>> HOMEpage

Chirurgijns Harlingen
ordonnantie 1642 en 1676

Bron: Typoscript F.E. van Ruyven, Leeuwarden Tresoar G 882
Internetuitgave: M.H.H. Engels, maart 2013

Resolutieboek 101, blz. 259 vv
Chirurgijns ordonnantie 27 Juli 1642

Eerstelijk dat een yder die hiernaar binnen dese Stadt ende
desselves Jurisdictie de practique van Girurgie sal wil-
len onderleggen te executeren, gehouden sal wesen het
burgerschap deser Stadt te winnen ende daerbij doen blijcqen
dat hij van eerlike olders geboren, ende selfs ook van
goeden leven ende wandel is ende daerbeneffens dat hij sijn hand-
wercke van een goed ende ervaren man geleert heeft.

Dat ook geen nieu incomende naedesen tot de practique al-
hier geadmitteert sal werden die tot de proeff niet eerst
ende alvoiren sal hebben geprepareert een scheermes behoor-
like op haar sneed ende twe lancetten op haer behoorl. steeke
om daermede drie aderen te openen die den Stadts medico
beneffens de Olderman en Assesseur van de Chirurgijns alhier
bevinden sal te behoren, ende daerteboven de unguenta g[e]n[eris] Aegip-
tiacum Apium ende Emplastra exerceren.

Ende sal deselve nieuen ancomende Ghirurgijn dan ook noch
eerst alvoren van de Stadts medico alhier ten overstaen
van Commissarissen uyt den Gerechte ende dese Stadts secretaris in
presentie mede van de Olderman ende assesseur van den Chirurgijns
g'examineert ende bequam verclaert moeten wesen.

Dat een yder die nae dese op bovenges. examinatie ende gedane
proeff tot Mr. Chirurgijn binnen deser stadt geadmitteert ende
aengenomen sal wesen, gehouden sal sijn boven de oncosten
daerover gevallen, te betalen eens negen goltgl. Daeraff
de gemene stadts Armen ende kercke Armen een als derdepart ende
de gemene Chirurgijns de resterende dardepart sullen genie-
ten, doch burgerskinderen sijnde sullen half so vele geven.

Dat alle diegene die naa dese binnen deser stede sullen co-
men ende onderleggen de practique van Chirurgijn alhier t'exer-
ceren, sonder daertoe als voors. verhaalt, geadmitteert te
sijn ende tevoren vermaent wesende daervan aftehouden, verbeuren
sulcx voorde eerste maal drie cargl. voor de twede mael ses
cargl. te appliceren gelijk hiervoren van de negen cgl. geseit
is. Doch sal de burgers oft Ingesetenen deser Stede vri staen
om een vreemde Mr. Chirurgijn uyt een ander Stadt ofte plaatse
te halen ende alhier gebruiken mits eerst sodanige Mr. Chirurgijn
als hij tevoren gebruikt mach hebben nae behoren contente-
ment ende betalinge doende.


Het Chirurgijnsgilde is in 1659 opgeheven, omdat geweigerd
werd het zoontje van den voormaligen Leeuwarder beul als
leerling te doen inschrijven in het gildeboek, hoewel de
Magistraat daartoe last had gegeven.

Resolutieboek 103, blz 157, 27 April 1659
De mag.t der Stede Harlingen collegialiter in completen getalle
op den Raedhuyse vergadert sijnde en gehoort het rapport van de
Praesiderende Burgemr. Jan Knijff nopens de onwilligheit op or-
dere van de mag.t van de tsamentlijke chirurgijns binnen haer
Stede in het aenteeckenen van het zoontie van Mr. Lucas gewese-
ne scherpRechter binnen Leeuwarden in hunne gildeboeck, als
wesende bij Mr. Jan Cornelis aengenomen om de kunst van chyrur-
gie te leeren, nopens al hetwelck rijpelijck gelet sijnde, heb-
ben eenpariglijck het Chyrurgijns Gilde geannulleert en casseert,
gelijck sij doen bij desen, ordonnerende niettemin al, ende een
yder om sich niet te vervorderen de kunst van Chyrurgie binnen
hunne Stad te exerceren voor en aleer sij ten overstaen van de
Preciderende Burgem[eeste]r[e]n en den S[ecre]t[a]ris door examinatie van den
Stads Medico bequaem tot de kunst van Chyrurgie sullen geoor-
delt wesen sonder naedesen een chirurgijn in desen te kennen,
betalende niettemin de Commissarien, secr. en boden hun sa-
lariën volgens older gewoonte, als mede negen ggld. voor arme-
geld om geconverteert te worden aen deselve nae behooren, en
die sich tegens desen mochten in stellen of opponeren sal ge-
straft en gebreuckt werden in conformité van de olde listen
de dato de[n] 27 Juli 1642.

Tusschen 20 Januari 1662 en 6 Juli 1664 wordt het gilde weer
hersteld.
Op de eerste datum doet Jan Karstens zijn chirurgijnsproef
"conform des Mag[istrae]ts resolutie van den 27en April 1659".
(Resbk. 103, blz. 157)
Op de laatste datum wordt in tegenwoordigheid van "Hooft-
luiden van 't Chirurgijns Gilde alhier ... Joost Jurrians
Havestadt Meester Leedezetter ... toegelaten tot mede
Gildebroeder van 't Meester Girurgins Gilde deser Stede".
(Resbk. 103, blz. 314)
Kennelijk heeft men althans gedurende de beide leerjaren van
het zoontje van Mr. Lucas het gilde opgeheven gehouden.

Resolutieboek 105, blz. 104 vv
Chirurgijns ordonnantie 14 Augustus 1676

1
Eerstel. dat een ieder die hier binnen deser Stede ende des-
selfs jurisdictie, de practiqe van Chirurgie sal willen
onderleggen en exerceren, gehouden sal wesen het burgerschap
deser Stede te winnen ende daerbij doen blijkken, dat hij van
goeden Leven en Wandel is, ende daerbeneffens dat hij daarvan
tegelijck met behoorlijk attestatie en certificatie onder
Stadts Zegel ende mede verteeckeninge van Gildes Overluyden
tegelijk bewijse, ten minsten twee jaeren als Leerjonge,
ofte een jaer voor knecht bij een beproeffd meester gediend
ende het handtwerck geleert te hebben.

Men lette er op, dat uit het 1e art. van de or-
donnantie van 1642 is weggelaten: dat hij "van eerlike ol-
ders geboren" moet zijn.
2
Dat oock geen nieuwe incomende nae desen tot de practique
alhier geadmitteert sal worden, dien tot een protest niet
eerst en alvorens sal hebben gepraepareert: een scheermes
op sijn behoorlijcke sneed ende twee lancetten op haer behoor-
lijke steeck, om daermede drie Aderen te openen, daer den
Olderman en Assessoren sullen verstaen te behoren, ende
daerenboven na behoren te bereyden twee unguenta genaemt
Aegiptiacum et ex Apio, mitsgaders twe Emplastra met namen
Oxicrocruine ende diapalma.
3
Ende sal voorts de nieuwe aencomende Chirurgijn door een ex-
pert ende gerenomeert medicinae Doctor bij de Heeren Politie-
meesteren te nomineren: Zampt voorts door de Oldermans ende
Off[icie]ren ten overstaen van de Heeren Politiem[eeste]ren mitsgaders
praesiderende Burgemr. e Secre[tar]is deser Stede na behooren
worden geëxamineert, voor ende aleer hij bequaem verclaerd sal
wesen; te geschieden op sodanigen plaetse als de Olderman
ende Assessoren zullen goedvinden.

De geneeskundigen bestonden uit:
a)de medicinae doctores, aan een universiteit ge-
promoveerd, hoofdzakelijk belast met de interne
practijk (en het examineeren van de chirurgijns
en vroedvrouwen),
b)de chirurgijns, die uitwendige aandoeningen be-
handelden (het leggen van verbanden, behandeling
van wonden, gezwellen, zweren, beenbreuken en
dislocatiën; van de operatieve chirurgie hoofd-
zakelijk slechts de aderlating, - haar indicaties
en contraindicaties moesten zij kennen).
4
Dat de proeflingh op voorgaende proeff ende examinatie tot Mr.
Chirurgin ende Gildebroeder aengenomen zijnde, boven 't behoolijck
tractement ende alle andere oncosten over de proeffdoeninge val-
lende, noch sal hebben te betalen vooreerst een somma van acht-
tien goldguldens, waervan ses sullen comen ten proufijtte van
't weeshuijs, drie aen de kerke ende drie aen de Stadts Armen
ende de Overige ses ggls. ten proufijtte vant Gild; voorts aen de
Heeren politiemeesteren, secret[ari]s, olderman en assessoren
vacatiën (sampt de examinerende Medicinae Doctor voor sijn va-
catie) elx een silveren lepel naer waerde van vijff car.gls.,
volgens older gebruyck ende eyntelijk drie dagen nae 't examen
een half ton[n]e bier met een quart Ancker wijn en 't toebehoren
vandien voor 't Gansche gilde tot introductie.
Dat van nu voortaen ende na desen, niemant hetzij burger ofte
income1inge, die 't Gildes Gerechticheit in conformité van
voorverhaelde articulen, niet sal hebben gewonnen en vol-
daen, in generleye wijse hetzij door scheeren offe meesteren,
directe noch indirecte sal vermogen de const, binnen deser
Stede ende de jurisdictie vandien te oeffenen, bij poene voor
de eerste mael nae voorgaende waerschouwinge, bij de contra-
venteurs te verbeuren drie gglds. voor de twede maal ses ggls.
ende voor de derde mael tot dispositie van de Achtb. Mag[istrae]t
ofte heeren politiemeesteren, de breucken nae advenant te be-
keeren, gelijck hierboven van de achtien gglds. is verhaeld.

Het blijkt, dat de chirurgijns naast de heelmeesters-
practijk uit te oefenen (het meesteren), ook bar-
biers waren en het barbiersmonopolie bezaten.
6
Edoch sal het een Burger deser Stede vrij staan in extraordi-
naire gewichtige saecken ende toevallen omme beneffens sijn or-
dinaris Meester, ook een Meester extraord. van een ander
plaetse te mogen gebruijcken, opdat de goede ingesetenen haer
gezontheyt aen de Constoeffeningh der Gildebroeders alleen
niet gebonden zij; welverstaende dat sodanigen extraord. Mees-
ter d'onderhebbende cure, alleenl. mede wel zal mogen waer-
nemen, mits dienaengaende van de Heeren Politiemeesteren
speciael consent versocht en becomen hebbende, zonder anders.
7
Dat alle gemene Gilde Za[e]cken, ten proufijtte vant Gild door
een Olderman ende twee Assessoren sullen bedien[d] ende vervorderd
worden.
8
Dat de Olderman, na verloop van een jaer sal affgaen ende sal
de Oudste Assessor als Olderman in des afgaendes plaetse
succederen, ende alsdan een nieuwe Assessor bij gemene
stemminge mondelinge gekoren worden.
9
De verkiesinge sal geschieden op Cosmus en Damianus dach [27 september],
ten Overstaen van de Heeren Politiem[eeste]ren van den Gilde ende
Secretarius deser stede ende sal volgens older gewoonte tot
nieuwe assessor werden aengenomen op wien de meeste stem-
men comen te vallen, mits dat dieselve terstont sal beta-
len een silveren Ducaton ten proufijtte van 't Gild.
10
Dat een yder sich binnen de lopende aengecondigde uyre ter
plaetse tot kiesinge bestemt sal moeten vervougen op verbeur-
te van vier st[uy]v[e]rs ende soo jemant geheel quam wegh te blijven ende
geen stemcedul aen de Olderman heeft behandicht, sal tot
geen assessor konnen werden gekoren en daerenboven verbeuren
twaleff stuyvers.
11
Dat de affgaende Olderman, nae de voors. gedane verkiesinge,
ten overstaen van de heeren Politiem[eeste]ren als boven, aen sijn
successor ende de assessoren Reeckeninge van sijn Ontvangh en uijt-
gaeve sal doen, ende na zulx bij de eerste gelegentheit aen de
nieuwe Olderman de Gilde kiest met sijn toebehoren overhandigen
nae behooren.
12
Bij aldien de Olderman voor de tijt sijns affganks quam te over-
lijden sal de naest voorgaende Olderman, den volgenden tijt be-
dienen, doch sal van het overlijden van den Assessor op 't
spoedigste een ander gekosen worden.
13
Soo iemand van d'Gildebroeders uyt ordre van de Olderman ende asses-
soren door de Gildebode een uyre van particuliere comparitie ende
bijeencomste van 't Gild wort aengesecht ende hij binnen de
lopende uyr op de bestemde plaatse niet en verschijnt sal
verbeuren vier stuyvers ende geheel weghblijvende ook ver-
steecken sijn van sijn stem over 't gepasseerde.
14
Dat de jonghste aengecomen Gildebroeder bode sal wesen ende
de Olderm. ende Assessoren in alle voorvallende Gildes zaec-
ken behoorl. ten dienste sal moeten staen.
15
Soo een Gildebroeder sich jaer en dach buyten dese stadt qua-
me te onthouden, sonder het Gild behoorl. te onderhouden,
die sal van sijn Gildes Gerechticheyt vervallen ende bij sijn we-
dercomste niet wederom toegelaten worden, 't zij hij het Bur-
gerrecht weder gewonnen hebbe ende betale de achtien ggls. in
't vierde articul verhaelt.
16
De Gildebroeders sullen gehouden wesen de begraffenisse
haerer overledene Gildebroeder off desselffs Vrouwe met
een behorl. swart kleed en mantel bij te wonen, bij ver-
beurte van twaleff stuyvers ende derselver kinderen op ver-
beurte van ses stuyvers, sonder eenige excusatie ofte ver-
schooninge 't zij door absentie offe eenige andere uytvluchten
hoedanich die oock zouden mogen worden bedacht offe genoemt
anders dan alleen door noodsaeckel[ijck]e beddelaege tot zieckte
ofte kranckheyt toe, mits dat daervan geblijcke, en geoir-
deelt sal worden, op relatie van de Gilde bode, de aenseg-
ginge gedaen hebbende.
17
Op ieder meester Chirurgijn en Gildebroeder tot onderholdinge
van 't gemene Gild 's jaerlijx sal moeten contribueren ende be-
talen een Caroligulden en acht stuyvers.
18
Dat Niemant van de Gildebroeders, eens anders mede Gildebroe-
ders patiënt sal mogen bedienen van een onder handen hebbende
cure alsdan tegenwoordich sonder wijders voor ende aleer hem ge-
bleecken zij, dat den eersten Meester vernoegd ofte betaeld is
van dat accident bij poene van twee zilveren ducatons ten prou-
ffijte van 't Gild te verbeuren.
19
Geen Gildebroeder sal vermogen eenige Jonge tot sijn dienst te
gebruycken tenzij hij alvorens sijn naem int Gildeboek heeft
laten aanteeckenen ende daervoor betaeld dartich stuijvers, en-
de geen knecht hetzij alhier ofte op een ander plaets de sel-
ve geleert mochte hebben, voor ende aleer diens name mede aenge-
teekent zal zijn ende daervoor gegeven twintich stuyvers, bij
poene van dartich stuyvers bij de meester die zulx overtreed
te verbeuren.
20
Niemant sal vermogen aen een knecht ofte Leerjongen die sijn
tijt wel uytgediend heeft een behoorl[ijck]e attestatie ofte
Leerbrieff te weygeren, mits dat die attestatie mede onder-
teeckent sal moeten werden van de Olderman, en allesforen
van 't Gild ende daervoor betaeld een gulden, vier stuyvers,
voorts gecertificeert van de Achtb. Magistraat der Stede Har-
lingen.
21
Een knecht ofte Leerjongen sich bij een Meester twee off drie
jaer off meerder jaeren verbindende off bestelt werdende, sal
gehouden wesen, die tijt van verbintenis getrouwelijck uyt te
dienen, volgens 't contract daeraff g'maeckt: Ende sal geen
Gildebroeder vermogen een knecht ofte Jonge sonder vernoegin-
ge van sijn vorige Meester tot sijn dienst te gebruycken bij
verbeurte van vier silveren Ducatons ende dan noch genoemde knecht
ofte Jonge moeten quiteren ter tijt deselve knecht ofte
Jonge met sijn vorige Meester verdragen is.
22
Soo door de Olderman het Gild bij een geleyet zijnde, iets
voorgestelt mochte worden ende jemant als dan quaed ofte te
onvreden uyt de bijeencomste quame wegh te lopen, ofte
eenige Gildebroeder te calumniëren off schelden, sal ver-
beuren een pond Vlaems te verbeuren ofte bekeeren na ad-
venant alsvoren, behalve de actie van injurie.
23
Dat yder Gildebroeder geholden sal wesen, een penningh
te laten maecken, ende te behandigen een den Olderm. ende
door de Bode met die penningh geciteert ofte aengerecht
wordende te compareren, sal hij op de bestemde plaetse
deselve penningh moeten medenemen ofte anders t'elckens
verbeuren die breucken daertoe staende.
24
Dat een Quackzalver niet vermogen zal, eenige zalven,
plaasters, olyen, uyt ofte inwendige Medicinen direct
ofte indirect te venten ofte vercopen, anders als op een
Weeckmerckt; mits dat hij eerst sulx bekent maecke aen de
Olderman, ende daervoor aent Gildt betalen t'elcken male eer
hij voors. verstaa, ses stuyvers behalven op een vrijen
Jaermerckt.

Onder kwakzalvers werden destijds verstaan de rei-
zende meesters, waaronder ook die welke groote-
re chirurgische ingrepen toepasten, die meer
technische vaardigheid vereischten dan de stads-
chirurgijns bezaten, zooals breuk-, steen-, ca-
taract- en andere oogoperaties. Zij voldeden dus
wel degelijk aan een bestaande behoefte. Hoe zij
aan de kennis (en de durf) kwamen, om deze voor
dien tijd ingrijpende operaties uit te voeren,
deed er niet toe; voldoende was, dat ze hun re-
cognitie aan het gilde betaalden. Er school op
den duur zeer veel kaf onder het koren. Vele
kwakzalvers, op bedrog uit, verhandelden waarde-
looze of minderwaardige geneesmiddelen. Men nam
echter dergelijke lieden op de koop mede.
Eerst later kreeg het begrip "kwakzalver" de
ongunstige beteekenis, die het thans heeft.
25
Dat niemant van de Gildebroeders goirlofft zij eenige hair-
scheringe ofte Barbieringe te doen op sabbathen (uytgezon-
dert Jaermerckten ende van reysende p[er]sonen off personen van
de reis thuiscomende, doch buyten der Gildebroeders eygen
huysen en winckels te geschien) bij poene van twaleff caroli
guldens, te converteren, een darde part ten proufijte van
Gild als Aenbrenger, een darden deel voor den Armen ende de
vordere darde part voor den Officier voor wien de calange
sal gedaen worden.

Hier wederom het bewijs, dat de chirurgijns tevens
barbiers waren (vermoedelijk zelfs hun hoofdbe-
zigheid). Later blijkt, dat men barbiers-niet-chi-
rurgijns weert.
26
Dat alle meesters Chirurgins geholden zijn soo wanneer hun
eenige gewonde ofte gequetste p[er]sonen voorkomen, veroir-
saeckt door vechten ofte slagen, omme aenstonts, nae 't
eerste verband hetselvige aen de praesiderende Burgemr.
ofte tenminsten aen de P[rocureu]r Fiscael deser Stede, bekent te
maecken, bij verbeurte van vijff en twintich gouden guldens
voor de armen, achtervolgens de resolutie van de Achtb.
Magistraet, gedateert den 16en Novemb. 1670 ende aen de
gesamentl[ijck]e Chirurgins genotificeert den 21e dito eodem
anni.

Van een "ambtsgeheim", zooals die voor de tegen-
woordige medici geldt, is destijds bij de chirur-
gijns dus geen sprake.
Deze bepaling gold overigens reeds veel vroeger:
Res.bk. 101, p. 68, 1614
Op den 17en February 1614 zijn voor den Magistraat
der Stadt Harlingen op den Raadthuijse ontboden en-
de gecompareert den Chyrurgijns oft barbiers bin-
nen d'voors. Stadt residerende, mit namen Mr. Sal-
vus Janszn., Meyster Meynert Riencxzn., Mr. Jan Hen-
dricks, Mr. Jan Michielzn., Mr. Ocke Lenertszn., Mr.
Pieter Upckeszn. en Mr. Hero Tiaerdtzn. Ende is den-
selven bij den Raad befolen, gelijcx zij volgens be-
looft ende angenomen hebben, omme voortane aan den
presiderenden Borgemr. in der tijt antegeven ende nomi-
neren den namen van de gewonde en patiënten die bij
hun om verbonden ende gecureert te worden sullen
comen als oock den namen van authoren oft delin-
quanten derselver wondingen, mit de qualiteyt van-
dien en dat stracx na 't eerst verbant en voordat
zij het nieuwe verbanten zullen mogen doen, bij poene
en verbeurte t'elcken reyse van ses carolus ghul-
dens.
27
Iemant van de Gildebroeders ende allen dien 't aengaen mach dese
articulen ende ordonnantiën, int geheel ofte ten deele contrave-
niërende ende overtredende sullen gemulcteert ende gebreuckt wor-
den in conformité ende na inhouden dies en voorts na exigentie
van zaken, zullende de boeten ende breuckens geïnnet ende gevordert
werden ter eerster instantie door aensegginge van de Gildes
boode ende bij weygeringe ofte onwillicheyt door middelen van
citatie ende rechtsvorderinge voor de Heeren Politiemeesteren
ende wijders gevolgel. bij parate executie alles tot costen
van den breuckvalligen en defaliant blijvende voorts aen de
dispositie, interpretatie en uytsprake der heeren Politie-
meesteren van desen Gilde dereserveert, alle donckerheden ende
disputen, uyt dese vorige articulen voor te comen ofte door
iemant tegengeworpen te worden, zulx alles zonder eenige
ruggespraeck ende appell, ten waere in swaerwichtige zaken op
rapport.


Vgl. Harlinger mr chirurgijns stellen eisen aan nieuwkomers: Bepalingen voor nieuwe chirurgijns in Harlingen, 27 juli 1642 en Onwillige chirurgijns worden uit hun ambt ontzet (1659) door Jeanine Otten 24 november 2010 gepubliceerd op haar website "Vergeten Harlingers".

>> begin


Isaack Koedijck 1650 (detail): een chirurgijn verbindt een voet

Isaac Koedijck (Amsterdam, ca. 1617 - aldaar, 1668) was een Nederlands kunstschilder en koopman. Hij vervaardigde voornamelijk genrestukken. Op 18 mei 1641 ging hij te Amsterdam in ondertrouw met de uit Arnhem afkomstige Sophia de Solemne. Zijn woonplaats wisselde hij tot 1645 af met Leiden. In 1651 bevond het echtpaar zich in Batavia voor een doorreis op een schip van de VOC naar Agra in India, waar hij als hofschilder in dienst zou treden van grootmogul Nuruddin Salim Jahangir. Aangekomen in Surat beek echter dat deze aanstelling geen doorgang zou vinden. In september 1652 trad hij als koopman in dienst bij de VOC, waarvoor hij vier jaar lang werkte. Vervolgens werkte hij enkele jaren als secretaris voor de regering in Batavia. In 1659 was hij weer in dienst bij de VOC als commandant op een schip dat hem terugbracht naar Holland. Na aankomst werkte hij als schilder in Amsterdam en Haarlem. In zijn stijl was hij een navolger van Gerard Dou.

>> begin