, die in de voorgaande Troebelen geconfisqueerd zijn geweest .
22 April 1578. III, 1191.
--Ordonnantie des Konings, op de onderhouding van de
Pacificatie van Gent; mitsgaders verbod van Handel met
den
voorts om niet te prediken of te profereren eenige woorden of zaken,
strekkende tot oproer en seditie tegen de Hooge Overigheid dezer Landen.
22 April 1578. III, 1192.
--Zie Gedeputeerden. Johan van Oostenrijk. Landsdag
No. 23. Stadhouders. Troebelen.
Pagus Forestensns. Zie Jagt.
Paijementen. Zie Munt (De).
Paijetille. Uitspraak van Mr. Hector van
Hoxwier,
Keizerlijke Majesteits Raad in Friesland, als Commissaris, betreffende
het leggen, bekostigen en successief onderhoud van eene nieuwe Zijl, in
de plaats van Paijetille. 12 Mei 1539. II, 744 .
Paijezijl. Accoord gesloten voor
Commissarissen van den
Hove van Friesland, over het opmaken en repareren van Paijezijl,
liggende omtrent het Klooster van Achlum. 29 October 1552.
III, 305.
--Quitantie, gepasseerd door den Magistraat en gezworen
Gemeente van Franeker, aan eenen Johannes Reynszoon,
bedankende
hem voor de opmaking en goede reparatie van Paijezijl, waartoe zij voor
deze reis met eene zekere som hem waren te hulp gekomen. 24
April 1562. III, 570.
Palatinus (J.G.). Zie Alumnen.
Paltz. Zie Fransche Vlugtelingen.
Pandectae Florentinae. Zie Voorrede, II, 18.
Pandinge. Panden. De Pandinge, door Boudijn
van Baernsdorp,
cnm soc, op de Oost-Friezen gedaan, en nog te doen, door Graaf Willem
in waarde gehouden. 24 Julij 1326. I, 176.
--Graaf Willem staat toe aan Jan Helme van Bremen
cum soc., en Jan Everaartsz. van Enkhuizen, om te Panden op de
Oost-Friezen. 1 en 14 Januarij 1347. I, 203.
--Hertog Willem staat toe aan Jan den Hout, Burger
van Zierikzee, om te mogen Panden op de Oost-Friezen, overmits de
schade aan hem gedaan. .. Junij 1347. I, 204.
--Hertog
Willem veroorlooft Spoybloyt van der Wijc en Dirck van Wimmen uter
Wike, om op de Oost-Friezen te mogen Uitleggen en te Panden. .. Mei
1348. I, 206.
--Pieter Lieuwezoon, cum soc., mogen Panden op de
Oost-Friezen. .. Mei 1348. 1, 207.
--Zie Oorlog.
Pannebakkers. Zie Keurmeesters.
Pannen. Zie Keurmeesters.
Fantier. Zie Stavoren.
Papegaais-Pijp. Zie Bolsward.
Papen. Zie Jezuiten. Priesters.
Papier. Zie Voorrede, II, 18.
Papiermerken. Zie Voorrede, II, 87.
Papisten. Resolutie, dat geene Papisten zullen
mogen zijn
Bijzitters, Dorpsregters, Kerkvoogden, Ontvangers of Schooldienaars, en
dat zij bij de verkiezing daarvan geen regt van stemming zullen
genieten. 26 Februarij 1647. V, 501.
--Zie Boelgoeden. Meijers. Stemmen.
Pardon. Bevel tot nadere Publicatie van het
Generaal Pardon,
door den Koning van Spanje op het stuk der laatst ontstane Troebelen
verleend. 27 Julij 1570. III, 830.
--Certificatie, dat de Publicatie van het Generaal Pardon
door Burgemeesters, Schepens en Raden der Stad Leeuwarden geschied is.
6 Augustus 1570. III, 831.
--Vermaning van den Magistraat van Leeuwarden
aan hunne
Ingezetenen, bij publicatie gedaan, om het aangeboden
Pardon
toch aan te nemen, hunne dwalingen en ongehoorzaamheid te erkennen en
weder te keeren tot vereeniging en onderdanigheid van de Kerk en den
Koning, met onderwerping en volbrenging van de zachte penitentie hun op
te leggen, en daartoe elkander zooveel mogelijk aan te manen.
7 October 1570. III, 835.
--Prolongatie van het Koninklijk Generaal Pardon van den
16 November 1569 en 27 Julij 1570, voor den tijd van drie maanden. 30
April 1572. III, 883.
--Order, om nieuwe prolongatie van het Generaal Pardon te
publiceren en eene Volmagt te zenden, om over de propositie, de
uitrusting van Schepen betreflende, nader te adviseren en te
concluderen. 13 en 15 Mei 1572. III, 885.
--Aanschrijving van den
Stadhouder aan de Regenten der
Stad Leeuwarden, tot waarschouwing, dat, het gepretendeerd
Generaal Pardon nog niet gepubliceerd zijnde, de reeds ingekomene
personen weder uit de Stad hebben te vertrekken, tot zoo lang hetzelve
zal zijn afgekondigd. 15 April 1573. III, 934.
--Generaal Pardon voor de Burgers en
Ingezetenen van
Mechelen, ter gelegenheid van de reductie dier Stad, met last aan een
iegelijk, om niemand, wie het ook zijn moge, buiten of in de Stad te
molesteren, onder zekere voorwaarden. 23 Mei 1580.
IV, 157.
--Zie Confoederatie. Godsdienst. Remissiën (Brieven van).
Soldaten.
Parochianen. Zie Pastoren.
Parochiekerk. Zie Stavoren. Workum.
Paskwillen. Ordonnantie, om zekere Plakkaten
nopens
de Inquisitie, Lediggangers, Bedelaars eniLandloopers te doen
publiceren; alsmede dat niemand Paskwillen, fameuse, injurieuse
of Schimpschriften mag maken of verspreiden tegen de Religie, den
Koning, Regenten of Particulieren, bij poene van de galg. 20 September
1566. III, 683.
--Resolutie tegen de oproerige Paskwillen, Schotschriften
en Gedichten tegen de Regenten van-den Lande. 29 November 1634. V, 367.
Paspoorten. Revocatie en cassatie van de Paspoorten, niet onder het
groot Zegel verleend zijnde, en geaccordeerd, om victualiën en
koopmanschappen herwaarts over te brengen, uit de Landen der Rebellen.
16 Januarij 1573. IIl, 922.
--Nadere Ordonnantie , om het Generaliteits-Plakkaat op
het verkenen der Paspoorten voor hen, die uit 's vijands Land komen of
derwaarts gaan, tegen de Jezuiten en hunne scholen, en het studeren op
Spaansche Akademiën, alsnog ter executie te stellen. 10 Julij 1596.
IV, 921.
-- Zie Goederen. Krijgsvolk.
Passagegeld. Resolutie, waarbij het
Passagegeld ingevoerd wordt. 29 Maart 1667. V, 759.
Passen. Zie Uitwateringen.
Passevolanten. Zie Landsdag No. 78.
Passio Qroningana. Zie Voorrede, II, 73.
Pastoren. Pastoors. Plakkaat des Konings,
verbiedende aan
alle Pastoren, Parochianen en Predikanten, te prediken, zeggen of
voort te brengen, eenige schandelijke woorden of zaken, strekkende tot
oproer, aftrekking of kleinachting van het ontzag, den eerbied en
onderdanigheid, aan de Overigheid dezer Landen verschuldigd. 12 April
1578. III, 1189.
--Zie Advertissement. Almenum. Conventualen.
Landsdag No. 6. Opbreng. Propijn.
Pastorijen. Zie Elgersma.
Huizum. Janum. Sijnode. Tractaten.
Pastorij-Goederen. Plakkaat tegen
het verkoopen van Kerke- en Pastorij-Goederen. 21 Februarij
1685. V, 1238.
Pastorij-Landen. Resolutie, houdende dat alle
Landen, onder
Pastorijen binnen deze Provincie behoorende, en alle Geestelijke
Goederen, in de Secretariën en -Kerkeboeken geregistreerd, en daarbij
de Lasten, op dezelve Landen en Goederen liggende, aangeteekend zullen
worden. 26 Maart 1694. VI, 233.
-- Zie Inkwartiering. Inundatie. Taux.
Pastorij-Opkomsten. Resolutie, tot goedkeuring
der suppletie van vier honderd gulden, gevallen op het rapport der Heeren
Gecommitteerden, betreffende de ingeleverde Staten der
Pastorij-Opkomsten binnen deze Provincie. 25 April 1684. V, 1220.
--Resolutie, van goedkeuring tot de suppletie
van vier honderd Caroli-gulden, volgens het rapport der Heeren
Gecommitteerden tot het onderzoek der Pastorij-Opkomsten. 16
Julij 1685. V, 1244.
--Resolutie, waarbij de lijst der suppletie tot,
vier honderd gulden voor de Predikanten, op het rapport der Heeren,
daartoe gecommitteerd, bij Staatsbesluit van 20 Februarij 1686
gearresteerd, goedgekeurd wordt. 11 Junij 1686. V, 1255.
--Resolutie, waarbij de lijsten, door de Gecommitteerden
van hunne Edel Mogenden geformeerd, rakende het suppleren
der Pastorijen tot vier honderd Caroli-gulden, goedgekeurd wordt.
23 September 1687. VI, 131.
--Resolutie, waarbij de besognes en de lijst,
door Gecommitteerden uit hunne Edel Mogenden gemaakt, nopens de
suppletiën der Pastorijen, die geen vier honderd Caroligulden 's jaars
bedragen, goedgekeurd worden. 10 April 1688.
VI, 138.
--Resolutie, waarbij de lijsten, door de Heeren
Gecommitteerden geformeerd, nopens de suppletiën der Pastorijen,
die geen vier honderd guldens opbrengen, goedgekeurd worden. 26 April
1689. VI, 150.
--Resolutie, inhoudende de goedkeuring der
lijsten, gemaakt door Heeren Gecommitteerden van zulke Pastorijen, die
in den verledenen jare geen vier honderd Caroli-gulden hebben kunnen
opbrengen. 29 Maart 1690. VI, 164.
--Resolutie, waarbij de lijsten, door Heeren
Gecommitteerden uit hunne Edel Mogenden opgemaakt, betrekkelijk
de Pastorijen, die geen vier honderd Caroli-gulden opbrengen, worden
goedgekeurd. 24 April 1691. VI, 175.
--Resolutie, waarbij de
lijsten,
betrekkelijk de Pastorijen, geen vier honderd Caroli-gulden
opbrengende, goedgekeurd worden. 26 Maart 1692. VI, 192.
--Resolutie, waarbij de besognes, betrekkelijk
de Pastorijen, geen vier honderd gulden 's jaars kunnende geven,
goedgekeurd worden. 23 Maart 1693. VI, 203.
--Resolutie, houdende goedkeuring der besognes
en lijsten, door hunne Edel Mogenden gemaakt, betrekkelijk de
Pastorijen, die geen vier honderd gulden 's jaars renderen. 28 Maart
1694. VI, 234 .
--Zie Goederen.
Patenten. Patent van Zijne Excellentie Prins
Maurits van
Nassau, gepasseerd op Pieter van Dorp, de Kapiteins Assendelft en
l'Espine, naar Friesland ter dispositie van den Stadhouder, tot nader
order. 18 November 1591. IV, 779,
--Resolutie, dat de order, op het uitgeven van Patenten,
in den jare 1651 op de groote Vergadering in 's Hage beraamd,
naauwkeurig zal worden nagekomen. 25 Februarij 1660. V, 632.
--Missive van de Staten van Friesland aan Zijne Hoogheid
den Heere Prins van Oranje, betrekkelijk de Patenten. 23 Mei 1674. V,
2031.
--Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerden gelast worden,
met bijvoeging van 's Lands Secretaris, eene Deductie over het
oude Regt, hetwelk de Stadhouder en de Heeren van het Collegie,
betrekkelijk de Patenten, gehad hebben, op te stellen. 10 Maart 1677.
V, 1122.
--Zie Johan Willem Friso. Kapitein.
Patronaatschap. Zie Collatiën
Paus Paulus IV. Pius IV. Pius V. Zie Bisschop.
Bulle. Wapenstilstand.
Pauselijke Ceremoniën. Plakkaat tegen de
uitoefening van de
Pauselijke Ceremoniën, en het doen en hooren der Misse als anderzins
gepleegd. 15 November 1594. IV, 865.
--Plakkaat, waarbij op het
scherpste verboden wordt, het bijwonen van alle zamenkomsten ofte
conventiculen tot het aanhooren van Missen, of plegen van andere
Roomsche en Pauselijke Ceremoniën. 8 April 1597. IV, 961.
--Ordonnantie, om de Plakkaten op
afdoening der Pauselijke Ceremoniën, op de Huwelijken en Heilige dagen
van nieuws te publiceren. Voorts orders, belangende het emplooi der
Beneficie-Goederen, en het verkiezen van Administratoren daarover,
alsmede Schoolmeesters enz. 17 September 1597.
IV, 970.
Pauselijke Ceremoniën. Ordonnantie tot het
vernieuwen van
het Plakkaat van den jare 1597, gestatueerd tegen het oefenen, hooren
of bijwonen van de Pauselijke Ceremoniën en Superstitiën, met de
clausule van preventie in het executeren dezes, en de toeeigening van
een derde der boete, daaraan verknocht, vermeerderd. 14 Junij 1609. V,
161.
--Zie Predikanten.
Pausgezinden. Ordonnantie tot naauwkeurige
onderhouding van
het Plakkaat van den 15 November 1594, tegen de Vergadering der
Pausgezinden, tot het doen en hooren der Misse en andere hunner
Ceremoniën, gestatueerd. 16 November 1596. IV, 952.
--Resolutie, waarbij besloten wordt, alle Plakkaten
en Ordonnantiën, tegen de Pausgezinden voormaals gegeven, naar hunne
kracht en inhoud ten uitvoer te brengen. 25 Februarij 1675.
V, 1105.
--Zie Bededag. Testamenten.
Pavismagoet. Zie Gerkesklooster.
Peije (W.). Zie Rentemeester.
Peil. Resolutie, waarbij de Gedeputeerden
worden gelast, om
te letten op het Peil van het water der Zijlen en Sluizen. 18 Maart
1648. V, 514.
--Resolutie, waarbij de Dijkgraaf der Vijf Deelen gelast wordt,
met overroeping der naastgelegen Grietslieden, Magistraten en andere
geïnteresseerde personen, een Peil op het invloeijen van het zout water
te stellen. 10 Maart 1652. V, 541.
--Resolutie, tegen het invloeijen van het zout water. 26 Februarij
1653. V, 550.
--Resolutie, om een Peil tot wering van het zoute water vast
te stellen, de Zijl te Makkum met Schutdeuren te voorzien en met een
Tol te bezwaren. 20 Februarij 1658. V, 603.
--Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerden gelast worden, een Peil op
het versch water te slaan. 22 Maart 1673. V, 974.
--Resolutie, om het water, thans in de Provincie zijnde, op te
houden, en geen zout water meer binnen te laten, dan bij de hoogste
noodzakelijkheid. 24 Mei 1673. V, 979.
--Resolutie, waarbij de Gecommitteerden tot het slaan van een Peil
op het binnenwater gelast worden, om, ten overstaan van Prins Maurits
van Nassau, zonder verder uitstel, een vast en bekwaam Peil op het
water te stellen. 19 Julij 1673. V, 990.
Pelgrims. Zie Kruistogten.
Penitentie. Zie Godsdienst. Pardon.
Penning. Penningen. Zie Contributie.
Fournissement. Landsdag No. 7. Munt (De). Opschot . Verschot.
Penning (Achtste). Ordonnantie op de betaling
en invordering van den Achtsten Penning over geheel Friesland. 23
Januarij l578.
III, 1179.
--Order van den Stadhouder, President en
Raden in Friesland, aan de Officiers en Magistraten, die
in
gebreke zijn gebleven, om ten spoedigste de Cohieren van den Achtsten
Penning op te maken en over te zenden, bij poene, dat men anders zulks
op hunne kosten zal doen. 26 Februarij 1578.
III, 1185.
-- Ordonnantie, om den verschenen termijn van
den Achtsten Penning der Huren op te brengen voor den 24 dezer, op
privatie van Officie. 15 Maart 1578. III, 1187.
--Nadere Ordonnantie aan de Officiers en
Magistraten, die in gebreke zijn gebleven, om alsnog op
te maken
en over te zenden de Cohieren van den Achtsten Penning, bij privatie van
hun ambt en vier dubbele boete. Voorts om geene Granen of
Ammunitie
te voeren naar plaatsen, door den vijand geoccupeerd, en eindelijk
eene tauxatie omtrent de Huren van Klooster- en alle andere
Convents-Meijers Landen. 28 April 1578.
III, 1195.
--Zie Floreen. Middelen.
--(Tiende). Resolutie, wegens den ophef van den Tienden
Penning. 3 Maart 1666. V, 750.
--(Twintigste). Zie Leeuwarden.
--(Een en Twintigste).. Zie Leen.
--(Vijf en Twintigste).. Resolutie, behelzende een
nadere interpretatie op het point van reductie van intressen op den Vijf
en Twintigsten Penning der bij het Land genegotieerde gelden. 23 April
1670. V, 798
--Notificatie, dat de reductie
van 's Lands interessen zal beginnen met den verschijndag, 27 April
1670. V, 799.
--(Dertigste).. Zie Middelen.
--(Zes en Vijftigste).. Ordonnantie, betreffende den
Zes en Vijftigsten Penning. 8 Maart 1646. V, 496.
--Resolutie, waarbij vastgesteld
wordt, dat de Zes en Vijftigste Penning der landen, waarvan de
hornlegers in de eene Grietenij, en de landen, daaronder behoorende, in
eene andere Grietenij liggen, zal worden betaald ter plaatse, waar de
landen gelegen zijn. 4 Augustus 1683.
V, 1215.
--Resolutie, dat de Zes en
Vijftigste Penning en het Consentgeld zal betaald moeten worden van
huizen, woningen en hoven op het Vliet en elders, onder de jurisdictie
der Stad Leeuwarden gelegen. 24 September 1687.
VI, 133.
--Resolutie, behelzende eene nadere opheldering
van het Staatsbesluit van den 24 September 1687, betrekkelijk het
betalen van den Zes en Vijftigsten Penning en het
Consentgeld der huizingen en hoven aldaar gemeld. 20 Februarij
1688. VI, 136.
--Resolutie, dat de te verkoopene - landen aan de Provincie
vervallen van den Zes en Vijftigsten
Penning, Bode- en Consentgelden zullen bevrijd zijn. 10 April 1688.
VI, 141.
Resolutie, nopens het betalen
der Consentgelden en den Zes en Vijftigsten Penning. 26 November 1698.
VI, 305.
--Zie Consentgeld. Molenaars.
Ontvanger-Generaal. Veenlanden.
--(Honderdste). Consent, door de Koninginne Regente
gegeven, om de boter en kaas en diergelijke waren naar vreemde Landen
te mogen uitvoeren, zonder betaling van den Honderdsten Penning. 7
Julij 1545. III, 75.
--Verklaring der Koninginne Regente,
dat de goederen en koopmanschappen, uit Holland, Zeeland en Braband in
Friesland komende om aldaar gedistribueerd en gesleten te worden,
bevrijd zijn van de-betaling van den Honderdsten Penning. 7 Julij 1545.
III, 76.
--Request der Heeren Sixtus en Pieter
van Dekema en Georg van Roorda, Gedeputeerden der Landen van Friesland,
aan de Vrouwe Gouvernante, tot afdoening van den Honderdsten Penning,
met het appointèment 31 October 1545.
III, 97,
--Resolutie, waarbij de belasting van
den Honderdsten Penning van alle middelen, die de Ingezetenen dezer
Provincie in bonis mogen hebben, ingevoerd wordt 13 Januarij 1672. V,
812.
--Missive aan de Officieren en Magistraten
in Friesland, behelzende de redenen, die hunne Edel Mogenden
genoodzaakt hebben, de goederen hunner Ingezetenen met den
Honderdsten Penning te bezwaren. 1 Junij 1689. VI, 156.
--Plakkaat, dat alle Curatoren over goederen van
minderjarige personen, gehouden zullen zijn, den Honderdsten Penning
van dezelve, zoowel wegens het verloopene als het tegenwoordige jaar, te
voldoen. 24 Mei 1690. VI, 169.
--Resolutie, dat de afkorting van den
Honderdsten Penning van alle Ordonnantiën, bij
Staats-Resolutie
van den 20 Februarij ll. gearresteerd, zal aanvang nemen op dato 25
Maart 1692. VI, 191.
--Notificatie, waarbij alle Ingezetenen,
die in de Cohieren der tauxatie van den Honderdsten Penning met geene
kapitalen, maar alleen met twee of een Stuiver per week, zijn
aangeslagen, en die vermeenen niet te kunnen contribueeren, gelast
worden, zich bij de Grietslieden en Magistraten, waaronder zij gezeten
zijn, aan te geven. 29 Maart 1694. VI, 236.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt,
boven den Honderdsten Penning, waarmede de Ingezetenen dezer Provincie
bezwaard zijn, nog den Duizendsten te heffen. 28 Maart 1695. VI, 260.
--Resolutie, dat de Honderdste Penning,
van de Gage der Geappointeerden afgetrokken wordende, door henzelven
moet worden gehoed. 4 Maart 1699. VI, 320.
--Plakkaat, over het heffen van den Honderdsten Penning. 9 April 1701. VI, 352.
--Missive aan de respective Grietslieden
en Magistraten, betrekkelijk het heffen van den Honderdsten Penning. 9
April 1701. VI, 359.
Resolutie, waarbij Gecommitteerden
aangesteld worden, om de Cohieren van den Honderdsten Penning te
revideren, en de personen, die zij oordeelen te laag te zijn
aangeslagen, naar hunne beste kennis te verhoogen. 14 Julij 1701 .
VI, 361.
--Plakkaat, betrekkelijk de tauxatie van
den Honderdsten Penning. 24 September 1701. VI, 363.
--Missive aan de Geregten, daartoe betrekkelijk.
24 September 1701. VI, 365.
--Plakkaat, betreffende het opschieten
van den Honderdsten Penning in gewerkt Zilver. 17 Junij 1702
VI, 381.
--Notificatie, dat zoodanige Ingezetenen,
welke zich te hoog in den Honderdsten Penning aangeslagen vinden, zelf
de begrooting onder eede mogen doen. 17 Junij 1702.
VI, 382.
--Notificatie, om den tweeden termijn
van een te doen opschot, volgens de quotisatie van den Honderdsten
Penning, met gewerkt Zilver te kunnen betalen voor den 28 Februarij
eerstkomende, na welken tijd geen Zilver zal worden ontvangen. 15
Januarij 1703. VI, 391.
--Plakkaat, waarbij vastgesteld is, dat
alle Ingezetenen dezer Provincie, die in den Honderdsten Penning staan
aangeteekend met eene som van vijf duizend gulden en daarboven,
gehouden zullen wezen, aan den Lande op te schieten zulk eene som, als
zij, naar proportie van het Kapitaal, waarop zij in de Goedschatting
van den jare 1702 zijn getauxeerd geweest, aan den Honderdsten Penning
hebben moeten betalen. 21 April 1703.
VI, 397.
--Notificatie, wegens het doen van den
eed door de Ingezetenen dezer Provincie, die zich bevinden in de
Cohieren van den Honderdsten Penning voor dit jaar te hoog te zijn
aangeslagen. 16 Junij 1703. VI, 399.
--Resolutie, waarbij is vastgesteld, dat
de contributie van den Honderdsten Penning van de goederen der
Ingezetenen zal worden verhoogd met een tiende, zoodat boven de voorsz.
Honderdste, nog een Duizendste Penning zal moeten worden betaald. 22
Maart 1704. VI, 409.
--Resolutie, waarbij is vastgesteld, dat
wederom een opschot van den Honderdsten Penning van de goederen der
Ingezetenen zal worden gevorderd, te weten van dezulke, die op vijf
duizend gulden en daarboven zijn geschat. 12 April 1704. VI, 410.
--Plakkaat, dat alle Ingezetenen, ten
Cohiere op vijf duizend gulden en daarboven aangeteekend
staande, gehouden zullen zijn, aan den Lande op te schieten zulk eene
som, als zij, naar evenredigheid van het kapitaal, waarop zij in de
Cohieren van Goedschatting zijn getauxeerd, aan den Honderdsten Penning
hebben moeten betalen. 12 April 1704. VI, 413.
-- Notificatie, nopens de betaling van den
eersten termijn van het Opschot. 16 Augustus 1704. VI, 420.
-- Zie Floreen. Goedschatting. Inundatie. Landsdag No. 7. Lijfrente.
--Tweehonderdste. Zie Goederen. Goedschatting.
--(Vierhonderdste). Zie Goedschatting.
--(Vijfhonderdste). Resolutie, dat de Vijfhonderdste
Penning na de laatste betaling niet meer ingesteld, en de Cohieren
ingetrokken en vernietigd zullen worden. 8 Augustus 1623.
V, 286.
--Penning- (Vijfhonderdste). Reglement, door de
Staten vanFriesland goedgekeurd,
betrekkelijk het heffen van den Vijfhonderdsten
Penning van de impositie der Hoornbeesten, bezaaide Luden, Paarden,
Schoorsteengeld en Breukenpacht; alsmede aangaand de Limietscheiding
van hooge en lage Kwartieren. 9 Maart 1637.
V, 401.
--Zie Negotiatie. Taux.
--(Duizendste). Zie Penning (Honderdste).
Pensiën. Zie Alumnen. Conventualen. Landsdag
No. 31, 57. Scholieren.
Pensioen. Zie Lijfpensioenen.
Predikants-Weduwen. Trajectensis.
Pensioenbrief. Pensioenbrief,
gegeven door den Keizer aan mr.
Sydts Tzyarda, tot zestig ponden jaarlijks. 18 October 1527
II, 535.
Perkement. Zie Voorrede, II, 29.
Persona. Heer Andries,
Persona te Kimswerd, aangesteld tot Persona
te Franeker, in plaats van Heer Inthet. 21 Julij 1436. I, 514.
--Zie Aalsum.
Personen (Besmette). Zie Boeken.
--(Buitenlandsche). Zie Taux.
--(Gecondemneerde) Ordonnantie van den Hove van
Friesland aan den Magistraat van Leeuwarden, om de namen
der
Gecondemneerde Personen, waarvan de lijst volgt, op de gewone plaatsen
te doen affigeren. 8 September 1568. III, 752.
--Zie Kloostergoederen.
--(Geprofesside).. Zie Landsdag No. 6. Religieusen.
--(Uitblijvende.. Ordonnantie, om de namen enz. en
Vertrokkene en Uitblijvende Personen over te schrijven,
en aan hen ondertusschen hunne vrouwen en kinderen toe te zenden.
19 Mei 1568. III, 735.
--(Verdachte). Zie Lediggangers.
--(Vreemde). Ordonnantie van den Magistraat van Leeuwarden,
om aan geen vreemde Personen woningen te verhuren zonder
voorkennis van den Magistraat. 23 December 1587. IV, 691.
Pest. Reglement en Ordonnantie, hoe te
handelen in tijden van Pest. 10 September 1532. II, 622.
--Ordonnantie, om tegen de hierin beschrevene Pestdragers te
waken; de huizen en personen met Pest besmet te doen teekenen, en dat
niemand in plaatsen mag inkomen, geen Dantziger vlas ingebragt, noch
huisraad of kleederen gekocht worden, dan na verloop
van een behoorlijken en hierin bepaalden tijd, na de besmetting
van dezelve. 24 November 1564. III, 640.
--Ordonnantie, door den Raad der Stede
Leeuwarden
geconcipieerd en gemaakt, nopens de Pest; mitsgaders der Bewaarders en
Dragers, met den aankleve van dien. 31 Augustus 1576.
III, 1066.
--Precautie tegen de toenemende Pestziekte. 4 September 1576.
III, 1068.
Ordonnantie, door den Raad der Stad Leeuwarden gerenoveerd,
gemaakt en gestatueerd, nopens de Pest, mitsgaders der Bewaarders en
Dragers, met den aankleve van dien. 16 September 1581.
IV, 271.
Pestdragers. Zie Pest .
Petitie. Resolutie, bij welke de Staten van
Friesland, voor
hun quota, consenteren in de Petitie van 300,000 gulden, en
schikkingen, daartoe gemaakt. 23 Augustus 1599. IV, 1055.
Petitieboeken. Zie Landsdag No. 82. .
Petitiën (Generale). Generale Petitie van den
Raad van State, voor den jare 1593. 9 November 1592. IV, 802.
--- Generale Petitie van den Raad van State,
voor den jare 1604. 10 November 1603. IV, 1263.
--Resolutie en Advijs der Staten van Friesland, op de Generale
Petitie en Staten van Oorlog, zoo ordinaris als extraordinaris; op het
merkelijk verschil in het aanslaan der Bondgenooten, en betoog, dat
dezelve Staten van Oorlog nader behoorden te worden veranderd. 9
Januarij 1675. V, 1100.
Philips van Bourgondië. 1434-1467. Zie
Friesland.
Gehoorzaamheid. Kapitein. Lakens. Ongelden. Oorlog. Privilegiën.
Regering. Rentemeesters. Vervreemding. Vrede. Vrijgeleide. Zoen.
--Oostenrijk. Missive van Hertog Philips van Oostenrijk aan de
Friezen, onder het beleg van Franeker geschreven, om Gedeputeerden naar
Enkhuizen te zenden, ten einde zijne begeerten en meening over de
geschillen en onlusten, tusschen hen en den Hertog van Saksen, te doen
verstaan. 24 Junij 1500. Daarop volgt de Kopij van den brief van Johan,
Grave van Egmond, en Heer Cornelis van Bergen aan Hertog Hendrik te
Franeker gezonden, den 28 Junij 1500. L. B. 9. II, 213. Zie Albert van
Saksen.
Philips II. 1549-1581. Ontwerp van den vorm
van den eed,
welke Friesland bereid is den Prins van Spanje te doen. 11 October
1549. III, 175.
--Commissie van Philips, Prins van
Spanje, op den
Grave van Aremberg, om in deszelfs naam den eed van Friesland af te
nemen, en denzelven Lande den vereischten eed te doen. 31 October 1549.
III, 178.
--Acte van den Landsdag, gehouden door de Staten van
Friesland, den 17 Januarij 1550 en volgende dagen,
nopens den
eed en huldiging van Philips, Prins van Spanje, ingevalle van
aflijvigheid des Keizers als Erfheer van Friesland, en aangaande de
approbatie en ratificatie van het Tractaat, door den Keizer met het
Duitsche Rijk gesloten. 17 Januarij tot 3 Februarij 1550.
III, 181.
--Acte, gepasseerd door Ludolf van Hattum en Jacob
Rousseau, Raden in den Hove van Friesland, van den eed,
door
hen, als gesubstitueerden van den Grave van Aremberg, in den naam van
Philips, Prins van Spanje, den Steden van Friesland gedaan.
16 Junij 1550. III, 212.
--Kopij van de eeden, door Isbrand, Abt te Lidlum, Sicke
van Dekema, Ridder, en Mr. Aggeus Albada, beide Raden des Keizers van
Friesland, Schelte van Lyauckama en Jemme van Burmania, Heerschappen,
Tjomme Wybes, Olderman, te Sneek, Jacob Sybrand, te Leeuwarden en
Reyner Annes, te Bolsward, Burgemeesters, Gedeputeerden en Volmagten
van de Landen en Steden in Friesland, gedaan te Brussel van wege de
voorsz. Landen en Steden aan Koning Philips II, en wederom door
denzelfden Koning aan deze Landen gedaan. 26 October 1555. III, 378.
--Plakkaat van de Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden,
waarbij de Koning van Spanje wordt verklaard vervallen te zijn van de
overheid en heerschappij dezer Landen, en verboden wordt zijn naam en
zegels meer te gebruiken. 26 Julij 1581
IV, 264 .
--Zie Accijs. Alba. Ammunitie. Bedelaars. Beroerten. Biervaten.
Bildt. Boekdrukkerijen. Boeken. Boeymer (E) Briel. Buskruid. Camminga
(W. v.). Catholijk Geloof. Daalders. Dankdag. Dienst. Dijken.
Dijkgraaf. Duiven. Edicten. Engelschen. Franeker. Frankrijk.
Gebannenen. Gedeputeerden. Gerkesklooster. Geweldenarijen. Giften.
Godsdienst. Goederen Gouden Gulden. Goutum (W. van). Granen. . Gratie.
Haring. Harlingen. Haver. Heidenen. Hopperus (J.). Impositiën. Index
expurgatorius. Johan van Oostenrijk. Justitie (Civiele en Crimineele).
Kanselarij. Kerkschenders. Ketterijen. Knechten. Koopmanschappen.
Krijgsvolk. Kwaadwilligen. Lakens. Landsdag No. 8, 9, 11, 14, 15.
Leeuwarden. Leger. Loterijen. Menaldumadeel. Middelen. Munt (De).
Nederlanden. Octrooi. Oproermakers. Osinga (Janke). Pacificatie.
Paspoorten. Pastoren. Prebende. Privilegiën. Processiën. Propijn.
Proviandeurs. Rebellen. Renten. Schepen. Schippers. Sneek. Soldaten.
Staten. Stavoren. Strandgoederen. Studeren. Tacozijl. Tarwe.
Tijdrekening. Troebelen. Uitgewekenen. Verklaring der Staten
(Jaarlijksche). Voetbogen. Watervloed. Westdongeradeel. Wildemarkt.
Workum. Zeeregten. Zwanen. Zwendij (L. v.).
Philipsen. Zie Floreen.
Philips-gulden. Ordonnantie, dat niemand den
Philips-gulden
hooger, dan tot acht en twintig Stuivers, zal mogen uitgeven, en het
ander geld gelijk het in Holland gangbaar is. 17 Mei 1525. II, 496.
Philopator (Boekje). Resolutie der Heeren
Gedeputeerden,
waarbij het Boekje, getiteld: Het vervolg van het leven van Philopator,
als strijdig met de leer der H. Drieëenheid, het Goddelijk gezag en de
Heilige Schrift, spottende met alle Godsdiensten, verboden wordt. 29
Januarij 1698. VI, 283.
Philosophia S. S. intrpres etc. Zie Boekje
(Latijnsch).
Piemont. Zie Fransche Vlugtelingen.
Piemontesche Dallieden. Consent in het doen
eener generale
Collecte ten behoeve der Piemontesche Dallieden, die wegens de
Hervormde Leer vervolgd worden. 24 September 1687. VI, 134.
Pieters (Engfb.).. Zie Gratie.
Pijbinga (H.). Zie Sjaarda (D.).
Pijl (IJzeren). Zie Voetboden.
Pijphorne. Zie Bolsward.
Pingjum. Verbond of Willekeur, gemaakt door de
Ingezetenen
van Pingjum, bij raad hunner Geestelijken, naar welken de
Tolle-Grietman met zijne Tollen regten zal. 30 Maart 1504. II, 233.
Pionniers.. Zie Leeuwarden.
Piraten. Zie Zeeroovers.
Pistoletten. Zie Munt (De).
Pistoolschot. Zie Willem I.
Pius IV. Zie Bulle.
-- V. Zie Bulle.
Plaatsvervangers. Zie Doopsgezinden.
Placet. Zie Landsdag No. 6. Prebende.
Plakkaten. Ordonnantie aan de respective
Geregten, over het
publiceren van zekere Plakkaten, om zich te informeren en den Hove te
adverteren, wat personen tot de dienst van Graaf Lodewijk vertrokken
zijn, alsmede gelijke informatie en advertentie te doen, nopens het
leven der Priesters. 25 Augustus 1568. III, 748.
--Ordonnantie, om te publiceren zekere twee Koninklijke Plakkaten,
en verbod om geen Proviand naar eenige Hollandsij Steden te zenden of
voeren, uitgezonderd Amsterdam en Gooiland 2 Augustus 1572. III, 839
--Resolutie, om aan de Klassis
kopijen te zenden van zulke Plakkaten, die de Kerk betreffen. 7 November
1656. V, 589.
--Zie Drukker ('s Lands). Godsdienst. Goederen. Granen. Inquisitie. Revijsen.
Plakken. Advertentie en waarschouwing, dat de
Overijsselsche
zoogenaamde balve Plakken, uitgegeven wordende voor het
zestiende
deel van een Brabandschen Stuiver, niet hooger gemunt zijn, dan op een
acht en twintigste deel van dien Stuiver. 24 Januarij 1539.
II, 725.
Plantagiën. Zie Boomen. Taux.
Planten Zie Jagt.
Pleitgedingen. Zie Mindergetal.
Ploeggangen. Zie Landsdag No. 9, 11.
Pluimgraaf. Commissie van Keizer Karel voor
Boin Benedictusz., als Pluimgraaf van Friesland. 13 Julij 1525. II, 500.
-- Artikelen van Boeten, waarnaar zich de Pluimend
zal hebben te reguleren. 19 Julij 1529. II, 560.
--Request van de Gedeputeerden van Friesland aan den
Stadhouder en het Hof, tegen den Pluimgraaf Caspar de
Louw 25 Februarij 1559. III, 41
Pluimgraafschap. Het Pluimgraafschap in
Friesland verpacht
voor vier jaren aan Lutteke Boon te Workum, voor vijftig gulden 's jaars.
6 April 1525. II, 491.
--Het Pluimgraafschap voor den tijd van drie
jaren verpacht, 's jaars voor twaalf pond van veertig grooten. 12 Julij
1539. II, 755.
--Artikelen van Boeten en Breuken, door den Hof
van Friesland geordonneerd, die men van ouds, aangaande Officie van
Pluimgraafschap, gewoon is te onderhouden. 19 Julij 1539. II, 756.
--Interpretatie op de 10e, 14e en 15e artiki
van de Ordonnantie op het Pluimgraafschap, handelende van de Zwanen. 28
October 1539. II, 768.
Conditiën en artikelen, nopens de verpachting
van het Pluimgraafschap van Friesland. 2 Maart 1563. III, 583.
-- Zie Landsdag No. 14.
Poelen. Zie Meren.
Poelgeest. (D. v.). Zie Stavoren.
Poes (Dirk). Zie Stavoren.
Poinconneren. Zie Goudguldens.
Pointen. Zie Landsdag No. 76, 82.
--van Reformatie en Redres. Resolutie, waarbij eenige
Heeren uit den Staat benoemd worden, om de Remonstrantiën, Pointen
van Reformatie en Redres, door de Heeren Gecommitteerden uit de Steden
ingediend, nader te examineren. 18 September 1672. V, 835.
--Instructie, waarnaar de
Heeren, bij 's Lands Resolutie van den 18 dezer
gecommitteerd
tot het examineren van de Reformatore Artikelen, door de
Gecommitteerden uit de respective Steden dezer Provincie ten Landsdage
ingediend, zich zullen hebben te gedragen. 20 September 1672.
V, 835.
--Besognes van de Reformatore Pointen, door de Gecommitteerden uit de respective en
gezamenlijke Steden in Friesland aan de Edel Mogende Heeren Staten van
die Provincie overgeleverd, met de Remonstrantiën der Steden, en de
Consideratiën der Heeren Gecommitteerden. 24 September 1672. V, 837.
--Remarques op de ingediende
Consideratiën aan de Edel Mogende Heeren Staten van het Land,
ingeleverd door de Gecommitteerden van de respective Steden in
Friesland. 26 September 1672. V, 860.
--Resolutiën, waarbij de
Heeren Staten vorenstaande Remonstrantiën, Consideratiën
en Remarques onder eenige bepaling goedkeuren. 27 September
1672.
V, 862.
--Resolutie, waarbij alle
Besluiten der Heeren Gedeputeerden, na het arresteren
der
Resolutie Reformatoor op den 27 September laatstleden genomen, voor
onwettig en van geene waarde verklaard worden. 1 November
1672. V,864.
Polder. Zie Grondheeren.
Policie. Ordonnantie, Pointen en Artikelen, betreffende de Policie der
Steden, en in het bijzonder zekere schikkingen tot eene goede defensie
der Stad Harlingen in geval van belegering. 31 Maart 1576. III, 1048.
--Zie Godsdienst. Hof van Friesland. Landsdag No. 6, 29.
Militie. Officiers.
Pomperg, (P. van). Aan Peter van Pomperg de
goederen van Popke te Engwierum toegestaan. 31 December 1516. II, 342.
Pond. Zie Voorrede, I, 98.
Pond Groot. Zie Voorrede, I, 98.
Ponden Vlaamsen. Zie Munt (De).
Ponnama. Zie Gerkesklooster.
Pontsoenen. Zie Munt (De).
Poorten. Zie Leeuwarden.
Popka Doyngha. Zie Klaarkamp.
Popke. Zie Pomperg (P. v.).
Popma (Ciprianus a). Zie Voorrede, II, 83.
Poppema (H.). Zie Aalsum.
--(P.). Zie Gerkesklooster.
Popte Zie Schouten.
Portugal. Zie Christenen. Engeland (Koninginne
van).
Post. Notificatie van het aanstellen van een
Post van
Leeuwarden op Zwolle, en voorts op alle Hollandsche en ook andere
Steden en Landen, mitsgaders van de order en tijd van het afrijden en
aankomen van de Postillons, en de port der Brieven op dien Post
gestatueerd. 23 Mei 1663. V, 693.
Postacta. Zie Sijnode.
Post- en Sluisgeld. Zie Roertol.
Postgeld.. Zie Harlingen.
Postmeester Resolutie, waarbij de Staten van
Friesland de
aanstelling van eenen Postmeester in deze Provincie, door hunne
Gedeputeerden gedaan, goedkeuren. 12 Februarij 1664. V, 707.
--Zie Landsdag No. 6.
Potestaat. Zie Albert van Saksen.
Potter (T.). Aan Tijman Potter, gevangen
genomen zijnde door
Aybe Rambodisma, vergund, om denzelven Aybe, en allen, die in
Harlingerland, in Oost-Friesland, wonen, voor zoo verre zij niet
begrepen zijn in den Vrede met de Friezen gemaakt, weder te mogen
vangen en schade toe te brengen. 24 October 1392. I, 253.
Praeëminentie. Zie Voorzitting.
Praejudicie. Zie Privilegiën.
Praemie Zie Spions.
Praerogativen. Zie Veldmaarschalk.
Praescriptie. Zie Godsdienst.
Praktijk. Zie Hof van Friesland.
Praktizijns. Resolutie, betrekkelijk het
admitteren der Praktizijns voor het Collegie der Heeren Gedeputeerden.
4 Augustus 1664.
V, 733.
--Resolutie, dat geene Praktizijns voor eenig Geregt zullen
mogen practiseren, voor zij daartoe door het Geregt zijn
toegelaten. 16 Mei 1666. V, 754
Praktizijns. Zie Notarissen.
Prebendariën. Zie Landsdag No. 6.
Prebende. Brieven van Placet, door Koning
Philips gegeven,
op de collatie der Prebende van den dorpe Oldeouwer, op den persoon van
Pieter Okkes, door Cunerus Petri, Bisschop van Leeuwarden, gedaan. 26
Maart 1575. III, 1009.
--Zie Leen.
Predicaren.. Hertog Albert neemt de Predicaren
van het Jacobijner Klooster te Leeuwarden in zijne bescherming. 8
Augustus 1396.
I, 258.
--Zie Vrijgeleide.
Predikambt. Resolutie, om geene personen tot
het Predikambt
toe te laten, tenzij dezelven bij de Klassen, ten overstaan van twee
Professoren en twee Scholarchen, onderzocht, geëxamineerd en bekwaam
gevonden zijn. 21 Augustus 1611. V, 183.
Predikanten. Ordonnantie, dat
alle Dorpen, die alleen een Predikant kunnen onderhouden, en tot nog
toe geen hebben beroepen, gehouden zullen zijn zulks aanstonds te doen,
en alle misbruiken omtrent de Beneficiale of Kerkegoederen te
remedieren. Voorts de Ordonnantie op de Huwelijks-bevestiging en de
Sabbats-ontheiliging, met het Plakkaat tegen de Pauselijke Ceremoniën,
strikt te onderhouden en op nieuw te publiceren. 31 Maart 1596. IV,
897.
--Resolutiën, behelzende:
l°. Dat de Koters, ledematen van de kerk zijnde, tot stemming
en verkiezing van Predikanten zullen worden toegelaten.
2°. Dat de
Alumnen op 's Lands Universiteit op een en veertig zullen uitsterven of
afgaan, ten einde de jaarlijksche pensiën daardoor te verhoogen.
3. Dat
het ambt van Bewindhebber der Oost-Indische Compagnie
ambulatoor zal zijn.
4°. Autorisatie op het Collegie, om de oude
schulden, achtervolgens 's Hofs definitive sententiën, aan de
triomfanten te betalen.
5. Eene nadere opheldering der Resolutie van den 16 Februarij
1616, over de Stemming ten Landsdage enz. genomen, waarbij de kapitale
straf dergenen, die zich tegen die Resolutie in de Stemming mengen, in
eene geldboete veranderd wordt. 22 Februarij 1618. V, 246.
--Resolutie
der drie Landkwartieren, dat de Schotschietende Ingezetenen ten platten
Lande zich in het verkiezen van Predikanten hebben te reguleren naar
den ouden voet, costumen, tractaten en privilegiën, zonder wijders. 16
April 1622. V, 270.
--Resolutie, door de Staten van
Oostergoo, Westergoo en Zevenwouden genomen, op een Request van de
Klassis van Leeuwarden, betrekkelijk de beroeping van Predikanten. 23
Mei 1621. V, 271.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, dat de beroeping
der Predikanten aan de Klassen ter approbatie of improbatie moeten
worden gepresenteerd. 8 Maart 1627. V, 300.
--Resolutie en ordonnantie, nopens de verkiezing van
eenen Predikant in de Grietenij Doniawarstal. 7 Maart 1630. V, 326.
--Reglement, betrekkelijk het stemmen van Predikanten
ten Platten Lande, door den Stadhouder en Gecommitteerden uit de Staten
voorgesteld, met de daarop gevolgde approbatore Besolutie. 14 Maart
1645. V, 489.
--Resolutie, dat geene Predikanten als Kerkvoogden
zullen mogen stemmen, wegens hunne kerkegoederen. 24 December 1647. V,
508.
--Resolutie, nopens het aanstellen van Predikanten op
de Vloten. 31 Augustus 1653. V, 562.
--Resolutie, dat de Predikanten geene Klassen zullen
houden, dan in tegenwoordigheid van Ouderlingen. 23 April 1657.
V, 591
--Resolutie, waarbij aan de Predikanten van Berlikum,
Wier en Beetgum zekere Bildtrenten, volgens eene
conventie van
1506, tusschen den Hertog van Saksen en die van het Bildt aangegaan,
worden toegekend. 26 Februarij 1659. V, 618.
--Resolutie, dat het Klokklippen, tot beroeping van
Predikanten in de Dorpen, alleen op order van den
Officier geschieden. 16 Februarij 1667. V, 756.
--De Staten van Friesland verklaren bij nadere interpretatie,
dat de beroepende Kerken, in de Steden en ten Platten, Lande,
bij hare gewone vrijheid in het beroepen van Predikanten zullen worden
gelaten; des dat ceteris paribus behoorlijk acht op de Ingezetenen
dezer Provincie genomen worde. 21 Februarij 1668.
V, 767.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, dat, zoo er
in beroepingen van Predikanten eenig verschil over stemmen mogte
ontstaan, bij tijds authentieke kopijen uit de Stemcohieren van de
quaestieuse plaats aan het Collegie zullen moeten verzocht worden.
3 September 1670. V, 799.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, dat de Predikanten,
zoowel als andere Ingezetenen, zullen hebben te betalen hetgeen,
waarmede zij, zoo ten aanzien van den extraordinairen dukaton op den
Floreen, als het gemis van een vierde gedeelte van hun tractement
aangeslagen zijn. 30 Augustus 1673. V, 996.
--Resolutie, waarbij de exemtie der
Predikanten
van den extraordinaris dukaton en het geven van een vierde gedeelte van
hun tractement, wordt afgewezen. 21 November 1673. V, 999.
--Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerden de beroeping van eenen
Franschen Predikant goedkeuren. 10 Januarij 1680. V, 1169.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, houdende eene
opheldering van het 7e Artikel van het Reglement van den 19 Maart 1645,
op het verkiezen der Predikanten. 17 Mei 1684.
V, 1227.
--Nadere Resolutie der Heeren Gedeputeerden, betrekkelijk dezelfde
opheldering van het 7e Artikel van vorengemeld Reglement . 17 Mei 1684.
V, 1228.
--Resolutie, betrekkelijk het verzoek der Deputaten
van de Sijnode te Sneek, ten opzigte der Predikanten, die nog geene
suppletie genieten. 20 Februarij 1686. V, 1252.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, naar het voorbeeld van
andere naburige Vorsten, om tien Fransche gevlugte Predikanten binnen
deze Provincie, op een tractement van vier honderd gulden, aan te
stellen. 20 Februarij 1686. V, 1253.
--Resolutie, dat geene Predikanten eenige personen,
die in hunne Stad of Dorp geene proclamatiën hebben gehad, zullen mogen
trouwen, ten zij het hun blijke, dat drie wettige proclamatiën zonder
Spiering zijn voorgegaan. 3 April 1687. VI, 126.
--Resolutie, behelzende eene conventie, betrekkelijk het
stemmen van Predikanten voor de Dorpen Joure, Westermeer en Snikzwaag,
benevens approbatie en ratificatie van het Collegie. 30 December 1698.
VI, 307.
--Resolutie, waarbij aan de Gereformeerde Stemdragende
Ingezetenen van de Dorpen Donkerbroek, Haule, Oosterwolde,
Fochteloo en Appelscha toegestaan wordt, het gecombineerd Predikambt te
mogen splitsen in tweeën, om, in plaats van één, twee Predikanten te
mogen beroepen. 13 Julij 1700. VI, 339.
--Zie Dathenus (P.). Engeland (Koninginne van). Formulieren.
Godsdienst. Inkwartiering. Landsdag No. 28, 32, 61, 66. Mesvechten.
Pastoren. Professoren. Sijnode. Slooten. Vasten Bededagen.
Predikants-Weduwen. Resolutie, waarbij 's
Lands Staten zekere Pensioenen aan de Predikants-Weduwen toeleggen. 26
April 1651.
V. 532.
--Resolutie, dat geene
tractementen van Predikants-Weduwen met arresten mogen bezwaard worden.
6 September 1660. V, 647.
--Resolutie, waarbij de Jaarwedden der Predikants-Weduwen op
2400 gulden gebragt worden, mits
dat ieder Predikant tien gulden 's jaars daartoe contribueert .
15 Februarij 1661. V, 653.
Predikdienst.. Ordonnantie van den Stadhouder,
President en
Raden, dat niemand onder de Predikdienst zal mogen verschijnen op de
wallen, straten, poorten of in herbergen, maar stil in zijn huis
blijven. Voorts dat de Magistraten hunne stadspoorten onder de
predicatiën en onder den middagmaaltijd moeten gesloten houden; alsmede
goede Dag- en Nachtwacht houden; de stad van Oorlogsen Levensmiddelen
wel te doen voorzien; het Parool 's nachts een of tweemaal te
veranderen; gelijk mede dat de Wachten in de Corps du Garde, en
generalijk tegen den vijand, naar vereisch van hunnen pligt op hunne
hoede zijn. 14 September 1584. IV, 508.
Prediken. Zie Pacificatie.
Preëminentie. Zie Voorzitting.
Preferentie. Zie Grondheeren.
Prejudicando (Acte de non). Zie Gedeputeerden.
Privilegiën.
Prelaatschap. Zie Gerkesklooster.
Prelaten. Zie Conventualen. Landsdag No. 6, 9,
11. Privilegiën.
Premie. Zie Spions.
Prenten. Zie Boeken.
Prerogativen. Zie Veldmaarschalk.
Presentatie. Afslaand antwoord van den Hertog
van Aarschot
en de andere Afgezanten der Staten te Keulen, op de Presentatie der
Keizerlijke Commissarissen aldaar, aangaande verschillende staatkundige
en godsdienstige aangelegenheden. 12 Julij 1579. IV, 52.
--Zie Gedeputeerden. Propijn. Soldaten.
President. Zie Gedeputeerden. Stemmen.
Presidentschap.. Zie Aijsma (H. v.).
Mindergetal.
Pretensiën. Zie Landsdag No. 25, 43.
Priesters. Beroepbrief voor eenen Priester,
met verzoek van approbatie aan den Stadhouder. ..... 1506. II, 257.
--Ordonnantie op het onderhouden van de Priesters-huizen.
11 December 1509. II, 267.
--Bevel, dat de Priesters, die den Keizer de behoorlijke
geloften niet gedaan, noch representatie bekomen hebben, zulks binnen
twintig dagen moeten doen. 5 Mei 1525. II, 495.
--Ordonnantie, dat alle Priesters hunne diensten in de kerken
zullen waarnemen, gelijk zij van ouds gewoon en volgens den inhoud
van hunne keurbrieven verpligt zijn. 2 October 1566.
III, 684.
--Plakkaat, dat de afgezette Priesters, die, niettegenstaande
zekere Resolutie en verbod, nogtans nalatig en weigerachtig waren hunne
huisvrouwen in facie Ecclesiae te trouwen, binnen eene maand uit dezen
Lande moeten vertrekken, bij poene van aan lijf en goed gestraft te
zullen worden. 9 November 1581. IV, 280.
--Ordonnantie en verbod van den Magistraat van Leeuwarden, dat
geene onveranderde en ongetrouwde Papen en Monniken, noch hunne
zoogenaamde huisvrouwen, binnen de Stad of jurisdictie van Leeuwarden
mogen komen, bij poene van het overste kleed, met nog eene clausule,
bij het inkomen en aangeven der vreemde gelogeerde personen te
onderhouden. 16 Junij 1582.
IV, 296.
--Resolutie, om het Plakkaat van 1649 tegen de Roomsche
Priesters te vernieuwen en met eenige boeten te
vermeerderen. 10 Maart 1652. V, 544.
--Resolutie tegen de stoutigheden der Roomsche Priesters.
6 December 1661. V, 665.
--Resolutie, om de Plakkaten tegen de Papen, Paapsche
zamenkomsten, en tegen het ligtvaardig vloeken en zweren te vernieuwen.
22 Februarij 1667. V, 757.
--Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerden
gelast worden, de Plakkaten tegen de
Paapsche stoutigheden te hernieuwen. 20 Februarij 1686. V, 1253.
--Zie Beneficiën. Burum. Giften. Klaarkamp. Krijgsvolk.
Landsdag No. 3, 4, 5, 6, 9, 11. Leeuwarden.
Oosthem.
Plakkaten. Propijn.
Priesterschap. Oprigting van een Jonger Priesterschap in den Dorpe
Kornjum. ........ 1482. I, 708.
Priesters-Huizen. Zie Priesters.
Prijsverklaring. Zie Spanjaards.
Prins. Zie Processiën.
Prinsen van Oranje. Zie Eed. Hendrik Casimir II. Pacificatie. Patenten.
Soldaten. Uitsluiting. Verschillen. Vrede. Willem I. Willem III. Willem
Hendrik.
--(Vreemde). Zie Dienst (Vreemde).
Priorinnen. Zie Conventualen.
Priors. Zie Conventualen. Nijeklooster.
Privilegiën. Privilegium anni DCCCII, quod
Imperator Carolus
Magnus dedit Frisiis, cujus Autographum scriptum in membranis, et
sigillatum est Arnemii in Geldria, quo translatum fuit per Carolum,
Ducem Geldriae, cum ei pareret Frisia. ...... 802.
1,44.
--Keizer Karel de Groote bevestigt de vrijheid en
voorregten der Friezen, tot eene belooning hunner dapperheid enz.
(Vertaling.)
I, 46.
Wilhelmus Rex renovat et
confirmat omnia Jura,
Libertates ac Privilegia, a Carolo Magno Imperatore Frisonibus
concessa. 3 November 1248. I, 94.
Koning Willem bevestigt den Friezen, om de trouwe
diensten, hem
in de belegering van Aken bewezen, alle hunne voorregten en vrijheden
van Keizer Karel den Groote verkregen. (Vertaling.)
I, 94.
--Floris V, Graaf van Holland, schenkt aan de Stad
Stavoren verscheidene Voorregten en Vrijheden. 1 April 1292.
I, 126.
--Graaf Jan II bevestigt de Voorregten, aan die van Stavoren
door Graaf Floris V gegeven. 27 Maart 1299 en 1300. I, 134.
--De Graaf bevestigt de vrijheid en het regt, door die
van de Stad Stavoren van zijnen Vader verkregen. 16 Maart 1338, I 194.
--Hertog Willem bevestigt de Voorregten, door zijne
Voorouders aan die van Stavoren verleend. ..
Januarij 1352. 1,209.
--Hertog Willem bevestigt de Voorregten, aan die van
Stavoren door Floris de V en Jan II, Graven van Holland,
gegeven. 1 Maart 1353. I, 210.
--Privilegie-brief, gegeven aan
de Stad Stavoren, door Waldemar, Koning van Denemarken. 21 September
1363. I, 227.
--Privilegiën, door Albert, Koning van Zweden, gegeven
aan die van Stavoren en Hindeloopen. 25 Julij 1368. I, 230.
--Privilegiën, gegeven door Albert, Koning van Zweden,
aan die van Stavoren. 9 October 1368. I, 232.
--De Koning Waldemar en zijne Raden, of de Stenden
des Rijks van Denemarken, geven Voorregten en Vrijheden aan de
Hanze-Steden. 24 Mei 1370. I, 237.
--Privilegia, a Carolo IV Imperatore Oppido Ylcke in
Frisia concessa.
Voorregten van Keizer Karel IV, aan de Stad IJlst gegeven 23 Maart
1379. I, 241.
--De Voorregten, aan de Hanze-Steden gegeven, verlengd
tot Mei naastkomende een jaar lang. 9 Mei 1387. I, 246.
--Regten, en Vrijheden aan die van Oostergoo en Westergoo
gegeven door Hertog Albert van Beijeren. 24 Augustus 1398. I, 285.
--Hertog Albert van Beijeren, Graaf van Holland,
schenkt aan den Commandeur en Broederen van het Klooster der St. Jans
Orde te Sneek eenige Privilegiën in 't bijzonder; en voorts alzulke
Regten, Vrijheden en Privilegiën, als de Heeren van St. Jans Orde, in
den Godshuize van Sint Catharinen te Utrecht en anderen in de Landen
van Holland en Zeeland wonende, door hem en zijne Voorvaderen zijn
gegeven. 5 Augustus 1399.
I, 299.
--Aan Evert Matthijszoon en Allert Rode Doedenzoon
uit Friesland vergund, om in alle Landen en Steden met hunne
Koopmanschappen te mogen reizen, gelijk de Koopluiden van Holland en
Zeeland doen. 12 Januarij 1401. I, 318.
--Voorregten, aan de Stad Stavoren door Hertog Albert
gegeven. 6 December 1401. I, 329.
--Als Boven. 10 Mei 1402. I, 332.
--Sigismundus, Romanorum Rex, rogantibus Frisiis Ori
entalibus et Occidentalibus, confirmat omnia eorum Jura et Privilegia,
et declarat omnia foedera, cum aliis principibus inita, contra
libertatem Frisiacam nulla, ac promittit, quod Frisiam nunquam a Sacro
Imperio alienaturus, neque Frisios extra terram suam ad militiam
evocaturus sit. 30 September 1417. I, 396.
De Roomsch Koning Sigismund bevestigt de Regten, Privilegiën en
Vrijheden der Friezen. (Vertaling.) I, 399.
--Exemtiones et Privilegia Monasterii Sancti Salvatoris,
et Fratrum ejusdem in monte Thabor prope Snecam. 8 April 1420. I, 409.
Voorregten en Privilegiën, gegeven door Keizer Sigismund
aan het Klooster Thabor bij Sneek. (Vertaling). I, 410.
--Confirmatie van de Privilegiën der Stad Stavoren. 9
November 1420. I, 423.
--De Privilegiën, aan die van Oostergoo en Westergoo
gegeven, door Hertog Jan van Beijeren vermeerderd en verbeterd. 17
Augustus 1422. I, 454.
--Prelaten, Pastoren, Grietman, Regters en Hoofdlingen
in Wijmbritseradeel, gunnen en consenteren aan den Eheer (eersten en
oversten Regter) met zijne mederegteren van de Stad IJlst, om te
mogen regten alle zaken, klein en groot, gelijk Burgemeesters en Raad
van Sneek en andere Steden doen, of Voorregten aan de Stad IJlst
gegeven. .. Junij 1424. I, 462.
--Voorregten aan de Stad IJlst
gegeven. ... Junij 1424. I, 462.
_
--De Hertog van Bourgondië belooft den Prelaten, Baanrodsen,
Ridders, Knapen, Steden en Lieden van Holland,
Zeeland en
Friesland, die hem na de overdragte des Hertogs van Braband gehuldigd
hadden, of nog zouden huldigen, te houden bij hunne Privilegiën,
Handvesten enz. 31 December 1425. I, 467.
--Vidimusbrief van de Privilegiën, door den Zweedschen
Koning Albert aan Stavoren en Hindeloopen gegeven.
7 Julij 1435.
I,511.
--Uitspraak, gedaan door Prelaten, Prior, Pastores,
Priesters in Wijmbritseradeel, tusschen Haring Epaz.
Harinxma,
Eheer (eersten Regter) in IJlst, ter eener, en Humma Humminga in Abbega,
en Idzard Douwez. Harinxma in Heeg, Grietmannen in Wijmbritseradeel, ter
andere zijde, waarbij genoemden Regter (Eheer) toegekend wordt, om in
voorsz. Stad IJlst te mogen regten klein en groot; of bevestiging van
de Voorregten en Privilgiën aan de Stad IJlst gegeven. .. September 1450. I,
538.
--Bevestiging van de Voorregten, aan de Stad IJlst gegeven.
.. September 1450. 1,539.
--Artikelen, van welke de Friezen van
Keizer Frederik III provisie en continuatie verzoeken, bijzonder de vernieuwing
alle hunne Privilegiën ..... 1457. 1,592.
--Brief van Keizer Frederik III aan de Friezen, bij
welken hij kennis geeft, dat hij alle hunne Privilegiën, Regte:
Vrijheden, hun van de Roomsche Keizers en Koningen gegeven heeft
bevestigd, en bij opene brieven gelast, om zich aan de gehoorzaamheid
van het Rijk niet te onttrekken, hebbende Hertog Philips van Bourgondië
bevolen, om hen niet meer te molestes maar hunne Voorregten vredig te
laten gebruiken. 10 AuguS 1457. 1,593.
--Keizer Frederik III beveelt de Friezen, dat niemand
van hun onderstaan zal, zich de gehoorzaamheid van het Duitsche Rijk te
onttrekken; met de vertaling uit het Latijn. 10 Augustus 1457. I,
594, 595.
--Keizer Frederik III beveelt Hertog Philips van Bourgondië, de Friezen
niet verder lastig te vallen, met dezelven onder zijne magt en gebied te
willen brengen, maar hun hunne Voorreg- ten en Privilegiën vredig te
laten gebruiken; zich aanbiedende, om de onderlinge geschillen, bij
wege van Justitie, te willen met de vertaling uit het Latijn. 10
Augustus 1457. I, 595,596.
--Statuten en Privilegiën, aan de
Schutterij te Franeker
gegeven. ..... 1462. I, 603.
--Copia authentica Mandati Honofrii, Apostolicae sedis
Legati de Latere, quo Privilegia quaedam religiosis
tertii
Ordinis Sancti Francisci in Leodiensi et Trajectensi dioecesi
conceduntur. 28 October 1468. I, 623.
--De Hertog van Bourgondië verklaart aan de Afgevaardigden
der Friezen, misnoegd te zijn, dat die van Oostergoo en
Westergoo zich hadden aangematigd het regt van Regering, hetwelk door
zijne voorzaten bezeten, en nu op hem vervallen was; dat hij echter
geneigdheid gevoelde om dit te vergeven; en bijaldien gedachte Friezen
de pligt van gehoorzaamheid hemwaarts weder wilden betrachten, hij hen
en hunnen koophandel voorstaan, en hunne Voorregten beschermen zoude.
Daarenboven dagvaart hij uit het midden van hen een getal van twee
honderd personen, om in 's Hage te verschijnen, tegen 1 December, met
toezegging van Vrijgeleide. 2 October 1469. I, 626.
--Brief van de Abten, Prelaten, Hoofdlingen, Steden, het
gemeene Land van Oostergoo en Westergoo aan Karel, Hertog van
Bourgondië, bij welken zij te kennen geven, dat zijn Vader Hertog
Philips geen inbreuk had gemaakt op de Voorregten, hun door Keizer
Karel geschonken en door Koning Willem bevestigd, en verzoeken, dat hij
zich nader wilde verklaren, op welke voorwaarden hij Hertog Heer over
hun Land wezen, en welke Privilegiën hij hun gunnen wilde; met
begeerte, dat de dagvaarding tegen den 1 December, uit aanmerking van
het wintersaizoen, mag worden uitgesteld tot Mei eerstkomende. 17
October 1469. 1, 628.
--Privilegia Caroli, Ducis Burgundiae etc, Frisonibus
irrogata, postquam Dominum sibi cooptassent legitimum.
Voorregten door Karel, Hertog van Bourgondië, den
Friezen gegeven, nadat zij hem tot hunnen wettigen Heer hadden
aangenomen. 9 Julij 1470. I, 637.
--De Steden en Deelen van Westergoo, te Sneek vergaderd,
bevestigen het Privilegie aan de Stad IJlst gegeven. .. Junij
1477. I, 670.
--Privilegiën, aan die van Stavoren gegeven door Christiaan,
Koning van Denemarken. Mei of Junij 1478. I, 677.
--Privilegia, olim ab Imperatoribus Frisiis concessa, a
Frederico III, non solum confirmata, verum etiam ampliata.
1 April 1479. I, 682.
De Privilegiën, door Keizer Karel den Groote en Koning Willem aan
de Friezen gegeven, door Keizer Frederik geconfirmeerd niet
alleen, maar ook vermeerderd, hen ontheffende van alle beloften en
eeden van onderwerpinge, in voortijden den Graven van Holland gedaan,
en bevestiging dies door den Aartshertog Maximiliaan, met toestemming
van Vrouwe Maria en Grooten van Holland. (Vertaling.) I, 686.
--Privilegiën, aan die van Stavoren gegeven, door Lodewijk
XI, Koning van Frankrijk. 9 Julij 1480. I, 693.
--Brief van Johan Rengers ten Post aan die van Oostergoo
en Westergoo, nopens hetgeen hij als Gezant aan den Keizer
verrigt heeft, om de oude en nieuwe Privilegiën bevestigd te krijgen.
.. Mei 1483. I, 720.
--Missive van Douwe Ytinga, Persona te Ytens en
Keizerlijken Majesteits Kapellaan, aan Regt en Raad van
Oostergoo en Westergoo, vergaderd te Sneek, waarbij hij kennis geeft,
dat hij met den Keizer heeft gesproken en vastgesteld, dat zij remissie
zullen hebben van alle achterstalligen tribuut en tijns, benevens
nieuwe confirmatie hunner Privilegiën; en wanneer die van Oostergoo en
Westergoo den Keizer en zijne nakomelingen in het Roomsche Rijk
gehoorzaam zijn, en jaarlijks den tijns van elk huis, dien zij schuldig
zijn, betalen, zal de Keizer aan voorsz. Landen doen, 't welk
een goed Heer aan zijne Landen verschuldigd is. 23 Augustus 1492.
I,753.
--Hugo, Burggraaf van Leissenich enz., van wege Georg
en Hendrik, Gebroeders, Hertogen van Saksen, Stadhouder, houdt de zaak
tusschen die van IJlst ter eener, en die van Sneek en Wijmbritseradeel
ter andere zijde, aangaande de Privilegiën van IJlst in statu, tot dat
door de Hertogen van Saksen daaromtrent nader zal zijn gedisponeerd. 25
Augustus 1502. II, 224.
--Artikelen van Privilegiën en Vrijheden, aan de Stad
Leeuwarden gegund, en verteekend door Graaf Floris van
Egmond, Stadhouder, met belofte, om daarvan te doen expediëren brieven in
behoorlijke forma, zoo wanneer de Magistraat en Burgers van voorsz.
Stad den eed van huldiging aan den Prins van Spanje zullen hebben
gedaan. 30 Junij 1515. II, 310.
--Graaf Floris van Egmond, Stadhouder van Friesland
confirmeert, approbeert en ratificeert de Artikelen, Privilegiën ei
Vrijheden, door hem aan de Stad Leeuwarden vergund. 1 Julij 1515. II,
315.
--Vergunning van verscheidene Privilegiën aan de Stad
Franeker, alsmede bevestiging der Privilegiën, hun voormaals door
Hertog Albert van Saksen en zijne Zonen gegeven, door Floris van
Egmond, in naam van Karel, Prins van Spanje, gedaan. 8
Julij 1515. II, 316.
--Prins Karel van Spanje begiftigt
de Stad
Leeuwarden met verscheidene Geregtigheden, Vrijheden en Privilegiën. 6
Februarij 1516. II, 329.
--Privilegiën, door Karel, Hertog van Gelderland en
Gulick en Grave van Zutphen, aan de Stad Sneek gegeven.
3 Mei 1517. II, 349.
--Privilegiën, door Koning Karel van Castilië aan de
Stad Dokkum gegeven. .. December 1517. II,
362.
--Keizer Karel verleent aan Douwe Jouwsma, Schelto
van Andla, Hoyte Bottez. en Pieter Hommes gelijke Zekerheden, Vrijheden
en Privilegiën, als aan die Heerschappen, die des Keizers partij in
Friesland gehouden hebben. 15 October 1522.
II, 433.
--Privilegiën, door Keizer Karel aan de Stad Leeuwarden
vergund, op nieuw geconfirmeerd, doch met eenige limitatiën. 7
December 1524. II, 478.
--Approbatie en Ratificatie van het accoord, door die van
Steenwijk gemaakt met den Stadhouder Georg Schenk cum
soc., door
den Keizer daartoe gecommitteerd, aangaande verscheidene Privilegiën,
aan de Stad Steenwijk toegestaan. 8 Junij 1527. II, 528.
--Declaratoor van de Prelaten in Friesland, aan den Stadhouder
en Raden, dat zij niets kunnen consenteren in prejudicie van
hunne Privilegiën. 20 April 1532. II, 610.
--Privilegiën, aan de Stad Bolsward door Keizer Karel
verleend. 6 Julij 1534. II, 658.
--Proces-Verbaal van de Commissarissen
Mr. Karel van
der Nitsen en Dr. Hector van Hoxwier, door den Keizer
gecommitteerd,
om af te doen hetgeen tegen de Privilegiën en Tractaten van Friesland
gedaan is. 13 Januarij tot 12 Julij 1540. II, 780.
--Instructie, gemaakt door de gepriviligeerde Heerschappen
van Friesland, op het stuk van de Privilegiën, voor hunne
Gedeputeerden, die zij aan den Keizer zullen afzenden, namelijk Mr.
Sicco van Dekama, Pieter van Dekama en Sybrand van Roorda. 19 September
1545. III, 87.
--Commissie op de Gedeputeerden van Friesland, om af
te doen en te herstellen hetgeen tegen 's Lands Tractaten en
Privilegiën gedaan of gehandeld is. 24 April 1558. III, 427.
--Koning Philippus certificeert en confirmeert de Privilegiën,
in de jaren 1515, 1516 en 1524 aan de Stad Leeuwarden gegund,
met limitatie nogtans van Strafoefening in crimineele delicten. 16 Mei
1558. III, 433.
--Commissie voor den Deurwaarder, om de rectificatie en
confirmatie der Privilegiën, aan de Stad Leeuwarden vergund, te
publiceren. 25 Junij 1558. III, 437.
--Request der
Ingezetenen van Friesland tegen Willem Lindanus, over het verbreken van
hunne Privilegiën. 24 Julij 1559. III, 468.
--Acte van non prejudicie of
vermindering der Privilegiën, aan de Heeren Gecommitteerden verleend.
25 Julij 1559. 1567. III, 470.
--Request voor den Olderman, de Burgemeesters, Schepenen
en Raden der Stad Dokkum, om bij hunne Privilegiën te worden
gemaintineerd; en de Heeren Grietslieden van Oost- en Westdongeradeel
en Dantumadeel te ordonneren, om hunne Regtdagen binnen Dokkum te
houden. 12 Mei, 12 Junij en 17 Julij. [?] III, 710.
--Request van de Burgemeesters, Schepens en Raad van
Dokkum, om ter gelegener tijd te mogen procederen tot
uitzetting
en nominatie van Personen, om daaruit een nieuwen Raad te verkiezen,
en te derogeren het Privilegie, bij de gemeente tot nog toe
geusurpeerd; mitsgaders het appointement, door den Hove daarop gegeven.
18 December 1572. III, 918.
--Privilegiën van Keizer Karel aan de Stad
Dokkum
vergund, door Koning Philips vernieuwd en bevestigd. 4 Julij 1577.
III, 1141.
--Pointen en artikelen, tot conservatie en restauratie van
de Privilegiën, loffelijke gewoonten en goede Costumen, nu over lang in
dezen Lande geobserveerd en gebruikt, door de Gecommitteerden van den
Lande geconcipieerd en in orde gesteld. .. Julij 1580. IV, 185.
--Commissie op eenige Heeren, om met den Stadhouder
te spreken en te handelen tot herstel van 's Lands Privilegiën. 22
Februarij 1581. IV, 235.
--Memorie van de Edelen en Eigenerfden aan de Staten.
tot bewaring van de Privilegiën des Lands, en wel bijzonderlijk dat de
Rekenmeesters en Ontvangers niet behooren ten Landsdage te verschijnen.
13 November 1598. IV, 1017.
--Christiaan IV, Koning van Denemarken, bevestigt het
Privilegie, door Koning Waldemar aan Stavoren gegeven.
30 Augustus 1642. V, 478.
--Resolutie, betrekkelijk de handhaving der Privilegié:
van de Stad Bolsward, tegen verschillende misbruiken, aldaar in de
Regering ingeslopen. 22 November 1672. V, 881.
--Zie Albert van Beijeren.
Doleantiën. Fransche Vluchtelingen. Friesland. Friezen. Karel V.
Klagten. Landsdag No. 9, 11, 14, 18, 35. Professoren. Propijn.
Rebellen. Tol. Verbond. Verschillen. Visschen.
Procederen. Processen.
Ordonnantie op het concluderen en fourneren van Processen. 20 December
1544. III, 58.
--Ordonnantie van den Hove, over het fourneren der
Processen van den Procureur Generaal. 28 Mei 1546. III, 105.
--Ordonnantie op het concluderen en fourneren van Processen.
20 December 1549. III, 181.
--Ordonnantie van den Hove van
Friesland voor de Advocaten, om in het
fourneren van Intendit daarbij te voegen suffisante
procuratie. 27 Junij 1553. III, 314.
--Stijl van Procederen voor den Hove, in cas van Tauxa
tie, door Commissarissen van dien gedaan. 21 Mei 1574. III, 975.
--Zie Accijs. Costumen. Doleantiën. Justitie (Civiele
en Crimineele). Landsdag No. 9, 11, 31. Leeuwarden. Nedergeregten.
Revijsen. Surcheance.
Processïën. Order, om tot dankzegging voor de
gelukkige aankomst des Keizers in Spanje, tot goede eendragt en
verbetering der gebreken in het Christenrijk en wederstand der Turken
en Ongeloovigen, alle weken eene generale en solemneele Processie te
houden. 13 Februarij 1537. II, 692.
--Aanschrijving om zes weken lang Processiën te houden,
tot afbidding om voorspoed op des Keizers wapenen en Heervaart tegen
den Turk enz. 26 Junij 1542. II, 863.
--Aanschrijving, om Processiën te doen, ter bekoming van
Gods zegen over des Keizers wapenen tegen Frankrijk.
31 October 1543. III, 29.
--Ordonnantie, om een maand lang, eenen dag per week,
te houden generale en solemneele Processie, tot een gelukkig einde van
het Concilie van Trente. Voorts verbod, dat niemand meer mag wedden op
een zeker gevangene, of hij Ofken is of niet, en Ordonnantie, tot
vernieuwde publicatie van het Plakkaat op den uitvoer van Granen. 11
Julij 1546. III, 106.
--Ordonnantie, om op de drie eerstkomende Zondagen
na Nieuwjaar generale Processiën te houden, op dat de Troebelen mogen
cesseren. 23 December 1567. III, 725.
--Missive, tot publicatie van zeker Plakkaat; alsmede om
op den 15 Augustus Processiën te houden, en God te danken voor eene
Victorie, op de Geuzen bij Jemmingen in Oost-Friesland behaald. 4
Augustus 1568. III, 743.
--Missive, tot het doen van Processie en
Gebeden,
om voorspoed over 's Konings wapenen, tot eendragt en vrede in de
Catholijke Religie, welvaart des Volks, des Lands en des Komaf-, en ter
eere van Gods heiligen naam. 18 September 1568. III, 753.
--Missive, om, wegens het overlijden van des Konings Zoon, over het geheele
Land op den 3 October en vier volgende dagen de klokken te doen luiden, en
op den zesden dag Proces en Gebeden te doen voor de rust zijner ziel,
en voor den voorspoed en welvaart van den Koning en Zijne Landen enz. 23
September 1568. III, 754.
--Ordonnantie, om Processiën te doen; ten eerste:
den 7 Januarij eerstkomende, wegens het overlijden der Koning van
Spanje, en voor de rust harer ziele te bidden, na alvorens vijf dagen de
klokken geluid te hebben, alles gelijk kort te voren voor den overleden
Prins van Spanje is geschied; ten tweede den 9 dito, om God wegens
eene behaalde Victorie te danken, en Hem nopens de voortduring van
zijnen zegen te bidden. 20 December 1568. III, 759.
--Ordonnantie, tot eene generale Processie over de Victorie,
tegen den Turk bevochten; en voorts om alle mogelijke vlijt aan te
wenden tot het apprehenderen van Knevelaars en andere Kwaaddoeners. 27
en 30 November 1571. III, 872.
--Bevel van den Hove, om, wegens de geboorte van den
Prins, waarvan de Koninginne van Spanje op den 4 December
1571,
te twee ure na middernacht, is verlost, solemneele en generale
Processiën te doen. Alsmede over het afsterven van
de Stadhouder, Grave van Megen, volgens oud gebruik, de klokken luiden, en
daarna in alle kerken uitvaart en begrafenis te houden 15 Januarij 1572.
III, 878.
--Order tot het houden van eene generale Proces
wegens de Victorie door Don Frederico op de Hugenoten bij Bergen in
Henegouwen behaald. 26 Julij 1572. III, 895.
--Bekendmaking van de geboorte van een Prins, waarvan
de Koningin den 11 Augustus 1573 is verlost, met bevel, dat
geestelijke personen, ter eere van dien, hunne devotiën zullen verrigten
en verdienstelijke werken doen. 1 October 1573. III, 952.
--Ordonnantie tot eene Processie over de Victorie
Graaf Lodewijk van Nassau, bij Nijmegen op de
Mokerheide, bevochten.
19 April 1574. III, 970.
--Zie Bidden. Dankdag. Dank- en Bededag.
Religieusen. Surcheance. Tractaten. Vrede. Wapenstilstand
Proclamatiën. Zie
Huwelijks-Proclamatiën.
Procuratiën. Mondelinge Verklaring voor den
Hove, wegens
Steden in Friesland gedaan, houdende consent, om in eene
te
passeren Procuratie, aan de Verschieters van Penningen, te insereren de
clausule van Verzekering, doch zoo wel voor de Landen als voor de Steden.
12 Maart 1577. III, 1109.
--Resolutie, aangaande den vorm der Procuratiën, waarop de
Volmagten ten Landsdage zullen gezonden worden. 10 Maart 1638. V, 443.
--Resolutie, dat het formulier van Procuratie voortaan
onverbrekelijk zal worden gehouden. 10 April 1638. V, 444.
--Resolutie, waarbij de judicature over het veranderen
der Procuratiën aan de Heeren Gedeputeerden uitsluitender wijze
toegekend wordt. 23 Mei 1663. V, 692.
--Resolutie, waarbij het verzoek van eenige Edelen en
Eigenerfden uit Oostergoo en Westergoo, over het
visiteren der Procuratiën, afgewezen wordt. 21 Februarij
1668. V, 766.
--Resolutie der drie Landkwartieren, waarbij vastgesteld
wordt, dat voortaan voor eene fundamenteele wet en order zal
worden gehouden, de Procuratiën der Volmagten ten Landsdage door
Gecommitteerden uit de Staten en de Heeren Gedeputeerden te visiteren
en te laten onderzoeken. 29 Maart 1672.
V, 817.
--Resolutie, genomen door het Kwartier der Steden
tegen het voorgaand Staatsbesluit, over het visiteren der Procuratiën
van de Heeren Volmagten ten Landsdage. 30 Maart 1672.
V, 819.
--Resolutie, waarbij eenige Heeren Gecommitteerd worden,
om de Procuratiën, door de Volmagten ter vergadering ingediend, te
viseren. 16 October 1672. V, 863.
--Resolutie, dat de Procuratiën der
Volmagten ten
Landsdage, voor den jare 1673, door twee Volmagten uit
ieder
Goo, en drie uit het Lid der Steden, ten overstaan van den Heere
Stadhouder, zullen worden gevisiteerd, doch zonder consequentie voor
het toekomende. 9 Januarij 1673. V, 930.
--Commissie op eenige Heeren, om ten overstaan van
den Heer Stadhouder de Procuratiën der Volmagten tot den Lands
dag van 1673 te visiteren. 11 Januarij 1673. V, 935.
--Formulier eener Procuratie voor de Landen. 8 Februarij
1673. V, 953.
--Zie Aernsma (C). Dagvaard. Landsdag No. 25,
29, 78. Oostergoo. Steden. Stemmen. Trajecto (C. de). Volmagten.
Procureur-Greneraal. Ordonnantie, betreffende hetgeen de
Procureur-Generaal in 's Keizers zaken met den Griffier te doen zal
hebben. 14 Mei 1547. III, 123.
--Resolutie, betrekkelijk
de admissie
van den Procureur-Generaal dezer Provincie, tot het uitoefenen van zijn
ambt. 12 April 1679. V, 1168.
--Zie Procederen.
--Subst.). Zie Boeijmer (E.).
Procureurs. Zie Stemming.
Proef. Zie Goudsmeden.
Proeven. Zie Nedergeregten.
Proevenaar. Zie Klaarkamp.
Professiën. Zie Ambten. Religieusen.
Professoren. Den Heeren Gedeputeerde Staten
wordt verboden,
om geen nieuwe Professoren te beroepen noch aan te nemen. 4 April 1600.
IV, 1075.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, houdende verbod
aan alle Professoren en Predikanten, om geene stellingen te leeren,
strijdende met de formulieren van eenigheid. 3 Junij 1682. V, 1203.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, dat de Professoren
en alle Leden der Universiteit wederom zullen genieten die
vrijheid, welke dezelve voor de Resolutie van den 30 Maart 1072 gehad
hebben. 4 Julij 1685. V, 1243.
--Zie Curatoren. Franeker. Landsdag No. 43, 78.
Mesvechten
Profeten. Zie Waarzeggers.
Profijten. Zie Landsdag No. 43.
Prolongatie. Zie Granen. Pardon.
Promotiën. Zie Franeker.
Pronde of Proevene. Zie Aalsum.
Pronunciatiedagen. Resolutie, dat de
Pronunciatiedagen voor het Collegie op Donderdag voor de Vacantiën zullen
worden gehouden 11 November 1664. V, 738.
Propijn. Een Propijn van veertien duizend
Caroli-gulden aan
Zijne Keizerlijke Majesteit, tot een geschenk voor Zijne blijde komst in de
Nederlanden, uit naam der Staten van Friesland, door hunne Gedeputeerden
aangeboden, en sommige artikelen van Doleantie daarbij overgeleverd, met
het antwoord van Zijne Majesteit op dezelve. 2 September 1531. II, 579.
--Rekening van des Keizers Propijn, alsmede van de zes
Stuivers op den gulden rente, tot bepaling van de
Dijken, in den jare 1529 in Westergoo omgeslagen. .... 1534. II, 661.
--Antwoord der Staten, op de propositie van wege den Keizer
gedaan, belangende een Propijn tot vervanging der kosten, ter
verovering van Groningen, Coevorden, Kuikhorst [Kinkhorst bij Meppel] en Drenthe. 10 October
1537. II, 708.
Propijn. Acte, waarbij de Gecommitteerden van
den Keizer
verklaren geen genoegen te nemen in het antwoord der Staten op hun
voorstel, tot het inwilligen van zeker Propijn, van 's Keizers wege
gedaan, met revocatie der apostillen, op de overgeleverde artikelen van
bezwaar verleend. 15 October 1537. II, 713.
--Belofte of verklaring des Keizers, dat de Gratuiteit van
veertig duizend Caroli-gulden, Zijner Majesteit door de Staten van
Friesland verleend, niet in consequentie zal worden getrokken, en wezen
zal zonder prejudicie van 's Lands Privilegiën en Vrijheden. 14
Augustus 1539. II, 762.
--Declaratie des Keizers, dat het Don Gratuit van veertig
duizend Caroli-gulden, aan Zijne Majesteit door de Staten van
Friesland geconsenteerd, zal zijn zonder prejudicie van hunne
Privilegiën en Vrijheden, en nooit in consequentie zal worden
getrokken. 31 October 1539. II, 773.
--Propositie, door Dr. Lodewijk Schoer, President van den
Secreten Raad in tegenwoordigheid der Koninginne, aan de
Staten
van Friesland te Leeuwarden gedaan, om dezelve te bewegen van Zijne
Keizerlijke Majesteit een opschot van zestig duizend Caroligulden to
accorderen, tot erkentenis van de zware kosten in het bemagtigen van
Gelderland en Zutphen aangewend, en in het bevorderen van den vrijen
handel in de Oostzee enz. 1 Julij 1545.
III, 63.
--Commissie van Keizer Karel op Gerrit van Loo, om de
zestig duizend Caroli-gulden, aan Zijne Majesteit door de Staten van
Friesland tot een Propijn geaccordeerd, te ontvangen. 7 Julij 1545.
III, 76.
--De Staten van Friesland accorderen en onthieten (beloven)
den Keizer een Propijn van zestig duizend Caroli-gulden, onverkort
hunne Tractaten en Privilegiën. 8 Julij 1545. III, 77.
--Acceptatie van de zestig duizend Caroli-gulden, aan Zijne
Keizerlijke Majesteit op de Propositie van de Koninginne
Regente
te Leeuwarden gedaan, en bij de Staten van Friesland geaccordeerd.
8 Julij 1545. III, 78.
--Koninginne Maria belooft aan de Staten van Friesland, om
de acte, waarbij aan den Keizer tot een Don Gratuit geaccordeerd is
zestig duizend Caroli-gulden, na betaling te zullen restitueren. 2
November 1545. III, 100.
--De Staten van Friesland beloven den Koning een goed
Propijn toe te staan, mits alvorens te doen remedieren op zekere
Artikelen en Doleantiën. 22 April 1558. III,
426.
--De Steden van Friesland consenteren,
op de daartoe
gedane Propositie en Petitie, om den Koning een geschenk te doen naar
de grootheid hunner Landen. 24 April 1558. III, 428.
--De Steden van Friesland approberen het Consent, door
hunne Volmagten gedragen, om den Koning een Geschenk te geven naar de
grootheid hunner Landen. 24 April 1558. III, 429.
--Aan den Koning van Spanje vijftig duizend Caroli-gulden
geaccordeerd onder zekere conditiën, en bij de Hertoginne Regente
aangenomen. 18 Augustus 1560. III, 520.
--Acte van protestatie, dat de opbreng van vijftig duizend
Caroli-gulden, aan den Koning toegezegd, den Staten van
Friesland onschadelijk zal zijn, en onverkort hunne Regten en
Privilegiën. 17 September 1560. III, 529.
Ordonnantie, om bij poene van executie met Martini naast
komende aan den Rentmeester-Generaal op te brengen, volgens omslag door
's Lands Gedeputeerden gemaakt, twee stuivers voor ieder Floreen, tot
voldoening van het eerste vijfde deel der geaccordeerde en
geaccepteerde vijftig duizend Caroli-gulden. Voorts dat de Pastoren
Register moeten houden van de Gedoopte Enderen, derzelver Ouders en
Gevaders; vervolgens orders, betreffende het gedrag der Priesters, der
Ingezetenen en der Inkomelingen. 28 October 1560. III, 532.
--Heer Ysbrand van Harderwijk, Prelaat van Lidlum, Dr.
Rienck van Burmania, Watthie van Camminga, Iemme van
Burmania en
Hessel van Aysma, representerende de Gedeputeerde Staten van Friesland,
door Boudewijn van Loo, des Konings Rentmeester, voor den Hove
ontboden, om uitschrijving te doen tot betaling van het Propijn, Martini
zullende verschijnen, tot voldoening van eene Assignatie, hem door den
Koning gezonden. 23 October 1561. III, 562.
--Omslag, gemaakt op de Floreenrente over geheel Frieshud
tot invordering van den tweeden termijn der aan den Koning
accordeerde som van vijftig duizend Caroli-gulden. 23 Octobi 1561. III
563.
--Uitschrijving, om de twee Philipsen, of zeven Oortjes,
den Floreen omgeslagen, in te vorderen, tot betaling van den tweeden
termijn in het Propijn van de vijftig duizend Caroli-gulden aan den
Koning geaccordeerd. 25 October 1561. III, 564.
--Verklaring van de Volmagten der Steden, op een Landsdag
gedaan, nopens eene propositie der Volmagten van de Landen omtrent
eene verdubbeling van Excijs in computatie van de te betalene termijnen
van het Propijn van 128,000 Caroli-gulden. 12 Mei 1571. III, 844.
--Contra-verklaring der Lands Volmagten
op de
verklaring der Steden, nopens de betaling van het Propijn van 128,000
Caroli-gulden. 13 Mei 1571. III, 845.
--Request van Gecommitteerden van de Landen en Steden
aan den Hertog van Alva, om ontslag of ten minste surcheance van de
betaling der beloofde 128,000 Caroli-gulden aan den Koning, uithoofde
van de voorgevallene zware doorbraak der Zeedijken en overstrooming der
landen. 13 Mei 1571. III, 846.
--Argmentatie van een gepresenteerde Contributie in de Steden.
14 Mei 1571. III, 848.
--Remonstrantie voor de Volmagten der Steden, omtrent de
manier van betaling van hun quota in het Propijn van 128,000
Caroli-Gulden. 14 Mei 1571. III, 849.
--Nadere presentatie van de Volmagten der Steden, om tot
het Propijn van 128,000 Caroli-gulden, aan den Koning geaccordeerd, uit
de goederen in hunne Steden te contribueren en te betalen de som van
vijf duizend Caroli-gulden, mits hebbende consent om dezelve te
collecteren van de Burgers en Ingezetenen op een Omslag, bij hen te
maken. 15 Mei 1571. III, 851.
--Uitspraak, gedaan door den Stadhouder Grave van Megen,
waarbij verklaard wordt, dat de Steden de Landen in de contributie van
het Propijn van 128,000 Caroli-gulden voor ditmaal te hulp zullen
komen, met de betaling van tien duizend gelijke Guldens, op zoodanige
termijnen als gemelde 128,000 Caroli-gulden voldaan moeten worden. 19
Mei 1571. III, 852.
--Request van de Volmagten der Steden, om consent tot het
maken van een Omslag, tot uitvinding van de geimponeerde tien duizend
Caroli-gulden, met het appointement van den Hove. 25 Mei 1571. III,
854.
--Uitschrijving van vier stuivers op den Floreen, tot betaling
van den laatsten termijn des geaccordeerden Propijns van 128,000
gulden, en van een halven stuiver tot zekere gratificatie. 17 October
1575. III, 1035.
--Zie Contributie. Floreen. Landsdag No. 8, 9, 11. Loo
B. van. Schatting.
Propositie. Zie Krijgsvolk.
Stadhouders. Staten. Staten-Generaal.
Veldmaarschalk. Volmagten.
Proppingaland. Zie
Aalsum.
Proscriptie. Zie Stanley (W.)
Protectie. Zie Engeland (Koninginne van).
Protest. Protestatie. Zie Consenten.
Edellieden. Erfenissen.
Eloreen. Geconfoedereerden. Gedeputeerden. HennaarderadeeL lmpositiën.
Isbrandi (E.). Landsdag No. 6. Oostergoo. Propijn. Resten. Steden.
Unie. Veldmaarschalk. Volmagten. Westergoo.
Prothocolleren. Zie Godsdienst.
Proviand. Zie Ammunitie. Granen. Landsdag No.
36, 42. Leger, Menaldumadeel. Plakkaten.
Provianderen. Zie
Floreen. Granen.
Proviandiers.. Plakkaat, dat alle Proviandiers
hunne Vivres
en Provisiën zullen hebben te transporteren en aanvoeren naar het leger
omtrent Maastricht, zullende genieten vrijheid van Tollen en allerhande
Ongelden, als ook van Arresten enz. 31 Augustus 1568.
III, 748.
--Notificatie, waarbij aan de Proviandiers en Zoetelaars
vrijheid wordt vergund, om in het leger in Gelderland alle soorten van
Vivres, zonder betaling van eenigen Impost, te mogen brengen en
toevoeren. 22 Mei 1591. IV, 774.
Proviandmeesters. Zie Landsdag No. 44.
Provinciën. Zie Quota.
Provinciën (Geünieerde). Zie Krijgsvolk. Unie.
--(Overheerde). Zie Gecommitteerden. Unie.
Provisiën. Zie Coevorden. Granen.
Proviandiers.
Provoost (Geweldige). Zie Geregts-Scholtus.
Landsdag No. 42.
Psalmboek. Zie Leeuwarden.
Publicatiën. Zie Edicten.
Purge. Zie Uitgewekenen.
Pybinga (H.). Zie Sjaarda (D.).
Q.
Quaestiën. Zie Familiegeld. Franeker. Gedeputeerden. Synode.
Stemmen.
Quijt- en Vrijbrief. Zie Beveworden.
Quitance. Zie
Artillerij.
Quitantie. Zie Aalsum. Engwird. Friesland. Gerkesklooster.
Hasker-Convent. Heunschip. Klaarkamp. Landsdag No. 28. Soldaten.
Zaadland. Zion.
Quitantiegeld. Zie Ontvangers.
Quota. Kesolutie, waarbij de Heeren Gecommitteerden ter Generaliteit
gelast worden, met de goedwillige Provinciën te adviseren en resolveren
tot inwilliging en aanneming van eene redelijke en behoorlijke Quota
naar proportie van die Provinciën. 16 Maart 1611.
V, 182.
--Resolutie, waarbij vier Heeren buitengewoon gecommitteerd
worden, om ter Generaliteit te besogneren over het redres van de
Quotaas der Provinciën, die van de oude Quota afgeweken zijn. 30
Januarij 1612. V, 184.
--Instructie voor de Heeren Gecommitteerden, die wegens de
Provincie Friesland zullen besogneren bij de Hoog
Mogende Heeren
Staten-Generaal, over het redres van de Quota volgens de Resolutie van
den 30 Januarij 1612. 30 Januarij 1612. V, 185.
--Resolutie,
waarbij de buitengewone Gecommitteerden dezer
Provincie ter Generaliteit gelast worden, om binnen drie
weken
de Vergadering der Staten-Generaal, onder behoorlijk Protest, te
verlaten, indien binnen dien tijd het redres der respective Quotaas
niet in orde gebragt kan worden. 22 Mei 1612. V, 187.
-
--Resolutie,
waarbij de buitengewone Gecommitteerden nogmaals gelast worden, om zich
naar 's Hage te begeven, ten einde te bemiddelen, dat de Provinciën bij
provisie tot aanneming van een redelijk Quota mogten worden gebragt .
18 Junij 1612. V, 187.
--Resolutie, op de propositie der Heeren
Gecommitteerden uit hunne Hoog Mogenden, Zijne Excellentie en den Raad
van State, aangaande de Quota van Zeeland en der andere Provinciën;
verblijvende de Staten van Friesland bij de Quota van elf ten honderd.
16 April 1613. V, 190.
--Resolutie der Staten van de Zevenwouden en Steden nopens
het elargeren der Quota van Friesland. 18 Mei 1613. V, 191.
--Resolutie
der Staten van Oostergoo en Westergoo, waarbij
zij persisteren bij hunne gedane presentatie van elf ten honderd. 18
Mei 1613. V, 191 .
--Resolutie, waarbij de Staten van Oostergoo en Westergoo
alsnog persisteren bij de Resolutie van 18 Mei 1613. 26 Junij 1613. V,
192.
--Resolutie, waarbij de Heeren van Oostergoo en Westergoo,
tot behouding van de gemeene zaak, de Quota van 11,428 gulden 11
stuivers 5 penningen in de honderd duizend alleen voor de jaren 1612 en
1613 aannemen. 20 Augustus 1613. V, 193.
--Missive der Staten van Friesland aan hunne Hoog Mogenden,
aangaande de gedreigde executie tegen de Kwartieren van Oostergoo en
Westergoo. 20 Augustus 1613. V, 193.
--Resolutie, waarbij de Staten persisteren bij hunne Resolutie
in September ll. genomen, op de bezetting van Delfzijl, en consenteren
in het verminderen van Zeelands Quota van elf op negen ten honderd, des
dat Friesland mede werde verligt. 15 Maart 1617.
V, 224.
--Missive der Staten van Friesland aan Willem Hendrik, Prins
van Oranje, betrekkelijk de bezending uit hunne Hoog Mogenden en den
Raad van State naar deze Provincie, wegens de Quota. 7 Februarij 1675.
V, 1101
--Missive van de Staten van Friesland aan hunne Hoog Mogenden,
betrekkelijk de bezending naar deze Provincie, wegens de
Quota. 7 Februarij 1675. V, 1102.
--Resolutie, waarbij eenige Heeren
gecommitteerd worden, betrekkelijk het point van de bewuste Submissie
van Zijne Hoogheid, den Prins van Oranje en den Raad van State, zich
naar de Provincie van Stad en Lande te begeven, om met dezelve over dit
gewigtig stuk en andere zaken te confereren. 6 Maart 1675. V, 1105.
--Resolutie, betrekkelijk de Quota dezer Provincie. 21 Februarij
1683. V, 1206.
--Zie Landsdag No. 60. Leeuwarden. Leger. Petitie. Soldaten.
Steden. Unie. Verschillen. Verschot.
Quotisatie. Uitschrijving van de maandelijksche
Quotisatie
voor de maanden Mei en Junij, door de Volmagten der Steden over hunne
corpora en uitburen^ op eigener autoriteit gedaan. 6 Mei 1583.
IV, 369.
--Resolutie, genomen door de Volmagten der Steden, om
de gewone Quotisatie nogmaals te zullen opbrengen, en de disputen,
daaromtrent onder malkander zijnde, te geven ter decisie van den
Stadhouder en Baden 's Hofs van Friesland. 26 Augustus 1586. IV, 645.
--Zie Floreen. Franeker. Krijgsvolk Munt (De). Schatting.
R
Raad. Raden. (Raadsheeren.) Zie Admiraliteit
Baex (Gijsbert van).
Gedeputeerden. Hof van Friesland. Jarghes (E.). Krijgsvolk.
Landsdag No. 8. Mindergetal. Mulaert (Gerrijt). Privilegiën. Regering.
Stadhouders. Volmagten.
Raad van State. Instructie voor een aan te
stellen Baad van
State, door de Provinciën dubbel te nomineren en daaruit door den Prins
van Oranje en de Staten-Generaal te verkiezen, om voor den tijd van een
jaar te bedienen. 11 September 1583. IV, 387.
--De Heeren Volmagten der Steden hebben verkoren tot Baad van State
Frans Jans, Burgemeester te Sneek, in plaats van Dr. Rembertus Syrxma.
5 April 1600. IV, 1078.
--Resolutie, waarbij de Staten de nieuwe Instructie
voor den Raad van State goedkeuren. 1 October 1653. V, 565.
--Zie Doijem
(Orck van). Gecommitteerden. Gedeputeerden.
Geertruidenberg. Landsdag No. 27, 48. Leycesta (Grave
van). Petitiën (Generale). Staten-Generaal. Willem III. Zout.
Raadsbestelling. Zie Bolsward. Dokkum.
Franeker. Godsdienst
Harlingen. Hindeloopen. Hof van Friesland. IJlst. Leeuwarden. Slooten.
Sneek. Stavoren. Steden. Workum.
Raadsheeren. Verzoek van de Volmagten der
Steden Leeuwarden
en Franeker, aan de Volmagten der drie Goën en overige Steden
respective, om niet te treden tot verkiezing van nieuwe Raadsheeren,
zonder voorafgaande onderlinge communicatie; met protestatie van
onschuldig gehouden te willen worden, ingevalle onbekwame personen tot
dat ambt verkoren werden; benevens het notarieel relaas van de
geëxploiteerde insinuatie en protestatie dies, daarop gepasseerd. 7
April 1597. IV, 960.
--Zie Hof van Friesland. Landsdag
No. 61, 78.
Raadsmannen. Octrooi, door Keizer Karel aan de
Stad Workum
verleend, om vier en twintig Raadsmannen te verkiezen. 29 December
1539. II, 778.
Raken. Riken. Zie Camuzer. Stavoren.
Raming. Zie Oorlog.
Rantsoen. Zie Rebellen.
Rapporten. Rapport van de Besogne, gehouden te Delft, door de
Heeren Hiddema en Jacob Jacobszoon, over het in trein brengen in al de
Vereenigde Provinciën van eenige middelen van Konvooijen,
Licenten en Consumptiën, tot hoeding der Oorlogskosten enz
..... 1590. IV, 761.
--Zie Landsdag No. 27, 38, 76. Naerden (M. v.). Regering.
Rataller (J.). Aan Johan Rataller,
Rentmeester, de
goederen van Hessel Epes en Nanne Reyntsz., in vergoeding van zijne
schaden, toegestaan. 24 December 1516. II, 342.
--Zie Landsdag No. 31, 33, 62.
Ratificatiën. Zie Pacificatie. Privilegiën.
Sneek. Tractaten. Unie. Wapenstilstand.
Rauwerd. Zie Zijltille.
Hauwerderhem. Uitspraak over het verschil,
tusschen die van
Rauwerderhem met Sneeker Vijfga ter eener, tegen die van Bozum ter
andere zijde, aangaande de Tille aldaar. 2 October 1527.
II, 533.
--Zie Dijken. Engwird (Klooster). Westergoo.
Realen. Zie Gevangenen. Munt (De).
Rebellen. Plakkaat, houdende bevel, dat al degenen, die eenige
koopmanschappen, gelden of andere goederen, toebehoorende aan de
Rebellen van de Stad en het Nederstichtsche van Utrecht, onder zich
hebben, dezelve binnen acht dagen moeten aangeven, op eene belooning
van den vijfden Penning. 15 Mei 1528. II, 542.
--Plakkaat, om roerende noch onroerende goederen, schulden
of anderzins, den gebannen Rebellen toebehoorende, onder zich te
houden, te verbergen of verzwijgen, maar daarvan, gelijk ook van alle
valsche contracten en van alle pretensiën, kennis te geven. 26 Junij
1558. III, 437.
--Ordonnantie, gemaakt tegen het bedrog en de loosheid,
die gepleegd worden tegen de onderhouding van de Plakkaten,
Ordonnantiën en Geboden, waarbij gestatueerd is, dat men met de
Rebellen en Vijanden van Zijne Majesteit niet mag handelen. 6 April
1565. III, 643.
--Generaal verbod, om met de Rebellen te
converseren, trafiqueren of eenige koopmanschap te doen, of dezelve
eenige penningen, onder wat voorwendsel het ook moge zijn, toe te
zenden, bij verbeurte van lijf en goed. 16 September 1566. III, 682.
--Plakkaat, om met de gebannen Rebellen geene correspondentie te houden,
noch hun bijstand te verleenen, bij poene van voor aanhangers en
medepligtigen gehouden en gehandeld te zullen worden; maar ter
contrarie die te vangen of aan te melden, indien zij elders binnen 's
Lands zijn. 26 Junij 1568. III, 738.
--Plakkaat, dat niemand mag koopen of aanhandelen eenige
actiën, pretensiën of schulden, ten laste van de geëxecuteerde
gebannenen, gevlugte of beschuldigde personen om Rebellie en Oproer. 17
Julij 1569. III, 770.
--Ordonnantie, om de Rebellen geen rantsoen te betalen.
28 September 1569. III, 771.
--Personeele waarschuwing aan, en handelingen met de Volmagten der Landen,
aangelegd om de Rebellen wederstand te bieden. 28
Maart tot 11 April 1570. III, 781.
--Ordonnantie, om, tot beveiliging van den inval der Rebellen enz.,
den derden man uit te zetten en te wapenen; alsmede om
dezelven den behoorlijken eed van getrouwheid af te nemen. 1 Julij
1570. III, 794 .
--Plakkaat, verbod om niet te gehoorzamen aan de bevelen
der Rebellen, die Dordrecht hebben ingenomen. En bevel tot het
overbrengen van eene specificatie van alle Renten, Tienden, Cijnsen en
Visscherijen, onder den bedrijve van den Dordschen Waard enz. 1
Augustus 1572. III, 896.
--Ordonnantie en Plakkaat des Konings, om te annoteren
alle roerende en onroerende goederen, actiën en schulden der Bebellen,
en tot nadere dispositie te bewaren. 6 October 1572.
III, 907.
--Plakkaat, dat elk zijnen Grietman moet adsisteren tegen
de Rebellen. 24 October 1572. III, 910.
--Plakkaat des Konings, waarbij verboden wordt met de
Rebellen te handelen of eenige koopmanschap te doen, en
dezelves victualie toe te voeren. 21 November 1572. III, 913.
--Plakkaat des Konings, van geene Rebellen te herbergen
of hunne goederen te bewaren. 5 December 1572. III, 915
--Missive, nopens de receptateurs der Rebellen; vaststelling
van vier stuivers op de Floreenrente en bevel tot informatie, wie tot de
Rebellen zijn overgegaan. 5 December 1572. III, 916.
--Plakkaat, om
niet
te gedogen dat de Rebellen in Friesland converseren of eenige hantering
of koopmanschap doen. 24 December 1572. III, 920.
--Plakkaat, om geene waren of koopmanschappen, komende van de
Vijanden en Rebellen van Zijne Majesteit, te brengen in de Landen van
herwaarts over. 12 Maart 1573. III, 929.
--Verbod, nopens het dagelijks af- en aanvoeren van de
stranden en duikeldammen van het Bildt, uit en in zee naar de Eilanden
met kleine scheepjes, die de Rebellen en Zeeroovers overvoeren,
gebiedende alleen af en aan te varen van de Nieuwezijl, op het Bildt
gelegen. 29 Mei 1573. III, 939.
--Hetzelfde verbod, gedaan in de Grietenij van Barradeel,
om alleen af of aan te varen van de Havens in dat Deel. 12 Junij 1573.
III, 939.
--Verbod nopens het dagelijks af en aanvaren naar de Eilanden
van het gansche strand langs de Grietenij van Ferwerderadeel,
uitgezonderd aan of van de Nieuwezijl, op het Bildt of in de Rijd te
Holwerd. 27 Junij 1573. III, 943.
--Publicatie, dat de aanhangers der Rebellen, binnen den
tijd van drie uren na de publicatie, uit de Stad en Jurisdictie van
Leeuwarden zullen vertrekken; met des Deurwaarders relaas hierbij
gevoegd. 3 Julij 1573. III, 944.
--Ordonnantie, om naarstiglijk tegen de zamenrotting der
Rebellen in den Dorpe Joure te waken. 1 Augustus 1573. III, 945.
--Nieuw Plakkaat des Konings, waarbij alsnog,
boven alle
voorgaande Plakkaten, bevolen wordt geen de minste correspondentie of
communicatie met de Rebellen te houden. 4 Julij 1575.
III, 1022.
--Waarschouwing tegen een voorgenomen inval der Rebellen
in Friesland, met vermaning aan een iegelijk, om op zijne hoede te
zijn, en de Ordonnantie van den 6 Mei strikt te observeren, en zich
verder te informeren op den toestand en sterkte der Rebellen op de
Eilanden. 18 October 1575. III, 1036.
--Ordonnantie tegen de list en geheimen handel met de
Vijanden en Rebellen; alsmede tegen het namaken van de
brieven en zegels der neutrale Mogendheden.
6 April 1576. III, 1050.
--Ordonnantie, dat al de huisvrouwen der
Rebellen, voortvlugtigen en gebannenen,
uit de Steden dezer Landen moeten vertrekken,
bij arbitrale correctie. 30 Mei 1576. III, 1055.
--Missive van den
Stadhouder en den Hove van Friesland,
behelzende verscheidene Ordonnantiën, betrekkelijk de Rebellen; het
verkorten der Tractaten en Privilegiën; den uitvoer van Vee en
Gevogelte; de inschrijving van Krijgsvolk; de Waalsche Soldaten, en het
vangen van Knevelaars, Zeeroovers en ander Geboefte. 11 September 1576.
III, 1070.
--Plakkaat en Ordonnantie, om met geen
Rebellen en
Vijanden te handelen, converseren, trafiqueren, hun geld te beschikken
of zich onder hunne protectie of sauvegarde te begeven- 11 September
1576. III, 1071.
--Zie Baex (G. van). Handel. Hugo. Monstering. Mulaert (G.).
Paspoorten. Plakkaten. Vagebonden. Waarden.
Receptateurs. Zie Rebellen.
Recessen. Commissie van de Gedeputeerde Staten
voor Julius
van Botnia en Goslick Hiddema, om ter Vergadering van de Generale
Staten tot Middelburg te verschijnen, en aldaar met de Volmagten der
andere Provinciën te adviseren, resolveren en sluiten, aangaande de
Recessen van Antwerpen en Utrecht, benevens andere zaken, alles volgens
inhoud hunner Instructie. 16 Julij 1583. IV, 380.
--Zie Landsdag No. 25, 59, 77.
Recommandatie. Zie Aremberg (Wed. van).
Recommandatiebrief. Zie Gedeputeerden.
Rector Magnificus. Zie Landsdag No. 54.
Reddiger. Zie Smit (Jelle).
Redding. Zie Advijs.
Redres. Zie Pointen van Reformatie en Redres.
Reductie. Zie Middelen.
Reformatie. Zie Doleantiën. Landsdag No. 63.
Pointen van Reformatie en Redres. Regering. Verschillen.
Reformatore Artikelen. Zie Doleantiën.
Gedeputeerden.
Regenten. Zie Hendrik Casimir II. Hindeloopen.
Regering. Overdragt der Regering van Vrouwe
Jacoba van
Beijeren, Gravinne van Holland enz. en Vrouwe van Friesland, aan
Philips, Hertog van Bourgondië. 3 Julij 1428. I, 482,
--Provisioneel Reglement van Prins Willem van Oranje,
op het stuk van Regering in Friesland gemaakt, met de Advysen der Heeren
Edelen daarop gegeven. 5 April 1581. IV, 241.
--Redenen, waarom het niet geraden zij, dat de Staten
van Friesland de Regering der Landen en Steden weder overgeven in
handen van den Raad Provinciaal ..... 1582. IV, 333.
--Ontwerp van Regering, ingesteld door de Volmagten der
Steden in Friesland. 14 en 19 April 1583. IV, 358.
--Resolutie, genomen door de Landen tegen de Steden,
nopens de Regering, het zitten der Gedeputeerden en andere zaken,
betreffende den gemeenen stand van Friesland. 23 April 1583.
IV, 362.
Voorslag, door den Luitenant-Gonverneur en
Commissarissen
aan de Steden gedaan, betrekkelijk de provisioneele Regering dezes
Lands; met de verklaring der Steden of antwoord op dien voorslag,
waarom zij die konden aannemen, met presentatie, deze zaak eene maand
in statu te willen laten blijven enz. 16 en 17 Mei 1583. IV, 370.
--Instructie en memorie voor Wytze van Camminga en
Christoffel Arendsma, naar 's Hage gezonden, om met den
Grave
van Leycester en de Generale Staten te handelen over het stuk van
Regering. 20 April 1586. IV, 595.
--Resolutie, waarbij de drie pointen, betrekkelijk de Regering,
Religie en Militie goedgekeurd worden. 30 November 1643.
V, 481.
--Resolutie, waarbij de Gecommitteerden ter Generaliteit
gelast worden de drie pointen, betrekkelijk de Regering, Religie en
Militie, wegens Friesland, onder zekere voorwaarden te onderteekenen en
als onverbrekelijk vast te stellen. 1 December 1643.
V, 482.
--Pointen en Artikelen, door Gecommitteerden uit de Vroedschap
der Stad Harlingen aan den Magistraat en gezworen Gemeente
voorgesteld, over eenige verbeteringen in de Stads Regering; benevens
de uitspraak over dezelve door den Stadhouder Willem Frederik, Vorst
van Nassau, gedaan, en den brief daarbij gevoegd. 9 Februarij 1659. V,
609.
--Resolutie, op de propositie der Heeren Gecommitteerden
uit den Hove Provinciaal, aangaande het bijleggen der onlusten en
misverstanden omtrent de Regering voorgevallen, met bijvoeging van dat
voorstel. 29 November 1672. V, 886.
--Missive daartoe betrekkelijk van de Staten van Friesland,
aan de Algemeene Staten der Vereenigde Nederlanden. 30 November 1672.
V, 888.
--Missive als boven van de Gedeputeerde Staten van Friesland
aan de Algemeene Staten der Vereenigde Nederlanden, met Bijlagen.
30 November 1672. V, 892.
--Project of voorslag van middelen, opgesteld, om de verwijdering
tusschen de tegenwoordige Heeren Regenten en verscheidene
Grietslieden en andere voorname geïnteresseerde Ingezetenen, ter
gelegenheid van de Resolutie, door de Edel Mogende Heeren Staten van
het Land, hunne bijeenkomst te Sneek hebbende gehouden, op den 27
September ll. genomen, te herstellen. 5 December 1672. V, 907.
--Resolutie, waarbij eene commissie aan den Heere Stad
houder benoemd wordt, betrekkelijk de thans zwevende geschillen in de
Regering. 6 December 1672. V, 908.
--Resolutie, behelzende het Rapport
der Heeren
Gecommitteerden tot de bezending aan Hare Hoogheid en den Heere
Stadhouder, betrekkelijk de tegenwoordige geschillen. 6 December 1672.
V ,910.
--Resolutie, behelzende een Rapport van 's Lands Secretaris,
betrekkelijk dezelfde geschillen. 7 December 1672. V, 911.
--Zie Bolsward. Doleantiën. Hindeloopen. Landsdag No. 26,
27, 29, 31, 42, 78. Leycester (Grave van). Verschillen. Volmagten.
Regerings-Reglement. Zie Leeuwarden.
Regiment (Friesch). Zie Krijgsgeregt.
Registers. Publicatie, tot confirmatie en
strikte
observantie van hel Plakkaat tot opmaking der Registers van alle
Kerkelanden, Renten en Beneficiën, en jaarlijksche waardij en inkomsten
van dezehm 1 November 1543. III, 30.
--Zie Goederen (Geestelijke). Huizen (Schotschietende).
Nedergeregten. Propijn.
Registratie. Zie Fideïcommissen. Landsdag No.
82. Leen. Rekenmeesters.
Reglementen. Pointen, welke de Gecommitteerden
tot de
Reglementen en verbetering derzelve den Staten van het Land voorgesteld
hebben, met de daarop gevolgde Besluiten. 17 Julij 1634.
V, 364.
--Zie Burgerwacht. Hof van Friesland. Landsdag
No. 81. Leeuwarden. Ligting. Regering.
Volmagten. Wederdoopers.
Regt. Consensus Regis Bohemiae de non
reclamando jure, ab Imperatore Comiti Gulielmo concesso in terra
Hollandiae et Zeelandiae.
Jan, Koning van Bohemen, bevestigt het ontslag, door
Keizer Lodewijk, ter gunste van Graaf Willem gedaan, van al het Regt,
hetwelk de Keizers in Holland, Zeeland en Friesland kunnen hebben. 21
October 1314. I, 152.
--Consensus Johannis Senioris, Ducis Saxoniae, de non reclamando
jure, ab Imperatore Comiti Gulielmo concesso, in terra Hollandiae
et Zeelandiae.
Diergelijke bevestiging van het ontslag van Keizer Lodewijk, door
Jan den Ouden, Hertog van Saksen. 21 October 1314. I, 153.
--Concensus
Archiepiscopi Trevirensis de non reclamando jure
in Hollandiae terra.
Diergelijke bevestiging door Balduin, Aartsbisschop van Trier. 21
October 1314. I, 153.
Romanorum Rex Ludovicus remittit omne jus Imperii, excepto tantum
homagio, Guliehno, Comiti Hollandiae, quod ille et praedecessores ejus
Regibus et Imperatoribus debebant.
De Roomsch Koning Lodewijk ontslaat, ter gunste van den Graaf
van Holland, de Graafschappen van Holland en Zeeland en de Heerlijkheid
van Friesland van al het Regt, hetwelk hij of zijne voorzaten op die
Landstreken zouden kunnen eischen. 25 November 1314. I, 153.
--De Stad Harlingen behoort onder het Franeker Regt (waarschijnlijk het
Deken- of Kerkelijk Regt). 12 Junij 1323. I, 166.
--Cives Stauriae promittunt se jura Comitis Hollandiae observaturos
esse.
De Burgers van Stavoren beloven de Regten en Handvesten, van den
Graaf van Holland verkregen, te onderhouden. 7 Junij 1327.
I, 179.
--Die van Westergoo en van Stavoren bekennen, dat de Graaf van
Holland zoodanig Regt aldaar bezit, als hij bezegeld heeft. 28 April
1328. I, 180.
--De Grietmannen van Westergoo bekennen, dat het Regt binnen
Stavoren den Graaf van Holland toekomt, volgens de oude Handvesten, en
dat zij aldaar niet te eischen hebben; met de bezegeling des briefs
door den Graaf. 15 Mei 1328. I, 181.
--Ludovicus IV, Imperator, remittit omne jus Imperii, excepto solo
homagio, Gulielmo, Comiti Hannoniae et Hollandiae, quod ille et ejus
praedecessores debuerant Regibus et Imperatoribus Romanorum.
De Keizer Lodewijk staat aan den Graaf van Holland af alle
Regten, welke het Rijk op Holland, Zeeland en Friesland had, het Regt
van manschap alleen uitgezonderd. 14 Junij 1330. I, 184.
--Vidimus-brief, gegeven door Schepenen en Raad van Haarlem,
Alkmaar en Medemblik, van zekere acte, bij welken de Grietmannen van
Westergoo enz. verklaren, dat Graaf Willem van Holland alzulk Regt te
Stavoren heeft, als zijne Ouders gehad hebben. .. December 1343. I,
199.
--Verklaring van den Abt van Bloemkamp, cum sociis, dat de Graaf
van Holland het Regt heeft in Friesland, van eens in 't jaar te
Stavoren te regt te zitten, de zaken, welke binnen het jaar niet beregt
zijn, af te doen, en Schout, Schepenen, Asighen en Vronen te verzetten,
zoo dikwijls als het hem behaagt. ..... 1344.
I, 200.
--Pointen of Instructie, waarnaar de Deken
van
Franekeradeel het Kerkelijk regt zal uitoefenen; zijnde het eerste
gezegeld A°. 1378, door Syardus, Deken te Franeker, en bij opvolging in
de jaren 1388, 1397, 1402, 1409 en 1433. .. September 1378. I, 240.
--Missive van den Stadhouder Toutenburgh aan Mr. Sydts
Tzyarda, houdende bevel, om Wybe Meckema kort en onvertogen
Regt te doen tegen Bartel van Sterkenborch. 21
Augustus 1527.
II, 532.
--Lubbert Gerlofsz., Secretaris te Stavoren, draagt aan Jonker
Frederik de Horn, des Keizers Drossaard aldaar, het Regt
over
van vier jaren huur van achttien hoofden lands, gelegen onder Hemelum,
Mei 1553 ingaande. 8 Februarij 1553. III, 312.
--Resolutie, betreffende het Regt der Landschappe van Friesland,
tegen de pretensiën van den Land-Commandeur van Utrecht, op de goederen
van Nes en Schoot. 25 Maart 1603. V, 102.
--Zie Albert van Saksen. Ambten. Bellingwolde. Bolsward.
Franeker. Gerkesklooster. Krijgsgeregt. Landsdag No. 9, 11, 31, 33.
Leeuwarden. Lemsterzijl. Mantgum. Militie. Nijeklooster. Orck Abbezoon.
Patenten. Plakkaten. Privilegiën. Sneek. Staten van Friesland.
Volmagten. Wetten.
Regtdagen. Zie Doodslagers. Landsdag No. 45.
Privilegiën.
Regters. Instructie en Reglement, door de
Staten van
Friesland gegeven, waarnaar de gecommitteerde Regters over de zaken van
Impositiën en Accijsen in hunne bediening en judicature zich zullen
hebben te gedragen. 24 Augustus 1632. V, 346.
--Zie Bremen. Harderwijk. Mennonieten.
Regtsgebied. Zie Admiraliteit. Dijken.
Regtsgeleerden. Zie Hof van Friesland.
Regtsoefening. Zie Ameland. Wetten.
Reijke. Zie Renten.
Reijner. Zie Stavoren.
Reijners (Joh.). Zie Gerkesklooster.
Reijnesse (H. van). Zie Kapitein.
Reijnoud (graaf). Zie Friesland. Visschen.
Reiskosten. Zie Camminga (Wytze van). Engeland
(Koninginne van). Landsdag No. 44.
Reizen. Zie Boden.
Reizigers. Ordonnantie van den Stadhouder en
Gedeputeerden,
op het convoijeren der Reizigers van de eene vaste Stad naar de andere.
12 December 1588. IV, 723.
Rekendagen.. Zie Doodslagers. Franeker.
Rekeningen. Resolutie op de Concept-Instructie
door de
StatenGeneraal gemaakt, aangaande het examineren en apostilleren van de
onderlinge liquidatie der Rekeningen van de respective Provinciën. 19
Februarij 1607. V, 135.
--Zie Financiën. Goederen
(Geestelijke). Landsdag
No. 6, 16, 24, 28, 68, 78. Ontvangers.
Rekenkamer. Resolutie der
Staten van Friesland, tot oprigting van eene Rekenkamer, benoeming van
twee Gecommitteerden daarin van wege de Provincie, alsmede van twee
Raden in het Collegie der Admiraliteit van Amsterdam, Hoorn en
Enkhuizen. 8 Februarij 1606. V, 123.
--Resolutie, waarbij eenige Heeren
gecommitteerd worden de Instructie der Provinciale Rekenkamer na te
zien. 16 Julij 1680. V, 1182.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, dat de Rekenkamer
telkens op denzelfden tijd zal vergaderen, wanneer het
Collegie der Heeren Gedeputeerden bijeenkomt. 16 Julij 1680.
V, 1182.
--Instructie voor de Rekenkamer. 8 October 1680.
V, 1186.
--Resolutie, waarbij de Provincie Friesland niet bewilligt
in het voorstel der Provincie Holland, om een derden persoon in de
Generaliteits Rekenkamer te committeren. 12 September 1685.
V, 1247.
--Resolutie, waarbij de Staten van Friesland verklaren,
bij de Instructie voor de Generaliteits Rekenkamer te berusten. 27
Februarij 1700. VI, 333.
--Zie Landsdag No. 48.
Rekenmeesters. De Volmagten van Westergoo en
Oostergoo
casseren de Rekenmeesters, wier ambt den Heeren Gedeputeerden, die
tevens benoemd worden, aanbevolen wordt, en stellen Eco Isbrandi aan
tot hunnen Secretaris, in de plaats van Lucas Jarges, die het met de
tegenpartij houdt. 5 Junij 1579. IV, 36.
--Rescriptie van de
Gedeputeerden der Platte Landen, op het request van den Magistraat van
Leeuwarden, volgens autorisatie der gemeene Steden, aan den
Luitenant-Gouverneur gepresenteerd, over het committeren van drie
Rekenmeesters wegens de Steden. 3 Junij 1584. IV, 491.
--Contra-Rescriptie van die van Leeuwarden, als
geautoriseerden der gemeene Steden, op de rescriptie der Landen, aan
den Luitenant-Gouverneur ingeleverd, omtrent het verschil over het
committeren van drie Rekenmeesters wegens de Steden. 5 en 16 Junij
1584. IV, 492.
--Request van den Magistraat van
Leeuwarden,
uit naam der gemeene Steden, aan Zijne Excellentie, opzigtelijk het
verschil van drie Rekenmeesters, wegens de Steden, aantoonende de
nulliteit van de acte van den 28 April ll. en diergelijke; verzoekende
de attentie van Zijne Excellentie daaromtrent. 19 Junii 1584. IV, 494.
--Instructie voor Doctor Rembertus Ulenburch, Burgemeester der
Stad Leeuwarden, als Gezant van Zijne Excellentie wegens de gemeene
Steden, over het verschil van twee of drie Rekenmeesters voor de
Steden, nopens het stemmen in Staat in 't algemeen; mitsgaders over
zaken, betrekkelijk de particuliere huishouding der Stad Leeuwarden in
't bijzonder. .. Junij 1584.
IV, 495.
Verklaring der Steden, dat zij tot vordering van
't gemeene beste accorderen, doch alleen bij provisie en zonder der
Steden prejudicie, dat twee van hunne Rekenmeesters in plaats van drie
vaceren, en tot des Lands Rekeningen volgens hunne commissie
procederen; met relatie van de gedane protestatie dies, in de
Rekenkamer, bij de eerste comparitie. 15 en 25 Augustus 1584.
IV, 503.
--Commissie en Instructie voor de Heeren Rekenmeesters.
27 Februarij 1604. V, 109.
Resolutie, waarbij de Heeren Rekenmeesters nader
gelast worden, geen andere ordonnantiën voor de Alumnen te registreren,
als volgens Resolutie van den 30 Maart 1672. 30 Augustus 1673. V, 995.
Resolutie, waarbij de Heeren Rekenmeesters gelast
worden, geene ordonnantiën te registreren, die bij de pointen
reformatoor afgeschaft, of buiten order van hunne Edel Mogenden gemaakt
zijn. 30 Augustus 1673. V, 996.
--Zie Gedeputeerden. Mindergetal. Privilegiën.
Rekenschap. Zie Landsdag No. 10. Loo (Boud.
van).
Relaas. Relaas van 's Hofs Deurwaarder, wegens
zekere
Intimatie aan eenige Heeren gedaan, betrekkelijk den inhoud van een
request, door de Gedeputeerden aan de nieuwe presiderende Raden van het
Hof overgegeven. 30 Januarij 1579. IV, 3.
--Zie Hof van Friesland.
Religie. Zie Bolsward. Godsdienst . Harlingen.
Ketterijen.
Landsdag No. 23, 29. Officieren. Presentatie. Regering. Uitgewekenen.
Unie. Volmagten.
Religieusen. Plakkaat, om geen geprofesside
Religieusen, zoo wel mans als vrouwen, die uit het klooster zijn
geloopen, of zonder
verlof vertrokken, te logeren of door andere wegen behulpzaam te zijn.
17 Februarij 1535. II, 664.
--Ordonnantie tot publicatie van
een Keizerlijk
Plakkaat, betreffende de Religieusen; mitsgaders tot het houden van
eene generale Processie 's weeks in alle kloosters en kerken, om te
bidden voor de welvaart en voorspoed van den Keizer, 't geheel
Christenrijk, en eendragt onder de Christen Vorsten. 8 April 1535. II,
668.
--Plakkaat, nopens de goederen van Religieusen, zoo
mans- als vrouwspersonen, die, zonder consent hunner Oversten, uit
hunne kloosters vertrekken, met verbreking hunner geloften en
professiën. 20 Augustus 1535. II, 680.
Religions-Vrede.
Religions-Vrede, gemaakt en gesloten te Antwerpen. 22 Julij 1578. III,
1202.
--Matthias, Aartshertog van Oostenrijk etc, confirmeert de
approbatie en publicatie van den Religions-Vrede in Friesland. 19
October 1578. III, 1202.
--Zie Aysma (H. van). Godsdienst. Landsdag
No. 23. Oorlog.
--Remarques. Zie Pointen van Reformatie en Redres.
Remboursement. Zie Floreen. Landsdag No. 18. Verschot.
Remissiën.
(Brieven van). Plakkaat, nopens het presenteren en interineren van
Brieven van Remissiën, Pardon en Rappel van Ban. 13 Augustus 1518. II,
372.
--Edict en Ordonnantie des Keizers,
nopens Remissiën van doodslagen, brieven van legitimatie, brieven van
placet, brieven van respijt, brieven van cessie en brieven van
beneficie van inventaris. 19 Mei 1544. III, 37.
Interpretatie op zekere twee artikelen,
begrepen in de Ordonnantie op het impetreren van Brieven van
Remissiën, Respijten, Cessiën enz., van dato den 19 Mei 1544. 7
November 1544. III, 55.
--Zie Floreen. Inundatie. Landsdag
No. 43.
Remonstranten. Plakkaat tegen de Remonstranten of de Arminiaansche
Factie, om zich niet in hunne vergadering te laten vinden. 7 Maart
1623. V, 282.
--Plakkaat, waarbij het vorige van 1623, tegen
de Arminiaansche Factie, vernieuwd en vermeerderd wordt. 16 Maart 1629.
V, 320.
Remonstrantie en respective Insinuatie. Zie Doleantiën.
Remonstrantiën. Zie Klagten. Landsdag No. 31. Pointen van Reformatie en
Redres. Propijn. Staten. Steden.
Remotie. Zie Bevelhebbers.
Renck. Zie Rienk.
Rengers ten Post (Johan). Zie Privilegiën.
Renici. (A.). Zie Landsordonnantie.
Rennenberg (Grave van). Zie Stadhouders.
Rentambten. Zie Leeuwarden.
Rentebrief. Zie Gerkesklooster.
Rentemeesters. Jan Jongenzoon aangesteld tot
Rentemeester van Friesland. 10 April 1421. I, 432.
--Dirck van der Specken aangesteld tot Rentemeester in Oostergoo en
Westergoo. 25 September 1421. I, 442.
--Verklaring van Jan Nagel, over de misdrijven
van den Rentemeester van Friesland, Meester Jan Jongenzoon. Omtrent het
jaar 1421. I, 443.
--Claas Willemszoon het Rentemeesterschap in Oostergoo
en Westergoo aanbevolen. 7 Januarij 1422. I, 445.
--Willem Peije
Hermanszoon aangesteld tot Rentemeester van Oostergoo en Westergoo. 24
Maart 1429. I, 488.
Resolutie, waarbij den Rentemeester der Domeinen de rang,
om op den jongsten Raadsheer te volgen, toegestaan wordt.
14 Februarij 1680. V, 1170.
Zie Consignatie-Penningen. Kapitein. Landsdag
No. 33, 46. Loo (B. van). Ontvanger-Generaal. Ontvangers.
Renten.
Heer Gerrit van Kamminga en eenige andere Friezen eene jaarlijksche
Rente door Hertog Albert toegelegd. 5 en 7 September 1400. I, 315.
--Mamminga en Andela eene jaarlijksche Rente door Hertog
Albert toegestaan. 7 September 1400. I, 317.
--Take Aalsoma en Reijke, Heeren Rewynechz. moeder, door
Hertog Albert eene jaarlijksche Rente gegeven.
8 September 1400.
I, 317.
--Tyman Hopper door Hertog Albert wekelijks toegelegd een
Dordrechtsche Gulden, te betalen door den Rentemeester
van Stavoren. 14 October 1400. I, 317.
--Aan alle Grietslieden gelast, om hunne ingezetenen voor zich
te ontbieden, en een voor een onder eede af te vragen, wat Landen of
Renten zij hebben of gebruiken, en wat zij daarvan tot Renten geven, en
zulks naauwkeurig op te schrijven. 20 Junij 1511.
II, 272.
--Consent voor Sicke Gratinga, in kwaliteit, op den koop
van tien gulden Rente, voor vier jaren lang, gekocht van Goffe
Goffeszoon te Stiens. 19 Mei 1513. II, 298.
--Plakkaat van Keizer Karel V, waarbij
geordonneerd
wordt, geene huizen, staande binnen Leeuwarden, voortaan te belasten
met eenige onlosbare Renten. 4 Januarij 1545. III, 61.
--Ordonnantie des Konings, aangaande het beleggen, lossen
en betalen van Renten, zoowel in gelden als in specie van granen en
andere vruchten en gewassen enz. 5 Maart 1571. III, 838.
--Missive van den Hertog van Alva aan Gillis van Barlaymont,
provisioneel gecommitteerden Stadhouder in de plaats van den
overleden Grave van Megen, tot publicatie van het Plakkaat des Konings,
aangaande het beleggen, lossen en betalen van Renten, zoo wel in geld
als in specie van granen. 12 Junij 1572. III, 889.
--Plakkaat en provisioneele Ordonnantie, tot reductie der
Renten, op de Stad Antwerpen geconstitueerd. 15 Julij 1575.
III, 1026.
--Resolutie, omtrent de ophouding en betaling van de Renten,
staande ten kantore der Domeinen. 31 Mei 1595. IV, 879.
--Zie Anthonij-Gasthuis (St.). Buweklooster. Domeinen. Engwird (Klooster).
Franeker. Gerkesklooster. Goederen (Geestelijke).
Knechten. Landsdag No. 27, 57, 58. Landsordonnantie. Nedergeregten.
Pacht. Plakkaten. Propijn. Rebellen. Registers. Verschot.
Reparatie. Zie Dijken. Hof ('s Prinsen).
Landsdag No. 6, 28, 43. Paijezijl.
Repartitie. Repartitie van hetgeen ieder Stad
in Friesland
moet contribueren; waar achter volgt: Accoord tusschen de Platte Landen
en Steden, door of ten overstaan van den Graaf van Megen gemaakt. 4
Augustus 1577. III, 1145.
--De voorschreven Repartitie, benevens eenige andere
zaken, betrekkelijk de bevestiging der Unie, de Collecte op de
Haardsteden, en den opbreng van duizend gulden, door de Steden
geresolveerd. 5 Augustus 1577. III, 1146.
--Acte en Repartitie van 100,000 gulden, ten behoeve
van den Hertog van Alencon, binnen drie maanden te betalen. 29 Julij
1581. IV, 266.
--Zie Leger.
Represailles. Zie Oedekijn. Potter (T.).
Requesens (Don Louis de). Zie Domeinen.
Krijgsvolk. Processiën. Vrede.
Requesten. Resolutie, dat geene Requesten bij
't Collegie
van Heeren Gedeputeerde Staten zullen worden aangenomen, dan die,
welke op den dag der indiening gedateerd zijn. 3 Julij 1673. V, 987.
--- Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, dat in het toekomende
geene Requesten over particuliere zaken, waarover eenmaal door hunne
Edel Mogenden is gedisponeerd, op nieuw zullen mogen gepresenteerd
worden, ten ware, dat gemelde nieuwe Requesten of Memoriën eenige
nieuwe zaken of redenen behelsden, die de vorige dispositie zoude
kunnen veranderen. 10 Maart 1704. VI, 407.
--Zie Alumnen. Appointementen. Bailly
(G.). Bonga(J.).
Brederode (Hend. van). Camminga (Wattie van). Dijken. Donia
(Sierik van). Executoriën. Gedeputeerden. Landsdag No. 36. Nijtszen (M.
v. d.).
Rescriptie. Zie Nering.
Residenten. Zie Admiraliteit.
Resignatie. Zie Beneficiën. Botnia (Syds van).
Resolutie-Boeken. Zie Landsdag No. 76.
Resolutiën. Resolutie, dat des
Lands-Secretaris telkens,
na het eindigen van den Landsdag, de Staatsbesluiten den Heeren
Gedeputeerden zal voorlezen, en een afschrift denzelven overleveren. 25
Maart 1642. V, 468.
--Resolutie, om kopijen van 's Lands-Resolutiën jaarlijks
aan de Gecommitteerden in 's Hage te zenden. 27 Julij 1655.
V, 576.
--Zie Landsdag No. 77.
Respijt (Brieven van). Zie Remissiën (Brieven
van).
Resten.
Lijst van de Resten van verscheidene Grietenijen in Oostergoo en de
Zevenwouden, met eene Resolutie nopens de termijnen van de betaling
dies. 21 Junij 1586. IV, 628.
--Resolutie, nopens de betaling der Resten. 27 Augustus
1586. IV, 650.
--Protest van het Kwartier Westergoo, tegen de Resolutie,
door de andere drie Kwartieren genomen, van het remis van drievierde
deel der Resten van sommige Grietenijen. 28 Augustus 1586. IV, 650.
--Acte, door de Grietenijen Leeuwarderadeel, Ferwerderadeel
en Rauwerderhem gepasseerd, waarin zij verklaren, zich in alles te
conformeren met het protest van Westergoo, tegen het remitteren van
drievierde deelen der Resten van sommige Grietenijen. 30 Augustus 1586.
IV, 656.
--Plakkaat, aangaande de insolvente Resten. 26 Februarij
1687. VI, 122.
--Notificatie, betreffende dezelfde materie. 26 Februarij 1687.
VI, 123.
--Zie Goedschatting. Penning (Honderdsten).
Restitutie. Zie Artillerij. Propijn.
Retourschepen (Oost-Indische). Resolutie, dat
de
Oost-Indische Retourschepen de Konvooijen en Licenten aan de
Admiraliteiten, waar zij komen in te vallen, en niet ter plaatse hunner
bestemming, zullen betalen. 30 September 1653. V, 563.
Retraite. Zie Johan van Oostenrijk.
Reuth. Zie Leer.
Reversaal. Zie Leycester (Grave van).
Reversaalbrief. Zie Albert van Saksen.
Friesland.
Reversbrief. Zie Bildt.
Revijsen. Revisiën. Concept, gemaakt door den
Stadhouder-Generaal, mitsgaders President en Raden Zijner Keizerlijke
Majesteit in Friesland, nopens de Revisiën, om een regel daar te
stellen, hoe men bij het Hof zal mogen doen revideren, wanneer men zich
bij definitive Sententie bezwaard acht. 17 Julij 1533. II, 642.
--Request, houdende verzoek ter bekoming
van het beloofde Reglement of Ordonnantie op de Revisiën; en voorts om
Commissarissen te benoemen, ten einde met Gedeputeerden der Staten in
onderhandeling te treden, tot afdoening van eenige nog onbesliste
verschilpunten. 14 October 1533. II, 647.
--Missive aan den Heer Syds Tjaarda, waarin
dezelve andermaal verzocht wordt, om met nog eenige andere Heeren te
handelen over de Revisiën. 20 Maart 1539. II, 727.
-- Ordonnantie op den vorm van de Revisiën,
en hoe men die in deze Landen gebruiken zal. 30 Augustus 1539.
II, 765.
--Verklaring en Ordonnantie der Koninginne,
dat men van Sententiën, die niet te boven gaan de som van vijf honderd
Caroli-gulden, geen Revisie zal mogen verzoeken. 30 Augustus 1539. II,
767.
--Keizer Karel accordeert aan het Hof van
Friesland, om de Processen, in cas van Revijs voor
hetzelve
hangende, door den vollen Raad, of ten minste door zeven Leden, af te
doen, hetzij dat de Stadhouder present of absent is, des denzelven eene
maand te voren daarvan kennis te geven. 9 November 1549. III,
179.
--Reglement van Keizer Karel, op het stuk
van Revisiën, wanneer de Processen aan den Grooten Raad van Mechelen
worden gebragt. 10 Julij 1551. III, 259.
--Plakkaat op de Revisiën. 2 Maart 1654.
V, 568.
--Zie Declaratiën. Hof van Friesland. Landsdag No. 62, 63, 66.
Secretaris ('s Lands).
Revisie (Kamer van). Project van eene Kamer
van Revisie,
gemaakt door de Gecommitteerden van Friesland en Utrecht, op
goedkeuring van beide hunne Principalen. 17 Augustus 1603.
IV, 1255.
Revocatie. Zie Collatiën. Steden. Vrijbuiters.
Richter. Zie Gerkesklooster.
Ridder (Jan). Aan Jan Ridder van Groningen,
wegens zijne
geledene schade, de goederen van Bennert Abbinga toegestaan, en Doctor
Kempo van Martena gelast, dezelve over te leveren, en dat hij met een
ander en beter goed zal worden voorzien. 22 December 1516. II, 340.
Ridderschap. Zie Leen.
Ried. Zie Franeker.
Rienk. Renck. Aan Rienk de goederen van Pier
Melter te Oosterend toegestaan. 22 Februarij 1517. II, 348.
Riet. Zie Strandrooverijen.
Rijders Resolutie, waarbij het schroeven van
Zilveren
Rijders, in plaats van dezelve met den hamer te slaan, en het
veranderen der halve Dukatons in twintig- en veertig-stuivers stukken,
goedgekeurd wordt. 29 April 1671. V, 808.
Rijkersma (Amke). Zie Verbond.
Rijksban. Rijksban, ten voordeele des Hertogs
van Saksen,
door Keizer Maximiliaan tegen Graaf Edzard van Oost-Friesland, en zijne
helpers en aanhangers uitgeschreven. 5 April 1514. L. B. 81.
II, 299.
Rijksdaalders. Missive van Gedeputeerde
Staten, geleidende
een Plakkaat, houdende verbod van de Rijksdaalders daarin uitgedrukt.
24 Junij 1603. V, 103.
Rijn (De). Zie Oorlog. Vossegat.
Rijnland. Zie Friesland.
Rijpaarden. Zie Hengsten.
Rijpkama (S.). Zie Aalsum (Klooster).
Rijschool. Resolutie, over het oprigten van
eene Rijschool binnen deze Provincie. 24 December 1686. VI, 120.
Rijswerkers. Zie Dijken. Harlingen.
Rijweg. Octrooi, tot het maken van een Rijweg
van Rinsumageest naar Birdaard, alsmede naar Oudkerk. 3 Augustus 1649.
V, 519.
--De Staten gunnen aan de Veengenooten van 't Heerenveen
Octrooi, om een Rijweg te mogen maken en daarvan tollen
te ontvangen. 25 Mei 1661. V, 659.
--Resolutie, waarbij aan de
Ingezetenen van den Dorpe Grouw
Octrooi vergund wordt, om een Rijweg van daar naar Irnsumerzijl
te mogen leggen, en aldaar op de bepaalde voorwaarde eene valbrug te
slaan. 25 Maart 1671. V, 807.
--Resolutie, waarbij aan Johannes van
der Waaijen en
Laelius van Lijcklama Octrooi verleend wordt, om een Rijweg tusschen
Koudum en Hemelum aan te leggen, loopende met eene schouw over
Galamadammen, met heffing van een redelijken tol. 23 Junij 1688. VI,
141.
--Resolutie, waarbij het Octrooi, aan Laelius van Lijcklama
en den Professor van der Waaijen verleend, om een Rijweg van Koudum
naar Hemelum te mogen leggen, op het Dorp Koudum overgedragen wordt,
met dat effect, als of het van den begin af aan denzelven geaccordeerd
was, uitgezonderd het heffen van den tol op de Schouw. 20 April 1695.
VI, 245.
--Zie Aalsum. Vaart.
Rinnerts (Sytse). Zie Drukker ('s Lands).
Rinsumageest. Zie Gerkesklooster. Rijweg.
Trekweg.
Riperbuscb (J.H.). Hendrik, Grave van
Stolberg, Stadhouder
enz., belooft aan Johan Hoendorp Riperbusch twee honderd vijftig gouden
Floreenen, in twee termijnen te ontvangen, tot vergoeding van zijne
schade, wegens zijne gevangenis, in de laatste Groninger oorlog
geleden. 7 Julij 1506. II, 250.
Ripperda (Eecko). Zie Luitenants.
Riptama (Gabbo). Kopij-Attestatie van Mr.
Thiart en Heer
Floris, Vicariën in Dokkum, dat Gabbo Riptama, zeker artikel in zijn
Testament herroepen hebbende, aan de Conventen van Gerkesklooster en
Zion heeft gemaakt te zamen achttien Arends-gulden eeuwige Renten. 17
Julij 1514. II, 301.
Ritsuma-sluis. De Dorpen van Marssum, Deinum, Blessum en Boxum nemen
aan, Ritsuma-sluis als een goed en bestendig werk op te maken, en
zullen de Landen tusschen Ritsuma en den duisteren weg op Ritsuma- en
Deinumer Landen, voorsz. Sluis tot zich nemen en standvastig
onderhouden. 11 Julij 1508. II, 262.
Rivier- en Meervisch. Resolutie, betreffende den uitvoer van Rivier-
en Meervisqh. 8 October 1680. V, 1184.
Rjuechtbaeaek (It.) It Rjuechtbaeaek fen alre frya Freezena Freeska
Landrjuecht ten aade tieden beschrjaeaewn so az dat Raad. Di Keizer Kaarl
Magnus tot Room, om it 800 jeer nei Christus, der nej Rodolf de Keizer, om it
1273 jeer, droekt ien 't Kleeaster by Jr. Hidde fen Camminga, Parochijaan, eerst
to Dokkum, dat to Aanjum. Goeltjes om it 1460 jier: ien 't eerst opkommen fen de
Drokkeryjen.
--Zie Voorrede II, 69.
Robertus van Stavoren. Zie Aartsdiakenschap.
Robles (Gaspar de).1565-1570. Zie Bonifacius-Convent. Contributie. Dijken. Doleantiën.
Domeinen. Donia (S. van). Familiegelden. Floreen. Franeker. Fritema (R.
van). Geuzen. Geweer. Granen. Haardstedegeld. Harlingen. Hooi. Jagt.
Impositiën. Kanaal. Kapitein. Krijgsvolk. Landheeren. Landsdag No. 14,
15, 16, 25, 62. Maandgeld. Oorlog. Plakkaten. Processiën. Propijn.
Rebellen. Schoterburen. Soldaten. Turf. Vee. Verbond. Vrouwen. Waarden.
Wacht . Wachthouding. Werving. Zeedijksonkosten. Zeeroovers.
Zeevarenden.
--(J. de). Zie Oorlog.
Rodberta (Ropta). Zie Ropperdazijl.
Rodestein (Melchior van). Zie Klaarkamp.
Roedersma-goed. Zie Oegeklooster.
Roeren. Plakkaat tegen het uitgaan en loopen
met Roeren, mitsgaders tegen de Nachtbidders, Keesjagers enz. 1 Julij
1671. V, 809.
--Plakkaat, waarbij het uitgaan met Roeren buiten de Steden
en in het veld verboden wordt. 15 December 1676. V, 1121
--Zie Vogelkooijen.
Roertol. Conditiën en Voorwaarden, waarop de
Rentemeester-Generaal Boudewijn van Loo, ter presentie van een
Commissaris van den Hove en den Procureur-Generaal, van 's Koningswege
te verpachten heeft gepresenteerd Zijner Majesteits Roertol, Post- en
Sluisgeld, met de Visscherij van Harlingen en Kiesterzijl, voor den
tijd van drie jaren, ingaande den 1 October 1562 en eindigende den
laatsten September 1565. 17 September 1562. III, 574.
--Commissie op Jacob Janszoon, om te bedienen en te bewaren de
Roertollen, Post- en Sluisgelden, met de Visscherij van Harlingen. 18
September 1562. III, 576.
Rogge. Plakkaat, nopens het bepalen van den
prijs der Rogge en Roggebrooden. 25 November 1698. VI, 302
--Zie Brood. Landsdag No. 55. Tarwe.
Roggebrooden. Zie Rogge.
Roggedragen. Zie Bierdragers.
Roggendorf (Willem en Wolfgang van). 1517-1320.
Zie Bildtlanden. Edelen en Heerschappen.
Gerbranda. Soldaten.
Rollarius. Zie Verkoopingen.
Rolle. Zie Advocaten. Audientie.
Rollen. Zie Compagniën.
Rome. Zie Studeren.
Roode Klif (Het). Zie Dijken. Floreen.
Roof. Roovers. Zie Voorrede, I, 58, 64.
Roomsch Geloof. Zie Catholijk Geloof.
Ketterijen.
Roomsch Rijk (Het). Zie Karel V. Tractaten.
Roomschgezinden. Zie Trouwen.
Roorda (Frans van). Zie Goederen
(Geestelijke).
--(Goffe). Zie Thaede Gherbaz.
--Karel. Verzoek van den Stadhouder, dat de
Volmagten
des Lands beneffens de Generale Staten Regters benoemen, tot
bevordering van Justitie in de zaak van Karel Roorda. 19 Mei 1593. IV,
827.
--Dispuut tusschen den Stadhouder Graaf Willem
Lodewijk van Nassau ter eener, en Karel Roorda ter
andere zijde, verzoekende partijen opening tot den weg van Justitie enz.
20 Mei 1593. IV, 829.
--Commissie op acht Volmagten, om het dispuut,
tusschen den Stadhouder Graaf Willem Lodewijk en den Heer Karel Roorda
hangende, in der minne te vereffenen. 24 Mei 1593.
IV, 831.
--Zie Godsdienst. Jellis (C). Landsdag No. 19,
27. Loon (J. van). Ruiters. Willem Lodewijk.
--(Popke). Zie Keimpemazijlroede. Landsdag No. 28.
--Ruurd van. Instructie voor de Heeren Ruurd van
Roorda en Hero van Ockinga. 31 Augustus 1568. III, 750.
--Nadere Instructie voor Ruurd van Roorda
en Hero van Ockinga. 31 Augustus 1568. III, 751.
--Zie Orck Abbezoon.
--(Sybrand). Zie Gedeputeerden. Landsdag No. 7.
Martena (K. van).
Roorda-State. Zie Boutsma (W.).
Ropperdazijl. Roptazijl. Verdrag tusschen
Grietman en
Regteren en de Gemeente van Franekeradeel ter eener, en Sicko to da Nye
Huse ter andere zijde, aangaande de Zijl, die Franekeradeel bekostigd
en gelegd heeft te Rodberta. 6 October 1424. I, 463.
--Uitspraak, gedaan door de Grietmannen en Regters der Deelen,
als Barradeel,
Menaldumadeel, Baarderadeel en Hennaarderadeel, tusschen het Geregt van
Franekeradeel, wegens hunne Gemeente, en Sikke to Nijenhusen, aangaande
derzelver verschil over het graven en slooten van de Zijlroede te
Roperda (Rodberta, Ropta) binnen- en buitendijks. 28 Augustus 1438. I,
516.
--Quitantie van twee honderd Caroli-gulden,
door Epo van Liauckama ontvangen, uit hoofde van zekere
gravinge en slootinge van de Zijlroede te Ropperda, binnen- en
buitendijks. 18 November 1528. II, 551.
--Commissie en
autorisatie van den
Hove van Friesland, op den Heer Ryoerd van Roorda, Dijkgraaf, om
Roptazijl ten allerspoedigste te openen, reinigen en repareren, zoo de
nood vereischen zal, en dat op dubbele kosten van degenen, die namaals
bevonden worden daartoe te bebooren. 13 April 1563.
III, 585.
Rordisma-Fenne. Zie Klaarkamp.
Rotmeesters. Zie Hoplieden.
Rouwbeklag. Zie Aremberg (Weduwe van).
Rudolf van Diepholt. Zie Diepholt (R. v.).
Rudolph (Keizer). Zie Friesland.
Rugewaard. Zie Gerkesklooster. Munnekezijl.
Zijl.
Ruijskenvelt (A.). Zie Oproerige Handel.
Ruinen. Zie Hengsten.
Ruiters. Eigenhandige Missive van Karel Roorda
aan de Heeren
Gedeputeerde Staten van Friesland, over de aanwerving van Ruiters uit
ingezetenen. 24 Junij 1579. IV, 45.
--- Zie Ligting. Soldaten.
Rust. Zie Friesland.
Rustverstoorders. Zie Kerkschenders.
Ruurdazijl. Resolutie der Heeren
Gedeputeerden, waarbij de
Conventie betrekkelijk Ruurdazijl, in Wonseradeel, tusschen de Heeren
T. van Aylva, Grietman van Wonseradeel, en F. van Sminia. Grietman van
Utingeradeel, als Gecommitteerden wegens het Collegie, goedgekeurd
wordt. 25 September 1697. VI, 280
Ruurdsz. (Popke). Zie Freerksz. (D.).
Ruwaarden. Zie Albert van Beijeren.
Rykersma (Amke). Zie Verbond.
Rypkama (S.). Zie Aalsum.
S.
Sabbat. Publicatie, tot het naauwkeurig onderhouden van den Sabbat of
andere Heilige dagen; namelijk, om alsdan niet te arbeiden, te
spelen, te tappen, noch eenige nering te doen. ...... 1580.
IV, 227.
--Ordonnantie tegen de ontheiliging des Sabbats en andere
Feestdagen; alsmede tegen de zamenwoning van
Huwelijks-personen, zonder voorgaande wettelijke bevestiging in den
echten staat. 15 November 1594. IV, 866.
--Elucidatie van het Plakkaat, betrekkelijk het ontheiligen van
den Sabbat. 26 Maart 1663. V, 689.
--Plakkaat tegen het ontheiligen van den Sabbatdag. 20 Julij
1667. V, 761.
--Resolutie, om de Plakkaten tegen het ontheiligen van den
Sabbat, alsmede tegen de geheime Zamenkomsten en
Sluipcatechisatiën, weder ten uitvoer te brengen. 24
Februarij 1671. V, 802.
--Plakkaat tegen het ontheiligen van den Zondag.
20 Julij
1676. V, 1117.
--Plakkaat tegen het ontheiligen van den Dag des Heeren.
29 April 1699. VI, 325.
--Zie Mesvechten. Predikanten. Straatschenderij.
Sabbats-Ontheiliging. Zie Predikanten.
Sacramenten. Ordonnantie, dat bij het dragen der Sacramenten des Altaars
tot de zieken, twee daartoe geordonneerde personen moeten medegaan, om
te letten, of bij iemand eenige verachting voor dezelve getoond wordt;
dat ook zij, die op hun uiterste liggen, en zich de Sacramenten niet
laten toedienen, in ongewijde aarde moeten begraven worden; dat de
Vroedvrouwen moeten zweren, den Pastoren telkens te zullen aanmelden de
geboorte der kinderen, opdat daardoor blijke, wie hunne kinderen niet
hebben laten kerstenen en doopen; alsmede dat alle verbodene boeken, na
visitatie bij de boekverkoopers wordende bevonden, zullen worden
verbrand. 27 Junij 1569. III, 769.
Sacramentisten. Zie Franeker.
Saksen (Hertogen van). Zie Albert en Georg van
Saksen.
Friesland. Ordonnantie. Rijksban.
Saksische Ordonnantie. Zie Landsordonnantie.
Salarissen. Zie Hof van Friesland. Landsdag
No. 6, 31, 44, 78. Strandgoederen.
Sappes (Janke). Zie Hasker-Convent .
Sauvegarden. Zie Albert van Saksen. Vijand.
Vrijgeleide.
Saxmundus. Zie Voorrede, I, 95.
Schaap (Gerrit). Zie Voorrede, I, 3.
Schade. Zie Backer (L. J.). Buwezoon (H.).
Engelschen. Freerksz. (D.). Houtwaren. Inundatie. Krijgsvolk. Landsdag
No. 6, 7.
Rataller (J.). Ridder (J.). Steffen.
Schadeloosstelling. Brief van Graaf Floris van
Egmond aan de
Regering van Middelburg, om den eigenaar van het schip, door de
Geldersche Friezen bij de Stad Workum verbrand, schadeloos te stellen.
13 October 1516. II, 338.
Schadevergoeding. Sententie van het Hof van
Friesland, tusschen
Gijtie Aesges, Impetrant, contra den Magistraat der Stad Bolsward,
Gedaagde, waarbij de Impetrant, vergoeding vorderende voor de schade,
door hem in den oorlog geleden, verklaard is tot zijn genomen eisch
en conclusie niet ontvangbaar, cum expensis. 15 Julij 1534. II, 660.
-- Antwoord van den Stadhouder op de schriftelijke voorstellen
tot schadevergoeding van degenen, wier huizen in de Vesten
en het Blokhuis te Dokkum besloten zijn geworden; over de handelingen
ten Landsdage en het overlijden van den Paus en den Hertog van Milaan.
20 Maart 1535. II, 667.
--Zie Frankrijk (Koning van). Herman Benkazoon. Riperbusch (J.H.).
Schalder. Zie Getuigenis.
Schalen. Zie Waag.
Schansen. Zie Landsdag No. 43.
Schatting. Algemeene Schatting over Friesland,
geraamd door de
Staten van Oostergoo, Westergoo en Zevenwouden, om 's Keizers
Afgezanten, indien het noodig was, een eerlijk Propijn
te geven. .. Februarij 1479. I, 681.
--Janke Onnema, Jow Jowsma, Janke Douwama, Sikke
Galama en hunne nakomelingen, als ook hunne Meijers,
worden ten
eeuwigen dage vrijgekend van alle Schatting en Beden, wegens de
getrouwe diensten door hen met lijf en goed aan den Keizer bewezen
...... 1524. II, 477.
Schatting. Zie Sigismund (Koning).
Scheepstoerusting. Zie Zeeregten.
Scheepsvrachten. Zie Landsdag No. 25, 66.
Schipvrachten.
Scheepvaart. Notificatie, dat niemand der
Ingezetenen van
deze Provincie zich op eenige Scheepvaart hebbe te begeven, in welke
gevaar is, om genomen en tot Slaven gemaakt te worden. 26 Augustus
1681. V, 1194.
--Zie Licenten. Oost-Indië. Oost-Indische Compagnie.
Scheerhemsteradijk. Zie Harmen-Oegerzijl.
Scheiders. Zie Munt (De).
Scheiding. Zie Aalsum. Bildt. Bildtlanden.
Gerkesklooster. Veen.
Scheidsloot. Zie Duikelhoofd.
Scheidteekens. Zie Voorrede, II, 11.
Scheiskens. Ordonnantie van den Magistraat der
Stad
Leeuwarden, tegen het ontvangen of uitgeven der zoogenaamde Groninger
Scheiskens. 4 November 1588. IV, 718.
Schellingen. Plakkaat, waarbij de koers der
Schellingen,
ten Plakkate gemeld, op vijf stuivers en acht penningen bepaald wordt.
25 Februarij 1693. VI, 202.
--Missive aan de Heeren Staten-Generaal der Vereenigde
Nederlanden, betrekkelijk het munten van Schellingen en dubbele
Stuivers, tegen de Resolutiën en Plakkaten. 13 Julij 1700.
VI, 340.
--Zie Ducatons. Goudguldens. Stuivers.
Scheltinga-Zathe. Zie Aalsum. Naerden (Marten
van).
Scheltus (Jacob en Paulus). Zie Voorrede, I,
4.
Schenck van Toutenburg. 1515-1540. Zie Accijs.
Beetsterzwaag. Belastingen. Dank- en Bededag. Dantumadeel. Dijken.
Dijkgraaf. Dokkum. Doleantiën. Franeker. Friesland. Gedeputeerden.
Gezanten. Granen. Grietslieden. Huizum. Janum. Inundatie.
Kanselarij-Geregtigheden. Karel V. Landsdag. Leen. Leeuwarden. Luther.
Lutheranen. Monstering. Munt (De). Naerden (M. van). Omslagen. Oorlog.
Pest. Philips-gulden. Plakken. Priesters. Processiën. Regt.
Religieusen. Revijsen. Schouwing. Slatting. Soldaten. Stadhouders.
Subsidie. Tjaarda (Syds). Tol. Turf. Unie. Visschen. Waarzeggers.
Wapenstilstand. Wassenaar. Wederdoopers. Wegen.
--Rud.. Zie Friesland.
Schendschriften. Zie Boeken.
Schepen Ordonnantie, dat de eigenaars en schippers van
de Schepen, door den Heere van Bousson, achtervolgens zijne last,
tot zekere reize des Keizers bestemd en uitgekozen, hun scheepsvolk en behoeften
aanstonds naar boord zullen hebben te zenden, en de Schepen zeilklaar te
doen maken. 5 Februarij 1539. II, 726.
--Missive, tot bewilliging der Friesche Ingezetenen, om te
koopen en herwaarts over te brengen eenige Schepen, door 's Keizers
Krijgsvolk voor Bremen genomen. 15 Maart 1546. III, 103.
--Plakkaat, dat
niemand mag in zee steken, dan na hunne
Schepen met volk en ammunitie behoorlijk te hebben
voorzien, om
zich tegen de Zeeroovers te kunnen verdedigen, en de Schepen voortaan
niet meer te mogen assureren. Voorts dat niemand met de
Engelschen
handelen, geen Engelsche goederen herwaarts, noch goederen uit deze
Landen derwaarts overvoeren of inbrengen mag. 31 Maart 1568. III, 727.
--Ordonnantie, dat voor en na zons op- en ondergang
geene Schepen aan de nieuwe Bildtzijl zullen mogen komen. 7 Mei 1572. III,
885.
--Ordonnantie, om alle Hollandsche Schepen en Waren, in
Friesland komende, te arresteren. 31 October
1573. III, 954.
--Commissie voor Kapitein Knoop van Embden, tot uitrusting van een of meer
Schepen van Oorlog. 14 Februarij 1581.
IV, 234.
--Zie Accijs. Arrest. Dijken. Hardegarijp. Hindeloopen.
Oorlog. Oost-Friesland. Pardon. Stavoren. Tol.
Wapening. Zeevaart.
Scherne Wybe. Zie Vrijgeleide.
Scheuring. Zie Verschillen.
Schieringers en Vetkoopers. Artikelen van
verzoeninge tusschen
de Schieringers en Vetkoopers, of ontwerp van vrede tot wegneming
hunner verschillen. .. October 1419. I, 406.
-- Compromis tusschen voors.
partijen, waarbij zij hunne verschillen aan de uitspraak van 's Keizers
Gezant Wuntslouw en eenige andere Zegsluiden stellen. .. November
1419. I, 407.
--Provisioneele uitspraak, door 's Keizers
Gezant Wuntslouw en Zegsluiden gedaan. .. November 1419.
I, 407.
Nadere uitspraak, door Wuntslouw
over die geschillen gedaan. 13 Januarij 1420. I, 408
--Zie Verbond.
Schiermonnike-Ham. Zie Klaarkamp.
Schlermonnike-Huizen. Zie Zoen.
Schiermonnikoog. Koopbrief, gepasseerd door de
Staten van
Friesland, over het eiland Schiermonnikoog, aan den Heer Johan
Stachouwer. 1 November 1638. V, 450.
--Accoord of Reglement, gemaakt door Heeren
Commissarissen van Friesland en Groningen, over het
verzetten en vernieuwen der Kapen op het eiland Schiermonnikoog.
30 Julij en 15 Augustus 1691. VI, 182.
--Zie Accijs. Landsdag No. 62. Tuchthuis.
Verkoop.
Schieten. Zie Jagt.
Schilden. Resolutie, waarbij de Heeren
Gedeputeerden gelast
worden, om de gereguleerde Schilden aan de Grietslieden en Magistraten
te zenden, met last, zoodanige orde in hunne districten te stellen, dat
na dato dezes geen naauwere netten gebruikt worden, dan die naar deze
Schilden gemaakt zijn. 26 Februarij 1687. VI, 122.
--Zie Seijnen.
Schilderijen. Zie Boeken.
Schimpschriften. Zie Paskwillen.
Schip (Overdekt). Zie Hardegarijp.
Schippers. Octrooi, door Koning Philips
verleend aan de
Schippers van Harlingen, waarbij (ampliërende het Octrooi van den 8
Augustus 1543, reeds aan deze supplianten gegund,) aan alle vreemde
Schippers verboden wordt, om, ledig te Harlingen komende, aldaar te
laden of vracht aan te nemen, zonder uitdrukkelijk en bijzonder consent
van de supplianten, uitgezonderd die van Hoorn en van alle Friesche
Schippers, die te Harlingen uitvaren, die dit Octrooi mede zullen
genieten; wordende de Supplianten geordonneerd, zich te reguleren,
nopens de vrachtloonen, naar de Ordonnantie, daarop door den Hove, met
advijs van den Magistraat van Harlingen, te maken. 9 Junij 1564. III,
619.
--Request, gepresenteerd door den Olderman, Fijners en
gekozen Volmagten van de Schippers binnen Harlingen, rakende het
vernieuwen van de Ordonnantie op het stuk van de vrachtloonen, den 7
April 1562 gemaakt; benevens het appointement door den Hove daarop
gegeven. 15 Julij 1564. III, 622.
--Zie Floreen. Landsdag No. 7, 33. Munnekezijl. Schepen.
Schippersgild. Zie Gilde. Hof van Friesland.
Schipvrachten. Resolutie, dat de Schip
vrachten, tot
transport van Soldaten, uit de konvooijen zullen moeten worden betaald.
10 en 12 April 1598. IV, 982.
Schira-Monnika-Huysen. Zie Zoen.
Schoer(Dr. Lodewijk). Ordonnantie, om aan
den Heer Dr.
Lodewijk Schoer Landswege te betalen eene somma van zes honderd
Caroli-gulden. 5 Julij 1545. III, 65.
Scholarch. Zie Landsdag No. 42.
Scholbalch. Zie Ton- en Bakengeld.
Scholen. Zie Landsdag No. 46.
Scholieren. Resolutie, over het begeven van
acht vacerende Pensiën van Scholieren. 28 Januarij 1614. V, 195.
--Resolutie en Reglement op het begeven der Pensiën
aan Scholieren en Studenten. 20 Maart 1650. V, 522.
School. Zie Stavoren. Wezel.
--of Kapel (Mr- Jans). Zie Leeuwarden.
Schooldienaars. Resolutie, omtrent het betalen
van
Schooldienaars; alsmede het afdanken van Soldaten, en het stellen van
Wachtmeesters in Grietenijen. 14 April 1592. IV, 787.
--Zie Papisten.
Schoolmeesters. Resolutie, dat alleen den
Heeren
Gedeputeerden toekomt de judicature en dispositie over het beroepen en
stemmen van Schoolmeesters. 23 Februarij 1656. V, 583.
--Resolutie,
betrekkelijk het stemmen van Schoolmeesters en Organisten. 11 Junij
1698. VI, 291.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerde Staten, behelzende
de approbatie van het 21ste artikel der Sijnodale acten
betrekkelijk het lidmaatschap der Schoolmeesters. 12 Julij 1700
VI, 338.
--Resolutie, dat in het toekomende geene personen,
die twintig jaren en daar boven oud zijn, tot Schoolmeesters
zullen worden aangesteld, dan die lidmaten van de Gereformeerde Religie
zijn, en dat diegenen, welke onder den ouderdom van achttien jaren tot
voorschreven dienst aangesteld en geroepen zijn, lidmaten zullen moeten
worden, zoodra zij de achttien jaren bereikt hebben. 10 Maart 1701. VI,
346.
--Zie Evangelieboeken. Ketterijen. Schooldienaren.
Sijnode.
Schoonhoven. Zie Wieringa.
Schoorsteengelden. Ordonnantie, om de
achterstallige
Schoorsteengelden binnen zes dagen in te vorderen en op te brengen,
zonder zwarigheid of verschooningen voor te wenden, zullende bij
nalatigheid door de Deurwaarders geïnd worden. 30 September 1602. IV,
1137.
--Resolutie, waarbij de Staten der Steden resolveren den ophef der
Schoorsteen- en Vuurstedegelden. 3 Mei 1606. V, 126.
--Zie Landsdag No. 18.
Penning (Vijfhonderdsten).
Schoot. Zie Commanderie. Regt.
Schooter-Convent. Zie Commanderie. Regt.
Schorsing. Zie Landsdag No. 59.
Schot. Zie Aeckersloot. Landsdag No. 6.
Schotanus a Sterringa (Bernardus). Accoord
tusschen Heeren
Gecommitteerden uit het Collegie en Bernardus Schotanus a Sterringa,
voor het vervaardigen van een nieuwen Frieschen Atlas. 7 Februarij
1694. VI, 238.
Schotdeuren. Zie Ossetille.
Schoterburen. Het Dorp Schoterburen voor den
tijd van een jaar eene Weekmarkt toegestaan. 18 Junij 1512. II, 296.
--Verstelling van de Jaarmarkt van den Dorpe Schoterburen
van Goeden Vrijdag op den Vrijdag na Paschen. 5 April 1576. III,
1049.
--Zie Vaarten.
Schoterland. Zie Accijs.
--Friezen van. Zie Vrijgeleide.
Schotland. Zie Vrede.
Schotsche Kooplieden. Zie Vrijgeleide.
Schotschriften. Zie Paskwillen.
Schouten. Schoutsambt. Schoutsambacht. Willem,
Graaf van
Holland, beveelt aan die van Stavoren, om Andries van Wike tot Schout
te ontvangen. 6 Mei 1322. I, 164.
--Comes Hollandiae constituit Poptatum, Grietmannum,
Praetorem in Beati Sixti Boro.
Popte, de Grietman, door den Graaf van Holland
aangesteld tot Schout van Sexbierum. 2 November 1324. I, 167.
--De Graaf geeft aan Thideman Ghelmaersz. zijn Schouts
ambacht van den Dike en van den Gheeste, benoorden Sint Odulfs Klooster
te Stavoren. 8 October 1325. I, 171.
--De Graaf geeft aan Encke Rottdesmanne zijn Schoutsambacht van
Gronseterbuere en van Capperbech. 8 October 1325.
I, 172.
--De Graaf geeft aan Ulike Sybrande eenige Schoutsam-
bachten. 8 October 1325. I, 172.
--Diergelijke aanstelling aan Agghe Vrieseghitszoon.
8 October 1325. I, 172.
--Hessellimus a Comite Wilhelmo constitutus in
officio Sculteti de Harlingen.
--De Graaf stelt Hesselimus aan tot Schout te Harllngen. 28 Februarij
1326. I, 173.
--De Graaf geeft Hayo
Reenardo (Reynaldo) zijn Schoutsambachten van Opmanhusen, van
Offingewere, van Sneek buiten de Stad en van Wolprandskerke. 15 Mei
1328. I, 181.
--Wilhelmus, Comes Hannoniae, officium Praetoris Edomo
Edungae committit.
De Graaf geeft het Schoutsambacht te Harlingen tot wederopzeggen aan
Edom Edunga. 15 Mei 1328. I, 181.
--Aan Gelmar Hesseling het Schoutsambacht van Elmair
dorp en Boucheest gegeven. 10 Augustus 1332. I, 186.
--De Schout van Elmairdorp bekent zijn Schoutsambacht te be-
dienen van wege den Graaf van Holland. 22 Augustus 1344. I, 200.
--De Graaf geeft Andelof Esseling zijn Schoutsambacht
van Alsmardorp en Boucheest in Oost-Friesland. 26 Augustus 1344.
I, 201.
--Johan Nagel aangesteld tot Schout van Stavoren, die
daarvoor zal genieten den vijfden penning van zijn ontvang. 8 April
1421. I, 431.
--Het Schoutsambacht van Woudrichem in Oost-Friesland
Jan van Hove aanbevolen. 12 September 1421. I,
441.
--Het Schoutsambacht van Stavoren Willem Pey Hermans
zoon aanbevolen. 12 September 1421. I, 441.
--Zie Albert van Beijeren. Willem III (Graaf).
Schouwenburg: (Graaf van). Zie Landsdag No.
25. Stadhouders.
Schouwing. Ordonnantie, gemaakt door den
Stadhouder,
aangaande het gansche Land van geweershalve, hoe sterk dat ieder
Grietenij en Dorp zal uittrekken, onder wat Vaandelen, en met hoeveel
gravers. ...... 1528. L. B. 180. II, 552.
Schrift. Zie Voorrede, II, 43.
Schrifturen. Zie Advocaten.
Schrijfteekens. Zie Voorrede, II, 11.
Schrijfwijze. Zie Voorrede, II, 44.
Schrijvers. Zie Landsdag No. 36, 44.
Leeuwarden. Pointen van
Reformatie en Redres.
Schrikkeburgers. Zie Embder-guldens.
Schuitediep. Uitspraak van hunne Hoog
Mogenden, over het
verschil tusschen de Provincie Friesland en de Stad Groningen gerezen,
over het bevaren van het Schuitediep. 13 December 1667. V, 766.
Schuitevoerders. Resolutie, over het
aanhouden der Friesche
Schuitevoerders te Groningen, strijdig met hun regt, om vrij en
onbelemmerd door Groningen naar Drenthe te mogen varen. 12 November
1664. V, 742.
Schuldbetaling. Zie Landsdag No. 3, 4, 5.
Schulden. Staat van Schulden, tegenwoordig ten
laste van den Landschappe van Friesland onbetaald openstaande. 24
October 1592.
IV, 797.
--Resolutie, door de Volmagten van Friesland, Staatsgewijze
binnen Leeuwarden vergaderd, genomen op den overgegeven staat der
Schulden, tegenwoordig tot last van den Landschappe onbetaald
openstaande. 14 November 1593. IV, 848.
--Zie Franeker. Handel. Landsdag No. 25, 29, 32, 38,
43, 55. Predikanten. Stemmen.
Schuren. Zie Taux.
Schutgevaarte. Zie Artillerij. Friesland.
Schutterij. Ordonnantie, gemaakt voor de
Schutterij der Stad
Leeuwarden, waarnaar de Schutters derzelve Stad zich voortaan zullen
hebben te reguleren, tot den tijd, dat Zijne Koninklijke Majesteit of
Zijne Stadhouders daarin verandering en revocatie hebben gedaan. 1
Augustus 1564 en 22 Mei 1571. III, 631.
--Request door de Hoplieden en Vaandrigs, uit naam
der Schutterij te Leeuwarden, aan den Stadhouder, President en Raden
gepresenteerd, houdende verzoek om een kleinen impost te mogen leggen
op de beesten, die ter markt worden gebragt, tot onderhoud van de
Schutters Doelen. .. Augustus 1564. III, 637.
--Conditiën en Artikelen, waarop aan de Schutterij binnen
Leeuwarden vergund is eene kleinen impost te leggen op
beesten,
welke ter markt worden gebragt, tot goedmaking der kosten van het
onderhoud van den Doelen. 27 en 28 September 1564.
IIl, 638.
--Request van den Magistraat van Leeuwarden, houdende
verzoek tot restauratie en renovatie van het reglement op de Schutterij
van gemelde Stad, door den Grave van Aremberg gemaakt. 22 Mei 1571.
III, 853.
--Zie Privilegiën.
Schuttersdoelen. Zie Schutterij.
Scultinc en Sculte Scultinc (Ghelmar). Zie
Sixteburen.
Seclusie. Zie Uitsluiting (Acte van).
Secours. Zie Krijgsvolk.
Secretaris ('s Lands). Resolutie, waarbij aan
's Lands-Secretaris eene zitplaats in de Groote Kerk, in de bank der
Heeren Gedeputeerden, gegund, en het regt gegeven wordt, bij de groote
Revisie geemploijeerd te worden, en de Staten van Oorlog te bezorgea.
24 Februarij 1671. V, 802.
Secretaris van Westdongeradeel. Resolutie,
waarbij aan den
Secretaris van Westdongeradeel toegestaan wordt, om iemand te,
substitueren, die gedurende zijn afwezen zijn ambt als Secretaris dier
Grietenij zal waarnemen. 24 December 1686. VI, 119.
--Zie Isbrandi (E.). Begering.
Secretarissen. Zie Baarderadeel. Catholijk
geloof. Dijken. Griffiers. Landsdag No. 28, 29, 36, 78. Menno Simons.
Stemmea.
Secten. Zie Godsdienst. Ketterijen.
Sedelvitski (P.). Zie Landsdag No. 42.
Seijnen. Plakkaat, dat niemand eenige
Vischnetten, Seijnen
genaamd, naauwer zal mogen breiden, dan naar de exemplaren van zekere
vier ijzeren Schilden, tot dat einde door de Staten des Lands
geordonneerd en onder de respective Geregten berustende. 22 December
1539. II, 777.
--Missive, inhoudende een order omtrent het breiden van
Vischseijnen. 30 September 1591. IV, 778.
--Ordonnantie, dat niemand Seijnen zal mogen hebben, naauwer
gebreid zijnde dan de bepaalde Schilden uitwijzen, dat niemand
binnen drie weken vóór, of drie weken na Mei zal mogen visschen; dat
niemand met Hiouwen mag visschen, of aal vangen dan met stilstaande
netten. 21 Julij 1599. IV, 1054.
--Zie Eijerzoeken.
Seminariën. Zie Landsdag No. 46. Ontvangers.
Senioren. Missive van den Stadhouder Georg van
Lalaing aan
de Gedeputeerde Staten van Friesland, betreffende het herstellen vaa de
Senioren en Canoniken der Cathedrale kerk van Sint Vith uit
Mariengaarde binnen Leeuwarden, en in de possessie van hunlieder
goederen en inkomen. 22 September 1578. III, 1213.
Sententiën. Resolutie der Heeren
Gedeputeerden,
betrekkelijk het approberen en desapproberen der Sententiën door het
Krijgsgeregt geveld. 11 Augustus 1698. VI, 301.
--Zie Aalsum. Andries Klaasz. Dijken. Dong. Donia
(Louw). Fritsma (Yvo). Gerkesklooster. Getserdazijl. Munnekezijl.
Naerden (M. van). Nedergeregten. Predikanten. Revijsen.
Schadevergoeding. Sijnode. Sternzee. Veen. Visvliet. Wisselbrief.
Separatie. Zie Verschillen.
Sergeant. Sergeant-Majoor. Zie Landsdag No.
42.
Sergins (Paus). Zie Willebrordus.
Servisen. Memorie van de Servisen van ouds. ..... 1597.
IV, 972.
--Zie Admiraliteit. Soldaten.
Servisgelden. Zie Landsdag No. 42.
Sessiën. Zie Hof van Friesland.
Sexbierum. Zie Leen. Schouten.
Sjaarda (Douwe). Hessel Pybinga quiteert Douwe Sjaarda en zijne erven
van alle schuld en misdaden, die hij Douwe en de zijnen begaan hebben
in het doodslaan van Doetje, Hessels moeder. 27 Mei 1483. I, 722.
--Jelle. Zie Aalsum.
--Syds. Request der Steden, om te mogen bijwonen de
inventarisatie van de papieren, berustende ten sterfhuize van Syds
Sjaarda, met de apostillaire dispositie en verklaring der Staten van
Friesland. ........ 1550. III, 230.
--Sikke. Brief van Sikke Sjaarda aan Graaf Willem,
waarin hij betuigt de vrijheid niet te zullen schenden. 9 Augustus
1239. I, 93.
--Zie Aylva (T. Epaz.). Galama (Y.). Hillema.
Volmagten. Vrede.
Sjaarda-State. Zie
Klaarkamp.
Sjaardema-huis. Zie Sternzee.
Sjarda (Sifeke). Zie Franeker.
Sigismund (Koning). De Roomsch Koning Sigismund schrijft
aan de
Friezen, dat hij zijnen Raad Nicolaas Bontslow en zijnen Kapellaan
Hendrik Clant volmagt gegeven heeft, om met hen te handelen. 19
Augustus 1416. I, 390.
--Hertog Willem vermaant die van Oostergoo
en Westergoo, zich niet in te laten om den Roomsch Koning Sigismund
eenige schatting te geven, of dien als Heer te erkennen, wijl hij
dezelve niet schuldig is, dan de Leenverheffing. 30 April 1417. I, 392.
--Hertog Willem vermaant Nicolaas Buntslow,
Kanselier des Hertogdoms van Breslow, Gezant van den Roomsch
Koning Sigismund, aan de Friezen van Oostergoo en Westergoo, om dezen
tot onderdanigheid en schattinggeving te brengen, dat hij zich daarvan
onthouden moet, of zich niet moet beklagen over de gevolgen. 30 April
1417. I, 393.
--Zie Geloofsbrieven. Oorlog. Privilegiën.
Schieringers en Vetkoopers.
Sijbaldaburen. Zie
Gerkesklooster. Munnekezijl.
Sijbes (Jelle). Zie Unie.
Sijbrant (Jonge). Zie Buwezoon (Hobbe)
Sijesma (Sije). Zie Aalsum.
Sijgerswolde (Klooster). Theydze, Wopke
dochter, geeft aan
de Zusteren of het Convent te Sijgerswolde veertien mans maden,
geheeten de Gherren, mits gedurende haar leven aan haar uitgekeerd
worde acht Horentjes Postulaten (Guldens). 9 September 1504. II, 238.
--Wythie (Vytus) van Kamminga heeft
aan het Convent Sijgerswolde veertien roeden veen, liggende te Suameer,
bij den Kukuitsboom, overgeleverd en afgestaan, welke door zijne wylen
moeder Sjouk van Kamminga aan voors. Zusteren zijn gelegateerd. 15
October 1532. II, 625.
Sijmonsz. (Frederik). Karel, Koning van
Spanje, schenkt aan
Frederik Sijmonsz., Burgemeester te Enkhuizen, wegens zijne geledene
schade op zee en gedane diensten, al de goederen van Henrijck Brentex
en zijne huisvrouw, door hunne oproerigheid verbeurd verklaard. 31
Augustus 1516. II, 335.
Sijnodale Besluiten. Verbod, dat geene
Sijnodale Besluiten
eenige kracht of effect zullen hebben, voor en aleer dezelve bij de
Staten van het Land zullen zijn geapprobeerd. 10 Julij 1622. V, 275.
Sijnode. Resolutiën, genomen op zekere
pointen, door de
Sijnode, te Franeker en Harlingen gehouden, aan de Staten dezer
Provincie gepresenteerd, betreffende:
--1. De Jezuiten en Mispapen.
--2. De Vergaderingen der Wederdoopers.
--3. Het vervullen der Pastoriën.
--4. Het casseren van onwettige Schoolmeesters.
--5. De jaarwedden der Schoolmeesters.
--6. De verzorging der uitgediende Predikanten.
--7. De jaarwedden der Predikanten.
--8. Het spelen van Comediën.
--9. Het wegnemen der Beelden, Altaren enz. in de Kerken.
--25 Maart 1603. V, 100.
--Resolutie der Steden, rakende het
beslissen van eenige verschillen, bij de Provinciale Sijnode
voorgevallen. 8 Februarij 1606. V, 124.
--Resolutie der Landen, over hetzelfde onderwerp. 8 Februarij 1606. V, 124
--Schriftelijk verzoek der Staten van Friesland, Groningen en
Ommelanden, aan de Heeren Staten-Generaal, om eene Nationale
Sijnode te houden. 19 Mei 1617. V, 229.
--Resolutie der Heeren
Gedeputeerden, betreffende de vragen over het beschrijven van eene
Nationale Sijnode, door hunne Hoog Mogenden in 1607 den Gecommitteerden
uit de respective Kerken der Vereenigde Nederlanden voorgesteld en
beantwoord. 10 en 11 Julij 1617. V, 230.
--Resolutie der drie Landkwartieren,
behelzende:
1. Approbatie van het verhandelde op de Nationale Sijnode in 1619 te
Dordrecht gehouden, aangaande de Gereformeerde Religie, en:
2. Verwerping der Kerkenorde, in die Sijnode bepaald, en volharding bij
die, hier te Lande in gebruik zijnde. 3 Julij 1619.
V, 253.
--Resolutie der Steden, behelzende:
1. Approbatie der Canones van de Duitsche Sijnode.
2. Het in statu houden der Kerkenorde. 7 Julij 1619. V, 254.
--Resolutie der Steden, om de Resolutie van Zijne Genade en de
Gedeputeerde Staten, op de voorgestelde pointen der Deputaten Sijnodi
genomen, te approberen. 12 April 1622. V, 270.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, waarbij de Deputaten
Sijnodi gelast worden, twee Predikanten naar de
Sijnodale Vergaderingen van Noord- en Zuid-Holland te zenden.
16 Junij 1630.
V, 327.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, nopens het zenden
van twee personen naar de Sijnode van Utrecht, en het houden van
Sijnodale correspondentie. 29 Maart 1631. V, 329.
--Resolutie, waarbij de jaarlijksche correspondentie naar
de buitenlandsche Sijnoden wordt afgeschaft. 16 Mei 1645.
V, 492.
--Resolutiën, genomen op het voorstel der Deputaten van de
Bolswarder Sijnode, over het ontheiligen van den Zondag;
het
omkopen der Mennonitische Bisschoppen; het uitvoeren der Sijnodale
Sententiën; de ongeregeldheden, welke in de Almanakken geplaatst en op
de Lijkmaaltijden gepleegd worden. 4 September 1657.
V, 594.
--Resolutie op eenige pointen, door de Deputaten van de
Sijnode te Dokkum voorgesteld, betreffende do kopijen
uit
Stemcohieren; het afschaffen der Jaarmarkten op Zondagen, en het
drukken van ergerlijke Boeken. 9 Februarij 1661. V, 651.
--Resolutie, waarbij de Heeren Gedeputeerden het verzoek
van hunne Hoog Mogenden, om de Autographa der Postacta van de Dordsche
Sijnode te mogen hebben, van de hand wijzen. 1 Junij 1665. V, 744.
--Zie Appellen. Kerk. Kerkenorde. Labadisten. Landsdag No. 78.
Leeuwarden. Liturgiën. Mesvechten. Predikanten. Schoolmeesters. Unie.
Sijrickz. (Foppe). Zie Klaarkamp.
Sijrixma (A. v.). Zie Granen.
Sijtze Optez. Zie Gratie.
Sijw §ijsma. Zie Feenklooster.
Sinisco. Zie Landsdag No. 44.
Sixtebeeren. De Graaf beveelt zijn land te
Sixtebeeren en
van Westerbeeren te regeren aan Gelmaer Scultinc en Sculte Scultinc. 3
Mei 1322. I, 163.
Sixtus IV. Zie Vrijgeleide.
Slaapsteden. Zie Wachthouding.
Slachtedijk. Sententie, gepronuntiëerd door
het Geregt van
Utbgeradeel, tusschen het Convent van Haske en de Ingezetenen van
Haskerdijken, Impetranten, contra Jelle Sypkezoon, cum soa, Gedaagden,
waarbij de Gedaagden worden gecondemneerd tot de mede onderhouding van
den Slachtedijk, gelegen bij Terkaple. 14 December 1559. III, 481.
Slagters. Zie Impositiën. Krijgsvolk.
Slatten. Slatting. Request van de Ingezetenen
van Wirdum en
Zwichem, om van de Slatting van de Greeuwen ontheven te zijn, met het
appointement daarop verleend. 19 September 1532.
II, 623.
--Quitantie, gepasseerd door Ferck
Renckesz.,
op Bornzwaag, aan Heer Rieuwert, Commandeur van 't Hospitaal bij Sneek,
wegens het graven van twintig roeden aan een sloot, zijnde het Convent
door den Hove van Friesland daartoe geordonneerd. 30 Julij 1538. II,
721.
--Verdrag van de Ingezetenen van Franeker en
Franeker Uitburen, betreffende het Slatten van de vier
Zijlroeden of Vaarten, loopende van Franeker naar Tzum, Getserdazijl,
Dongjum en Schalsum; namelijk hoeverre en wanneer die te slatten, er op
wat wijze de penningen, daartoe noodig, omgeslagen zullen worden.
23 Maart 1545. III, 62.
Request van de Ingezetenen van den Dorpe
Stiens, dat hunne gemeene Vaart mag worden opgeslat; met
het appointement. 26 Augustus 1584. IV, 505
--Ordonnantie, dat, alzoo de vaart van Leeuwarden
naar Harlingen moet geslat worden, niemand zijne landen, daaraan
liggende, zal mogen bezaaijen, tot voorkoming van schade. 20 Augustus
1597. IV, 969.
--Aanschrijving aan den Grietman van Leenwarderadeel, om de
vaart van Hempensermeer af tot aan het Woudmans-Diep te Slatten. 21
Junij 1601. IV, 1125.
--Zie Dantumadeel. Donia
(Kempo van). Ee (De). Franeker. Kolonels-Diep. Vaarten. Zoen.
Slaven. Waarschuwing tegen een zeker
Staatsbesluit, door de
Provincie van Holland genomen, over het lossen van Slaven, in Barbarije
gevangen zijnde. 15 Januarij 1664. V, 706.
--Zie Scheepvaart.
Slechten. Zie Demolitie.
Slempen. Zie Boelgoeden. Lijkmaaltijden.
Slijk. Zie Verkoop. Visvliet .
Slijkenburg. Resolutie, waarbij aan de
Ingezetenen van
Slijkenburg toegestaan wordt, om eene weekmarkt aldaar te houden. 26
Maart 1694. VI, 234.
Slijkenburgerzijl. Zie Tol.
Slooten. Zie Meren. Slatten. Weg.
Slooten (Stad). De Steden Hoorn, Enkhuizen,
Medenblik,
Grootenbroek en anderen gelast, om die van Slooten en de Lemmer bij te
staan en te helpen. 13 Januarij 1421. I, 424.
--De Steden Amsterdam,
Hoorn, Enkhuizen, Monnikendam en anderen gelast, te spreken met de
Kapiteins van Slooten en de Lemmer, over derzelver ontruiming en
inneming. 27 Februarij 1421. I, 425.
--Request van den Magistraat en Ingezetenen van
Slooten aan de Gedeputeerden, om middelen te willen
beramen tot
onderhouding van hunnen Predikant, met het appointement daarop gevolgd.
12 en 14 April 1584. IV, 457.
--Reglement van Raadsbestelling der Stad Slooten.
18 April 1637. V, 428.
--Zie Contraroleurschap. Demolitie. Dijken. Dokkum.
Geweer. Leeuwarden. Stavoren. Verbond. Wildemarkt.
Slootermeer.
Zie Dag- en Nachtwacht.
Sloten. Zie Oorlog.
Slotvoogd. Zie Stavoren.
Sluikerijen. Resolutie, dat de aanklagte over
Sluikerijen en
Frauden van Havenspeciën zal mogen geschieden aan de Officieren der
plaatsen, waar de Sluiker gevat wordt. 25 April 1691.
VI, 177.
Sluikers. Plakkaat tegen de Sluikers. 19 Julij 1690. VI, 170.
Sluipcatechisatiën. Zie Militairen. Sabbat.
Sluipwaag. Zie Waag.
Sluis. (Stad.) Ordonnantie, om wegens de verovering der Stad Sluis
God openlijk te danken, en eenige teekenen van vreugde
in het openbaar te doen bedrijven. 13 Augustus 1604. IV,
1285.
--Zie Dank-, Vast- en Bededag.
Sluismeesters. Zie Zijlvesters.
Sluizen. Zie Dijken. Hooi. Landsdag No. 6.
Peil. Stavoren.
Zijl.
Smalle-Ee. Smalle-Ee. Smallente (Klooster). Georgius van Egmond,
Bisschop van Utrecht, geeft aan den Prior Petros van Groningen de magt
en vrijheid, om de kloosterlijke geloften der Maagden, die zich in het
Convent te Smalle-Ee willen begeven, aan te nemen, alsmede om haar de
Wiel of den Nonnensluijer, zonder verlof van den Overste, op te zetten.
16 Maart 1548. III, 132.
--Zie Aalsum.
Smallingerland. Consentbrief, door het Geregt
van
Smallingerland verleend aan Pieter Jansz., op den koop van tien roeden
veen te Opeinde. 3 September 1531. II, 584.
--Zie Dijken. Impositiën. Landsdag No. 7.
Smeekschrift. Zie Brederode (H. van).
Smiengha-goed. Smeynga-goed. Zie Aalsum.
Smit (Jelle). Missive van den Stadhouder,
President en Raden
in Friesland, aan den Prelaat van Gerkesklooster, houdende, dat bij den
Reddiger van Visvliet gevangen gehouden wordt zekere Jelle Smit, burger
van Leeuwarden, die manslag begaan heeft aan Harman van Munster,
medeburger aldaar, en verzoekende denzelve niet in compositie aan te
nemen. 6 Februarij 1545. III, 61.
Sneek. Stadsboek van Sneek, of Ordonnantie van
Regten,
Keuren en Breuken, die Burgemeesters, Schepens en Raadsluiden der Stad
Sneek, bij Raad en consent der zes en dertigen en der Gemeente. tot
derzel ver nut eendragtelijk hebben gemaakt; zwerende daarop, om
dezelve vast en onverbrekelijk te zullen onderhouden naar alle hunne
vermogens. .. April 1456. I, 565.
--Artikelen, door die van Sneek overgegeven aan de Vrouw
Gouvernante, met de apostillen en antwoorden op ieder
artikel. ..... 1522. L. B. 127. II, 435.
--Omstandig Verhaal of Rapport, door Jasper Liviusz, Raad
Ordinaris van Holland, gedaan van het voorgevallene omtrent de
hulde en eed, door den Magistraat van Sneek gedaan aan Keizer Karel den
Vijfde. 4 en 5 November 1522. II, 436.
--Het vorenstaand omstandig rapport
door Mevrouw de Gouvernante geapprobeerd. 12 Januarij 1523. II, 446.
--Ratificatie van de pointen en artikelen, door de Vrouwe Gouvernante aan
de Stad Sneek geaccordeerd. 6 December 1523. II, 459.
--Keizer Karel vergunt aan die van Sneek de helft van den Accijs
van alle bieren, binnen de Stad gedronken wordende; de helft van den
Accijs der wijnen, voor den tijd van zes jaren, en scheldt hun kwijt
den achterstalligen jaartaux; des in het toekomende denzelve te
betalen, doch voor den tijd van zes eerstkomende jaren weder drie
deelen uit genoemden jaartaux uit handen van den Rentemeester-Generaal
ontvangende. 18 December 1524. II, 482.
--Octrooi, aan de Stad Sneek vergund, om voor den tijd van
vier jaren te mogen heffen op eiken aam wijn een Caroli-gulden; op
ieder ton uitheemsch bier twaalf stuivers, en ingebrouwen bier acht
stuivers. 12 October 1579. IV, 84.
--Reglement en voet van Raadsbestelling der Stad Sneek.
5 October 1635. V, 382.
--Reglement en Octrooi van Raadsbestelling der Stad Sneek.
20-30 Maart 1637. V, 409.
--Zie Aalsum. Consumtiën. Dagvaard. Franeker. Gedeputeerden.
Geweer. Gewigten. Hillema (M. H.). Leeuwarden. Liturgiën. Liviusz.
(Jasper). Malta (Ridderorde van). Privilegiën. Slatting. Tol. Trekweg.
Veer. Veerschippers. Verbond. Vrede.
--Commanderij te. Zie Slatting.
Snellemarkt. Resolutie, waarbij de Snellemarkt wordt afgeschaft. 17
April 1619. V, 252.
Snikzwaag. Zie Predikanten.
Socinianen. Resolutie, om de Plakkaten tegen de Socinianen, en het
drukken hunner Boeken, alsmede tegen de Kwakers en Dompelaars, te
vernieuwen. 20 Februarij 1662. V, 670.
--Plakkaat tegen het inkomen der Socinianen, Kwakers
en Dompelaars, alsmede tegen het drukken van hunne kettersche Boeken.
20 Augustus 1687. VI, 130.
Soldaten. Extract uit een brief van den Heer van Roggendorf, Stadhouder,
over het in dienst houden van eenige Ruiters en Soldaten. 16 Julij
1518. II, 371.
--Op de propositie, zoo van den Stadhouder als Overste
Veldheer Johan van Wassenaar, hebben de Staten van
Friesland te
Harlingen, ten gemeenen Landsdage vergaderd zijnde, eenparig besloten
en geconsenteerd, om 1500 Soldaten voor den tijd van drie maanden aan
te nemen en te betalen. 24 Junij 1523. L. B. 137. II, 449.
--Nadere propositie van den Heer Johan van Wassenaar,
nopens de betaling der Soldijen van 1500 Soldaten, met het antwoord
daarop. 15 September 1523. L. B. 138. II, 452,
--Nadere Resolutie, nopens den omslag
tot betaling der 1500 Soldaten. 10 November 1523. L. B. 139. II, 458.
--Antwoord der Staten van Friesland aan de Vrouwe
Gouvernante Margaretha van Oostenrijk, op haar verzoek,
om ten
koste en bezwaar dezer Landschappe 2000 Soldaten te consenteren en aan
te nemen, tot defensie van Friesland in den Gelderschen Oorlog.
4 Maart 1528. L. B. 178. II. 540.
--Missive, tot invordering van de twee stuivers, door de
Staten op den gulden Rente geconsenteerd, voor het onderhoud der
Soldaten. 13 Julij 1543. III, 24.
--Missive, om den Hove in te leveren de declaratiën
betaalde leeningen aan Soldaten. 22 Julij 1571. III, 859.
--Ordonnantie, dat de Ingezetenen van Leeuwarden, die
aan de Soldaten eenige leeningen betaald hebben, hunne bescheiden
daarvan aan den Hove zullen moeten overbrengen. 5 Augustus 1571. III,
863.
--Request van den Magistraat van Sneek, houdende verzoek
tot redres van eenige zwarigheden wegens de inlegering der Soldaten;
met het appointement van den Hove daarop gegeven. 5 Februarij 1573.
III,
926.
--Ordonnantie, om de Ingezetenen van den overlast der
Soldaten te verligten, dezelve tot hun onderhoud bij
provisie
een zeker stuk geld, ieder volgens den taux, te doen betalen, boven het
behoorlijk servies. 29 April 1573. III, 936.
--Plakkaat, dat de Soldaten, uit de Steden van Friesland
en Groningen naar Leeuwarden trekkende, anders als door den regten weg,
zullen worden geapprehendeerd, en gevangen overgezonden. En
Ordonnantie, om te doen opgeven, welke Dorpen aan de Waalsche Soldaten
eenige leening hebben gedaan. 16 December 1573. III, 954 .
--Verklaring, door de Volmagten van Oostergoo gedaan,
dat zij de lasten tot onderhouding der Soldaten liever willen dragen op
de Floreenrente, dan op zekere nieuwe impositiën en excijsen 15 Mei
1574. III, 974
--Propositie van den Grave van Lalaing aan de Gedepu-
teerden van Friesland, tot fournering van eene merkelijke somme geld
ter betaling der Soldaten; en recommandatie van zich gezamenlijk met
de Generale Staten te willen vereenigen en Gecommitteerden naar Brussel
te zenden, met magt, om te adviseren en resolveren tot executie van den
Vredehandel met den Prins van Oranje. 12 Januarij 1577. III, 1085.
--Antwoord en Resolutie der Landen op voorgaande propositie, alsmede het
advijs, door den Hove daarop gegeven. 16 Januarij 1577. III, 1086.
--Antwoord der Gedeputeerden van Friesland, op de propositie
van den Stadhouder Lalaing, waarbij zij tot betaling der Soldaten
consenteren eene som van honderd duizend Caroli-gulden; met wijdere
verklaring, de Pacificatie van Gend te approberen, en hunne
Gecommitteerden te dien einde naar Brussel te willen zenden. 18
Januarij 1577. III, 1088.
--Presentatie der Steden, om tot het fournissement van
100,000 Caroli-gulden voor de Soldaten te willen contribueren naar
proportie van den omslag, voormaals gemaakt, ten opzigte van hunne
gecontribueerde 10,000 gulden tot de Propijn. 19 Januarij 1577.
III, 1090.
--Request van de Gecommitteerden der Steden, om hunne
gedane presentatie te accepteren, en die van den Platten Lande te
induceren tot onderhouding van zekere provisioneele Sententie, bij
wijlen den Grave van Megen tusschen de Friesche Landen en Steden
gepronuncieerd; met het eigenhandig appointement van den Grave Lalaing,
in margine dies daarop geschreven. 24 Januarij 1577. III, 1090.
--Request der Steden aan den Stadhouder, met presentatie
om in de algemeen geconsenteerde sommen tot betaling der Soldaten het
tiende deel te willen contribueren voor hunne quota, met het
appointement daarop gegeven. 13 en 15 Februarij 1577. III, 1101.
--Uitschrijving of Ordonnantie, om met den eersten te doen
overbrengen alle quitantiën, door den Heer van Billy, gepasseerd van de
Landspenningen bij hem ontvangen tot onderhoud der Soldaten. 9 Maart
1577. III, 1107.
--Missive van Sikke van Dekema en Lieuwe van Beijem,
aan de Gedeputeerden en Volmagten van Friesland, betreffende den spot,
hoon en het verdriet, hun door de Soldaten wordende aangedaan. 20 Mei
1577. III, 1131.
--Plakkaat, dat alle afgedankte Soldaten van stonden aan
zullen scheiden en vertrekken, tot voorkoming van verderen overlast. 26
Junij 1577. III, 1138.
--Ordonnantie, om om te slaan en op te brengen binnen
acht dagen eene som van 106,000 Caroli-gulden, tot leeninge der
Ingezetenen voor de Waalsche en betaling van de Duitsche Soldaten, mits
daarin kortende het betaalde van den Achtsten Penning. 29 November
1578. III, 1222.
--Missive van de Gedeputeerden der nader geunieerde Provinciën,
door welke de Gedeputeerde Staten van Friesland kennis geven,
dat de Stadhouder uit zijn Gouvernement zal ligten 26,000 gulden, tot
betaling van veertien Vaandels Soldaten en zes honderd Ruiters. 14
October 1579. IV, 85.
--Plakkaat der Gedeputeerden van de
nader
geunieerde Provinciën, omtrent het overloopen der Ruiters en Soldaten
van de eene compagnie onder de andere. 28 September 1580. IV, 206.
--Resolutie, door de Volmagten van Friesland genomen op
het monsteren der Soldaten op de Monsterrollen enz. 23 Mei 1593.
IV, 830.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, waarbij aan de Hoplieden
en Soldaten toegezegd wordt betaling der Servisgelden tot den 25
December; doch dat dezelve zich na dien tijd met hunne ordonnantie en
korting der maanden van twee en veertig dagen, zullen moeten te vrede
houden. 31 December 1597. IV, 971.
--De Volmagten van de Steden accorderen de Compagniën
van het Friesche Regiment hunne Servisen naar voorgaand gebruik. 11
Februarij 1599. IV, 1036.
--Resolutie van de Volmagten der Zevenwouden, waarbij
hunne Gedeputeerden geautoriseerd worden, om afrekening en betaling te
doen aan de Compagniën van het Friesche Regiment. 13 Februarij 1599.
IV, 1037.
--Plakkaat, tot waarschuwing over het uitloopen van Soldaten
en anderen, tot schade en overlast van de goede Ingezetenen. 8
November 1676. V, 1120.
--Plakkaat, houdende Pardon voor Soldaten, die zonder
verlof hunne Compagniën verlaten. 7 Februarij 1690. VI, 162.
--Zie
Bedelaars. Beesten. Contributie. Dag- en Nachtwacht.
Familiegelden. Floreen. Impositiën. Knechten. Knevelaars.
Landsdag No. 13, 15, 16, 17, 43, 44. Maandgeld. Negotiatie.
Schipvrachten. Schooldienaren. Stadhouders. Steden Stemmen.
Verschillen. Vijand.
Soldij. Zie Landsdag No. 18. Waardgelden.
SoliduS. Zie Voorrede, I, 98.
Solkis ook Zelkama (Eba). Eba Solkis (ook
Zelkama genoemd)
stelt ter decisie van vier Prelaten of Priesters zijn verschil met
Hasker-Convent. 29 Junij 1487. I, 742.
--Baar of Verdrag, tusschen het
Hasker-Convent en Eba Zelkama (ook Solkis genoemd), aangaande eene
halve zathe land in Haskerdijken. 10 Februarij 1489. I, 745.
Soltkamp. Commissie voor Epo Jacobszoon
Juckama, het doen van besteding van eenige aardwerken in de Schans
Soltkamp Julij 1592. IV, 793.
Sommen. Zie Landsdag No. 28.
Soudenaren. Zie Stavoren.
Souvereiniteit. Zie Engeland (Koninginne van).
Gezanten.
Spaansche Tirannij. Zie Landsdag No. 23.
Spanjaarden. Plakkaat, waarbij de Spanjaards
en alle hunne
goederen voor goeden prijs verklaard worden, met verbod, aan dezelven,
noch hunne aanhangers, eenigen toevoer te doen, ook geene paspoorten te
geven of te nemen tegen de rooving en rantsoenering der Vijanden. 2
April 1599. IV, 1040.
--Zie Advijs. Unie.
Spanje. Zie Processiën. Krijgsvolk.
--Koning van. Zie Gevangenen. Kwaadwilligen.
Leeuwarden. Oorlog. Philips II. Propijn. Stellingwerf Westeinde. Vrede.
--(Koningin van). Zie Processiën.
--(Kroonprins van). Zie Processiën.
--Prins van. Zie Karel V.
Sparendam. Zie Tol.
Speciën (De zes). Protestatie der Heeren
Volmagten van de
Platte Landen, tegen de Heeren van de Steden, nopens het inwilligen van
de zes Speciën en van den Impost op den Turf. 4 April 1600. IV, 1075.
--Zie Floreen. Ontvanger-Generaal.
Specificatie. Zie Landsdag No. 6. Oostergoo.
Specken (D. v.). Zie Rentemeesters.
Spelen. Zie Nieuwjaarzingen.
Spelling en Figuren. Zie Voorrede, II, 43.
Spiering. Zie Predikanten.
Spiesen. Zie Buskruid.
Spions. Notificatie, waarbij eene premie van twee honderd zilveren
dukatons aan dengenen beloofd wordt, die met grond zoodanige Spions of
Verspieders, als de Koning van Frankrijk in deze Landen onderhoudt,
weet aan te brengen. 2 Mei 1672. V, 823.
--Zie Brieven.
Sportelgelden. Zie Landsdag No. 31, 33.
Springhengsten. Zie Hengsten.
Staat (Eerste). Zie Hopperus (J.).
--(Vierde). Zie Steden.
--van Oorlog. Zie
Gecommitteerden. Krijgsvolk.
Staatsbesluiten.Zie Resolutiën.
Staatszaken. Zie Presentatie. Stemmen.
Stachouwer. (J.). Zie Schiermonnikoog.
Stad. Zie Engeland (Koningin van).
Stad en Lande. Zie Admiraliteit.
Stadhouders. Artikelen, door den Raad in
Friesland aan den
Stadhouder voorgesteld en geapprobeerd, waarnaar men zich, de
Stadhouder buiten de Provincie zijnde, zoude reguleren. 21 Februarij
1517. II, 348.
--Commissie voor den Heer Kempo van Martena, om
naar Mechelen te reizen, en zich zelven, benevens den Heer Stadhouder
Georg Schenck en verdere Raden in Friesland, ten Hove te verantwoorden,
over de klagten tegen hen ingebragt. 20 Januarij 1523. L. B. 134. II,
447.
--Antwoord, door bevel van de Vrouwe Gouvernante
aan de Friesche Gedeputeerden gegeven, op de klagten tegen den
Stadhouder en Raden ingebragt. 9 Mei 1523. L. B. 134.
II, 447.
--Brief van de Gouvernante aan de Prelaten, Edelen,
Steden en anderen, representerende de Staten van
Friesland,
betrekkelijk tot het voorschreven antwoord, aan de Friesche Afgezanten
gegeven. 9 Mei 1523. L. B. 135. II, 447.
--Brief van de Gouvernante, tot consolatie en excusatie
der klagten tegen den Stadhouder en Raden ingebragt. 9 Mei 1523. L. B.
136. II, 447.
--Instructie voor den Stadhouder van Friesland, Overijssel
en Groningen, hoe hij zich reguleren zal in het excerceren
van de voorschreven Officiën enz. .... 1540. II, 805.
--Commissie voor den Heer Jan van Ligne, Grave
van Aremberg, tot Stadhouder-Generaal van Friesland, in de plaats van
Maximiliaan van Egmond, Grave van Buren , onlangs overleden. 1 Januarij
1548. III, 130.
--Procuratie, gepasseerd door de Steden van Friesland,
op Pieter Tjallingsz., om te doen vernieuwen de Commissie binnen
Utrecht op den Stadhouder, President en Raden in Frisland. 13 April
1549. III, 161.
--Communicatie van de aanstelling van Gillis van Barlaimont,
Heer van Hierges, tot Stadhouder, in de plaats van de
overledenen Grave van Megen. 4 Mei 1572. III, 884.
--Commissie van Prins
Willem I voor Graaf Joost
van Schouwenburg, als Stadhouder van Friesland. 14 Julij 1572
III, 892.
--Verzoek van de Gecommitteerden van den Grave
Lalaing aan den Hove van Friesland, om finaal te
vernemen of
hetzelve gemelden Graaf voor Stadhouder van Friesland aannemen, en zich
met de Resolutie van den Raad van State wil conformeren of niet; met
het antwoord van den Hove daarop gegeven. 16 Januarij 1577.
III,
1087.
--Aanstelling van den Grave Georg van Lalaing tot
Stadhouder van Friesland enz., gedaan door de Generale Staten, te
Brussel vergaderd. 31 Augustus 1577. III, 1150.
--Missive van de Generale Staten uit Brussel aan de
Staten van Friesland, om den Grave van Lalaing als
Stadhouder te erkennen. 31 Augustus 1577. III, 1151.
--Antwoord en Resolutie van de Volmagten der Steden,
op de propositie van den Stadhouder Lalaing, waarbij zij verklaren,
denzelven volgens zijne commissie voor hunnen Gouverneur te erkennen,
de Pacificatie van Gent getrouwelijk te zullen nakomen, en genegen te
zijn de twee Vendelen Duitsche Soldaten te betalen, doch alles zonder
prejudicie en consequentie. 3 October 1577. III, 1153.
--Antwoord en respective remonstrantie der Heeren
Gedeputeerde Staten van de Platte Landen van Friesland,
op de
propositie der Heeren Raden, uit naam van den Stadhouder Grave van
Rennenberg, met de apostillen daarop gegeven. 3 en 5 October
1577. III, 1154.
--Nadere apostillen, op de vorige Remonstrantie gegeven.
7 October 1577. III, 1157.
--Protestatie de non prejudicando, nopens een te maken
verdere Instructie voor den Stadhouder en advijs der Gedeputeerde
Staten, gedaan door de Steden van Friesland. 29 April 1585. IV, 531.
--Resolutie der Heeren Staten van Friesland, waarbij
het tractement van den Heer Stadhouder ieder maand met vier honderd
gulden vermeerderd wordt. 14 April 1594. IV, 860.
--Resolutie, dat geen Stadhouder of Kapitein-Generaal
voortaan verzoek tot overdragt bij survivance zal mogen doen; of om
eenige pointen te genieten, welke de Staten zich gereserveerd hebben;
en dat geene krijgsambten, dan door den Staat of den Stadhouder, en de
Gedeputeerden collegialiter zullen begeven worden. 13 December 1632. V,
354.
--Resolutie, om den Stadhouder voor Vorst van het
Duitsche Rijk te erkennen, en den Hove Provinciaal aan
te
schrijven, om alle dagvaardingen en andere acten met dien titel te
laten uitgaan. 11 November 1654. V, 571.
--Resolutie, waarbij Zijne Hoogheid de Erfstadhouder
dezer Provincie tot Curator Magnificentissimus primarius en honorarius
van 's Lands Universiteit aangesteld wordt. 19 Februarij 1678.
V, 1134.
--Resolutie, waarbij de Stadhouder
dezer
Provincie gedispenseerd wordt Zijne Hnwelijks-Proclamatiën te laten
doen. 14 Augustus 1683. V, 1216.
-- Zie Breydel (W. van). Coevorden. Curatoren. Doleantiën.
Ernst Casimir. Fournissement. Garde du Corps. Gedeputeerden.
Hendrik Casimir I en H. Hof ('s Prinsen). Johan van Oostenrijk. Johan
Willem Friso. Kapitein. Landsdag No. 14, 31. Leeuwarden. Merode
(Bernard van). Patenten. Procuratiën. Regering. Soldaten. Steden.
Thaede Gherbaz. Veldmaarschalk Willem I (Prins). Willem Frederik.
Willem Lodewijk.
Stadhouderschap. Resolutie van de Heeren Staten van
Friesland, betreffende de Survivance van het Stadhouderschap op
Hendrik, Grave van Nassau enz. 27 Maart 1632. V, 341.
--Survivance van het Stadhouderschap van deze
Provincie op Zijne Hoogheid den Heere Willem, Prins van
Oranje, na het overlijden van den tegenwoordigen Heer Stadhouder.
19 Maart 1641. V, 462.
Resolutie, waarbij het Stadhouderschap van
Prins Willem van Nassau, na het overlijden van denzelve,
bij
Survivance aan Zijnen eerstgeboren Zoon Hendrik Casimir opgedragen wordt.
25 Februarij 1659. V, 616.
Resolutie, waarbij het Stadhouderschap dezer
Provincie in Zijne Vorstelijke Doorluchtigheid den Heere
Hendrik
Casimir, tegenwoordig Stadhouder, en deszelfs nakomelingen erfelijk
verklaard wordt. 18 Februarij 1675. V, 1103.
Zie Aremberg (Wed. van). Willem III.
Stadsboek. Zie Bolsward. Sneek.
Stadslasten. Zie Franeker.
Stadsontvangers. Zie Ontvangers.
Stal. Zie Hof ('s Prinsen).
Stanije (Jeppe). Aan Jeppe Stanije
geaccordeerd zijne
Schade, hem door Sijds Wobbesz. en Jasper in Damwoude aangedaan, op
hunne goederen te verhalen. 10 September 1516. II, 337.
Stanley (Willem). Plakkaat van Proscriptie,
tegen Willem
Stanley en Roeland Yorck, en verbod tegen de Calumniateurs der
Engelsche Natie. 9 Februarij 1587. IV, 677.
Staten (Schotschietende). Zie Landsdag No. 9,
11.
Staten van Friesland. Verzoek, door den Koning
aan de Staten
gedaan, om te komen te Gent, en aldaar met de Staten van de andere
Zijner Majesteits Landen te aanhooren deszelfs meening. 21 tot 25 Julij
1559. III, 465.
--Remonstrantie van de Staten van Friesland aan de Gedeputeerden
der nadere Vereenigde Provinciën, over verschillende zaken; met de
Besluiten daarop gevolgd. 17 Mei 1580. IV, 155.
--Verscheidene Resolutiën, door de Staten van
Friesland genomen, over de Volmagten ten Landsdage, reizende Personen
en Oorlogsonkosten. 18 Mei 1593. IV, 823.
--Resolutie, waarbij bepaald wordt dat de
Staten, gedurende den Landsdag, zullen hebben den rang
in het
voorgaan en voorzitten vóór hunne Gedeputeerden en Raden Provinciaal.
20 Junij 1627. V, 315.
--Missive aan hunne Hoog Mogenden,
waarin de Staten hun regt betoogen, om troepen te mogen afdanken. 2
October 1630. V, 327.
--Zie Appellen. Aremberg (Wed. van).
Contributie. Deurwaarders. Doleantiën. Eed.
Friesland.
Gecommitteerden. Gedeputeerden. Kanselarij. Krijgsvolk. Pacificatie.
Propijn. Regering. Reglementen. Requesten. Staten-Generaal. Steden.
Unie. Verschillen. Vrede. Willem I (Prins).
--Gedeputeerde. Zie Doleantiën. Gedeputeerden.
Klagten. Landsdag No. 29, 78. Leeuwarden. Nytszen (M. van
der). Recessen. Revijsen. Staten-Generaal. Sternzee. Tatmans (T.).
Wapenstilstand.
Staten van Holland. Zie Eed. Uitsluiting (Acte van).
--Oorlog. Zie Gecommitteerden. Krijgsvolk. Petitiën
(Generale). Secretaris ('s Lands).
Statendijk. Resolutie, waarbij verstaan wordt, dat aan de geïnteresseerde
Eigenaars visie zal worden gegeven van de meting en tauxatie der
Landen, welke tot het maken van den nieuwen Statendijk in de
Zevenwouden vergraven zijn. 19 Julij 1704. VI, 416.
--Zie Dijken.
Staten-Generaal. Propositie, door de Afgezondenen van de Staten-Generaal
in de Vergadering van de Staten van Friesland gedaan, om bij den
toenemenden nood en gevaren, met allen ernst en inspanning van
krachten, zoo door geld en volk als alliantiën, het hunne toe te
brengen, tot wering van den vijand. 3 September 1596. IV, 928.
--Tweede propositie, door de Gezanten der Staten-Generaal aan de
Staten van Friesland gedaan en overgegeven, dienende tot wederantwoord
van het antwoord der Staten, en tot nadere verklaring, uitbreiding en
aandrang van hunne eerste propositie. 7 September 1596. IV, 930.
--Antwoord van de Staten van Friesland, op
de propositie der Gezanten van de Heeren Staten-Generaal, beiden
mondelijk en schriftelijk aan hun Edelen in de vergadering
voorgedragen, zeggende niet anders te weten, of zij hebben ten allen
tijde zich van hunnen pligt gekweten, gelijk zij vervolgens nog willen
doen, achtende derhalve deze commissie en propositie noodeloos te dien
opzigte. 7 September 1596. IV, 935.
--Uitschrijving van
eenen Landsdag, om op hetgeen , zoo door de Gezanten van de
Staten-Generaal als door de Gecommitteerden van deze Provincie, in de
Staten-Generaal en Raad van State reeds geproponeerd is, of nog
geproponeerd zal worden, tot meesten dienst des Lands te resolveren. 20
September 1595.
IV, 936.
--Propositie, gedaan van wege de Heeren Generale Staten van de
Vereenigde Nederlanden aan de Heeren Volmagten, representerende de
Staten en den Landschappe van Friesland, door Doctoren Nicasius de
Sille, Raad en Pensionaris der Stad Amsterdam, Albert Joachim, Raad en
Secretaris der Stad Goes, en Frans Duyck, Raad van State der
voorschreven Vereenigde Nederlanden. 23 Maart 1598. IV, 977.
--Wederstellinge en antwoord van de Volmagten,
representerende de Staten van Friesland, op de propositie, van wege de
Heeren Generale Staten der Vereenigde Nederlandsche Provinciën, gedaan
door de Erentveste, Hooggeleerde Heeren Nicasius de Sille, Doctor in de
Regten en Pensionaris der Stad Amsterdam. Albert Joachim, Raad en
Pensionaris der Stad Goes, Gedeputeerd wegens de Provinciën van Holland
en Zeeland, in de Vergadering der Heeren Generale Staten voorschreven,
en Frans Duyck, Licentiaat in de Regten, alsmede Raad van State. 31
Maart 1598
IV, 980
--Resolutie op het bestellen der Commissiën van
Staat-Generaal en Raad van State. 26 Februarij
1604. V, 109.
--Resolutie, waarbij de Kwartieren van Oostergo
en Westergoo de Instructie der Staten-Generaal goedkeuren. 3 Junij 1643.
V, 479.
--Goedkeuring van het verhandelde op de groote
Vergadering van alle de Vereenigde Provinciën in 's Hage
23 October 1651. V, 537
-- Zie Admiraliteit. Advijs. Ambten. Bildtmeijers.
Canonicaten. Consenten. Doleantiën. Gecommitteerden.
Gedeputeerden. Gezanten. Krijgsvolk. Landsdag No. 29, 48, 78. Regering.
Troebelen. Verbond. Volmagten. Zout.
Staten-Landen. Zie Landsdag No. 36.
Statenvergadering. Zie Gecommitteerden. Voorzitting.
Statuten. Zie
Bibliotheek. Bolswarder-Dekenije. Godsdienst. Landsordonnantie.
Privilegiën.
Stavoren. Donatio Henrici IV, Regis Comitatis
de Stavoren ad Ecclesiam Trajectensem.
Koning Hendrik IV geeft het Graafschap Stavoren, 't welk
de wederspannige Markgraaf Egbert bezeten had, aan de Kerk van Utrecht.
30 October 1077. I, 67.
--Privilegium Henrici Regis, quo Staurienses a duello judiciali
etc. liberantur; et confirmatio ejusdem per Fredericum, Archiepiscopum
Coloniensem ..... 1118. I, 71.
--Brief, waarin de stichting van de Kerk te Stavoren bevestigd
wordt door Paus Innocentius III. ...... 1132. I, 72.
--Privilegia illis de Stauria ad conservationem pacis concessa.
Vrijheid van die van Stavoren, en wetten om de rust aldaar te
behouden. 30 Junij 1290. I, 123.
--Declaratio Scabinorum et Consulum Stauriensium, quod
Inghelbertus, Civis Stauriensis, sit verus procurator
puerorum Reyneri, dicti Schahne, juxta portum Marsdijp submersi.
1 October 1303. I, 134.
--Defensio aliquot Frisonum, Comiti Hollandiae facta.
Verantwoording van eenige Friezen, den Graaf van Holland gedaan, op de
klagten van die van Stavoren 1313.
I, 152.
--Obligatio, qua Folkerus, Abbas Monasterii Sancti Odulphi
in Stauria, pro se et successoribus Wilhelmo, Comiti Hanoniae etc.
promittit solvere quatuor solidos magnos Turonensis, de terra
Bentergeest. 2 September 1320. I, 161.
--Donatio Wilhelmi, Comitis Hannoniae, qua dimidium prae
dictae summae annuae Monasterio Sancti Odulphi in Stauria remittitur. 2
September 1320. I, 162.
--De Graaf verwijst, volgens onderzoek des Bisschops van
Zuden, Otto Hesselszoon en deszelfs helpers te Stavoren
in zekere boete. 2 September 1320. I, 162.
--Uitspraak van den Graaf, over de oneenigheden en twist,
wegens de Schepenen te Stavoren gerezen. 4 Mei 1322. I, 163.
--Overeenkomst met de Gedeputeerden van Stavoren, over
hunne misdaad, tegen Graaf Willem van Holland bedreven. 19 April 1327.
I, 178.
--Die van Stavoren onderwerpen zich aan de uitspraak van
den Graaf, wegens de breuken tegen hem bedreven. 1 Mei 1327.
I, 179.
--Verzoening tusschen den Graaf en de Grietmannen enz van
Westergoo, over het verjagen van den Schout, en andere vijandelijkheden
te Stavoren bedreven. 20 Julij 1328. I, 182.
--Die van Westergoo, voor den opstand en de schade te
Stavoren gedaan, door den Graaf verwezen in eene boete
van vijftien honderd mark. 23 Julij 1328. 1, 182.
--De Regeerders van Stavoren blijven den Graaf borg voor
de betaling, welke het gemeene Land van Westergoo voor de boete van den
opstand en de gedane schade zoude moeten geven. 24 Julij 1328. I, 183.
--De Graaf belooft, als die van Lubeck de verschillen niet
aan hem te beslechten wilden laten, aan die van Stavoren vrijheid te
zullen geven, hunne schade te verhalen. 9 Augustus 1332. I,186.
--Uitspraak van den Graaf, over den Oorlog en de verschillen,
welke de Stad Lubeck had met de Stad Stavoren. 18 October
1333. I, 187
--Nadere verklaring op de voorgaande uitspraak, door
Graaf gedaan. 18 October 1333. I, 189.
--Over dezelfde zaak en twist
van die van Stavoren. 18 October 1333. I, 190.
--Over dezelfde zaken en verschillen. 18 October 1333.
I, 191.
--Litterae commendatoriae Wilhelmi, Comitis Hannoniae etc,
in gratiam Godekini, Wibrandi filii, oppidani de Stauria. 22 September
1337. I, 193.
- De Graaf geeft het voorregt aan die van Stavoren,
zoo wie eenen man doodslaat, en de boete aan hem , aan de Stad en aan
de magen kan voldoen, noch zijn lijf verliest, noch de Stad. 16 Maart
1338. I, 195.
--De Graaf van Holland beveelt den Schepenen van Stavoren
voren regt te doen van eenen doodslag, van oproer enz. 25 November
1342. I, 198.
--De Graaf geeft aan die van Stavoren vrijheid, om hunne
schepen, bij gebrek aan Ingezetenen, met anderen te bemannen 25
November 1342. I, 198.
--De Graaf geeft vrijheid aan zekere personen van Stavoren,
uit hunne gijzeling te Haarlem te gaan tot wederzeggen. 23
Augustus 1344. I, 201.
--Eene diergelijke aan eenige andere personen. 23 Augustus
1344. I, 201
--Brief van den Bisschop Arnold van Utrecht aan het St.
Odulphs Klooster te Stavoren. 12 November 1370. I, 238.
--De Hertog zal den Schout Tymen
Hopper vroegtijdig
laten weten, wie hij hebben wil tot Schepen te Stavoren. .. November
1398. I, 288.
--Namen der Steden, die garnizoen in Stavoren moeten
leggen en hoeveel. .. Februarij 1399. I, 289.
--Het Kapiteinschap van Stavoren aanbevolen aan de Heeren
Dirk van Wassenaar, Gerrit van Egmond, Dirk van Zwieten
en Floris van Alkemade. 14 Julij 1399. I, 298.
--De Kapiteins en andere Ingezetenen van Stavoren gemagtigd,
de weerspannige Friezen te beoorlogen. 26 Julij 1399.
I, 298.
--De Waag te Stavoren gegeven aan Coensel, Pantier des
Graven van Oostervaart. 15 Augustus 1399. I,
300.
--De Heer van Brederode aangesteld tot Kapitein van Stavoren.
8 September 1399. I, 301.
--Bevel van den Heer van Brederode, Kapitein van Stavoren,
om allen, die op den stroom den Koopman schade hebben gedaan of
nog zullen doen, aan te tasten en over dezelven regt te doen. 13
September 1399. I, 301.
--Hertogen Albert en Willem van Beijeren beloven den
Heer van Brederode, Kapitein van Stavoren, om, ingevalle
die Stad mogt worden belegerd, dezelve spoedig te zullen ontzetten.
17 October 1399. I, 302.
--Het Kapiteinschap van Stavoren Heer Hendrik van Naaldwijk
ad interim aanbevolen. 23 April 1400. I, 308.
--Jan Wouterszoon Timmerman aangesteld tot Timmermeester
te Stavoren, op eene wedde van twaalf Hollandsche Schilden en
een rok; daar te boven, in dienst zijnde, twaalf grooten 's daags. 5
Mei 1400. I, 308.
--Aanschrijving aan de Baljuwen van Delfland, van Schieland,
van Rijnland, van Kennemerland, van Amstelland en van Medemblik,
om eenige manschap te zenden binnen Stavoren, tot bewaring van die
Stad. 31 Augustus 1400. I, 314.
--Hendrik Weytgot, cum soc., schipper van Dantzig, beloven
den Hertog te betalen vijf honderd Hollandsche Schilden, wegens
doodslag en kwetsing, die van Stavoren aangedaan. 24 September 1401. I,
327.
--Raken Riken, koopman te Dantzig, kwijtgescholden zoodanigen
doodslag, door hem en anderen gedaan op den stroom van
Stavoren. 24 November 1401. I, 328.
--Raken Riken voorsc. geeft den Hertog de Kabuzer met
al hetgeen er in is, wegens de doodinge, kwetsinge enz., op den stroom
van Stavoren uit denzelven den Ingezetenen aangedaan. 24 November 1401.
I, 328.
Aan de Kapiteins van Stavoren
toegezegd, ingevalle van belegering, eene spoedige hulp. 10 December
1401. I, 329.
--Den Ingezetenen van Stavoren gelast, om hunne Kapiteins
te gehoorzamen. 12 December 1401. I, 330.
--Voorwaarden, op welken Heeren Dirk van Poelgeest, Floris van
Alkemade en Jan van Wijk, de Stad en het Slot van Stavoren
zullen bewaren. 12 December 1401. I, 330.
--Aanschrijving te doen, hoedanig de Stad Stavoren van
manschap en voorraad voorzien moet worden. 12 December 1401.
I, 331.
--Pointen en Voorwaarden, op welken Wouter van Matenesse
en Goswijn van Poel het Kapiteinschap van Stavoren aannemen, om
die Stad voor den Hertog te bewaren. 20 Junij 1402.
I, 333.
--Bevel en belofte, den Kapiteins van Stavoren gedaan. 25
October 1402. I, 334.
--Eenige van de bezetting van Stavoren te huis ontboden.
25 October 1402. I, 334.
--Albrecht Nagel, Dirk Poes en Fop Jansz. te Stavoren in
's Hertogs dienst genomen. 11 October 1403. I, 336.
--De Ambachtsheeren van Zuid-Holland binnen Dordrecht
gedagvaard, om aldaar met den Hertog te verdragen, over het getal van
manschap, welke hij wegens Zuid-Holland begeert te hebben, om binnen
Stavoren in garnizoen te leggen ...... 1404.
I, 336.
--De Stad Hoorn gelast, om zoodanige schuld te voldoen.
als Heer Floris van Alkemade en Willem van Gent wegens hun
Kapiteinschap te Stavoren en anders toekomt. 7 Junij 1404.
I, 337.
--De Rentemeesters van bewester- en beooster-Schelde gelast, om aan
Floris van Alkemade en Willem van Gent te voldoeu zoodanige schuld, als
hun toekomt wegens het onderhouden vas vijftig man binnen Stavoren. 8
September 1404. I, 339.
--Aan Reyner Yppintsz. wijf en zijne kinderen gegeven het
huis en erve van Arisses kinderen binnen Stavoren. 23 Januara 1405. I,
350.
--Engelbrecht van der Marcken en Bertout van Gent het
Kapiteinschap van Stavoren aanbevolen. 27 Mei
1409. I, 368.
--Het Kapiteinschap van Stavoren Heer Floris van Alkemade
aanbevolen. 13 Julij 1409. I, 369.
--Hertog Willem stelt Heer Jan van
Heemsteden, den
jongen, tot zijnen Hoofdman en Slotvoogd van de Stad en het Kasteel van
Stavoren in Friesland aan, om dezelven te bewaren. 1 Augustus 1409. I,
369.
--Aan Willem Willemsz. Havekier het Bodeambacht van
Stavoren gegeven. 16 September 1409. I, 369.
--Godevaart van der Brugge de Kosterij en School van
Stavoren gegeven. 5 October 1409. I, 370.
--Jan Huygensz. aangesteld tot Kapitein en Kastelein van
de Stad en huize te Stavoren. 8 April 1410. I, 371.
--Aan Pieter Heynenz. gegeven de Kosterij en School te
Stavoren. 18 April 1410. I, 371.
--De Parochiekerk van Stavoren gegeven aan Heer Roetaart,
Albrecht Dirksz. 28 October 1410. I, 372.
--Aan de Soudenaren van Stavoren en Slooten, en met
name Hendrik Strijck cum suis, kwijtgescholden al 't gene zij misdaan
mogten hebben. 4 November 1420. I, 423.
--Acte van garand, bij welke de Abt van het Convent te
Stavoren en Hemelum aannemen te voldoen de kosten en
schaden,
die eenige Hoofdlingen zullen hebben en lijden, om hen te ontzetten en
te beschermen. 21 Januarij 1486. I, 729.
--Octrooi, door den Koning aan de Stad Stavoren gegeven,
om op den 5 October eene Jaarmarkt te mogen houden. 6 Junij 1562. III,
573.
--Accoord tusschen den Magistraat van Stavoren ter eener,
en de Volmagten van Wijmbritseradeel, met de Steden en Kloosters,
daaronder begrepen die van Hemelumer Oldephaert en Utingeradeel, ter
andere zijde, nopens het leggen van eene nieuwe Sluis op het noorden
van Stavoren, corresponderende op de Haven aldaar. 6 April 1576. III,
1052.
--Missive, betrekkelijk de overgave van het Kasteel te
Stavoren aan de Staten van Friesland, of de Burgerij
dier Stad. 8 Februarij 1580. IV, 122.
--Pointen en Artikelen, betreffende de overlevering van het
Blokhuis te Stavoren in handen van de Heeren Staten van
Friesland. 11 Februarij 1580. IV, 126.
--Verklaring van den Magistraat van Stavoren, dat de
Gemeente van die Stad ongenegen is de bepaalde stukken
kanon aan
den Hopman Grovestins, volgens last der Heeren Gedeputeerden, te
overhandigen. 7 Maart 1580. IV, 136.
--Conditiën van besteding van omtrent honderd roeden Paalwerk,
op het West van Stavoren, ten laste van de Contributie
Wijmbritseradeel, Hemelumer Oldephaert, Noordwolde en Utingeradeel. 14
Junij 1593. IV, 834.
--Bestekken van besteding, omtrent het
slaan van Paalwerk, Kisten enz. achter het gedemolieerde Blokhuis te Stavoren. 7
Julij 1593 IV, 838.
--Missive van den Magistraat van Stavoren, gezonden aan
Zijne Majesteit den Koning van Denemarken, over het
vertollen en
visiteren der Schepen, te Stavoren te huis behoorende, volgens
Privilegie van Koning Waldemar. 29 April 1619. V, 252.
--Antwoord van Zijne Majesteit den Koning van Denemarken
op bovenstaande Missive. 12 Mei 1619. V, 253.
--Missive van de Edelmogende Heeren Raden 's Hofs van
Friesland aan den Magistraat en gezworen Gemeente van
Stavoren, aangaande de Raadsbestelling. 5 September 1622. V,
277.
--Reglement van Raadsbestelling der Stad Stavoren.
31 Maart-10 April
1637. V, 422.
--Zie Accijs. Albert van Beijeren. Camuzer. Dagvaard.
Demolitie. Floris V. Gedeputeerden. Gezanten.
Grenzen. Heems- kerk (G. van). Jan II (Graaf). Kanaal. Krijgsvolk.
Landsdag
NO. 43. Leen. Oorlog. Privilegiën. Regt.
Schouten. Tol.
Trekweg. Urk. Verschillen. Volmagten. Vrede.
Vrijgeleide.
Wildingen. Zoen.
--(Robertus van). Zie
Aartsdiakenschap.
Steden. De Steden van Friesland verklaren voor
ditmaal, en
zonder prejudicie van hun regt, tevreden te zijn, om als medeledematen
van het Kwartier, waarin zij gelegen zijn, en niet als Staten of
Stemmen, op den Landsdag te compareren. 12 en 13 April 1549. III, 162.
--Request der Friesche Steden, verzoekende gemaintineerd te
worden in hun regt, om mede een stem in Staat uit te maken, en niet
blootelijk gerekend te moeten worden als behoorende tot het Kwartier,
waarin zij gelegen zijn; met de appointementen. 3 Mei 1549. III, 164.
--Antwoord, door de Staten van Friesland gegeven op de propositie en
het verzoek van wege den Keizer den 3 Mei gedaan. 17 en 18 Mei 1549. III,
166.
--Antwoord der Gedeputeerden van de Landen op het Request
der Steden, om mede een stem in Staat uit te maken. 24 Januarij
1550. III, 188.
--Request der Friesche Steden, waarin zij verzoeken gemaintineerd
te worden in hun regt, om mede een stem in Staat uit te maken, en
niet blootelijk gerekend te moeten worden als behoorende tot het
Kwartier, waarin zij gelegen zijn. 15 Junij 1560. III, 522.
--Antwoord der Gedeputeerden van de Landen op het Request der Steden, om
mede een stem in Staat uit te maken. 16 Junij 1560. III, 523.
--De Steden als een vierde stem in Staat door de Landen bij
provisie aangenomen, zonder prejudicie van beide partijen benevens de
Ordonnantie en Commissie van de Volmagten der Steden tot executie. 15
en 22 September 1578. III, 1210.
--De Steden van Friesland voor ditmaal, en zonder prejudicie
van ieders regt, als een vierde Lid van Staat toegelaten. 13 en 14
Maart 1579. IV, 5.
--De Steden consenteren in Frieslands quota tot 24,000 gulden,
door de Gedeputeerden der nadere Unie gedaan; en stellen aan de
uitspraak van den Stadhouder en twee Raden, hoeveel daartoe zij moeten
contribueren, mits voor een Vierden Staat geacht te worden. 10 Augustus
1579. IV, 61.
--Remonstrantie van de Gedeputeerden der Steden aan Zijne
Genade en de Heeren van den Hove, nopens de contributie
tusschen de Steden en de Landen.
.. Augustus 1579. IV, 65.
--De Steden van Friesland zullen in de
contributie van de
24,000 gulden betalen een negende, en het Bildt een vijf en twintigste
deel, moetende de Landen het op te brengen surplus, voor deze reis op
den Floreen omslaan; mits dat de Steden, gedurende de troebelen, zonder
prejudicie van iemands geregtigheid, zullen gebruiken den Vierden Staat
en Stem in de gemeene Landszaken. 15 Augustus 1579. IV, 68.
--Verdeeling, door den Hove van Friesland gemaakt over
de Steden van het negende deel, die aan haar in de quota van de 49,200
Caroli-gulden ten laste komt. 17 Augustus 1579. IV, 69.
--Nadere verdeeling van het negende deel van Frieslands quota,
welke de gezamenlijke Steden moeten opbrengen. 19 Augustus 1579. IV,
70.
--Beredeneerde Remonstrantie der Steden in Friesland aan de
Generale Staten, waarbij zij aandringen en verzoeken, om
haar
te laten bij hare oude en gewoonlijke quota en manier van contribueren.
..... 1579. IV, 117.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, waarbij de Penningen,
voortijds geschikt en besteed tot onderhoud der drie Blokhuizen in
Friesland, voortaan geëmploijeerd zullen worden tot onderhoud der vaste
Steden; mits die Steden (gelijk Harlingen) onderteekenen de acte van
den 22 Maart 1580, en wat ieder derzelver uit die Penningen zal trekken
en genieten. 6 Maart en 15 September 1581.
IV, 240.
Request aan den Hertog van Alencon,
door de
Magistraten der vaste Steden in Friesland gepresenteerd, verzoekende
het effect van zekere Resolutie van den 6 Maart 1581, aangaande de
Penningen, voormaals tot onderhoud der Blokhuizen beschikt geweest
zijnde. Voorts om na expiratie van de loopende verpachting der Excijsen
van Wijn, Bier en Lakens, dezelve toekomstig in 't geheel te mogen
trekken. En eindelijk nog verzoekende approbatie op zeker Contract,
tusschen de Gedeputeerde Staten ter eener, en de Stad Harlingen ter
andere zijde, betrekkelijk zekere 3000 Caroli-gulden, door hen
jaarlijks uit de Domeinen getrokken, tot onderhoud hunner Zeewerken,
met de dispositiven van Zijne Hoogheid op ieder point daarnevens. 27
November 1582. IV, 319.
--De Hertog van Alencon accordeert prolongatie voor den
tijd van nog twee jaren aan de Vaste Steden in Friesland, te weten
Leeuwarden, Dokkum en Harlingen ieder 3000 Caroligulden, en Franeker,
Bolsward, Sneek en Slooten ieder 2000 Caroli-gulden, uit de Domeinen te
ontvangen, alsmede de opkomst der Accijsen van Bier, Wijn en Lakens. 27
November 1582.
IV, 321.
--Missive van de Steden van Friesland aan Hobbo Baard,
hunnen Afgezant bij den Hertog van Alencon, hem instruerende en
lastigende tot het doen van nieuwe instantiën, en de 19,000
Caroli-gulden tot fortificatie hunner Steden, door den Hertog alleen
voor twee jaren geaccordeerd, voor altoos te mogen genieten. Mitsgaders
nadere voorslagen der Steden omtrent het dispuut over het stemmen in
Staat, met drie hierin gealligeerd wordende stukken, allen van één
datum. Voorts nog eene Missive wederom aan H. Baard, slaande op een
bekomen antwoord van den Hertog; hen permitterende, om de vergunning
van de twee jaren bij provisie te accepteren, en ondertusschen te zien,
hoe het nog daarenboven kan worden verkregen. 11 December 1582 en 13
Januarij 1583.
IV, 324.
--Resolutie der Steden, houdende dat zij, om tot de 19,000
gulden Fortificatiegelden te geraken, dewelke door de zware ligti, van
penningen uit de Domeinen, door de Gedeputeerden gedaan, haar niet
konden geworden, van haren kant ook geene lasten zonden betalen ten
tijde toe, dat de betaling van hare wettige compitentie geschiede. 9
Mei 1583. IV, 369.
--Verklaring der Steden, van wel te mogen lijden, dat haar
in de helft der repartitie van 19,000 Caroli-gulden gekort worde 950
gulden, mits dat die in de betaling van hare achterstallige lasten
weder worde verrekend. 18 Mei 1583. IV, 372.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden,
dat zij
afrekening en betaling zullen doen aan de Steden van hare nog
competerende Fortificatiegelden, mits dat de Steden daartegen afdoen de
Resten van hare verschuldigde lasten en contributiën. 20 Mei 1583.
IV, 373.
--Request van de Steden aan het Hof van Friesland, verzoekende dat
de Landen geciteerd mogen worden, om eisch en conclusie te aanhooren,
in de Proceduren over het stemmen in Staat; met het Fiat en Relaas
daarnevens. 25 Junij 1583. IV, 374.
--Resolutie der Steden, waarbij zij
verklaren, dat niemand
op het Landshuis zal mogen compareren zonder procuratie van zijne Stad
te hebben; en dat die voor het scheiden der Vergadering vertrekt, zal
moeten consenteren, in 't geen door de blij venden in zijne afwezigheid
is verrigt. 20 December 1583. IV, 414.
--Instructie, behelzende eenige pointen, waarom de Steden de
Commissie, bij de Platte Landen gemaakt, niet mogen
onderteekenen. .. April 1584. IV, 488.
--Request van de Steden
aan den Heer Bernard van Merode,
verzoekende de expeditie van zijne advijsen, door Zijne Excellentie op
zekere Requesten gerequireerd. .. Junij 1584. IV, 493.
--Resolutie nopens de Raadsbestelling der Steden, uitgezonderd
Leeuwarden. 15 Julij 1588. IV, 713.
--Protestatie der Steden tegen de drie andere Leden van de
Platte Landen, over het weigeren en teekenen van de
additioneele Pointen, en de verdere resolutiën daartoe betrekkelijk.
10 Februarij 1599. IV, 1026.
--Commissie voor de Gecommitteerden uit de Platte Landen,
om hun regt tegen de Magistraten der Steden te verdedigen. 10 Februarij
1599. IV, 1028.
--Resolutie op eene Memorie, betreffende de Raadsbestelling
in de Steden, door de Raden van den Hove Provinciaal den Heeren Staten
gepresenteerd; met insertie van gemelde Memorie van den 24 Augustus
1622. 29 Augustus 1622. V, 276.
--Resolutie tegen de pogingen van eenige Volmagten uit de
Steden, om den ongefundeerden nieuwen voet, door hen
omtrent de Raadsbestelling genomen, door te dringen. 28
Januarij 1623.
V, 282.
--Resolutie, waarbij de Raadsbestelling in de Steden den Hove
Provinciaal onttrokken en aan de Steden vrij gegeven wordt; met
insertie van eene verklaring der Gedeputeerden, ter ordonnantie van
de Staten gegeven, bij wege van eene apostille van den 20 Augsstus
1635, op een ingeleverd Request van Gecommitteerden uit den Magistraat
der Stad Harlingen. 25 Julij 1635. V, 370.
--De Ingezetenen van de Steden in
Friesland
geoctroijeerd, om de vorige wijze van Raadsbestelling voorbij te gaan,
en Jaarlijks op Nieuwjaarsavond zelfs hunne Magistraatspersonen te
verkies en bestellen op zulken Reglement en voet, als zij ten overstaan
van Gecommitteerden der Heeren Staten zullen beramen. 22 Augustus 1635.
V, 371.
--Revocatie of vernietiging der Acten en Resolutiën, in de
jaren 1588 en 1597 genomen, waarbij aan den Stadhouder en de Raden van
het Hof Provinciaal bij provisie en tot revocatie de Raadsbestelling in
de negen Steden was toegestaan. 31 October 1635. V, 385.
--Approbatie der Staten van Friesland op de revocatie der
Volmagten van de Steden, betrekkelijk de Raadsbestelling.
5 November 1635. V, 387.
--Leeuwarden en Franeker approberen de revocatie,
door
andere Steden betreffende de vrije Raadsverkiezing gedaan. 6 November
1635. V, 387.
--Autorisatie op Heeren Gedeputeerden, om het Staatsbesluit
nopens de vrije Raadsbestelling der Steden te handhaven, tegen
de acten en actitaten des Stadhouders. 7 November 1635. V, 388
--De Stadhouder Graaf Hendrik van Nassau verklaart de
Raadsbestelling der Steden af te staan. 12
November 1635. V, 388.
--Protestatie der Heeren Volmagten van Oostergoo, Westergoo en de
Steden, tegen het leggen van Soldaten, buiten hum kennis, in sommige
plaatsen dezer Provincie door den Baad van State gedaan; alsmede tegen
het stuk van Raadsbestelling in de Steden. 6 April 1637. V, 417.
--Resolutie, waarbij het Hof Provinciaal gelast wordt, om
het stuk der Raadsbestelling van de Steden met den aankleve dien niets
te doen, voor dat de Staten hierin eene finale Resolutie zullen genomen
hebben. 16 April 1641. V, 465.
--Resolutie, waarbij de Staten van Friesland de opdragt der
Raadsbestelling in de negen Steden, aan den Stadhouder
gedaan goedkeuren en bekrachtigen. 29 Maart 1642. V, 469.
--Resolutie, waarbij de Staten de opdragt der Raadsbesteling
der negen Steden aan den Stadhouder Hendrik Casimir, en gedurende
deszelfs minderjarigheid aan zijne Vrouw Moeder Albertine Agnes,
Prinses van Oranje gedaan, goedkeuren. 30 October 1669. V, 791.
--Acte der Heeren Volmagten van de Steden, om, hangende de
tegenwoordige geschillen, niet anders met de andere Gooen ten Landsdage
te besogneren, dan onder uitdrukkelijk protest de non prejudicando. 9
November 1672. V, 864.
--Zie Accijs. Aernsma (C). Alencon (Hertog van). Armegelden.
Bevelhebbers. Bolsward. Brood. Consenten. Consumtiën.
Contributie. Dijkgraaf. Dokkum. Eed. Eetbare
Waren.
Familiegelden. Floreen. Franeker. Friesland. Gedeputeerden. Geschut.
Geweer. Gualterus (H.). Harlingen. Hindeloopen. Hof van Friesland.
IJlst. Impositiën. Ingezetenen. Landsdag No. 6, 7, 9, 11, 15, 18, 31,
33, 35. Leeuwarden. Leger. Ligting. Loo (Boud. van). Maandgeld.
Middelen. Negotiatie. Pointen van Reformatie en Redres. Procuratiën.
Propijn. Regering. Repartitie. Slooten. Sneek. Soldaten. Stadhouders.
Stavoren. Stemmen. Verbond. Verschillen. Vijand. Volmagten. Wapening.
Workum.
Stedenpacht. Zie Leeuwarden.
Steen. Plakkaat en Reglement der Heeren Staten van Friesland, betreffende
het maken van Steen, en de Maten van de Kalk. 14 Maart 1646. V, 497.
Steenwijk. Missive van Prins Maurits aan hunne Hoog Mogenden de Heeren
Staten-Generaal, concernerende de belegering van Steenwijk. 14 Junij
1592. IV, 791.
--Zie Arrest. Leger. Privilegiën.
Steffen. Aan Steffen van Bolsward en Beernt Gotschalcks zijn de goederen
van Haring Hans, ter vergoeding van hunne schaden, gegeven. 22 December
1516. II, 341.
Stelen. Zie Zwaneneijeren.
Stellingwerf Westeinde. Missive van den Graaf van den Berg, uit Lingen,
aan de Volmagten en Ingezetenen van Stellingwerf Westeinde, om zich
wederom onder de heerschappij van den Koning van Spanje te begeven enz.
24 Augustus 1595. IV, 883.
Stellingwerven (De) Zie Accijs.
Stemcohieren Resolutie, waarbij het Mindergetal gemagtigd wordt, de
vernieuwde Stemcohieren na te zien, en dezelve naar den inhoud van het
Reglement te redresseren en te corrigeren. 26 November 1698. VI, 304.
--Resolutie, behelzende de approbatie en ratificatie der
besognes van het Mindergetal, betrekkelijk het examineren en verbeteren
der vernieuwde Stemcohieren. 31 December 1698. VI, 309.
--Notificatie,
nopens de Stemcohieren van Leeuwarderadeel,
Westdongeradeel en het Bildt. 31 December 1698. VI, 318.
--Resolutie, waarbij
Gecommitteerden benoemd
worden , om de vernieuwde Stemcohieren der Grietenijen Leeuwarderadeel,
Westdongeradeel en het Bildt te revideren en na te zien, en dezelve,
ingevolge het 4e en 5e artikel van het Stemreglement, te corrigeren en
redresseren. 4 Maart 1699. VI, 321.
--Notificatie, nopens het revideren der Stemcohieren
van Leeuwarderadeel, Westdongeradeel en het Bildt . 4 Maart 1699. VI,
323.
--Resolutie, behelzende de approbatie en ratificatie
der gehoudene besognes, tot het revideren, corrigeren en redresseren
der Stemcohieren van Leeuwarderadeel, Westdongeradeel en het Bildt. 22
Julij 1699. VI, 328.
--Resolutie, dat een gedrukt exemplaar van de Cohieren
der stemdragende plaatsen dezer Provincie met de principale, in
de Secretarie van Staat berustende Cohieren, gecollationeerd, door den
presiderenden Heer in het Mindergetal geparafeerd, en door 's Lands
Secretaris verteekend, alsdan voor een principaal zal gehouden worden.
19 November 1701. VI, 366.
Stemmen. Stemming. Provisioneele decisiën of
appointementen, door den Hertog van Alencon gegeven, aangaande het
Stemmen van Zaken van Staat, het betalen van de vergraven Landen tot
Grachten en Bolwerken; en van de schuld op de Soldaten van den Heer van
Billy. 27 November 1582. IV, 318.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerde Staten , dat in cas van
stekende Stemmen alle zaken zullen afgedaan worden, conform het advijs
van den President. 20 Mei 1603.
V, 103.
Resolutie, dat geene Stemmen, minder
dan een vierde gedeelte van een volle Stem, zullen valideren. 19
Februarij 1647. V, 500.
Resolutie, dat in het onderzoek der Stemmen
die Cohieren gevolgd zullen worden, welke van de Grietenijen zijn
ingebragt en in de Secretarie van het Collegie berusten. 10 December
1647. V, 507.
Resolutie, dat geen vierde gedeelten
Stemmen zullen worden toegelaten, dan die door één
persoon zijn
bezeten; dat ook Advocaten en Procureurs zullen worden toegelaten tot
het inbrengen van Stemmen; dat zij, die zich bezwaard vinden bij de
Stemcohieren, als zijnde te onregte voorbij gegaan, binnen een jaar
hunne bezwaren moeten inbrengen. 18 Maart 1648. V, 514.
Resolutie, dat geene Papisten in eenige
Grietenijen of Dorpszaken mogen Stemmen. 10 Maart 1652. V, 543
Resolutie, waarbij eenige
artikelen van
het Stemreglement van 1640 toepasselijk geoordeeld worden in het maken
van nominatiën tot Grietslieden, Bijzitters, Secretarissen der
Grietenijen en Dorpregters. 22 Julij 1653. V, 562.
--Resolutie, dat diegene, welke volgens
lastgeving willen Stemmen, gehouden zullen zijn, principale lastgeving
of authentieke kopij daarvan in de kerk te vertoonen. 24 Maart 1658. V,
603.
--Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, dat
alle acten en verbindtenissen van Stemmen, langer dan een jaar
verpligtende, reeds gemaakt of nog te maken, van nu voortaan voor
krachteloos en van geene waarde zullen gehouden zijn. 30 October 1669.
V, 776.
--Orde op de manier van Stemmen van
zulke plaatsen, welke na den jare 1640 op 't Cohier zijn gebragt. 22
Januarij 1692. VI, 187.
--Resolutie, houdende, dat wanneer eene
nominatie van een vacant Bijzitterschap, Secretariaat of
Dorpregtersplaats in de Grietenijen zal worden gedaan, zes dagen voor
de Stemming wettige Huiskondiging zal moeten geschieden. 25 Maart 1692.
VI, 191.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, dat
in Kerke-, Dorps- en andere zaken Overstemming zal plaats hebben van
drievierde deelen. 25 Junij 1692. VI, 194.
--Resolutie, waarbij Gecommitteerden benoemd
worden tot het beramen van een vasten voet, waarnaar de
Stemgeregtigden in het verleenen hunner Stemmen, en de Heeren
Gedeputeerden in het beslissen der questiën, daarover te vallen, zich
zullen hebben te reguleren. 28 Februarij 1698. VI, 286.
--Resolutie, behelzende een Reglement,
waarnaar de Stemgeregtigde Ingezetenen in het geven hunner Stemmen, en
de Heeren Gedeputeerden en respective Geregten in het decideren der
questiën, daarover voorvallende, zich zullen hebben te reguleren. 16
Julij 1698. VI, 292.
--Notificatie, waarbij aan alle geinteresseerde
Eigenerfden en Stemdragende Ingezetenen gelast wordt,
zoo
dezelve tegen de vernieuwde Stemcohieren eenige bezwaren mogten hebben
in te brengen, zich met hunne grieven op den 22 November aanstaande
voor Heeren Gecommitteerden van het Mindergetal te sisteren.
29 October 1698. VI, 302.
--Resolutie der Heeren Gedeputeerden, betrekkelijk
het Stemmen van een nieuwen Volmagt wegens eene Grietenij of
Stad ten Landsdage, in cas van versterf of vacature. 28 December 1698.
VI, 307.
--Plakkaat, behelzende eene
vaste en
permanente orde en Reglement, waarnaar de Ingezetenen en andere personen,
tot het Stemmen geregtigd, in het verleenen hunner Stemmen, en de Heeren
Gedeputeerden en respective Geregten het beslissen der questiën,
daarover voorvallende, zich zullen hebben te reguleren. 31 December
1698. VI, 310.
--Missive aan de respective Grietslieden
en Magistraten, over het toezenden van het Plakkaat, behelzende het
Stemreglement. 31 December 1698. VI, 318.
Resolutie, dat indien iemand, met meederheid
van Stemmen tot den Landsdag, of tot eenige functie gestemd,
echter, wegens zijn persoon of om andere redenen, welke het ook zijn
mogen, daartoe niet bevoegd of niet gequalificeeri mogte zijn, in dat
geval eene nieuwe Stemming zal moeten plaats hebben. 3 Maart 1699. VI,
319.
Resolutie, betrekkelijk degenen, die rmet
informeele Procuratiën zijn gecompareerd, welke voor ditmaal niet zullen
worden geadmitteerd, maar op den Landsdag toegelaten personen, die op
wettige Procuratiën zijn gestemd geworden. 3 Maart
1699. VI, 319.
--Zie Bildtlanden. Meijers. Oortjesgelk
Papisten. Predikanten. Steden
Stempelen. Zie Goudguldens.
Stemreglement. Zie Stemmen.
Stenden des Duitschen Rijks. Zie Verbond.
Sterfhuizen. Zie Bezegelingen. Landsdag No.
55.
Sterkenborch (B. van). Zie Regt.
Sterkenburg (B.). Zie Vrede.
Sterkten. Zie Demolitie.
Sternzee. Sententie, uitgesproken door de
Heeren
Gedeputeerde Staten en den Hove Provinciaal, tusschen den Magistraat en
Bevelhebbers der Stad Franeker ter eener, en Jonker Carel van Sternsnzee
ter andere zijde, waarbij de laatste geordonneerd wordt te gedoogen,
dat er eene corps de garde omtrent zijn huis (Sjaardemahuis genaamd)
gebouwd en daarin wacht gehouden worde; dat er aan zijn huis visitatie,
even als aan andere huizen geschiede, en zelfs in tijd van nood eene
wacht op zijn voorschreven huis worde; zullende hij, ten opzigte der
burgerlijke lasten, zich in alles aan de orders der Burgemeesters,
Raad en Bevelhebbers moeten submitteren, doch alles bij provisie en tot
nadere dispositie. 3 Augustus 1583. IV, 383.
Stiens. Meester Thomas, Sacrista van Steens,
geconsenteerd
de Proven van Steens, ten tijde en zoo lang hij met regt en vrede de
Kerk van Marsum mag bezitten, te behouden. 10 September 1516. II, 338.
--Zie Ee (De). Elgersma. Gerrytsz. (Th.). Slatten. Vaarten.
Stijl (Juliaansche). Resolutie, waarbij in dc
aanneming van
den verbeterden Juliaanschen Stijl geconsenteerd wordt. 21 Februarij
1700. VI, 331.
--Resolutie, tot het invoeren van den verbeterden
Juliaanschen Stijl, met last aan de Heeren Gedeputeerden, zoodanige
orders te stellen, dat dezelve zonder verwarring werkstellig gemaakt
worde. 11 October 1700. VI, 341.
--Publicatie, betrekkelijk het invoeren van den
nieuwen Stijl. 12 October 1700. VI, 343.
--Nadere Publicatie, over het invoeren van
den verbeterden Juliaanschen nieuwen Stijl in plaats van den ouden
Stijl. 29 Januarij 1701. VI, 345.
Stilstand van Wapenen. Zie Anabaptisten.
Wapenstilstand.
Stipendia. Zie Landsdag No. 44.
Straat. Straten. Zie Franeker. Kanselarij.
Straatschenderij. Publicatie, houdende verbod
van allerlei
Straatschenderij en beschadiging van iemands goed; alsmede om geen
Oorlogsmunitiën uit de Stad te voeren zonder consent van den Raad;
voorts geen vuilnis in de Diepen te werpen; de straten, wallen en
bruggen behoorlijk te repareren; en eindelijk op den Sabbat geen
handwerk of nering uit te oefenen. .. December 1581. IV, 283.
Straatschenders. Zie Knevelaars.
Straffen. Zie Landsdag No. 31.
Stranden. Zie Dijken. Oorlog.
Strandgoederen. Plakkaat, dat iemand, eenige
goederen, in
zee drijvende of op strand geworpen, gevonden en geborgen hebbende,
verpligt zal zijn, binnen vier en twintig uren daarvan kennis te geven
aan den naastgezeten Officier, en die wederom binnen drie dagen aan den
Stadhouder en Raden; zullende het bergloon in redelijkheid door den
Rentemeester worden betaald. Voorts behelzende verbod van Zand en
Zeeschillen, noch iets van kist- of paalwerk, bij de Zeedijken
geslagen, weg te nemen. 2 Junij 1562.
III, 571.
--Reglement over de Salariën, het Bergloon en verdere onkosten van
gestrande goederen. 22 Februarij 1656. V, 581.
Strandrooverijen. Plakkaat tegen de Strandrooverijen, het branden van
riet aan de Zeedijken, en het schenden of wegnemen der palen, aan
publieke wegen of vaarten staande. 30 September 1695.
VI, 252.
Strandvonderij. Zie Strandgoederen.
Strijdt (Hendrik). Zie Stavoren.
Strijkpenningen. Plakkaat tegen het
buitengewoon uitlooven van
Strijkpenningen. 18 November 1699. VI, 328.
Stroo. Zie Hooi. Krengen.
Stroom. Zie Vossegat.
Stroperijen. Zie Gedeputeerden.
Studenten. Wetten of Reglement, door de Heeren
Gedeputeerde
Staten beraamd, nopens het recenseren der Studenten op de Universiteit
te Franeker, en het uitdeelen der immuniteiten van bier en wijn onder
de Studenten en Akademie-Suppoosten. 1 Julij 1664. V, 730.
--Resolutie, waarbij het zesde Artikel, nopens de vrijheden der
Universiteit van Franeker, den 1 Julij 1664 gemaakt, veranderd wordt.
25 October 1664. V, 735.
--Resolutie, behelzende eene nadere verandering der zesde
en zevende Artikelen van de Universiteits-Wet van den 1 Julij 1664. 4
November 1664. V , 737.
--Zie Curatoren. Franeker. Landsdag No. 54, 57.
Scholieren.
Studeren. Plakkaat, dat niemand mag Studeren
op andere dan
binnenlandsche Universiteiten en op die van Rome, en die ergens elders ter
studie zijn, moeten wederkeeren binnen vier en zes maasden respective;
gelijk mede zij doen moeten, die onder de twintig jaren oud en buiten
's Lands zijn, om de taal, handel of handwerk te leeren. 4 Maart 1569.
III, 764.
Stuiversgelden. Zie Middelen. Oortjesgelden.
Strijkpenningen.
Stuivers. Plakkaat op het verbod van Groninger
en Deventer
Stuivers, geslagen in 1690, 1691 en 1692, mitsgaders den invoer der
Schellingen en het reduceren derzelve op vijf stuivers acht penningen.
31 December 1692. VI, 198.
--Zie Blanken. Daalders. Duiten. Dukatons. Goudguldens. Munt (De).
Plakken. Schellingen.
Submissie. Zie Quota.
Subsidie. Handelingen der Staten, op het
voorstel van den
Stadhouder en Raden, of zij niet zouden kunnen goedvinden, aangezien de
zware kosten, die de Keizer, uit hoofde van den Oorlog tegen Frankrijk,
te dragen heeft, Zijne Majesteit op de bekwaamste wijze eenigzins tegemoet
te komen, met het inwilligen van eene buitengewone subsidie, tot
beveiliging van Friesland, voor de gevreesde invasie van den Hertog van
Gelder. 17 Julij 1537.
II, 703.
Substituiit-Procureur-Generaal. Zie Boeymer (E.).
Suijdwijn. Zie Landsdag No. 6.
Sumeer. Zie Verbond.
Sundwijnen. Zie Landsdag No. 6.
Superintendent. Zie Krijgsvolk.
Superstitiën. Zie Pauselijke Ceremoniën.
Suppletie. Zie Inundatie. Opkomsten.
Supplicatie. Zie Octrooijen.
Suppoosten. Zie Gedeputeerden.
--'s Hofs. Zie Landsdag No. 78.
Suppriors. Zie Conventualen.
Surcheance. Plakkaat van Surcheance der proceduren tegen de Geldersche
partij , voor den tijd van twee jaren, des dat niemand nogtans deswege
regt van prescriptie zal mogen pretenderen. 18 October 1524. L. B. 153.
II, 473.
--Zie Edicten. Godsdienst. Propijn.
Survivance. Zie Stadhouders. Stadhouderschap. Willem Frederik.
Suspensie. Zie Hof van Friesland.
Sweerddansers. Zie Zwaarddansers.
Swette. Zie Trekweg.
Swichum. Zie Bildtrenten.
Sybes. Zie Sijbes.
Sybrant. Zie Sijbrant.
Syesma. Zie Sijesma.
Sygerswolde. Zie Sijgerswolde.
Symonsz. Zie Sijmonsz.
Syricksz. (Foppe). Zie Klaarkamp.
Syriima (A. van). Zie Granen.
Sytze Optez. Zie Gratie.
Syw Sijsma. Zie Feenklooster.
T.
Taalteekens. Zie Voorrede, II, 7.
Tacosloot. Zie Vaarten.
Tacozijl. Takezijl Request, gepresenteerd
door Sipke
Saskerszoon, Dijkgraaf van Feenhuizen tot het Roode Klif, behelzende
verzoek tot wegneming van eenige zwarigheden, nopens het opmaten en
repareren van de nieuwe haven voor Takezijl. 4 October 1560.
III, 531.
--Commissie van het Hof van Friesland op
Heer Pieter van Dekema, Ridder en Raad in denzelven
Hove, tot het
maken van een Hoofd op 't West voor de haven van Takeziil 7 October 1560.
III, 532.
--Zie Tol. Visscherijen. Zijlen.
Tafelhouding. Zie Landsdag No. 43, 54, 57
Tapperijen. Zie Landsdag No. 44.
Tarwe. Plakkaat, om geheel geen Tarwe of Rogge
uit te
voeren, noch ook Garst of Haver, dan onder borgstelling van binnen drie
weken voor ieder twee last Haver, die men zal willen uitvoeren een last
Rogge weder te zullen inbrengen; en dat de uitvoer van Brouwgranen,
tegen Haarlemmer en Groninger Bieren, mede niet dan telkens op bekomen
consent van den Hove zal mogen gedaan worden. 27 Februarij 1546. III, 102.
--Plakkaat van zetting en bepaling op den prijs van Tarwe,
Rogge en Garst in Friesland, volgens welke, en niet
hooger, de
Kooplieden aan een ieder, in tegenwoordigheid van een gezworen
boekhouder, zal moeten verkoopen zoo vele granen, als hij met zijne
familie voor drie maanden zal behoeven. 24 Januarij 1557. III,
411.
--Plakkaat, tot vernieuwing, verklaring en verandering van
het Plakkaat op de zetting en verkooping der Granen. 29 Januari 1557.
III, 412.
--Zie Granen.
Tatmans (F.). Feike Tatmans, Grietman van
Utingeradeel,
wegens de Zevenwouden benoemd tot Gedeputeerde Staat van Friesland. 13
Junij 1579. IV, 42.
--Zie Eijsinga.
Taux. Tauxatiën. Tauxen. Nieuwe Taux, waarop
ieder Grietenij gesteld is. .. Julij 1575. III, 1026.
--Interpretatie van de Ordonnantie van den 11 Januarij 1583,
belangende de Tauxatie der huizen op gehuurde landen, inhoudende eenige
regelen, bij de jaarlijksche aangeving te betrachten en in het oog te
houden. 11 April 1587. IV, 680.
--Resolutie, betreffende:
--1°. Het aangeven en betalen der Tauxen van Huizen en Landen,
waarvan de Eigenaren buiten de Provincie wonen.
2°. Het verminderen der
Goedschatting.
3°. Het betalen van den Vijfhonderdsten Penning.
4°.
Tegen het uitgeven van kopijen uit de Cohieren van den Vijfhonderdsten
Penning. 13 Junij 1623. V, 284.
--Resolutie, dat de over- en onderschietende Tauxen zullen
komen ten voordeele of laste van elke Grietenij of Stad, waarvan de
Dorpsregters naauwkeurig Registers zullen moeten houden. 7 November
1623. V, 287.
Ordonnantie op het Tauxeren van huizen, schuren, hoven,
boomen, plantagiën en verdere meijers-geregtigheden. 5 Maart 1670. V,
796.
--Plakkaat, betrekkelijk het betalen der Huis-Tauxatiën. 24
Maart 1671. V, 807.
--Resolutie op het Rapport der Heeren Gecommitteerden, betrekkelijk
de betalingen der Tauxatiën van huizen der Meijers, op
Pastorielanden staande. 21 Februarij 1685. V, 1237.
--Resolutie,
betrekkelijk de manier van Tauxeren der Ingezetenen in de Grietenijen
en Steden. 1 Junij 1689. VI, 153.
--Resolutie, waarbij het
Concept-Plakkaat, nopens het Tauxeren
van de goederen der Ingezetenen dezer Provincie, goedgekeurd wordt. 1
Junij 1689. VI, 154.
--Notificatie, waarbij geordonneerd wordt, dat alle buitenlandsche
personen hunne vastigheden binnen deze Provincie onder eede moeten
waarderen. 19 October 1689. VI, 161.
--Zie Aangifte. Declaratiën. Dijken. Goedschatting. Landsdag No. 6.
Maalloon. Mechelen. Nedergeregten. Penning (Honderdsten.
Statendijk.
Teekens. Zie Voorrede, II, 45.
Terkapel. Zie Slachtedijk.
Ternaard. Zie Dijken.
Teroele. Zie Dijken.
Terra Nova (Hertog: de). Zie Presentatie.
Terschelling. Aan de Ingezetenen van het
eiland Terschelling de neutraliteit toegestaan. 20 April 1405. I, 350.
--Hertog Philips neemt die van Terschelling in bescherming, en
bevestigt alle vorige brieven, aan hen gegeven. 29
Maart 1497. I, 777.
--Zie Leen. Vrede. Vrijgeleide.
Terwispel. Zie Vaarten
Testamenten. Plakkaat tegen de Testamenten der
Pausgezinder.
--10 December 1655. V, 578.
--Resolutie, waarbij het Plakkaat der
Heeren Gedeputeerden, tegen het testeren ten behoeve van Geestelijke of
Pansgezinde geordende personen enz., wordt goedgekeurd. 12 Maart 1656.
V, 584.
--Zie Aalsum. Aeltgema. Anjum (Klooster). Brugge
(W. ter). Feenklooster. Gerkesklooster.
Hasker-Convent.
Klaarkamp. Landsdag No. 6. Leen. Lijauckema. Riptama. Zoen.
--Tetema of
Tietema. Zie Leen.
Tetes (Epe). Zie Glins (T.).
--Haring). Zie Glins (T).
Tetmans (F.). Zie Tatmans (F.).
Thabor (Henricus van). Zie Voorrede,
II,74.
--Petrus van. Zie Voorrede, II, 80.
--(Worp van). Zie Voorrede, II, 76.
--Klooster. Hertog Jan van Beijeren neemt het
Convent
van Thabor, bij Sneek, in zijne bescherming en bewaring. 20 Juni 1422.
I, 453.
--Zie Privilegiën. Tjaarda (Schelte).
Thaede Gerbax. Bekendmaking van Thaede
Gerbaz., Stadhouder in
Hemsteradeel, aan Goffa Roorda, cum soc, dat Andries Wypkaz., van wege
zijne vrouws moeder, consent en eigendom verzoekt op den koop van negen
enkelde guldens renten, uit zekere landerijes te Deersum, om, indien
zij daarbij belang mogte hebben, ten bepaalden tijd te Raard te komen,
en zijne schade te verhoeden en af te keeren. .. September 1502. II,
224.
Tharde. TherdeZie Vaart.
Tholen (Nic.). Vertaler van de Land-Regten en
voorname medewerker tot het Charterboek. Zie Voorrede, I, 63, II, 70.
Thomas (Mr.). Zie
Stiens.
Tjaarda (Schelte). Acte, waarbij Schelte
Tjaarda met zijne
huisvrouw , zijnen zoon en Dirck Schonmaker, door den Prior en het
gemeene Convent van het Reguliersklooster te Thabor, bij Sneek, in de
Broederschap van gemeld Convent aangenomen en ontvangen wordt, uit
aanmerking der weldaden, aan de Broeders van dat Klooster bewezen. 25
October 1504. II, 239.
--Zie Nijtszen.
--Syds. Missive van dankzegging van den Stadhouder
aan den Heere Syds Tjaarda, voor de getrouwe diensten aan den Keizer
bewezen. 11 Augustus 1536. II, 686.
--Zie Dantumadeel. Gedeputeerden. Landsdag
No. 7. Leeuwarden. Oostergoo. Pensioenbrief.
Regt. Revijsen. Vrede. Zion (Klooster).
Tjaardaburg. Zie Franeker.
Tjaardsz. (Eso). Zie Backer (L. J.).
Tjerkwerd. Zie Leen.
Tietjerksteradeel. Zie Verbond.
Tigchelaars. Zie Keurmeester.
Tigchelknechten. Resolutie, aangaande het huren en onderhuren der
Tigchelknechten. 20 April 1659. V, 621.
--Plakkaat tegen het onbehoorlijk huren en verhuren van
Tigchelaarsknechten. 15 Maart 1683. V, 1210.
Tijarda (Schelte). Zie Tjaarda (Schelte).
Tijdeman M.). Zie Voorrede, I, 101.
Tijden. Zie Compromis.
Tijdrekening. Ordonnantie, om voortaan in de Tijdrekening het jaar met
den eersten Januarij te beginnen. 15 Julij 1565. III, 647.
--Plakkaat, waarbij gestatueerd wordt, dat alle diversiteit van
den datum des jaars zal ophouden, en de vernieuwing van het jaar
beginnen met den eersten dag van Januarij. 16 Junij 1575. III, 1012.
--Zie Stijl (Juliaansche).
Tillen. Zie Bozumerzijl. Meren. Zijltille.
Timmerliedeu. Zie Landsdag No. 6.
Timmermeester. Zie Stavoren.
Tjomme Sybrandszoon. Zie Baarderadeel.
Tjonger. Zie Vaarten.
Tirannij (Spaansche). Zie Landsdag No. 23.
Tjum. Zie Franeker.
Tjummarum. Zie Franeker.
Toerbeurten. Zie Landsdag No. 78.
Tol. Tollen.
Tollenaren. Tolregten. Immunitas praecariae annuali et theloniis, illis
de Wormare concessa, pro traditione captivorum Frisonum. 11 December
1280. I, 120.
Graaf Floris geeft die van Wormer, omdat ze eenige Friezen
gevangen en aan hem overgeleverd hadden, vrijheid van jaarlijksche Bede
en van Tol. (Vertaling.).
--Vrijheid
van Tol aan den Abt en het Convent van Klaarkamp door den Graaf
gegeven, zelfs bij tijden van Oorlog. 26 September 1333. I, 187.
--De Graaf regelt de Tolregten, welke de Friezen, komende op
de jaarmarkt te Alkmaar, betalen zonden. 28 Februarij 1338.
--Die van Stavoren vrijheid van Tol gegeven door Holland en
Zeeland. 7 December 1340. I, 198.
--De Graaf verleent aan die van Stavoren vrijheid van Tol door
Holland en Zeeland. 29 November 1342. I,199.
--Vrijgeleide, gegeven aan Pieter Manten, cum soc., om zich te
verantwoorden over de beschuldiging, nopens het invorderen van de Tol
te Stavoren. 28 September 1352. I, 209.
--Die van Stavoren verklaren de Steden van Holland vrij van de
Bisschoppelijken Tol in hunne Stad. 19 Junij 1353. 1, 211.
--Die van Stavoren mogen Tolvrij varen te Sparendam. .. Julij 1367. I, 230.
--Handvest, door Hertog Albert gegeven aan die van Hoorn, van vrijheid
van Tollen, die hij in Friesland heeft of namaals krijgen zal. 15 Mei
1401. I, 319.
--Alle Tollenaren van Holland en Zeeland gelast, om Albert Berntszoon
van Leeuwarden, Luitgen Lichtvoete en Coenraad de Lange van Dokkum,
Tolvrij te laten varen, ingevolge de Privilegiën, da Landen van
Oostergoo en Westergoo gegeven. 23 September 1421.
I, 442.
--Regt en Baad der Landen en Steden van Oostergoo en
Westergoo bevelen den Magistraat en Ingezetenen van Harlingen geen Tol of
Accijs te nemen van het bier, 't welk door hunne zijl gevoerd wordt, bij
eene boete van twintig Marken. 21 April 1471. I, 645.
--Uitspraak, gedaan door Begt en Raad der Landen en Steden van
Oostergoo en Westergoo, tusschen Franeker en Franekeradeel ter eener en
Harlingen ter andere zijde, dat die van Harlingen geen Tol zullen mogen
leggen op den invoer van 't Koyt (zeker Bier), zonder consent van het
gemeene Land, zullende Franeker en Franekeradeel hun regt moeten
bewijzen op den naastkomends Landsdag te Workum. 13 Mei 1471. I, 646.
--Het verschil tusschen Harlingen met Franeker en Franekeradeel over
den Tol of Accijs op het Bier, bijgelegd, op de voorwaarde, dat elk
Rijnschip, hetwelk met bier van Haarlem komt, zal betalen een stooter,
tot onderhoud van het diep en hoofden, gedurende twee jaren lang. 19
Maart 1472. 1, 650.
--De Steden van Friesland geven
aan
eenigen volmagt, om met de Steden Deventer en Kampen te handelen over
de zware Tollen. 8 Augustus 1525.
II, 502.
--Specificatie van den Tol der Stad Deventer, door de Friesche
Gecommitteerden overgegeven ..... 1525. L. B. 159. II, 503.
--Procuratie, gepasseerd door de Steden van Friesland, als Leeuwarden,
Sneek, Bolsward, Harlingen, Dokkum, Workum, IJlst, Slooten en
Hindeloopen, op Joost Willemsz., cum soc., om aangaande de Tollen met
die van Deventer en Kampen te handelen, met magt van substitutie. 1
Junij 1532. II, 614.
--Acte, gegeven door den Magistraat der Stad Kampen, houdende reglement
en uitspraak, gedaan door den Stadhouder Georg Schenk, hoe veel en in
welken voege de Tol te Kampen van de Steden van Friesland zal worden
betaald van de op- en afvarende goederen. 12 Augustus 1532. III, 615.
--Den Magistraat van Leeuwarden door den Hove van Friesland
geaccordeerd, voor den tijd van drie jaren, zekere Tol op den Zwarten
Weg. 23 Mei 1533. III, 636.
--Zekere verschillen, over de Tollen op den Nieuwen of Zwarten
Weg, tusschen de Stad Leeuwarden en de Landen gerezen,
door Commissarissen van den Hove provisioneel weggenomen. 24
April 1535. II, 676.
--Resolutie, wegens den Tol van Lemsterzijl. 20
Maart 1640.
V, 455.
--Octrooi, wegens den Tol van Tacozijl. 14 Maart 1644. V, 484.
--Resolutie, waarbij de Tol van Leeuwarden op Harlingen gesteld
wordt op één stuiver voor de mijl. 26 Februarij 1647. V, 500.
Resolutie, waarbij vastgesteld wordt, dat de voetgangers op den
Trekweg tusschen Leeuwarden en Harlingen even zoo veel
Tol betalen zullen, als die te scheep varen. 17 Maart 1648.
V, 510.
Resolutie, waarbij aan den Magistraat van Bolsward toegestaan
wordt, een Tol van hunnen Trekweg te heffen. 8 Maart 1649.
V, 518.
--Resolutie, waarbij aan de Stad Workum vergund wordt, een
Tol te heffen tot onderhoud van hunnen Trekweg. 10 Maart 1649.
V, 519.
--De Staten van Friesland verleenen aan de Eigenaars van
de Brug en den Tol in den Dorpe Follega Octrooi. 24 October 1651. V, 538.
--Resolutie, besloten wordt, dat de
Schepen, door Slijkenburgerzijl varen gelijke Tollen betalen zullen, als
op Lemsterzijl betaald wordt. Maart 1659. V, 619.
--Resolutie, waarbij den Magistraat van Sneek gegund wordt,
Tol op menschen en beesten, den Trekweg gebruikende, te
leggen
zullende het trekpad van Krinserarm tot Leeuwarden en terug vrij blijven.
16 Mei 1662. V, 682.
--Resolutie, waarbij den Magistraat van Harlingen Octrooi verleend
wordt, om op alle Schepen, door hunne Stad varende, Tol te mogen
leggen, tot goedmaking der kosten der beide sluizen enz. 19 Februarij
1663. V, 684.
--Resolutie, waarbij aan de Stad Harlingen een Octrooi verleend
wordt, om een Tol te heffen, tot onderhoud van de Haven- en Havenwacht. 9
April 1664. V, 728.
--Resolutie, behelzende een Octrooi tot een Tol voor den Dorpe
Wartena. 14 Mei 1674. V, l029.
--Resolutie, op het voorstel der Heeren Gecommitteerden, wegens
de Provincie Zeeland aan de Heeren Gedeputeerden, aangaande zeer
ondragelijken Tol, die de Heeren Staten van Holland tegen de gemeene Unie
komen te leggen op den turf, uit deze Provincie door de wateren en stroomen
van Holland naar Zeeland gevoerd wordende. 8 October 1680. V, 1185.
--Zie Aalmoezen. Aeckersloot. Bolsward. Cathentol. Dijken.
Impositiën. Landsdag No. 6. Ongelden. Pingjum.
Proviandeor. Rijweg. Roertol. Trekweg. Utrecht. Zijltille.
Tolgaarder. Zie Roertol.
Ton- en Bakengeld. Ordonnantie, door den Hove
van Friesland
gemaakt op het Ton- en Bakengeld, hetwelk voortaan gegeven zal moeten
worden van al de Schepen, van Oosten en Westen komen door het gat,
genoemd Scholbalch en over het Wad. 25 September 1562. III, 578.
--Missive van den Stadhouder, President en
Raden in Friesland, aan Rinthie Folkertszoon Ayta,
Grietman van
Dongeradeel, om te doen publiceren de Ordonnantie, nopens het Ton- en
Bakengeld, hetwelk voortaan gegeven zal moeten worden van alle
Schepen, komende van Oosten of Westen door den Scbolbalch en over het Wad.
26 September 1562. III, 579.
--Request, gepasseerd door Sippe van Mekema
en Kempo Tadema voor hen zelven, en mede voor de andere
Ingezetenen van Kollumerland, inhoudende verzoek, dat
hunne
schepen en goederen, komende van buiten en binnen door den Scholbalch
en over het Wad, voortaan bevrijd mogen blijven van het lastgeld, hun
nopens de betaling van den Roertol van het Ton- en Bakengeld opgelegd.
.. September 1562. III, 580.
--Ordonnantie van den Hove van Friesland, dat al de
Schepen, welke sedert den 1 Maart 1563 tot den laatsten Februarij 1564
met waren of koopmanschappen door den Scholbalch gevaren zijn, of nog
zullen varen, ten profijte van Zijne Koninklijke Majesteit, voor Ton-
en Bakengeld zullen betalen, voor ieder last scheeps een halven
stuiver. 5 Mei 1563. III, 585.
--Zie Tonnen en Bakens.
Tonnen. Zie Biervaten.
--en Bakens. Accoord of Verdrag, tusschen de Magistraten van Harlingen en
Bolsward, over het plaatsen en onderhouden der Tonnen en Bakens in de
Jettinghe, en het betalen van Ton- en Bakengeld ten voordeele der Armen
te Harlingen. 3 Maart 1559. III, 451.
Toonstippen.Zie Voorrede , II, 7.
Torens. Zie Leeuwarden.
Tractaten. Missive van Koninginne Maria, aangaande het onderhouden van
het Tractaat van 1524; benevens het vergeven van Beneficiën en
Grietenijen. 30 Julij 1539. II, 757.
--Plakkaat, waarbij te niete gedaan wordt al hetgeen tegen
het Tractaat van den jare 1524 is gedaan. Voorts Reglement op de
vervulling van ledig staande Pastoriën, Vicariën en Beneficiën, en het
verkiezen van Grietslieden. 30 October 1539. II, 769.
--Verklaring der Koninginne van Hongarijen en Bohemen,
op het verzoek der Staten van Friesland, behelzende moderatie van het
derde Artikel van het Tractaat van den jare 1524. 2 November 1539. II,
776.
--Ordonnantie: l. om te publiceren het bijgevoegde Biljet
van het Tractaat over de vrije Commercie, gesloten tusschen den Keizer
en den Koning van Denemarken; en 2. om eens 's weeks generale
Processiën, Aalmoezen en andere goede werken te doen, en God te bidden
om zegen voor 's Keizers wapenen tegen den Koning van Frankrijk, met
insertie van opgemeld Biljet. 2 en 5 Julij 1544. III, 42.
--Uitschrijving van een Landsdag, tot ratificatie van het
Tractaat, door den Keizer met het Roomsche Rijk gemaakt.
23 April 1549. III, 164.
--Zie Eed. Gedeputeerden. Landsdag No. 3, 4, 5, 9, 11.
Privilegiën. Rebellen. Verbond. Vrede.
Tractementen. Resolutie, dat geene
Tractementen verleend of
vergroot mogen worden, dan verteekend door de vier Gooen; en geene
Apostillen, alleen bij het Mindergetal verteekend, van zullen zijn. 18
Maart 1648. V, 513.
--Resolutie, waarbij onder eenige bepaling het vierde
part van de inkomsten dergenen, die vast tractement uit Lands- of
Stadskantoren trekken, voor dit loopende jaar ten voordeelen de
Provincie zal vallen. 22 Maart 1673. V, 975.
Resolutie op het aftrekken van een vierde gedeelte
der politieke Tractementen. 30 Augustus 1673. V, 995.
Nadere Resolutie, op het punt van het vierde gedeelte
der politieke Tractementen. 21 November 1673. V, 998.
--Zie
Coevorden. Gecommitteerden. Gouverneur.
(Luitenant-). Isbrandi (Eco). Landsdag No. 31, 33, 42, 78. Matthias
(Aartshertog). Officieren. Predikanten. Predikants-Weduwen.
Stadhouders.
Traen (In den). Zie Hasker-Convent.
Trafiqueren. Zie Franeker.
Trajectensis (A.). Remonstrantie of Request
voor Anthonius.
Traectensis, Canonicus te Leeuwarden, aan de Staten-Generaal,
verzoekende dat zijn pensioen mag worden verhoogd; met het appointement 30
December 1596. IV, 954.
Trajecto (C de). Procuratie van Cornelis de
Trajecto, Abt te
Stavoren in Hemelum, op Gerrit Wit, Abt te Bethaniën in Fosward, om op
den Landsdag, die binnen Leeuwarden den 10 Januarij 1553 staat gehouden te
worden, uit naam van voors. Convent handelen met de Prelaten, Staten en
Steden van Friesland. 7 Januarij 1553. III, 306.
Transport. Zie Leeuwarden.
Trekpad. Zie Tol. Trekweg.
Trekweg. Octrooi voor de Steden Leeuwarden,
Franeker en Harlingen, tot het maken van eenen Trekweg van Leeuwarden en Harlingen;
mitsgaders Reglement op den Tol tot hoeding der onkosten, die in dezen
zullen moeten worden gedaan. 24 Julij 1640.
V, 461.
--Resolutie, waarbij aan de Steden Leeuwarden en Ha
lingen toegestaan wordt, van de eene naar de andere Stad, een Trekpad te
maken. 15 April 1641. V, 464.
--Nader Octrooi, verleend aan de Magistraten van Leeuwarden
en Harlingen, over het maken van eenen Trekweg.
16 April 1641. V, 465.
--Resolutie, waarbij de Magistraat van Bolsward geoctroijeerd wordt,
om een Trekweg van Bolsward naar Leeuwarden te maken. 9 October 1646.
V, 498.
--Resolutie, waarbij de Stad Sneek
geoctroijeerd
wordt, om een Trekweg van Sneek naar Leeuwarden te maken. 9 October
1646. V, 499.
--Resolutie, waarbij de Heer Joban van Aylva geoctroijeerd
wordt, om een Trekweg van Sneek naar Stavoren te maken. 9 October 1646.
V, 499.
--Resolutie, waarbij den Magistraat van Workum vergund
wordt, om een Trekweg van Workum op Bolsward te maken.
5 Maart 1647. V, 502.
--Resolutie, waarbij den Ingezetenen van Kollum Octrooi
verleend wordt om, een Trekweg van Kollum naar Gerkesklooster aan te
leggen. 3 April 1647. V, 504.
--Resolutie, waarbij den Grietman van Dantumadeel Octrooi
vergund wordt, om een Trekweg van Klaarkampsterbrug tot Rinsumageest te
maken. 3 Maart 1648. V, 508.
--Resolutie, tot het geven van Octrooi, om eene Vaart te
graven en een Trekweg te leggen van Hallum tot aan de Ee. 17 Maart
1648. V, 510.
--Resolutie, waarbij aan den Magistraat van Dokkum Octrooi
verleend wordt, tot het maken van eene Vaart en Trekweg van
Dokkum op Kollum. 17 Maart 1648. V, 513.
--Resolutie, waarbij aan de Stad Stavoren Octrooi vergund
wordt, om een Trekweg van daar op Sneek te maken. 14 Julij 1648. V,
516.
--Acte, gemaakt tusschen de Magistraten der Steden Leeuwarden
en Harlingen, aangaande derzelver gemeenen Trekweg. 17 October
1650. V, 527.
--De Staten verleenen Octrooi aan den Magistraat van
Workum, om eene Vaart en Trekweg van Workum naar
Stavoren te maken. 22 Februarij 1652. V, 540.
--De Staten van Friesland vergunnen Octrooi aan de Stad
Dokkum, om een Trekweg van Dokkum tot aan de grenspalen
van Groningen te maken. 13 Maart 1652. V, 548.
--De Staten geven aan de Stad Dokkum verlenging van
het Octrooi, om eene Vaart tot aan de grenspalen van Groningen te
graven. 23 Februarij 1654. V, 567.
--De Staten vergunnen en vernieuwen het Octrooi voor de
Stad Sneek, om een Trekweg van daar naar Leeuwarden te
maken. 15 Februarij 1661. V, 652.
--Resolutie, waarbij aan Sixtus van Dekema Octrooi vergund wordt,
om een Trekweg van Weidum tot aan de Swette te mogen maken. 20 Februarij
1663. V, 685.
--Resolutie, waarbij aan de Heeren Bartold van
Douma,
Allard Pieter van Jongestal, Schelto van Aebinga en Haring Zythiema
Octrooi vergund wordt, om een Trekweg van Hallna aan den Trekweg,
loopende van Leeuwarden naar Dokkun, te maken. 19 Februarij
1664. V, 724.
-- Resolutie, waarbij aan de Stad Bolsward Octrooi vergund
wordt, om van daar of van de Workumer Rolpaal Trekweg tot Stavoren
te mogen maken. 9 April 1664. V, 729.
--Acte van Separatie tusschen de
Magistraten van Leeuwarden en Harlingen,
nopens de lasten van den Trekweg, tusschen de beide
Steden liggende. 17 April 1685. V,1241.
--Resolutie, waarbij aan E. Mockema van Harinxma thoe
Slooten Octrooi verleend wordt, om een Trekweg van Weidum
naar Leeuwarden te leggen, in dier voegen, als het in den jare
1663 aan den Heer Dekema is toegestaan. 7 April 1688. VI, 137.
--Zie Tol.
Trente. Zie Concilie. Processiën.
Treves. Zie Vredehandeling. Wapenstilstand.
Troebelen. Livius Everard, Raad en Meester van
de Request in den
grooten Raad te Mechelen, en Jan Charles, Procureur-Generaal in Friesland,
door den Hertog van Alba gecommitteerd zich op de Troebelen, in den Lande van
Friesland ontstaan, te informeren; en voorts te procederen tot opschrijving,
toeslag en aantasting van alle roerende en onroerende goederen, aan personen ter
gelegenheid der Troebelen latiterende of gevlugt, toebehoorende. 17 November
1567. III, 723.
--Eeuwig Edict en gebod op het accoord tusschen Don Jan van
Oostenrijk, wegens Koning Philips, en de Generale Staten
van
herwaarts over, om de Troebelen in dezelve Landen, door de uitheemsche
krijgslieden verwekt, neder te leggen en te doen bedaren. 17
Februarij 1577. III,1102.
--Publicatie, tegen het injurieren en verwijten ter oorzake
der Troebelen en Oproeren; mitsgaders het verspreiden van seditieuse en
onware tijdingen; maar ter contrarie de gemaakte Pacificatie strikt te
observeren, bij arbitrale correctie en bannisement. 16 Augustus 1577.
III, 1148.
Zie Pardon. Processiën.
Troepen. Zie Aanritsgelden. Ambten.
Krijgsvolk. Soldaten, Staten.
Troggelaars. Zie Bedelaars.
Trooisch Gewigt. Zie Waag.
Trouwen Resolutiën,
betrekkelijk het trouwen der Mennonieten en Roomschgezinden, en het
afzetten der Kerkvoogden van deze gezindheden; het onderhoud der Armen;
het opbouwen van huizen voor de Mennonietische vergaderingen; het
houden van vergaderingen der Roomschgezinden; den tijd om tot een
tweede Huwelijk over te gaan en het verkoopen van Kerkegoederen. 28
Augustus 1655.
V, 577.
--Zie Huwelijk. Predikanten.
Tuchthuis. Resolutie, om een Tuchthuis binnen deze
Provincie op te rigten. 20 Augustus 1608. V, 152.
--Acte, waarbij de Magistraat te Leeuwarden aan de Heeren Staten
van Friesland hebben overgedragen de Kloosterkerk, voor eene
som van acht duizend drie honderd Caroli-gulden, om daarvan een
Tuchthuis te bouwen. 11 Julij 1609. V, 163.
--Artikelen, nopens het gebruik en onderhoud van 's Lands
Tucht- en Werkhuis. 22 Februarij 1610. V, 166.
--Resolutiën, betreffende:
1°. Het approberen eener Concept-instructie voor het
LandschapsTuchthuis.
2°. De verklaring der Dorpsvolmagten, gemagtigd tot het verkiezen van
Volmagten ten Landsdage.
3°. Het vergraven der Maad- en Graslanden in de Zevenwouden en elders.
4°. De interpretatie van het woord gequalificeerd in de Ordonnantie van
de Jagt van 1602.
5°. Het uitschrijven der Landsdagen tegen den eersten Maart.
6e. Het dekken der Moerpaarden en Hoornbeesten.
7°. Het aantasten van zekere Kloosterlanden op Ameland, door den Heer
van Ameland.
8°. De revenuen van Schiermonnikoog.
9°. De bedijking van Workumeroog. 31 Maart 1610. V, 170.
--Resolutie, om
een Tucht- en Werkhuis in deze Provincie
op te rigten. 23 Februarij 1654. V, 567.
--Resolutie, rakende het oprigten van een Tucht- en
Werkhuis binnen deze Provincie. 24 Maart 1660.
V, 635.
--Reglement en Instructie voor het Tucht- en Werkhuis
dezer Provincie; benevens de goedkeuring der Staten, en het Plakkaat
daartoe betrekkelijk. 30 Maart 1660. V, 642.
--Plakkaat, op het Reglement
van het Tucht- en Werkhuis
binnen Leeuwarden opgerigt. 27 September 1661. V, 662.
--Zie Brasiliënhout. Landsdag No. 63. Makkum. Munt
(De). Overspel.
Tuimelaars. Zie Keurmeesters.
Tuin. Zie Hof ('s Prinsen).
Turf. Plakkaat, dat men geen Turf of Hout
buiten den Lande zal voeren,
zonder consent van den Hove, en geen eiken boomen afhouwen,
zonder voor ieder afgehouwene weder twee jonge aan te planten,
bij
verbeurte van de afgehouwene boomen en eene boete van drie goudguldens
voor ieder boom. 12 Maart 1527. L. B. 177. II, 518.
--Verbod, om geen Turf uit Friesland te vervoeren. 31 October 1573. III, 954.
--Resolutie, om geen Turf voor den 22 Februarij en na den 25
November jaarlijks uit te voeren, bij verbeurte van vijf
en twintig gouden Friesche Rijders. 20 Februarij 1651. V, 602.
--Plakkaat, wegens den uitvoer van Turf, zoowel van den 25
November tot den 22 Februarij, als op andere tijden van
't jaar. 10 November 1666. V, 755.
--Zie Eetwaren. Granen. Speciën (De zes). Tol.
Turfgraven. Zie Visscherijen.
Turfgravers. Zie Maaijers.
Turken. Zie Processiën. Wapenstilstand.
Tweegevechten. Zie Voorrede, I, 56.
Twijfelingen over de Drieëenheid. Zie Becius
(J.).
Twist des Heeren met zijnen Wijngaarde.
Zie Witzius.
Twisten. Zie Friesland. Groningen.
Verschillen.
Tyarda (Schelte). Zie Tjaarda (S.).
Tziaerda (Schelte). Zie Nytszen.
Tzum. Zie Franeker.
Tzyaardeburg. Zie Franeker.
Tzyarda (Sydts). Zie Dantumadeel.
Gedeputeerden. Landsdag No. 7. Leeuwarden. Oostergoo. Pensioenbrief. Regt. Reyijsen.
Tjaarda (S.). Vrede. Zion (Klooster).
U
Uitburen. Zie Quotisatie.
Uitgaan. Zie Roeren.
Uitgaven. Zie Landsdag No. 7.
Uitgeest. Zie Aeckersloot.
Uitgewekenen. Dagvaarding van zekere personen, in dezen gemeld,
om zich te komen zuiveren en ontschuldigen wegen hun afwezen,
vlugt en verlooping, en de oorzaken van dien. 9 Januarij 1568. III, 726.
--Citatie, bij maniere van Plakkaat uitgegeven, behelzende, dat
eenige hierin gemelde Personen, welke om de Religie gevlugt of
uitgeweken zijn, binnen zekeren bepaalden tijd wederom in dezen Lande
moeten komen, om zich te zuiveren nopens hunne verlooping, bij poene
van den eeuwigen ban. 9 Augustus 1568.
III, 743.
--Resolutie, op het schriftelijk en mondeling verzoek
der uitgewekene Edellieden uit de Ommelanden. 17 November 1593. IV,
849.
--Zie Goederen. Landsdag No. 48.
Uitheemschen. Zie Goedschatting. Wapenen.
Uitlanden. Uterlanden. Consent, van den Hove
van Friesland
aan de Eigenerfden van het Kruisland gegeven, om de Uitlanden, buiten
den Kollumerdijk liggende, te mogen bedijken, voorbehoudens het regt
van Zijne Keizerlijke Majesteit en de betaling van den Jaartaux. 1
Junij 1529. II, 558.
--Zie Gerkesklooster.
Uitlandigheid. Zie Beroerten.
Uitleggen. Zie Oorlog. Pandinge.
Uitrusting. Zie Schepen.
Uitschrijving. Zie Floreen. Goederen. Granen.
Landsdag No.1, 12, 13, 17, 20, 22, 23, 26, 37, 39, 40, 41, 49, 51, 52, 65, 67,
68, 72, 73, 75, 79, 80. Pacificatie. Quotisatie.
Uitsluiting (Acte
van). Resolutie, betrekkelijk de Deductie
der Staten van Holland, over het verleenen der Acte van uitsluiting
tegen den Prins van Oranje. 15 Maart 1655. V, 574.
--Zie Jongestal.
Uitspraak. Zie Aalsnm. Belastingen.
Buweklooster. Dijken. Franeker. Makkumerzijl. Onlusten. Propijn.
Schieringers en Vetkoopers. Tol.
Uitstel. Zie Advocaten. Landsdag No. 21, 59.
Uittrekken. Zie Schouwing.
Uitvaart. Zie Processiën.
Uitvoer. Zie Ammunitie. Beesten. Boter.
Erwten. Frankrijk
Godsdienst. Goederen. Granen. Haring. Haver. Hooi. Koopmanschappen.
Landsdag No. 7. Leer. Paarden. Penning (Honderdsten). Processiën.
Tarwe. Vee. Wapenen. Wijn.
Uitwateriugen. Resolutie, waarbij de Heeren
Gedeputeerden,
of, bij verzuim van dezen, de Generaal van 't leger gelast wordt, de
Uitwateringen aan de passen van de Provincie te stoppen, en de wegen
daaromtrent onbruikbaar te maken, tot wering van een vijandelijken
aanval. 26 April 1673. V, 977.
--Zie Dijken. Wateringen. Workum.
Uitwisseling. Zie Gevangenen.
Ukena (F.). Zie Vrede. Vrijgeleide.
Unia (Auke). Zie Verschillen.
Unie. Het voorstel, tot het aangaan of maken
van zekere Unie
met andere gemeene Landschappen van Zijne Keizerlijke Majesteit, tot
onderlinge hulp en bijstand, door den Stadhouder gedaan, bij de Steden
van Friesland beleefdelijk gedeclineerd. 7 Julij 1535. 11,679.
--Missive der Staten-Generaal van de Nederlanden aan die van
Friesland, hun verzoekende mede in de Unie, tegen de
Spanjaarden gemaakt, te willen komen. 26 December 1576. III,
1084.
--Unie, door de Generale Staten, binnen Brussel vergaderd
beraamd en gesloten, en door Zijner Majesteits Raad van Staat, aldaar
residerende, geagreëerd en bevestigd. 9 Januarij 1577. III, 1085.
--Missive van de Staten-Generaal aan de Staten van Friesland,
verzoekende approbatie op de gemaakte Unie. 23 April 1577.
III, 1122.
--Procuratie en Commissie voor Doctor Bavo Idsarda, Syds
Scheltema en Doctor Orck van Doyem, om de Utrechtsche
Unie van
den 23 Januarij dezes jaars te ratificeren, en nader te bepalen en te
bevestigen, gepasseerd door de Landen en Steden van Friesland. .. Maart
1578. III, 1186.
--Order van den Stadhouder Lalaing, om de
Unie door
alle personen, geene uitgezonderd, binnen Leeuwarden te doen
onderteekenen. 29 April 1578. III, 1196.
--Ordonnantie aan de Grietenijen en Steden, om de bijgaande
Generale Unie van allen te doen onderteekenen, en de
lijst der weigerachtigen met naam en toenaam over te zenden.
Voorts uitschrijving van eenen Braspenning, over den Floreen om te
slaan en op te brengen. 4 Mei 1578. III, 1197.
--Request aan den Stadhouder Lalaing, houdende verzoek,
om de nadere Unie van Utrecht te verhinderen. 7 Maart 1579.
IV, 3.
--Procuratie voor Doitse Anes, mede Volmagt van Sneek, om
benevens de Volmagten der Steden te resolveren en sluiten, aangaande 't
point van de nadere Unie. 9 Maart 1579. IV, 4.
--Bartha Idzarda en Jelle Sybes, Burgemeester van Leeuwarden,
gecommitteerd, om zich binnen Utrecht te vervoegen, en de nadere Unie
aldaar met de andere Bondgenooten te helpen tot stand brengen. 12 Maart
1579. IV, 4.
--Instructie voor Bartha Idsarda en Jelle Sybes, Burgemeester
van Leeuwarden, om te reizen naar de Bondgenooten, te Utrecht
vergaderd. 14 Maart 1579. IV, 7.
--Acte, waaruit blijkt, dat de Provincie Friesland bij de Generale
Staten in dezen jare in de Unie van Utrecht is aangenomen. 22 Maart
1579. IV, 10.
--De Unie van Utrecht door de Steden Leeuwarden, Sneek,
Franeker en eenige Grietmannen en particuliere Edelen
geapprobeerd en geratificeerd. 23 Maart 1579. IV, 12.
--De Stad Venlo approbeert de Unie van Utrecht. 11 April
1579. IV, 20.
--Prins Willem de Eerste approbeert het Verbond, te Utrecht gesloten. 3
Mei 1579. IV, 21.
--Missive van den Stadhouder Grave van Rennenberg aan de Staten van
Friesland, om de Gecommitteerden van de nadere Geunieerde Provinciën
met attentie te hooren, en favorabele Resolutiën daaromtrent te nemen.
30 Mei 1579. IV, 25.
--Verklaring van de Gedeputeerden, waarop de nadere Unie bij Friesland
is aangenomen. 1 Junij 1579. IV, 26.
--Stemming van de Volmagten van Westergoo, tot aanneming van de nadere
Unie van Utrecht. 2 Junij 1579. IV, 27.
--Acte, waarbij de Steden Franeker, Leeuwarden, Sneek, Bolsward,
IJlst, Slooten, Workum en Stavoren, de Unie van Utrecht approberen en
ratificeren. 2 Junij 1579. IV, 29.
--De Prelaten en Volmagten der Staten van Friesland
vermeenen onnoodig te zijn, nader in de Unie van Utrecht te treden, omdat
zij geresolveerd zijn, onverbrekelijk, volgens de Pacificatie van Gent.
bij de Generaliteit te verblijven, en de Religions-Vrede na te
komen. 2 Junij 1579. IV, 29.
--Concept-acte van de Volmagten in Oostergoo, waarbij dezelve
de artikelen van de Unie approberen en ratificeren. 3 Junij 1579.
IV, 31
--Zekere verklaring van de Gedeputeerden der nadere Unie, op
den Landsdag te Leeuwarden gedaan. 4 Junij 1579. IV, 34
--Presentatie en Protestatie van de Volmagten, die de nadere
Unie hebben aangenomen, aan de Prelaten en andere
Volmagta: met hunlieder antwoord. 4 Junij 1579. IV, 34.
--De Stad Amersfoort approbeert de Unie van Utrecht 10
Junij 1579. IV, 37.
--De Graaf van Rennenberg approbeert de Unie van Utrecht.
11 Junij 1579. IV, 37.
--Request voor de Bondgenooten in Friesland, gepresenteerd aan den
Grave van Rennenberg, Stadhouder, houdende verzoek om de nadere Unie van
Utrecht te teekenen, en door de onwilligen te doen teekenen. ......
1579. IV, 40.
--Missive van de Gedeputeerden aan den Stadhouder Lalaing,
in welken zij hem bedanken voor zijnen goeden ijver in het bevorderen
der nadere Unie. 23 Junij 1579. IV, 44.
--De Stad Yperen approbeert de Unie van Utrecht. 10 Julij
1579. IV, 52.
--Aggreatie der Unie van Utrecht door de Ingezetenen der Stad
Dokkum. 4 Augustus 1579. IV, 59.
--Procuratie, voor Gerbrand Gosses en Wybe Jans, door den
Magistraat van Harlingen gepasseerd, tot onderteekening
van de nadere Unie. 14 Augustus 1579. IV, 64.
--Feike Tatmans, Grietman en Volmagt van Utingeradeel,
approbeert en ratificeert, uit krachte van zijne procuratie, de nadere Unie
van Utrecht. 15 Augustus 1579. IV, 67.
--Ordonnantie of Instructie, gemaakt op de Vergadering van
Bondgenooten, binnen Utrecht vergaderd. 19
Augustus 1579. IV, 71
--Pointen en artikelen, betreffende de bevordering der nadere
Unie; met de antwoorden daarop gegeven. 10 Februari 1580.
IV, 123.
--Advijs van de Gedeputeerden der nadere Unie, op de propositie
en geconcipieerde pointen, tot beter bevordering van de geslotene
nadere Unie. 17 Februarij 1580. IV, 129.
--Resolutie:
1°. Op eene propositie tot resumtie der nadere Unie en approbatie
van de Nationale Sijnode.
2. Op het voorstel van den Prins Stadhouder
en Raad van State,
nopens een Reglement over de Krijgsdiscipline en begeving der
Militaire Ambten.
3°. Behelzende het Consent
in eene generale West-Indische Compagnie. 15 April 1619. V, 249.
--Resolutie, waarbij de Staten van Friesland, in de algemeene
Vergadering van alle Vereenigde Provinciën, tot
handhaving der Unie, Religie en Militie, toestemmen. 23
November 1650. V, 529.
--De Staten verklaren alle bijzondere correspondentie en
onderhandeling tot vrede, door ééne Provincie in het bijzonder met de
vijanden van den Staat aangegaan, voor eene verbreking der Unie. 2
Julij 1653. V, 560.
--Resolutie, behelzende de Consideratiën, naar welke de Staten
van Friesland de Provincie van Utrecht en de andere overheerde
Provinciën wederom in de Unie zouden willen aannemen. 14 Februarij
1674. V, 1009.
--Commissie op eenige Heeren uit het midden van den Staat,
om zeker concept consiliatoor, door de Gedeputeerden van hunne Hoog
Mogenden ingesteld, over den voet en de manier van wederaanneming der
Provincie van Utrecht tot de Unie, te onderzoeken, en van hunne
bedenkingen rapport te doen. 16 Maart 1674.
V, 1012.
--Resolutie, betreffende de Unie genomen, na eene
gehoudene Conferentie met de Heeren Gecommitteerden van Stad en Lande,
over het consiliatoor adres van Zijne Hoogheid en de Heeren Pompe en
andere afgevaardigden uit hunne Hoog Mogenden. 21 Maart 1674. V, 1015.
--Zie Bier. Godsdienst. Impositiën. Landraad. Landsdag
No. 23, 27, 32. Middelen. Militie. Oorlog.
Repartitie. Soldaten.
Universiteiten. Zie Curatoren. Franeker.
Jezuiten.
Predikanten. Professoren. Stadhouders. Studenten. Studeren.
Upstalboom. Confirmatio et multiplicatio Legum Upstalbomiarum.
Verdrag
der Friezen van Oostergoo en Westergoo, en eenige Deelen van
Groningerland, om zekere wetten en regels ten nutte der Landen te
onderhouden, strekkende tot vermeerdering en bevestiging van die van
Upstalboom. 8 September 1361. I, 225.
Ureterp. Zie Gerkesklooster.
Urk. De Landen van Urk, opgedragen aan St.
Odulphs Klooster
te Stavoren, behoorden onder het gebied dier kerk. 11 November 1309.
I, 135.
--Zie Elten (Klooster te). Leen.
Usufructaire Goederen. Zie Goedschatting.
Uteka. Zie Klaarkamp.
Uterdijck. Zie Dokkum (Abt en Abdij van).
Uterlanden. Zie Gerkesklooster. Uitlanden.
Utingeradeel. Zie Dijken. Gerkesklooster.
Wetten.
Utrecht. De Regeerders van de Stad Utrecht
beloven aan Hertog Albert, Graaf van Holland, de Friezen van Oostergoo en
Wetergoo
niet te ondersteunen, noch toevoer te zenden, zoo lang zij met gemelden
Hertog niet verzoend waren. 18 October 1399. I, 302.
--Hertog Albert, Graaf van Holland, geeft die van Utrecht:
zijn leven lang de vrijheid, voorbij zijn Tollen van Holland en Zeeland
te mogen varen, op zulken tolregt, als zij voor dien tijd gevaren
hadden, mits den Friezen van Oostergoo en Westergoo geenen onderstand te
doen, en jaarlijks vier honderd oude Schilden te betalen. 19 November
1399. I, 303.
--Willem van Beijeren, Graaf van Oostervant, bevestigt den
voorgaanden brief zijns Vaders, Hertog Albert, en gunt die van Utrecht
nog vijf en twintig jaren na deszelfs dood hetzelfde tolregt mits
betalende vier honderd oude Schilden 's jaars. 19 November 1399. I, 303
--Instructie voor den President van Utrecht, aan den President
en Secreeten Rade, van wege de algemeene Gedeputeerden van
Friesland, ten einde dat zij zullen mogen weten, of het hun doenlijk is,
zekere appointementen, van 's Keizers wege aan de Landen van Friesland
en de geprivilegeerde Heerschappen gegeven, te accepteren of niet. 29
Julij 1545. III, 83.
--Missive van Hector van Hoxwier, aan de Friesche
Deputeerden geschreven, in antwoord op voorgemelde Instructie. 29 Julij
1545. III, 84.
Zie Commanderie. Gecommitteerden. Generaliteit. Oorlog.
Rebellen. Recessen. Regt. Revijsen. Smalle-Ee.
Stavoren. Tol.
Unie. Voorzitting.
--(Bisdom van). S. Bonifacii
Moguntini et Ulfrajectini
Archiepiscopi Epistola, ad Stephanum Papam, circa annum
754 scripta, de statu Ecclesiae Ultrajectinae post obitum S.
Willebrordi. I, 41.
Bonifacius, Aartsbisschop van Mentz en Utrecht, Kerkelijk Gezant,
schrijft aan Paus Steven, over den toestand der Utrechtsche Kerk en des
Lands; mitsgaders over de tegenstribbelingen, die er omtrent het
oprigten van den Bisschoppelijken Zetel te Utrecht voorkomen.
(Vertaling.) Omtrent den jare 753 of 754. I, 42.
--Susceptio Episcopatus
Trajectensis sub protectione Summi Pontificis.
Paus Adriaan IV ontvangt of neemt het Bisdom van Utrecht
onder
de Pauselijke bescherming, en neemt de goederen onder hetzelve
behoorende. 28 Junij 1159. I, 77.
--- Zie Bezwaarbrieven. Franeker. Frederik
(Keizer). Gehoorzaamheid. Verdrag. Vrede.
Utrechtsche Kerk. Catalogus Bonorum Ecclesiae
Ultrajectinae, quae habuit ante tempora Odilbaldi Episcopi XII. Omtrent
866. I, 48.
--Naamlijst van de goederen der Utrechtsche Kerk, welke zij voor de
tijden van Odilbaldus, den XII Bisschop, (zoo in het thans genaamde
Holland als elders) gehad heeft. (Vertaling.) I, 51.
--Zie Oostergoo. Utrecht (Bisdom van).
V
Vaandels. Zie Knechten.
Vaandrig. Zie Hoplieden. Kapitein
Vaarten. Ordonnantie van het Hof van
Friesland, tot het
opgrava van het Diep van de Drachten tot aan Tharde van Schoterburen
door Haskerland, mitsgaders de bepaling, wie daartoe zijn gehouden doch
alleen voor dezen keer, en zonder prejudicie van iemands regt. 10
September 1544. III, 53
--Ordonnantie van het Hof van Friesland, nopens het graven
van een nieuw Diep of Vaart van Taekesloot af, liggende in de Grietenij
van Hasker-Vijfgae tot aan de Tjonger of Kuinder. ..
October 1545. III, 98.
--Verbaal van Pieter van Dekema, nopens de opgraving van
het Diep, strekkende van het Woltmanne-Diep naar Warrega zoo voorts
naar Grouw. 11 April 1560. III, 486.
Ordonnantie, om ten spoedigste de Vaarten te vlaggen en
te reinigen; geene Vischdammen in de Vaarten te leggen, en die gelegd
zijn sedert het jaar 1514 weder weg te nemen; Plakkaat op de grootte en
wijdte der netten en vischvangst stiptelijk te onderhouden, en niet met
Hiouwen te visschen. 28 Julij 1565.
III, 649.
Ordonnantie, om de gemeene Vaarten alle jaren tweemalen
te vlaggen en te reinigen, te beginnen met den 12 Mei de eerste
maal, en
daarna met St. Jans Misse. 31 Mei 1566. III, 668.
--Missive van Margaretha, Gevorste Gravinne van Aremberg,
uit Leeuwarden aan de Staten van Friesland, betreffende het graven van
een Binnenvaart of Grift, van de Zwarte Sluis tot Ysselham, en zoo voorts
in Friesland, bij haar wijlen man den Grave van Aremberg met groote
kosten begonnen; voorzien met twee bijlagen. 16 Mei 1577. III, 1128.
--Resolutie, waarbij den Ingezetenen van Wolvega, Oldetryne,
Oude en Nieuwe Lemmer vergund wordt, om eene Vaart te leggen door de
Heerewegen. 25 Maart 1647. V, 503.
--Resolutie, waarbij den Heer Douwe van Aylva, cum soc,
Octrooi vergund wordt, om eene Vaart van en naar
Bakkeveen te graven. 2 April 1658. V, 604.
--Resolutie, waarbij aan de Ingezetenen van Dantumawoude
Octrooi vergund wordt, om eene Vaart en Rijweg van hun
Dorp naar Dokkum te mogen maken. 8 April 1664. V, 728.
--Resolutie, houdende het Octrooi voor de Ingezetenen van
Optwijzel, om eene Vaart van het gemelde Dorp tot aan
het Kolonels-Diep te mogen leggen. 29 Mei 1680. V, 1179.
--Resolutie, inhoudende Octrooi, om eene Vaart van Driesum
tot aan de Dokkumer Trekvaart te graven. 24 Februarij 1688.
VI, 137.
--Octrooi voor den Heer A. Lycklame, cum soc., om de
Vaarten van Kortezwaag, Terwispel, Gorredijk en
Lippenhuizen te laten graven. 20 Maart 1704. VI, 409.
--Zie Admiraliteit. Dantumadeel. Franeker. Landsdag No. 56.
Leeuwarden. Meren. Slatten. Trekweg.
Vacatiën.
Request van
Mintze Buwema en Sybold Aysma, als Voormonden van wijlen Hessel Aysma
kinderen, tot bekoming van de Vacatiën en Expensen, door voorschreven
Hessel ten dienste van den Lande gehad en gedaan. 2 Augustus 1566. III,
672.
--Recipis van overgeleverde Instrumenten en Munimenten.
2 Augustus 1566. III, 673.
--Resolutie, waarbij de Vacatiën der Volmagten ten Lands
dage bepaald, en de Gedeputeerden gelast worden, de clausule van den
Landsdag binnen zes weken te eindigen uit de Uitschrijvingsmissive
voortaan weg te laten. 22 October 1624. V, 290.
--Zie Dijken. Floreen.
Martena (K. van).
Vagebonden. Plakkaat, dat alle Vagebonden,
Lediggangers en
andere personen, niet willende werken, naar de plaatsen hunner woning
of geboorte zullen moeten vertrekken. 27 September 1536.
II, 689.
--Ordonnantie, om het Plakkaat tegen de Vagebonden
en Bedelaars, van den 25 Mei ll., ter behoorlijker plaatse te affigeren
en alle regtdagen te publiceren, bevelende een iegelijk, hunne kinderen
van bedelen af te houden en op handwerken te brengen. 20 December 1537.
II, 714.
--Ordonnantie tot nieuwe publicatie van navolgende
Plakkaten, als:
1°. Tegen de Vagebonden.
2. Tegen het herbergen en
ondersteunen van de Rebellen.
3°. Nopens het aanbrengen van de Goederen
der Gecondemneerden.
Voorts om de Wacht ten Platten Lande te versterken en met
schietgeweer te voorzien, en alle passagiën wel te bezetten; en ein-
delijk om insgelijks te publiceren de bijgevoegde namen dergenen, die
gecondemneerd, en wier goederen geannoteerd en geconfisqueerd zijn. 16
December 1569. III, 774
--Ordonnantie, om de Plakkaten tegen de Vagebonden
en ledig gaande personen weder te publiceren, en zulke persones strikt
te vervolgen, apprehenderen en overzenden; voorts alle vergaderingen
van Krijgsvolk, geen patent des Stadhouders vertoonende, te
verstrooijen en in bewaring te brengen. 24 April 1579.
IV, 21
--Ordonnantie, om alle Lediggangers, Vagebonden en
Bedelaars te apprehenderen, en naar Leeuwarden ter
gevangens
over te zenden; mitsgaders alle Heidens en Overloopers van den vijand
het Land te doen ruimen. 10 September 1594. IV, 862.
--Ordonnantie,
dat alle Vagebonden, Lediggangers en
ander Geboefte, binnen drie dagen uit den Lande moeten vertrekken, of
langer blijvende, geapprehendeerd en op het Blokhuis gebragt zullen
worden. 10 Julij 1595. IV, 881.
--Plakkaat tegen de Vagebonden, Lediggangers, vreemde
Bedelaars, Landloopers en Kwaaddoeners, wegens de
menigvuldig gepleegde dieverijen en huisbraken. 7 Julij 1596.
IV, 918.
--Plakkaat tegen de Vagebonden en Deugnieten. 21
Maart 1669. V, 775.
--Plakkaat tegen de Vagebonden en Landloopers. 17
Junij 1672. V, 828.
--Zie Bedelaars. Boevenjagt. Brandstichters. Contributie.
Floreen. Heidenen. Knechten. Krijgsvolk. Landsdag No. 9, 11.
Munt (De).
Vaille (Anth. del). Missive aan den Raadsheer
Anthonius del
Vaille, behelzende eenige bijzonderheden betrekkelijk zijn persoon en
het innemen van het Blokhuis te Leeuwarden. 10 Septemter 1577. III, 1174.
Valbrug. Zie Bijweg.
Valk (De Gulden). Zie Kanselarij.
Vallaat. Zie Marnazijl.
Valle (H. v. d.). Zie Vrijgeleide.
Varen. Zie Beetsterzwaag. Oorlog.
Varkens. Zie Beesten.
Vasallen. Zie Krijgsvolk.
Vast- en Bededagen. Aanschrijving aan sommige
Gemeenten, om,
wegens den tegenwoordigen en aanstaanden nood des Vaderlands, op de
drie naastvolgende Zondagen generale Vast- en Bededagen te houden. 30
November 1580. IV, 222.
--Ordonnantie aan alle Geregten, om de
Dienaren des Woords door mondelinge aanzegging, en 't
gemeen
door Publicatie, te ordonneren, tot het honden van drie Vast- en
Bededagen. 27 December 1580. IV, 226.
--Uitschrijving van een generalen Vast- en
Bededag op den 9 Augustus naastvolgende, volgens
goedvinden van de Sijnode Generaal van Middelburg.
26 Julij 1581. IV, 264.
--Missive van den Stadhouder en Gedeputeerde
Staten, tot het houden van een algemeenen Vast- en Bededag op den 2
Junij aanstaande; en tot het omgaan en opteekenen, wat een ieder
vrijwillig zoude willen contribueren op den 3 dito, beide wegens de
belegering van de Steden Antwerpen en Mechelen, en het ontzet van dien.
26 Mei 1585. IV, 534.
--Uitschrijving tot het houden van een Vast- en
Bededag op den 2 November eerstkomende, ter gelegenheid van de
Pestziekte. 21 October 1603. IV, 1262.
--Zie Dank-, Vast- en Bededag.
Vee. Missive wegens de ziekte der Beesten, om
al de
gestorvenen diep genoeg te begraven, en geen huid noch vleesch daaraf
te nemen of te verkoopen. 7 September 1556. III, 402.
--Missive, tot publicatie, dat een iegelijk zijne gestorvene of
nog te
sterven Beesten binnen vier en twintig uren zal moeten begraven. 22
Januarij 1563. III, 582.
--Verbod van uitvoer van Kalveren, Schapen,
Lammeren, Varkens, Hoenders, Eenden of eenig ander Gevogelte, onder
zekere bepalingen. 18 Junij 1565. III, 647.
--Zie Landsdag No. 6, 7.
Veen. Veenen. Sententie van den Geestelijken
Regter,
gedelegeerd door den Bisschop David, tusschen den Keller van Dokkum en
zijne adherenten, tegen eenige Ingezetenen van Oostbroek, over zekere
Veenen. 24 September 1401. 1, 325.
--Uitspraak, gedaan door de Gedeputeerden van Oostergoo en
Westergoo en eenige Gecommitteerden van de Stad
Groningen en
Ommelanden, over den eigendom van eenige Veenen, gelegen in Dantumadeel.
.. Augustus 1479. I, 692.
--Commissie, gegeven door Bisschop
David van
Bourgondië, op Heer Jan, Cureet in Lioessens, Heer Botto, Cureet in Anjum
en Mr. Grabbodus, Prebendarius in Dokkum, ter beslissing van zekere
geschillen, tusschen de Conventen in Dokkum, Klaarkamp, Weerd en Zion,
cum soc., |