>> HOMEpage

Vroeger eigendom van Erasmus

Boeken in zeventiende-eeuwse veilingcatalogi en in Praedinius' brief van 1554
De Vrije Fries 80 (2000), 55-80
internetbewerking, met enkele aanvullingen, september 2011;
maart 2012 enkele OCRfouten verbeterd (Men melde evt. verdere gevallen aan het contactadres op de homepage!)
M.H.H. ENGELS

Inleiding

De geschiedenis van het boek houdt niet alleen de ontwikkeling van handschrift tot druk in. Ook de bestudering van de schrijvers, drukkers en uitgevers van boeken maakt er deel van uit. Verder is boekgeschiedenis tegelijk geschiedenis van de wetenschap. Tijdperken en stromingen vormen eveneens een invalshoek van de boekwetenschap; bijvoorbeeld het humanisme (ca. 1450-1650), waarin de klassieke Griekse en Latijnse letteren geïdealiseerd werden. En dan is er nog de lezer en de gebruiker van boeken: wie las wat? De provenance, herkomst of eigendomsgeschiedenis van boeken is in de laatste decennia een belangrijk onderdeel van de boekwetenschap geworden.
Nadat ik in 1977 bij de beschrijving van de incunabelen van de Provinciale Bibliotheek van Friesland (PBF) een uitgave van de werken van Dioscorides, de grondlegger van de farmacie, had aangetroffen met het eigendomsmerk Sum Erasmi nec muto dominum (d.i. Ik ben van Erasmus en verander niet van eigenaar), kon ik twee jaar later de ontdekking van nog eens vier Griekse Aldijnen uit de bibliotheek van Erasmus bekend maken.[1] Friesland koestert sindsdien deze vijf Erasmiana als cimelia humanistica bij uitstek.
In 1989 en nog eens vijf jaar daarna[2] ben ik uitvoeriger ingegaan op de kanttekeningen van Erasmus in deze boeken. Aldijnse uitgaven van de werken van de Griekse medicus Paulus Aegineta (1528) en van de eveneens Griekse filosoof Themistius (1534) alsmede Hermolaus Barbarus' Corollarium [= toegift] in Dioscoridem (Venetiis, in Gregorium fratrum officina, 1516), ook in de PBF zijn toen als mogelijke Erasmiana genoemd.
De handschriftelijke aantekeningen of markeringen door Erasmus in de werken van de satiricus Lucianus (1503), in Plutarchus' ethische werken, in het Latijn Moralia genoemd (1509), en diens gepaarde levensbeschrijvingen van Grieken en Romeinen, Vitae parallelae (1519), en in de vijfdelige uitgave van de werken van de medicus Galenus (1525) zijn van belang voor de bestudering van de bronnen van de Adagia. De Dioscorides-incunabel (1499) is door Erasmus pas in 1525 gekocht en weinig gebruikt.[3]
In de zomer van 1525 heeft Erasmus zijn bibliotheek verkocht aan zijn Poolse vriend Johannes a Lasco (Jan Laski), onder de voorwaarde dat hij zolang hij leefde de beschikking erover zou mogen houden. Na de dood van Erasmus zijn 413 boeken naar Krakau verscheept. Als gevolg van zijn overgang tot het protestantisme werd Johannes a Lasco tot een rondtrekkend reformator. Van 1540 tot 1555 verbleef hij als hoofd van de gereformeerde kerk in Oostfriesland te Einden, met onderbrekingen zoals zijn leiderschap (1550-1553) van de protestantse gemeenten te Londen van vluchtelingen uit Frankrijk, Italië en de Nederlanden. Door Laski's vrijgevigheid en door verkoop om financiële redenen raakte de boekenverzameling uiteen. Slechts een twintigtal boeken uit de bibliotheek van Erasmus zijn teruggevonden, de meeste in Nederland, enkele in Emden en Engeland, één in Polen.[4]
Afb.: Erasmus in Sebastian Münster, Cosmographei (Bazel 1550)
Merendeels via Regnerus Praedinius, de rector van de St. Maartensschool te Groningen, en diens leerling Johannes Arcerius Theodoretus, hoogleraar Grieks aan Frieslands voormalige universiteit, kwamen de genoemde vijf Aldijnen terecht in de Franeker academiebibliotheek, waarvan de Provinciale Bibliotheek van Friesland de erfgenaam is. Van een belangrijke brief van Praedinius uit 1554 geef ik de passages over in Emden te koop aangeboden boeken uit de bibliotheek van Erasmus nogmaals uit, met enkele correcties op de editie Gabbema en met een Nederlandse vertaling. Aan het einde van het artikel volgt een overzicht van (bewaard gebleven) Erasmiana met een nadere toelichting.

Veilingcatalogi

Behalve Arcerius, die verderop nog aan bod komt, waren er in Franeker nog meer professoren die Erasmiaan, bewonderaar van Erasmus, waren. De bekende Friese theoloog Johannes Bogerman was blijkens de handschriftelijke aantekening cum manu Erasmi in het te Kopenhagen bewaarde exemplaar van de veilingcatalogus van zijn bibliotheek (Leiden 1638) eigenaar van Erasmus' Aldijnse Aristophanes (1498).[5] Deze Aristophanes is tot op heden niet teruggevonden.[6] Voor de microfiche-editie van Nederlandse boekveilingcatalogi[7] is het Parijse exemplaar van de veilingcatalogus Bogerman gebruikt: daarin vindt men deze aantekening niet!
Veilingcatalogi werden met wisselende gedetailleerdheid samengesteld. Eigendomsmerken van beroemde vroegere bezitters nam men graag op, omdat dergelijke gegevens de verkoopwaarde van boeken verhoogden. Als die er niet waren en de catalogiseerder de annotator aan de hand van randaantekeningen alleen niet herkende, kon de liefhebber op de kijkdagen[8] natuurlijk een verrassende ontdekking doen.
Onderzoek van 17e-eeuwse particuliere bibliotheken is in de PBF mogelijk dankzij de (kostbare) aankoop van de ruim 3000 microfiches van gedrukte catalogi van Nederlandse boekveilingen. Ook al beperkt men zich tot het doorzien van het boekenbezit van Friezen, dan nog vergt dat veel tijd. Het toeval heeft mij echter onlangs een vermelding van een Erasmianum in een boekveilingcatalogus in handen gespeeld.

Homerus

Aantekeningen die mr. P. Gerbenzon, oud-hoogleraar te Groningen, gemaakt heeft ter reconstructie van de bibliotheek van de Friese landshistorieschrijvers, bevatten onder andere titels van handschriften en drukken uit Friese Veilingcatalogi.[9] Uit de catalogus van de bibliotheek van de raadsheer Horatius Knyff[10] is door Gerbenzon, naast een aantal titels van Frisiaca, overgeschreven: Homeri Opera Graece Florent. 1488 (hic Codex olim fuit Erasmi Rot.). Codex staat hier natuurlijk niet zoals (tegenwoordig) gebruikelijk voor een (oud) handschrift. Blijkens het microfiche van deze veilingcatalogus is dit nr. 25 van de boeken in folio van auteurs met beginletter H op blz. 36. Niet bekend is of dit exemplaar bewaard is gebleven.
In de Provinciale Bibliotheek van Friesland bevindt zich van deze eerste Homerusuitgave een exemplaar[11] dat blijkens de gedrukte schenkingsoorkonde in 1648 door Gedeputeerde Staten van Friesland aan de academiebibliotheek van Franeker is geschonken. Van de oorspronkelijke gouden initialen met blanke ranken naar Romaans voorbeeld zijn ooit te Franeker de meeste weggesneden; het boek is vervolgens gecompleteerd met behulp van initialen of gedeelten van of hele bladen uit een ander exemplaar met trompe l'oeil-versiering[12] en handschriftelijke aantekeningen van een onbekende hand. De band dateert van rond 1800.
Met het oog op het volgende hoofdstuk kom ik nog even terug op de veilingcatalogus van de bibliotheek van raadsheer Horatius Knyff waarvan de volledige titel luidt:
Catalogus / rarissimorum in omni facultate materia et lingua / librorum instructissimae bibliothecae / nobilissimi, amplissimi, consultissimi et in / omni librorum genera exercitatissimi viri / D[omi]ni Horatii Knyff/ in suprema Frisiorum Curia senatoris primi senatoris (dum viveret) gravissimi, spectatissimi / quorum auctio habebitur Leovardiae in aedibus nobil. / defuncti 22. Aprilis 1679 stylo vet. / Leovardiae, apud Jacobum Hagenaer, bibliopolam.[13]
De dag van de veiling is in handschrift vermeld. De boeken zijn alfabetisch geordend volgens de beginletter van de auteursnaam, maar per letter niet verder gealfabetiseerd en ook niet chronologisch geordend. Zoals in de meeste oude veilingcatalogi zijn de beschrijvingen beknopt en is het impressum zelden compleet.[14]

Veiling Saeckma

De titel van de veilingcatalogus Knyff vertoont een treffende gelijkenis met die van de juridische en humanistische bibliotheek van Theodorus Saeckma:
Catalogus / rarissimorum in omni materia, facultate, / & lingua / librorum / bibliothecae instructissimae / nobilissimi, amplissimi, consultissimi, & in omni / genere literarum exercitatissimi vin, / D[omi]ni Theodori Saeckma, / in suprema Frisiae Curia senatoris / dum viveret gravissimi, / spectatissimi. / Quorum auctio habebitur Leovardiae in aedibus nobil. / defuncti, die 27. mensis Septembris stylo vet. & sequentibus. / Franekerae, / excudit Johannes Wellens illustrium Frisiae / Ordinum & eorundem Acad. typogr. ordinarius 1666.
Als langst levende zoon had Theodorus (1610-1666) de bibliotheek van zijn vader Johannes Saeckma (1572-1636) geërfd en uitgebreid. Beiden waren raadsheer in het Hof van Friesland; Saeckma senior was tevens curator van de universiteit van Franeker.
Gebruik makend van een microfilm van het exemplaar van de British Library heb ik in 1995 de Saeckma-catalogus in facsimile uitgegeven en bewerkt.[15] Het IDC-microfiche is vervaardigd van het exemplaar in de Bibliothèque Nationale te Parijs dat de veilingdatum 7 oktober 1666 heeft.[16 ]Een derde exemplaar bleek zich te bevinden in de Herzog August Bibliothek te Wolfenbüttel[17]; hierin staat als datum van de veiling 15 april 1667 vermeld. De tekst van de catalogus is in al de drie gevallen gelijk. De veiling is in ieder geval tweemaal uitgesteld. Hoopte men op een koper die de bibliotheek in zijn geheel zou overnemen?
De veilingcatalogus Saeckma is ingedeeld naar takken van wetenschap en daarbinnen naar formaat en vervolgens alfabetisch op auteur c.q. anonyma op titel.[18] Onder de Historici, Politici & Literatores rarissimi in folio op blz. 33 staat als nr. 81: Homeri Ilias & Odyssea graecè 2 vol. Florentiae 1488. Is dit exemplaar overgegaan in het bezit van raadsheer Knyff, m.a.w. was dit vroeger van Erasmus?[19] Ook de Homerus van Erasmus bestond volgens de zogenaamde verzendlijst van zijn bibliotheek uit twee aparte boeken: 114 - Ilias Homeri graecè, 115 - Odysseia Homeri graecè. Erasmus had de Florentijnse editie in 1525 besteld tegelijk met diverse Aldijnen.[20]

Veiling Arcerius

De belangrijkste Erasmiaan van de Franeker academie was Johannes Arcerius Theodoretus. Van 1589 tot zijn dood in 1604 was hij hoogleraar Grieks te Franeker als opvolger van Petreius Tiara. Arcerius bezat verschillende boeken uit de bibliotheek van Erasmus.[21] De boeken van Arcerius zijn naar het schijnt in besloten kring in Friesland geveild: dat valt op te maken uit een brief van Scaliger.
De Franse klassiek filoloog Josephus Justus Scaliger (1540-1609) was door zelfstudie een meester in het Grieks geworden en een kenner van het Hebreeuws en het Arabisch. Sedert 1593 was hij hoogleraar aan de universiteit van Leiden; zijn huis was een verzamelpunt voor studenten. In tegenstelling tot zijn vader was hij een bewonderaar van Erasmus.
Scaliger schreef in een brief van 27 november 1604 aan Johannes Lydius, zoon van de in 1601 overleden Franeker theologieprofessor Martinus Lydius, dat hij het betreurde dat de kostbare bibliotheek van Arcerius buiten zijn weten verkocht was. Nog erger vond hij het, dat hij niet voordat de veiling zou plaatsvinden, door vrienden in de nabijheid van de te houden verkoping erop opmerkzaam was gemaakt.[22]
Een veiling in een kleine kring maakt een gedrukte catalogus overbodig, in ieder geval te kostbaar; de verkoop aan de hand van een gedrukte catalogus was bovendien pas in 1599 voor het eerst toegepast, en wel in Holland t.g.v. de veiling van de bibliotheek van Marnix van St. Aldegonde. Een handgeschreven inventaris van de boeken van Arcerius met de verkoopprijzen en met de namen van de kopers is evenmin overgeleverd. Hoe belangrijk deze collectie geweest is voor het behoud van een deel van de bibliotheek van Erasmus, vooral de Griekse (Aldijnse) edities, kan vermoed worden en indirect ten dele aangetoond worden door onderzoek van latere boekveilingcatalogi.
Een convoluut met de werken van Clemens Alexandrinus en Justinus in het Grieks[23] is waarschijnlijk door Johannes Saeckma op de veiling Arcerius gekocht. In de veilingcatalogus van de bibliotheek van Theodorus Saeckma is de verzamelband opgenomen[24] mei de toevoeging: Multa annotavit manu sua Joh. Arcerius Theodoretus. Johannes Saeckma heeft tijdens zijn studie in Franeker (1588-1594) Arcerius als hoogleraar Grieks gehad. Zeker met vijf van de acht 'artes'-studenten ten huize van Arcerius was hij bevriend. Van de groep rechtenstudenten rond Saeckma stonden er trouwens wel meer in contact met de Arcerianen.[25]

Hesychius

Herlezing van Scaligers brief aan Lydius over de veiling Arcerius was aanleiding ook de bibliotheek van Johannes Lydius[26] aan een kort onderzoek te onderwerpen aan de hand van Catalogus / illustris bibliothecae / reverendi & doctissimi viri,/ D. Iohannis Lydii, ecclesiae Christi apud Veteraquinates pastoris fidelissimi. / Qui distrahentur in officina / Francisci Hackii / bibliopolae in de Choor-steegh. / Ad diem Mercurii, qui est 8. Iulii / ad horam octavam. / Lugduni Batavorum, / ex officina Francisci Hackii, / anno 1643[27].
In deze catalogus valt het aantal drukken apud Aldum op. In verband met Erasmus heb ik alleen gekeken naar Aldijnen verschenen tot en met het jaar 1536. Dat leverde 50 titels op, waaronder het Lexicon Hesychii Graece, apud Aldum, 1514. Olim exemplar Erasmi.[28] Dit was nr. 297, Hesychii dictiona. grae., van de zogenaamde verzendlijst van de bibliotheek van Erasmus. Op de bestellijst van 1525 noemt Erasmus deze auteur niet, omdat hij de Aldijn al bezat.[29] Deze druk komt in de Provinciale Bibliotheek van Friesland niet voor.[30] De Saeckmabibliotheek bevatte wel een Hesichius [sic] Graece apud Aldum, 1514.[31] In de veilingcatalogus Lydius trof ik ook drie boeken uit de bibliotheek van Scaliger aan en een boek dat eigendom is geweest van Melanchton.[32]

Nabeschouwing

In de zeventiende eeuw verzameld en bewaard als cimelia of kleinodiën, als kostbaarheden en dierbare herinneringen, zijn boeken en brieven van humanisten nu belangrijke documenten van een nog doorwerkende cultuur. De Provinciale Bibliotheek van Friesland bezit dankzij haar wetenschappelijke traditie - zij is erfgename van de bibliotheek van de voormalige universiteit van Franeker - voorbeelden daarvan, zoals de brievenverzamelingen Saeckma en Gabbema[33] en boeken afkomstig uit de bibliotheken van Erasmus en andere geleerden. In twee 17e-eeuwse 'Friese' boekveilingcatalogi zijn nu de Homerusincunabel en de Hesychius-Aldijn uit de bibliotheek van Erasmus getraceerd.
Denkend aan de uitdrukking 'toon me uw bibliotheek, en ik zeg u wie u bent' hoop ik dat deze bibliotheekgeschiedenis bijdraagt tot onze kennis van Nederlands grootste humanist (1467-1536), die te boek staat als theoloog en pedagoog, in boekhandel en antiquariaat te vinden is onder het opschrift filosofie, maar wie misschien het meeste recht wordt gedaan met de titel filoloog van de Griekse en Romeinse klassieken en met de kwalificatie literator, schrijver van verzorgd Neolatijn.
Afb.: Praedinius. Portrettencoll. Prov. Bibl. Leeuwarden

Brief van Praedinius over Erasmiana

Hieronder volgt de in de inleiding aangekondigde tekst met vertaling uit de brief die Regnerus Praedinius[34] op 23 augustus 1554 schreef aan Gerardus Campius over Erasmiana die Gerard Mortaigne te koop aanbood. De Latijnse brief maakt als afschrift deel uit van de brievenverzameling Gabbema en is uitgegeven in Epistolarum ab illustribus & claris viris scriptarum centuriae tres, quas passim ex autographis collegit ac edidit Simon Abbes Gabbema - Harlingae Frisiorum, ex officina Heronis Galama, 1663: Epistola LXVIII:
Regnerus Praedinius Gerardo Campio, op blz. 167-173.[35]
Mortaigne was een protestantse vluchteling uit Gent, die met enkele andere Zuid-Nederlandse intellectuelen in het gevolg van Laski in 1554 van Engeland naar Emden trok vanwege het aantreden van de katholieke Maria Tudor als koningin. In Emden heeft hij in 1554 van Laski boeken gekocht, die hij kort daarna al uit geldgebrek weer wilde verkopen. De ouderling Gerardus Campius[36], bij wie de humanistische geleerde Mortaigne inwoonde, heeft er een aantal ter verkoping naar Hiëronymus Fridericus gestuurd, de rentmeester van de stad Groningen, die als jongen door Erasmus geholpen was bij zijn terugkeer van Leuven naar huis.[37] Regnerus Praedinius, de rector van de Latijnse school in de stad, werd door Rotger, de onderwijzer van Hiëronymus' kinderen, op de boeken geattendeerd. Hij heeft ze ter inzage gevraagd en gekregen. Hij ontdekte dat er boeken uit de bibliotheek van Erasmus bij waren. In zijn antwoord aan Campius schreef hij dat Mortaigne dat niet te weten hoefde te komen!

REGNERUS PRAEDINIUS GERARDO CAMPIO S.P.
Rotgerus, paedagogus liberorum Doet. Hieronymi, ad me retulit de codicibus D. Gerardi Mortang, missis huc, quò venderentur boni viri aestimatione ac mea, quod ut fieret modo aequo, utilique aliquo D. Mortang, jussi universos ad me deferri, quo singulos cognoscerem atque considerarem. Quid multis? Intellexi spem, et vendendi universorum, et justi pretii consequendi, in solo Galeno potissimum contineri; proindè hunc cum plerisque aliis per Michaëlem Iuliacensem misi ad Regnerum Alberdam, quoniam hic jam turn se veile dixerat, cum tu Groningae esses. Non rejiciebat ille quidem turn emptionem, neque tamen nunc aequè visus est avere, imo nihil fortassis, si magno videremini Galenum vendituri. Nam praeter hujus opera Aldina, atque Institutiones juris Graecas, nihil volebat eorum quae miseram. Nee ipse, quanti placerent sibi, voluit dicere, quoniam certam pecuniam ego non postulabam. Quod ut neque in hoc, ita neque in caeteris, ipse quidem potero, nisi D. Mortang, quodammodo qualemcunque pretii aestimationem constituerit, aut universorum simul, aut singulorum (quod utilissimum foret) aut saltem operum Aldinorum Galeni. Hactenus ea, quae D. Mortang necesse est cognoscere. Quae sequuntur, tibi privatim scribam.
Inter hos libros sunt, qui ERASMI fuerunt, quos ideo ad Alberdam non misi, quoniam sensi ex operibus his Galeni, quae itidem ERASMI fuerant, hac illum causa non moveri, me vero adeo movet, ut hos omnes emere cupiam, si quidem non ideo nimis pluris mihi aestimabuntur, tametsi nullus eorum sit, cujus non melius exemplar habeam. Nam Proclus interpres Graecus, Platoni deëst, nostro adjunctus, magnitudine ea, ut alteram partem Platonis non parum excedat. Annotavit Adagia quaedam in istius margine ERASMUS, quaedam praeterea D. a Lasco, utrumque, ut scis, optabile mini, sed accessit tertii, nescio cujus, manus librum in Timaeo, et alibi puto, foedè quasi contaminantis, cum alioqui ipse usus librum satis affecerit.
Est pars Annotationum Budaei in Pandectas, verum ita mendosa, ut stuferis quatuor emere nollem, nisi ERASMI fuisset. Est Hesychius, liber attritus admodum, qui tamen fortè emptorem hic inveniet, si vilissimo addicetur, nam novi, typis non minus pulchris, et magis etiam emendatis parvo emuntur, vix tamen unum exemplar toto triennio, uu Franciscus ait. Est eadem magnitudine propemodum tamquam quaedam farrago, ex Hellenicis Xenophontis, ex Herodiano, Georgio, et interprete Thucydidis. Deinde libri Galeni, solum de methodo curandi, et ad Glauconem, sejuncti a toto illo opere Aldino -- neque eo pertinentes, nam illa sunt opera, omnino plena, nisi quod uno aliquo tomo, desint quatuor primae paginae, in quibus Index, Inscriptie, Epistola, Edictum et ejusmodi, sic ut suum decus illi parti perierit, non tamen de ipso libro Galeni, quidquam desideretur -- editi anno 1500 perquam corrupte. Et hi duo fuerunt ERASMI.
Hos omnes, te aestimante coram, libenter emam si modo aequum statues, me bonitatem cujusque libri redimere, non nomen ERASMI pretio perquam injusto. Idem faciam in Galeno, nisi potero repetere qui pluris emet, quam mihi placebit, quod in his, quos praeterea dixi, non puto eventurum, in Galeno ab Alberda opinor aliquid futurum, quare hujus pretium scribendum prima quaque hora.
De reliquis, sperat Michaël se Calepinum plus minus Emedensi venditurum, ita de Lexico Graeco, Triglotton justa pecunia, Novum Testamentum vix stuferis octo. Libros Pandectarum, quia sine Glossis sunt, quia neque Authentica, neque Institutiones habent, quia hoc modo sunt compacti, nemo vel adspiciet. Idem de Basilio dixerim, quia post editus Basileae, et pulchrior multö, et qui plura habeat opera hujus auctoris. Iliae vero orationes quaedam Nazianzeni vix snaphano venibunt. Praeter hos non accepi alios.
Eorum quae ob praeproperam festinationem confusius scripsi, haec est summa. Indicet D. Mortang cujusque libri pretium, aut universorum, aut saltem operum Galeni Aldinorum. Quod postremum si duntaxat faciet, erit necesse simul addere, primum num ei placeat, qui libri praeter illa opera Galeni, ERASMI quoque nomen habent, apud me conditione istiusmodi manere -- malo namque omnes emere et opera Galeni quoque, exceptis libris Pandectarum, quam illos non consequi, quos praeterea ERASMUS habuit, nisi quidem omnino pluris libros hos D. Mortang fecerit, quam revera sint: nihil tamen mihi crede utilius ad id, ut bene veneantur, quam ut distrahantur ita, quo quanti unumquemque faciat, nos resciscamus, sic enim futurum arbitrar, quo Alberda illa Galeni emat, atque de reliquis fiat, ut dixi -- ut si tibi convenerit mecum de aestimato cujuscunque pretio, mihi relinquantur, sin minus, meo sumptu illi remittantur. Deinde ut caeteri distrahantur ea circiter pecunia, quam sperat inde Michaël confici posse, quamque supra dixi.
Commentarios in Hermogenem necdum solvi, tuam aestimationem non tam audiero cito, quam pecuniam dabo. Huc usque de libris, quae D. Mortang atque mea causa legisti, ad te alioqui nihil sane pertinentia. (...) De libris cura ut rescribatur quam primum. Pridie Divi Bartholomaei. (...)
Illud perflce quaeso, ut si D. Mortang volet suos libros bene hïc vendere, operum Galeni pretium scribat. Equidem ne haec quidem magni facerem, nisi ERASMI causa moverer, malo tamen longè, Alberdam emere, quam meipsum. Nam quanti facio, tanti emerevolo, nisi compulsus reliquorum gratia, qui itidem fuerunt ERASMI. Quorum singuli simt ejusmodi, ut inter nos, sicuti puto, de pretio conventurum sit perfacile: nam quanti quisque videtur esse, tanti emere volam, quod tamen vix praeterea hic faciet quisquam.

VERTALING (de nummers tussen haakjes in de tekst verwijzen naar het overzicht van de Erasmiana c.q. boektitels):

Regnerus Praedinius aan Gerardus Campius
Hartelijk gegroet.
Rotger, de onderwijzer van de kinderen van Dr. Hieronymus, heeft mij bericht over boeken van de heer Gerard Mortaigne, die eventueel hierheen gezonden en verkocht zouden kunnen worden volgens de waardebepaling door een rechtschapen man en door mij. Om dat op een gepaste wijze en enigszins praktisch te laten gebeuren, heb ik de heer Mortaigne gevraagd ze allemaal naar mij te laten brengen om ze stuk voor stuk te kunnen bekijken. Wat meer? Ik ben tot het oordeel gekomen dat er hoop is dat ze allemaal verkocht kunnen worden, dat de Galenus (1) op zich zelf het belangrijkste onderdeel vormt; dus heb ik deze Galenus en de meeste andere door tussenkomst van Michael van Jülich[38] naar Regnerus Alberda[39] gestuurd, zowel omdat die al gezegd had dat hij dat wilde, als omdat jij in Groningen zou zijn. Weliswaar sloot hij toen een koop niet uit, maar nu schijnt hij die toch niet zo zeer te begeren; misschien wil hij zelfs helemaal niets, zij het dat we de Galenus voor een hoge prijs leken te kunnen verkopen. Want behalve de Aldijnse uitgave van de werken van deze auteur en de Griekse Instituten[40] van het recht (2) wilde hij niets van wat ik hem gestuurd had. Ook wilde hij niet zeggen hoezeer de boeken hem bevielen, omdat ik geen bepaalde prijs eiste. Dat zal ik zelf evenwel niet kunnen wat dit boek betreft en evenmin wat de overige aangaat, tenzij de heer Mortaigne hoe dan ook een prijsindicatie geeft, of van alle boeken tezamen of van elk boek apart - wat het handigst zou zijn - ofwel van de Aldijnse uitgave van de werken van Galenus. Tot zover dat wat de heer Mortaigne moet weten. Wat volgt, schrijf ik je vertrouwelijk.
Onder deze boeken zijn er die van Erasmus geweest zijn, die ik daarom niet naar Alberda heb gestuurd, omdat ik gemerkt heb aan de hand van de genoemde uitgave van de werken van Galenus, die eveneens van Erasmus waren, dat hij door dit feit niet getroffen wordt; mij echter raakt het zozeer, dat ik al deze boeken graag wil kopen, als ze tenminste om die reden niet al te hoog in prijs voor mij gewaardeerd worden en ofschoon er geen bij is, waarvan ik geen beter exemplaar heb. Want Proclus, de Griekse tekstuitlegger, ontbreekt aan de Plato (3), is aan ons exemplaar toegevoegd en heeft zo'n omvang, dat hij de rest van de Plato niet weinig overtreft. Erasmus heeft enige Adagia op de rand van dat exemplaar geschreven, verder de heer Laski, beide zoals je weet voor mij begerenswaardig, maar de hand van een derde, mij onbekende, komt daar bij in het hoofdstuk over Timaeus en elders meen ik, die het boek als het ware verschrikkelijk bevlekt, terwijl verder het gebruik zelf het boek nogal heeft aangetast.
Er is een boek bij met de Aantekeningen van Budé op de Pandecten (4), echter zo vol fouten, dat ik het nog niet voor vier stuivers zou willen kopen, als het niet van Erasmus geweest was. Er is een Hesychius (5) bij, een boek dat zo erg is versleten, dat het hier misschien desalniettemin een koper vindt, als het zeer goedkoop geprijsd wordt, want ik weet dat uitgaven in een niet minder fraai lettertype en ook meer van fouten bevrijd voor een geringe prijs gekocht kunnen worden en toch vindt nauwelijks één exemplaar in drie jaar een koper, zoals Franciscus zegt. Van dezelfde omvang ongeveer is er als het ware een mengelmoes bij van werken van Xenofon in het Grieks, van Herodianus[41], Georgius Gemistus[42] en een vertolker van Thucydides (6). Verder boeken van Galenus, alleen 'Over de geneeswijze' en Aan Glaucus' (7), los van dat hele Aldijnse werk - en ook niet daarbij horend, want dat zijn de werken geheel compleet, op één deel na waarvan de vier eerste bladzijden ontbreken met de inhoudstabel, het titelblad, de brief (van drukker Andreas Asulanus[43] aan paus Clemens II), het drukprivilege en dergelijke, zodat dat deel zijn schoonheid verloren heeft; van het werk van Galenus zelf ontbreekt echter niets - uitgegeven in het jaar 1500 in een zeer bedorven teksteditie. Ook deze twee zijn van Erasmus geweest. Al deze boeken zal ik volgens jouw waardebepaling graag kopen, gesteld dat je een billijke prijs vaststelt, zodat ik de kwaliteit van elk boek betaal, niet de naam van Erasmus voor een zeer onrechtvaardige prijs. Hetzelfde zal ik doen met de Galenus, tenzij ik iemand kan vinden die hem voor meer wil kopen dan ik er voor wil geven, wat met de boeken die ik verder heb genoemd, denk ik, niet zal gebeuren; bij de Galenus verwacht ik van Alberda iets, en daarom moet je me de prijs daarvan direct morgenvroeg schriftelijk meedelen.
Wat de overige boeken betreft, hoopt Michael dat de Calepinus[44] (8) om en nabij de waarde te Emden is te verkopen, zo ook het Griekse, drietalige woordenboek (9) voor een billijke prijs, het Nieuwe Testament (10) voor krap acht stuivers. Omdat de boeken over de Pandecten (11) geen glossen hebben, niet authentiek zijn en de Instituten missen[45] en op deze wijze zijn ingebonden, zal wel niemand ze een blik waardig keuren. Hetzelfde zou ik zeggen van de Basilius (12), omdat hij naderhand in Bazel is verschenen en bovendien veel mooier en omdat die uitgave meer werken van deze auteur bevat.[46] Die paar[47] redevoeringen van Nazianzenus (13) zullen nauwelijks een snaphaan (= 6 stuivers) opleveren. Behalve de genoemde werken heb ik geen andere boeken ontvangen.
Van wat ik vanwege ontzettende haast nogal verward heb geschreven, is dit de samenvatting: laat de heer Mortaigne de prijs bepalen van elk boek apart of van alle tezamen of tenminste van de Aldijnse uitgave van de werken van Galenus. Wat het laatste werk betreft, als hij de prijsopgave tenminste doet, zal het nodig zijn tegelijk toe te voegen, vooropgesteld dat hij het goed vindt, dat de boeken behalve de werken van Galenus, die eveneens de naam van Erasmus bevatten, bij mij blijven op zodanige voorwaarde - want ik wil ze liever allemaal kopen, inclusief de werken van Galenus, maar zonder de boeken van de Pandecten, dan dat ik die boeken niet verkrijg, die Erasmus bovendien in zijn bezit heeft gehad, tenzij de heer Mortaigne deze boeken geheel en al voor meer van de hand kan doen dan ze werkelijk waard zijn: geloof me, niets is in deze nuttiger voor de goede verkoop dan dat ze zo verkocht worden dat wij vernemen hoeveel hij elk boek afzonderlijk waard acht; want zo zal het, meen ik, gebeuren, dat Alberda die Galenus koopt en dat met de overige boeken geschiedt zoals ik gezegd heb - dat als jij het met mij eens bent geworden over de geschatte prijs van elk, de boeken bij mij worden achtergelaten, zo niet, dat ze op mijn kosten aan hem worden teruggezonden. Dat vervolgens de overige boeken voor het bedrag ongeveer verkocht worden, dat Michael daar hoopt te kunnen realiseren en dat ik hierboven genoemd heb. De Commentaren op Hermogenes (14) heb ik nog niet betaald: jouw prijsbepaling zal ik niet zo snel gehoord hebben als ik het geld zal geven. Tot zover over boeken; wat je over mijn en Mortaigne's belang gelezen hebt, gaat jou aan en een ander volstrekt niets.
Wat de boeken betreft, zorg dat er zo spoedig mogelijk teruggeschreven wordt. De dag vóór de feestdag van de Heilige Bartholomeus (24 augustus) [1554].
Zorg ervoor, vraag ik je, dat als de heer Mortaigne zijn boeken hier goed wil verkopen, hij de prijs van de werken van Galenus meedeelt. Voorwaar, ik zou deze niet hoog in prijs schatten, als ik niet door de zaak van Erasmus geroerd werd; ik wil toch veel liever dat Alberda de Galenus koopt dan ik zelf. Want hoe duur ik het boek maak, zo duur wil ik het ook kopen, zo niet gedwongen omwille van de overige, die eveneens van Erasmus zijn geweest. Die zijn afzonderlijk van dien aard, dat wij het onder ons, naar ik meen, gemakkelijk over de prijs eens zullen worden: want hoe duur elk van de boeken ook blijkt te zijn, voor die prijs wil ik het toch kopen, omdat hier verder nauwelijks iemand dat zal doen.

Overzicht van de Erasmiana c.q. boektitels volgens de eerste vermelding in dit artikel en in de brief van Praedinius
verzendlijst
nr.
nr. in brief Praediniustiteljaartal blz., nr. in deel I van Renouards bibliografie, indien Aldus-druk
203Dioscorides149949,4
123Lucianus150393,1
208Plutarchus' Moralia1509130,1
267Plutarchus' Vitae1519206,10
137(1)Galenus1525239,3
-Paulus Aegineta1528251,5
-Themistius1534256,3/256,4
201?Hermolaus Barbarus1516Venetië: fratres Gregorii
116Aristophanes149838,3
114/115Homerus1488Florence; Nerlius
139?(2)Instituten (Grieks)1534?in 4°; Bazel: Froben
218(3)Plato1513148,7
288(4)Budaeus' Annot. in Pandectas1508?of 1514 of 1521? Parijs: Badius Ascensius
297(5)Hesychius1514156,4
273(6)Xenofon/Herodianus/Georgius150396,5 (vgl. 1525:237,1)
138(7)Galenus, De methode curandi1500Venetië: sumpt. Nic. Blasti
194?(8)Calepinus [Diction./Lexic.]1510?Straatsburg - of 1531?: Hagenau; of andere ed.
186?(9)Lexic. graec. triglott.1497?30,7 (of 1524?: 235,3)
360?(10)NovumTestamentum1518?192,1 (Oude + Nieuwe Testament)
147?(11)Pandecten (z. gloss., z. Inst.)1527?Parijs: Cl. Chevellonius
320?(12)Basilius [in: Epist. graec.]1499in 4°: 42,1
189(13)Gregorius Nazianzenus1516in 8°: 179,4
128(14)Hermogenes [in: Rhet. graeci]1508/09 127,4

De zogenaamde verzendlijst van de bibliotheek van Erasmus is door E. van Gulik, de op 8 oktober 1998 overleden oud-bibliothecaris van de gemeente-bibliotheek Rotterdam, bibliografisch aangevuld: de kopij heeft hij nagelaten aan de University of Toronto Press. Tot het verschijnen van deze uitgave kan men mijn Auteurs in de bibliotheek van Erasmus: de zogenaamde verzendlijst op persoonsnamen gerangschikt, Leeuwarden 1997, raadplegen.
Hoeveel boeken uit de bibliotheek van Erasmus door Praedinius daadwerkelijk verworven zijn, is niet bekend. Een eigendomsmerk (met datering) van zijn hand komt alleen voor in de Plato (1554), de Aulus Gellius (1555) en Galenus' Therapeutica (1559). Met grote schroom heeft Praedinius zijn naam onder het 'Sum Erasmi' geschreven: in hoeveel gevallen heeft hij dat uit ontzag niet gedaan? Dat hij in zijn haastige brief de Aulus Gellius niet noemt, bewijst dat er toen of later meer Erasmiana aangeboden werden.

Bewaard gebleven Erasmiana volgens de nummering van de zogenaamde verzendlijst.

◊ 118 Lucianus Latine versus ab Erasmo - Parijs, Jodocus Badius, 1514, in 4° - UB Bazel
Remigius Fäsch 1634
◊ 123 Lucianus graece ex offici. Aldi - Venetië, Aldus Manutius, 1503, in 2° - PBF Leeuwarden
Menelaus Winsemius - Andreas Roorda, † 1626 - UB Franeker catalogus 1644
◊ 137 Galeni 1-5 - Venetië, Aldus Manutius en Andreas Asulanus, 1525, in 2° - PBF Leeuwarden Menelaus Winsemius (hs. aant.) - UB Franeker catalogus 1626, 1635; 1644: cum notis manu Erasmi
◊ 138 Galènou Thèrapeutikès - Venetië, Zacharias Kallierges, 1500, in 2° - UB Leiden
Regnerus Praedinius 1554 - Johannes Arcerius Theodoretus 1563 176 Reuchlinus de verbo mirifico cum Cabbalistica - Tübingen,Thomas Anshelmus, 1517, in 2° - Johannes a Lasco Bibliothek Emden
Geschenk van de auteur aan Erasmus - 1539 door Johannes a Lasco geschonken aan Albertus Hardenberg, † 1574, wiens bibliotheek in de Grosse Kirche te Emden terechtkwam ◊ 203 Dioscorides & Nicander graece - Venetië, Aldus Manutius, 1499, in 2° - PBF Leeuwarden
Menelaus Winsemius - UB Franeker catalogus 1626, 1635; 1644: cum notis manu Erasmi
◊ 208 Plutarchi opuscu. 92 grae. Aldi - Venetië, Aldus Manutius en Andreas Asulanus, 1509, in 2° - PBF Leeuwarden
UB Franeker catalogus 1644: cum manu Erasmi
◊ 209 Plotini Opera latine - Florence, Antonius Miscomius, 1492, in 2° - Museum Meermanno-Westreenianum, Den Haag
Veiling La Vallière, Parijs 1783[48] - Veiling bij Victor Tilliard, Parijs 1840; voor FF 30 gekocht door Willem baron van Westreenen
◊ 214 Zooa / Phyta / Organa / Problèmata / Physika / Meteoo. / Èthika / Politika: Aristote. graece. - Venetië, Aldus Manutius, 1495-1498, in 2° - Wells Cathedral
William Turner, deken Wells, ca. 1550, die het boek schonk aan de kerk
◊ 218 Platonis opera graece, Aldi - Venetië, Aldus Manutius en Andreas Asulanus, 1513, in 2° - Koninklijke Bibliotheek Den Haag
Gerard Mortaigne - Regnerus Praedinius, 1554 - Johannes Arcerius - KB, na 1800
◊ 239 Athenaeus graece Aldi - Venetië, Aldus Manutius en Andreas Asulanus, 1514, in 2° - Bodleian Library Oxford
Daniel Heinsius - D. Weimarin, kanselier van Kleef, 1660 - Petrus Francius, ca. 1700 - Johannes Brandt, remonstrants predikant Amsterdam, ca. 1715 - Johannes Rendorp, Amsterdam, ca. 1800, wiens bibliotheek in 1825 geveild werd te Londen - Richard Heber - C. Lloyd, ca. 1900
◊ 267 Plutarchi Vitae graece, Aid. - Venetië, Andreas Asulanus, 1519, in 2° - PBF Leeuwarden
UB Franeker catalogus 1644: cum manu Erasmi
◊ 272 Herodotus & Pausanias grae., Aldi - Venetië, Aldus Manutius (en Andreas Asulanus), 1502 resp. 1516, in 2° - British Library Londen
Daniel Heinsius - Johannes Cock - Johannes Brandt - 1888 Brit. Libr.
◊ 277 Etymologicon Graecum - Venetië, Zacharias Kallierges voor Nicolaus Blastus, 1499, in 2° - Biblioteka Jagiellonska Krakau
Geschenk van Stanislaus Grzepsius (Grzepski), 1570
◊ 280 Reuchlini Rudimenta Hebraica - Pforzheim, Thomas Anshelmus, 1506, in 2° - Johannes a Lasco Bibliothek Emden
Geschonken te Mainz in 1537 door Johannes a Lasco aan Albertus Hardenberg, † 1574, wiens bibliotheek in de Grosse Kirche te Emden terechtkwam
◊ 281 Auli Gelli Noctes - Venetië, Johannes Tacuinus, 1509, in 2° - Gemeente-bibliotheek Rotterdam
Gerard Mortaigne - Regnerus Praedinius, 1555 - veiling J. Gockinga, 1773, koper: Chr. Saxe[49] - veiling D.J. van Lennep, 1855
◊ 324 Res Rusti. Columeliae, Varronis, Catonis etc. cum commen. Beroaldi - Venetië, Aldus Manutius en Andreas Asulanus, 1514, in 4° - University Library Liverpool
Geschenk van alumnus Hogo Bellonius aan Erasmus, Leuven 1 januari 1521 - Bibliothecae Cenamensis[50], ca. 1750 - Worcester College Oxford, 190X
◊ 332 Apologiae Erasmi - Basel, Johannes Froben, 1522, in 2° - University Library Cambridge
(dezelfde titel op de zogenaamde Versandliste onder nummer 383)
Cornelius Nicolai, † 1698 - John Moore, bisschop van Ely, † 1724 - koning George I, die het aan de UB Cambridge schonk[51]
◊ 389 Jo. Genesii Antapologia in Eras. - Rome, Antonius Bladus, 1532, in 4° - Johannes a Lasco Bibliothek Emden [52]
Geschenk van Ambrosius Gumppenberg aan Erasmus - Ubbius Fynssheim [53]

In de Herzog August Bibliothek te Wolfenbüttel wordt een handschrift uit de bibliotheek van Erasmus bewaard dat naar zijn laatste particuliere bezitter Codex Arcerianus wordt genoemd. Het handschrift uit de 6de/7de eeuw was eigendom van het klooster Bobbio; een custos van de Bibliotheca Vaticana bracht het in 1493 naar Rome; daar kwam het door koop of schenking in handen van Erasmus. Johannes Arcerius schreef in de Codex Agrimensorum, zoals deze eigenlijk heette, in 1566 zijn naam onder die van Regnerus Praedinius; eerder was het handschrift in het bezit geweest van Mortaigne en Laski. Petrus Scriverius in Leiden heeft het handschrift van Johannes Arcerius te leen gekregen. Tevergeefs heeft erfgenaam Sixtus Arcerius geprobeerd het handschrift terug te krijgen. Sixtus overleed op 1 augustus 1623 zonder de codex ooit gezien te hebben.[54]
Op een veiling (20 november 1990) bij Sotheby's te Londen werd een bijzonder exemplaar aangeboden van de in 1523 door Froben gedrukte uitgave van de Adagia van Erasmus: het bleek naast de tekst meer dan 2500 regels aantekeningen te bevatten van de hand van Erasmus en zijn favoriete leerling Nicolaas Cannius. Het bestaan van dit exemplaar, mogelijk nummer 257 van de verzendlijst, was tot dan toe niet bekend. Een bod van één miljoen gulden, uitgebracht door de UB Amsterdam met steun van de Bibliotheca Philosophica Hermetica en het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, werd overtroffen door de 1,6 miljoen gulden waarvoor het boek opnieuw in handen kwam van een onbekende Europese verzamelaar.

Fritz Husner, die de 'Versandliste' in 1936 voor het eerst heeft uitgegeven en becommentarieerd[55], noemt behalve de toen achterhaalde boeken van de verzendlijst er nog zes uit het voormalig bezit van Erasmus, die merendeels niet op de lijst genoteerd staan.
• Plinius, Nat. Hist. - Venetië, de Zannis, 1486 - UB Bazel Amerbach - Rem. Fäsch (1595-1667), Bazels verzamelaar
• Biblia Vulgata - Bazel, Froben, 1491 - UB Bazel Rem. Fäsch
• Hieronymus, Opera exegetica in Vetus et Novum Testamentum - Venetië, Joan. et Greg. de Gregoriis, 1497 - UB München Geschonken of uitgeleend door Erasmus aan Henricus Glareanus - ca. 1560 is de bibliotheek van Glareanus gekocht door Johann Egolph von Knöringen - 1573 UB Ingolstadt
• Herodotus - Venetië, Aldus Manutius, 1502 - Columbia University Library
Geschonken door Erasmus, in 1518 (brief d.d. 29 april), aan Antonius Clava - legaat 31 maart 1529 van laatstgenoemde aan Levinus Ammonius. In 1923 door Smith (blz. 195/196) gezien bij George Arthur Plimpton, New York, die het boek gekocht had (uit de boedel) van J.E. Hodgkin; bevat 'Sum Erasmi' [niet 'Erasmi sum'] en door een andere hand 'Amicus orbi perenne', d.i. Voor eeuwig een vriend van de wereld. Door Plimpton (1855-1936) vermaakt aan Columb. Univ. Libr. Deze uitgever en verzamelaar was mede-oprichter van de "Friends of the Columbia Libraries".
• Lucianus, Dialogi - Parijs, Badius Ascensius, 1514 (nr. 118 van de verzendlijst?) - UB Bazel
Froben - 1634 Rem. Fäsch
305 Diogenes Laertius - Bazel, Cratander, 1524 - Krakau?
Geschenk van Gerardus Assendelft, Jodocus Sasbout en Abel de Colstor aan Erasmus - februari 1548 door Laski geschonken aan ? - 1935 bij Antiquariat Gebethner & Wolff te Krakau gekocht door prof. dr. A. Rosenblatt aldaar
Niet door Husner, maar door Preserved Smith (1880-1941) vermeld:
• Gregorius Nazianzenus, Carmina - Venetië, Aldus Manutius, 1504 - P.M. Barnard (1868-1941), antiquaar in Tunbridge Wells, Kent
Geschenk van Erasmus aan Martinus Lipsius, die aan 'Sum Erasmi, nec muto dominum' toevoegde [vertaald] "Ik was van Erasmus en ben van eigenaar verwisseld", waarop Erasmus met een toespeling op zijn eigen spreekwoord toevoegde [vertaald] "Nee, ik verwisselde niet van eigenaar, want een vriend is een ander zelf"; Smith blz. 196 - Lipsius (Martinus), te Brussel geboren, oom van vaders zijde van Justus Lipsius, regulier kanunnik van St. Augustinus bij de St. Maartenskerk te Leuven, was bestuurder van een nonnenklooster bij Huy, en stierf aldaar in April 1555. Iacobus Cortebachius leende het boek enige tijd van Lipsius; vgl. Erasmus von Rotterdam und Martinus Lipsius, 102/103.

Behalve de bovenstaande teruggevonden exemplaren zijn tot nu toe alleen in 17de-eeuwse 'Friese' veilingcatalogi getraceerd:
114 Ilias Homeri graece - Florence, Bernardus en Nerius Nerlius, 1488/89 - Horatius Knyff 1679
115 Odysseia Homeri graece - Florence, Bernardus en Nerius Nerlius, 1488/ 89 - Horatius Knyff 1679
116 Aristophan. Comoediae 9 cum comme, graece - Venetië, Aldus Manutius, 1498, in 2° - Johannes Bogerman 1638
297 Hesychii dictiona. grae. - Venetië, Aldus Manutius, 1514, in 2° - Johannes Lydius 1643

De Griekse klassieken, meest uit de drukkerij van Aldus Manutius, zijn veruit in de meerderheid[56] onder de bewaard gebleven Erasmiana. Aldijnen waren gewild, zeker met handschriftelijke aantekeningen van Nederlands beroemdste humanist. Erasmus werd onder filologen i.t.t. tot theologen bijna unaniem bewonderd. Het theologische werk van Erasmus was tijdens zijn leven al omstreden door de positie die het innam; voor katholieken en protestanten was het bezit van boeken met randaantekeningen van Erasmus' hand op dat terrein 'verdacht'.
Binnen het protestantisme zagen de strenge calvinisten Erasmus-gezinden voor remonstranten aan. De Franeker Hebraïsten Drusius en Amama hebben daar last van gehad. Zelfs de rechtzinnige theoloog Martinus Lydius, collega van professor Lubbertus, durfde een in zijn Amsterdamse tijd geschreven Apologia pro Erasmo niet in druk uit te geven, evenmin zijn zoon Johannes: pas in 1706 werd de Apologie gedrukt, in het 10e deel van de Leidse uitgave van de werken van Erasmus. Toch bezat de strenge Sibrandus Lubbertus de verzamelde werken en brieven van Erasmus blijkens de veilingcatalogus van zijn bibliotheek uit 1625. In het algemeen kan men zeggen: op stille bewonderaars van Erasmus was niets tegen. Als het gaat om ongunstige factoren voor het behoud van boeken, denkt men in het geval van de katholieke kerk natuurlijk aan op de Index geplaatste werken en aan gecensureerde exemplaren; Erasmus' naam stond ook tijdens de contra-reformatie niet in hoog aanzien.
Omdat Erasmus zijn boeken las met de pen in de hand, om aantekeningen naast de tekst te maken - dat was zijn opvatting van bibliofilie -, waren die exemplaren voor Erasmianen begerenswaardig. Anderen die van schone exemplaren hielden - bibliofielen in moderne zin - hadden er geen belangstelling voor; ook daardoor kunnen boeken uit de bibliotheek van Erasmus verloren zijn gegaan.
Men kan zich afvragen of de zogenaamde verzendlijst in de tijd van Laski en ook daarna nog als inventaris van de bibliotheek van Erasmus gediend heeft. Alleen al zo'n lijst had voor Erasmianen waarde; zeker als men een of meerdere van de boeken begeerde. Kopieën zijn echter niet bewaard gebleven. Het origineel berust in de universiteitsbibliotheek te Bazel.
Johannes Arcerius Theodoretus, die behalve als in de Griekse letteren doorkneed ook als een bij uitstek geleerd theoloog bekend stond, heeft wellicht meer dan alleen Griekse klassieken uit de bibliotheek van Erasmus in zijn bezit gehad. Toen hij in 1568/69 rector was van de triviale school te Franeker is zijn bibliotheek op last van bisschop Cunerus Petri onderzocht en zijn daaruit vele theologische boeken verbrand. Mogelijk zijn daarbij ook boeken uit de bibliotheek van Erasmus verloren gegaan. Evenals zijn leermeester Praedinius schreef Arcerius slechts in drie van de bewaard gebleven Erasmiana zijn naam, en wel in de Plato, in Galenus' Therapeutica en in de Codex Agrimensorum.
De Erasmiana die Johannes Arcerius Theodoretus bezat, zijn door zijn zoon Sixtus Arcerius - zijn opvolger als hoogleraar Grieks, tevens arts -geërfd, maar wellicht ook voor een deel in Franeker gekocht door collegae-professoren, met name Menelaus Winsemius - hoogleraar medicijnen en Grieks-kenner. In het algemeen namen hoogleraren indien mogelijk graag de bibliotheek van hun voorganger over, net zoals een leermeester zijn boekenverzameling het liefst in z'n geheel in handen zag komen van zijn favoriete leerling; een zoon die in de voetsporen van zijn vader trad, ging natuurlijk voor. Winsemius' opvolger Johannes Antonides van der Linden paste zeker in een dergelijk profiel. Als bibliograaf zou hij (mede) de samensteller geweest kunnen zijn van de catalogus 1644 van de Franeker academiebibliotheek en voor de toevoeging cum (notis) manu Erasmi verantwoordelijk, omdat hij de boeken uit het bezit van Erasmus gezien had bij zijn leermeester of zelfs van hem had overgenomen, voordat ze van Winsemius[57] of hemzelf aan de universiteitsbibliotheek waren gekomen. Van der Lindens overstap in 1651 naar de universiteit van Leiden zou de verspreiding van enkele Erasmiana in Holland kunnen verklaren, hoewel ook boekveilingen van boekenbezit uit het Noorden veelal in het Westen werden gehouden vanwege het grotere publiek.[58]
De boeken van Erasmus hebben veel omzwervingen gemaakt. Daar waar ik mijn bibliotheek heb, heb ik mijn thuis, zo schreef Erasmus op 5 april 1518 uit Leuven aan Marcus Laurinus. Johannes a Lasco nam de bibliotheek uit Polen mee naar Emden en Engeland. De meeste boeken zijn verloren gegaan of vernietigd. Slechts een twintigtal hebben voor zover bekend hun eindbestemming bereikt in een institutionele bibliotheek.

Noten

1 Engels, Catalogus van incunabelen; idem, 'Erasmiana in de Franeker academiebibliotheek'; idem, 'Erasmiana in the old university library of Franeker'. Boeken uit de drukkerij van Aldus Manutius in Venetië worden Aldinen of Aldijnen genoemd. 2 Engels, Erasmus' handexemplaren. 3 Thomas More die de voorliefde van zijn vriend Erasmus voor het Grieks deelde, noemde Hesychius en Dioscorides als favoriet bij de graecofiele Utopiërs wat woordenboeken betrof Ze hielden op Utopia vooral van Plutarchus en Lucianus. Vgl. Trapp, Erasmus, 63. 4 Lit.: H.P. Jürgens, Johannes a Lasco. Gebruikmakend van mijn publicatie Erasmus' handexemplaren zijn de bewaard gebleven Erasmiana in hoofdstuk 2 nog eens beschreven. Spijtig is dat afbeeldingen te klein of met te weinig contrast zijn afgedrukt, hoewel het kloeke formaat van het boek en het kunstdrukpapier dat zeker hadden mogelijk gemaakt, ook gezien de in samenwerking met een professionele fotograaf door de Provinciale Bibliotheek geleverde kleurendia's van de Leeuwarder Erasmiana: de liefhebber wil de handschriftelijke aantekeningen van Erasmus goed kunnen lezen. De tentoonstellingscatalogus vermeldt bij herhaling als eigendomsmerk ten onrechte Erasmi sum i.p.v, Sum Erasmi. 5 In 1994 heb ik hiervan al melding gemaakt in Erasmus' handexemplaren. 6 Het exemplaar in de PBF, d.w.z. in de aldaar gehuisveste Buma-bibliotheek voor klassieke taal- en letterkunde, heeft de volgende herkomst: Bonaventura Vulcanius, [Daniel] Sinapius [= Mostaert], G.C. Beireis, J.HA. Alburg, O. Bachmann. De incunabel is onderdeel van de Aristophanescollectie die Dr. O. Bachmann uit Frankfurt a.d. Oder aan de Buma-bibliotheek heeft geschonken. Vgl. Engels, Catalogus van incunabelen, 39. 7 Dutch book sales catalogues / Book sales catalogues of the Dutch Republic, 1599-1800. Ed. B. van Selm and J.A. Gruys. Leiden, IDC, 1990-.. Veiling Bogerman: IDC fiche 2703. 8 Over kijkdagen die aan de veiling vooraf konden gaan, worden in de catalogi uit het begin van de zeventiende eeuw geen mededelingen gedaan. Misschien waren ze bij alle voorkomende veilingen zo gebruikelijk, dat het overbodig was er nog eens in de catalogus de aandacht op te vestigen. Potentiële kopers zal men zeker gelegenheid hebben gegeven om boeken vóór de veiling te zien; Van Selm, Een menighte, 82. In de catalogus van een anonieme collectie, die geveild werd op 22 augustus 1673 door Hendrik en Dirk Boom (exemplaar: Parijs, Bibl. Nat., Q 2189), staat: 'De Boecken sullen een dagh voor de Verkooping gesien kunnen worden'; ibidem, 125, noot 21. 9 Bij deze dank ik prof.dr. Ph.H. Breuker (Fryske Akademy) voor de inzage van deze aantekeningen, die door Prof. Gerbenzon aan hem zijn overgedragen. 10 Korte levensbeschrijving in Sickenga, Hof, 215. De titel van de veilingcatalogus verderop in mijn tekst. Vgl. ook de inventaris in het Gemeente-archief van Leeuwarden: rechterlijke instellingen y57, f. 148 e.v. 11 Inc. PB 16 / 683 TL. Vgl. Engels, Catalogus van incunabelen, 23-24, 12 Van trompe l'oeil spreekt men als zó bedrieglijk natuurgetrouw geschilderd is, dat de afbeelding echt lijkt; i.h.b. noemt men aldus het driedimensionale effect in miniaturen, zowel in handschriften als in vroege drukken, dat ontstaat door weergave van schaduw: bloemen bijvoorbeeld lijken óp het perkament of het papier te liggen. 13 Parijs, Bibliothèque Nationale de France, signatuur Q 373; IDC fiche 2916. 14 Onder de E treft men aan in folio op blz. 26 als nr. 5: Erasmi Adagio,, Francof. 1656 [sumptibus Joh. Wilh. Ammonii, apud Nic. Schumannum]; 6: Ejusdem, Melanchtonis, Mori & L. Vivis Epistoiae, Lond. 1642 [M. Flescher & R. Young]; in octavo op blz. 28 als nr. 44: Erasmi Encomium Moriae, Basil. 1551 [Hier. Frobenius et Nic. Episcopius]; 50: Erasmus de pronuntiatione sermonis Graeci & Latini, ejusdemque Dialogus Ciceronianus [editie uit de periode 1528-1558]; 51: Idem [Declarationes] ad Censuras Parisienses [Lutetiae vulgatas sub nomine facultatis theologiae Parisiensis], Antver. 1532 [Mart. Caesar/ de Keizer]; 61: Erasmus de Verborum copia, Brug. 1565 [Hub. Goltzius]; 62: Ejusd. Paraphrasis in Elegantias Valiae (editie 1529 of later]; in duodecimo et minori forma op blz. 29 als nr. 65: Erasmi Maria, Leid. 1617 [Jac. Marcus); 66: Erasmus de pronuntiatione Latini Graecique sermonis, Leid. [lo. Maire, 1643]. De aanvullingen stammen uit Vander Haeghen, BibliothecaErasmiana. 15 Engels, Bibliografische aanvullingen. 16 Aldaar onder signatuur Q 2300. IDC fiche 3124. Vgl. noot 7 (IDC: Inter Documentation Company). Oude stijl 27 september = 7 oktober nieuwe stijl.17 Bc Kapsel 7:14. 18 Onder de libri theologi treft men aan in folio op blz. 2 als nr. 39: Erasmi Roterodami Annotat. in N. Test. Basil. 1541; 40: (...) Opera apologetica. Ibidem 1540; in octavo op blz. 8 als nr. 41: Erasmi Roterod. Enchirid. Milit. Christ. It. [Explanatio symboli apostolorum sive] Catechismus]. Basil. 1551; 42: (...) Paraphrasis in N. Testamentum 3 vol. Ibid. 1548; onder de Historici, Politici & Literatoren rarissimi in folio op blz. 32 als nr. 49: Erasmi Roterodami aliorumque Adagio. Ffurti 1629 [typis Wechelianis sumptibus Cl. Schleichii & Petri de Zetter]; 50: Ejusdem ut & Philippi Melanchtonis, Th. Mori, Ludov. Vivis Epistoiae. Londini 1642; in octavo op blz. 49 als nr. 66: Erasmi Roterod. Encomium Moriae. Item Bruni Ritus gentium. 19 Slechts enkele procenten van de titels in de veilingcatalogi van de bibliotheken van Saeckma jr. en Knyff sr. komen overeen. De kostbare bibliotheek van Knyffs kleinzoon Horatius Hiddema van Knijff (1703-1770) ging verloren toen het buiten Lautastate te Wier van de familie Knyff of Knijff tijdens het pachtersoproer in 1748 in brand werd gestoken; onbekend is of en zo ja, hoeveel boeken er afkomstig waren van de boekerij van grootvader Horatius Knyff. 20 Vgl. Appendix XX: Books ordered by Erasmus, in: Opus epistolarum, torn. VII (1928) [547]. 21 Vgl. Engels, Erasmus' handexemplaren, 34vv. 22 losephi Scaligeri Epistoiae omnes quae reperiri potuerunt, nunc primum collectae ac editae. Lugduni Batavorum, ex officina Bonaventurae & Abrahami Elzevir. Academ. typograph., 1627: Epistola CCLXXXIX, blz. 589-590; vgl. ook mijn kleine publicatie: De bibliotheek van Arcerius. 23 Florentiae ex bibliotheca Medicaea cudebat Laurentius Torrentinus 1550 c.q. Lutetiae apud Rob. Stephanum 1551. In de Franeker academiebibliotheek bevond zich een convoluut met voorin de Justinus en achterin de Clemens Alexandrinus, nu in de PBF onder signatuur 643 Gdg fol. Dit exemplaar bevat handschriftelijke aantekeningen van Petreius Tiara; het stond volgens de oude catalogi van 1626 en 1635 in de academiebibliotheek in pluteus 4 van de linker rij en wel op facies 2, d.w.z. niet op de plank boven, maar op die onder de lessenaar. 24 Onder de Libri theologie! in folio op blz. 2 als nr. 21. 25 Vgl. Jensma, Uit het huis van Arcerius. 26 Johannes Lydius, predikant te Oudewater sedert 1602, was in 1577 geboren te Frankfort aan de Main; zijn broer Balthasar, geboren 1576 te Umstadt bij Darmstadt, is 1629 overleden als predikant van Dordrecht; NNBW VIII, 1087 resp. 1085. 27 IDC-fiche no. 1683, van het exemplaar Parijs, Bibl. Nationale, Q 362. 28 Als nr. 31 van de Miscellanei philosophorum, oratorum, poëtarum, litteratorum in folio. 29 Hesychius wordt voor het eerst in de Adagia-uitgave van 1517/18 genoemd. Letterlijke citaten vindt men in de edities van 1520 en later. Aan adagium 1876 Nudo mandas excubias heeft Erasmus in 1520 toegevoegd Hesychius ... in aeditione Aldina. Vgl. Opera omnia II-1, 57 noot 207 resp. 11-4, 260. 30 Onder signatuur 815 TL fol wel de uitgave Hagenau, Thomas Anshelm, 1521, met de eigendomsmerken van Joannes Fungeri en Haringius Wijaerda; volgens oude catalogi in 1644 en ook al in 1635 in de collectie van de Franeker academie, maar nog niet in 1626 aanwezig; - onder signatuur Buma 829 eenzelfde, niet geannoteerd exemplaar; - onder signatuur 816 TL kluis een intensief geannoteerde druk zonder impressum. Op de titelpagina staat o.a. de handschriftelijke aantekening: Sum Con. L'Empereur / Hae notae sunt H. Stephani; dit exemplaar komt in de Franeker catalogus van 1644 nog niet voor, wel in de daarop volgende van 1656, op blz. 172, Pluteo XXIX Facie II. De Leidse hoogleraar theologie en Hebreeuws L'Empereur was in 1648 overleden; zijn bibliotheek werd op 26 oktober en de volgende dagen van 1648 te Leiden geveild in de boekwinkel van Gualtherus de Haes; de 36 bladzijden tellende catalogus in quartoformaat vindt met op IDC-fiche 2926. Als nr. 10 van de Literatores & Miscellanei in Folio wordt in de veilingcatalogus genoemd: Hesychius Graece apud Aldum i.t.t. de andere titels zonder vermelding van het jaar van uitgave; dit is dus thans het PB-exemplaar 816 TL kluis, dat wel het voorwoord van Aldus Manutius bevat, maar gedrukt is door Thomas Anshelm in 1521 te Hagenau. De Griekse titel heeft de opmerkelijke spelling van een epsilon tussen de eta en de sigma van de naam Hesychius; vgl. Adams, Catalogue, nr. H 508; Catalogue général LXXI, 802. De uitgave van een Thesaurus linguae Graecae kostte Henricus Stephanus, d.i. Henri II Estienne (1528-1598), zoon van Robert, veel geld; hij vond echter weinig aftrek, hoewel de wetenschappelijke kwaliteit hoog was. 31 De titel van de veilingcatalogus is eerder in de tekst genoemd; de Hesychius is gecatalogiseerd bij de Historici, Politici & Literatores in folio op blz. 33 onder nr. 80. 32 Theologi in quarto 112, Eusebii Chronicon cum notis ms. Ios. Scaligeri, 1512; nu kan aangevuld worden Smitskamp, The Scaliger collection, 103-110: Libri annotati Scaligerani, 105: - Miscellanei in folio 66, [Martinus Smetius], Inscriptiones Antiquae per Europam, cum Auctario Lipsii, Lugd. Bat. [off. Plant, apud Franc. Raphel.l 1588, cum Ios. Scaligeri annotat. ms.; niet in Smitskamp, want niet met een sterretje als door Scaliger geannoteerd exemplaar aangegeven in Catalogus librorum bibliothecae, 18; - Miscellanei in octavo 10, Varro de Lingua Latino, Romae 1557, cum emendationibus ms. Ios. Scal.; Smitskamp, The Scaliger collection, 110, echter 1554. 33 Vgl. Catalogus Gabbema en Brieven aan... Johannes Saeckma. Simon Abbes Gabbema, verzamelaar van historische bescheiden en geschiedschrijver van Friesland, was bevriend met Theodorus Saeckma. 34 Recente literatuur: Postma, Regnerus Praedinius. 35 Van de genoemde editie door Gabbema heb ik de cursiveringen niet overgenomen, de weergave van de naam Erasmus in kapitaal wel: beide komen trouwens niet voor in het afschrift van onbekende (niet Gabbema's) hand in de briefverzameling Gabbema. Enkele kleine transcriptiefouten zoals folium i.p.v. solum heb ik verbeterd. Het jaartal 1500 is in Gabbema's editie als MD weergegeven. 36 Gerhard tom Campe of Campius was een zoon van de slotbevelhebber te Emden, die de hervorming zeer was toegedaan. Gerhard, volgens a Lasco een juvenis et pius et doctus, was eerst koster en later ouderling te Emden. Geroemd om zijn ijver voor de hervorming, werd hij meerdere keren door de kerkenraad van Emden naar de kruisgemeenten van Groningen en elders gezonden; Diest Lorgion, Regnerus Praedinius, 85, noot 2. 37 Vgl. de brief die Erasmus aan vader Guilhelmus Friderici stuurde op 30 april 1521; Opus epistolarum, ra. 1200. 38 Biografische gegevens van Michael van Jülich heb ik niet gevonden. Hij moet in Groningen of Emden zijn thuis gehad hebben; wellicht was hij bode tussen beide steden. 39 Reynt Alberda was burgemeester van de stad Groningen; in 1567 vluchtte hij voor de Bloedraad; als balling is hij in 1589 te Leer gestorven; vgl. Ter Laan, Groninger encyclopedie I, 20. Hij en zijn vrouw Hille Ripperda kochten in 1602 een huis aan de westzijde van de Boteringestraat, dat eertijds door Regnerus Praedinius met diens vrouw Abele Bellingewier bewoond was; Diest Lorgion, Regnerus Praedinius, 105-106. 40 Institutiones iuris civilis in Graecam linguam per Theophilum Antecessorem olim trad.; nunc in lucem rest. et recogn. studio Viglii Zuichemii Phrysii. Basileae, in officina Frobeniana, 1534. 41 De Griekse historicus Herodianus beschreef de eigentijdse Romeinse geschiedenis vanaf de dood van Marcus Aurelius tot de ambtsaanvaarding van Gordianus III (180-238). 42 Georgios Gemistos Plethon van Constantinopel, ca. 1360-1452, die een bijnaam had aangenomen ter ere van Plato, was in de Peloponnesische stad Mistra de centrale figuur van een Griekse renaissance. Erasmus noemt hem in Adagium II vi 24 ofwel nr. 1524. Vgl. Contemporaries II, 85. 43 De schoonzoon en opvolger van Aldus Manutius. 44 Ambrosius Calepinus, d.i. de Italiaan Ambrogio Calepino (1436-1511), stelde een Latijns woordenboek samen dat uitgroeide tot een elftalig standaardwerk. 45 Quinquaginta librorum digestorum sive Pandectarum juris Caesarei tomus primus. 46 Basilius de Grote (ca. 330 - 379) van Caesarea en Gregorius van Nazianze (329/330 - ca. 390) waren bevriende Griekse kerkvaders die beiden uit Cappadocië stamden. Wellicht heeft Praedinius het met de incomplete Basilius over de Aldijnse verzameluitgave van Griekse briefschrijvers die begint met de brieven van Basilius. Op de verzendlijst komt Basilius tweemaal voor, en wel als gedrukt door de firma Froben. De Griekse folio-editie, in 1532 gedrukt door Hieronymus Froben en Nicolaus Episcopius, is nr. 189. Welke uitgave met "D. Basilij Magni Opera. Frob.", nr. 250 van de lijst, bedoeld wordt, daarop geeft misschien t.z.t. het verderop in de tekst genoemde werk van E. van Gulik antwoord. De editie van 1532 bevat niet alle werken van Basilius, wel de uitgave van 1551 (Grieks) door Froben en Episcopius, resp. die van 1540 (Latijn) uit de drukkerij van Hervagius te Bazel. De verzamelde werken verschenen in het Latijn eerder in Parijs (Ascensius, 1520) en Keulen (Cervicornus voor Hittorpius, 1523 en 1531); enkele werken (Opera quaedam) te Venetië (Sabio, 1535). 47 De bedoelde uitgave bevat alleen 16 redevoeringen van Gregorius van Nazianze. 48 Blijkens een potloodaantekening; vgl. Ter Horst, 'Nog enkele aantekeningen'. 49 Vgl. UDC-fiche no. 793: in het doorschoten exemplaar met namen en prijzen van kopers staat bij nr. 393 op blz. 39: Saxxe 1-2-. Christophorus Saxe (1714-1806) was van 1752 tot zijn dood hoogleraar in de oudheidkunde en fraaie letteren te Utrecht; NNBW VIII, 1281-1283. 50 Als Cenomanensis bedoeld is, gaat het om Le Mans. 51 Lit.: De Jonge, 'Aantekeningen'. 52 Nummer 397, Eras. responsio ad defensionem Petri Cursii - Bazel, Hieronymus Froben en Nicolaus Episcopius, 1535, in-4, is mogelijk het hierbij ingebonden exemplaar. 53 Een andere spelling voor Winsemius? Volgens Winsemius, De slachten Winsemius waren er relaties met Oostfriesland: Menelaus Winsemius heeft ongeveer een jaar lang (1613) een artsenpraktijk in Emden gehad; Andreas Winsemius had twee boerderijen bij Emden; de goudsmid Hendricus vestigde zich er ook. 54 In de deelcatalogus Libri appendiciarii bibliothecae Scriverianae (Amsterdam 1663) staat de Codex Arcerianus beschreven onder nr. 136 van de handschriften; de Herzögliche Bibliotheek te Wolfenbüttel heeft de codex toen gekocht. Een veilingcatalogus van de overige boeken van Scriverius is er trouwens niet. Een Demosthenes-codex die Arcerius senior aan Bonaventura Vulcanius had uitgeleend, heeft laatstgenoemde niet teruggegeven, maar geschonken aan de Leidse universiteitsbibliotheek! Vgl. Molhuysen, 'Zur Geschichte'. 55 Husner, 'Die Bibliothek'. 56 Twee werken van de hebraïst Reuchlin uit de bibliotheek van Erasmus, die door Johannes a Lasco aan Albertus Hardenberg werden geschonken, zijn na de dood van de laatste in 1574 met diens boekenverzameling in de bibliotheek van de Grosse Kirche, de Johannes a Lasco Bibliothek, te Emden beland. Onbekend is hoe het derde Erasmianum, een theologisch werk van de grote humanist zelf, aldaar is terechtgekomen. 57 Menelaus Winsemius overleed in 1639, twee jaar na zijn vrouw. Er waren geen kinderen. Zijn broer Pierius, "Frieslands historieschrijver", stierf ongehuwd op 2 november 1644. Omdat er geen erfgenamen waren, is het zeer waarschijnlijk dat hun boekerijen aan de universiteitsbibliotheek kwamen. 58 De bibliotheek van Johannes Antonides van der Linden is op 2 juni 1665 te Leiden geveild bij boekhandelaar Petrus Leffen in de Kloksteeg; vgl. IDC-fiche 3320. Geen van de titelbeschrijvingen is gekenmerkt "met aantekeningen van de hand van Erasmus". Van de Libri Medici in folio vallen op nr. 223 en 269: Aegineta Gr. Basil. 1528 [i.e. 1538] cum annot. Tjarae in marg. passim adscriptis resp. Hippocr. Opera graece, ex. edit. Aldi 1526, cum I. Ant. vander Linden Mss. in margine additis; onder de Libri miscellanei in folio wordt als nr. 159 genoemd Hesychii dictionarium, cum charta pura et multis J. Ant. vander Linden & aliorum Mss. additis, Han.[!J 1521 en als nr. 175 Themisti opera omnia gr., item Alex. Aphrod. de anima & fato. Venet. 1534; i.v.m. de laatstgenoemde titel, de zeer zeldzame Themistius-uitgave, vgl. Engels, Erasmus' handexemplaren, 51. De arts Petreius Tiara was de eerste hoogleraar Grieks te Franeker; na zijn dood in 1589 werd zijn bibliotheek grotendeels van de erfgenamen voor de academie aangekocht. Diens Aegineta is wellicht via de graecisten c.q. medici Arcerius (senior en junior) en Winsemius in handen gekomen van Johannes Antonides van der Linden. In de catalogus van de Franeker universiteitsbibliotheek uit 1644 wordt zonder vermelding van aantekeningen van Tiara op blz. 62 beschreven: Pauli Aeginetae Opera, graece. Basileae, apud Cratandrum, 1535, in fol; het jaartal moet 1538 zijn. In de catalogi van 1626 en 1635 is alleen sprake van een Griekse Aegineta. In de PBF wordt onder signatuur 106 Gnk kluis het exemplaar met aantekeningen van Tiara als onderdeel van de Franeker collectie bewaard. De eigendomsgeschiedenis van de Aegineta uit het bezit van Tiara is onduidelijk. Het exemplaar van Hippocrates' werken in het Grieks uit de drukkerij van Aldus Manutius, Venetië 1526, met handschriftelijke aantekeningen van Tiara wordt als zodanig beschreven op blz. 62 van de catalogus Franeker 1644; dezelfde titel komt in de catalogi van 1635 en 1626 ook voor, maar zonder de vermelding van aantekeningen; in de catalogus van 1656 op blz. 137 met de handschriftelijke aantekeningen van Tiara en daarbij als geschenk van Johannes Antonides van der Linden: nu in de PBF onder signatuur 131 Gnk fol. De Galenus-Aldijn uit 1525 uit de bibliotheek van Tiara, nu 120 Gnk fol, een ander exemplaar dan dat uit de bibliotheek van Erasmus (119 Gnk kluis), is voor het eerst in de Franeker catalogus van 1713 beschreven: het was een geschenk van Philippus Matthaeus junior, die van 1670 tot 1690 hoogleraar in de ondeedkunde was. Bibliotheken van hoogleraren (geneeskunde) waren (in Franeker), zo lijkt het, min of meer erfelijk. Grieks werd te Franeker tot 1700 onderwezen door achtereenvolgens P, Tiara (1585-1586), L. Adama (1586-1589), J. Arcerius (1589-1604), S. Arcerius (1605-1623), wellicht J. Hachting (1623-1626) in de periode dat men tevergeefs Janus Gruterus probeerde aan te trekken, G. Pasor (1626-1637), C. Schotanus (1639-1647), P. Moll (1647-1669), N. Blancardus (1669-1703). Hoogleraar in de geneeskunde waren A. Auletius (1589-1606), R. Clingbijl (1603-1608), A. Adama (1608-1615), M. Winsemius (1616-1639), J.A, van der Linden (1639-1651), J. Frencelius (1651-1669), Ph. Matthaeus jr. (1670-1690).

Literatuur

♦ Adams, H.M., Catalogue of books printed on the continent of Europe, 1501-1600, in Cambridge libraries (Cambridge 1967).
Brieven aan de curator van de universiteit van Franeker Johannes Saeckma (1572-1636): uitgave van de Codex Saeckma en de brieven van 12 overeenkomstige correspondenten uit de verzameling Gabbema, M.H.H. Engels, ed. Deel I tekst, deel II inventaris, commentaar, register (Leeuwarden 1995).
Catalogue général des livres imprimés de la Bibliothèque Nationale: Auteurs (231 dln.; Paris 1897-1981).
Catalogus der briefverzameling van S.A. Gabbema (Leeuwarden 1930).
Catalogus librorum bibliothecae... Iosephi Scaligeri... quorum auctio..., Lugduni Batavorum, ex officina Thomae Basson, 1609, opnieuw uitgegeven onder de titel The auction catalogue of the library ofJ.J. Scaliger, H.J. de Jonge, ed. Catalogi redivivi voL I (Utrecht 1977).
Contemporaries of Erasmus. A biographical register of the Renaissance and Reformation, P.G. Bietenholz and T.B. Deutscher, ed. (3 vols.; Toronto 1985-1987).
♦ Diest Lorgion, ].j., Regnerus Praedinius (Groningen 1862).
♦ Engels, M.H.H., Bibliografische aanvullingen en registers op de catalogus van de bibliotheek van de Friese juristen en humanisten Johannes (1572-1636) en Theodorus (1610-1666) Saeckma (Leeuwarden 1995).
♦ Engels, M.H.H., De bibliotheek van Arcerius (Leeuwarden 1988). Herzien 2011 onder de titel 'Uit de bibliotheek van Johannes Arcerius Theodoretus (1538-1604)'; online op deze site.
♦ Engels, M.H.H., Catalogus van incunabelen te Leeuwarden [collecties Provinciale Bibliotheek, Buma-bibliotheek, Bibliotheek van het Hof van Friesland, Bibliotheek van het Fries Genootschap, Rijksarchief in Friesland, Bibliotheek van de Ottema-Kingma-Stichting d.i. de Princessehofbibliotheekl, Leeuwarden 1977.
♦ Engels, M.H.H., 'Erasmiana in de Franeker academiebibliotheek', De Vrije Fries 59 (1979) 65-72.
♦ Engels, M.H.H., 'Erasmiana in the old university library of Franeker', Erasmus in English 12 (1983) 19-20.
♦ Engels, M.H.H., Erasmus' handexemplaren: vijf Griekse Aldijnen in de Franeker collectie van de Provinciale Bibliotheek van Friesland te Leeuwarden (tweede, vermeerderde druk, Leeuwarden 1994).
♦ Haeghen, F. vander, Bibliotheca Erasmiana. Répertoire des oeuvres d'Érasme (Gent 1893; herdruk Nieuwkoop 1972).
♦ Horst, D.J.H, ter, 'Nog enkele aantekeningen over de bibliotheek van Erasmus', Het Boek, nieuwe reeks, 24 (1936-1937) 229-234.
♦ Husner, F., 'Die Bibliothek des Erasmus von Rotterdam', in: E. His e.a., Gedenkschrift zum 400. Todestage des Erasmus von Rotterdam (Basel 1936) 228-259.
♦ Jensma G.Th., 'Uit het huis van Arcerius. Acht 'artes'-studenten en hun opvattingen over wetenschap en maatschappij, 1589-1639', in: G.Th. Jensma e.a. (red.); M.H.H. Engels e.a. (redactieraad), Universiteit te Franeker 1585-1811. Bijdragen tot de geschiedenis van de Friese hogeschool (Leeuwarden 1985) 452-469.
♦ Jonge, H.J. de, 'Aantekeningen van Erasmus in een exemplaar van zijn Apologiae omnes (1522)', Nederlands Archiefvoor Kerkgeschiedenis 58 (1976-1977) 176-189.
♦ Jürgens, H.P., Johannes a Lasco, ein Leben in Büchern und Briefen: eine Ausstellung der Johannes-a-Lasco-Bibliothek [Emden] (Wuppertal 1999).
♦ Laan, K. ter, Groninger encyclopedie (2 dln.; Groningen 1954-1955).
♦ Molhuysen, P.C., 'Zur Geschichte des Codex Arcerianus der Agrimensoren', Centralblatt für Bibliothekswesen 19 (1902) 269-271.
NNBW= Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (10 din.; Leiden 1911-1937).
Opera omnia Desiderii Erasmi Roterodami, recognita et adnotatione critica instructa notisque illustrata (Amsterdam 1969-..). 11,1: Adagiorum chilias prima, edd. M.L. van Poll-Van de Lisdonk, M. Mann Phillips, Chr. Robinson (Amsterdam 1993). 11,4: Adagiorum chilias secunda, edd. Felix Heinimann et Emanuel Kienzie (Amsterdam 1987).
Opus epistolarum Des. Erasmi Roterodami, denuo recognitum per P.S. Allen (12 tom.; Oxonii 1906-1958).
♦ Postma, F., 'Regnerus Praedinius (c. 1510 - 1559), seine Schule und sein Einfluss', in: F. Akkerman, G.C. Huisman en A.l. Vanderjagt (ed.). Wessel Gansfort (1419-1489) and Northern Humanism (Leiden 1993) 290-324.
♦ Renouard, A.A., Annales de l'imprimerie des Alde, ou histoire des trois Manuce et de leurs éditions (2e éd., Paris 1825).
♦ Selm, B. van, Een menighte treffelijcke boecken. Nederlandse boekhandelscatalogi in het begin van de zeventiende eeuw (Utrecht 1987).
♦ Sickenga, J., Het Hof van Friesland gedurende de zeventiende eeuw (Leiden 1869).
♦ Smith, P., Erasmus. A study of his life, ideals and place in history (New York 1962; first published 1923)
♦ Smitskamp, R., The Scaligercollection (Leiden 1993).
♦ Trapp, J.B., Erasmus, Colet and More: the early Tudor humanists and their books. The Panizzi Lectures 1990 (London, The British Library, 1991).
♦ Winsemius, P.B., De slachten Winsemius (Leeuwarden 1962).

>> begin