>> HOMEpage

Album van de studentenvereniging van 463 Leeuwarder gymnasiasten te Franeker

Bron: J. Visser, Album collegii studiosorum ex gymnasio Leovardiensi (1626-1668), in opdracht van het Fries Genootschap van geschied-, oudheid- en taalkunde in 1985 uitgegeven - Franeker, T. Wever b.v.
De tekstuitgave van het handschrift met de annotaties, de afkortingen en het register van namen (blz. 17-224) online doorzoekbaar gemaakt
Internetuitgave: M.H.H. Engels, januari 2024
Men melde niet gecorrigeerde OCR-fouten en vergelijke bij twijfel het boek.
>> Register van studentennamen
>> Afkortingen


Inleiding ..... [Zie hiervoor alsmede voor de illustraties het boek.]
11] ♦ Reinerus Neuhusius.
Invia nulla virtuti est via (Geen weg is onbegaanbaar voor de deugd).
Symbolum: Christi reverere tribunal (Vrees de rechtspraak van Christus).
Suffragio collegarum nationalis collegii primus Praeses anno 1626 (Door keuze der leden van het Leeuwarder genootschap eerste voorzitter 1626).
12] Anno 1631 mense julio ad uberiorem ingenii cultum capessendum in Galliam profectus est (In juli 1631 is hij, om een rijkere vorming van zijn geest te verwerven, naar Frankrijk vertrokken).
Anno 1632 mense majo ex Gallia in patriam vocatus est ad obeundam recturam scholae Harlinganae (In mei 1632 is hij uit Frankrijk naar zijn land geroepen, om het rectoraat der (Latijnse) school te Harlingen op zich te nemen).
Anno 1636 mense julio in hac patria academia examini juridico se subjecit doctoratusque insignibus ornatus est (In juli 1636 heeft hij zich in deze provinciale hogeschool aan het examen in de rechten onderworpen en is met de tekenen van het doctoraat gesierd).
Anno 1638 in fine rector scholae Alckmariensis electus est (Eind 1638 is hij tot rector der school te Alkmaar benoemd).
Dr. Regnerus N(i)euhusius, rector in de Latijnse school te Harlingen, en Bottje Hoptilla, geb. en wonende te Leeuwarden, ond. 13, 3de procl. 27 aug. 1636.
Stb. I, 222, 5de gen. 2; II, 150, aant. 16.
J.J. de Gelder in BVGO, 3de r., V, 1889, 395-414.
C.W. Bruinvis in NNBW, II, 1912, 984-986.
Greydanus, 77.
EvF, 489.
AS, nr 2320.
AP, 1 aug. 1636.

13] ♦ Bernhardus Aquila sacrosanctae theologiae studiosus 1626 mense novembri. 1 Timotheus 4: Pietas ad omnia utilis. (Vroomheid is tot alles nuttig).
14] Anno 1630 vocatus a Doccumanis in conrectorem et ecclesiae eorundem praecantorem (In 1630 door de Dokkumers gekozen tot conrector (der Latijnse
school) en voorzanger van hun kerk).
Anno 1633 ad munus scholasticum a dominis consulibus Harlinganis primo maji vocatus (1 mei 1633 door heren burgemeesters van Harlingen tot het ambt van
(rector der Latijnse) school geroepen).
Anno 1634 admissus ad sacrosanctum ministerium 7 octobris (7 okt. 1634 toegelaten tot de H. Dienst).
Jam vero ministerio ecclesiastico praeest in pago Oosterzee (Nu bekleedt hij de kerkelijke dienst in het dorp Oosterzee).
Procursu temporis anno nimirum 1638 ad functionem ecclesiasticam in Jurwert vocatus est (Na verloop van tijd en wel in 1638 is hij tot het kerkelijk ambt te Jorwerd beroepen).

17


Anno 1651 in Domino denatus (In 1651 is hij in de Heer overleden).
Bernardus Aquila, conrector, en Antje Joannesdr, beide te Dokkum, ond. 26 nov., att. op of na 11 dec. 1631.
Romein, 170, 641.
Greydanus, 217.
AS, nr. 2275.

15] ♦ Abrahamus Overnejus anno a partu virgineo 1626 mense octobri (... okt. 1626 na de maagdelijke geboorte).
Seneca: Junior es? non refert, non dinumerantur anni: incertum est quo te loco mors exspectat, itaque tu illam omni loco exspecta (Ben je nog jong? het maakt geen verschil, de jaren worden niet geteld; het is onzeker op welke plaats de dood je wacht, verwacht jij hem dus op elke plaats).
Glossa Leviticus 25: Quod gula peccavit, jejunium corrigat; quod garrulitas admisit, silentium deleat, et similiter contrariis curentur contraria (Wat de gulzigheid heeft gezondigd, moge het vasten herstellen; wat de praatzucht heeft misdreven, moge het zwijgen uitwissen, en mogen op gelijke wijze tegendelen door hun tegendelen worden genezen).
Christus, Matthaeus 7, versus 12: Quaecunque volueritis ut faciant vobis homines, ita et vos facite eis (Hetgeen ge wilt dat de mensen u doen, doe hun dat ook evenzo).
16] Anno 1631 mense majo examini se stitit in classe Sylvana una cum fratre (In mei 1631 heeft hij zich samen met zijn broer in de classis Zevenwouden aan het (kerkelijk) examen onderworpen).
Nunc pastor ecclesiae quae collegitur in pago Schernegoutum (Thans herder der gemeente die verzameld wordt in het dorp Scharnegoutum).
Abrahamus Overney van Suawoude, dienaar des G. Woords, en Lijsbettje Roos te Leeuwarden tr. 28 juli 1633.
Romein, 358.
Gen. Jb. 1956, 64.
AS, nr 2349.

17] ♦ Isaacus Overnejus anno 1626 mense octobri. Democritus:
᾿Αγαθὸν οὐ τὸ μὴ ἀδικέειν, ἀλλὰ τὸ μηδὲ ἐθέλειν
(Goed is niet, geen onrecht te doen, maar het ook niet te willen). Ysidorus: Non sis levis in amicitia tua, retine semper eam in vinculo charitatis (Wees niet lichtzinnig in uw vriendschap, beteugel haar steeds met de breidel der naastenliefde). Anno 1631 mense majo examen sustinuit theologicum una cum fratre in classe Sylvana (In mei 1631 onderging hij samen met zijn broer het examen in de theologie in de classis Zevenwouden).
18] Anno 1632 mense majo ad functionem ecclesiasticam vocatus est in pagis Suwolde

18


et Tzietjercke (In mei 1632 is hij tot het kerkelijk ambt beroepen in de dorpen Suawoude en Tietjerk).
Isaacus Overney, predikant te Suawoude en Tietjerk, en Aaltje Pieters de Falck te Leeuwarden ond. 11, 3de procl. 26 mei 1633.
Romein, 130, 366.
AS, nr 2350.

19] ♦ Renicus Zachaeus anno 1627 mense majo.
Pietas ad omnia utilis (Plichtsgevoel is voor alles dienstig).
Symbolum: Fato prudentia minor (Tegen het noodlot is het verstand niet opgewassen).
20] Anno 1631 mense julio in academia Groninganam se contulit (In juli 1631 heeft hij zich naar de Groninger hogeschool begeven). Anno 1633 examen theologicum Franequerae feliciter sustinuit (In 1633 heeft hij te Franeker het examen in de theologie met succes ondergaan).
Postea regendae ecclesiae cura in Maccum ei demandata est (Later is hem de zielzorg en de leiding der gemeente te Makkum opgedragen).
Een schuldbekentenis te zijnen laste van ƒ 100 d.d. 10 febr. 1655 in de boedelscheiding van Wouter Isacqs, 31 maart en 23 juni 1665 (Weesboek X 12, f. 16, 43).
Grafschrift: LB185, IV 12.
Stb. I, 184, 3de gen. B 1; II, 123, aant. 13 (R. van Idsinga).
Romein, 170, 304.
AS, nr 2379.

21] ♦ Joannes Wemerus anno salutis 1627 mense majo (... in mei van het jaar des Heils 1627).
יהוָה צדקנו (Jaweh is onze rechtvaardigheid).
Lucas 17: Domine, adauge nobis fidem (Heer, vermeerder ons geloof).
22] Anno 1631 mense majo gymnasium Bremense adivit ibidemque examini se stitit theologico. Nunc pastor Optwysel (In mei 1631 ging hij naar de hogeschool te Bremen en onderwierp zich daar aan het examen in de theologie. Nu herder te Twijzel).
Anno 1638 pastoratum in pago Marrum obtinuit (In 1638 verkreeg hij het herdersambt in het dorp Marrum).
Joannes Wemerus, dienaar des G. Woords, en Tiedtje Tyerxdr, beide te Leeuwarden, ond. 2, 3de procl. 17 febr. 1633.
Ds. J.W., pred, te Marrum en Nijkerk, en Anneke Ottes van Wijngaerden te Leeuwarden ond. 7, att. 20 okt. 1670.
Een hypotheekakte van Rompt Jacobs ten Burgh, oud-schepen van Leeuwarden, coux, ten gunste van J.W. c.ux. ten bedrage van / 300, 26 mei 1648 (Hyp. boek 42, f. 86 V). Grafschrift: LB 184, 111 111; 185, IV 52.

19


Romein, 115, 520; Van Veen, 67.
Gen. Jb. 1957, 97.
Kalma, Cl. Fr. 347.

23] ♦ Franciscus Joannis anno reparatae salutis 1627 mense majo (... mei 1627 na de herstelling van het Heil).
Terentius: Quoniam id quod vis, fieri non potest, velis id quod possit (Aangezien wat je wilt, niet kan gebeuren, moet je maar willen wat mogelijk is).
Seneca: Nunquam Stygias fertur ad umbras inclyta virtus (Nooit daalt de roemrijke deugd af tot de schaduwen der onderwereld).
Ab instituto collegio praeses secundus (Van de stichting van het genootschap af de tweede voorzitter).
24] Anno 1633 mense aprili in Angliam ad cursum studiorum suorum faeliciter conficiendum ab illustribus et praepotentibus Frisiae Ordinibus missus est (In april 1633 is hij door de E.M. Staten van Friesland naar Engeland gestuurd, om de loop van zijn studien voorspoedig te voltooien).
Anno 1635 relicta Anglia Gallicas academias invisit indeque patriam post laudabilem peregrinationem repetiturus ab Ostendanis pyratis interceptus Ostendam devehitur captivus, unde post 18 septimanarum captivitatem patriam speratam sospes et incolumis appulit (In 1635 verliet hij Engeland, bezocht de hogescholen van Frankrijk en toen hij na zijn loffelijke buitenlandse reis vandaar naar zijn land zou terugkeren, werd hij door Oostender zeerovers onderweg gevangen genomen en als gevangene naar Oostende gebracht, vanwaar hij na een gevangenschap van 18 weken behouden en ongedeerd in het vaderland is geland, zoals hij gehoopt had).
Anno 1637 examen theologicum coram professoribus feliciter sustinuit et hoc eodem anno 1637 vocationem accepit in pagis Burchert, Hichtum et annexis (In 1637 heeft hij voor de hoogleraren met goed gevolg het examen in de theologie ondergaan en heeft datzelfde jaar het beroep naar de dorpen Burgwerd, Hichtum en toebehoren aangenomen).
Romein, 274; Van Veen, 32 (F.J. Popma).
AS, nr 2385.

25] ♦ Martinus M. Lauermannus anno 1627 mense majo.
Tria debes Deo: honorem Creatori, amorem Redemptori, timorem Judici; proxi mo: obedientiam superiori, concordiam pari, aequitatem inferiori; tibi: munditiam cordi, custodiam ori, disciplinam corpori (Drie dingen ben je verschuldigd aan God: eer aan de Schepper, liefde aan de Verlosser, vrees aan de Rechter; aan je naaste; gehoorzaamheid aan je meerdere, eendracht aan je gelijke, billijkheid aan je mindere; aan jezelf: zuiverheid aan je hart, waakzaamheid aan je mond. tucht aan je lichaam).
26] Mense majo anni 1633 examen theologicum ut et linguarum in classe Leoverdia-

20


na faelicissime sustinuit et ad functionem ecclesiasticam unanimi doctorum virorum consensu admissus est (In mei 1633 heeft hij het examen in de theologie in de classis Leeuwarden met zeer goed gevolg ondergaan en is volgens het eenparig gevoelen der geleerden tot het kerkelijk ambt toegelaten).
Anno 1636 mense julio, dum Bolswardiae commoratur, peste correptus vivere desiit (In juli 1636, terwijl hij te Bolsward verbleef, werd hij door de pest getroffen en eindigde zijn leven).
Zijn familie: NP XI, 136. AS, nr 2388.

27] ♦ Jacobus Jeltema anno 1627 mense majo. Ut homo anima privatus cadit, ita civitas labitur, siquidem legibus destituatur. Cicero (Zoals de mens omkomt, als hij van zijn ziel beroofd wordt, stort de staat ineen, als hij van zijn wetten beroofd wordt).
28] Vita brevis est; gloriae cursus sempiternus (Het leven is kort, maar een roemrijke
loopbaan is onvergankelijk). Anno 1632 in Galliam abiit mense aprilis (In april 1632 is hij naar Frankrijk vertrokken).
Anno 1632 gradum doctoralem adeptus est in academia Orléans (In 1632 heeft hij aan de hogeschool te Orléans de doctorsgraad behaald).
Advokaat 26 maart 1633, †29 jan. 1663 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 2383.

29] ♦ Joannes Sixtinus anno 1627 mense majo.
Ista tria semper in mente habeto et non peccabis, videlicet supra te esse oculum videntem et aurem audientem et librum in quo dicta factaque tua omnia scribuntur (Houd de volgende drie dingen steeds voor de geest en je zult niet zondigen, nl. dat er boven je een ziend oog, een horend oor en een boek zijn waarin al je woorden en werken worden opgeschreven).
30] Anno 1632 mense aprili examini theologico se subjecit in classe Franequerana (In april 1632 heeft hij zich in de classis Franeker aan het examen in de theologie onderworpen).
Anno 1633 mense majo functio ecclesiastica in pago Schraad ipsi demandata est (In mei 1633 is hem het kerkelijk ambt in het dorp Schraard opgedragen).
Romein, 312; Van Veen, 38.
AS, nr 2377.

31] ♦ Timaeus Johannis anno 1627.
Ambrosius, De officiis: Duo sunt tibi necessaria, conscientia et fama: conscientia propter rem, fama propter proximum (Twee dingen heb je nodig, een goed geweten en een goede naam: het geweten om je eigen belang, de naam om wille van je naaste).

21


Publius Syrus: Arcum intensio frangit, animum remissio (De boog breekt door spanning, de geest wordt gebroken door ontspanning).
32] Anno 1632 mense majo abiit in Angliam una cum domino Johanne Brunsvelt (In mei 1632 is hij naar Engeland vertrokken samen met de heer J.B.).
Anno 1635, dum Galliis relictis patriam revisere constituit, ab hostibus detentus Ostendae per 18 septimanas sero voti sui compos factus est (In 1635, toen hij Frankrijk had verlaten en besloten zijn land weer te zien, is hij 18 weken door vijanden te Oostende vastgehouden en werd zijn wens te laat vervuld).
Anno 1637 examen theologicum summa cum laude in classe Leoverdiana sustinuit (In 1637 heeft hij met de hoogste lof het examen in de theologie ondergaan in de classis Leeuwarden).
Anno sequenti pastor in agro quod vocatur Bilt, designatus (Het volgende jaar is hij tot herder gekozen in het gebied dat het Bilt heet).
Romein, 102, 474; Van Veen, 11.
AS, nr 2389.
Zie 24, 48.

33] ♦ Gerardus Besten anno 1627 mense novembris.
Spernere mundum, spernere sese, spernere nullum,
Spernere se sperni, quatuor ista beant (De wereld verachten, zichzelf gering achten, niemand verachten, gering achten dat men veracht wordt, die vier dingen maken gelukkig).
Ovidius: Turpe quidem dictu, sed si modo vera fatemur, Vulgus amicitias utilitate probat (Het is schandelijk om te zeggen, maar als we de waarheid maar (willen) bekennen, (moeten we toegeven dat) de mensen vriendschappen beoordelen naar hun eigen belang).
34] Anno 1631 mense majo studiorum causa Groningam petiit (In mei 1631 heeft hij zich ter wille van zijn studie naar Groningen begeven).
Postea studiorum promovendorum gratia Leidam se contulit; inde redux munus scholasticum in Butenpost, postea in pago Marrum, ubi natale solum, obtinuit (Later heeft hij zich, om zijn studie te bevorderen, naar Leiden begeven; vandaar teruggekeerd, verkreeg hij het school(meesters)ambt te Buitenpost, later in het dorp Marrum, waar zijn geboortegrond was).
35] Anno 1638 uxorem sibi matrimonio conjunxit (In 1638 nam hij een vrouw ten huwelijk).
Postea autem scholastico munere functus est in pago quod dicitur Heerenfeen. ibique anno reparatae salutis 1648 repentina morte interceptus vivere desiit (Voorts heeft hij later het schoolmeestersambt vervuld in het dorp dat Herenveen heet, en daar werd hij in het jaar 1648 na de herstelling van het Heil door een plotselinge dood weggerukt en eindigde zijn leven).
Een naamgenoot (neef?): Romein 249; Kalma, Cl.Fr., 19.

22


36] Anno 1631 mense aprili studiorum causa in Galliam profectus est (In april 1631 is hij om wille van zijn studie naar Frankrijk vertrokken). Anno 1632 gradum doctoratus adeptus est (In 1632 heeft hij de graad van het doctoraat behaald).
Het is onduidelijk op wie deze gegevens slaan, daar 35 blanco is.

37] ♦ Econius Mellinga anno 1628 mense mayo. Divitiarum et formae gloria fluxa atque fragilis est; virtus clara aeternaque habetur (De roem van rijkdommen en schoonheid is vergankelijk en onbestendig; de deugd (daarentegen) wordt verkregen tot eeuwige roem).
Discendi cupiditas optima vivendi ratio (De begeerte om te leren is het beste levensbeginsel). Liber 20 de fideicommissis libertinorum (Boek 20 over de fideicommissen van vrijgelatenen).
38] Anno 1630 mense junio comitatus est dominum Veltryel in Moscoviam, ubi legatum se egit autoriatate illustrium ac praepotentum Ordinum Generalium Unitarum Provinciarum (In juni 1630 heeft hij de heer V. begeleid naar Rusland, waar hij optrad als gevolmachtigd gezant van H.H.M. de Staten-Generaal der Verenigde Provincies).
Anno 1631 mense septembris in patriam academiam rediit studendi causa (In sept. 1631 is hij naar de vaderlandse hogeschool teruggekeerd om te studeren). Anno 1632 mense majo in Galliam studiorum causa profectus est ibique gradum licentiatus in jure adeptus est (In mei 1632 is hij om wille van de studie naar Frankrijk vertrokken en heeft daar de graad van licentiaat in de rechten behaald).
Advokaat 19 mei 1634 (Arch. Hof, MMM).
Grafschrift: LB 185, IV 77.
Gen. Jb., 1954, 85; 1965, 36.
AS, nrs 2468, 2786.

39] ♦ Hartesius a Jepema Leovardiensis Frisius sacrarum literarum studiosus anno 1628 mense octobris.
Eleganter inquit jurisconsultus Marcianus libro II ff. de poenis: Nec severitatis nec clementiae gloria affectanda est (Met fijn oordeel zegt de rechtsgeleerde Marcianus in boek 2 over de straffen: Noch door strengheid noch door toegeeflijkheid moet men naar roem streven).
Ab instituto collegio praeses tertius (Van de stichting van het genootschap af de derde voorzitter).
40] Mense aprili Lugdunum Batavorum abiit ad provectiores in studiis progressus faciendos 1633 (In april 1633 is hij naar Leiden vertrokken om verdere vorderingen in zijn studie te maken).
Et ejusdem anni mense augusto Gallicas academias invisit, quo tempore in academia Gallica Orléans clarissimorum ac celeberrimorum professorum speciali ac singulari gratia bybliothecae praefectus est (En in augustus van hetzelfde jaar

23


heeft hij Franse hogescholen bezocht; in die tijd is hij aan de Franse hogeschool te Orléans door bijzondere en buitengewone gunst van zeer voortreffelijke en bekende hoogleraren tot bibliothekaris aangesteld).
Ibidemque juris utriusque doctoratu coronatus est mense octobri (En in oktober is hij daar onderscheiden met het doctoraat in beide rechten).
Jam vero rationum provincialium praefectus a secretis est (Nu echter is hij secretaris der provinciale Rekenkamer).
Anno circiter 1645 in summa hujus provinciae curia senator designatus est (Omstreeks 1645 is hij tot raadsheer in het hoogste gerechtshof van deze provincie gekozen).
Vitam cum morte commutavit (Hij heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld).
Advokaat 16 juni 1634, secretaris van de Rekenkamer, raadsheer (Archief Hof, MMM). Dr Hartesius Jep(e)ma, advokaat voor het Hof, en Idtje van Andringa te Oldeboorn ond. 6, 3de procl. 23 okt. 1636.
Hartesius van Jepema, raadsheer, lidmaat op bel. 19 okt. 1653.
In de boedelscheiding van Antje Claessen, vrouw van Jan Sijdses, d.d. 23 okt. 1665, een vordering op H. van Jepema ad ƒ 1200 (Weesboek X 12, f. 58 vº).
NH, 40.
Stb. I, 242, 4e gen. B 3, 325; II, 163 aant. 18.
G.A. Wumkes in NNBW, IX, 460.
AS, nr 2518.

41] ♦ Petrus Theodori sacrosanctae theologiae studiosus anno 1628 mense octobri.
Aristoteles: Suavis est amicorum et in prosperis rebus et in adversis praesentia: maerores enim et luctus facit amicitia partiensque leviores (De aanwezigheid van vrienden is zowel in voorspoed als in tegenspoed aangenaam, want vriendschap en een die erin deelt, maakt verdriet en rouw lichter).
Ovidius: Vive sine invidia mollesque inglorius annos - Exige, amicitias et tibi junge pares (Leef zonder afgunst en breng je gevoelige jaren zonder roem door, en sluit vriendschappen die je passen).
Symbolum: Quem petimus finem, gloria, Christe, tua est (Het doel waarnaar wij streven, is Uw eer, Christus).
Instituti collegii praeses quartus (Van de stichting van het genootschap af de vierde voorzitter).
42] Anno 1635 in classe Franequerana examen theologicum non exigua cum laude
sustinuit (In 1635 heeft hij in de classis Franeker het examen in de theologie met
niet geringe lof ondergaan).
Anno 1637 vocatio ecclesiastica in pago Boolswaerdernilant ipsi commissa est (In 1637 is het kerkelijke ambt in het dorp Nijland bij Bolsward aan hem opgedragen).
Romein, 386.
Greydanus, 276 n. 1.
AS, nr 2515.

24


43] ♦ Ulricus Heronis Ruitenius anno 1629 mense majo.
Pauperem misericordia, divitem invidia sequitur; vita autem media et temperata justa est: suis verbis contenta virtus voluptatem justam adfert omnibus (Medelijden valt de arme ten deel, afgunst de rijke, maar een gemiddelde en matige levensstaat is voldoende; deugd die zich beperkt tot haar eigen woorden, brengt allen het ware genot).
44] Anno 1631 mense octobris relicta academia paternos lares repetiit (In 1631 heeft hij de hogeschool verlaten en is naar zijn vaderhuis teruggekeerd).
Anno 1632 mense aprili in classe Doccumana examen theologicum subiit (In april 1632 heeft hij in de classis Dokkum het examen in de theologie ondergaan). Anno 1635 in pago Fintium et adjacenti communi omnium voto pastor electus (In 1635 is hij in het dorp Finkum en het nabijgelegen (Hijum) met algemene
stemmen tot herder gekozen). Anno 1636 mense julio pestifero morbo infectatus pie in Domino obdormivit (In juli 1636 is hij, met een dodelijke ziekte besmet, godvruchtig in de Heer ontslapen).
Romein, 109; Van Veen, 12.
AS, nr 2541.

45] ♦ Hiddius Chrisophori Zuagemus anno 1629 mense augusto.
Dionysius Cassius: Divinum illud numen omni modo, omni tempore ipse cole juxta leges patrias et alii ut colant effice (Dien zelf op alle wijzen en te allen tijde de grote macht van God volgens de wetten van het land en maak dat anderen Haar dienen). Pie et constanter,
Juste et prudenter,
Fraterne et temperanter
Omnia (Alles liefdevol en standvastig, rechtvaardig en verstandig, broederlijk en gematigd).
Sophocles: Ὀρθὸν ἡ ἀλήθεια αεί (De waarheid is altijd het juiste).
46] Mense majo anni 1634 examini theologico in classe Franekerana se submisit (In
mei 1634 heeft hij zich in de classis Franeker aan het examen in de theologie onderworpen).
Ejusdem anni mense augusto mortuus est (In augustus van hetzelfde jaar is hij gestorven).
AS, nr 2574.

47] ♦ Joannes Brunsvelt anno 1629 mense novembris.
Marcus Cicero, Familiares libro...: Nihil est aptius vitae, nihil ad beate vivendum accommodatius quam cum viris bonis, jucundis, amantibus nostri vivere

25


(Niets is meer geschikt voor het leven, niets meer ingericht om gelukkig te leven dan te leven met goede, beminde en ons liefhebbende mannen).
Gregorius libro septimo Moralium: Pravi sicut in sensu leves sunt, ita in locutione praecipites, quia quod levis conscientia concipit, levior protinus lingua prodit (Zoals slechte mensen licht van zin zijn, zijn ze ook voorbarig in het spreken, want wat een lichtzinnig geweten bedenkt, onthult een nog lichtere tong dadelijk).
48] Anno 1632 mense majo cum domino Timaeo Joannis in Angliam abivit (In mei 1632 is hij met de heer Timaeus Joannis naar Engeland vertrokken). Reverso vero in pago Waecsens ecclesiastica cura commissa est anno 1637 (Nadat hij echter teruggekeerd was, is hem in 1637 het kerkelijk ambt in het dorp Waaksens opgedragen).
Joannes Brunsvelt, dienaar des G. Woords te Waaksens (W.D.), en Antje Jans, wed. dr Regnerus Ravens, ond. 8 aug., 3de procl. 23 aug. 1646.
In een hypotheekakte van 9 april 1650 van Augustinus Brunsvelt, goudsmid te Leeuwarden, en echtg. komt Joannes Bru(i)nsvelt, predikant te Waaksens, als tegenborg voor de borg voor (Hyp. boek 52, f 7 vº).
Stb. II, 214 aant. 21.
Romein, 538.
AS, nr 2616.
G.N. XXVII, 1972, 141.
Gen. Jb. 1976, 97.
Zie 32.

49] ♦ Petrus Stuyfsandt anno 1629 mense decembris.
Chrysostomus: Fide Deo, defide tibi, diffide patronis,
Diffide patri et regibus.
Soli fide Deo, qui cum spes deficit omnis
Hominesque jam te deserunt,
Tunc tibi fides est Domini, tunc incipit ille
Laetosque donat exitus (Vertrouw op God, wantrouw jezelf, wantrouw beschermers, wantrouw je vader en koningen. Vertrouw alleen op God, want als alle hoop ontbreekt en de mensen je tenslotte verlaten, dan is je vertrouwen op de Heer (er nog), dan begint Hij en geeft een blijde uitkomst). (Pentekening van put, galgen, gevangenis enz.).
50] 1658 ob contemptum legum (In 1658 (geroyeerd) wegens minachting der (genootschaps)wetten).
Vermeld als afwezig bij de taxatie der nalatenschap van zijn vader ds Balthasarus Stuyfsandt, laatstelijk predikant te Delfzijl, 9 april 1638 (Aestimatieboek).
J.C.E. Bartelds in NNBW VII, 1191.
M. Eerdmans, Pieter Stuyvesant, An historical documentation, 1957.
EvF, 610.
J.H.P. Kemperink in Nav. XCVIII, 1959, 49.
AS, nr 2617.

27


Gr.W.P. XXI, 332. Friezen en Amerikanen, 1982, 3.

51] ♦ Hero ab Ockinga anno 1630 ad Calendas maji (... 1 mei 1630).
Horatius: Felices ter et amplius
Quos irrupta tenet copula nec malis
Divulsa querimoniis
Suprema citius solvet amor die (Drieen meermaal gelukkig zijn zij die de liefde als een onverbreekbare band verbindt, niet verscheurd door boze grieven en die niet eerder verbroken wordt dan op hun laatste dag). Ab instituto collegio praeses quintus (Van de instelling van het genootschap af de vijfde voorzitter).
52] Anno 1637 judicii militaris praefectus perpetuus electus est (In 1637 is hij tot levenslang voorzitter van het krijgsgerecht gekozen).
Anno circiter 1645 coram suprema hujus provinciae curia a praepotentibus Frisiae patriae ordinibus senator electus est (Omstreeks 1645 is hij ten overstaan van het opperste gerechtshof van deze provincie door de E.M. Staten van Friesland tot raadsheer gekozen).
Anno 1655 hujus celeberrimae academiae ab illustribus et praepotentibus Frisiae ordinibus curator electus (In 1655 door de E.M. Staten van Friesland tot curator van deze drukbezochte hogeschool gekozen).
Jr Hero van Ockinga, gerechtsscholtis van Friesland, en juffrouw Magdalena van Burmania tr. 5 nov. 1643.
Jr Hero van Ockinga, raad ord. in het Hof, lidmaat 4 nov. 1645. In Hyp. boek 72, f. 147 v-180 vº ong. zes hypotheekakten op zijn naam van 14 jan. 1647-14 maart 1679, geregistreerd 4-22 dec. 1649. Als woonplaats wordt daarin de Weaze vermeld o.a. op 8 mei 1666 (f. 182 vº) en 3 mei 1674 (f. 172).
Zijn dienstmaagd Sjouckjen Dircks vermeld 16 nov. 1663 (Inf. boek C 1, p. 261).
De notaris Cornelis Feickama geautoriseerd tot curator om van zijn te verkopen onroerende goederen koopakten te passeren 13 dec. 1686 (Aut. boek W 8, f. 85).
Grafschrift: LB 185, IV 18.
NH, 40.
Stb. I, 281, 10de gen. 2; II, 189 aant. 33.
AS, nr 2640.
Gen. Jb. 1973, 34.

53] ♦ Theotardus Boelema anno 1630 mense mayo.
Cicero: Veri juris genuinaeque justitiae solidam et expressam imaginem nullam tenemus; umbra et imaginibus utimur (Van het ware recht en de echte rechtvaar digheid hebben wij geen vaste en uitdrukkelijke voorstelling: wij maken gebruik van een schaduwbeeld en gelijkenissen).
Omnibus placere difficillimum est (Allen te behagen is zeer moeilijk).
54] Anni 1634 mense aprili Gallias ad uberiores in studiis progressus consequendos

28


invisit. Et Aureliis doctoratus gradum in utroque jure consecutus eodemque anno assessor judicii militaris in hac patria loco patris sui designatus est (In april 1634 heeft hij Frankrijk bezocht, om rijkere vorderingen in zijn studie te bereiken. En nadat hij te Orléans de doctorsgraad in beide rechten had behaald, is hij in hetzelfde jaar i.p.v. zijn vader tot bijzitter in het krijgsgerecht gekozen). Tjaert, z.v. dr Martinus Martinides (Boelema), advokaat voor het Hof, en Evertjen Tjaert Doeckesdr, ged. 25 aug. 1609. Advokaat 26 sept. 1634, ov. 10 april 1667 (Arch. Hof,
MMM).
Dr Theotardus Boelema, advokaat voor het Hof en assessor van het krijgsgerecht der Friese regimenten, en Anke Luitjensdr Idema van Dokkum ond. 26 okt., tr. 17 nov. 1639.
Dr Theotardus Boelema lidmaat 30 aug. 1644.
Als assessor bemiddelde hij in een proces van Hans Cortwijs, korporaal in de Zwitserse compagnie, over verkochte kleding en tekende een hypotheekakte 29 april 1647 (Hyp. boek 42, f. 65v°). AS, nr 2632.

55] ♦ Jacobus Joannes del Moll anno 1630 mense majo.
Cicero: Sumus natura studiosissimi appetentissimique honestatis, cujus si quasi numen aliquod aspexerimus, nihil est quod, ut eo potiamur, non parati simus et ferre et perpeti (Van nature zijn wij zeer geneigd en begerig naar eer en als wij a.h.w. een of andere macht daarover zouden ontdekken, is er niets dat wij niet bereid zouden zijn te verdragen en te doorstaan om die te verwerven).
Ascolta molto, parla poco (Luister veel, spreek weinig).
56] Anno 1631 Groningam (ad uberiores in studiis progressus faciendos) commigravit (In 1631 is hij naar Groningen verhuisd, om rijkere vorderingen in de studie te maken).
Anno 1637 mense aprili in patria academia gradus doctoratus est consecutus (In april 1637 heeft hij aan de provinciale hogeschool de doctorsgraad behaald).
Verschijnt op het raadhuis 1 mei en 11 nov. 1627 met (zijn zuster) Impckjen M.; hun ouders zijn Anthoon de M. en Agatha van Velsen (Certificatiebk II, p. 254, 270).
Advokaat 3 mei 1637 (Arch. Hof, MMM). Wegens een onbehoorlijk rekest werd hij door de Raad opgeroepen en veroordeeld tot levering van 4 last rogge 28 mei resp. 8 juni 1641 (Res. boek M 3, p. 151, 154, vgl. 156). Hypotheekakte van zijn moeder, tevens door hem getekend 12 juni 1647 (Hyp. boek 42, f. 63),
AS, nr 2660.
AP, 18 april 1637.

57] ♦ Bernhardus Leuconi anno 1630 mense julii.
Hugo libro 3 de anima: Amabilis socius omnibus est officiosus et nulli onerosus, quia devotus ad Deum, benignus ad proximum, sobrius ad mundum, Domini servus, proximi socius, mundi dominus; superiora habet ad gaudium, aequalia ad consortium, inferiora ad servitium (Beminnelijk is een dienstvaardig en voor niemand lastig metgezel, omdat hij aan God toegewijd is, liefderijk tegenover zijn

29


naaste, matig tegenover de wereld, dienaar van God, meigezel van zijn naaste, meester van de wereld; het hogere dient hem tot vreugde, het gelijke tot gemeenschap, het lagere tot dienstbaarheid).
58] Anno 1632 mense decembri insignia magisterii consecutus est in patriae academia (în december 1632 heeft hij de onderscheiding als magister behaald aan de pro vinciale hogeschool).
Anni 1633 mense octobri ad sacrosanctae theologiae ministerium plaenis docto rum virorum sufragiis admissus est. Et ad functionem ecclesiasticam in Wieuert et Brissert vocatus est anno 1634 (In oktober 1633 is hij met algemene stemmen van godgeleerde mannen tot de H. Dienst toegelaten. En in 1634 is hij tot het kerkelijk ambt beroepen in Wieuwerd en Britswerd).
Anno 1643 vocationem ecclesiae quae colligitur in pago Luitjewierm, sibi able tam acceptavit (In 1643 heeft hij het op hem uitgebrachte beroep van de gemeente die in het dorp Lutjewierum vergadert, aanvaard).
Deinde curam pastoralem ecclesiae Worcumanae acceptavit (Daarna heeft hij het herdersambt in de gemeente Workum aanvaard).
Romein, 350, 353, 389 (B.L. Sylvius).
AS, nr 2667.
AP, 20 dec. 1632.

59] ♦ Hajo Hammama anno 1630 mense junio. Scilicet ingeniis aliqua est concordia junctis Et servat studii foedera quisque sui. Rusticus agricolam, miles fera bella gerentem, Rectorem dubiae navita puppis amat (Natuurlijk is er een zekere verstandhouding tussen verwante geesten, en ieder onderhoudt de banden van zijn eigen vak. De boer houdt van de landbouwer, de soldaat van hem die de woeste oorlog voert, de schipper van de stuurman van het vege schip).
(Pentekening van put met galgen, rad en gevangenis). (Afgesneden, maar nog te vermoeden onderschrift:)
60] Ob contemptum legum ((Geroyeerd) wegens minachting der wetten). Anno 1636 ex approbatione reverendorum dominorum pastorum in classe Doc cumana assidentium candidatus ministerii sancti designatus est (In 1636 is hij met goedkeuring van de aanwezige eerwaarde heren predikanten in de classis Dok kum erkend als candidaat tot de H. Dienst). Processu temporis functio ecclesiastica in pago Oostermeer etc. ipsi est demanda
ta (Na verloop van tijd is hem het kerkelijk ambt in het dorp Oostermeer ca. opgedragen).
Hayo Hammama, predikant, en Hester Sta(a)phorst, beide te Leeuwarden, ond, U maart, tr. 22 april 1638] Komein, 102, 139 (H. Joachim H.).
AS, M. 2427.

30


61] ♦ Heynsius Julii Faber anno 1630 mense octobris.
Fide Deo, diffide tibi, fac propria, castas
Funde preces, paucis utere, magna fuge,
Multa audi, dic pauca, tace abdita, scito minori
Parcere, majori cedere, ferre parem,
Tolle moras, mirare nihil, contemne caduca,
Disce pati et Christo vivere, disce mori (Vertrouw op God, niet op jezelf, doe je eigen zaken, stort vrome gebeden, gebruik weinig, vermijd grootheid, luister veel, zeg weinig, zwijg over geheimen, weet je mindere te ontzien, voor je meerdere te wijken, je gelijke te verdragen, ruim hindernissen uit de weg, verbaas je over niets, veracht het vergankelijke, leer te lijden en voor Christus te leven, leer te sterven).
62] Anno 1633 mense aprili suis patriaeque non sine utriusque insigni detrimento ereptus in Domino expiravit et in templo pagi Oenkerck honorifice sepultus est (In april 1633 is hij aan de zijnen en het land ontrukt, een belangrijk verlies voor beide, in de Heer gestorven en eervol in de dorpskerk te Oenkerk begraven).
AS, nr 2671.

63] ♦ Regnerus Jepema. Anno 1631 mense majo.
Plutarchus: Praecipuum juventutis honestamentum est ut in lingua silentium, in animo temperantiam, in vultu autem pudorem habeat (Het voornaamste sieraad der jeugd is met de tong het stilzwijgen, met de geest de zelfbeheersing en vooral
met het gelaat de bescheidenheid te bewaren). La splendeur de l'un est l'ardeur de l'aultre (De roem van de een is (oorzaak van)
de ijver van de ander).
Symbolum: Virtuti fortuna comes nunquam defuit (Aan de deugd heeft het geluk
als metgezel nooit ontbroken).
Ab instituto collegio praese octavus (Van de instelling van het genootschap af de achste voorzitter).
64] Anno 1634 studiorum causa Groningam commigravit (In 1634 is hij om wille van zijn studie naar Groningen verhuisd).
Anno 1637 mense majo in patria academia non exigua cum laude gradum doctoralem est adeptus (In mei 1637 heeft hij aan de provinciale hogeschool met niet geringe lof de doctorsgraad behaald).
Advokaat 13 juni 1637 (Archief Hof, MMM). AS, nr 2726.
AP, 10 mei 1637.

65] ♦ Gilbertus Verspeeck. Anno 1631 mense majo. Cicero: Nemini fidendum nisi cum quo prius modium salis absumpseris: ingenium enim hominis recte perspici non potest nisi convictu diurno (Niemand moet vertrouwd worden dan met wie je tevoren een schepel zout hebt opgemaakt, want

31


iemands karakter kan niet doorschouwd worden dan door dagelijkse omgang). Symbolum: Virtute ambire oportet, non fautoribus (Men moet carrière maken door deugd, niet door begunstigers).
66] Anno 1633 Groningam invisit (In 1633 heeft hij (de hogeschool te) Groningen bezocht).
Anno 1637 secretarius territorii quod vocatur Winbritzeradeel, factus est (In 1637 is hij secretaris van het gebied, dat Wymbritseradeel genoemd wordt, geworden).
Merckius (lees: Gilbertus, zie ben.), z.v. Merck Merckus Voorspieck, ged. 6 juli 1614. Gilbertus Verspeeck van Leeuwarden burger van Sneek 8 juli 1650.
NGS, 44.
Wijnaendts, Scheltinga, 47.
A. van der Minne in VF XXXVI, 45 vv.
AS, nr 2733.

67] ♦ Petrus Jongestall anno 1631 mense majo.
Anselmus: Justitia est animi libertas tribuens unicuique suam proprietatem, majori reverentiam, pari concordiam, minori disciplinam, Deo obedientiam, sibi sanctimoniam, inimico patientiam, egens operosam misericordiam (Rechtvaardigheid is de vrijheid van de geest, die aan ieder geeft wat hem toekomt, aan de meerdere eerbied, aan de gelijke goede verstandhouding, aan de ondergeschikte tucht, aan God gehoorzaamheid, aan zichzelf deugd, aan de vijand geduld en die het moeilijke medelijden mist).
68] Anno 1634 Lugdunum Batavorum se contulit et in Gallias eodem anno studiorum causa profectus est ibidemque doctoratus gradum adeptus est (In 1634 heeft hij zich naar Leiden begeven, is in hetzelfde jaar om wille van zijn studie naar Frankrijk vertrokken en heeft daarbij de doktorsgraad behaald).
Anno 1637 a patruo in filium adoptatus in suprema curia munus senatorium obtinuit (In 1637 is hij door zijn oom als zoon aangenomen en heeft het ambt van raadsheer in het Hof verworven).
Anno 1649 in curatorem celeberrimae academiae Franequeranae ab illustribus et praepotentibus ordinibus Frisiae electus est (In 1649 is hij door de E.M. Staten van Friesland tot curator van de drukbezochte Franeker hogeschool gekozen).
Advokaat 1 sept. 1635, raadsheer, † 9 nov. 1676 (Allardus P. v.J., Arch. Hof, MMM).
Stb. I, 148, 2e gen. 1; II, 92 aant. 5.
Greydanus, 133. AS, nr 2713.

69] ♦ Henricus Neuhusius anno 1631 mense majo.
Orando et laborando (Door bidden en werken).
70] Anno 1634 Lugduni Batavorum aliquandiu vixit postque ad uberiores in studiis
fructus consequendos Gallias petiit ibique Aureliis gradum doctoratus consecutes est 1635 (In 1634 heeft hij enige tijd te Leiden gewoond, is daarna om rijkere

32


vruchten in zijn studie te verkrijgen naar Frankrijk gegaan en heeft daar te Orléans de doctorsgraad behaald in 1635).
Advokaat 9 febr. 1636, advokaat van het krijgsgerecht, oudste advokaat, assessor (Arch. Hof, MMM).
Dr H.N., advokaat voor het Hof, en Margareta Hoptilla ond. 18 juli, 3de procl. 2 aug. 1640.
Hypotheekakten te hunnen laste van 4 mei en 7 sept. 1648, de eerste gecasseerd 11 mei 1650, en een te zijnen gunste van 11 mei 1649, geroyeerd 30 april 1651 (Hyp. boek 42, f. 143 vº, 19 vº, 209 vº).
Stb. I, 222, 5de gen. 1; II, 149 aant. 15. G.A. Wumkes in NNBW IX, 712.
EvF, 409.
AS, nr. 2774.

71] ♦ Dodonaeus Kolde 1631 3/5 mense. Ut in flumine unda undam trudit nec revocas elapsam, sic in tempore dies diem nec reparas amissam (Zoals in een rivier de ene golf de andere voortdrijft en je haar, als ze voortgegleden is, niet terugroept, zo (volgt) in de tijd de ene dag de
andere, en een verlorene krijg je niet terug). Πόνος εὐκλείας πατηρ κὴ πολυ τελέσατον ἀνάλωμα χρόνος (Arbeid is de vader van roem naar de mate van de tijd die aan het totstandbrengen besteed is).
Mens pia, mens hilaris, mens libera et artis amatrix,
Haec sunt divitiae quas studiosus habet (Een plichtsgetrouwe geest, een opgeruimde geest, een vrije geest die van de wetenschap houdt, dit zijn de rijkdommen die een student bezit). Symbolum: Perseveranti laurea (Degeen die volhardt, (wacht) de lauwerkrans). Ab instituto collegio praeses sextus (Van de instelling van het genootschap af de zesde voorzitter).
72] Anno 1639 studiorum causa in Galliam abiit (In 1639 is hij om wille van zijn studie naar Frankrijk vertrokken).
Summa cum laude doctor creatus est et Bolswardiae habitaculum sumpsit (Met de hoogste lof is hij tot doctor gepromoveerd en heeft zijn woonplaats te Bolsward gekozen).
Advokaat 10 febr. 1643, burgemeester van Bolsward (Arch. Hof, MMM). AS, nr 2734.

73] ♦ Wiglius Eduardi ab Hannia anno 1631 mense majo
Cicero: Est hominis ingenui et liberaliter educati velle bene audire a parentibus, a propinquis, a bonis etiam viris, et futurae post mortem etiam famae propter rem, etiam detracto usu, consulendum est (Het is eigen aan een edel en beschaafd opgevoed persoon goed te willen luisteren naar zijn ouders, naar zijn verwanten en ook naar goede mannen, en men moet zorgen voor zijn goede naam, die ook na de dood blijft bestaan, om de zaak zelf, ook afgezien van haar nut).

33


74] Anno 1635 Groningam studiorum causa se contulit (In 1635 heeft hij zich om wil. le van de studie naar Groningen begeven). Jam autem militiam amplexus in ea honorem capitanei primum consecutus est (Vervolgens echter begaf hij zich in krijgsdienst en behaalde daarin vooreerst de rang van kapitein).
Vigle Hania lidmaat 4 jan. 1650.
W. Tsj. Vleer, De Hania's en Hanja's, 11.
Gen. Jb. 1966, 90.
AS, nr 2739.

75] ♦ Joannes a Glinstra anno 1631 mense augusto.
Amicitiarum jura non fide, sed successu ponderantur (Het recht op vriendschap wordt niet naar de trouw, maar naar het voordeel afgewogen).
76] Anno 1634 Leydam studiorum gratia profectus est (In 1634 is hij om wille van zijn studie naar Leiden vertrokken).
Anno 1636 ad uberius excolenda et promovenda studia Gallicas academias adiit (In 1636 heeft hij, om zijn studie met meer vrucht te volmaken en te bevorderen, zich naar hogescholen in Frankrijk begeven).
Anno 1638 urbis nostrae patriae scabinus summa cum laude factus est. Postea a suprema Frisiae curia senator electus est (In 1638 is hij met de hoogste lof tot schepen van onze vaderstad gekozen. Daarna is hij tot raadsheer in het Hof van Friesland gekozen).
Advokaat 29 jan. 1638, raadsheer, 120 okt. 1678 (Arch. Hof, MMM).
Dr Johannes Glinstra lidmaat 5 april 1639, onder de erfgenamen van Oets Impkes, die een huis aan de Nieuwestad verkopen 1 mei 1640 (Gr. Consentbk. 215).
Dr Joannes G., schepen en pensionaris van Leeuwarden, en Jacomina van Lijcklama ond. 30 juli, att. 16 aug. 1642.
Akte van borgstelling voor een door hem c.s. gekochte sate te Akkrum 11 mei 1649 (Нур.boek 42, f. 130).
Hypotheekakte ten gunste van hem en zijn vrouw 16 febr. 1669, gecasseerd 28 dec. 1670 (Hyp. boek 62, f. 21 v⁰).
idem ten gunste van zijn weduwe 18 sept. 1690 (Hyp. boek 82, f. 71).
NH, 40.
Stb. I, 257, 2de gen. 2; II, 174, aant. 6.
G.A. Wumkes in NNBW, IX, 291.
Greydanus, 110, 114, 196 v.
EvF, 321.
Gen. Jb. 1966, 93 v.
AS, nr 2780.

77] ♦ Joannes Petri 1631 mense majo.
Nemo fere credit nisi ei quem fidelem putat. Perditissimi est igitur hominis simul et amicitiam dissolvere et fallere eum qui laesus non esset nisi credidisset (Bijna niemand gelooft (een ander) dan die hij betrouwbaar acht. Het is daarom het

34


kenmerk van een zeer verdorven mens zowel de vriendschap te verbreken als degene te bedriegen die niet benadeeld zou zijn als hij niet geloofd had).
(Pentekening van een put met galgen en rad met onderschrift:)
78] Ob contemptum legum et inhonorum discessum ((Geroyeerd) wegens minachting der wetten en eerloos vertrek).
Joannes Petri Bechius, theologisch candidaat, geb. Leeuwarden, en Tietje Tammerus Baerdt van IJlst, ond. 6 febr., 3de procl. 21 febr. 1636. Kinderen: Sara, geb. c. 1637; Petrus, geb. c. 1638, stud. Franeker 6 jan. 1664, pred. te Heeg 1666-1670; Auckjen, geb. c. 1643, x Franeker 20 sept. 1671 Rudolphus Petri, ged. 4 sept. 1642, ontvanger-gen, der Vijfdelen Zeedijken binnendijks 1699; Sybrandus, geb. c. 1645, stud. Franeker 6 jan. 1664, adv. 1668, x Yda (van) Kijl(l); Abraham, geb. c. 1649, stud. Franeker 11 mei 1664, adv. 1671, x 1674 Antje Taecama; Eva, geb. c. 1649, x 1672 Gerardus Sevenhuysen, luit. inf.
Romein, 382, 632.
AS, nr 2704.
Gen. Jb. 1972, 52.

79] ♦ Godefridus Sibrandides 1632 mense februario. Invia virtuti nulla est via (Geen weg is onbegaanbaar voor de deugd).
80] Mense majo anni 1633 studiorum promovendorum gratia in Gallias profectus est ibidemque in utroque jure doctoratus insignia adeptus est (In mei 1633 is hij ter bevordering van zijn studie naar Frankrijk vertrokken en heeft daar zijn bul als doctor in de beide rechten behaald).
Anno 1639 mense majo inclitae urbis paternae a secretis designatus est (In mei 1639 is hij tot secretaris van zijn roemrijke vaderstad benoemd).
AS, nr 2812.

81] ♦ Gerardus Radijs anno 1632 mense februario.
Ovidius: Fata manent omneis, omneis expectat avarus Portitor et turbae vix satis una ratis; Tendimus huc omnes, metam properamus ad unam;
Omnia sub leges mors vocat atra suas (De dood wacht allen, allen wacht de inhalige tollenaar en voor de menigte is één schip nauwelijks voldoende; hierheen zijn we allen op weg, wij haasten ons naar één eindstreep; alles roept de zwarte dood onder zijn wetten).
Anno 1634 mense majo Groningam studiorum (causa) invisit (In mei 1634 heeft hij om wille van zijn studie Groningen bezocht).
82] Redux autem satellitum senatus provincialis capitaneus designatus est (Na zijn terugkeer echter is hij tot hoofdman der bedienden (eerste deurwaarder?) van het provinciale Hof benoemd). Anno 1657 fiscus provincialis est designatus (In 1657] is hij tot provinciaal procureur-generaal benoemd).
Anno 1657 peracto vitae curriculo ad patres secessit (In 1657 heeft hij zijn levensloop volbracht en is tot zijn vaderen gegaan).

35


Gerrit R., ged. 29 jan. 1612, z.v. Gerrit Gerrydts (subst. procureur-generaal) en Auck Ritskes, subst. procureur-generaal 1637-1657, x le 22 nov. 1640 Aefke Bartels te Leeuwar den, †1655; x 2e (ond. 29 dec. 1655, 3de procl. 6 jan.) 1656 Grietje Brants van Buitenpost. Uit het Iste huwelijk: Bartel, ged. 28 aug. 1642; Antje, ged. 15 dec. 1644; Gerrydt, ged. 14 maart 1647; Harmanis, ged. 14 dec. 1651; Harmanus, ged, 5 april 1654; Johannis, ged, 8 juni 1655.
Hypotheekakten te zijnen laste 19 juni 1629 en 25 jan. 1631, gecasseerd 2 febr. resp. 30 mei 1632 (Hyp. boek 25, f. 123 vº, 117 vº).
Tot boete veroordeeld 17 febr. 1638 (Res. boek M 4, p. 250). Verkoopt met zijn mede-erf. genamen een huis in het Droevendal 19 dec. 1643 (Certificatiebk II, p. 431).
NR. 13.
AS, nr 2809.
Mensen van vroeger II, 221.

83] ♦ Pibo a Doma anno 1631 mense majo.
Nulla minantis auctoritas apud liberos est (Bij vrije mensen heeft iemand die dreigt, geen gezag).
84] Anno 1634 Lugdunum Batavorum studiorum gratia petiit (In 1634 heeft hij zich om wille van zijn studie naar Leiden begeven).
Anno 1636 in supradicta academia gradum doctoratus non exiguo cum applausu doctorum adeptus est. Deinde conjugii nexu se copulavit (In 1636 heeft hij aan bovengenoemde hogeschool met niet geringe lof van zijn leermeesters de doctorsgraad behaald. Daarna heeft hij zich in het huwelijk verbonden.)
Anno 1651 delegatus ad comitia Hagae Comitis extraordinarie celebrata cumque ibi summa cum laude res suas peregisset, secretarii et pensionarii generalis Frisiae munus obtinuit (In 1651 afgevaardigd naar de buitengewoon drukbezochte vergadering te 's-Gravenhage en omdat hij daar zijn zaken hoogst verdienstelijk had verricht, heeft hij het ambt van secretaris en algemeen pensionaris van Friesland verkregen).
Anno 1666 ab illustribus et praepotentibus Frisiae patriae ordinibus senator coram curia suprema creatus est (In 1666 is hij door de E.M. Staten van zijn vaderland Friesland tot raadsheer in het Hof benoemd).
Advokaat 4 mei 1637, secretaris van 't land, landsadvokaat, raadsheer (Arch. Hof. MMM).
Pibo van Doma, secretaris der Staten van Friesland, en Josina van Aysma, wed. dr Gualtherus Gualtheri, ond. 6, att. 15 jan. 1655.
P. v. D., secretaris der Landschap, en j. Tet van Jeltinga op Camstrastate te Wirdum ond. 11, att. 20 okt. 1666.
Pibo van Doma lidmaat m. att. 16 april 1658.
Grafschrift: LB 184 III, 82; 185 IV, 47.
NH, 43.
Stb. I, 352, 4de gen. 4; II, 243 aant. 14. Wijnaendts, Scheltinga, 73 v.
Gen. Jb. 1956, 60 v.; 1961, 50. GN 1959, 66.
AS, nr 2740.

36


85] ♦ Gerardus Reen anno 1632 mense majo.
Lipsius Centuria 2: Ut in cythara, si vel unica fides discrepat, concentus et harmonia tota perit, sic justitia, si in uno aliquo delinquat (Zoals bij het citerspel, als maar één instrument vals klinkt, de hele samenklank en harmonie verloren gaat, evenzo de rechtvaardigheid, als zij in een enkel geval faalt).
86] Anno 1633 mense decembri Leovardiam petiit (In december 1633 heeft hij zich naar Leeuwarden begeven).
Zijn familie: Stb. I, 299; II, 201. AS, nr 2829.

87] ♦ Joannes Auconides Schierhusius anno 1632 mense majo.
Cicero: Fundamentum perpetuae commendationis et famae est justitia, sine qua nihil esse potest laudabile (De grondslag van blijvende aanbeveling en goede naam is de rechtvaardigheid, zonder welke niets prijzenswaardig kan zijn).
88] Ab instituto collegio praeses septimus (Van de instelling van het genootschap af de zevende voorzitter). Anno 1636 mense majo Trajectum ad Rhenum petiit (In mei 1636 heeft hij zich
naar Utrecht begeven).
Anno 1637 Lugdunum Batavorum profectus est ibidemque juris utriusque doctoratu coronatus est (In 1637 is hij naar Leiden vertrokken en is daar met het doctoraat in beide rechten onderscheiden).
Anno 1643 secretarii munere territorii dicti Hallum potitus (In 1643 heeft hij het ambt van secretaris van het gebied dat Hallum heet (de grietenij Ferwerderadeel), verworven).
Anno 1657 pie in Domino denatus est (In 1637 is hij godvruchtig in de Heer overleden).
Advokaat 10 mei 1637, secretaris van Ferwerderadeel (Arch. Hof, MMM).
Een hypotheekakte te zijnen gunste 2 juni 1652 (vgl. Hyp.boek op 16 juni 1655).
AS, nr 2849.

89] ♦ Wibrandus Augustini Itsma anno 1632 mense majo.
Cicero: Duae sunt artes quae possunt locare homines in amplissimo gradu dignitatis: una imperatoris, altera oratoris boni; ab hoc enim pacis ornamenta retinentur, ab illo belli pericula repelluntur (Er zijn twee bekwaamheden die de mensen tot de hoogste trap van waardigheid kunnen brengen: de ene van opperbevelhebber, de andere van een goede redenaar, want door laatstgenoemde wordt de schoonheid van de vrede bewaard, door de eerstgenoemde het gevaar van de oorlog verdreven).
Symbolum: Virtutem venerare et venare (De deugd vereren en najagen).
90] Mense majo anni 1634 Groningam abiit ad uberiores in studiis profectus consequendos (In mei 1631 is hij naar Groningen vertrokken, om vruchtbaarder vorderingen in zijn studie te bereiken).

37


Anno 1638 patriae urbis scabinus electus est (In 1638 is hij tot schepen van zijn vaderstad gekozen).
Postea vero in consulem et illustrium Frisiae ordinum delegatum designatus (Later echter is hij tot burgemeester en afgevaardigde van de E.M. Staten van Friesland benoemd).
Anno 1654 finem vitae fecit (In 1654 heeft hij zijn leven beëindigd).
Wibrandus Itsma, vaandrig der burgerij, en Lam(p)cke Gabbema te Leeuwarden x 22 jan. 1637.
23 april 1638 kopen zij van zijn neef Pijtter Wibes van een sate te Kollum (Hyp.boek 32, f. 73 vº).
Wibrandus Itsma lidmaat 20 okt. 1643.
Grafschrift: LB 185, V, 133.
AS, nr 2860,
Engels, 33, 35, 94.
Kalma, Cl. Fr., 195.

91] ♦ Duco a Jeltinga anno 1632 mense septembri.
Justus Lipsius: Sine justitia vivere inter nos, id est in societate, non licet, nam vinculum est et, ut sic dicam, coagulum; solve, dissipamur et ut ferae solitariae vagamur (Zonder rechtvaardigheid kunnen wij met elkaar, d.i. in de maatschappij niet leven, want zij is de band en om zo te zeggen het stremsel; neem haar weg en wij zwerven rond als eenzelvige wilde dieren).
92] Symbolum: Multa pretentibus multa desunt (Wie veel verlangt, mist veel).
Anno 1634 in Gallias se contulit (In 1634 heeft hij zich naar Frankrijk begeven). Redux vitam cum morte commutavit (Na zijn terugkeer heeft hij het tijdelijke met het eeuwige verwisseld).
Duco Jeltingha lidmaat 17 sept. 1637.
Duco van Jeltinga en Trijnke van Wygara te Sneek x 15 april 1638.
Stb. I, 231, 5de gen. 3; II, 157 aant. 21. AS, nr 2902.

93] ♦ Joannes Eliae Voss anno 1632 mense majo. Ovidius: Ardua molimur, sed nulla nisi ardua vincunt; Difficilis nostra poscitur arte labor (Moeilijke dingen ondernemen wij, maar slechts wat met moeite tot stand gebracht is, wint het; moeitevolle arbeid wordt vereist door ons talent).

38


94] Anno 1636 mense majo in Groningana academia studia sua ulterius colere instituit. (In mei 1636 heeft hij besloten zijn studie aan de Groninger hogeschool voort te zetten).
Anno 1639 Lugduni Batavorum sacrosanctae medicinae doctor renuntiatus est (In 1639 is hij te Leiden tot doctor in de heilige geneeskunde verklaard). Anno 1649 acuta febri correptus vivere desiit (In 1649 is hij door een hevige koorts aangetast en heeft zijn leven beëindigd).
95] ♦ Gaspar a Campen anno 1632 mense aprili.
Virgilius: Fronti nulla fides (Aan het gelaat is geen vertrouwen (te hechten)).
Promovendi studiorum curriculi gratia academias Gallicas invisit anno 1633 mense majo (In mei 1633 heeft hij Franse hogescholen bezocht, om de loop van zijn studie voort te zetten).
In utroque jure doctoratus insignibus cohonestatus maxima cum laude intimoque desiderio a patria suisque receptus est mense julio (Nadat hij met de onderscheiding van het doctoraat in de beide rechten was vereerd, is hij in juli met de hoogste lof en innig verlangen door zijn land en de zijnen terug ontvangen).
Advokaat 3 sept. 1633, oudste advokaat, † 18 sept. 1680 (Arch. Hof, MMM).
Dr Gaspar van Campen, advokaat voor het Hof, en Jayke Siccaama, beide te Leeuwarden, x stadhuis 2 mei 1640.
Dr Gaspar van Campen burger 1640.
In de boedelscheiding tussen de erfgenamen van Joannes Nicolai d.d. 19 mei 1665 onder
de passiva salaris voor advokaat Campen (Weesbk X 12, f. 25). Hypotheekakte t.g.v. dr G.v.C. cum uxore 14 sept. 1674 (Hyp.boek 82, f. 80 v°).
Dr Eelckema uit naam van de erfgenamen van dr Caspar van Campen crediteur van wijlen Nancke Jans (Aut.boek W 11, f. 21).
Stb. II, 240 aant. 74.
Greydanus, 115.
Grafschr. III, 45.
AS, nr 2828.
A.C. Fokkema-Siccama, De Siccama's, 441 v., 444.

97] ♦ Nicolaus Nicolai anno 1632 mense majo. Mantuanus; Labor et constantia victrix (Arbeid en standvastigheid overwint). Res age, victor eris (Doe je zaken en je zult overwinnaar zijn).
98] Mense augusto anni 1635 studiorum promovendorum in Gallias profectus est (In
augustus 1635 is hij naar Frankrijk vertrokken, om zijn studie voort te zetten). Anno 1637 juris utriusque doctorali lauro ornatus in patriam rediit (In 1637 is
hij, versierd met de doctorale lauwerkrans in de beide rechten, in het land teruggekeerd).
Anno 1639 vitae forensis pertaesus in coenobium se contulit (In 1639 heeft hij zich, het leven in de rechtszaal moe, in een klooster begeven).
Dr Nicolaus Nicolay, advokaat voor het Hof, en Sjoertje Willemsdr van Franeker x gerecht 30 jan. 1630.
Advokaat 5 sept. 1637, geestelijk (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 2876.

99] ♦ Albertus Hesseli Reen anno 1633 mense maji.
Faelix cui rectos contingit habere sodales
Communi et vitam vivere jure licet (Gelukkig hij wie het te beurt valt deugdzame kameraden te hebben en een leven te leiden volgens het algemeen recht).
100] Anno 1634 se stitit examini theologico sub classe Hiaurana et plenis omnium suf-

39


fragiis admissus est (In 1634 heeft hij zich onderworpen aan het examen in de theologie onder de classis Joure en is met algemene stemmen toegelaten).
Anno 1636 unanimi consensu et suffragiis functionem ecclesiasticarn in pago Wynaem sibi oblatam sumsit (In 1636 heeft hij het kerkelijk ambt in het dorp Winaldum, dat hem met algemene instemming was opgedragen, aanvaard).
Albertus Reen, dienaar des G. Woords, en Gerritje Isaax Cnoop, wed. Baucke Lieuwes
x 6 dec. 1635.
Romein, 205, 345, 363, 415.
G.A. Wumkes in NNBW X, 788.
AS, nr 2558.
Kalma, Cl. Fr., passim.

101] ♦ Martinus Justini Lauermannus 1632 october.
Sunt duo quae faciunt ut queis sit nobilis ars mars:
Major ab arte venit gloria, marte minor (Er zijn twee dingen die maken dat voor sommigen de oorlog een edele kunst is: van een kunst komt groter roem, van oorlog geringer).
Dat Genitor, meruit Genitus firmatque salutem Spiritus; una fides hanc capit, acta probant (De Vader schenkt het heil, de Zoon heeft het verdiend en de (Heilige) Geest bevestigt het; alleen het geloof verkrijgt het, de werken bewijzen het). (Hiernaast drie klavers, 2 en 1).
Symbolum: Deo confisus, nunquam confusus (Wie op God vertrouwt, wordt nooit beschaamd).
Anagramma: In manu Martini sit laurus (De lauwerkrans zij in Martinus' hand). (Hiernaast een arm die een lauwertak in de hand houdt).
102] Anno 1640 ab accademia discedens paedagogiam in pago Beers suscepit (In 1640 heeft hij de hogeschool verlaten en het schoolmeestersambt in het dorp Beers aanvaard).
Anno 1642 functionem ecclesiasticam arripuit in pago Nieubrongerga (In 1642 heeft hij het kerkelijk ambt in het dorp Nieuw-Brongerga verkregen).
Postea vero functionem ecclesiasticam arripuit in pago Husum et anno 1658 ibi vivere desiit (Later echter heeft hij het kerkelijk ambt in het dorp Huizum verkre gen en heeft daar in 1658 zijn leven beëindigd).
Martinus Laurman, lidmaat 22 febr. 1640.
Romein, 46, 578.
Zijn familie: NP XI, 136.
AS, nr 2845.

103] ♦ Otto Sierxma mense novembri anno 1632.
Terentius: Tu pol, si sapis, quod scis, nescias (Waarachtig, als jij wijs bent, moet je (a.h.w.) niet weten wat je weet).
104] Decimus collegii praetor (De tiende voorzitter van het genootschap). Anno 1634 Groningam invisit (In 1634 heeft hij Groningen bezocht).

40


Anno 1639 Leidam profectus in utroque jure doctor renunciatus est (In 1639 is hij naar Leiden vertrokken en (daar) tot doctor in de beide rechten verklaard).
Anno 1643 in initio recens conjugatus in Domino obdormivit (In het begin van 1643 is hij, nog maar kort getrouwd, in de Heer ontslapen).
Advokaat 3 sept. 1639 (Arch. Hof, MMM). Dr O. Sierxma, advokaat voor het Hof, en Tzjetske F(V)ryelsma te Bolsward x 22 dec. 1639. Dochter: Grijttje, ged. 9 sept. 1640.
Stb. I, 354, 7de gen. 1; II, 246, aant. 18.
AS, nr 2911.

105] ♦ Christophorus Munsterus anno 1632 mense novembri. Seneca in Thyeste: Quem dies vidit veniens superbum, Hunc dies vidit fugiens jacenten: Nemo confidat nimium secundis, Nemo desperet meliora lapsis (Wie de komende dag trots overeind ziet, die ziet de heenspoedende dag machteloos neerliggen; laat (dus) niemand tezeer vertrouwen op voorspoed, laat niemand wanhopen aan het betere in het ongeluk).
Symbolum: Pejor est bello timor ipse belli (Erger dan oorlog is alleen al de vrees voor oorlog).
106] Anno 1639 examen theologicum coram professoribus magna cum laude sustinuit (In 1639 heeft hij bij de hoogleraren met grote lof het examen in de theologie ondergaan).
Anno 1640 ad munus ecclesiasticum in Himmelum et Oldephart vocatus est (In
1640 is hij tot het kerkelijk ambt in Hemelumer Oldeferd beroepen). Anno 1642 mense januarii virginem in thori sui sociam recepit (In januari 1642 heeft hij een meisje tot zijn echtgenote genomen).
Anno 1651 philosophia professor creatus (In 1651 tot hoogleraar in de wijsbegeerte benoemd).
Anno 1656 mense junio a nobilissimo senatu academico hujus celeberrimae academiae rector magnificus creatus IX Calendas Apriles animam divinitus receptam hora nona vespertina reddidit (Na in juni 1656 door de zeer edele akademische senaat van deze zeer drukbezochte hogeschool tot rector magnificus te zijn gekozen, gaf hij op 24 maart (1660) zijn van God ontvangen ziel om 9 uur
's avonds terug).
Romein, 418.
Greydanus, passim.
F.S. Knipscheer in NNBW X, 657.
EvF, 480.
AS, nr 2907.
AP, 8 juli 1651.

41


107] ♦ Hansonius Huss anno 1627.
Vive diu, sed vive deo, nam vivere mundo Mortus opus, vitae est vivere vita Deo (Leef lang, maar leef voor God, want leven voor de wereld is een werk van de dood, leven voor God is een leven voor het (eeuwige) leven).
Seneca: Nemo tam divos habuit faventes, Crastinum ut possit sibi polliceri:
Res Deus nostras celeri citatas turbine versat (Niemand heeft de goden zozeer als begunstigers, dat hij zichzelf kan beloven wat morgen zal gebeuren, (want) de Godheid draait onze voortgedreven lotgevallen rond in een snelle werveling).
108] Pietas ad omnia utilis (Plichtsgevoel is dienstig voor alles).
Anno 1632 vocatus Hindlopiam ibidemque scholae praeest (In 1632 is hij naar Hindelopen geroepen en staat daar aan het hoofd van de (Latijnse) school).
De magistraat besluit aan dr Joh. Bogermannus, rector magnificus, te schrijven om informatie over leven en studie van Hans Huss 28 juni 1637 (Res. boek M 4, 205). Zijn pensie ontzegd 4 sept. (ib., 209) en weer voor een jaar toegestaan 6 okt. (ib., 213). Besloten te vernemen of de pensie vacant is 27 juli 1638 (ib., 276), geen pensie te betalen en i.p.v. Huss Mellius Aegidius (zie 181) als alumnus aan te nemen 12 okt. (ib., 283). AS, nrs 2475, 2959.

109] ♦ Hesselus Gerardi Samplonius anno 1632 mense majo.
Plutarchus in Politica: Anaxagora publice decretis honoribus animo magno repudiatis, id sibi omnino postulasse commemoratur, ut quo die mortem obiret, pueris qui disciplinis et artibus operam darent, permitterentur feritatis otia et ludi. Sensit enim vir doctissimus ingenia adolescentium nimio studio frangi, refocillatione autem aut recreatione ad novos labores agiliores fieri (Van Anaxagoras wordt vermeld, dat hij de eerbewijzen die hem van staatswege toegekend waren, afwees en voor zichzelf slechts dit verlangde, dat op de dag dat hij zou overlijden, aan de kinderen die hun best deden in praktische en edele wetenschappen, vrij zou worden gegeven voor woestheid (waarsch, bedoeld: vakantie). Deze grote geleerde was nl. van mening, dat de geest der jongelui door teveel studie werd gebroken, maar door verkwikking of ontspanning bedrijviger zou worden voor nieuwe arbeid).
110] Anno 1632 in classe Franekerana examen theologicum sustinuit cumque populari suo Henrico Domna ad ministerium admissus est, duobus aliis interim suspensis (In 1632 heeft hij in de classis Franeker het examen in de theologie ondergaan en is met zijn stadgenoot H.D. tot de dienst toegelaten, terwijl twee anderen voorlopig onbeslist gelaten zijn).
Anno sequenti functionem ecclesiasticam unanimi consensu sibi oblatam in pago Molquerum arripuit (Het jaar daarop heeft hij het kerkelijk ambt in het dorp Molkwerum, dat hem met algemene stemmen werd opgedragen, verkregen).
43
Anno 1641 functionem ab ecclesia quae colligitur in pago Collum, oblatam accepit (In 1641 heeft hij het ambt dat hem werd opgedragen door de gemeente die te Kollum vergaderd wordt, aanvaard).
Deinde ecclesiastes Doccumanus creatus est (Daarna is hij tot predikant te Dokkum gekozen).
Ged. 18 aug. 1616, z.v. Geert Hessels en Impcke Kienesdr.
Impcke Kienes, wed. Geert Hessels (stadskoopmansbode van Leeuwarden op Amsterdam), en haar kinderen, w.o. Hesselus en Johannes S. (zie 193), verkopen het door hen bewoonde huis de Witte Vos in de Grote Hoogstraat 12 juni 1656 (Gr. Consentboek, 8 mei 1657).
Hesselus en Joannis S. en hun broers en zusters verkopen een huis in de Nieuwesteeg, door hun ouders G.H. en I.K. metter dood ontruimd 13 febr. 1665 (Gr. Consentbk, 21 april
1665). Stb. I1, 245 aant. 15.
Romein, 405, 453, 494; Van Veen, 51.
G.A. Wumkes in NNBW X, 868.
EvF, 563.
AS, nr 2847.
Kalma, Cl. Fr., 33, 36.

111] ♦ Fredericus Olma mense martio 1633.
Lipsius: Modestia est altrix virtutis et verae famae (Bescheidenheid is de voedster der deugd en van de ware roem). Instituti collegii praeses nonus (Van de instelling van het genootschap af de negende voorzitter).
112] Anno 1638 in patria academia publice in utroque jure coronatus est (In 1638 is hij aan de provinciale hogeschool in het openbaar in beide rechten gepromoveerd).
Dr Fredericus Olma lidmaat 22 dec. 1639.
Advokaat 26 april 1638 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 2915.

113] ♦ Laurentius a Metz 1633 mense majo.
Antisthenes: Concordia fratrum est quovis muro firmius munimentum (De eendracht der gebroeders is in alle opzichten een beschutting, sterker dan een muur). Anno 1635 ad excolenda faelicius studia in Drenthia Meppel adivit, cum ibidem vir longe celeberrimus dominus doctor Cornelius Pijnacker moraretur (In 1635 ging hij naar Meppel in Drente, om zijn studie vruchtbaarder te volmaken, aangezien daar toen de meest gevierde man, de heer dr C.P. woonde).
114] Anno 1638 Franequerae publice juris utriusque doctor designatus est (In 1638 is hij te Franeker in het openbaar tot doctor in de beide rechten verklaard). Postea in Domino obdormivit (Later is hij in de Heer ontslapen).
Advokaat 26 april 1638 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 2941.

44


115] ♦ Gerhardus Nicolaides mense majo 1633 Leovardiensis Frisius. Ovidius: Nox et amor vinumque nihil moderabile suadent (Nacht, liefde en wijn brengen tot onmatigheid). Virtus post fata superstes (Deugd overleeft na je dood).
116] Anno 1638 Franifae publice gradibus doctoratus ornatus est (In 1638 is hij te Franeker in het openbaar met de graad van doctor onderscheiden).
Advokaat 30 juli 1638, † 15 mei 1679 (?) (Arch. Hof, MMM).
Dr Gerhardus Nicolaides, advokaat voor het Hof, en Geertje Douwedr van Roordahuizum ond. 29 juli, att. 13 aug. 1648.
Hypotheekakte te zijnen laste 3 sept. 1649 (Hyp.boek 42, f. 189 v°).
Koopmans, 177.
AS, nr 2949.

117] ♦ Hermannus Martinius Leovardiensis Frisius majo mense 1633. Timor Domini janitor animi (De vrees des Heren is de deurwachter van de geest). Anno 1637 mense majo ad uberiores in studiis fructus adquirendos Lugdunum 1637 is hij naar Leiden verhuisd, om rijkere doctor summa cum laude
118] Batavorum commigravit (In mei vruchten in zijn studie te verkrijgen). Ibique cum per aliquot tempus vixisset, juris utriusque coronatus est mense aprili (En nadat hij daar enige tijd had gewoond, is hij in april met de hoogste lof tot doctor in de beide rechten gepromoveerd). Anno 1642 mense februario vitam cum morte commutavit (In februari 1642 heeft hij het tijdelijke met het eeuwige verwisseld).
Advokaat 4 mei 1638 (dr H.M. de Potther) (Arch. Hof, MMM). AS, nr 2954.

119] ♦ Odolphus Hillama mensis maji 16 1633.
Domat omnia virtus (Deugd overwint alles).
120] Anno 1635 mense novembri relicta academia deposuit se Leovardiae (In november 1635 heeft hij de hogeschool verlaten en zich te Leeuwarden gevestigd).
Odulphus Hillama lidmaat 24 aug. 1636.
FVA 1838, 78. . I, 218, 3de gen. 5; II, 143 aant. 8.
Stb AS, nr 2945.

121] ♦ Reinerus Tarquinii anno 1633 mense majo. Lipsius Centuria 1 epistola 78: Ut aromata odorem semper aliquid adfricant tangenti, sic boni et modesti auram aliquam suae virtutis (Zoals reukwerken altijd iets van hun geur afstaan aan wat ermee in aanraking komt, evenzo doen goede en bezonnen mensen met enige zweem van hun deugd).
122] Anno 1638 examen theologicum coram professoribus sustinuit (In 1638 heeft hij
voor de hoogleraren het examen in de theologie ondergaan).
Anno sequenti pastoratum in Oosterzee ex voto civium adeptus est (Het jaar

45


daarna heeft hij het herdersambt in Oosterzee verkregen op grond van de stem ming der inwoners).
Ibidemque matrimonium iniit (En daar is hij in het huwelijk getreden).
De magistraat ontzegt vier stadsalumni, w.o. Reinerus Tarquinii Lanio de pensie, maar zal ze tot mei 1639 betalen 21 dec. 1638 (Res.boek, vgl. 30 nov. 1638).
Romein, 641. AS, nr 2927.

123] ♦ Nicolaus Joannis anno 1633 mense octobri. Rerum exitus metitur prudentia (Ervaring beoordeelt de afloop van zaken).
124] Anno 1637 mense aprilis studiorum gratia Ultrajectum se contulit (In april 1637 heeft hij zich om wille van zijn studie naar Utrecht begeven). Anno 1640 pastor in pago Grouw electus est (In 1640 is hij tot herder in het dorp Grouw gekozen).
Romein, 162 (N.J. Mamminga).
AS, nr 2983.

125] ♦ Abrahamus Mellinga anno 1634 mense majo. Isocrates: Ad obtemperandum necessario haec via est: dicto audientem laudare et honorare, contumacem vero infamia et poena afficere (Tot gehoorzaamheid aan het noodzakelijke is dit de weg: degeen die naar een voorschrift luistert, prij zen en eren, de weerspannige echter smaden en straffen).
126] Anno 1636 studiorum causa Ultrajectum petiit (In 1636 heeft hij zich ter wille van zijn studie naar Utrecht begeven). Anno 1639 Angliam et Gallias invisit ibidemque doctor salutatus est (In 1639 heeft hij Engeland en Frankrijk bezocht en heeft daar de doctorstitel behaald). Anno circiter 1646 judicii militaris praefectus electus est perpetuus (Omstreeks
1646 is hij tot blijvend voorzitter van het krijgsgerecht gekozen).
Anno 1648 vitam cum morte commutavit (In 1648 heeft hij het tijdelijke met het eeuwige verwisseld).
Advokaat 23 juli 1640, gerechtsscholtus (Arch. Hof, MMM). Dr Abrahamus M., advokaat voor het Hof, en IJtske van Ipckema ond. 6, 3de procl. 23 okt. 1642.
Wijnaendts, Scheltinga, 52 v. Gen. Jb. 1965, 36; 1972, 85.
AS, nr 3024.

127] ♦ Arnoldus a Jellama anno 1634 22 septembris. Rebus prospice et extra te aspice et inspice temet, Optima despice, verum perspice, conspice Verbum, Finem respice, mundum despice, suspice caelum (Voorzie in je zaken, zie om je heen en bezie jezelf, zie neer op het beste, doorzie de waarheid en zie op het Woord, zie uit naar je einde, zie neer op de wereld en zie op naar de Hemel).

46


128] Anno 1638 Franekerae privilegia doctorum est consecutus et Leovardiae se contulit ibique matrimonium contraxit (In 1638 heeft hij te Franeker de doctorsbul verworven, zich naar Leeuwarden begeven en daar een huwelijk gesloten).
Advokaat 30 juli 1638, oudste advokaat (Arch. Hof MMM).
A.J., z.v. Dirck Alberts, verkoopt met Hijlck Arnoldi Jellama een huis 12 mei 1646 (Gr. Consentbk 2 maart(!) 1646).
Dr Arnoldus Dircks Jellama, advokaat voor het Hof, en Auckjen Tjeerdtsdr te Leeuwarden ond. 3, 3de procl. 17 sept. 1648.
Na een aantal getuigenverklaringen (Inf.boek C 1, p. 305-307) werd hij wegens kwalijke bejegening van de pres.-burgemeester Gayckema veroordeeld tot ƒ 25 boete en hem de praktijk voor het stadsgerecht verboden 7 febr. 1667 (Res.boek M 9, p. 134).
AS, nr 3085.

129] ♦ Anno 1634 mense octobri 10 Joannes Versteveren subscripsit.
Inscripti nomina regum flores (De roem der koningen is de hun toegeschreven bloei).
130] Anno 1635 artem cum marte commutavit (In 1635 heeft hij de wetenschap voor de krijgsdienst verwisseld).
Procursu temporis ob egregia in bello facinora a dominis Frisiae ordinibus officio militari haud infimo condecoratus est (In de loop van de tijd is hij wegens zijn uitmuntende krijgsdaden door de heren Staten van Friesland vereerd met een niet gering militair ambt).
***Jan Versteveren, luitenant van kap. Tjalling van Sixma, en Catharina Slijp ond. 17, att. 25 april 1646.
Overdracht door (kap.) Homme van Bruynsma (van zijn ambt) op zijn luitenant Johan V. goedgekeurd 21 aug. 1652 (Journaal Ged. Staten G 235, p. 105). AS, nr 3016.

131] ♦ Albertus de Lenz sacrarum litterarum studiosus anno 1632 ingressus academiam (... heeft in 1632 de hogeschool betreden).
Non jacet in molli veneranda scientia lecto
Nec tibi per ventos tosta columba venit (De eerbiedwaardige wetenschap ligt niet in een zacht bed en de gebraden duif komt je niet (toegevlogen) door de winden).
Si quis forte velit jurisconsultus haberi,
Continuet studium, velit a quocunque doceri.
Invigilet nec vincat eum tortura laboris,
Fortior insurgat cunctis receptior horis (Als iemand soms voor een rechtsgeleerde wil worden gehouden, laat hij dan voortdurend studeren, laat hij door iedereen onderricht willen worden. Laat hij zich (daaraan) wijden en laat de marteling van de arbeid hem niet doen bezwijken, laat hij op alle uren sterker en meer verkwikt opstaan).
Symbolum: Lentus in iram ((Kom) langzaam tot toorn).
132] Anno 1636 mense novembri properante fato caelum inivisit (In november 1636 is hij door een haastige dood naar de hemel gegaan).
AS, nr 2859.

47


133] ♦ Jacobus a Marssum 1633 ingressus academiam (... heeft in 1633 de hogeschool betreden).
In libro 2 § 14 capite De vetere jure enucleando: Omnium habere memoriam et penitus in nullo peccare divinitatis magis quam mortalitatis est (Over de verklaring van het oude recht, boek 2, hoofdstuk 14: Aan alles de herinnering bewaren en helemaal in niets zondigen behoort eerder tot de goddelijke natuur dan tot de menselijke).
Ora, labora (Bid en werk).
Anno 1638 in Galliam studiorum causa est profectus (In 1638 is hij om wille van
zijn studie naar Frankrijk vertrokken).
134] Anno 1640 doctoris titulo ornatus in patriam rediit (In 1640 is hij, met de doctorstitel onderscheiden, in het land teruggekeerd).
Advokaat 13 april 1640 (Arch. Hof, MMM; volgens gen. dossier GA: dr J. Hendricks V.M.).
Dr Jacobus van Marssum, advokaat voor het Hof, en Anna (van) Gravius (d.v. dr Marten, grietman van het Bilt, en Geyske Rijcksdr van Os) x 3 april 1642. Kinderen: Jancke,
bovendien: Agniet en Elscke.
ged. 12 febr. 1643; Geyske, ged, 7 febr. 1644; Hendrick, ged. 23 okt. 1648; volgens Stb. Scheiding met zijn broer Aggeus (zie: 169) d.d. 2 jan. 1643 (Hyp.boek 52, f. 129).
Dr Jacobus Marsum lidmaat 9 febr. 1643.
Verkoopt met de erfgenamen van zijn moeder Jantke Benedicti een huis aan de Weaze 12 febr. 1648 (Gr. Consentbk, 22 juni 1649).
Stb. II, 145 aant. 31.
V.d. Veen, Ferwerderadeel, 198.
AS, nr 2985.

135] ♦ Heynsius Hermanni Drogenham anno 1634 7 Kalendas apriles (26 maart 1634).
Lucanus ad Pisonem:
Temporibus servire decet; qui tempora certis
Ponderibus pensabit, eum si bella vocabunt,
Miles erit; si pax positis toga gestiet armis:
Hunc fora pacatum, bellantem castra decebunt (Men behoort rekening te houden
met de omstandigheden; wie de tijden afweegt met vaste gewichten, die zal soldaat zijn als de oorlog hem roept; als de vrede (hem) weer roept, zal zijn burgerpak zich verheugen over het afleggen der wapenen; hem past in vredestijd het
ambtelijke leven, in oorlogstijd het legerkamp).
Symbolum: Vincit qui patitur (Wie verduurt, overwint).
Ab instituto collegio praeses undecimus (Van de instelling van het college af de elfde voorzitter).
136] Anno 1636 cornu illud in usum studiosorum Leowardiensium factum eorumque successoribus ereptum et clam a quopiam diu retentum arte quadam repetiit, feliciter recuperavit suisque popularibus et usui illorum ordinario exhibuit (In 1636 heeft hij de bekende hoorn die ten gebruike van de Leeuwarder studenten was

48


gemaakt, aan hun opvolgers ontroofd en lange tijd heimelijk door iemand achtergehouden, met zekere handigheid weer opgezocht, gelukkigerwijze weer in handen gekregen en aan zijn stadgenoten tot hun rechtmatig gebruik aangeboden).
Anno 1639 adhuc studiosus vocatus est ad functionem ecclesiasticam in pagis Ackerwolde, Feenwolde et Murmwolde, quam cum examen feliciter in classe Doccumana sustinuisset, assumpsit (In 1639 is hij nog als student beroepen tot het kerkelijk ambt in de dorpen Akkerwoude, Veenwouden en Murmerwoude, dat hij, na het examen in de classis Dokkum met goed gevolg te hebben ondergaan, heeft aangenomen).
Anno 1656, dum annos aliquot ecclesiae Dei praefuisset, vivere desiit pestilentiali veneno correptus (In 1656 heeft hij, nadat hij een aantal jaren aan het hoofd van Gods gemeente had gestaan, door het gif van de pest aangetast, zijn leven beëindigd).
Grafschrift: LB 184 III, 23 (x Aeltje Heeres, wed. ds Gossuinus Bondeus). Romein, 461.
Kalma, Cl.Fr., 200.

137] ♦ Henricus Tjallingi Domna anno 1634 12 decembris.
Mulier melle mollior,
Non virgo, sed vorago, Quo nitentior, eo nocentior, Quae dum fovet, sibi favet, Quae dum ridet, rodit, radit, Idque lactanter et latenter (Een vrouw is zachter dan honing, (maar) geen meisje, doch een afgrond, hoe schitterender, des te schuldiger; als ze (je) omarmt, begunstigt ze zichzelf; als ze lacht, knaagt en krabt ze en dat alles bedrieglijk en
verborgen).
138] Anno 1638 ad sacrosanctum ministerium admissus est (In 1638 is hij tot de H. Dienst toegelaten).
Anno 1639 pastor in pago Donjum sine ulla ullius ambitione, rusticorum autem delectu et dilectu suavissimo vocatus munus suum arripuit (In 1639 zonder enige sollicitatie van iemand, maar door de keuze en de zeer innige liefde der landlieden
als herder in het dorp Dongjum beroepen, heeft hij zijn ambt aanvaard).
Anno 1641 ab ecclesia quae colligitur in pago Tzummarum vocatus ministerium ibidem subiit, postquam ante paucos menses vocationem a grietmanno caeterisque incolis in pago Marsum ipsi oblatum ob rationes quasdam recusasset (In 1641 door de gemeente die in het dorp Tjummarum vergaderd wordt, beroepen, heeft hij de dienst aldaar aanvaard, nadat hij weinige maanden tevoren de beroeping door de grietman en de overige inwoners van het dorp Marsum, die hem aangeboden was, om bepaalde redenen had geweigerd).

49


Anno 1647 in pago Collum pastor electus est (In 1647 is hij tot herder in het dorp Kollum gekozen).
Anno 1656 ad pascendas oves quae congregantur Harlingae, vocatus est (In 1656 is hij beroepen om de schapen te weiden die te Harlingen vergaderd worden). 1659 summo cum applausu omnium pastor urbis patriae Leoverdiae electus est (In 1659 is hij met aller instemming tot herder van zijn vaderstad Leeuwarden gekozen).
Henricus, z.v. Tjalling Jaspers (gezworen gemeensman) en Atke Dijes Domna, geb. 1614. Hendricus Domna, predikant te Tjummarum, en Sijtske Popta te Leeuwarden ond. 5
maart, 3de procl. 20 maart 1642.
Hij hertr. v. 1658 Auckjen Bauckes Gerlsma. Kind: Yda, geb. 1665.
Romein, 23, 188, 217, 241, 494.
G.N. 1959, 65, 68.
Roarda, Ut itselde skaci as Greate Pier, 21.
Fokkema-Siccama, de Siccama's, 21.
AS, nr 3006.
Kalma, Cl.Fr., passim.

139] ♦ Justinus Royer sacrarum litterarum studiosus anno 1635 14 aprilis. Ferre mortalia nec perturbari his quae evitare nostrae potestatis non est; in regno nati sumus, Deo parere libertas est. ((Wij moeten) het lot der mensen verdragen en niet in verwarring raken door hetgeen niet in onze macht ligt om te vermijden; wij zijn onder heerschappij geboren, (onze) vrijheid bestaat erin God te gehoorzamen).
140] Anno 1636 mense novembri in patria academia doctorem se renuntiari audivit (In november 1636 heeft hij zich aan de provinciale hogeschool doctor horen verklaren).
Anno 1638 fiscus provincialis designatus est (In 1638 is hij benoemd tot procureur-fiscaal der provincie).
Anno 1651 placide in Domino obdormivit (In 1651 is hij kalm in de Heer ontslapen).
Advokaat 14 nov. 1636, fiscaal van 't land (Arch. Hof, MMM).
Dr Justinus Royer, advokaat voor het Hof, en Catharina Gravius ond. 10, att. op of na
25 dec. 1636. Kinderen: Grietje, ged. 27 dec. 1640; Berber, ged. 2 aug. 1643; Elisabeth, ged. 31 dec. 1645. Procureur-fiscaal 23 juni 1637 (Journaal Ged, Staten, G 230, f. 175 v°); zijn opvolger benoemd 19
juli 1651 (ald., G 234, p. 342). Koopt met zijn vrouw een huis aan de Oranje-Eewal tegenover de Wortelhaven (Gr. Consentboek 20 nov. 1639).
Stb. II, 145 aant. 31.
AS, nr 2928.
AP, 27 okt. 1636.

141] ♦ Wichardus Joannes Cluiter anno 1635 den 1 may.

50


Ovidius: Nescio qua natale solum dulcedine cunctos Ducit et immemores non sinit esse sui (Door zekere bekoorlijkheid trekt
de geboortegrond alle mensen aan en staat niet toe hem te vergeten).
142] Symbolum: Virtute et consilio ((Ga te werk) met deugd en overleg).
Anno 1639 matrimonio junctus se Franequerae deposuit (In 1639 heeft hij zich in het huwelijk verbonden en zich te Franeker gevestigd).
Wichardus Cluter en Geertje Hayedr te Franeker ond. 27 maart, 2de procl. 14 april 1639; de geboden gestuit.
Een schuldbekentenis aan hem vermeld in een akte van 11 mei 1646 (Hyp.boek 42, f. 72).

143] ♦ Cornelius Lentz 1635.
Si secretarum seriem vis noscere rerum, Ebrius, insipiens, pueri dicent tibi verum (Als je een reeks geheime zaken wilt weten, zullen de dronkeman, de onnozele en het kind je de waarheid vertellen).
144] Symbolum: Pinus alta quaerit (De pijnboom zoekt de hoogte).
Anno 1636 mense augusto ad uberiores studiorum fructus conquirendos Trajectum ad Rhenum petiit (In augustus 1636 heeft hij zich, om rijkere vruchten in zijn studie te verkrijgen, naar Utrecht begeven).
Anno 1639 redux in patria academia juris utriusque doctor salutatus est (In 1639 is hij, teruggekeerd, aan de vaderlandse hogeschool als doctor in de beide rechten erkend).
Advokaat 18 nov. 1639, secretaris van Doniawerstal, geresigneerd (Arch. Hof, MMM).
Dr Cornelius (van) Lentz, advokaat voor het Hof, en Elisabeth Stachhouwer(s) van Enkhuizen ond. 6, att. 17 dec. 1644.
Te zijnen verzoeke wordt de boedel geïnventariseerd van Jeltje Gerritsma, wed. oud-bouwmeester Hans Lentz, overleden in het Nauw, op 14 maart 1649 (Inv.boek). Grafschr. III, 20. AS, nr 3124.

145] ♦ Allardus Cann anno 1635.
Virgilius: Felix qui potuit rerum cognoscere causas (Gelukkig hij die achter de oorzaken der dingen heeft kunnen komen).
Symbolum: Quae supra nos, nihil ad nos (Wat boven ons is, gaat ons niet aan). Instituti collegii nostri praeses duodecimus (Van de instelling van ons genootschap af de twaalfde voorzitter).
146] Anno 1639 mense junio studiorum promovendorum gratia Lugdunum Batavorum perrexit (In juni 1639 is hij ter wille van de voortzetting van zijn studie naar Leiden gegaan).
Anno 1640 ibidem juris utriusque doctoratus gradum consecutus est (In 1640 heeft hij daar de doctorsgraad in de beide rechten behaald).
Advokaat 10 juli 1640 (Arch. Hof, MMM). Dr Alardus Kan lidmaat 27 april 1646.
Getuigenverklaringen betreffende de bevalling van zijn dienstmeid, die hem als vader van haar kind aanwees 19-20 april 1661 (Inf.boek C 1, p. 195-199). De magistraat besloot deze informatie aan het Hof te zenden; dr A.K. werd veroordeeld de meid te voorzien van ver-

51


schillende benodigdheden (Res. boek M 18, p. 81). Bij het Hof vindt men echter geen pro
ces tegen hem. AS, nr 3117.
Fokkema, De Siccama's, 442.

147] ♦ Balthasar Obiae (doorgehaald: Lydius) anno 1635 nono die novembris )... 9 nov. 1635).
Non omnia possumus omnes (Wij allen kunnen niet alles).
ראשיה חָכְמָה יְרָאה יְהוָה (Grondbeginsel der wijsheid: ontzag voor Jahweh),
Psalmus 111 verso ultimo (.... laatste vers);
Proverbia 1, versu 7 (Spreuken...).
Symbolum: Non mihi, sed aliis (Niet voor mijzelf, maar voor anderen).
148] Anno 1641 accademicum examen sustinuit et sub classe Franequerensi sacrosanctae theologiae candidatus factus (In 1641 heeft hij het akademisch examen doorstaan en is onder de classis Franeker candidaat in de H. Godgeleerdheid geworden).
Anno 1642 pastoratum in Amlandia obtinuit (In 1642 heeft hij het herdersambt op Ameland verkregen).
Anno 1647 ad ecclesiam Dei magis aedificandam in Indiam sese contulit (In 1647 heeft hij zich naar Indië begeven, om de Kerk Gods verder te bouwen).
Anno 1656 in patriam redux pastor in pago Winsum electus est (In 1656 is hij. in het land teruggekeerd, tot herder in het dorp Winsum gekozen).
Aan vier stadsalumnen o.w. B.O. werd de pensie ontzegd 30 nov. 1638 met ingang van 8 maart daarvoor (Mag.res.); 21 dec. werd besloten ze nog tot mei 1639 te betalen (ald.). Romein, 289, 566; Van Veen, 34 (B.O. de Meter).
AS, nr 3095.
Kalma, Cl.Fr., passim.

149] ♦ Bavius Alberti Haytema 1635 den 24 may.
Nil moror laudes levis aut convitia vulgi;
Christo si placeam, sufficit hocce mihi.
Quid synodus? nodus; patrum chorus integer? aeger;
Conventus? ventus; sessio? stramen. Amen (Ik geef niet om loftuitingen of aantijgingen van het wispelturige volk; als ik Christus behaag, is mij dat genoeg. Wat is de synode? een strik; de hele schare der vaders? ziek; de samenkomst? wind: de zitting? stro. Amen).
Plutarchus et Aristonymus: Ut incedentibus per solem comes est umbra, sic ince dentibus per gloriam comes est invidia (Zoals voor hen die in de zon lopen de schaduw een begeleider is, zo is voor hen die in de roem voortgaan, de afgunst een begeleider).
Symbolum: Labor bonae gloriae pater (De arbeid is de vader van de ware roem). Instituti collegii nostri praeses decimus tertius (Van de instelling van ons genoot-

52


schap af de dertiende voorzitter).
150] Anno 1639 in patria hac academia juris utriusque doctor maximo suo merito renunciatus est (In 1639 is hij aan deze provinciale hogeschool volgens zijn zeer grote verdienste tot doctor in de beide rechten verklaard). Anno 1651 virginem in thori sui sociam recepit (In 1651 heeft hij een meisje tot echtgenote
genomen).
Advokaat 21 okt. 1639, † 7 maart 1666 (Arch. Hof, MMM). lidmaat 26 juni 1640.
Bavius Haitema Dr Bavius Haitema, advokaat voor het Hof, en Elisabeta Joachims, beide te Leeuwarden, x 28 maart 1651.
AS, nr 3116.

151] ♦ Johannes Pluymioen subscripsit anno 1635 den 3 ma(y). Nec omnia possumus omnes. Ne Jupiter quidem omnibus placet (Wij allen kunnen niet alles. Zelfs Jupiter valt niet bij iedereen in de smaak).
Symbolum: Nosce te ipsum (Ken jezelf).
152] Anno 1637 mense maji studiorum causa Lugdunum Batavorum petiit (In mei 1637 heeft hij zich om wille van zijn studie naar Leiden begeven).
Anno 1638 Angliam et Gallias invisit (In 1638 heeft hij Engeland en Frankrijk bezocht).
Anno circiter 1649 animam exspiravit (Omstreeks 1649 heeft hij de laatste adem uitgeblazen).
Advokaat 11 juni 1640 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 3092.

153] ♦ Henricus Lauswoltius anno 1634 mense septembri.
Tua serva (Geef acht op je eigen zaken).
154] Anno 1637 ad majorem in studiis progressum faciendum in Galliam profectus est mense junio (In juni 1637 is hij naar Frankrijk vertrokken, om grotere voortgang met zijn studie te maken).
Anno 1638 redux Leidam se contulit ibidemque juris utriusque doctor creatus (In 1638 heeft hij zich na zijn terugkeer naar Leiden begeven en is daar tot doctor in de beide rechten gepromoveerd).
Advokaat 10 okt. 1640, † 22 juli 1671 (Arch. Hof, MMM). Dr Henricus Lauswolt, advokaat voor het Hof, en Elizabeth A(e)ykes te Leeuwarden ond.
7, att. 22 febr. 1663.
Grafschrift: LB 185 IV, 8.
Gen. Jb. 1957, 194.
AS, nr 2999.

155] ♦ Julius a Beyma anno millesimo sescentesimo trigesimo sexto mense majo (... mei 1636).
Infra fortunam virtutis pretium: est rarior bonos, felices frequentius coli videmus

53


(Het loon van de deugd is beneden (dat van) het geluk; het is zeldzamer dat de braven geëerd worden, veelvuldiger zien wij de gelukkigen geëerd worden). 156] Anno 1637 mense majo Groningam studiorum causa ivit (In mei 1637 is hij omwille van de studie naar Groningen gegaan). Anno 1640 Groninga reversus Leoverdiae conjugium iniit (In 1640 heeft hij, uit Groningen teruggekeerd, te Leeuwarden een huwelijk gesloten). Anno circiter 1645 Domino spiritum reddidit (Omstreeks 1645 heeft hij zijn ziel aan de Heer teruggegeven).
Julius van Beyma lidmaat 20 okt. 1643.
Zijn weduwe Anna Lucia Glinstra x (att. 7 juni) 1646 Reiner Julsing(h).
Stb. I, 36, 8ste gen. d 1; II, 34 aant. 40.
AS, nr 3240: Julius a Beyma Levardia Frisius, nepos professoris et senatoris amplissimi et filius secretarii ordinum Frisiae (... kleinzoon van de zeer aanzienlijke hoogleraar en raadsheer en zoon van de secretaris der Staten van Friesland).

157] ♦ Antonius Reme anno 1636 mense majo.
Omnis claritas, charitas, raritas
A Deo
Provenit, venit, it Et ad Deum
Revertitur, vertitur, fertur (Alle luister, liefde en uitzonderlijkheid komt voort,
komt en gaat uit van God en tot God keert zij terug, wendt zich en wordt zij gebracht). Symbolum: Suspice sursum (Zie op naar boven). Instituti collegii praeses decimus quartus (Van de instelling van het genootschap af de veertiende voorzitter).
158] Anno 1640 studiorum causa in Galliam profectus est; ex Gallia reversus Lugduni
Batavorum studuit (In 1640 is hij om wille van zijn studie naar Frankrijk vertrokken; uit Frankrijk teruggekeerd, heeft hij te Leiden gestudeerd). Anno 1641 mense novembri vitae studiosi pertaesus in Indiam Orientalem scribae officii functurus profectus est (In november 1641 is hij, het studentenleven moe, maar Oost-Indië vertrokken, om een secretarisambt te bekleden). AS, nr 3229.
159] ♦ Petrus Axma mense mayo die 16 1636.
Spernere mundum, spernere sese, spernere nullum, Spernere se sperni, quatuor ista beant (De wereld gering achten, zichzelf gering achten, niemand (anders) gering achten, het gering achten dat men gering geacht wordt, die vier dingen maken gelukkig).
Conterraneis amicissimis subscripsi in aeternae memoriae et studiorum meorum symbolum (Als teken van eeuwige herinnering voor mijn landgenoten en grote vrienden en van mijn studie heb ik ondertekend).

54


160] 1638 junctus vinculo conjugali sese Leovardiae deposuit (In 1638 heeft hij zich, verenigd in de huwelijksband, te Leeuwarden gevestigd).
Anno 1646 tribuni aerarii munus ipsi delatum (In 1646 is hem het ambt van betaalmeester verleend).
Anno 1656 universalis Frisiae thesaurarius factus est (In 1656 is hij ontvanger-generaal van heel Friesland geworden).
Petrus (van) Axma en Rintske van Atzma, beide te Leeuwarden, x 22 juli 1638.
Petrus Axma lidmaat 26 juni 1640.
Een vordering op hem overgedragen door notaris Abrahamus Cnoop aan Gerrit Thijssen Colthof 10 febr. 1649 (Hyp.boek 42, f. 88).
Wijnaendts, Scheltinga, 36.
Gen. Jb. 1955, 85; 1966, 89.
AS, nr 3225.

161] ♦ Petrus Bechius litterarum studiosus 1636.
Papinianus in libro 15 ss. de cond. inst.: Quae facta laedunt pietatem, existimationem, vercundiam nostram et (ut generaliter dixeriam) contra bonos mores fiunt, nec facere nos posse credendum est (Handelingen die onze liefde, onze achting en onze kiesheid kwetsen en (om algemeen te spreken) in strijd met de goede zeden plaats vinden, moeten wij menen zelfs niet te kunnen doen).
Haec in perpetuae amicitiae symbolum popularibus meis et fautoribus apposui (Dit heb ik als teken van blijvende vriendschap voor mijn landgenoten en weldoeners bijgedragen).
Academiam adii anno 1634 mense julii (Ik heb de hogeschool betreden in juli 1634). (Pentekening van put met galgen enz. en het onderschrift.)
Ob contemptum legum, collegarum vilipendium et inhonorum discessum. Sic turdus sibi malum cacat (Wegens verachting der wetten, belediging van zijn medeleden en eerloos vertrek. Zo kakt de merel zichzelf een straf).
162] 1638 publice in patria academia juris utriusque doctor salutatur (In 1638 wordt hij aan de provinciale hogeschool in het openbaar als doctor in de beide rechten erkend).
Anno 1640 matrimonium iniit (In 1640 is hij in het huwelijk getreden). 1658 animum expiravit (In 1658 heeft hij de laatste adem uitgeblazen).
Advokaat 4 sept. 1638 (Arch. Hof, MMM).
Dr Petrus Petri Bechius, advokaat voor het Hof, en Aukjen Martensdr Potter, beide te Leeuwarden, x 30 aug. 1640. Auckjen is weduwe 25 okt. 1660 en dood 25 okt. 1680 (Inv. 1680 II, 335). Zij komt als naastleger voor Gr. Consentbk 8 mei 1661, 4 juli 1662, 26 en 27 maart 1667 en 4 mei 1668. Kinderen: Eifke (Eva), ged. 13 okt. 1641, x (att. 20 mei) 1660 dr Leonardus Vermees, advokaat; Marten, ged. 12 juli 1643; Tytia, geb. c. 1645, x (att. 9 april) 1665 dr Johannes Holwerda, advokaat; Johannes, ged. 17 april 1650, luitenant (Gr. Consentbk, 6 april 1673), x le (c. 27 april) 1675 Aletheia van Velsen, ged. 24 juli 1653; x 2c (c. 8 juni) 1678 Gertruida Beilanus, †11 okt. 1719; Harmanus, ged. 27 dec. 1654.

55


Grafschr. III, 79.
AS, nr 3056.
Gen. Jb. 1976, 37.

163] ♦ Tzallingius Gabbema mense majo 1636. Pomponius in libro 20 de fir. libert.: Et si alterum pedem in tumulo haberem, non pigeret aliquid addiscere (Ook al stond ik met één voet in het graf, dan zou het mij nog niet spijten iets erbij te leren).
164] In mense majo studiorum gratia Ultrajectum adiit (In mei (1636) is hij om wille van zijn studie naar Utrecht gegaan). Anno 1637 patriam academiam repetiit, postea vere sine aliquibus doctrinae insignibus Leovardiae habitationem suam fixit. Anno 1659 historicus designatus! (In 1637 is hij aan de hogeschool van zijn provincie teruggekeerd, maar heeft zonder enig diploma van geleerdheid later zijn woonplaats te Leeuwarden gevestigd. In 1659 is [niet] hij [maar Simon Abbbes Gabbema] tot geschiedschrijver [van Friesland] benoemd).
Tjalcke, z.v. Abbe Frederix Gabbema (lakenbereider, lid gezworen gemeente, burgerhopman) en Auck Hilbrantsdr, ged. 14 okt. 1617.
Tzallingius Gabbema lidmaat 3 juni 1644.
Hij † als schrijver der compagnie Doys voor 9 jan. 1680 (Journaal Ged. Staten, G 241, f. 7).
AS, nr 3214.

165] ♦ Nicolaus Rombertus Monsma 1636 mense augusto anno 1636.
Inclita mors vita est, ingloria vita sepulchrum;
Gloria quos stravit vita perennis habet (Een roemrijke dood is leven, een roemloos leven een graf; hen die de roem(rijke dood) neervelt, neemt het eeuwige leven tot zich).
Nil sine magno
Vita labore dedit moritalibus (Niets heeft het leven (ooit) aan de stervelingen gegeven zonder grote inspanning).
Symbolum: Virtus exercetur, non perit (Deugd wordt geoefend, (maar) gaat niet
verloren).
Suffragio collegarum nationalis collegii praeses decimus quintus (Door stemming
van de leden vijftiende voorzitter van het stedelijk genootschap).
166] Anno 1641 mense aprili sub classe Leoverdiensi ad sacrosanctae theologiae ministerium plenis pastorum suffragiis admissus est; deinde anno 1642 plenis votis electus est ad ministerium in pagis Finckum et Hium (In april 1641 is hij onder de classis Leeuwarden met algemene stemmen der predikanten toegelaten tot de dienst der H. Godgeleerdheid; vervolgens is hij in 1642 met algemene stemmen gekozen tot de dienst in de dorpen Finkum en Hijum). Anno 1643 cum virgine Franciscia Riemersma filia secretarii quondam territorii
quod dicitur Achtkarspel, foedus conjugale inivit (In 1643 heeft hij met de jonge-

56


dochter F.R., dochter van de oud-secretaris der grietenij die Achtkarspelen heet, de huwelijksband gesloten).
Romein, 109.
G.A. Wumkes in NNBW IX, 690.
AS, nr 3243.

167] ♦ Anthonius Kann subscripsit mense mayo 1636.
falnea
Corpora debilitant blanea, Bacchus, amor (De baden, de wijn en de liefde verzwakken de lichamen).
Muscatum
1 Dum caput est, currit; 2 ventrem conjunge, volabit;
3 Adde pedem, comedes 4 et sine ventre, bibes (Muskaat. Zolang het (enkel) een kop is, loopt het (mus muis); voeg de buik toe en het vliegt (musca = vlieg); doe de poot erbij en je eet het (muscatum) en zonder de buik drink je het (mustum = most)).
Haec conterraneis meis in signum confoederatae popularitatis posui (Dit heb ik
voor mijn stadgenoten als teken van verbondenheid en landsmanschap neergezet).
sextum
1 Mus, 2 musca, 3 muscatum, 4 mustum (Muis, vlieg, muskaat, most).
Anno reparatae salutis 1636 (In het jaar der herstelling van het heil 1636).
Symbolum: Orando et laborando omnia prospere succedunt (Door bidden en werken loopt alles voorspoedig af).
168] Anno 1639 in patria academia summa cum laude gradum doctoratus adeptus est et Leowardiam se recepit ibique matrimonium contraxit (In 1639 heeft hij aan de provinciale hogeschool met de hoogste lof de doctorsgraad behaald, heeft zich te Leeuwarden gevestigd en daar een huwelijk gesloten).
Advokaat 9 dec. 1639, procureur-generaal, 127 sept. 1678 (Arch. Hof, MMM). Dr Anthonius Kann, advokaat voor het Hof, en Bottje Rouckema ond. 15, att. op of na
30 april 1648. Dezelfde en Elizabeth van Mar(s)sum, wed. advokaat Vierssen, ond. 4, 3de procl. 12 juni
1659. Dezelfde, procureur-generaal van Friesland, en Rinske Faber ond. 17 okt., att. 1 nov. 1663.
Dr Anthonius Kan lidmaat 27 april 1649.
Een Hofsententie van 14 juli 1649 (Civ. Sent.boek WW 39, nr 98), waarin A.K. optreedt voor Sybe Piers Mellema, geregistreerd Hyp.boek 42, f. 155.
In Hyp.boek 62, f. 19 v°, 109, 109 v°, 110 v°, 113 en 150 v° een aantal hypotheekakten te zijnen gunste, de laatste twee met zijn derde vrouw, gedateerd 14 nov. 1656-1 okt. 1669.
De scheiding tussen de kinderen van Jan Gabriels getekend mede door A.K. 15 aug. 1665] (Weesbk X 12, г. 52).
NR, 8.
Stb. II, 59 aant. 7.
EvF, 399.
Gen. Jb. 1966, 93.
AS, nr 3226.

57


169] ♦ Aggeus a Marssom.
Libro 38 ff. de b. vindicatione: Non est malitiis indulgendum (Aan sluwheden mag men niet toegeven). Symbolum: Semper movendo nunquam lassor (Door steeds te bewegen word is nooit vermoeid).
Datum 1635 16 decembris.
170] Anno 1639 mense majo exterarum nationum et regionum invisendarum stadio is Angliam, Galliam atque Italiam profectus est (In mei 1639 is hij uit verlangen om uitheemse volken en streken te bezoeken naar Engeland, Frankrijk en Italie
vertrokken). In Domino denatus est (Hij is in de Heer overleden).
Scheiding met zijn broer Jacobus (zie: 133) 2 jan. 1643 (Hyp.boek 52, f. 129); memorie van obligaties door A.v.M. uit zijn vaders sterfhuis gelicht d.d. 6 dec. 1644 (ald. f. 132)
Aggeus van Marssum, conducteur (der militie) van Friesland, en Petronella van Velsen
22 jan. 1643; zij hertr. (3de procl. 7 sept.) 1651 dr Nicolaus Beilanus. Kinderen: Aletia,
ged. 22 nov. 1644, x dr Zacheus van Gemmenich thoe Kingma, advokaat; Jancke, ged
7 nov. 1647, x (3de procl. 15 mei) 1670 J(oh)an Balthasar Hoffman, kap.-luit. v.e. compagnie Zwitsers.
Met zijn vrouw verkoopt hij een huis aan de Nieuwestad z.z. 18 febr. 1644 (Gr. Comsentbk), alleen een huis achter de Gr. Kerk eodem dato (Gr.C. 10 maart), met de mede-ergenamen van zijn moeder Jantke Benedicti een huis aan de Weaze 12 febr. 1648 (Gr.C. 22 juni 1649); niaart aan de Wirdumerdijk (Procl.boek 1647, 3de procl. 5 juni) en wordt vermeld als naastleger aan de Oranje-Eewal 9 dec. 1648 (Gr.C. 3 aug. 1649).
Stb. I, 400, 3de gen. B 3; II, 278 aant. 15.
Gen. Jb. 1966, 85; 1976, 36; 1982, 40. AS, nr 3209.

171] ♦ Rombertus Scheltonis Papma anno 1637 mense majo.
Seneca: Fortuna opes auferre, non animum potest (Het lot kan het vermogen wegnemen, niet de ziel).
172] Anno 1638 studiorum causa Groningam petiit (In 1638 is hij om wille van zijn studie naar Groningen gegaan).
Anno 1640 a via in patriam commigravit (In 1640 is hij na zijn reis naar deze pro
vincie verhuisd).
Rombertus Scheltonis Papma lidmaat 6 juni 1634.
AS, nr 3277,
Fokkema, De Siccama's, 33.

173] ♦ Nicolaus Hermanni Thainga sacrosanctae theologiae studiosus 1639]
Non omnia possumus omnes (Allen kunnen wij niet alles).
174] Anno 1643 ad sacrosanctum ministerium plenis omnium votis a classe Lever diensi admissus est eodemque anno virginem in uxorem duxit (In 1643 is hij met algemene stemmen door de classis Leeuwarden tot de H. Dienst toegelaten en heeft hetzelfde jaar een meisje tot vrouw genomen).

58


Anno 1648 in territorio Sylvaeducensi pastoratum obtinuit (In 1648 heeft hij in de Meierij van 's-Hertogenbos een herdersambt gekregen).
Nicolaus Hermanni Tay(i)nga, theol. cand., en Grietje Tymens te Kimswerd ond. 29 april, 3de procl. 14 mei 1643.

175] ♦ Wichardus Mockema medicinae studiosus anno 1637 12 septembris.
Salvia cum rutha faciunt tibi pocula tuta (Salie en ruit maken je een veilige drank).
176] Anno 1642 Lugduni Batavorum gradum in sacrosancta medicina adeptus est (In 1647 heeft hij te Leiden zijn graad in de heilige geneeskunde behaald).
AS, nr 3299.

177] ♦ Wilhelmus Gerardi Royer subscripsit anno 1637 mense novembri.
Cato: Tantum cibi et potionis adhibendum est, ut reficiantur vires, non opprimantur (Men moet zoveel spijs en drank gebruiken, dat de lichaamskrachten worden hersteld en niet gesmoord).
178] Anno 1639 mense martio dominatus Frisiae ac Transissulaniae oculista factus est (In maart 1639 is hij oogarts van de heerlijkheid Friesland en van Overijsel geworden).
Anno 1641 uxorem in matrimonium duxit (In 1641 heeft hij een vrouw ten huwelijk genomen).
Landschapsoperateur-generaal i.p.v. zijn vader Gerardus 24 nov. 1638 (Journaal Ged. Staten 230b, f. 108); wegens afstand een opvolger benoemd 16 juni 1643 (a.b. G 22, f. 12 v).
Gen. Jb. 1966, 86.
AS, nr 3208.

179] ♦ Bernardus W. Dronrijp L. filius mense novembris die 17en anno 1637.
Seneca: Optimus animus pulcherrimus Dei cultus est (De beste inborst is de mooiste godverering).
Anno 1641 mense majo ab accademia patria discedens ad pagum Blij se contulit
(In mei 1641 heeft hij de provinciale hogeschool verlaten en zich naar het dorp Blija begeven). Anno 1641 mense novembri Leovardiam se recepit ibi cum parentibus habitaturus (In november 1641 is hij te Leeuwarden teruggekeerd, om daar bij zijn ouders te wonen).
180] Anno 1643 examen theologicum sub classe Leoverdiensi faelicissime sustinuit et ad sacrosanctum ministerium admissus est (In 1643 heeft hij het examen in de theologien in de classis Leeuwarden met veel succes ondergaan en is tot de H. Dienst toegelaten).
Anno 1647 ad munus ecclesiasticum in pago Duynjum est vocatus (In 1647 is hij tot het kerkelijk ambt in het dorp Dongjum beroepen).
De pensie aan vier stadsalumnen, w.o. B.D. ontzegd met terugwerkende kracht 30 nov.

59


1638 (Magistraatsresolutieboek); evenzo, maar nog tot mei 1639 te betalen 21 dec. 1638 (ald.); de pensie opnieuw aan B.D. en een ander toegestaan 26 okt. 1639 (ald.).
Romein, 241, 326.
AS, nr 3317.
Kalma, Cl. Fr., passim.

181] ♦ Mellius Aegidius mense novembris 1637.
Sperne malos, reverere pios, cognosce teipsum; Sacra tene, paci consule, disce pati (Veracht de slechten, vereer de deugdzamen, ken jezelf; bewaar de godsdienst, raad tot vrede, leer te dulden).
182] Anno 1641 mense aprili examen clarissimorum professorum antehac a nemine praestitum sustinuit; deinde sub classe Leoverdiensi feliciter idem praestitit; mense vero novembris ministerium in pago Molquern oblatum suscepit (In april 1641 heeft hij een examen van zeer beroemde hoogleraren, door niemand tevoren volbracht, ondergaan; vervolgens heeft hij in de classis Leeuwarden hetzelfde met succes volbracht; in november echter heeft hij de (hem) opgedragen dienst in het dorp Molkwerum op zich genomen).
Romein, 405; Van Veen, 51.

183] ♦ Wilhelmus a Viersen mense septembri 10 1638.
Fide, sed cui, vide (Vertrouw, maar zie toe op wie).
184] Anno 1640 studiorum promovendorum causa Leidam profectus est (In 1640 is hij ter bevordering van zijn studie naar Leiden vertrokken).
Anno 1641 mense martio principem juniorem filiam regis Angliae ducturum comitatus est; dein studiorum causa Gallias petiit (In maart 1641 heeft hij een prinses, de jongste (lees: oudste) dochter van de koning van Engeland begeleid om haar (naar Nederland) te brengen; daarna is hij ter wille van zijn studie naar Frankrijk gegaan).
Anno 1642 in utroque jure insignia doctoralia consequutus est (In 1642 heeft hij de doctorsbul in de beide rechten verworven).
Postea vero parenti successit et in suprema Frisiorum curia senatoriam dignitatem adeptus (Later echter is hij zijn vader opgevolgd en heeft de waardigheid van raadsheer in het Hof van Friesland verworven).
Advokaat 16 okt. 1642, secretaris der Rekenkamer, raadsheer (Arch. Hof, MMM).
Dr Willem van Viersen gekozen tot pensionaris van Leeuwarden als opvolger en op verzoek van zijn neef Assuerus 22, beëdigd 23 nov. 1644 (Magistraatsresolutieboek M 3, p. 365).
Wilhelmus a Viersen lidmaat 3 febr. 1647.
Dr Willem van Viersen, secretaris der Rekenkamer en pensionaris van Leeuwarden, en Cunira van Scheltinga x 14 febr. 1647.
W.v.V., raad in het Hof, en Lucia Bouritius, wed. Eelco van Glinstra, ond, 21, 3de procl. 28 jan. 1670.
NH, 42.
Stb. I, 330, 3de gen. 1; II, 219 aant. 13.

60


G.A. Wumkes in NNBW X, 1103. Wijnaendts, Scheltinga, 31, 33, 145.
Gen. Jb. 1957, 95 v.
AS, nr 3435.

185] ♦ Johannes Epei Hilarius Frisi(us) sacrosanctae theologiae, philosophiae et linguarum studiosus die 11 septembris anno reparatae salutis 1638 (... student in de H. Godgeleerdheid, de wijsbegeerte en de talen 11 sept. 1638 na de herstelling van het heil).
Ordo et unio sunt rerum conservatio (Orde en eenheid zijn het behoud der wereld).
In signum confederatae popularitatis illud dictum adijeci ac posui (Als teken van verbondenheid met mijn stadgenoten heb ik dit woord toegevoegd en neergezet).
חסמור קיה מוֹב לַחֲסוֹה כיהוה מִכְּמוֹח בָאָרֶם
(Het is beter te schuilen bij den Heer dan te vertrouwen op de mens).
Horatius:
Felices ter et amplius
Quos irrupta tenet copula nec malis
Divulsus querimoniis
Supprema citius solvet amor die (Drie- en meermaal gelukkig zijn zij die een onverbreekbare band verbindt en die de liefde niet eerder, door boze grieven uiteengescheurd, zal scheiden dan op hun laatste dag).
Symbolum: Μέτρον δ'επὶ πᾶσιν άριστον (Maat is bij alles het beste).
Optima si corrumpantur, pessima (De beste dingen (worden), als ze bedorven worden, de slechtste).
Collegii Leovardiensis praeses decimus sextus 1642 (Zestiende voorzitter van het Leeuwarder genootschap, 1642).
Symbolum: MEΤΡΟΝ Δ'ΕΠΙ ΠΑΣΙΝ ΑΡΙΣΤΟΝ.
186] Anno 1642 peracto faeliciter examine sub professoribus, deinde sub classe Leovardiana hoc idem praestituto summa cum laude plenisque suffragiis ad sacrosanctum ministerium a pastoribus admissus est (In 1642 heeft hij met succes examen gedaan bij de hoogleraren, vervolgens hetzelfde met de hoogste lof hetzelfde verricht en is met algemene stemmen door de herders tot de H. Dienst toegelaten).
Anno 1645 in pagis Winsum, Baerdt et Huyns cura ecclesiastica ipsi est commissa (In 1645 is hem de kerkelijke zorg in de dorpen Winsum, Baard en Huins opgedragen). Anno 1656 in Domino denatus est (In 1656 in de Heer overleden).
Waarsch. zoon van Epeus Adolphi te Hilaard, 15 dec. 1655.
Romein, 289.
Gen. Jb. 1954, 72.
AS, nr 3332.
Kalma, Cl. Fr., passim.

61


187] ♦ Joannes Neuhusius 1638 den 1 october.
Principium Christus, medium quoque Christus et idem
Esto mihi finis; sine Christo devius erro (Christus moet voor mij het begin zijn, Christus ook het midden en Dezelfde het einde; zonder Christus dwaal ik van het goede pad af).
Lactantius: Nihil nobiscum ferre possumus nisi vitam bene et innocenter actam (Niets kunnen wij meenemen behalve een goed en onschuldig geleid leven).
Quintilianus: Non reperio quid in rebus humanis excogitaverit natura arctius amicitia (Ik vind niet wat de natuur in menselijke zaken heeft uitgevonden vaster dan vriendschap).
Dissidiae nunquam laurus (Tweedracht is nooit een lauwerkrans).
188] Anno 1641 incrementi studiorum ergo Leidam profectus est; deinde Leovardiae examini se theologico submisit, quo peracto a pastoribus ad sacrosanctum ministerium admissus est (In 1641 is hij ter vermeerdering van zijn studie naar Leiden vertrokken; daarna heeft hij zich te Leeuwarden aan het examen in de theologie onderworpen en is na het volbrengen daarvan door de herders tot de H. Dienst toegelaten).
Anno 1644 vocationem pagi (doorgehaald: Iie) accepit posteaque ob improbam vitam a classe deportatus est (In 1644 heeft hij het beroep naar het dorp Ee aangenomen en is later wegens slecht leven door de classis verbannen).
Tandem rursus in gratiam receptus ad ecclesiasticam functionem in pago Morre admissus est (Tenslotte is hij weer in genade aangenomen en toegelaten tot het kerkelijk ambt in het dorp Morra).
Ad priorem autem vitam rediens rursum deportatus est tandemque Leovardiae procuratorem egit (Toen hij echter tot zijn vorige leven terugkeerde, is hij opnieuw verbannen en tenslotte te Leeuwarden als procureur opgetreden).
Joannes Neuhusius, dienaar des G. Woords, en Maycke Adriaens, beide te Leeuwarden, x 4 febr. 1646.
Romein, 490, 559.
Algra, Historie V, 262.
AS, nr 3413: Joannes Neuhusius, rectoris scholae Leovardiensis (filius?), theologiae (... (zoon?) van de rector der (Latijnse) school te Leeuwarden,...).
Kalma, Cl. Fr., 174.

189] ♦ Alexander Neuhusius Leovardiensis Frisius die 12 septembris anno reparatae salutis 1638 (... in het jaar 1638 na de herstelling van het heil).
Ut ver dat florem, flos fructum, fructus odorem,
Sic studium morem, mos sensum, sensus honorem (Zoals de lente bloemen, de bloem een vrucht en de vrucht geur voortbrengt, zo brengt de ijver de gewoonte, de gewoonte het gevoel en het gevoel de eer voort).
Bene incipere egregium,

62


Bene desinere regium (Goed beginnen is voortreffelijk, (maar) goed eindigen is koninklijk).
Scutum mortalibus maximum est virtus (Het grootste schild voor stervelingen is de deugd).
190] Anno 1648 in patria academia examini juridico se submisit, quo feliciter peracto gradum doctoralem in utroque jure consequutus est (In 1648 heeft hij zich aan de provinciale hogeschool aan het examen in de rechten onderworpen en heeft door dat met succes te doen de doctorsgraad in de beide rechten verworven).
Postea vero in Domino denatus est (Daarna is hij echter in de Heer overleden).
Advokaat 11 sept. 1648 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 3439.

191] ♦ David Accronius philosophiae et linguarum studiosus die 12 octobris 1638.
Δόξα ἐήσι Θεω
παμμεδεονιι μόνια
(Roem zij aan God alleen, die voor alles zorgt).
Discordia fit carior concordia; auxilia humilia, firma consensus facit (Tweedracht wordt duurder dan eendracht; zij maakt de hulpmiddelen gering, overeenstemming (daarentegen) sterk).
Eleganter a Plutarcho dictum est: Πυρὸς καὶ ὕδατος ὁ μίλος ἀναγκαιότερο (Smaakvol is door P. gezegd: Een vriend is nodiger dan vuur en water).
Navis
a Tolle caput, volitat, b sublato ventre tyrannis
Annuit, audaces c tota pererrat aquas (Het schip. a Neem de kop weg en het vliegt heen en weer, b met weglating van de buik is het de alleenheersers welgezind, in zijn geheel c zwerft het rond op de uitdagende golven). a avis, b vis, c navis (a vogel, b geweld, c schip).
Symbolum: Natura juvatur cura (De natuur wordt geholpen door voorzorg). Collegii praeses in ordine decimus septimus (Van het genootschap de zeventiende voorzitter in tijdsorde).
192] Anno 1642 primo maji Leovardiam se contulit peracto sub professoribus examine, ut se subjiceret examini classis Leovardianae ad consequendum in theologia gradum ministerii (Op 1 mei 1642 heeft hij zich naar Leeuwarden begeven, na examen te hebben gedaan bij de hoogleraren, om zich te onderwerpen aan het examen van de classis Leeuwarden ter verkrijging van de graad van de dienst in de godgeleerdheid).
Deinde eo ipso anno mense julio die 17 a pastoribus Leovardianae classis simul cum Epeo ad sacrosanctum ministerium admissus est (Vervolgens is hij op 17 juli van hetzelfde jaar door de herders der classis Leeuwarden tegelijk met Epeus tot de H. Dienst toegelaten).
Anno 1643 vocatus ad ministerium ecclesiae quae colligitur in pagis Britsart et Wiewart eandem acceptavit vocationem (In 1643 beroepen tot de dienst in de ge-

63


meente die vergaderd wordt in de dorpen Britswerd en Wieuwerd, heeft hij dat beroep aangenomen).
1658 vocatus ad ministerium ecclesiae quae colligitur in pago Husum eundem ac ceptavit vocationem (In 1658 beroepen tot de dienst in de gemeente die in het dorp Huizum vergaderd wordt, heeft hij dat beroep aangenomen).
Grafschrift: LB 185, VI 123.
Romein, 46, 350, G.A. Wumkes in NNBW IX, 4.
Roarda, Gr. Pier, 23.
AS, nr 3343.

193] ♦ Joannes Samplonius anno 1639 die 7 aprilis.
Cum dat pluscula mensa minuscula pace quieta,
Ne pete grandia lautaque prandia, lite repleta (Wanneer een wat kleine tafel (je) groenten biedt in rustige vrede, verlang dan niet naar omvangrijke en schitterende lunches, vol van twist).
Hospitis in mensa vultum, non fercula pensa:
Dat bene, dat multum qui dat cum munere vultum (Beoordeel aan tafel het gezicht van de gastheer, niet de schotels: hij geeft goed en veel die bij zijn gave een (vriendelijk) gezicht geeft).
Virtuti omnia cedunt (Voor de deugd wijkt alles).
194] Anno 1642 mense majo Ultrajectum ad Rhenum studiorum promovendorum gratia petiit (In mei 1642 is hij naar Utrecht gegaan, om zijn studie te bevorderen).
Anno 1643 postquam se examini classis Leovardianae submisset, gradum mimisterii summa cum laude consecutus est (Nadat hij zich in 1643 aan het examen in de classis Leeuwarden had onderworpen, heeft hij met de hoogste lof de graad van de dienst verworven).
Anno 1647 functio ecclesiastica in Amlandia ipsi demandata est (In 1647 is hem het kerkelijk ambt op Ameland opgedragen).
Postea vero in territorio Sylvaeducensi officio pastoris functus est (Later heeft hij echter het herdersambt vervuld in de Meierij van 's-Hertogenbosch).
Anno 1655 in patriam revocatus est ad munus ecclesiasticum in pago Herne obeundum (In 1655 is hij naar de provincie teruggeroepen, om het kerkelijk ambt in het dorp (Hasker)horne op zich te nemen).
Anno 1657 deposita omni cura mundana ad Dominum suum se recepit (In 1657 heeft hij alle wereldse zorg neergelegd en zich tot zijn Heer teruggetrokken).
Jan, z.v. Geert Hessels, snijder, en Impck(e) Kienesdr, ged. 18 jan. 1621.
Kinderen: Douwe, geb, Asten; Gerhardus, geb. 1658, predikant te Tjerkgaast, 27 sept 1738]
Verkoopt met zijn moeder, broers en zusters een huis in de Grote Hoogstraat 1638 ( 110), met broers en zusters een huis in de Nieuwesteeg 1665 (zie aldaar). Grafschrift: LB. 184 1, 220.

64


Romein, 566, 573, 632.
G.A. Wumkes in NNBW X, 868.
EvF, 563.
Gen. Jb. 1958, 21.
AS, nr 3418.

195] ♦ Nicolaus Jungius 1639 18 junii.
vis male parta bonos,
impia dextra bonos,
Non habet eventus
lingua dolosa bonos,
ulla rapina bonos (Geen goede gevolgen heeft verkeerd verwekt geweld, - kwade trouw, - bedrieglijke taal, - iedere roof).
Symbolum: Aeternitatem cogita (Denk aan de eeuwigheid).
196] Anno 1642 mense majo Ultrajectum ad Rhenum petiit studiorum gratia (In mei 1642 is hij om wille van zijn studie naar Utrecht gegaan).
Nicolaus Jungius, predikant te Sibrandaburen en Terzool, en Christina N(i)euhusius te Leeuwarden ond. 15, 3de procl. 30 april 1648.
Romein, 53, 341.
AS, nr 3542.

197] ♦ Hermannus Wilhelmi Zulenius anno 1639 die 8 augusti.
Ut aurum igne exploratur, sic amicorum fides in rebus adversis comprobatur (Zoals goud met vuur wordt beproefd, zo wordt de trouw van vrienden in tegenspoed bevestigd).
198] Anno 1640 mense februario nocturno tempore nefarie a milite percussus lethali vulnere occubuit; quarto a mortis hora die honorifice in templo accademico sepultus est juxta cathedram (In februari 1640 is hij op het nachtelijk uur op misdadige wijze door een soldaat doorstoken en aan een dodelijke wond bezweken; op de vierde dag na zijn stervensuur is hij in de kerk der hogeschool naast de preekstoel op eervolle wijze begraven).
AS, nr 3560.

199] ♦ Abrahamus Accronius anno 1639.
Καλὸν θέαμα
δ' εστίν εῦ πράτλων φίλος
(Een mooie aanblik is een gelukkige vriend).
Est dulce amici res videre prosperas (Het is aangenaam te zien dat de zaken van je vriend voorspoedig gaan).
Este pares et ob hoc concordes vivite, nam vos
Et decor et pietas et amor sociavit et aetas (Weest gelijk en leeft daarom eendrachtig, want jullie verbinden schoonheid, plichtsgevoel, liefde en leeftijd).
Tobacum
Non bibor et bibor et populo sum potus et haud sum;

65


Mandor ab occiduis nec tamen esca fui (Tabak. Ik word gedronken en niet ge dronken en ik ben drank voor het volk en ben het niet; ik word gekauwd door hen die gaan sterven en toch ben ik (voor hen) geen voedsel geweest).
Domat omnia virtus (Alles bedwingt de deugd).
200] Anno 1643 simul cum Samplonio examini se subjiciens gradum sacrosancti mi nisterii feliciter adeptus est (In 1643 heeft hij zich tegelijk met Samplonius (zie 193) aan het examen onderworpen en de graad van de H. Dienst met succes ver worven).
Abrahamus Acronius, predikant te Birdaard en Janum, en Tuentje Livii Harderwijck te Leeuwarden ond. 22 aug., 3de procl. 6 sept. 1646.
Trijntje Hendrix, huisbewaarster bij A.A. verklaart dat Gualterus Jusum de vorige dag beschonken bij haar is gekomen en gevraagd heeft waar 'de schelm' (A.A.) was 8 jan. 1680 (Inf.boek C 2, p. 325).
Romein, 468, 555.
Algra, Historie 1, 10; V, 138 v.
AS, nr 3344.

201] ♦ Cornelius Sprongh anno 1640 mense januario.
202] Anno 1642 artem cum Marte commutavit (In 1642 heeft hij de wetenschap voor de krijgsdienst verwisseld).
Anno 1650 vitam cum morte commutavit (In 1650 heeft hij het tijdelijke voor het eeuwige verwisseld).
AS, nr 3610.

203] ♦ Aemilius Valerii anno 1640 mense octobri.
Horatius Ermone 1 Satira 9: Nil sine magno
Vita labore dedit mortalibus (Niets heeft het leven aan de stervelingen gegeven
zonder grote inspanning).
Quicquid erit, mea semper erit spes unica Christus;
Spiro per hunc et per hunc spero perenne bonum (Wat er ook zijn zal, mijn enige hoop zal altijd Christus zijn; door hem leef ik en door hem hoop ik op het eeuwige goed).
Cuncta mihi desint, adsit modo gratia Caeli:
Sic ubi defuerint omnia, nil deerit (Al ontbreekt mij alles, als de genade des Hemels maar bij mij is; zo zal, waar alles mij ontbreekt, mij niets ontbreken).
Symbolum: Res gere, victor eris (Doe je zaken en je zult overwinnaar zijn).
204] 1659 scabinus urbis Leovardinanae est electus (In 1659 is hij tot schepen der stad Leeuwarden gekozen).
1666 pie in Domino obdormivit (In 1666 is hij godvruchtig in de Heer ontslapen
Dr Aemilius Valerii lidmaat op bel. 18 aug. 1648.
AS, nr 3455.

66


205] ♦ Bernardus Henrici Waterbeeck anno 1640 mense januarii die vigesimo nono (... 29 januari 1640).
206] Fide, sed cui, vide (Schenk vertrouwen, maar zie toe, aan wie).
Anno 1645 in classe Franequerana examini theologico sese subjecit, quo peracto communi omnium pastorum suffragio ad sacrosanctum ministerium admissus est (In 1645 heeft hij zich in de classis Franeker aan het examen in de theologie onderworpen en, na dat te hebben gedaan, is hij met algemene stemmen van alle herders tot de H. Dienst toegelaten).
AS, nr 3559.
Kalma, Cl. Fr., 149, 160, 167.

207] ♦ Henricus Abbas litterarum studiosus anno 1640 mense junii die octavo (... 8 juni 1640).
Nulla salus bello, pacem, te poscimus omnes (Geen redding (is te verwachten) door oorlog; u, de vrede, verlangen wij allen).
Ovidius Metamorphoseon libro 3: Ultima semper
Expectanda dies homini est dicique beatus
Ante obitum nemo supremaque funera debet (De mens moet steeds zijn laatste dag verwachten, en niemand moet gelukkig worden geprezen eer hij goed en wel dood en begraven is).
Symbolum: Quisque suos patimur manes (Elk van ons ondergaat zijn eigen lot na de dood).
AS, nr 3662.

209] ♦ Aemilius Hardomans 1640.
Cicero I de finibus: Omnium rerum quas ad beate vivendum natura paravit, nihil est majus amicitia, nihil uberius, nihil jucundius, quum solitudo et vita sine amicis insidiarum et metus plena sit. Ratio ipsa monet amicitias comparare, quibus partis conservatur animus et a spe pariendarum voluptatum sejungi non potest (Van alle dingen die de natuur heeft verschaft om gelukkig te leven, is niets groter, niets vruchtbaarder, niets aangenamer dan de vriendschap, terwijl eenzaamheid en een leven zonder vrienden vol hinderlagen en vrees is. De rede zelf wekt (ons) op vriendschappen te verwerven, waardoor de geest van (elke) partij (in de vriendschap) behouden wordt en niet kan worden gescheiden van de hoop op het smaken van genoegens).
Symbolum: Fortuna vitrea dum splendet, frangitur (Terwijl het geluk schittert als kristal, breekt het).
210] Anno circiter 1645 placide in Domino obdormivit (Omstreeks 1645 is hij zacht in de Heer ontslapen).
AS, nr 3578.

211] ♦ Cornelius Buttinga anno 1640 mense novembri. Symbolum: Ne quid nimis (Niets te veel).

67


212] Anno 1641 mense majo Groningse studiorum causa profectus est (In mei 1641 is hij om wille van zijn studie naar Groningen vertrokken).
Anno 1642 mense majo Groninga Franequeram rediit (In mei 1642 is hij van Groningen naar Franeker teruggekeerd).
Cornelius, z.v. dr Jacobus Buttinga, secretaris van Tietjerksteradeel, en Lijsbeth Khala, geb. c. 1623, stud. letteren te Groningen 15 mei 1641, cornet in een compagnie cavalerie 26 april 1654, vaandrig in een compagnie infanterie 16 dec. 1654, nam ontslag 15 nov, 1659 (Genealogie R.A. 79, 7).
Cornelis van Buttinga, cornet onder ritmeester Hans Willem van Aylva, in garnizoen te Leeuwarden, en Berbera Schotanus van Sterringa te Sneek ond. 31 mei, laatste procl. 11 juni 1654. C.B., gewezen vaandrig, getuigt over een vechtpartij te zijnen huize 2 okt. 1663 (Inf.boek C 1, blz. 258).
Een lijfrente op zijn naam in de inventaris van Antje Claessen 23 okt. 1665 (Weesboek 1664-1669, f. 70).
In de scheiding der nalatenschap van Tjetske Hendrix wordt een betaling wegens de vaandrig B. genoemd 1 dec. 1665 (ald., f. 79).
Stb. I, 250, 6de gen. 1; II, 171 aant. 18 b.
AS, nr 3763.
Jb. C.B. XXIII, 103.

213] ♦ Sibrandus Andreae sacrarum litterarum studiosus anno 1640 mense novembri. Plautus Epidico: Is amicus est qui in re dubia re juvat ubi re opus est (Hij is (je) vriend die in een gevaarlijke toestand metterdaad helpt, als daaraan behoefte bestaat). Esaias LVII 4 versu: Venite, inquiunt, sumamus vinum et ingurgitabimus nos potu inebriante eritque similis huic dies crastinus, imo major, excellentior valde (Komt, zeggen ze, laten we wijn drinken en we zullen ons vol zweigen met bedwelmende drank en de dag van morgen zal gelijk zijn aan deze, ja zelfs veel groter en uitstekender).
Symbolum: Prudenter et syncere (Verstandig en oprecht).
214] 1649 mense octobri splendidiorem quaesiturus fortunam in Indias Orientales se recepit (In oktober 1649 is hij naar Oost-Indië vertrokken, om een meer schitterende fortuin te zoeken).
Een vordering van Sibrandus A., student te Franeker, door zijn curator overgedragen aan Sibrant Jaspers, koopman te Leeuwarden, voldaan in de vorm van geleverde waren 22 mei 1647 (Hyp.boek 42, f. 131 v°).
AS, nr 3733.
215] ♦ Everardus van den Bos anno 1640 mense novembri.
Labor improbus omnia vincit (Rusteloze arbeid overwint alles).
216]

68


Anno 1641 artem cum marte commutavit ac matrimonium contraxit (In 1641 heeft hij de wetenschap met de krijgsdienst gewisseld en een huwelijk gesloten). Militia hic relicta quaesiturus meliorem fortunam ad Indos sese contulit (Na de krijgsdienst hier te hebben verlaten, is hij naar Indië vertrokken, om een beter fortuin te zoeken).
Anno 1657 vitam cum morte in India commutavit (In 1657 heeft hij in Indië het tijdelijke met het eeuwige verwisseld).
Evert Cornelis van den Bos, vaandrig onder kap. Jarich van Heerma, en Catharina Jetses te Leeuwarden ond. 14 okt., att. 3 nov. 1643, na protest van Grietje Matijss, zuster van de moeder van de bruidegom, dat het huwelijk haar instemming niet heeft, welke vereist was volgens het testament van haar vader Mathias Everardi. Evert Cornelis lidmaat 20 maart 1646.
AS, nr 3682.

217] ♦ Gaspar Wieringa.
Simplices ut columbae (Natuurlijk als de duiven).
218] Anno 16[42] Lugduni Batavorum insignia doctoralia in utroque jure consecutus est (In 16[42, op 13 augustus] heeft hij te Leiden de doctorsbul in de beide rechten verworven).
Advokaat 6 sept. 1642, oudste advokaat, †17 febr. 1683 (Arch. Hof, MMM).
Getuige bij een hypotheekakte ten laste van zijn broer Nicolaus Wieringa, landschapsschilder 3 juli 1667 (Hyp.boek 72, f. 93).
Dr Gaspar(us) Wieringa, advokaat voor het Hof, en Christina Beernincx x Goutum 20 dec. 1668.
Grafschr. III, 79.

219] ♦ Jacobus Nicolai Leovardiensis Frisius anno 1641 mense januario. Tendit ad aethera virtus (De deugd streeft naar de hemel).
Advokaat 27 juni 1646, †25 jan. 1661 (Arch. Hof, MMM). Dr J.N., advokaat voor het Hof, en Bauckjen Tjerx x (stadhuis) 8 jan. 1647. Kinderen: Monica, geb. c. 1650; Claas, geb. c. 1655. Een hypotheekakte te zijnen gunste 15 sept. 1658, afgelost 6 dec. 1661 volgens verklaring uit naam van zijn weduwe (Hyp.boek 52, f. 21 v°).
Scheiding van zijn nalatenschap 19 mei 1665 (Weesboek X 12, f. 24). Stb. II, 169 aant. 8; 201 aant. 16 b.
AS, nr 3673.
221] ♦ Ciprianus Bruinsma anno 1641.
Die somtijdts eens een roesje drinckt
En weer een aerdigh dentje sinckt
En als het op een cloppen gaet,
Die dan niet als een Joseph staet
En met een soete jonge maegt
Soms een tornoy in 't hembde waegt
En dan eens weer een week off thien
Sijn boek met vlijt weet door te sien
En soo het goed en 't quade kent,
Dat acht ik eerst een recht student.
Ad mortem (Tot de dood).
222] Anno MDCXLII studiorum perficiendorum gratia Groningam adiit. Exinde anno MDCXLIIII Groninga Franequeram reversus mense septembris examini juri-

69


dico se submisit, quo peracto inaugurales theses palam feliciter discussit. Adhibitis deinde solemnibus publice mense novembri in utroque jure gradum doctoralem consecutus est (In 1642 is hij naar Groningen gegaan, om zijn studie te voltooien. Na hierop in 1644 van Groningen naar Franeker te zijn teruggekeerd, heeft hij zich in september aan het examen onderworpen en, na dat te hebben gedaan, zijn doctorale stellingen in het openbaar met succes verdedigd. Tenslotte heeft hij onder het houden van plechtigheden in november in het openbaar de doctorsgraad in de beide rechten verworven).
1658 illustrium Ordinum Frisiae a rationibus fidelissimus est electus (In 1658 is hij als zeer betrouwbaar tot rekenmeester der Edelmogende Staten van Friesland gekozen).
Advokaat 27 nov. 1644, raadsheer, Gedep . Staat (Arch., Hof, MMM).
Dr Cyprianus Bruinsma, advokaat voor het Hof, en Detje van Oenema van Sloten ond. 20 maart, 3de procl. 6 april 1651.
AS, nr 3657.
AP, 18 nov. 1644.
Engels, 41, 83.

223] ♦ Dionysius Domna anno 1641 2 septembris.
Adversus votum noli contendere verbis (Strijd niet met woorden tegen een gelofte).
Veritas odium parit (De waarheid verwekt haat).
Ne ulciscitor neque iram asservato in populares tuos, sed diliges proximum tuum, sicut te. Liviticus 19, versus 18 (Neem geen wraak op een volksgenoot en koester geen wrok tegen hem, maar bemin uw naaste als uzelf).
Honores mutant mores,
Sed raro in meliores (Eerbewijzen veranderen de zeden, maar zelden ten goede).
Qualis rex, talis grex (Zoals de aanvoerder, zo (is) de schare). Non vox, sed votum, non musica chordula, sed cor,
Non clamans, sed amans clangit in aure Dei;
Nec te collaudes nec te culpaveris ipse:
Hoc faciunt stulti, quos gloria vexat inanis (Niet het geluid, maar het gebed, niet de welluidende snaar, maar het hart, niet hij die Hem aanroept, maar wie Hem liefheeft, klinkt in Gods oor; prijs jezelf niet en beschuldig jezelf (ook) niet; dat doen de dwazen, die een ijdele roemzucht kwelt).
224] Postquam per tempus aliquod ministerium ecclesiasticum in pago Rie obiisset, factus est pastor in pago Oostsanen prope Amsterodamum (Nadat hij gedurende enige tijd het kerkelijk ambt in het dorp Ried had waargenomen, is hij herder geworden in het dorp Oostzaam bij Amsterdam).
Romein, 243 (D. Tjallingii D.).
AS, nr 3759.
Kalma, Cl.Fr., passim.

71


225] ♦ Sibrandus Hittinga Leovardiensis Frisius anno 1641 den 4 september.
Ubi respublica ex parva fit magna, ex tenui dives, tunc in ea et simultates civiom inter se et ambitiosa de principatu certamina ac deinde seditiones et luxus oriri solent (Wanneer een staat van klein groot, van gering rijk wordt, dan plegen daarin ook onderlinge veten tussen de burgers en eerzuchtige wedijver om de voorrang en tenslotte onlusten en uitspattingen te ontstaan).
Si vitare velis acerba quaedam Et tristes animi cavere morsus,
Nulli te facias nimis sodalem;
Gaudebis minus et minus dolebis (Als je enige smartelijke dingen wilt vermijden en je in acht nemen voor treurig leed van de geest, maak je dan van niemand teveel een vriend; (zo) zul je minder plezier hebben en minder verdriet).
Mens tecta.
Frons hilaris,
Lingua cauta Decet peregrinantes (Een terughoudende geest, een opgewekt gezicht, een voorzichtige tong passen hen die op reis zijn).
Symbolum: Melior vigilantia somno (Waakzaamheid is beter dan slaap).
Corrige praeteritum, praesens rege, cerne futurum (Maak goed wat voorbijgegaan is, leid het tegenwoordige, onderscheid het toekomstige).
226] Anno 164. in Galliam se recepit ibique summos in utroque jure honores consecutus est (In 164. heeft hij zich naar Frankrijk begeven en daar de hoogste eerbewijzen in beide rechten verworven).
Postea ab Ordinibus Frisiae a rationibus copiae militaris summo cum honore electus est (Later is hij door de Staten van Friesland met de meeste eer tot rekenmeester van het leger gekozen).
Sibrant van Hettinga uit Friesland, oud 10 jaar, zoon van Jean v.H., luitenant in winterkwartier te Duisburg, zijn vader te velde gevolgd, wonende 'uf der Bergstrasse bey der Glocken, ingeschreven in klas quinta van het gymnasium aldaar (G. Becker, Die Studenten aus dem niederl. Raume an deutschen Gymnasien und Universitäten, Soest 1944). Advokaat 25 juni 1646, commies van 't Land en secretaris der Rekenkamer (Arch. Hof. MMM).
Dr Sibrandus van Hittinga, advokaat voor het Hof, en Maria Claix te Leeuwarden x 14 jan. 1649.
Dr Sibrandus Hettinga lidmaat 8 maart 1650.
Een hypotheekakte te zijnen laste 4 maart 1675 (Hyp.boek 72, f. 46 v°).
Notaris Zacharias Poock geautoriseerd tot curator bonorum over de boedel van wijlen Sybrandt van Hittinga en echtg. I juli 1701 (Aut.boek W 11, f. 118 v°).
Stb. I, 206, 9de gen.; II, 141 aant. 62 a.
AS, nr 3777.

72


227] ♦ Timaeus Faber Leovardiensis Frisius anno 1641 2e septembris.
Cats: Fumo pascuntur amantes (Verliefden voeden zich met rook).
72
Cato: Disce, sed a doctis; indoctos ipse doceto (Leer, maar van geleerden; ongeleerden moet je zelf onderwijzen).
Ansonius: Fortuna nunquam sistit in eodem statu, Semper movetur, variat et mutat vices, Et summa in imum vertit ac versa erigit.
(Het lot blijft nooit in dezelfde stand; het is steeds in beweging, verandert en verwisselt van gedaante, keert het hoogste omlaag en omgekeerd richt het op).
Symbolum: Fata regunt homines (Het noodlot regeert de mensen). Cats: Et in aequore flamma est (Ook in de zee is vuur).
Nunquam bella piis, nunquam certamina desunt
Et quo cum certet, mens pia semper habet (Strijd en wedijver ontbreken de braven nooit en een brave geest heeft altijd iemand om mee te strijden). Noli homines blandos nimium sermone probare (Beoordeel mensen die (je) vleien, niet teveel naar hun woorden).
Non est dives opum dives nec pauper inopsque Infelix alio nec magis alter eget.
Dives eget gemmis, cereali munere pauper, Sed quum egeant ambo, pauper egens minus est (De rijke aan middelen is niet (echt) rijk en de arme en onbemiddelde niet ongelukkig, en de een heeft niet meer gebrek dan de ander. De rijke heeft gebrek aan juwelen, de arme aan voedsel, maar hoewel ze allebei iets missen, is de arme het minst behoeftig).
Hoc bibe quod possis, si tu vis vivere sanus (Drink datgene wat je kunt verdragen, als jij gezond wilt leven).
Fabricando fabri fimus (Door te timmeren worden wij timmerlui). Collegii nostri instituti praeses decimus, vicesimus primus (Van de instelling van ons genootschap af de tiende en de eenentwintigste voorzitter).
228] Anno 1645 mense examini juridico se submisit, quod faeliciter sustinuit, adhibitisque deinde omnibus solennibus summa cum laude in utroque jure doctoralem gradum consecutus est (In... 1645 heeft hij zich aan het examen in de rechten onderworpen, dat hij gelukkig doorstaan heeft, en vervolgens heeft hij onder het houden van alle plechtigheden met de hoogste lof de doctorsgraad in de beide rechten verworven).
1651 vitam cum morte commutavit (In 1651 heeft hij het tijdelijke met het eeuwige verwisseld).
Advokaat 11 juli 1645, fiscaal op de vloot van M.H. Tromp (Arch. Hof, MMM). Vijf hypotheekakten te zijnen laste d.d. 1 jan. 1646-25 juli 1649 (Hyp.boek 42, f. 71 v
(tweemaal), 144 v°, 174 v°, 238).
Dr Timaeus Faber, advokaat voor het Hof, en Beatrix Lamberts, wed, kap. Andries (v.d.) Bouckhorst, te Harlingen ond. 14, att. 29 april 1655.
AS, nr 3778.
AP, 3 juli 1645: T.F., Timaei quondam professoris ex fratre nepos, juris, De modis acquirendi dominii jure civili rerum singularium (T.F., broerszoon van wijlen prof. Timaeus,

73


in de rechten (op een proefschrift) over de wijzen van verkrijging van de eigendom van bijzondere zaken in het burgerlijke recht).

229] ♦ Egbertus Heixan anno 1641 2 septembris.
Donec eris felix, multos numerabis amicos; Tempore si fuerint nubila, solus eris (Zolang je gelukkig bent, zul je veel vrienden tellen; als de tijden droevig worden, zul je alleen zijn).
230] Relictis studiis se Leovardiae deposuit (Hij heeft de studie opgegeven en zich te Leeuwarden gevestigd).
1656 vivere desiit (In 1656 heeft hij zijn leven beëindigd).
Egbertus Heixan, schrijver van de compagnie van hopman H.F. van Inthema, en Femma van Velsen te Bolsward ond. 21 nov., att. op of na 7 dec. 1645.
Een hypotheekakte van Agatha van Velsen, wed. Antonio dell Mol, ten gunste van E.H. en echtg. 12 juni 1647; volgens een akte van 11 sept. 1657 heeft A.v.V. betaling ontvangen uit geconsigneerde gelden en stelt Petrus Heixan als grootvader en voogd over de wezen van E.H. zich borg voor evt. terugbetaling (Hyp.boek 42, f. 63).
Stb. I, 400, 3de gen. A 3; II, 277 aant. 12. Gen. Jb. 1954, 82, 87.
AS, nr 3780.

231] ♦ Renicus Camp 1641 2 augusti.
Symbolum: Idem velle, idem nolle firma demum amicitia est (Hetzelfde willen en hetzelfde niet willen is eerst (het kenmerk van) hechte vriendschap).
232] Anno 1649 in suprema Frisiorum curia scribae munus obit (In 1649 heeft hij het ambt van klerk van het Hof van Friesland aanvaard).
1658 virginem in thori sui sociam recepit (In 1658 heeft hij een meisje tot zijn echtgenote genomen).
Een getuigeverklaring van hem als adelborst betreffende wangedrag van enige personen 27 juni 1651 (Inf.boek C 1, p. 51); ook wordt zijn naam vermeld in een dergelijke verklaring van notaris S. Radijs van 25 juni over kattekwaad (ald., p. 40). Renicus Camp, 2de gezworen klerk in de griffie van het Hof, en Catharina Doytses Deynema, beiden te Leeuwarden, ond. 30 mei, att. 17 juni 1657.
Renicus Arnoldi Camp lidmaat 3 febr. 1647. Schuldbekentenissen van hem in de boedel van Joannes Nicolai, gescheiden 19 mei 1665. gedateerd 22 juni 1657 en 15 aug. 1660 (Weesbk X 12, f. 27 v°, 28). AS, nr 3786.

233] ♦ Theodorus Rouckema 1641 die 3 septembris. Firmus concordia murus (Eendracht is een stevige muur).
234] Anno circiter 1646 in Galliis juris utriusque doctoris insignibus decoratus patriam repetiit (Omstreeks 1646 is hij, na in Frankrijk met de onderscheidingstekenen van doctor in de beide rechten te zijn vereerd, in het land teruggekeerd). Postea Battavici liquoris mercaturam exercuit (Later heeft hij handel gedreven in Nederlandse drank).

74


Denique cum ad crapulam usque bibisset, ad Indos Orientales se recipere coactus est extremam fortunam expecturus (Tenslotte is hij, na tot dronkenschap toe te hebben gedronken, gedwongen om zich naar Oost-Indië te begeven, om voor de laatste maal zijn geluk te beproeven).
Advokaat 4 sept. 1644 (Arch. Hof, MMM).
Dr Theodorus Rouckema, advokaat voor het Hof, en Berber Pijtters te Leeuwarden ond. 31 maart, att. 21 april 1649.
AS, nr. 3818.

235] ♦ Jacobus Henrici Stonebrinck den 5 september 1641.
236] Anno circiter 1646 una cum Johanne Nicolai Kleierburgh examen in classe Leovardiensi sustinuit; sacrosancti ministerii candidatus creatus (Omstreeks 1646 heeft hij samen met J.N.K. (zie 237) in de classis Leeuwarden het examen ondergaan; tot kandidaat tot de heilige dienst benoemd).
Anno 1648 gregi Domini in pago Tzommarum pastor designatus est (In 1648 is hij tot herder voor de kudde des Heren in het dorp Tjummarum gekozen).
Jacobus Stonebrinck, predikant te Tjummarum, en Willemke Dirx te Leeuwarden ond.
12, 3de procl. 21 aug. 1653.
Romein, 217, 220.
AS, nr 3544.
Kalma, Cl. Fr., passim.

237] ♦ Johannes Nicolai Kleienburgh Leovardiensis Frisius sacrosanctae theologiae studiosus anno 1641 den 18 september.
Fide, sed ante vide, cui tuto fidere possis:
Non tutum est homini fidere; fide Deo (Schenk vertrouwen, maar zie tevoren op wie je veilig kunt vertrouwen: het is niet veilig op een mens te vertrouwen; vertrouw op God).
Quidquid agis, prudenter agas et respice finem (Wat je ook doet, handel voorHoratius Libro 3 ode 6: Damnosa quid non imminuit dies?
zichtig en denk aan het doel).
Aetas parentum pejor avis tulit Nos nequiores mox daturos
Progeniem vitiosiorem (Heeft ons dan geen noodlottige
tijd boven het hoofd gehangen? Het tijdperk van onze ouders, dat (al) slechter was dan (dat van) onze voorouders, heeft ons voortgebracht, die (weer) onwaardiger zijn en spoedig een (nog) verdorvener nageslacht zullen verwekken). Frater in angustia enascitur, Proverbia 17, versus 17 (Een broer wordt geboren in de nood).
Ab instituto collegio praeses vicesimus (Van de instelling af van het genootschap de twintigste voorzitter).
Ds Joannes Cleyenburg, candidatus, lidmaat met attestatie 9 mei 1645.

75


Joannes Nicolai Cleyenburgius, predikant te Tjerkgaast, en Trijntje Joannes Lauswold te Leeuwarden x 26 nov. 1645.
Romein, 165, 612, 647.
AS, nr 3758.
[238 in de nummering overgeslagen.]
239] ♦ Ambrosius Joannis Lauswolt 1641 linguarum studiosus.
Conscia mens recti famae mendacia ridet (Een geest die zich zijn deugd bewust is, lacht om leugenachtig gepraat).
Nil intentatum virtus animosa relinquit:
Omnia sunt magnis experiunda viris (Niets laat een moedige held onbeproefd; alles moeten grote mannen ondervinden).
Romein, 306, 400.
NL 1930, 120.
AS, nr 3651.
[240 in de nummering overgeslagen.]
241] ♦ Johannes Cuilenburch 1641.
242] In Galliam profectus gradum doctoralem in utroque jure consecutus est (Naar Frankrijk vertrokken, heeft hij de doctorsgraad in de beide rechten behaald). Postea urbis Leovardianae scabinus factus est (Later is hij tot schepen der stad Leeuwarden gekozen).
Anno 1658 ejusdem urbis consul designatus est (In 1658 is hij tot burgemeester van dezelfde stad gekozen).
Advokaat 20 juni 1646, schepen van Leeuwarden, rentmeester, gedeputeerde (Arch. Hof, MMM).
Johannes Cuilenburgh, advokaat voor het Hof, en Pitje Hardomans x 27 okt. 1650. Dr J.C., oud-burgemeester, curator over de kinderen van de stadsbode Mathijs Gerrits bij een boedelscheiding i.v.m. diens hertrouwen 2 maart 1666 (Weesbk X 12, f. 87 v°).
Grafschr. III, 66.
AS, nr 3765.
Engels, 41, 85.

243] ♦ Joannes Bouritius anno 1642 5 die februarii.
Animum rege (Beheers je hartstocht).
244] Singulari tum pietate, tum eruditione ornatus in suprema hujus provinciae curia e Praepotentibus senator electus est (Met uitzonderlijke deugd zowel als geleerdheid uitgerust, is hij door Hun Edelmogenden tot raadsheer in het Hof van deze provincie gekozen).
Advokaat 19 juni 1646, lid Rekenkamer te 's-Gravenhage, raadsheer, 19 jan. 1679 (Arch. Hof, MMM).
Dr Joannes Bouricius lidmaat 21 maart 1651.
Kwitantie voor onder hem als raadsheer geconsigneerde gelden 19 juni 1669 (Hyp.boek 62, f. 116).
NH, 42,
Stb. I, 328, 3de gen. A 4; II, 218 aant. 9.
J. van Kuyk in NNBW III, 160.
A. Hallema in It Beaken XVIII, 19.
AS, nr. 3809.

76


245] ♦ Gellius Dronrijp den 8 november 1641.
In manibus Domini spes salusque mea (In de handen des Heren (liggen) mijn hoop en heil). Fraternus amor maneto. Hebraei 13, 1 (De broederlijke liefde moet blijven).
246] Nihil est pejus quam amicos non habere; si amicum perdidisti, alium quaere, et ibi eum quaeras, ubi invenas; quaere inter liberales artes, inter recta et honesta officia, quaere in laboribus; ad mensam ista res non quaeritur (Niets is erger dan geen vrienden te hebben; als je een vriend hebt verloren, zoek dan een ander, en daar moet je hem zoeken, waar je hem kunt vinden: zoek bij de vrije kunsten, bij eerlijke en eervolle bezigheden, zoek bij arbeid; aan tafel wordt die (vriendschap) niet (terecht) gezocht).
Is ad rempublicam est deligendus regendam cui felix patria, cui forma divina, cui
aetas integra, cui denique militarium et civilium usus rerum contigit, teste Keckermann (Hij moet gekozen worden om de staat te besturen wie een gelukkig vaderland, een goddelijke gestalte, een bloeiende jeugd en tenslotte ervaring in krijgsen staatszaken te beurt zijn gevallen, getuige K.). Legis virtus libro 7 ff. de II. 9: Imperare, vetare, permittere, punire (De kracht der wet (bestaat in) gebieden, verbieden, toelaten en straffen).
Virgilius: Tu regere imperio populos, Romane, memento;
Hae tibi erunt artes pacique imponere morem,
Parcere subjectis et debellare superbos (Bedenk gij met Uw heerschappij de volkeren te leiden, Romein; deze kunst zult ge bezitten en (die om) in vrede regels op te leggen, de onderworpenen te sparen en de overmoedigen te onderwerpen). Scripsit Nicolaus Heloma sacrarum literarum studiosus anno 1644 den 15 novembris ((Dit) heeft N.H., student in de eerbiedwaardige letteren (zie 247), geschreven op 15 noν. 1644).
247] ♦ Nicolaus Heloma den 7 februarii 1642 juris utriusque studiosus.
248] Instituti collegii nationalis assessor (Bestuurslid van dit stedelijk genootschap). Anno 1646 insignia doctoralia cum publico applausu in hac academia consecutus est (In 1646 heeft hij onder openbare bijvalsbetuigingen de doctorale onderscheidingstekenen aan deze hogeschool behaald).
Anno 1649 matrimonio se junxit cum amasia dicta Swaantje ter Wischa (In 1649 heeft hij zich in het huwelijk verbonden met zijn geliefde, genaamd S.t. W.). Anno 1657 frater ejus curru (equis in fugam conjectis et fraenum detractantibus) delapsus miserum, oh dolor! vitae exitum habuit in pago qui vocatur Swaag (In 1657 stierf zijn broer, van zijn wagen gevallen, doordat de paarden op hol sloegen en de teugel losrukten, helaas een ellendige dood in het dorp dat Beetsterzwaag genoemd wordt). Zie ook 246.

77


Advokaat 13 juli 1646 (Arch. Hor, MMM).
NG, 338, Nal., 109.
VvO II, 43.
NP XXIII, 91 (bovengenoemde broer Tjaerd (Theotardus) ald., 92).
Gen. Jh., 1951, 39.
AS, nr 3885.
AP, 9 juli 1646.
G.P. Mulder, Van Terwisga tot Willinge Prins, 98, 102.

249] ♦ Albertus Lamberti Bieruma anno 1642 die 8 mensis februarii. In Te locavi spem meam, rerum Creator optime (Op U heb ik mijn hoop gesteld, algoede Schepper der wereld). Festina lente (Haast je langzaam). Philosophiae studiosus.
Albertus Bieruma, dienaar des G. Woords te Noordlaren, en Geeske Abbema te Leeuwar den ond. 1 okt., 3de procl. 9 okt. 1659.
Stb. I1, 244 aant. 30.
AS, nr 3860.

251] ♦ Petrus Gerardi Meilsma philosophiae linguarum studiosus ad diem mensis febru arii 8 anni 1642 addixi nomen Leoverdiensi collegio (Ik, P.G.M., student in de wijsbegeerte en talen, heb op 8 febr. 1642 mijn naam toegevoegd aan het Leeuwarder genootschap). Petra velut rapidas Neptuni praepedit umbras,
Sic mea stat Domino spesque fidesque Deo (Zoals de rots de snelle schaduwen der zee stuit, zo (vast) staat mijn hoop en vertrouwen op de Heer God).
252] Anno 1651 examine feliciter in classe Leovardiensi habito sacrosancti ministerii candidatus creatus (In 1651 na het met gunstige uitslag afnemen van het examen
in de classis Leeuwarden als candidaat toegelaten). Postea vero in pago Oudega cum annexis ad publicum ministerium omnium sffragio vocatus matrimonium cum amasia sua contraxit (Later echter in het dorp Oudega met toebehoren tot de openbare (ere)dienst met algemene stemmen beroepen, heeft hij met zijn geliefde een huwelijk gesloten).
Petrus Regneri(!) Meilsma, geb, te Harlingen, beroepen predikant te Oudega, en Catharina Pieters Persijn te Leeuwarden x 11 april 1652.
Romein, 152.
AS, nr 3859.

253] ♦ Epeus Nienhuiss den 17 februarii 1642.
Horatius 1 Carminum 13: Felices ter et amplius
Quos irrupta tenet copula nec malis
Divulsus querimoniis
72
Suprema citius solvet amor die (Drie en meermaal se lukkig zij die een onverbrekelijke band verenigt en die liefde, door geen valse

78


grieven uiteengerukt, niet eerder zal loslaten dan op hun laatste dag).
254] Symbolum: Omne nimium vertitur in vitium (Alle teveel wendt zich ten kwade).
Anno 1647 juris utriusque doctor factus est (In 1647 is hij doctor in de beide rechten geworden).
Anno 1657 acuta febre correptus vivere desiit (In 1657 heeft hij, door een gevaarlijke koorts aangetast, zijn leven beëindigd).
Advokaat 24 nov. 1648 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 3841.

255] ♦ Dominicus Lollius Leovardiensis Frisius den 6 junii 1642.
Aut mors aut vita decora (Of de dood of een edel leven). Collegii hujus nationalis praeses vigesimus quartus (Van dit stedelijk genootschap de vierentwintigste voorzitter).
256] Anno 1648 mense aprili examini juridico se submisit, quo peracto theses inaugurales palam feliciter discussit et in patria academia summa cum laude insignia doctoralia consecutus est (In april 1648 heeft hij zich aan het examen in de rechten onderworpen, na het afleggen hiervan in het openbaar met goede uitslag de doctorale stellingen verdedigd en aan de provinciale hogeschool met de hoogste lof de onderscheidingstekenen van het doctoraat verworven).
Anno 1651 urbis Leovardiae fisci munus ipsi demandatum (In 1651 is hem het ambt van fiscaal der stad Leeuwarden opgedragen).
Advokaat 1 mei 1648, fiscaal van Leeuwarden, pensionaris, 124 nov. 1683 (Arch. Hof, MMM).
Dominicus Lollius, j.u.d., advokaat voor het Hof en fiscaal van Leeuwarden, en Bauckjen Hayes Bol(t)sma te Leeuwarden x 31 maart 1650.
D.L. getuige van dreigend gedrag van een notariszoon 28 juni 1651 (Inf.boek C 1, p. 60).
Neergeslagen door Jelle Leeuckes 25 maart 1670 (ald., p. 346 v.).
Bedreigd door de lakenkoper C. van der Geest 24 dec. 1681 (С 2, p. 451; C 3, p. 17). Noemt A. Verpoorten een schelm 29 mei 1682 (C 3, p. 36).
Hypotheekakten te zijnen laste 6 nov. 1656 en 7 maart 1657 (Hyp.boek 52, f. 71 v°), 19 juni 1658, gecasseerd 22 maart 1660 (ald., f. 12 v°).
Grafschr. III, 89.
AS, nr 3896.

257] ♦ Hieronymus Isbrandi 1642 decimo quarto junii (... 14 juni 1642).
258] Anno 16.. in academia Ultrajectensi summ... (In 16.. heeft hij aan de Utrechtse hogeschool met de hoogste ...).
AS, nr 3831.

259] ♦ Joannes Wijngaert anno millesimo sexcentesimo quadragesimo secundo 18 junii (... 18 juni 1642).
Σωφρόνως καὶ δικαίως καὶ εὐσεβῶς (Bezonnen, rechtvaardig en vroom).
(Titus 2:12)

79


Η φιλία του κόσμου έχθρα τοῦ Θεοῦ ἔσυν (De liefde voor de wereld is vijandschap tegen God). Jacobus 4 capite versa 4 Collegi hujus nationalis praeses vigesimus tertius (Van dit stedelijk genootschap de drieentwintigste voorzitter).
260] ♦ Johannes Gerhardus Meditationibus XXVIII: Semper cogites tria praeterita: ma lum commissum, bonum omissum, tempus amissum. Semper cogites tria prae sentia: vitae praesentis veritatem, salvandi difficultatem, salvandorum paucita tem. Semper cogites tria futura; mortem, qua nihil horribilius, judicium, quo si hil terribilius, poenam inferni, qua nihil intolerabilius (Overdenk altijd drie voorbije dingen: het begane kwaad, het nagelaten goede en de verloren tijd. Overdenk altijd drie tegenwoordige dingen: de waarheid van het tegenwoordige leven, de moeilijkheid gered te worden en het geringe aantal geredden. Overdenk altijd drie toekomstige dingen; de dood, huiveringwekkender dan al het andere, het oordeel, verschrikkelijker dan al het andere, de straf der hel, ondragelijker dan al het andere).
Quemadmodum aromata longe lateque odorem spargunt, si teras, ita virtutis fama diffunditur, si premas (Zoals geuren zich ver en in de breedte verspreiden, als je (de geurstof) wrijft, zo wordt de roem der deugd verbreid, als je (hem) onderdrukt).
Anno 1647 examini theologico in classe Leoverdiensi una cum domino Georgio Proost se submisit et communi omnium pastorum suffragio ad sacrosanctum ministerium admissus est (In 1647 heeft hij zich samen met de heer Georgius Proost (zie 261) aan het examen in de theologie onderworpen in de classis Leeuwarden en is met algemene stemmen van alle herders tot de H. Dienst toegelaten).
Romein, 151, 644.
AS, nr 3892.

261] ♦ Georgius Viti Proost 1642 den 2 julii.
262] Anno 1647 examen theologicum una cum Johanne Wijngaert in classe Leoverdiana feliciter sustinuit et ad functionem ecclesiasticam cum ipso admissus est ( 1647 heeft hij samen met Johannes Wijngaert (zie het examen in de theolo gie in de classis Leeuwarden met gunstige uitslag ondergaan en is met hem 100 het kerkelijk ambt toegelaten).
Postea vero pastor designatus est in pagis Luttjewoldt et Collumerswaeg (Later echter is hij tot herder gekozen in de dorpen Lutjewoude en Kollumerzwuest.
Georgius Proost, predikant te Ausbuur en Kollumerzwaag, en Trijntje Jacobs Wastinus te Leeuwarden z 30 jan. 1656.
Trijntje Jacobs, wed.ds. G.P., verkoopt met haar mede-eigenaars een huis in de Kerkstraat 23 jan. 1688 (Hyp.boek 82, ( 53 )
Romein, 501; V. Veen, 64.
AS, nr 3921.

80


263] ♦ Gallius Petri a Bruynsma quinto die julii (... 5 juli). Collegii nationalis hujus assessor (Bestuurslid van dit stedelijk genootschap).
Symbolum: Veritas ut palma (De waarheid is als een palm).
Advokaat 25 juli 1646 (Arch. Hof, MMM).
Gellius Bruinsma, j.u.d., advokaat voor het Hof, en Claeske Nicolai te Leeuwarden ond. (gerecht) 14, 3de procl. 23 febr. 1650.
Stb. I, 325, III C; II, 274 aant. 4. Gen.
Jb. 1966, 56.
[264 in de nummering overgeslagen.]
265] ♦ Philippus Bruinsema anno 1642 die 7 julii.
Tecum habita (Blijf bij jezelf).
56
Emblema: Sapientia fortitudine prestantior (Wijsheid is meer waard dan dapperheid). Quid gestas manibus clypeum? Quid tempora, Pallas, Casside, praecingis? Bella, virago, geris? Bella geris, sed queis Atropos sua jura negabit; Bella geris quorum fama superstes eris. Non Martem sequeris; Mavors tibi cesserit armis Condita prudenti pectore signa videns. Marte igitur Phebi juvenis mortalia linque! Adspice cur clypeum docta Minerva gerat: Hoc facit ut monstret studium juvenile ferendum Fortiter; ignavis nulla corona datur. Adspice cur galeam tecta est; constantis imago Virtutis signum colliget inde tibi (Wat draag je in je handen een schild? Waartoe, Pallas, omgeef je je slapen met een helm? Voer je (dan) oorlog, heldin? (Ja,) je voert oorlog, maar een waaraan Atropos haar rechten zal ontzeggen; je voert oorlogen wier roem je zult overleven. Je volgt Mars niet na: Mars heeft je zijn wapens afgestaan, toen hij je veldtekens zag, berustend in je verstandige geest. Laat dus in de oorlog het sterfelijke van de dag achter, jongeman! Zie waarom de geleerde Minerva haar schild draagt: Dit doet ze om te tonen, dat (de lasten van) de studie der jeugd dapper moeten worden gedragen; zie waarom zij een helm op heeft; (dit) beeld van standvastige dapperheid zal je daardoor een veldteken verschaffen).
AS, nr 3904.

267] ♦ Hermannus Abbema anno 1642 3 27sten. Symbolum: Fata quod volunt, vota non tollunt (Wat het lot wil, stellen gebeden niet ter zijde).
Collegarum omnium suffragio collegii nostri nationalis praeses vicesimus secundus anno 1645 (Tweeëntwintigste voorzitter van ons stedelijk genootschap met algemene stemmen der leden).

81


268] Anno 1646 insignia summi gradus in utroque jure consecutus est (In 1646 heeft hij de onderscheidingstekenen van de hoogste graad in de beide rechten behaald), Anno vero 1649 13 januarii ex hac vita decessit (Op 13 januari 1649 echter is hij
uit dit leven gescheiden).
Dr Hermannus Abbema lidmaat met attestatie 25 sept. 1646.
Advokaat 19 jan. 1647 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 3919.
AP, 21 dec. 1646.

269] ♦ Matthias Vierssen den 27 augusti 164(2).
Simbolum: Tandem bona (causa) triumphat (Tenslotte zegeviert de goede zaak). (Pentekening van een put met galgen enz. en onderschrift)
Ob contemptum legum (Wegens verachting der wetten). Tandem mala causa peribit (Tenslotte zal de kwade zaak te gronde gaan).
270] (Anno 1)647 mense maji summum in utroque jure (gradum) (post habitam disputationem de usuris) omnium (applau)su consecutus est; inde se Leoverdiam contu(l)it (In mei 1647 heeft hij na het houden van een dispuut over de rente met algemene instemming de hoogste graad in de beide rechten behaald; daarna heeft hij zich naar Leeuwarden begeven). (Anno 1647) a supremo Frisiae senatu in matriculam (advocator)um assumptus est (In 1647 is hij door het Hof van Friesland in het register van advokaten opgenomen).
Door beschadiging voor een groot deel onleesbaar. Ties, z.v. Dirck van Viersen, zijdelakenkoper, en Jantyen Cornelis Buttinga, ged. 20 april 1623.
Dr Matthias Viersen lidmaat m.att. v. Franeker 6 aug. 1647. Advokaat 4 juni 1647, oudste advokaat 3 okt. 1679, 19 febr. 1693 (Arch. Hof, MMM).
Aan M.v.V. twee tweebakschuiten toegestaan om met zijn goederen naar den Haag te reizen 9 april 1655 (Res.boek Magistraat M 7, p. 11). Dr M.v.V., advokaat voor het Hof, en Reynoudina Schaffs, wed. mr Menzo Gabbema (secretaris van Leeuwarden), ond. 9, 3de procl. 17 febr. 1656.
Met zijn vrouw koopt hij een huis in de Bollemansteeg 24 nov. 1658 (Gr. Cons. 21 jan.
1659). Lid vroedschap van Leeuwarden 2 mei 1660-8 febr. 1693, schepen 1679-1682, 1684-1686, assessor van het krijgsgerecht der Fries-Nassause regimenten.
Koopt een huis in de Korfmakersstraat 7 juni 1671 (Gr. Consent bk. 22 okt.). Verklaring van dr M.v.V. omtrent de zelfmoord van zijn broer de rentmeester Jacobus 21 mei 1685 (Inf.boek C 3, p. 355).
Op verzoek van Jacobus van Viersen, gesterkt met zijn oom dr M.v.V., wordt dr Th. Bos geautoriseerd tot curator ad actum divisionis I juni 1685 (Aut.boek W 8, f. 33 v°); M.v.V. zelf tot curator geautoriseerd 1 april 1686 (ald., f. 63 v°). Magistraat en vroedschap geconvoceerd om in zijn plaats een nieuwe vroedsman op
Noord-Oldehoofsterespel te kiezen 9 febr. 1693 (Mag.res.). Nog vermeld als zijnde opge treden voor de erfgenamen Rhala 12/13 maart 1694 (Weesbk X 13, f. 100). In 'Poincten tot laste' van de stadsuitroeper Matthijs Vierssen wordt gezegd, dat deze aan

82


de schepen dr M.v.V., tot wiens dispositie dat ambt stond, bij zijn keuze op 20 mei 1684 heeft beloofd ƒ 220 per jaar te betalen aan diens zuster Claeske, eind nov. 1696 (Inf.boek C 6, p. 116).
Grafschr. III, 13.
AS, nr 3960.
AP, 25 mei 1647.

271] ♦ Henricus Lautenbach 20 octobris 1642.
272] Anno 1648 in classe Leoverdiensi una cum domino Lamberto Schieringa examini theologico se submisit et communi omnium pastorum suffragio ad sacrosanctum ministerium admissus est (In 1648 heeft hij zich samen met de heer L.S. (zie 309) onderworpen aan het examen in de theologie en is met algemene stemmen van alle herders tot de H. Dienst toegelaten).
Anno 1649 pastor ecclesiae Jelsumanae creatus est (In 1649 is hij tot herder der gemeente Jelsum beroepen).
Henricus, z.v. Willem Henricus Lautenbach, predikant te Hempens c.a., en Teuntje Pyters, geb. c. 1624. Ds Henricus Lautenbach, predikant te Jelsum, en Pyronella Lamberti van den Bos ond. 22, att. 29 dec. 1649.
Romein, 82; V. Veen, 9.
G.A. Wumkes in NNBW X, 512.
BWPG V, 647.
EvF, 436.
AS, nr 3836.

273] ♦ Theodorus a Wygara Leovardiensis Frisius 1643 primo junii (... 1 juni 1643).
274] Omissis studiis artem cum Marte commutavit et signum militare adeptus est (Hij heeft de studie opgegeven, de wetenschap met de krijgsdienst verwisseld en een vendel soldaten verkregen).
Vaandrig in de compagnie van H. van Bruinsma 27 jan. 1651 (Journaal G.S. 24, р. 293). Luitenant in dezelfde compagnie, nu Versteveren 21 aug. 1652 (id. 235, p. 105); Martinus Baerdt in zijn plaats benoemd 26 aug. 1658 (id. 241).
Kapitein 8 nov. 1661 (id. 244, f. 67 v°); krijgt toestemming zich zes weken uit zijn garnizoen te verwijderen 10 okt. 1667 (id. 249, f. 192); Duco Hemmema tot opvolger van wijlen Dirck W. benoemd 2 juli 1669 (id. 25). Wijnaendts, Scheltinga, 52 (Dirck Pijckesz. W.).
AS, nr 4049.

275] ♦ Vitus Romberti Leovardiensis Frisius anno 1643 secundo junii (... 2 juni 1643).
276] In medio studiorum gravi mania correptus, quo morbo tandem enervatus vivere desiit (Midden in zijn studie door een zware razernij aangetast, door welke ziekte uitgeput hij tenslotte zijn leven heeft beëindigd).
Besloten Vitus Romberti zijn pensie 'af te snijden' wegens krankzinnigheid 12 mei 1648 (Res.boek magistraat M 5, p. 89).
AS, nr 4025.

83


277] ♦ Henricus Schotanus tertio die junil Leoverdiensis Frisius anno 1643 (ju 1843)
Symbolum: Si Christum nescis, nihil est si caetera discis; si Christus discis, sa est si caetera nescis (Als je Christus niet kent, helpt het niets als je het overige leert, als je Christus leert kennen, is Hij voldoende als je het overige niet kent).
278] Lugduni doctor creatus (Te Leiden tot doctor gepromoveerd).
FVA 1851, 18 vv.
Greydanus, 36, 38, 256
Vleer, Schotanus, 15 (H.S. a Sterringa).
AS, nr 3941.

279] ♦ Joannes Jansonius Leoverdiensis Frisius quarto die junii anno 1643 (... 4 juns 1643). Plato tum denique fore beatas respublicas putavit, si aut docti aut sapien tes homines eas regere coepissent aut qui regerent, omne suum studium in doctrina et sapientia collocassent (Plato vond, dat staten dan pas gelukkig waren, als hetzij geleerde of wijze mensen er aan de regering waren gekomen of zij die ze bestuurden, al hun ijver aan wetenschap en wijsheid besteedden).
280] Symbolum: Justus ut palma virebit (De rechtvaardige zal groenen als een palm). Anno 1648 in academia Franekerana sacrosanctae medicinae doctor salutatus est (In 1648 is hij aan de Franeker hogeschool als doctor in de heilige geneeskunde begroet).
Johannes Jansonius lidmaat met attestatie 19 okt. 1648. Joannes Jansonius, med. dr te Leeuwarden, en Idtje Pieters Loomars te Dokkum ond 17 jan., att. 8 febr. 1651.
Kinderen: Joannes, ged, 28 juli 1652; Pietter, ged. 2 sept. 1653; Johannes, ged. 6 sept. 1654; Sjoukjen, ged. 7 sept. 1655; Syouckjen en Yetske, ged. 19 okt. 1656; Johannis, ged 18 maart 1660.
Getuigenissen van dr J.J. omtrent kwetsuren bij verschillende personen 3 nov. 1658, 20 jan. 1659, 22 maart 1663, 18 juli 1670 (Inf.boek C 1, p. 169, 172, 246, 359). Aangenomen als ordinaris stadsmedikus der armen 15 nov. 1661 (Res.boek Magistraat M 8. p. 135).
AS, nr 4035.

281] ♦ Theodorus Jeppema Leovardiensis Frisius 1643.
Nil sine Deo (Niets zonder God).
AS, nr 4147.

283] ♦ Gellius a Peima Leowardiensis Frisius 1643.
Fronti nulla fides (Geen vertrouwen op het gezicht).
284] (doorgehaald opschrift als op 286).
Jelle van Peyma en Agatha van Velsen, beide te Leeuwarden, ond 23 dec. 1647, att. 8 jan 1648.
G.P. naastleger in de Folgeren 21 okt. 1665 (Weesbk X 12, f. 681.

84


Stb. I, 285, 3de gen. B 2; II, 194 aant. 19.
Grafschr. III, 18, 36.
AS, nr 4148,
Gen. Jb. 1976, 37.

285] ♦ Abelus Riemersma Leovardiensis Frisius anno 1644 11 maji.
286] Anno 1649 mense julio ex hoc mundo in caelestem patriam migravit (In juli 1649 is hij uit deze wereld naar het hemels vaderland verhuisd).
Abelus Riemersma, notarius publicus, en Grietje Jepma, wed. notaris Hero Joachimi, ond. 13, att. 24 maart 1647.
Koopmans, 173.
AS, nr 3813.

287] ♦ Franciscus Abbema Leovardiensis Frisius sacrosanctarum litterarum studiosus anno 1644 den 11 maji.
Symbolum: Post funera virtus, virtus post fata superstes (De deugd (blijft) na de begrafenis, de deugd overleeft de dood). Virgilius: Optima quaeque dies miseris mortalibus aevi
Prima fugit, subeunt morbi tristisque senectus
Et labor et durae rapit inclementia mortis (Juist de beste tijd van het leven is voor de ongelukkige stervelingen het eerst voorbij; ziekten en de smartelijke ouderdom naderen en het zwoegen, en de hardvochtigheid van de strenge dood rukt (hen) weg).
Expugnentur licet urbes, corripiant gentes, regibus manibus injiciantur, nisi foro et curiae officium ac verecundia sua constiterit; partarum rerum, caelo aequatus licet cumulus, sedem stabilem non inveniet. Valerius Maximus libro 2 capite 4 (AI worden steden veroverd, al grijpen de volken ze aan, al raken ze in de handen van koningen, als de gehoorzaamheid aan recht en wet en de eigen eerbeid geen stand heeft gehouden, de menigte verworven zaken zal, al heeft hij de hemel bereikt, geen duurzame plaats vinden).
Collegii hujus instituti praeses vigesimus quintus anno 1648 (Van de instelling van dit genootschap af de vijfentwintigste voorzitter in 1648).
Anno 1648 studiorum promovendorum gratia Groningam se contulit (In 1648 heeft hij zich ter bevordering van zijn studie naar Groningen begeven).
Anno 1653 juris candidatus factus est, quo anno in classe nostra adversus Anglos se contulit; tandem postquam fortiter dimicassent, superata ipsorum navi in Angliam captivus deductus est ibique vita decessit (In 1653 is hij candidaat in het recht geworden en heeft zich in dat jaar op onze vloot begeven tegen de Engelsen; nadat ze dapper hadden gevochten, is hij eindelijk nadat hun schip overwonnen was, gevankelijk naar Engeland gevoerd en daar uit het leven gescheiden).
AS, nr 4166.

85


289] ♦ Abrahamus Julii Leovardiensis Frisius sacrosanctae theologiiae studiosus anno 1644 den 11 maji.
Psalmus 4 versu 6: וּבְחוּ זִכְחַ. שרק וכטְחוּ אֶל-יְהוָה:ְ (Brengt offers gelijk het betaamt. Stelt op Jaweh uw vertrouwen).
Symbolum: Virtus pulcherrima merces (Deugd is de mooiste waar).
Chrysostomus: Non pauper est qui nihil habet, sed qui multa desiderat; non dives est qui multa possidet, sed qui non multis indiget (Arm is niet hij die niets heeft, maar hij die veel verlangt; rijk is niet hij die veel bezit, maar hij die niet veel nodig heeft). Demosthenes:
Περὶ δόξης χρηστῆς μάλλον σποιτάζειν χρὴ ἢ περί χρημάτων (Het is eerder nodig zich te bekommeren om zijn goede naam dan om schatten). De bona existimatione magis laborandum est quam de pecunia et opibus (Om een goede naam moet men zich meer bekommeren dan om geld en rijkdom).
Romani capite 8 versu 14:
"Όσοι γὰρ πνεύματι Θεοῦ ἄγονται, οἱτοί ἐἴσιν ὑιοί Θεοῦ
(Allen die zich laten leiden door de Geest van God, zijn kinderen van God). Instituti collegii praeses vigesimus sextus (Van de instelling van het genootschap af de zesentwintigste voorzitter).
Anno 1649 mense majo una cum domino Francisco Elgersma in classe Leovar-
290] diensi examini theologico se subjecit (In mei 1649 heeft hij zich samen met de heer Franciscus Elgersma (zie 291) in de classis Leeuwarden onderworpen aan het examen in de theologie). Anno 1650 in pago Deinum legitimo suffragio ad munus ecclesiasticum obeundum vocatus est (In 1650 is hij door een wettige stemming beroepen om in het dorp Deinum het kerkelijk ambt op zich te nemen).
Ds Abrahamus Julii, predikant te Deinum, en Eeffke Bondaeus te Leeuwarden ond. 2, att. 16 april 1659.
Romein, 56.
AS, nr 4161.

291] ♦ Franciscus Jacobi Elgersma Leovardiensis Frisius anno 1644 den XI maji. Symbolum: Nescire velle quae Magister maximus celare voluit, erudita inscitia est (Niet willen weten wat de opperste meester heeft willen verbergen, is geleerde onwetendheid).
Μὴ ὑπερφρονεῖν παρ᾽ ὁ δεῖ φρονείν' αλλά φρονεῖν εἰα τὸ σωφρονεῖν ([Men moet) zich niet meer verbeelden dan wat behoorlijk is te denken, maar streven naar bescheidenheid).

86


Θεοῦ διδόντος μηδὲν ἰσχύει φθόνος· Καὶ μὴ διδόντος μηδὲν ἰσχύει πόνος (Als God geeft, vermag de nijd niets, en als Hij niet geeft vermag de inspanning niets).
מְצוֹרֵךְ עֲנָוִיִם יְהוָה מִשְׁפִיל רְשָׁעִים עָרֵי אָרֶץ
(De Heere houdt de ootmoedigen staande, maar vernedert goddelozen tot de aarde).
Collegii hujus celeberrimi praeses vigesimus septimus (Van dit zeer vermaarde genootschap de zevenentwintigste voorzitter).
292] 293] Anno 1649 mense majo una cum domino Abrahamo Julii in classe Leovardiana se examini theologico subjecit (In mei 1679 heeft hij zich samen met de heer Abrahamus Julii (zie 289) aan het examen in de theologie onderworpen in de classis Leeuwarden).
Anno 1650 in pago Oudtkerck ad ministerium ecclesiasticum vocatus est (In 1650 is hij tot het kerkelijk ambt in het dorp Oudkerk beroepen).
Anno 1652 totius senatus suffragio ecclesiastes Leovardiensis desigantus est (In 1652 is hij door stemming van de hele (kerke)raad tot predikant te Leeuwarden gekozen).
Franciscus Elgersma lidmaat m.att. 29 juni 1649.
Franciscus Elgersma, predikant te Oudkerk, en Aeltje Harmens te Leeuwarden ond. 20 sept., att. 12 okt. 1650.
De advokaten dr D. Coops en dr E. van der Blesse verklaren, dat in de classicale vergadering ds F.E. in een woordenwisseling met ds van der Waeyen deze en de magistraat beschuldigd heeft van 'Arminiaanse maximen' 1 april 1667 (Inf. boek C 1, p. 309).
Romein, 22, 126, 162, 575, 678. BWPG II, 719.
F.S. Knipscheer in NNBW VIII, 464. Roarda, De Schraarder Elgersma's, 3. EvF, 280.
AS, nr 4160.

293] ♦ Valerius Renici Leovardiensis Frisius anno 1644 den 15 maji.
294] 1649 2 octobris summum in utroque jure (post habitam disputationem de collationibus) gradum consecutus est (2 oktober 1649 heeft hij na het houden van een dispuut over de collaties de hoogste graad in de beide rechten behaald).
Ac is in matriculam advocatorum designatus est (En hij is in de lijst van advokaten opgenomen).
Anno 1653 matrimonium contraxit cum amasia sua AEva Lollii Jouersma (In 1653 heeft hij een huwelijk gesloten met zijn geliefde AE.L.J.).
Advokaat 10 okt. 1649, oudste advokaat, 14 jan. 1699 (Arch. Hof, MMM). Dr. Valerius Reinici, advokaat voor het Hof, en IJſke Maria Jouwersma, beide te Leeuwarden, x ald. (Stadhuis) 10 juli 1652.
Assisteert Suffridus en Anna Doenga bij het ontvangen der rekening van hun curator 12/13 maart 1694 (Weesbk X 13, f. 99).

87


Lollius Renici geautoriseerd tot voogd over Frans en Maria Forstenburgh, mode erfgres men van dr. V.R. 20 jan. 1699 (Autbk W 11, f. 49").
Gen. Jb. 1959, 37.
AS, 4179.
AP, 2 okt. 1649.

295] ♦ Horatius a Knijff Leovardiensis Frisius anno 1644 16 maji.
296] 297] Anno 1645 ad majorem in studiis progressum faciendum Leidam se contulit (In 1845 heeft hij zich naar Leiden begeven, om meer vorderingen met zijn studie te maken).
Anno 1660 in suprema Frisiorum curia functionem senatoriam obtinuit In 1660 heeft hij het ambt van raadsheer in het Hof van Friesland verworven).
Advokaat 4 juni 1651, lid der Staten-Generaal, raadsheer, 112 jan. 1679 (Arch. Hot,
MMM). Horatius Knijff, raad ordinaris in het Hof van Friesland, en Lucia van Hiddema ond. 7, att. 15 jan. 1665.
Hypotheekakten te zijnen laste, de latere ook als voogd over zijn vrouw, 1 mei 1661-18 mei 1670 (Hyp. boek 72, f.8v, 9, 9 vº, 13 vº), alle gecasseerd wegens betaling door zijn erfgenamen.
NH. 42.
Stb. II, 4 aant. 23.
G.A. Wumkes in NNBW IX, 535.
Gen. Jb. 1963, 70.
Grafschr. III, 57, 65.
AS, nr 4145.

297] ♦ Joannes Husingius Leovardiensis Frisius anno 1644 den 6 maji. Labor omnia vincit improbus (Vermetele arbeid overwint alles).
298] Anno 1645 die 16 mensis novembris placide in Domino obdormivit et quarto post mortem die honorifice in templo academico sepultus est (Op 16 november 1645 is hij zacht in de Heer ontslapen en op de vierde dag na zijn dood eervol in de Akademiekerk begraven).
AS, nr 4162.

299] ♦ Simon de Geest Leovardiensis Frisius anno 1644 16 maji. Symbolum: Spiritus alta petit (De geest streeft naar het hoge).
300] Anno 1646 ad uberiores studiorum fructus consequendos Lugdunum Batavorum se contulit (In 1646 is hij naar Leiden vertrokken, om rijkere vruchten van studie te verwerven).
Anno 1648 non exigua cum laude sacrosanctae medicinae doctor creatus est et matrimonium contraxit (In 1648 is hij met niet geringe lof tot doctor in de heilige geneeskunde gepromoveerd en heeft een huwelijk gesloten).
Anno 1665 placide in Domino obdormivit Leovaerdiae (In 2005 is hij te Leewarden zacht in de Heer ontslapen).

88


Simon de Geest, med, dr, en Anna Maria van Peima ond. (ger.) 5, 3de procl. 13 aug. 1652.
Stb. I, 285, 3de gen. A 2; II, 194 aant. 17.
Gen. Jb. 1956, 61, 64; 1971, 83.
AS, nr 4171.

301] ♦ Fredericus a Voordt Leovardiensis Frisius anno 1644 20 maji.
Seneca in Troade: Ferre quam sortem patiuntur omnes, nemo recusat (Het lot te dragen dat alle mensen ondergaan, weigert niemand).
Hypotheekakte ten gunste van Quirina van Berchem, wed. Fredrick van Voort 9 juli 1648 (Hyp. boek 42, f. 54).
AS, nr 4062.

303] ♦ Homerus a Bruynsma anno 1644 14 octobris.
Symbolum: Tibi potius quam cujus sis amicus (Liever aan jezelf dan aan degeen wiens vriend je bent (moet je ongeluk wensen)).
304] Ordinum capitaneus strenuissimus (Zeer flink kapitein in Statendienst).
AS, nr 4141.

305] ♦ Hector Friesma Leovardiensis Frisius den 25 octobris 1644.
Symbolum: Gloria praemia gerit (Roem brengt beloning).
306] Anno 1647 studiorum gratia Groningam petiit (In 1647 heeft hij zich om wille van zijn studie naar Groningen begeven).
Cura pastoralis in pago Oudtkerck ipsi est commissa (De herderlijke zorg in het dorp Oudkerk is hem opgedragen).
Paulo postea foedus matrimoniale iniit (Weinig later heeft hij een huwelijksverbond gesloten).
Ds Hector Friesma lidmaat met attestatie 17 jan. 1651.
Rekening van H.F., predikant te Oudkerk, als curator over zijn halfzusters Dieucke en Auckjen Folckerts 30 jan. 1666 (Weesbk X 12, f. 83 vº).
Aeltje Antonides, wed. ds H.F., cedeert voor haar en haar kinderen twee vorderingen uit de opbrengst van de bibliotheek van haar man aan Elingh Feckes, mr timmerman te Oudkerk 12 jan. 1669 (Hyp. boek 62, f. 100).
Romein, 126.
AS, nr 4217.

307] ♦ Albertus Swalue Leovardiensis Frisius anno 1644 11/4.
308] Relictis studiis Leoverdiae se deposuit ibique matrimonium contraxit (Hij heeft
de studie laten varen, zich te Leeuwarden gevestigd en daar een huwelijk gesloten).
Albartus, z.v. Otto S. (advokaat en schepen van Leeuwarden) en Itje Frielsma, geb. c. 1626.
Albartus Zwaluwe lidmaat 9 febr. 1648.
Albertus Swalwe en Geertruid Dekemans, beide te Leeuwarden, x 2 maart 1651.
A.S., schrijver van een compagnie te voet, en Tjerckjen Eckringa x 4 okt. 1668. A.S., oud-schrijver a.v., en Sophia Catharina Eyla(e)rts van Oldenburg ond. 7, 3de procl.

89


22 juli 1677, zij hertr. (ond. 21 april 1702) Rutger Rumans
Kinderen: Tyalcke, ged. 18 mei 1653, IJmpke, ged. 15 dec. 1654, x Adigerus Adius, raadsheer; Geertruid, ged. 30 sept. 1670, begr. 28 juni 1756, x 16 jan. 1698 Pier Willems Hacquebort; Alexandrina, ged. 14 aug. 1681; Albartus Otto, ged. 23 dec. 1683, mr verver en schilder, † 1765, x 7 jan. 1714 Anke Cornelis Gaykema; Eilardus, geb. c. 1688.
Verkoopt met de andere erfgenamen van dr Otto S. een huis 18 maart 1675 (Gr. C. 22 mei); hypotheekakte te hunnen gunste eodem dato (Hyp.boek 72, f. 123 v°).
Een curator voor de uitwijzing aan de kinderen uit zijn 1ste huwelijk geautoriseerd 23 juli 1679 (Aut. boek).
Zijn derde vrouw gevangen op het raadhuis, omdat zij uit het sterfthuis van een debitrice, tevens verwante van haar man eigenmachtig goederen heeft meegenomen 11 juli 1688 (Inf boek C 4, p. 335); zij wordt veroordeeld tot tuchtiging in het Landswerkhuis 14 juli d.a.v. (Raadsres. boek M 15. p. 369).
Wegens armoede krijgen A.S. en zijn gezin een schuit turf 31 okt. 1688 (M 15, p. 402) en wekelijks voor 12 st. aan brood 21 dec. 1688 (ald., p. 417).
De oud-schrijver S. achter met de betaling van lantaarngeld 21 sept. 1691 (Inf. bock C 5. p. 131).
Zijn weduwe koopt een huis in de St.-Jacobsstraat 7 maart 1694 (Gr. C., 278).
Een curator geautoriseerd over de kinderen uit zijn 3de huwelijk 25 aug. 1701 (Aut. boek W II, f. 120 v
AS, nr 4269.

309] ♦ Lambertus Schieringa Leowerdiensis Frisius anno 1644 9 novembris. Christo duce et auspice Christo (Met Christus als voorganger en met Christus als leidsman).
310] Anno 1647 studiorum causa Groningam ivit (In 1647 is hij om wille van zijn studie naar Groningen gegaan).
Anno 1648 in classe Leoverdiensi una cum domino Henrico Lautenbach examini theologico se subjiciens ad sacrosanctum ministerium admissus est (In 1648 heeft hij zich in de classis Leeuwarden samen met de heer H.L. (zie 271) aan het exmen in de theologie onderworpen en is tot de H. Dienst toegelaten).
Postea ad functionem ecclesiasticam vocatus est in pago Tjerckgaest cum annexis (Later is hij beroepen tot het kerkelijk ambt in het dorp Tjerkgaast en toebeho ren).
Post tres circiter annos hinc revocatus ad ecclesiam Christi pascendam in urbe Bolsvardiana; in hac a vocatione vix confirmatus vivere desiit (Na ongeveer drie jaar is hij hier vandaan opnieuw beroepen om de gemeente van Christus in de stad Bolsward te hoeden; in deze (stad) is hij onmiddellijk na zijn beroeping, na pas bevestigd te zijn, opgehouden te leven).
Romein, 269, 612.
AS, nr 4225.

311] ♦ Everardus Lodolphi Blinstenius Leovardiensis Frisius anno 1645 den 29sten april.
Vivere Christus, mori lucrum (Christus is leven, sterven winst).

90


312] Anno 1649 mense octobri properante fato caelum invisit (In oktober 1649 is hij door een haastige dood ten hemel gegaan).
AS, nr 4297.

313] ♦ Feyo ab Heemstra Leovardiensis Frisius den 14 maji 1645.
Fa ben a tutti e lascia dire (Doe iedereen wel en laat (ze maar) praten). Rebus in adversis semper patientia victrix (In tegenspoed overwint het geduld altijd).
Fin contre fin n'est pas bon doubler (Scherp tegen scherp is niet goed inhalen).
A un beau chat un bon rat (Voor een mooie kat een goede rat).
314] Anno 1649 mense augusto omisso studio in pago Outkerck sese deposuit (In 1649 heeft hij de studie laten varen en zich in het dorp Oudkerk gevestigd).
Stb. I, 169, 9de gen. 1; II, 108 aant. 45.
W.M.C. Regt in NNBW X, 346 (5).
NA 1942, 412.
Gen. Jb. 1957, 36.
Algra, Historie III, 68.
EvF, 347.
AS, nr 4325.
Engels, 40, 92.

315] ♦ Cornelius Geestdorp anno 1645 5de maji. Cor nemo cogit (Niemand dwingt het hart).
316] Anno Domini 1648 ad praedicandum Evangelium barbaris gentibus ad Indos Orientales profectus est, sed ubi Bataviam Javae majoris metropolim venisset aucta febre correptus vivere desiit corpusque terrae, famam orbi, mentem caelo laetus reposuit. Et ante in Indiam discessum matrimonium contraxit cum lectissima virgine nomine Apollonia, quae obiit in itinere; ubi autem ad Indos appulisset, secundas nuptias iniit (In het jaar des Heren 1648 is hij naar Oost-Indië vertrokken, om de Blijde Boodschap aan de onbeschaafde volken te verkondigen, maar toen hij te Batavia, de hoofdstad van Java, was aangekomen, is hij door een hoge koorts aangetast en heeft zijn leven geëindigd en met vreugde zijn lichaam aan de aarde, zijn roem aan de wereld en zijn ziel aan de hemel teruggegeven. En voor zijn vertrek naar Indië heeft hij een huwelijk gesloten met een voortreffelijk meisje, genaamd Apollonia, die onderweg gestorven is; toen hij echter in Indië was aangekomen, heeft hij een tweede huwelijk gesloten).
AS, nr 4305.

317] ♦ Joannes Gerhardi Terentius Leoverdiensis Frisius die 14 maji 1645.
Admoneri bonus animus gaudet, pessimus vero quisque correptorem asperrime patitur (Een goede geest is blij vermaand te worden, juist de slechtsten echter verdragen degene die hen terechtwijst, met de grootste moeite).

91


Isocrates ad Demonicum:
Ἐὰν ᾿ῆς φιλομαθὴς, ἔσῃ πολυμαθής (Als je leergierig bent, zul je als een geleerde verschijnen).
Si fis cupidus discendi, multum disces (Als je verlangend bent om te leren, zul je veel leren).
Hujus collegii assessor fidelissimus (Van dit genootschap een zeer getrouw be stuurslid).
Honneur pour buit, virtu pour guide (Eer als doel, deugd als gids). Criste duce et auspice Christo (Met Christus als voorganger en met Christus als leidsman).
Symbolum: نا امجد لهم البدو له له نفوا
(Gij zult de naam van uw God niet ijdel gebruiken).
:יהוָה מַרִים רֹאשִׁי וּמְשִׁיחַ תּוֹחַלְתִי וּמחָיָה
(Als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn?)
إن كَانَ اللَّهُ مَعَنَا هَذْ دَكُونَ عَلَيْنَا
Si Deus pro nobis, quis contra nos (Als God voor ons is, wie zal er dan tegen ons (iets kunnen beginnen)?).
מעשי אבות יעשו בנים:
(De werken der vaderen zullen de kinderen doen).
318] Anno 1649 studiorum gratia Groningam abiit, 1650 Amsterodamum ibique usus institutione celeberrimi rabbini Menassae ben Israel; 1651 Leidam secutus praeceptorem suum dominum Coccejum (In 1649 is hij om wille van zijn studie naar Groningen vertrokken, in 1650 naar Amsterdam en heeft daar genoten van het onderricht van de zeer gevierde rabbijn Menassa ben Israel; in 1651 is hij zijn leermeester de heer Coccejus naar Leiden gevolgd).
Anno 1651 22 maji doctissimus dominus Johannes Gerhardi Terentius, quoniam felices per sex annos fecerit studii hebraici cursus, approbatus fuit a dominis Ordinibus hujus provinciae ad obeundam sanctae linguae professionem et ad confirmationem suae professionis dicta die 22 maji habuit orationem continentem materiam de celebritate et excellentia ejusdem linguae (Op 22 mei 1651 is de zeergeleerde heer J.G.T., aangezien hij zes jaar lang vruchtbare colleges had gevolgd in de studie van het Hebreeuws, door de heren Staten van deze provincie toegela ten om het hoogleraarschap in de heilige (Hebreeuwse) taal te bekleden en heeft bij de aanvaarding van zijn hoogleraarschap op genoemde 22ste dag van mei een rede gehouden, die stof bevatte over de roem en uitmuntendheid van genoemde taal).
1652 die 2 maji matrimonium contraxit cum Jetskia Outgeri, virgine Leoverdien-

94


si, quae trina prole edita obiit die 3 augusti 1658, aetatis suae 25 et a conjugio septimo (Op 2 mei 1652 heeft hij een huwelijk gesloten met J.O., een Leeuwarder meisje, die na het baren van drie kinderen overleden is op 3 augustus 1658 op de leeftijd van 25 jaar en in het zevende jaar na haar huwelijk).
1657 die 22 maji philosophiae doctor et liberalium artium magister a praeceptore suo domino Arnoldo Verhel renunciatus est (Op 22 mei 1657 is hij bij zijn leermeester de heer A.V. tot doctor in de wijsbegeerte en meester in de vrije kunsten gepromoveerd).
Joannes Gerrardi Terentius, ord. professor in de Hebreeuwse en Chaldeeuwse talen te Franeker, en Jetske Outgers ond. 3, att. 30 april 1652.
F.S. Knipscheer in NNBW X, 1016.
EvF, 617.
Kalma, Cl. Fr., 222, 226.

319] ♦ Wigerus Himminga Leovardiensis Frisius den 14 maji 1645. Bibimus, ne gutta supersit (Wij drinken, opdat er geen druppel overblijft). Collegii hujus instituti assessor fidelissimus (Zeer getrouw bestuurslid van dit ingestelde genootschap).
320] Anno 1648 ad majorem in studiis progressum faciendum in Galliam abiit, ubi insignibus doctoralibus in utroque jure impetratis domum rediit et in hac suprema curia anno 1649 in numerum advocatorum adsumptus est (In 1648 is hij naar Frankrijk vertrokken, om meer vooruitgang met zijn studie te maken; na aldaar de onderscheidingstekenen van het doctoraat in de beide rechten te hebben behaald, is hij naar huis teruggekeerd en bij het Hof alhier in 1649 onder het getal der advokaten opgenomen).
Advokaat 6 okt. 1649 (Arch. Hof, MMM). Gen. Jb. 1959, 84.
AS, nr 4298 (broer van Cyriacus, zie 321).

321] ♦ Cyriacus Himminga Leovardiensis Frisius den 14den maji 1645 sacrosanctarum litterarum studiosus.
Natus sum vigesima secunda aprilis die anni 1629 in pago Silvestri Beetsterswaechg (Ik ben op 22 april 1629 in het dorp Beetsterzwaag in de Wouden geboren).
Vive ut vivas (Leef (zo) dat je (eeuwig) leeft).
Horatius libro 3 Carminum Ode 6:
Aetas parentum pejor avis, tulit Nos nequiores mox daturos
progeniem vitiosiorem (De tijd van onze ouders (was) slechter dan (die van) onze grootouders; hij heeft ons voortgebracht, die (nog) gemener zijn en weldra een
nageslacht zullen verwekken dat (weer) onzedelijker is). Instituti hujus collegii praeses vigesimus octavus (Van de instelling van dit ge-

95


nootschap af de achtentwintigste voorzitter).
322] Anno 1650 mense januarii summos in utroque jure honores acceptus est habita disputatione de jurisdictione (In januari 1650 heeft hij de hoogste graad in de be de rechten verworven met het houden van een verhandeling over de rechtspraak) Anno 1650, cum vix inchoatum nomen seculo dedisset, morbo absumptus est (Op 29 december 1650, toen hij (nog) nauwelijks zijn (pas) begonnen roem aan de wereld had getoond, is hij door een ziekte weggerukt).
Advokaat 15 jan. 1650 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 4299 (broer van Wigerus, zie 319).
AP, 10 jan. 1650.

323] ♦ Johannes Martini Gravius Leovardiensis Frisius anno 1645 den 14 junii.
324] Mense julii 1649 non sine laude summa in utroque jure gradum habita disputatione publica consecutus est (In juli 1649 heeft hij met de hoogste lof zijn graad in de beide rechten behaald met het houden van een verhandeling).
Advokaat 14 juli 1649, fiscaal van 't land, 17 febr. 1657 (Arch. Hof, MMM).
Dr Johan Gravius, advokaat voor het Hof, en Anna Beylanus, beide te Leeuwarden, ond. 26 febr., att. 12 maart 1651. Zij was een dochter van Hendrik en Geertje Varsvelt.
Kinderen: Hendricus, ged. 20 mei 1653; Martinus, ged. 16 jan. 1656.
Dr Joannes Gravius lidmaat 6 aug. 1652.
Stb. I1, 145, aant. 31.
AS, nr 4337.
AP, 12 juli 1649.
Gen. Jb. 1976, 36; 1977, 97.

325] ♦ Jacobus Lollii Jouersma anno 1645 den 7 julii.
Non omnia possumus omnes (Wij allen kunnen niet alles).
326] Anno 1650 junctus vinculo conjugali Leoverdiae sese deposuit (In 1650 heeft hij zich, in de huwelijksband verbonden, te Leeuwarden gevestigd).
Jacobus Lollii Jouwersma en Catharina Siccama, beide te Leeuwarden, ond. (gerecht) 8. 3de procl. 15 nov. 1650.
Jacobus Jouwersma te Leeuwarden en Rixtje Willems, wed. Harmanus Reen van Harlingen, x (stadhuis) 12 okt. 1655.
Diverse akten van 25 april 1656-5 maart 1658 in Hyp.boek 52, f. 53 vº (J.J. woont te Sensmeer en verkoopt brouwersgereedschap), 10 vº (hyp.akte te zijnen laste), 13 (J.J. borg voor S. Banier in Sensmeer), 31 vº(verkoopt een halve sate in de 'Sernser bedijkte nieuw landen'), 32 v° (hyp.akte ten laste van zijn tweede vrouw).
Stb. I, 105, 4de gen. A 1; II, 69 aant. 12 a.
Sibbe IV, 352. A5, nr 4331.
A.C. Fokkema-Siccama, De Siccama's, 396, 444 v.

327] ♦ Joannes Petraeus 8 julii 1645.
Symbolum: Nec temere nec segniter (Noch roekeloos noch traag).
Instituti hujus collegii praeses vigesimus nonus (Van de instelling van dit genoot-

96


schap af de negenentwintigste voorzitter).
328] 1650 mense februario non sine laude docturam consecutus est habita disputatione de restitutione minorum (In februari 1650 heeft hij met lof de doctorsgraad behaald met het houden van een verhandeling over het rechtsherstel van minderjarigen).
Postea Leovardiae matrimonium contraxit cum Maritje Geerts Mejontsma, virgine tam animi quam corporis dotibus ornatissima (Daarna is hij te Leeuwarden in het huwelijk getreden met M.G.M., een meisje zeer rijk aan gaven zowel van geest als van lichaam).
Mogelijk geb. c. 1630, z.v. Pyter Hendricks (brouwer uit Harlingen) en Aeltje Hendricks.
Advokaat 26 febr. 1650, †6 jan. 1680 (Arch. Hof, MMM).
Dr Joannes Petraeus, advokaat voor het Hof, en Marijcke Geerts x (stadhuis) 12 okt. 1655.
Afrekening tussen dr J.P. als erfgenaam van Focke Wijpkes, getrouwd met Maria Teresia Mejontsma, en Lumcke Evers, wed. Dirck Jans, schoenmaker te Leeuwarden 11 maart 1679 (Hyp. boek 72, f. 37).
Dr J. van Peyma geautoriseerd als curator over de kinderen van dr J.P. als opvolger van Joannes Mejonsma wegens diens ziekte 20 juli 1686 (Aut. boek W 8, f. 77).
Stb. I1, 62 aant. 36.
AS, nr 4293 (Johannes Petri Harlinganus).
AP, 19 febr. 1650.

329] ♦ Albertus a Schwaertzenberg 1645 den 9 julii.
Qui non est hodie, cras minus aptus erit (Wie (iets) vandaag niet kan, zal het morgen (nog) minder kunnen).
330] Anno 1646 mense decembri barbaros oppugnaturus hostes in Indiam Orientalem profectus est (In december 1646 is hij naar Oost-Indië vertrokken, om de wilden te bestrijden).
De familie in Stb. I, 339; II, 227; NA 1951, 199.
AS, nr 4346.

331] ♦ Tjallingus a Camstra 1645 den 6den novembris.
Sic transit gloria mundi (Zo vergaat de roem der wereld).
332] Anno 1647 omissis studiis in pago Menaem sese deposuit (In 1647 heeft hij de studie opgegeven en zich in het dorp Menaldum gevestigd).
Stb. I, 82, 10de gen. A 1.
Algra, Historie 1, 140 v.
Gen. Jb. 1956, 63; 1959, 67.
AS, nr 4342.

333] ♦ Petrus Lautenbach Leovardiensis Frisius 1646.
Symbolum: Fortuna ut luna (Het geluk (wast en neemt af) als de maan).
334] Anno 1651 ad ingenium majori doctrina imbuendum Gallos visitavit et anno sequente ornatus utriusque juris doctoratu in patriam reversus est (In 1651 heeft

97


hij, om zijn geest met meer geleerdheid te vervullen, Frankrijk bezocht en is het volgende jaar, gesierd met het doctoraat in beide rechten, in de provincie terugze keerd).
Petrus, 2.4. Willem Henricus L. (predikant te Goutum) en Teuntje Pyters, geb, Gouting c. 1628, burger 6 dec. 1652.
Advokaat 14 maart 1651, 16 jan. 1673 (Arch. Hof, MMM).
Dr Petrus Lautenbach, advokaat voor het Hof, en Catharina Schaefbanck te Leeuwarden x 22 mei 1653. Kinderen: Pietter, ged. 5 febr. 1654; Wyllem, ged. 3 aug. 1655, Maryke, ged. 20 maart 1657; Cornelis, ged. 5 jan. 1659, Thomas, ged. 2 nov. 1660; Thomas, ged 13 april 1662.
Dr Petrus Lautenbach lidmaat 29 febr. 1660.
AS, nr 4313.

335] ♦ Petrus Jouconis Horrie Leovardiensis Frisius 1646.
Symbolum: Fide, sed cui fidas, vide (Schenk vertrouwen, maar kijk uit wie je vertrouwt).
336] Anno 1648 ad majorem in studiis progressum faciendum Groningam se recepit (In 1648 is hij, om grotere vorderingen met zijn studie te maken, naar Groningen vertrokken).
In agro Bildano pastor factus est (In het Biltse land is hij herder geworden).
Pieter, z.v. Joucke Pieters Hornia (Hornicx) (mr chirurgijn te Leeuwarden) en Rijckjen Gerryts (de Jongh), ged. 22 febr. 1629.
Petrus Horius, predikant te Sint-Annaparochie, en Rinske Jillis Bru(i)neel te Leeuwarden ond. 21, 3de procl. 29 april 1655.
Theol. student te Groningen 29 febr. 1648.
Abraham Horreus geautoriseerd als curator over Isacq Vinck i.p.v. wijlen Ds Petrus H. 19 juni 1679 (Aut.boek).
Romein, 105.
AS, nr 4421.

337] ♦ Petrus Tarquinii Brouwer 26 mei 1646.
Plautus: Nostra aetas haud multum fidei gerit: tabulae signantur, adsunt testes 12, tempus locumque notat actuarius, tamen invenitur rhetor qui factum negat (Onze tijd vertoont niet veel betrouwbaarheid: contracten worden bezegeld, twaalf getuigen zijn aanwezig, een snelschrijver tekent plaats en tijd op, maar toch wordt er een redenaar gevonden die de handeling ontkent).
Symbolum: Humillima tutissima (Het nederigste is het veiligstel.
Collegii hujus instituti praeses trigesimus (Van de instelling van dit genootschap af de dertigste voorzitter).
338] Anno 1651 mense junio uberiorum progressuum in studiis faciendorum causa ad Gallos profectus est (In juni 1651 is hij, om vruchtbaarder vorderingen met zijn
studie te maken, naar Frankrijk vertrokken).
Et ibi doctoratum obtinuit (En daar heeft hij het doctoraat verworven).
Advokaat 10 maart 1652, 114 nov. 1667 (Arch. Hof, MMM)

98


339] ♦ Christophorus Hoornbrugge 3.1, 9/3, 1.5 1646.
Symbolum: Semper mihi iova levandum (Altijd moet ik een (juich ) kreet aanheffen.
Instituti collegii assessor fidelissimus (Van het gevestigde genootschap een zeer getrouw bestuurslid).
Postquam summa cum laude in classe Leoverdiana ministerii candidatus factus esset, in pago Englum sese deposuit et officio pedagogi functus est apud nobilem dominum Foppium a Grovestins tandemque morte affectus in praedicto pago se pultus est (Nadat hij met de hoogste lof in de classis Leeuwarden candidaat tot de (H.) Dienst was geworden, heeft hij zich in het dorp Engelum gevestigd en heeft het ambt van gouverneur bij de edele heer Foppe van G. bekleed, en tenslotte is hij, door de dood getroffen, in bovengenoemd dorp begraven).
AS, nr 4493.

341] ♦ Wigerus Nicolai Stannia undecimo Kalendarum decembris anno 1646 (21 поvember 1646).
Symbolum: Redeunt post tristia nubila soles jucundi (Na sombere wolken komen prettige dagen terug).
342] Anno 1650 ad uberiores in studiis fructus consequendos Groningam petiit (In 1650 heeft hij zich, om rijkere vruchten in zijn studie te behalen, naar Groningen begeven).
Secutus dominum doctorem Lindanum Leidae summos in medicina honores adeptus est (Na de heer dr (Johannes Antonides) van der Linden te zijn gevolgd, heeft hij te Leiden de hoogste eretekenen in de geneeskunde behaald).
Sibbe IV, 346.
Gen. Jb. 1959, 86; 1981, 105.
AS, nr 4507.

343] ♦ Joannes Groen 1646 14 novembris Leovardiensis Frisius.
Symbolum: Soli Deo gloria (Alleen aan God (zij) de eer).
344] Anno 1648 ad uberiores in studiis fructus consequendos profectus est Leoverdiam ibique se disciplinae domini doctoris Lollii subjecit ibique etiam vitam cum morte commutavit 1649 (In 1648 heeft hij zich, om rijkere vruchten in zijn studie te behalen, naar Leeuwarden begeven en zich geschikt onder het onderwijs van de heer doctor (Dominicus) Lollius (zie 255), en daar heeft hij ook in 1649 het tijdelijke met het eeuwige verwisseld).
AS, nr 4505.

345] ♦ Henricus Mamminga den 15 novembris anno 1646.
Symbolum: Quid prudentis opus? Posse et non velle nocere;
Quid stulti proprium? Non posse et velle nocere.
Sperni non doleat, spernere non lubeat,

99


Et bonus esto bonis, et bonus esto malis.
Adfectus inhibe, famae mendacia ride,
Sis studiosus homo, non odiosus homo.
Sis humilis, nunquam paribus te praefer,
majores honora, minimos qua potes ar te, juva (Wat heeft een verstandig mens nodig? (Anderen) te kunnen schaden en het niet te willen. Wat is de dwaas eigen? Te willen schaden en het niet te kunnen. Laat het je niet verdrieten geminacht te worden, heb er geen lust in (anderen) te minachten. Wees zowel goed voor goede als goed voor kwade mensen, Beteugel je hartstochten, lach om de leugens van het gerucht. Wees een ijverig mens, geen hatelijk mens. Wees nederig, stel jezelf niet boven je gelijken, eer hen die voornamer zijn, help de geringsten met alle middelen die in je vermogen liggen).
Collegii hujus nationalis praeses trigesimus primus (Van dit stedelijk college de eenendertigste voorzitter).
346] Anno 1651 mense junio ad majores studiorum suorum progressus faciendos Galliam petiit (In juni 1651 is hij, om grotere vorderingen met zijn studie te maken, naar Frankrijk vertrokken).
Et ibi gradum doctoratus nactus est (En daar heeft hij de graad van het doctoraat verworven).
Matrimonium contraxit cum amasia sua, quae vocatur Oosterzee; hac vero demortua in thori sociam suscepit juffer de Hopperts anno 1658 (Hij heeft een huwelijk gesloten met zijn geliefde, die Oosterzee heet; nadat deze echter overleden was, heeft hij in 1658 juffer Van H. tot echtgenote genomen).
Advokaat 10 nov. 1651, monstercommissaris (Arch. Hof, MMM).
Dr Henricus Mamminga, advokaat voor het Hof van Friesland, en Attia van Oenema van Sloten ond. 28 okt., att. 10 nov. 1654.
Stb. I, 220, 9de gen. 1; II, 141 aant. 31 v.
AS, nr 4517.

347] ♦ Theodorus Wybinga anno 1646.
Symbolum: In duris superat patientia rebus (In moeilijke zaken overwint het geduld).
348] Anno 1650 mense julio ad uberiorem ingenii cultum capescendum Trajectum ad Rhenum petiit (In juli 1650 is hij naar Utrecht gegaan, om een rijkere ontwikkeling van zijn geest te bemachtigen).
Anno 1652 in pago Jellum et Beers pastor designatus est (In 1652 is hij in het dorp Jellum en Beers tot herder gekozen).
Anno 1656 pastor in pago Ferwert declaratus est (In 1656 is hij tot herder in het dorp Ferwerd verkozen).
Anno 1657 den 13 septembris cum amasia sua Wijtske Hermens vinculo conjugali copulatus est (Op 13 september 1657 is hij met zijn geliefde W.H. door de huwelijksband verenigd).

100


Vitam cum morte commutavit (Hij heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld).
Theodorus Wybingha lidmaat met att. 25 juli 1651.
Theodorus Wybinga, predikant te Ferwerd, en Wijtske Harmens te Leeuwarden ond. 29 aug., att. 13 sept. 1657.
Romein, 177, 536.
G.A. Wumkes in NNBW IX, 1294.
AS, nr 4473.

349] ♦ Regnerus Ruardi sacrosanctae theologiae studiosus anno 1647.
Pindarus:
Οἰκεῖον πιέζει, ἀλλότριον οὐδενὶ μέλει
(Het eigene drukt (als een zorg), de zaak van een ander gaat niemand ter harte).
Proprium premit, alienum nemini curae est (Het eigene drukt, het vreemde is voor niemand een voorwerp van zorg).
Verulamius: Maxima quaeque opera et difficillima vel praemiorum amplitudine vel consiliorum prudentia et sanitate vel laborum conjunctione superantur, quorum primum conatum exstimulat, secundum ambages et errores tollit, tertium mortalium fragilitati succurrit. At inter hec tria merito primas tenet consilii prudentia et sanitas, hoc est monstratio et delineatio viae rectae et proclivis ad rem quae proponitur peragendam (Juist de grootste en moeilijkste werken komt men te boven hetzij door grote beloningen of door verstandige en gezonde plannen of door samenwerking; hiervan prikkelen de eerstgenoemde de inspanning, de tweede ruimen dwalingen en vergissingen uit de weg, de derde komt de zwakte der stervelingen te hulp. Maar onder deze drie nemen terecht verstandige en gezonde plannen de eerste plaats in, dat is het wijzen en uittekenen van de juiste en gemakkelijke weg om de zaak die men zich ten doel stelt, te volbrengen). Assessor fidelissimus (Een zeer getrouw bestuurslid).
Respice finem (Houd je doel in het oog).
350] Legitime examinatus in classe Leovardiana ad ministeriu(m) admissus est (Na een wettig examen is hij in de classis Leeuwarden tot de (H.) Dienst toegelaten).
1654 pastor in pago Scerpenseel cum annexis designatus est eodemque anno matrimonium contraxit (In 1654 is hij tot herder in het dorp Scherpenzeel en toebehoren gekozen en in hetzelfde jaar heeft hij een huwelijk gesloten).
Regnerus Ruardi, predikant te Scherpenzeel c.a., en Taetske Hanses te Leeuwarden ond. 12, 3de procl. 23 mei 1655.
Romein, 654.
AS, nr 4557.

351] ♦ Theodorus Keth 14 april 1647.
Anno 1650 mense majo ad studia excolenda Leidam profectus est.

101


352] Postea vero in patriam reversus a magistratu Harlingano ad officium (secretario rum quod vocant) electus (In mei 1650 is hij ter volmaking van zijn studie naar Leiden vertrokken. Later echter in de provincie teruggekeerd, is hij door de ma gistraat van Harlingen tot het ambt dat men dat der secretarissen noemt, gekozen).
1658 virginem in thori sui sociam recepit, Ulkiam a Viersen (In 1658 heeft hij een meisje tot zijn echtgenote genomen, nl. U.v.V.).
Theodorus Keth, vroedschap van Harlingen, en Uylckjen van Vierssen ond. 27 febr., att. 8 maart 1658.
Grafschrift: LB 184 1, 164.
AS, nr. 4567.

353] ♦ Joannes Jacobi Sylvius den 6den maji 1647. Γλώσσης, γαστρὸς, αἰδοίων κρατεῖ (Beheers je tong, je buik en je geslachtsdelen).
Linguam, ventrem et venerem compesce (Houd je praatzucht, je eetlust en je geslachtsdrift in bedwang).
354] Anno 1652 summa cum laude in classi Leovardiana ministerii candidatus factus est (In 1652 is hij met de hoogste lof in de classis Leeuwarden candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Anno 1661 in pago Weydom mysteriorum dispensator ab ecclesia quae Christo ibi colligitur, electus (In 1661 is hij in het dorp Weidum door de gemeente die daar voor Christus vergaderd wordt, tot schatmeester der geheimen gekozen).
Hypotheekakten te zijnen gunste 13 mei 1671 en 4 mei 1697 (Hyp. boek 72, f. 35, 158).
Joannes Bouritius, eerste deurwaarder bij het Hof, geautoriseerd tot curator over Jacobus Silvius, oud in 't 17de jaar, wees van ds Joannes S., volgens diens testament van 16 okt.
1696, 22 dec. 1701 (Aut.boek W 11, f. 124).
Romein, 174.
AS, nr 4562.

355] ♦ Renicus Petri Sijlstra anno 1647 die 8 maji.
356] Anno 1650 mense februario Leoverdiam se recepit et artem cum mercatura mutavit (In februari 1650 heeft hij zich te Leeuwarden gevestigd en heeft de weten schap voor de handel verwisseld).
AS, nr 4549.

357] ♦ Joannes Feenstra anno 1647 majo 10.
358] Anno 1647 mense decembri morbo aliquo correptus vivere desiit (In december 1647 door een of andere ziekte aangetast, eindigde hij zijn leven).
AS, nr 4550.

102


359] ♦ Gellius Hemringa 1647 den 29 maji.
Linguam ventremque compescite (Houd jullie tong en buik in toom).
360] Anno 1653 den 24 januarii, postquam ad crapulam usque bibisset, facta verborum commutatione ingenti vulnere vulneratus est, cujus admirabilem hic attexere historiam operae esset, ad historiographos potius demittimus (Nadat hij... tot dronkenschap toe gedronken had, is hij na het ontstaan van een woordenwisseling door een ontzettende wonde getroffen, waarvan wij liever aan de geschiedschrijvers overlaten of het nodig zou zijn hier het wonderbaarlijke verhaal aan toe te voegen).
Anno 1657, postquam aliquoties repulsam passus est, tandem admissus est ad ministerium ecclesiasticum (In 1657 is hij, nadat hij enige malen een afwijzing ondergaan had, eindelijk tot de kerkelijke bediening toegelaten).
Gellius Viti Hemminga, theologisch student, en Trijntje Feyckes te Leeuwarden ond. 11, x 31 aug. 1655.
AS, nr 4573.

361] ♦ Jacobus Buma Leovardiensis Frisius 1647 trigesimo primo die maji (31 mei 1647).
362] Symbolum: Jesu serviendo beamur (Door Jezus te dienen worden wij gezegend). Post legitimum examen theologicum ministerii candidatus factus est (Na een wettig theologisch examen is hij candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Anno 1657 ad rectoratum scholae Franekeranae electus est (In 1657 is hij gekozen tot het rectoraat der (Latijnse) school te Franeker).
Jacobus Buma, S.S. Min. cand. te Sint-Annaparochie, en Aaltje Clases van Franeker ond. St-Annaparochie 29 april, att. Franeker 13 mei 1655. Kinderen: Claas, ged. Franeker 19 maart 1656; Trijntje, ged. Franeker 27 jan. 1658; Sijds, ged. Franeker 13 nov. 1659 = Sixtus, phil, dr, pred, te Gaast ca. 1683-1715, te Gale (Sri Lanka) 1715, †1724; hij maakte de dood van zijn vader aan de deputati classis van Zevenwouden bekend 3 jan. 1700.
J.B. lidmaat te Franeker 10 okt. 1699 op attestatie met zijn tweede vrouw Aafke Buma, die hertr. Anne Sanstra.
Romein, 672.
H. Sannes in It Beaken XI, 213.
Gen. Jb. 1955, 85; 1960, 99; 1975, 10.
AS, nr 4556.

T.J. Buma in GN XXVIII, 167.
363] ♦ Henricus Ivema Leovardiensis Frisius 1647 den 23 maji.
AS, nr 4577.
[364 in de nummering overgeslagen.]
365] ♦ Guilielmus Hartius 1647 22 augusti.
Virtuti fortuna cedit (Goederen (moeten) wijken voor de deugd).
Anno 1649 mense augusto ad uberiores in juridica facultate fructus consequendos Lovanium discessit ibique vitam coenobialem agit, ut vulgo creditur (In augustus 1647 is hij, om rijkere vruchten (van de studie) in de juridische faculteit

103


te verwerven, naar Leuven vertrokken en leeft daar als kloosterling, naar algemeen wordt geloofd).
AS, nr 4624.

367] ♦ Feyco Jeltonys ab Aelserda.
Fac ea quae moriens facta fuisse voles (Doe datgene waarvan je bij je dood zult willen dat het gedaan is).
368] Anno 1649 mense augusto in Galliam profectus est ibique in utroque jure gradum doctoralem consecutus (In augustus 1649 is hij naar Frankrijk vertrokken en heeft daar de doctorsgraad in beide rechten behaald).
Advokaat 23 of 28 april 1650 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 4638.

369] ♦ Suffridus Boelens Leovardiensis Frisius 1647 6 december. Symbolum: Non est mortale quod opto (Wat ik verlang, is niet sterfelijk).
370] Anno 1650 ad studia excolenda Ultrajectum profectus est (In 1650 is hij, om zijn studie te volmaken, naar Utrecht vertrokken).
Postquam bonos progressus in studio juridico fecisset, utriusque juris doctor summa cum laude creatus est (Nadat hij goede vorderingen in de rechtenstudie had gemaakt, is hij met de hoogste lof tot doctor in de beide rechten gepromoveerd).
Anno 1661 supremae Frisiorum curiae graphiarius renunciatus (In 1661 tot griffier van het Hof van Friesland benoemd).
Advokaat 19 maart 1653, griffier, Gedeputeerde (Arch. Hof, MMM). Dr Suffridus van Boelens lidmaat 30 jan. 1657.
Suffridus (Sjoert) van Boelens, z.v. Gatze en Anna Coertsdr Nederhof, griffier van het Hof 1659, en Jeltje van Beyma, geb. 1643, ond. Leeuwarden 9, att. naar Goutum en ge trouwd ald. 17 april 1664. Kinderen: Anna Lucia, x 1696 Charles de Lannoy; Elske, Maria, x 1e 1693 Jacob Willem Couttis; x 2e Johan Lodewijk Doys.
Grafschrift: LB 184 III, 31.
NR, 11.
Stb. I, 36, 9de gen. 2; II, 35 aant. 45, 62 aant. 36; Nal., 9.
AS, nr 4627.
Engels, 47, 82.

371] ♦ Andreas Rispens Frisius Leovardiensis 8 martii 1648.
372] Anno 1650 in Galliam profectus est ibique titulo doctoris ornatus in patriam rediit (In 1650 is hij naar Frankrijk vertrokken en vandaar is hij, vereerd met de doe torstitel, in de provincie teruggekeerd).
Advokaat 8 maart 1651, oudste advokaat, 12 juli 1691 (Arch. Hof, ммм).
Hypotheekakte te zijnen gunste 12 febr. 1658 (Hyp. boek 52, f. 38).
Op verzoek van hem en dr Josias Rispens, mede-oudste advokaten en naaste bloedverwan ten van dr Hypolitus Beyum van Aersen (zie 495), impotent en mentis impos, wordt dr
G. van der Lely geautoriseerd tot curator over laatstgenoemde 26 juni 1686 (Aut. boek W 8, f. 74 v).

104


Op zijn verzoek als gelastigde van dr A. van Bolten als voogd over zijn kinderen, crediteuren van Elisabeth Gabbema, wordt notaris G. Oltholt geautoriseerd tot curator over haar boedel 22 juni 1690 (Aut. boek W 9, f. 118).
Op verzoek van Josina en Ruardus Adema wordt notaris Ph. Wieringa geautoriseerd tot curator over hen tot het opnemen der rekening van dr A.R. 20 okt. 1692 (ald. f. 125); de rekening Weesboek X 13, f. 61.
Zie ook 567.
Stb. I, 305, 6de gen. 5; II, 205 aant. 45.
Grafschr. III, 14.
Gen. Jb. 1959, 56.
AS, nr 4654.

373] ♦ Cyriacus Groen Leovardiensis Frisius. anno 1648.
Symbolum: Per crucem ad lucem (Door het kruis tot het licht).
374] Anno 1649 ad majorem in studiis progressum faciendum Lovanium se contulit (In 1649 heeft hij zich, om grotere voortgang met zijn studie te maken, naar Leuven begeven).
In flore aetatis suae in Domino denatus est (In de bloei van zijn jeugd is hij in de Heer overleden).
AS, nr 4673.

375] ♦ Lambertus a Dalen Leovardiensis Frisius anno 1648 martii 17.
Assessor fidelissimus hujus instituti collegii (Zeer trouw bestuurslid van dit gestichte genootschap).
376] Anno 1650 studiorum causa Trajectum sese contulit (Ter wille van zijn studie heeft hij zich in 1650 naar Utrecht begeven).
Studiorum causa Leidam petens ibidemque gradum doctoralem sibi acquisivit (Om wille van zijn studie heeft hij zich naar Leiden begeven en heeft zich daar de doctorsgraad verworven).
Anno 1656 pestilentiali veneno correptus ad patres secessit (In 1656 is hij door het gif der pest aangetast en tot zijn voorouders heengegaan).
Lambertus, z.v. Lambertus van Dalen en Antje Pieter Jochumsdr, ged. 28 april 1632.
Advokaat 15 juli 1654 (Arch. Hof, MMM).
Dr Lambertus van Dalen, advokaat voor het Hof, en Maria Dusart van Utrecht ond. Leeuwarden 12, x Utrecht 22 aug. 1654.
Inventarisatie ten sterfhuize van dr L.v.D. en M.D., c.l. te Leeuwarden, okt. 1656. Hieruit blijkt dat zij in augustus beide aan de pest zijn overleden, en een kind Lambertje hebben nagelaten; rekening 10 oktober.
AS, nr 4660.

377] ♦ Joannes Jacobus Mesma den 28 aprilis 1648.
378] Anno 1650 mense januvario morbo quodam correptus diem functus est (In januari 1650 heeft hij, door zekere ziekte aangetast, de dood gevonden).
AS, nr 4659.

105


379] Johannes Janssonius den 2 maji 1648.
Nescis quid serus vesper vehat (Je weet niet wat de late avond brengt). Chilon:
Ἐπὶ μεν τὰ δείπνα τῶν φίλων βραδέως, ἐπὶ δὲ τὰς ἀτυχίας ταχεως πορεύου, id est: Ad amicorum convivia tarde accedas, ad calamitatem vero eorum celeriter (Nader traag tot de gastmalen van je vrienden, maar snel tot hun ongeluk).
Symbolum: In vino veritas (In de wijn is de waarheid).
Anno 1652 in classi Franequerana ministerii candidatus creatus est (In 1652 is hij in de classis Franeker als candidaat tot de (H.) Dienst toegelaten). 380] Anno 1655 cura ecclesiae quae colligitur in urbe Sloten, ipsi commissa est (In 1655 is hem de zorg voor de gemeente die in de stad Sloten vergaderd wordt, opgedragen).
Johannes Jansonius, cand. tot de H. Dienst en meester der Lat. school te Franeker, en Margrietje Hobbema van Sneek x 30 jan. 1668.
Johannes Jansonius lidmaat met attestatie 15 april 1653.
Stb. II, 172 aant. 45.
Romein, 425.
G.A. Wumkes in NNBW X, 428.
H. Sannes in It Beaken XI, 228.
AS, nr 4674.
Kalma, Cl. Fr., 257, 261, 266, 273, 277.

381] ♦ Henricus Boots Leovardiensis Frisius den 3 maji 1648.
Symbolum: Vim vi propellere licet (Het is geoorloofd geweld met geweld te verdrijven).
382] Anno 1657 una cum Gellio Hemringa in classe Leovardiana examinatus tandem ministerii candidatus factus est, evangelium omni creaturae annunciaturus, ibique matrimonium contraxit (In 1657 is hij samen met G.H. (zie 359) in de classis Leeuwarden geëxamineerd en tenslotte als candidaat tot de (H.) Dienst toegelaten, om de Blijde Boodschap aan elk schepsel te verkondigen, en hij is aldaar in
het huwelijk getreden).
Ds Henricus Boots lidmaat m. att. 24 febr. 1654.
Henricus Boots, theologisch student, en Hiltje Haytses Ecama, wed. Suffridus Woltsma. ond. 15, x 23 sept. 1655.
Romein, 517.
AS, nr 4657.

383] ♦ Regnerus Hachtingius Leovardiensis Frisius 10 mai 1648.

106


Symbolum: Τεμωρία ἀδιχάας ἀκόλουτος
(De straf volgt op de ongerechtigheid).
אורח חיים למעלה (De weg des levens omhoog).
Ἡ ὁδὸς τῆς ζωῆς ἀνώθεν
(De weg van het leven (wordt geleid) van omhoog).
20 septembris 1651.
384] Anno 1652 ad incitamentum et meliorem studiorum progressum Francofortam cis Viadrum profectus est (In 1652 is hij ter aanmoediging en voor betere voortgang met zijn studie naar Frankfurt aan de Oder vertrokken).
In patriam reversus academiam se stitit examini theologico in pago quem vocant Heerenveen, ibique summa cum laude in vineam Christi missus est (Aan de provinciale hogeschool teruggekeerd, heeft hij zich onderworpen aan het examen in de theologie in het dorp dat men H. noemt, en is daar met de hoogste lof de wijngaard van Christus in gezonden).
Non diu post ecclesiae in pago Rijp pastor creatus est (Niet lang daarna is hij tot herder der gemeente in het dorp Dronrijp gekozen).
Anno 1657 magno cum applausu omnium pastor urbis patriae Leovardiae declaratus est (In 1657 is hij met grote instemming van iedereen tot herder in zijn vaderstad L. aangewezen).
1658 matrimonium contraxit cum Augustina Tignaeus Hagensis pastoris filia (In 1658 heeft hij een huwelijk gesloten met A.T., dochter van een Haags predikant)
1665 placide in Domino obdormivit (In 1665 is hij rustig in de Heer ontslapen).
Student te Frankfurt a.d. O. 6 dec. 1652 (LB 166, VII).
Ds Regnerus Hachtingius, predikant te Leeuwarden, en Stijntje Tegneus te 's-Gravenhage ond. 23 okt., x 14 nov. 1658 'met belofte, dat sij mey solde betaelen, maer noyt gedaen". Kinderen: Kynskjen, ged. 16 sept. 1659; Fredericus, ged. 7 april 1661, x le 15 juli 1627 Aaffke Alledr; x 2e 13 okt. 1630 Trijntje Claesis van Hecht.
Getuigeverklaring door Stijntje Tegnaeius, wed. ds Hachtingius, oud 52 jaar, 12 febr. 1689 (Inf. boek C 4, p. 420).
Romein, 23, 253.
G.A. Wumkes in NNBW X, 313.
Kalma, Cl. Fr., 302, 303, 323, 342, 343, 350, 352.

385] ♦ Henricus Theodori Leovardiensis Frisius den 19 maji 1648.
Collegii hujus nationalis praeses trigesimus secundus (Van dit stedelijk genootschap de tweeëndertigste voorzitter).
Symbolum: Sola virtus praestat gaudium perpetuum (Alleen de deugd verschaft een voortdurende en zorgeloze vreugde).
Memento mori (Gedenk te sterven).
Mors servat legem, tollit cum paupere regem.
Est commune mori; mors nulli parcit honori (De dood neemt de wet in acht, hij ruimt met de arme de koning uit de weg. Sterven is algemeen; de dood ontziet geen eer).

107


386] Anno 1653 post legitima examinum ac disputationum solemnia in utroque jure doctor declaratus est et amica compotatione cum popularibus habita Leovardiam se contulit (In 1653 is hij na de plechtigheden van examens en verhandelingen tot doctor in de beide rechten gepromoveerd en heeft zich na het houden van een vriendschappelijk drinkgezelschap met zijn stadgenoten naar Leeuwarden bege ven).
Advokaat 12 juli 1653, †28 aug. 1673 (Arch. Hof, MMM).
Dr Henricus Theodori Steendam, advokaat voor het Hof, en Geyske Gerryts ond. 9, att. 30 juni 1655.
Stb. II, 69 aant. 23.
Grafschr. III, 88.
AS, nr 4667.

387] ♦ Johannes Velsius dell Moll Leovardiensis Frisius den 20 maji anno 1648.
AS, nr 4711. [388 in nummering overgeslagen]

389] ♦ Jarichius a Burmania Leovardiensis Frisius den 2 junii anno 1648.
390] Anno 1650 omissis studiis in pago Ferwert sese deposuit ibique occupavit domum Juwsmanam ipsi a praepotentibus Frisiae senatoribus concessam (In 1650 heeft hij de studie opgegeven, zich in het dorp Ferwerd gevestigd en daar het huis in bezit genomen van (de fémilie) Juwsma, dat hem door de Edelmogende Raadsheren (in het Hof) van Friesland was toegewezen).
Praeterlapso vero anno matrimonium contraxit cum amasia sua Hiskia a Camstra, virginum nostrae provinciae ferme formosissima (Na verloop van een jaar echter heeft hij een huwelijk gesloten met zijn geliefde H. van C., onder de meisjes van onze provincie (Friesland) ongeveer de mooiste).
Anno 1661 in novembri, si bene memini, ad plures abiit (In november 1661, als ik mij wel herinner, is hij de weg van alle vlees gegaan).
Getuigenverklaringen door soldaten en nachtwakers over nachtelijke onrust en aanvallen op de wacht door een gezelschap waartoe J.B. behoorde 4-20 jan. 1651 (Inf. boek C 1. p. 24-27).
Stb. I, 60, 11de gen. c 1; II, 42 aant. 63.
FVA 1884, 40.
NL 1905, 300, 330.
AS, nr 4674 (J. a B. nobilis Menamerdeel Frisius).

391] ♦ Nicolaus Boethii Leovardiensis Frisius den 3 junii anno 1648.
392] Anno 1652 in paterna urbe Leovardia candidati gradum adeptus est (In 1632 heeft hij in zijn vaderstad Leeuwarden de graad van candidaat (tot de H. Dienst) behaald).
Deinde pastor ecclesiae Marssumanae factus est (Vervolgens is hij herder der gemeente te Marsum geworden).
AS, nr 4678.
Romein, 60, 341 (N.B. Fennema).

393] ♦ Theodorus Nicolai Raerdt Leovardiensis Frisius 6:7 1648:17.
394] Post legitima examina ad ministerium admissus est (Na de vereiste examens is hij tot de (H.) Dienst toegelaten).
Paulo post domino Francisco Juvenali in pastoratu pagi Steens successit (Korte tijd later is hij ds F.J. in het herdersambt in het dorp Stiens opgevolgd).
Anno 1665 matrimonium inivit cum filia reverendissimi domini Henrici Domna pastoris ecclesiae Leovardianae (In 1665 heeft hij een huwelijk gesloten met een dochter van de Weleerwaarde Heer H.D., herder der gemeente te Leeuwarden (zie 137)).
Theodorus Raard lidmaat m. att. 17 juni 1653.
Ds Theodorus Raerd, predikant te Stiens, en Sijtske Domna ond. 23 sept., 3de procl. 1 okt. 1665.
Romein, 71.
G.A. Wumkes in NNBW X, 776.

395] ♦ Conradus Attama Leowardiensis Frisius datum den 15den augusti 1648.
Nazianzenus: Θεοῦ διδόντος μηδὲν ἰσχύε ηθόνος!
καὶ μὴ διδόντος μηδὲν ἰσχύε πόνος
(Als God geeft, heeft de afgunst geen kracht,
en als Hij niet geeft, heeft de inspanning geen kracht).
Deo dante nihil valet invidia,
Et Deo non dante nihil valet labor (Als God geeft, vermag de afgunst niets, en als God niet geeft, vermag de inspanning niets).
Collegarum omnum suffragio collegii nostri nationalis praeses trigesimus tertius anno 1652 (Met de stemmen van alle leden (gekozen tot) drieëndertigste voorzitter van ons stedelijk genootschap in 1652).
Symbolum: Justus ut palma florebit (De rechtvaardige zal bloeien als een palm). Non vox, sed votum, non musica chordula, sed cor,
Non clamans, sed amans clangit in aure Dei (Niet het woord, maar het verlangen, niet de welklinkende snaar, maar het hart, niet hij die roept, maar hij die liefheeft, roept in Gods oor).
396] Anno 1652 studiorum gratia Groningam profectus est (In 1652 is hij om wille van zijn studie naar Groningen vertrokken).
Postquam repulsam passus esset, tandem ad ministerium admissus est (Nadat hij een afwijzing had ondergaan, is hij tenslotte tot de (H.) Dienst toegelaten).
Postea vero virginem sibi acquisivit (Daarna echter heeft hij een meisje (tot vrouw) gekregen). Ds Conradus Attama lidmaat m. att. 12 sept. 1655.
Conradus Attema, candidaat tot de H. Dienst, en Yda Ayolds van Finsterwolde ond. 2, att. 20 mei 1657.
Romein, 504.
AS, nr 4688.

109


397] ♦ Wilhelmus Nicolai Leovardiensis Frisius 21 september 1648.
398] Insalutatis Musis abiit (Zonder de Hogeschool te groeten, is hij vertrokken). Wilhelmus Nicolai lidmaat op belijdenis 19 aug. 1653.
AS, nr 4740.

399] ♦ Joannes Nauta Leowardiensis Frisius XXVI octobris 1648.
400] Anno 1649 studiorum gratia Hardervicum petiit; inde redux Groningam sese contulit (In 1649 is hij om wille van zijn studie naar Harderwijk vertrokken; vandaar teruggekeerd, heeft hij zich naar Groningen begeven).
Postea artem cum marte commutavit et capitaneus equestris factus est (Later heeft hij de wetenschap voor de krijgsdienst verwisseld en is ritmeester gewor den). Brevi post hoc officium militare acquisitum tabe correptus vivere desiit et in pago Jorwert summo cum honore sepultus est (Kort na het verkrijgen van dit militaire ambt is hij door een besmettelijke ziekte aangetast, en heeft zijn leven beëindigd en is met de hoogste eer in het dorp Jorwerd begraven).
Stb. II. 166 aant. 38 b.
Gen. Jb. 1969, 24 v.
AS, nr 4712 (... Gaji Nautae senatoris curiae heres unicus...) (... enige erfgenaam van Gajus Nauta, raadsheer in het Hof...).

401] ♦ Martinus a Wijckel Leovardiensis Frisius XXVI octobris 1648.
402] Anno 1650 mense januvario pestifero morbo contaminatus pie in Cristo obdormivit (In januari 1650 is hij met een verderfelijke ziekte besmet en godvruchtig in Christus ontslapen).
Stb. I, 409, 3de gen. 5; II, 284 aant. 17.
Visser, Inv. Opst. Veencie, 70.
AS, nr 4722.

403] ♦ Hermannus Wilhelmi Scheversteyn Leovardiensis Frisius XXVI octobris 1648 sacrosanctae theologiae studiosus.
Homerus Iliados 1: Εχθρὸς γαρ μοὶ κεῖνος όμως ἀίδαο πύλησιν
῾ὃς χ᾿ ἔστερον μὲν κεύθεν ἐνὶ φρεσὶν, ἀλλο
δὲ βάλλει

(Want gehaat als de poorten der onderwereld is mij degene die het ene in zijn ge dachten verbergt en het andere uit).
Illum odi tanquam infernum ipsum qui aliud mente occultat aliudque dicit (Hem haat ik evenzeer als de hel zelve die iets in zijn geest verbergt en iets anders zegti.
Nazianzenus: Οὐδὲν οὕτως εὐφραίνειν ἡμᾶς εἴωθεν ὡς τὸ συνειδὸς καθαρὸν καὶ ελπίδες ἀγαθαί
(Niets pleegt ons zozeer te verheugen als het zuivere geweten en goede hoop). Nihil nos tam exhilarare solet quam bona conscientia et bona spes (Niets plees ons zozeer op te vrolijken als een goed geweten en goede hoop).

110


Symbolum: Post varios casus, post tota discrim(in)a rerum
Tendimus in Latium (Na verschillende lotgevallen, na zoveel gevaarlijke toestanden zijn wij op weg naar Latium).
404] Anno 1653 legitime examinatus candidatus ministerii factus est Leovardiae (In 1653 is hij wettig geëxamineerd en candidaat tot de (H.) Dienst geworden te Leeuwarden).
Anno 1657 pastoralis cura ipsi demandata est in pago Ackerwolde cum annexis reverendoque Heinsio Hermanni Drogenham successit (In 1657 is hem de herderlijke zorg in het dorp Akkerwoude met toebehoren opgedragen en is hij de eerwaarde heer H.H.D. (zie 135) opgevolgd).
Hermannus Scheversteyn lidmaat m. att. 19 aug. 1653.
Hermanus Scheversteyn, predikant te Akkerwoude c.a., en Grietje Jacobs te Leeuwarden ond. 17 jan., x 4 febr. 1663.
H.S., pred. a.v., en Rixtje B(o)uwes ond. 28 maart, 3de procl. 12 april 1668. Een schuld van Grietje Jacobs, vrouw van ds H.S., aan haar moeder Doedtje Sierx in de boedelscheiding van de (2de) man van laatstgenoemde, W.1. Wolffgangh 31 maart 1665 (Weesboek X 12, f. 17).
Romein, 275, 310, 462; Van Veen, 60.
AS, nr 4737.

405] ♦ Johannes Suyrlandt Leovardiensis Frisius 8 novembris 1648.
406] Anno 1651 oblectamenti gratia cum virgine matrimoniale foedus iniit (In 1651 is hij om wille van het genot met een meisje de huwelijksband aangegaan). Defuncta uxore cum cane ad suum ipsius vomitum et cum sue lota ad volutabrum caeni reversus est tandemque ad Indos Orientales se contulit (Nadat zijn vrouw was overleden, is hij als een hond tot zijn eigen braaksel en als een gewassen varken tot de modderpoel teruggekeerd en heeft zich tenslotte naar Oost-Indië begeven).
AS, nr 4799.

407] ♦ Hilarius Livii Hilarius Leovardiensis Frisius actum 30 novembris anno 1648.
Cato: Interpone tuis interdum gaudia curis,
Ut possis animo quemvis sufferre laborem (Wissel je zorgen nu en dan af met genoegens, om elke inspanning met moed te kunnen dragen).
Tu, cui hujus thesauri Leovardiensium cura demandata sit, diligenter evigila, ne tibi surripiatur et sic margaritae porcis projiciantur (Jij aan wie de zorg voor deze kas der Leeuwarders opgedragen is, waak er zorgvuldig voor dat hij je niet wordt ontfutseld en zo de parels voor de zwijnen geworpen worden).
Assessor fidelissimus instituti hujus collegii (Een zeer getrouw bestuurslid van dit genootschap).
408] Symbolum: Vivimus ex uno (Wij leven uit één (God)).
Anno 1652 studiorum gratia Leidam profectus est; postea domum reversus vivere

111


desiit (In 1652 is hij om wille van zijn studie naar Leiden vertrokken; daarna is hij, naar huis teruggekeerd, overleden).
Hilarius, z.v. Livius Hilarius (predikant te Ternaard, Bolsward en Leeuwarden) en Aaffke Dirck Annisdr, † 26 okt. 1662.
Hilarius Livii Hilarius burger 18 dec. 1655.
Advokaat 16 okt. 1655 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 4795.

409] ♦ Hilarius Sibrandi Leowerdiensis Frisius 15 december 1648.
Symbolum: Tandem fit surculus arbor (Tenslotte wordt het takje een boom). Collegarum omnium suffragio collegii nostri nationalis praeses trigesimus quartus 1652 (Met de stemmen van alle leden vierendertigste voorzitter van ons stedelijk genootschap in 1652).
410] Anno 1652 majoris recreationis gratia Leovardiae habitaculum sumsit artemque deseruit (In 1652 heeft hij om wille van meer ontspanning een woning te Leeuwarden betrokken en de wetenschap in de steek gelaten).
Anno 1656, postquam diutino laborasset morbo, tandem ad patres secessit (In 1656 is hij, nadat hij aan een langdurige ziekte had geleden, tenslotte tot zijn vaderen verzameld).
Grafschr. III, 66.
AS, nr 4794.

411] ♦ Joannes Siccama Leovardiensis Frisius 1649 2 martii.
Cura, labor, studium te super astra vehent (Zorgvuldigheid, inspanning en ijver zullen je naar de hemel leiden).
412] Anno 1652 virginem in matrimonium sibi acquisivit et Apollini valedixit (In 1652 heeft hij een meisje ten huwelijk gekregen en Apollo vaarwel gezegd).
Jan Siccama en Maria Wieringa te Leeuwarden ond. (Gerecht) 20, 3de procl. 28 febr. 1652.
Fokkema, De Siccama's, 482.
AS, nr 4805.

413] ♦ Sibrandus Vomelius Leowerdiensis Frisius den 23 aprilis 1649.
Sallustius: Quoniam vita nostra qua fruimur, brevis est, memoriam nostri quam maxime longam efficere mihi rectius esse videtur. Nam divitiarum et formae gloria fluxa et fragilis est, virtus clara aeternaque habet (Aangezien ons leven, dat wij genieten, kort is, lijkt het mij juister de herinnering aan ons zo lang mogelijk te laten duren, want de roem van rijkdommen en schoonheid is vergankelijk en onbestendig, de deugd heeft roem en eeuwig bestaan).
Των πόνων πολουνται ἡμῖν πάντα τιἀγαθαθιοὶ
(Voor onze arbeid verkopen de goden ons alle goede dingen).

112


Laboribus nobis omnia vendunt dii (Voor inspanning verkopen de goden ons alles).
Symbolum: Christus spes una salutis (Christus is de enige hoop op het heil). Quaedam mulier Germana a daemone obsessa interrogata a quodam viro erudito, quinam foret versus praestantissimus in Virgilio, ipso vel potius daemon in ipsa respondit:
Discite justitiam moniti et non temnite divos (Toen zekere Duitse vrouw, die door een boze geest bezeten was, door zekere geleerde man werd ondervraagd, wat wel de voortreffelijkste versregel in (de werken van) Virgilius was, antwoordde zij of liever gezegd de geest in haar: Leert de rechtvaardigheid van het gebod en veracht de goden niet).
Δόξα Θεῷ (Ere zij God).
414] Anno 1656 in classe Leovardiana una cum domino Isenbergh examinatus summa cum laude ministerii candidatus factus est (In 1656 samen met de heer Isenbergh (zie 471) geëxamineerd in de classis Leeuwarden, is hij met de hoogste lof candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Anno 1657 ad functionem ecclesiasticam in pago Englum vocatus est (In 1657 is hij beroepen tot het kerkelijk ambt in het dorp Engelum).
Ds Sibrandus Womelius lidmaat m. att. 23 nov. 1653, opnieuw 16 nov. 1655. Zijn weduwe Trijntje Sebastiaans lidmate m. att. v. Ameland 16 juni 1697.
Romein, 64, 155, 269, 400, 509.
G.A. Wumkes in NNBW IX, 1227.
EvF, 662.
AS, nr 4802.

415] ♦ Meyardus Haersma Leowardiensis Frisius den 23 aprilis 1649.
416] Anno 1651 studiorum gratia Groningam petiit ibique imperfectis studiis matrimoniale foedus iniit posteaque procuratorem agens in pago quodam se deposuit (In 1651 is hij om wille van zijn studie naar Groningen gegaan en heeft daar, zonder zijn studie te voltooien, een huwelijksverbond aangegaan, en later heeft hij zich als procureur in zeker dorp gevestigd).
Koopmans, 175.
Gen. Jb. 1957, 92, 95.
AS, nr 4796.

417] ♦ Martinus Martini Laurman Leovardiensis Frisius 21 mai 1649.
Marcescere nescia laurus (De laurier kent het verwelken niet).
418] Anno 1652 summa laude in classi Bolsverdiana ministerii candidatus factus est (In 1652 is hij met de hoogste lof in de classis Bolsward candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
In functione ecclesiastica pagi Bergum reverendo patri suo successit (In het ker-

113


kelijk ambt in het dorp Bergum is hij zijn eerwaarde vader opgevolgd).
Zijn dochter Berber ged. Bergum 30 juli 1665.
Romein, 117. NP XI, 137 (III).
AS, nr 4825.

419] ♦ Petrus Georgii ab Ilpendam Leovardiensis Frisius 28 augusti 1649.
Symbolum: Post funera virtus (De deugd (leeft voort) na de dood).
420] Anno 1652 summa cum laude in classi Bolsvardiana ministerii candidatus factus est (In 1652 is hij met de hoogste lof in de classis Bolsward candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Nunc vero pastorem agit in pago Waerns prope Stauriam (Nu echter is hij predikant in het dorp Warns bij Staveren).
Romein, 415.
AS, nr 4844.

421] ♦ Michael R. Nijenhuis 13 septembris 1649.
Spes unica Christus (Christus (is mijn) enige hoop).
422] Anno 1650 studia derelinquens aratrum coluit (In 1650 heeft hij de studie laten varen en de ploeg ter hand genomen).
AS, nr 4855.

423] ♦ Upco a Burmania anno Domini 1649 8 die novembris.
Amor est summum vinculum. Ratio? quia amans et res amata tandem fiunt unum (Liefde is de sterkste band. De reden? Omdat degene die liefheeft, en het voorwerp der liefde tenslotte een worden).
Nobile si non est studium venatio, quare?
Hanc semper magni tam coluere viri (Als de jacht geen edele bezigheid is, waarom (dan)? Altijd hebben grote mannen haar beoefend).
Collegii nostri praeses fidelissimus tricesimus quartus 1653 (Zeer getrouwe vierendertigste voorzitter van ons genootschap in 1653).
424] Relicta academia majoris recreatrionis gratia in pago Steens habitaculum sumsit (Na de hogeschool te hebben verlaten ter wille van meer ontspanning, heeft hij een woning in het dorp Stiens betrokken).
1658 mense decembri artem cum marte commutavit et capitaneus pedestris electus est (In december 1658 heeft hij de wetenschap voor de krijgsdienst verwisseld en is tot kapitein te voet benoemd).
1663 matrimonium contraxit cum nobilissima sua Catarina a Camminga filia nobilissimi amplissimique viri Taconis a Camminga satrapae in Wonseradeel ac paulo post uxoris suae patri in praetura successit (In 1663 heeft hij een huwelijk gesloten met zijn zeer edele (geliefde) C.a C., dochter van de zeer edele zeer doorluchtige heer T.a C., grietman van Wonseradeel, en kort daarna is hij de vader van zijn vrouw in het grietmanschap opgevolgd).

114


Een schuld van hem in de boedel van Antje Claessen, vrouw van Jan Sijdses, 23 okt. 1665 (Weesboek X 12, f. 58 vº).
Rekening van zijn nalatenschap 14 nov. 1694 (Weesboek X 13, f. 122 vº).
NG, 272; Nal., 89.
Stb. I, 59, 11de gen. b 3; II, 42 aant. 49. S.A. Waller Zeper in VF XXVII, 122.
AS, nr 4898.
Gen. Jb. 1881, 19.
Engels, 40, 84.

425] ♦ Jacobus Popta Leovardiensis Frisius den 1 februarius 1650. Hujus illustris nationalis collegii praeses tricesimus sextus (Van dit doorluchtige stedelijke genootschap de zesendertigste voorzitter).
426] Anno 1655 die mensis junii vicesimo sexto cum post habitam publice disputationem medicam inauguralem adversariorum tela feliciter retudisset, totius senatus academici suffragio doctoratus lauru decoratus est (Nadat hij op 26 juni 1655 na het houden van een geneeskundige inaugurele verhandeling de pijlen van zijn tegenstanders met succes had afgeslagen, is hij met de stemmen van de hele senaat der hogeschool met de lauwerkrans van het doctoraat onderscheiden).
Anno 1656 mense novembris postquam urbis Harlingae medicus constitutus esset, pestilentiali veneno correptus vivere desiit (Nadat hij in november 1656 tot stadsgeneesheer van Harlingen was aangesteld, is hij door het gif der pest besmet en heeft zijn leven geëindigd).
A.W. Weissman, Het gasthuis van dr Popta..., 26, 76, 111.
Grafschr. III, 48,
R.S. Roarda, It Harnser Poptaskaei, 5.
AS, nr 4918.
AP, 26 juni 1655.

427] ♦ Joannes Stonebrinck.
428] Anno 1652 in classi Franequerana m(i)nisterii candidati gradum obtinuit (In 1652 heeft hij in de classis Franeker de graad van candidaat tot de (H.) Dienst behaald).
In agro Bildano pastor electus est (In het Bilt is hij tot herder gekozen).
Romein, 224.
AS, nr 4808.
Kalma, Cl. Fr., passim.

429] ♦ Petrus ab Echten mense aprili 1650.
Rotat omne fatum (Het lot wentelt alles om).
Celeberrimi hujus collegii assessor (Bestuurslid van dit zeer beroemde genootschap).
430] Studiorum gratia Leidam profectus summum in utroque jure gradum consecutus est indeque redux Leowardiam se recepit (Om wille van zijn studie naar Leiden

115


vertrokken, heeft hij de hoogste graad in de beide rechten behaald en vandaar teruggekeerd, zich te Leeuwarden gevestigd).
Anno 1661 cum Corynna sua... Dojum matrimonium contraxit (In 1661 heeft hij met zijn geliefde... D. een huwelijk gesloten).
Advokaat 3 juli 1656 (Arch. Hof, MMM).
Hypotheekakte te zijnen laste 2 aug. 1657, geroyeerd 1 aug. 1659 (Hyp. boek 52, f. 70 vº).
Verkoopakte van een huis aan de Nieuwestad door hem 4 okt. 1659 (ald., f. 123).
AS, nr 4935.

431] ♦ Jarichus Atsma.
Ne quid nimis (Niets teveel).
Non tibi quid liceat, sed quid fecisse decebit, Occurrat mentemque domet respectus honesti (Niet wat je moogt, maar wat je zal sieren als je het gedaan hebt, moge je in gedachten komen en moge de overwe ging van het betamelijke je geest beheersen).
Hujus collegii instituti praeses tricesimus septimus (Van de instelling van dit genootschap af de zevenendertigste voorzitter)
432] Studiorum gratia Leidam se contulit ibique gradum doctoralem consecutus est et redux Leowardiae se deposuit (Om wille van zijn studie heeft hij zich naar Leiden begeven en daar de doctorsgraad behaald en na zijn terugkeer heeft hij zich te Leeuwarden gevestigd).
Anno 1661 talamo jugali se sociavit cum virgine Margrita Rouckama (In 1661 heeft hij zich in het huwelijk verbonden met het meisje M.R.).
Advokaat 2 sept 1656, 18 okt. 1671 (Arch. Hof, MMM).
Dr Jarichus Atsma, geb. Jorwerd, burger 8 dec. 1656, vroedsman 1668-1671.
Dr Jarichus Atsma, advokaat voor het Hof van Friesland, en Geertje Rouckema, d.v. dr Honorius en Aeltje Jurriëns, beide te Leeuwarden, ond. 3, att. 11 nov. 1660; zij tv. 1688.
Kinderen: Griettje, ged. 18 sept. 1661; Bottje, ged. 19 dec. 1662; Gosse, ged. 6 jan. 1664; Oene, ged. 26 febr. 1665; Jurryen, ged. 5 juni 1667; Gossuinus, ged. 6 mei 1670; Jaeicke, ged. 3 april 1672. Dr Jarichus Atsma lidmaat 20 maart 1661.
16 maart 1660 verwondde hij Erenst Duyff in de herberg van Jan Schol ernstig met een mes en beloofde dokter en chirurgijn te betalen (Inf. boek C 1, p. 180-182).
26 maart 1668 schold hij ten huize van de wijnkoper Abraham Revers op de fam. Vierssen, prinses Albertine e.a. personen (ald., p. 317, 323-326).
P. Buytenpost geautoriseerd tot curator voor de ontvang der rekening over bovengenoem de Jaicke (Aut. boek W 8, f. 120 vº).
AS, nr 4937.

433] ♦ Otto Swalue sacrosanctarum litterarum studiosus Leovardiensis Frisius, 22 mei 1650.
Γνωτι σε αυτόν (Ken jezelf).
Omnia si perdas, famam servare memento,

116


Qua semel amissa postea nullus eris (Als je alles verliest, denk er dan aan je goede naam te behouden, (want) als je die tegelijk verliest, zul je daarna verloren zijn).
434] Franequerae gradum doctoralem consecutus est et tunc Leowardiam se contulit (Te Franeker heeft hij de doctorsgraad behaald en zich toen te Leeuwarden gevestigd).
Otto Swalue, ged. 25 jan. 1629, z.v. Otto (advokaat, schepen) en Itje Frielsma.
Advokaat 18 jan. 1653, 17 dec. 1676 (Arch. Hof, MMM).
Dr Otto Sualuwe lidmaat 25 juli 1656.
Verkoopt met zijn mede-erfgenamen een huis 18 maart 1675 (zie bij Albertus S., 307). Hypotheekakte ten gunste van hem en zijn mede-erfgenamen wegens deze verkoop (Hyp.boek 72, f. 123 vº).
AS, nr 4967.
AP, 31 dec. 1652.

435] ♦ Hendricus Camper a Croddenbosch.
Symbolum: In manibus Domini spesque salusque mea (In de handen van de Heer (liggen) zowel mijn hoop als mijn heil).
436] Anno 1652 virginem thori sui comparem acquisivit (In 1652 heeft hij een meisje tot zijn echtgenote verkregen).
Anno 1656 pastor in pagis Jellum et Beers factus est (In 1656 is hij herder in de dorpen Jellum en Beers geworden).
Romein, 177; V. Veen, 20.
Gen. Jb. 1957, 48; 1976, 44.
AS, nr 4893.

437] ♦ Joannes a Scheltinga Leovardiensis Frisius den 22 maji anno 1650.
438] Anno 1652 ad promovenda studia Leidam petiit ibique gradum doctoralem consecutus est (In 1652 is hij ter bevordering van zijn studie naar Leiden gegaan en heeft daar de doctorsgraad behaald).
Paulo post rerum provincialium doctor designatus est (Kort daarna is hij tot rechtsgeleerde van provinciale zaken benoemd).
Anno 1659 die 4º junii ab illustribus Frisiorum Ordinum delegatis territorii quod
dicitur Gaesterlant, praetor electus est (Op 4 juni 1659 is hij door de Edelmogende Gedeputeerden der Staten van Friesland tot grietman van het gebied dat Gaasterland heet, gekozen).
Advokaat 5 aug. 1653, landsadvokaat, grietman van Gaasterland (Arch. Hof, MMM).
Zijn weduwe Maria van Haersma x (att. 20 aug.) 1671 Alexander Hume, kap. infanterie. NG, 381.
Stb. I, 320, 3de gen. 3; II, 216 aant. 33.
Greydanus, 152.
Wijnaendts, Scheltinga, 58. Gen. Jb. 1956, 61, 65.
NL 1961, 439, 455.
AS, nr 4921.
Engels, 39, 100.

117


439] ♦ Gellius Hajonis Boltsma Leovardiensis Frisius 1650 24 junii.
Symbolum: Patior ut potiar (Ik lijd om te heersen). Collegii instituti assessor fidelissimus (Van dit ingestelde genootschap een zeer getrouw bestuurslid).
Ad studia ulterius promovenda Lugdunum Batavorum se contulit (Om zijn studie verder vooruit te brengen, heeft hij zich naar Leiden begeven).
Imperfectis studiis Leovardiae se deposuit (Zonder zijn studie te voltooien, heeft hij zich te Leeuwarden gevestigd).
Advokaat 10 nov. 1662 (Arch. Hof, MMM).
Dr Gellius Boltsma, advokaat voor het Hof, en Hendrickjen Arjens ond. 20 febr., att. 28 febr. 1664.
Dr G.B., advokaat a.b., en Geertje Symens van Wommelsx (3de procl. 9 maart) 1673. Kinderen: Minne, ged. 24 juli 1674; Symen, ged. 25 aug. 1678; Auckjen, ged. 29 okt. 1680; Simon, ged. 21 aug. 1687; Nyeske, ged. 24 nov. 1689.
Hendrickjen Aerryens koopt een huis omtrent de Galileerkerk 9 aug. 1664 (Gr. Cons. bk. 21 okt. 1664, f. 163).
Dezelfde koopt een huis in de Kl. Hoogstraat 28 jan. 1665 (Gr. Cons., f. 149).
Dr Boltsma als debiteur in de scheiding der goederen van Antje Claessen, overl. echtg. van Jan Sijdses, wegens de laatste termijn van gekocht land 23 okt. 1665 (Weesboek X 12, f. 60 v°).
Dr G.B. curator ad actum divisionis voor wat zijn mede-advokaat dr Th. Nauta toekomt op grond van het testament van de overleden advokaat dr F. Boccma 29/30 maart 1706] (Weesboek X 14, p. 11).
Grafschr. III, 90.
AS, nr 4923.

441] ♦ Ulpianus a Sixma 1650.
442] Anno 1652 artem sum militari signo mutavit (In 1652 heeft hij de wetenschap voor het krijgsvendel verwisseld).
Paulo post capitaneus pedestris factus est (Weinig later is hij kapitein te voet geworden).
1658 matrimonium contraxit cum Corynna sua Alagunda ab Unia (In 1658 is hij in het huwelijk getreden met zijn geliefde A. van U.).
Jr Ulpianus van Sixma lidmaat m. att. 23 dec. 1663.
Een vordering (reversaal) van hem in de boedelscheiding van Antje Claeses, echtg. van Jan Sijdses 23 okt. 1665 (Weesboek X 12, f. 62).
Grafschrift: LB 185 IV, 97.
Stb. I, 360,4de gen. 2; II, 251 aant. 10.
Fr. Adelaar, 20.
AS, nr 4964.

443] ♦ Boetius Jeltonis Alsarda 19 junii anno 1650.
444] Anno 1654 Leidam studiorum gratia petiit ac utriusque juris doctor inde reversus est (In 1654 heeft hij zich om wille van zijn studie naar Leiden begeven en is als doctor in de beide rechten daarvandaan teruggekeerd).

118


Advokaat 26 mei 1655 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 4990.

445] ♦ Henricus Georgius liber baro(n) a Swartzenberg et Hohenlansberg anno 1650 den 23 augusti.
Cum sancto sanctus eris (Met een heilige zul je heilig zijn).
446] Anno 1652 studia derelinquens praefectus equitum (quem cornet nominant) factus est (In 1652 heeft hij de studie laten varen en is officier bij de ruiterij (wat men kornet noemt) geworden).
Paulo post capitaneus pedestris electus est (Weinig later is hij tot kapitein te voet benoemd).
Hendrick Georgh baron toe Swartzenbergh en Hohenlansbergh, kornet van een corps cavalerie, en Amelia Susanna van Rochel (m.z.: Roussel), juffrouw van Haar Hoogheid (prinses Albertina Agnes), x 17 dec. 1654.
Een kwitantie van A.S. van Roussell, wed. Schwartzenberg, als voogdes over haar kinde ren 6 okt. 1677 (Hyp.bk 72, f. 143 vº).
Getuigeverklaring van dezelfde over een vertrokken dienstbode en ingeslagen ruiten 12 febr. 1680 (Informatieboek C 2, p. 337).
Stb. I, 340, 3de gen. 7; II, 227 aant. 17.
AS, nr 4957.

447] ♦ Obias Nauta Leovardiensis Frisius.
Vicit qui patitur (Wie duldt, heeft overwonnen).
448] Anno 1654 post legitimum examen a classe Doccumana ministerii candidatus designatus est (In 1654 is hij na een geldig examen door de classis Dokkum als candidaat tot de (H.) Dienst toegelaten).
Anno 1655 legitimo totius senatus ecclesiastici suffragio ad pascendam Christi ecclesiam in pago Tjerckgaest vocatus est (In 1655 is hij door een geldige stemming van de hele kerkeraad beroepen tot het hoeden van Christus' gemeente in het dorp Tjerkgaast).
Obias Augustini als alumnus aangenomen 30 april 1647 (Res. boek M 5, p. 51).
Bernardus Titi Claviger gebeneficieerd met de pensie i.p.v. Obias Nauta 3 nov. 1654 (Res. boek M 6, p. 305).
Obias Augustini Nauta, cand. theologie, en Bottje Jacobs Elgersma te Leeuwarden x 27 mei 1653.
Ds O.N., predikant te Tjerkgaast c.a., en Aeffke Tijssen Hulsbosch van Groningen x 8 maart 1666.
Obias Nauta lidmaat m. att. 10 dec. 1652.
Romein, 612.
G.A. Wumkes in NNBW X, 663.
AS, nr 5063.

449] ♦ Adrianus Bos den 11 novembris 1650.
450] Anno 1655 in classe quae celebratur in pago Heerenveen, ministerii candidatus factus est (In 1655 is hij in de classis die in het dorp H. geregeld bijeenkomt, can-

119


didaat tot de (H.) Dienst geworden).
Anno 1657 pastor in pago Koudum designatus est (In 1657 is hij tot herder in het dorp K. benoemd).
Adrianus Lamberti Bos, candidaat tot de H. Dienst, en Dieuke Hayes Bol(t)sma ond. 22, att. 30 aug. 1657. Romein, 422.
G.A. Wumkes in NNBW X, 99.
AS, nr 4948.

451] ♦ Nicolaus Hachtingius den 12 novembris 1650.
Symbolum: Christus mea spes (Christus is mijn hoop).
452] Ab instituto collegio assessor fidelissimus (Van het opgerichte genootschap een zeer getrouw bestuurslid).
Anno 1652 ad excolenda studia Francofurtam profectus est cis Oderam (In 1652 is hij ter volmaking van zijn studie naar Frankfurt aan de Oder vertrokken).
Anno 1657 den 31 augusti, postquam per tempus aliquod conrectorem egisset Doccomii, in patria academia gradum in medicina adeptus est (Op 31 augustus 1657 heeft hij, nadat hij gedurende enige tijd het conrectoraat te Dokkum vervuld had, aan de provinciale hogeschool de (doctors)graad in de geneeskunde behaald).
Paulo post ibi foedus matrimoniale iniit (Kort daarna heeft hij een huwelijksverbond gesloten).
Anno 1665 placide in Domino obdormivit (In 1665 is hij kalm in de Heer overleden).
Nicolaus Hachtingius, med. doctor, lidmaat m. att. 11 juli 1660.
N. Hachtingius † v. 20 nov. 1665 (Inv. boek 1665, f. 409).
Kinderen: Catharina, ged. 21 juli 1661 (curator haar oom Harmanus H.); Arnoldus, ged. 12 juni 1664, † voor zijn vader.
H. Sannes in It Beaken XI, 213.
AS, nr 5065.
AP, 31 aug. 1657.

453] ♦ Hermannus Reneman den 24 januarii 1651.
Symbolum: Μεγίστα βασιλεῖ βασιλέων δόξα
(Het grootste voor een koning is een goede naam onder de koningen).
454] Anno 1654 in classi Doccumana examinatus candidatus ministerii factus est (in 1654 is hij in de classis Dokkum geëxamineerd en candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Anno 1655 pastoralem curam suscepit in pago Morre (In 1655 heeft hij de herderlijke zorg in het dorp Morra op zich genomen).
Anno 1657 pastor in pago Anjum factus est (In 1657 is hij herder in het dorp Anjum geworden).

120


Geb. c. 1629, wellicht z.v. ds Cornelis R. te Krewerd (vgl. Sibbe 1944, 232).
Grafschrift: LB 184 III, 96. Zoon: Harmanus, predikant te Oosternijkerk.
Hermannus Reneman lidmaat 15 nov. 1650.
Romein, 555, 560.
Gen. Jb. 1961, 76.
AS, nr 5073.

455] ♦ Andreas a Douma 1651.
456] Anno 1652, postquam militare signum adeptus, studia dereliquit (In 1652 heeft hij, na een krijgsvendel te hebben verworven, de studie opgegeven).
Grafschrift: LB 184 III, 104.
Stb. I, 94, 7de gen. 2; II, 62 aant. 38.
Algra, Historie II, 23.
AS, nr 5093.

457] ♦ Isbrandus a Vierssen Leovardiensis Frisius. Datum den 24 februarii 1651.
Omnibus credere tam est vitium quam nulli (ledereen geloven is evenzeer een fout als niemand (geloven)). 458] Anno 1652 Palladis gratia Leidam petiit (In 1652 is hij om wille van de wetenschap naar Leiden gegaan).
Anno 1653 Lugduni Batavorum juris utriusque doctor summa cum laude creatus est (In 1653 is hij te Leiden met de hoogste lof tot doctor in de beide rechten gepromoveerd).
Nunc vero secreta camerae rationum administrat Leovardiae (Nu echter beheert hij het secretariaat van de Rekenkamer te Leeuwarden).
Advokaat 25 juni 1653, secretaris van de Rekenkamer, lid Staten-Generaal (Arch. Hof, MMM).
Dr Isbrandus van Vierssen lidmaat 23 nov. 1653.
Willem van Vierssen doet afstand van het ambt van pensionaris van Leeuwarden met het verzoek dit aan zijn broer Isbrant te verlenen, hetgeen geschiedt 23 febr. 1655 (Mag. resolutieboek M 7, p. 5).
Isbrandus van Vierssen, secretaris der Rekenkamer van Friesland en mede-pensionaris van Leeuwarden, en Aeltje Lauta ond. 26 jan., att. 8 febr. 1656.
D.A. Hamerster benoemd tot curator tot het opnemen der rekening over de nalatenschap van IJsbrandt v. V. 19 febr. 1678 (Aut.boek 19 febr. 1678).

Stb. I, 330, 3de gen. 5; II, 219 aant. 15.
Greydanus, 152.
AS, nr 5035 (... filius amplissimi domini Matthiae a Viersen, senatoris supremae curiae (zoon van de zeer doorluchtige heer M.v.V., raadsheer in het Hof).

459] ♦ Gerhardus Theodori Halluma Leovardiensis Frisius anno 1651 20 aprilis.
460] Relictis Musis in castra Martis se contulit (Hij heeft de studie opgegeven en zich in de krijgsdienst begeven).
AS, nr 5056.

121


461] ♦ Petrus Duconis Milesius Leovardiensis Frisius anno 1651 mense majo. Assessor fidelissimus (Zeer getrouw bestuurslid).
Symbolum: Mors omnia solvit (De dood slaakt alle banden).
יְהוָה רְעִי לֹא אָחָסָר (Jahweh is mijn herder, mij ontbreekt niets).
Multos dicentes audio, cum accidunt turpitudines, non sit vinum. O ignorantiam. Si vero dicas, ne sit vinum, dices et sensim procedens: ne sit ferrum propter homicidas, ne sit lux propter fures, ne sit lux propter calumniatores, ne sit mulier propter adulteria, et omnia penitus tolles. (Chrysostomus, Homilia 71 ad populum Antiochenum) (Velen hoor ik zeggen, als er schadelijke dingen gebeuren: Weg met de wijn. Wat een onwetendheid! Als je inderdaad zegt: Weg met de wijn, zul je langzamerhand ook verder gaan en zeggen: Weg met het zwaard wegens de moordenaars, weg met de nacht wegens de dieven, weg met het licht wegens de lasteraars, weg met de vrouw wegens de echtbreuk, en (zo) zul je alles helemaal wegnemen).
Ad ignem potius ardentem quam ad mulierem juvenem juvenis appropinqua. Nam si ad ignem accesseris, dolore affectus resilies; at si foeminae verbis incensus fueris, haud ita facile recedes. Florent olera prope aquam sata, et libidinis semina mulierum familiaritate excitantur. (Nilus Oratione 2 adversus vitia) (Nader in je jeugd liever tot een brandend vuur dan tot een jonge vrouw, want als je bij het vuur komt, zul je, door de pijn getroffen, terugdeinzen, maar als je door de woorden van een vrouw bent ontbrand, zul je niet zo gemakkelijk terugwijken. Groenten die dicht bij het water gezaaid zijn, bloeien op, en de zaden der begeerte schieten door de vertrouwelijkheid met vrouwen op).
Ut pueri ludunt talis, sic multi juramentis, at pulchra est concordia cordis et oris (Zoals kinderen met bikkels spelen, zo (spelen) velen met eden, maar mooi(er) is eendracht van hart en mond).
462] 1658 in classe Leovardiana examinatus ad ministerium admissus est (In 1658 is hij in de classis Leeuwarden geëxamineerd en tot de (H.) Dienst toegelaten).
Ds Petrus Milesius lidmaat m. att. 18 aug. 1658.
Romein, 443.

463] ♦ Pompejus Hollinga Leovardiensis Frisius anno 1651. Symbolum: Spes mea Christus (Mijn hoop is Christus).
(Pentekening van een put met galgen, raderen en gevangenis en op- resp. bijschriften:)
1652. Sic turdus sibi malum cacat (Zo kakt de lijster zijn eigen straf). Ob contemptum legum praesidium assessorumque vilipendium (Wegens minachting der wetten, verachting van voorzitters en bestuursleden).
464] In classe Franequerana examinatus ad ministerium admissus est ibique matrimo-

123


nium contraxit (Hij is in de classis Franeker geëxamineerd, tot de (H.) Dienst toegelaten en aldaar in het huwelijk getreden).
1666 placide in Domino obdormivit (In 1666 is hij kalm in de Heer overleden).
Pompeus Hollinga, student in de theologie, en Maria Cornelii Truenius van Zeeland ond. 27 jan., 3de procl. 11 febr. 1655.
Met zijn vrouw lidmaat m. att. 11 mei 1655.
AS, nr 5078.
Kalma, Cl. Fr., 301, 307, 315, 316.

465] ♦ Casparus Weilichius Leovardiensis Frisius.
466] Symbolum: Nescit labi virtus (De deugd kan niet uitglijden).
Anno 1657 matrimoniale foedus iniit cum Jifke Zingel (In 1657 heeft hij een hu welijksband gesloten met J.Z.).
AS, nr 5084.

467] ♦ Joannes Ens Leowardiensis sacrarum litterarum studiosus Frisius anno 1651 mense majo.
Symbolum: Spes mea Christus (Mijn hoop is Christus).
Non semper judicum culpa est cum innocens damnatus est; aliquando testis corrumpitur, aliquando parum diligenter causa defenditur, aliquando reo nocet ipsa fiducia (Het is niet altijd de schuld der rechters wanneer een onschuldige veroordeeld wordt: soms wordt een getuige omgekocht, soms wordt de zaak te weinig zorgvuldig verdedigd, soms is juist het zelfvertrouwen van de beklaagde hem nadelig).
Seneca: Qui statuit aliquid parte inaudita altera, aequum licet statuerit, haud aequus erit (Wie een uitspraak doet zonder de tegenpartij te horen, zal niet billijk zijn, al doet hij een billijke uitspraak).
Vigelius: Qui causas suas imperiti judicis judicio committunt, perinde faciunt acsi ludant tesseris suasque fortunas committant aleae (Degenen die hun rechtszaken aan het oordeel van een onkundige rechter toevertrouwen, handelen even alsof zij met dobbelstenen spelen en hun eigen lot aan de teerling toevertrouwen).
Collegii nostri celeberrimi praeses trigesimus octavus (Van ons zeer vermaarde genootschap de achtendertigste voorzitter).
468] Anno 1657 summa cum laude utriusque juris doctor publicis cum solemnitatibus renunciatus est (In 1657 is hij met de hoogste lof onder openbare plechtigheden tot doctor in de beide rechten gepromoveerd).
Advokaat 14 juli 1657, † 1 mei 1668 (Arch. Hof, MMM).
Dr Joannes Ens, advokaat voor het Hof, en Geertruyt Gabbema te Leeuwarden ond. 12. att. 20 okt. 1661. Zij was geb. Leeuwarden 23 juni 1633, d.v. Abbe Frericx (klerk van de ontvanger-generaal, stichter A.F. Gabbemagasthuis) en Auck Hillebrantsdr.
Kinderen: Syoerdt, ged. 16 nov. 1662; Abbe, ged, 2 dec. 1663; Magrieta, ged. 18 dec. 1064 (allen † jong).
Dr Johannes Ens lidmaat 27 nov, 1661.

124


Hij tekent de weesrekening van Jacob Jansen en Douwe Minnes voor de kinderen van Wybren Harts cum uxore 10 febr. 1665 (Weesbk X 12, f. 14 vº).
Testament van dr Joannes Ens, weduwnaar van Geertruit Gabbema, 1666, en overeenkomst tussen de erfgenamen, 1668 in Arch. Old Burger-Weeshuis, nr 864, Gen. Jb. 1966, 91.
AS, nr 5081 (Joannes Suffridi Ens).
AP, 25 juni 1657.

469] ♦ Theodorus Dionysii Deinema Leovardiensis Frisius anno 1651.
Symbolum: Ex aspectu nascitur amor (Uit de aanblik wordt de liefde geboren).
470] Relictis Musis Leovardiam secessit tandemque artem cum marte commutavit (Hij heeft de hogeschool verlaten, zich naar Leeuwarden begeven en tenslotte de wetenschap voor de krijgsdienst verwisseld).
AS, nr 5094.

471] ♦ Joannes Isemberch Leovardiensis Frisius anno 1651.
472] Anno 1656 stitit se examini classis Leoverdiensis, ubi post legitimum examen una cum Sibrando Vomelio omnium pastorum suffragio ad ministerium admissus est (In 1656 heeft hij zich aan het examen onderworpen in de classis Leeuwarden, alwaar hij na een geldig examen tegelijk met S.V. (zie 413) met de stemmen van alle herders tot de (H.) Dienst is toegelaten).
Johannes Isenbergh lidmaat m. att. 23 mei 1656.
AS, nr 5083 (Joannes Bernardi Isenberch).

473] ♦ Petrus Adriani Leovardia-Frisius 1651.
Symbolum: Gloria crocodylus (De roem is (als een verslindende) krokodil).
474] Anno 1655 studiorum gratia in Angliam profectus est (In 1655 is hij ter wille van zijn studie naar Engeland vertrokken).
Anno 1656 in patriam reversus, non diu post in Germaniam superiorem abiit studiorum promovendorum causa (In 1656 is hij in het land teruggekeerd, (maar) niet lang daarna naar Duitsland vertrokken om zijn studie voort te zetten).
Anno 1657 post legitimum examen in classe Leovardiana ad ministerium admissus est (In 1657 is hij na een geldig examen in de classis Leeuwarden tot de (H.) Dienst toegelaten).
Anno 1658 in pago Goutum ad ministerium ecclesiasticum vocatus est et paulo post matrimonium contraxit (In 1658 is hij in het dorp Goutum tot de kerkelijke bediening beroepen en weinig later in het huwelijk getreden).
Ds Petrus Adriani lidmaat m. att. 5 juni 1657.
Petrus Adriani, predikant te Goutum en Swichum, en Saeckjen Binnerts te Leeuwarden ond. 17 juli, att. 8 aug. 1658.
Twee kwijtingen door Binnert Sakes, mr bakker te Leeuwarden, erfgenaam van ds P.Α. cum uxore, voor Hessel Hessels als koper van een huis van Trijntje Pyters, hypothecaire debitrice van P.A. d.d. 10 mei 1675 en 11 mei 1676 (Hyp.bk 92, f. 101 v°).

125


Romein, 53.
Gen. Jb. 1956, 64.
AS, nr 5082.

475] ♦ Abrahamus de Grau Leowardiensis Frisius anno 1651 28 maji.
Symbolum: P.s.c.
(Hs. aant. W. Eekhoff:) Dus niet van Wanswerd. Zie Vriemoet, 472 nona (9e regel (in Athenae Frisiacae)).
476] Ad studia ulterius promovenda Groningam profectus est (Om zijn studie verder voort te zetten, is hij naar Groningen vertrokken).
Anno 1659 ab illustribus Frisiae Ordinibus, itinere studiorum feliciter emenso, ad professoratum designatus est et die 7 junii 1659 oratione de usu et praestantia matheseos declamata a nobilissimis hujus academiae curatoribus cum pompa et ritu solemni publice declaratus est professor ordinarius (In 1659 is hij, na de weg van zijn studie met succes te hebben afgelegd, door de Edelmogende Staten van Friesland benoemd tot het hoogleraarsambt en op 7 juni 1659 na het houden van een voordracht over het nut en de voortreffelijkheid van de wiskunde, door de zeer aanzienlijke curatoren van deze hogeschool met staatsie en een plechtige ceremonie in het openbaar tot hoogleraar uitgeroepen).
Abraham, z.v. Samuel Petri de Grau (predikant te Wanswerd) en Titia Alberti, geb. Wanswerd 14 aug. 1632, student te Groningen 24 augustus 1654 (theologie en filosofie), † Franeker 8 sept. 1683, x le Rixtje Doënga, wed. Dominicus Hottinga; x 2e Elisabeth Gisia.
Stb. II, 151 aant. 30.
Alg. Ned. Familieblad III, 163.
P.C. Molhuysen in NNBW IV, 671.
Greydanus, 126, 130 v., 134 v., 170, 189, 192 v.
EvF, 326.
AS, nr 5113.
AP, 19 sept. 1659.

477] ♦ Nobilis Richardus ab Unia anno 1651 26 junii.
Multorum manibus pugna, sed consule paucos: Consilii virtus prima, secunda manus (Strijd met de handen van velen, maar raadpleeg weinigen; de kracht der
beraadslaging komt in de eerste plaats, die der vuist in de tweede plaats).
478] Relictis Musis in militiam se recepit praefectusque equitum (quem cornet nominant) factus est (Na de studie te hebben opgegeven, heeft hij zich in krijgsdienst begeven en is officier bij de ruiterij (wat men cornet noemt) geworden).
Een schuldbekentenis van jr Ritske van Unia d.d. 22 jan. 1659 in de nalatenschap van Joannes Nicolai 19 mei 1665 (Weesbk x 12, f. 26 v°).
Stb. I, 385, 9de gen. 1; II, 267 aant. 41.
Wijnaendts, Scheltinga, 56.
Grafschr. III, 68.
AS, nr 5099.

127


479] ♦ Jacobus Recalff Leovardiensis Frisius 5 maji 1652.
Vincit vim virtus (De deugd overwint het geweld).
Lex potatica pro studiosis:
Quicunque vult esse frater,
Bibat bis vel ter vel quater:
Bibat semel cum secundo,
Donec nihil sit in fundo.
Bibat hera, bibat herus.
Ad bibendum nemo serus.
Bibat ille, bibat illa,
Bibat servus cum ancilla,
Bibat abbes cum priore,
Bibat coquus cum factore,
Et pro Rege et pro Papa,
Bibat vinum sine aqua,
Et pro Papa et pro Rege,
Bibat quisque sine lege.
Haec est lex potatica,
Amicorum spes unica (Drinkwet voor de studenten: Ieder die (onze) broeder wil zijn, moet twee of drieof viermaal drinken, Laat hij eenmaal drinken met een tweede (maal), tot er niets (meer) op de bodem is. Laat de huisvader en de huismoeder drinken. Om te drinken is niemand (te) oud. Laat hij en zij drinken, laat de knecht met de meid drinken, laat de abt met de prior drinken, laat de kok met de agent drinken, zowel voor de Koning als voor de Paus, laat (men) wijn drinken zonder water, zowel voor de Paus als voor de Koning, laat ieder drinken zonder regel. Dit is de drinkwet, de enige hoop der vrienden).
Cum fratre suo Cornelio Recalff Leida reversus doctor salutatus est (Met zijn broer C.R. (zie 507) is hij bij zijn terugkeer uit Leiden als doctor begroet). Anno 1661 matrimonium iniit (In 1661 is hij in het huwelijk getreden).
Dr Jacobus Recalff, geb. Leeuwarden, burger 20 dec. 1670, nadat hij het burgerrecht te Groningen verbeurd had, schepen 1675-1678, vroedsman 1675-1714, burgemeester 1681-1684, 1687-1690.
Advokaat 2 juni 1657 (Arch. Hof, MMM).
Dr Jacobus Recalff, advokaat voor het Hof, en Aeltje Edingh van Groningen x 17 febr. 1661.
Dezelfde en Attje Ens, beide te Leeuwarden, x 26 dec. 1671.
Kinderen: Macike, ged. 9 maart 1662; Maeyke, ged, 29 maart 1663; Maria, ged. 27 mei 1664; Tijttje, ged. 2 juni 1665; Catharijnna, ged. 1 juli 1666; Jacobus, ged. 3 febr. 1669; Hendrick, ged. 6 sept. 1672; Alegonda, ged. 20 mei 1674; Catharina, ged. 26 mei 1676 Catharina, ged. I juli 1677; Maria, ged. 28 jan. 1681; Jacob, ged, 12 sept. 1683.
Dr Jacobus Recalf lidmaat m. att. 20 maart 1661, opnieuw 23 dec. 1668.
Getuigenis van de advocaat dr N. Broersma omtrent twist en handtastelijkheden tussen de dienstmaagd van burgemeester Recalff en een kraambewaarster bij de stalling van de

128


burgemeester in de Bagijnestraat 16 juli 1684 (Inf. boek C 3, p. 213).
J.R., burgemeester en oud-gedeputeerde, geautoriseerd tot curator over S. Hollewech 23 dec. 1684 (Aut.boek W 8, f. 15).
Stb. II, 167 aant. 54.
Grafschr. III, 78.
Gen. Jb. 1961, 71, 76.
AS, nr 5188.
Engels, 45, 98.

481] ♦ Duco Tasma Leovardiensis Frisius.
482] Anno 1656, postquam in classe Leovardiana summo cum honore examen sustinuisset, ministerii candidatus factus est (In 1656 is hij, na in de classis Leeuwarden met de meeste eer het examen te hebben ondergaan, candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Anno 1657 pastor creatus est in pagis Hardegarijp et Rijperkerck (In 1657 is hij tot herder benoemd in de dorpen H. en R.).
1658 foedus matrimoniale iniit (In 1658 heeft hij een huwelijksverbond aangegaan).
Anno 1665 placide in Domino obdormivit (In 1665 is hij kalm in de Heer ontslapen).
Duco Tasma lidmaat m. att. 28 nov. 1656.
Duco Tas(se)ma, predikant te Rijperkerk c.a., en Lijsbetje Gerryts van der Werff te Leeuwarden ond. 24 sept., att. 7 okt. 1658; zij hertr. 1667 ds Meynardus Homan.
Romein, 120.
Roarda, It Algera-Algra-skaei 1, 21.
AS, nr 5185.

483] ♦ Petrus Cranzius Leovardiensis Frisius 7 mai 1652.
484] Anno 1656 studiorum promovendorum gratia in Angliam se recepit (In 1656 heeft hij zich ter bevordering van zijn studie naar Engeland begeven).
Anno 1657 in patriam reversus se stitit examini theologico sub classe Doccumana, quo peracto cum laude ministerii candidatus factus est (In 1657 heeft hij zich onder de classis Dokkum aan het examen in de theologie onderworpen en is, na dat te hebben gedaan, met lof candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Anno 1658 in pago Langweer legitimo suffragio ad munus ecclesiasticum obeundum vocatus est (In 1658 is hij door een wettige stemming tot het kerkelijk ambt in het dorp L. beroepen).
Petrus Crantzius lidmaat m. att. 7 aug. 1657.
Grafschrift: LB IV, 54. Romein, 485, 594, 617.
AS, nr 5203.

485] ♦ Joannes Teotardi 1652 den 23 maji.
Jacente justitia omnis floret nequitia. Virtus vim superat (Als de rechtvaardig-

129


heid terneerligt, bloeit alle slechtheid. De deugd overwint het geweld).
486] Anno 1654 studiorum gratia Leidam se contulit (In 1654 heeft hij zich terwille van zijn studie naar Leiden begeven).
Anno 1657 matrimoniale foedus iniit cum Corynna sua Helena Hasius (In 1657] is hij een huwelijksverbond aangegaan met zijn geliefde H.H.).
Advokaat 7 nov. 1655, oudste advokaat, op eigen verzoek van het beschermheerschap der gevangenen ontslagen 15 april 1701.
Johannes Theotardi, j.u.d., advokaat voor het Hof, en Helena Hasius ond. 27, att. 30 aug. 1657.
Dr J.T., mede-oudste advokaat, en Maria Stellingwerff van Leeuwarden ond. 3, att. 20 aug. 1695.
Getuigenis van L. Boerboom, wijnkoper te Leeuwarden, en zijn vrouw over een ruzie met dr Th. over de omslag op de schoorstenen en de z.g. Doelisten 12 aug. 1672 (Inf. boek C 2, p. 28).
Getuigenis van R. Brefoo, chirurgijn te Leeuwarden, over een ruzie tussen Th. en de broers C. en P. van der Geest over een sententie jegens hen 30 dec. 1681 (ald., p. 451).
Getuigenissen van Theotardi zelf en de advokaat dr D. Lollius over dezelfde zaak 9 juni 1682 (Inf. boek C 3, p. 16 v.).
Getuigenissen van verschillende personen omtrent wangedrag en mishandelingen van Theotardi jegens zijn vrouw Maria Stellingwerf 5-9 juni 1696 (Inf. boek C 6, p. 41-49).
Op verzoek van laatstgenoemde wordt notaris F. Tarquinii geautoriseerd tot curator ad lites in geval van scheiding van goederen, tafel en bed 17 juni 1696 (Aut. boek W 10, f. 102 v°).
Getuigenissen van Magdalena Wilshuysen, vrouw van J. Laplase en anderen, over drankmisbruik van Theotardi, die te haren huize opgesloten zat, 11 dec. 1705 (Inf. boek C 7. p. 484 v.).
Frids Feenstra, visafslager te Leeuwarden, geautoriseerd tot curator over het sluiten der rekening van Maria Stellingwerff, wed. dr J.Th., als voogdes over haar kinderen Johanna en Allardus 13 sept. 1715 (Aut. boek W 12, f. 148 v°).
Bedoelde rekening gesloten 18 sept. 1715 (Weesboek X 14, p. 185).
AS, nr 5227.

487] ♦ Abelus Robijnsma Leovardiensis Frisius 1652 14 maji.
488] Anno 1657 den 25 mai summa cum laude publice gradu doctorali adornatus est (Op 25 mei 1657 is hij met de hoogste lof in het openbaar met de doctorsgraad vereerd).
Anno 1664 die 5 aprilis plenus spe et fide mortalitatem explevit (Op 5 april 1664 heeft hij vervuld van hoop en geloof zijn lot als sterveling vervuld). Advokaat 2 juni 1657 (Arch. Hof, MMM.).
AS, nr 5156.
AP, 11 mei 1657.

489] ♦ Hermannus Jeltema anno 1652 den 15 maji.
490] In classe Bolswardiana ministerii candidatus factus est (In de classis Bolsward is hij candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Dr Hermannus Jeltema, candidaat tot de H. Dienst van Wons, en Titje Benedictus te

130


Leeuwarden ond. 31 jan., 3de procl. 8 febr. 1663.
Ds Hermannus Jeltema lidmaat m. att. 17 juni 1663.
Rekening van wijlen Hendrick Jurriëns en zijn weduwe Titia Benedictus, gesterkt met haar (2de) man ds H.J. over de goederen van Geyske Bartels 14 juli 1665 (Weesboek X 12, f. 46 v°).
Romein, 120.
AS, nr 5220.

491] ♦ Lambertus Persijn Leovardiensis Frisius den 18den maji 1652.
Symbolum: Post nubila Phoebus (Achter de wolken (schijnt) de zon).
492] Anno 1656 in classe Leovardiana ministerii candidatus factus est (In 1656 is hij in de classis Leeuwarden candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
1658 pastoralem curam suscepit in pago Morre etc. (In 1658 heeft hij de herderlijke zorg aanvaard in het dorp Morra c.a.).
Lambertus Persijn lidmaat m. att. 28 nov. 1656.
Ds Lambertus Persijn, predikant te Morra en Lioesens, en Wijpkjen Brongersma te Leeuwarden ond. 7, 3de procl. 22 juli 1660.
Op zijn verzoek wordt Ruthger Douwes geautoriseerd tot curator over de kinderen van Sepckjen Brongersma, wed. ds Epaeus Joachimi 30 april 1685 (Aut.boek W 8, f. 29).
Romein, 26, 400, 560; Van Veen, 3. AS, nr 5182 (L. Petri Persin).

493] ♦ Erasmus ab Hemmema nobilis Frisius anno 1651 junii 28.
Amor causa omnium (De liefde is de oorzaak van alles).
Pulchrior attritus resurgam (Na versleten te zijn, zal ik schoner verrijzen).
494] Anno 1654 Ultrajectum studiorum honestiorum gratia se contulit (In 1654 heeft 494] hij zich om wille van een eervoller studie naar Utrecht begeven).
In patriam academiam reversus capitaneus pedestris factus est (Na aan de provinciale hogeschool te zijn teruggekeerd, is hij kapitein te voet geworden).
Anno 1658 foedus matrimoniale iniit cum Corynna sua a Heerma (In 1658 is hij een huwelijksverbond aangegaan met zijn geliefde (Tjemck) van Heerma).
Magno cum honore in bello obiit (Met grote eer is hij in de oorlog omgekomen).
Stb. I, 193, 8ste gen. 1; II, 128 aant. 34.
H. Sannes in VF XXVIII, 486 v.
Sannes, Geschiedenis van het Bildt I, 370, 389, 391.
AS, nr 5126.

495] ♦ Hippolyptus ab Arssen Beyma Leoverdiensis Frisius den 8 octobris 1651.
496] Anno 1654 ad cognitionem juris majorem consequendam Ultrajectum profectus est (In 1654 is hij, om grotere kennis van het recht te verkrijgen, naar Utrecht vertrokken).
Deinde in Galliam profectus est ibique gradum doctoralem assumsit (Vervolgens is hij naar Frankrijk vertrokken en heeft daar de doctorsgraad behaald).
Advokaat 23 mei 1657 (Arch. Hof, MMM).

131


Vijf hypotheekakten te zijnen laste 19 dec. 1672-17 des. 1678, okt. 1650 (Hyp, boek 72, (f. 35-40).
Getuigenissen over gestoord gedrag van Hill. van Aerssen 24-25 dec. 1685 (Inf.boek C 3, p. 396-400)
Op verzoek van zijn naaste verwanten wordt dr G. van der Lely, advokaat voor het Hof, geautoriseerd tot curator over H.B. van Aersen, die 'Impotent en mentis impos' is 26 p 1686 (Aut. boek W 8, f. 74 v°).
Stb. I, 306, Sde gen. 3; II, 206 aant. 10.
Gen. Jb. 1953, 52,
AS, nr 4903

497] ♦ Ulricus Huber Leovardiensis Frisius Isten novembris 1651.
Σύνβολον: Οίησις προτοπῆς ἐγνοπὴ
(Het geloof is een belemmering voor de vooruitgang).
(Aantekening van W. Eekhoff:) Omdat hij te Leeuwarden ter school ging, terkende hij 'Leovardiensis'. Hij was toch te Dokkum geboren.
498] Anno 1654 ad majorem in studio juridico gloriam consequendem Ultrajectum se contulit (In 1654 heeft hij zich, om grotere roem in de rechtenstudie te behalen, naar Utrecht begeven).
Postea in patriam academiam rediit; ibi cum aliquandiu vixisset, animi recreandi et studiorum promovendorum gratia primo Germanicas, deinde Gallicas acade mias invisit (Later is hij aan de provinciale hogeschool teruggekeerd; nadat hij daar een tijdlang had verbleven, is hij om zijn geest te verkwikken en zijn studie te bevorderen, eerst naar Duitse, vervolgens naar Franse hogescholen vertrokken).
In patriam reversus a Frisiae novemviris ad professoratum eloquentiae electus est et pridie Kalendas decembres anno 1657 publice confirmatus (Nadat hij in de provincie was teruggekeerd, is hij door Gedeputeerde Staten van Friesland toe het hoogleraarschap in de welsprekendheid benoemd en op 30 november 1657 in her openbaar bevestigd).
Anno 1665 vero defuncto Wissenbachio ad professoratum jurisprudentiae desig natus est (In 1665 echter is hij na het overlijden van (prof.) Wissenbach other hoogleraarschap in de rechtsgeleerdheid benoemd).
Ulricus Huber en Juditha van der Ley lidmaten m. att. v. Franeker 29 aug 167.
U.H., oud-raad ordinaris in het Hof, geautoriseerd tot curator over Lodewick en Anthonius van Hoytema 16 mei 1688 (Aut.boek W 8, f. 129)
NH, 48
Seb. I, 395, 3de gen, 6, II, 274 aant. 7.
VvO II, 100.
J. van Kuyk in NNNW I, 1165.
NL 1924, 138.
Greydanus, passim.
Huber, 6, 8.

133


EvF, 374.
NP XLVII, 151.
Roarda, Ut itselde skaei as Greate Pier, 19.
AS, nr. 5145.
Gen. Jb. 1973, 53
T.J. Veen, Recht en nut.
Gr. W.P. XI, 363.

499] ♦ Daniel Nisenerus Leowardiensis Frisius 8 novembris anno 1651.
Κακὰ καλὰ (Het slechte is (in bepaalde opzichten) mooi).
Et bona mixta malis et mala mixta bonis (Zowel het goede is vermengd met kwaad als het kwade vermengd met goed).
500] Anno 1657 a classe Franequerana examinatus ministerii candidatus factus est (fe 1657 is hij na een examen door de classis Franeker candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Anno 1662 cura pastoralis ipsi demandata in oppido Workomi (In 1662 is hem de herderlijke zorg opgedragen in de stad Workum).
Romein, 400.
AS, nr 5144.
Kalma, Cl. Fr., 334, 340, 345-349.

501] ♦ Sixtus Brunsvelt subscripsit Leovardiensis Frisius novembris 22 1651 (S.B... heeft ondertekend...).
Ad studia ulterius promovenda Groningam invisit (Om zijn studie verder voort te zetten, is hij naar Groningen gegaan).
502] In classe Leovardiana examinatus candidatus factus est (Na een examen in de classis Leeuwarden is hij candidaat geworden).
Anno 1657 in pago Joure ecclesiastes factus est (In 1657 is hij in het dorp Joure predikant geworden).
Paulo post foedus matrimoniale iniit (Weinig later is hij een huwelijksverbond aangegaan).
S.B., geb. 3 jan. 1632, z.v. Johannes (predikant te Oosterzee en Echten, dus een ander dan 47), student te Groningen 1654, † 1683, x Elteke (Elida) Folckers, d.v. Albert en Barbara Mus.
Kinderen: dr Albertus B., dr Joannes B.
Romein, 27, 189, 334, 621.
P.C. Molbuysen in NNBW IV, 338.
BWPO I,687
AS, nr 5137.
GN XXVII, 1972, 137

503] ♦ Johannes Incudides, Leovardiensis Frisius mense novembri 1631]
Christus scopus vitae meae (Christus is het doel van mijn leven).

134


504] Anno 1654 foedus conjugale iniit (In 1654 is hij een huwelijksverbond aangegaan).
1658 die decimo octavo mensis maji a dominis consulibus, scabinis etc. Leovardiae ad munus scholasticum obeundum vocatus est (Op 18 mei 1658 is hij door de heren burgemeesters, schepenen enz. van Leeuwarden geroepen om het schoolambt op zich te nemen).
Ds Joannes Incudides lidmaat m. att. 13 juli 1655.
Theodorus Doorsum i.p.v. Joannes Incudides met de 2de Latijnse school gebeneficeerd 28 juni 1667 (Resolutieboek magistraat M 9, p. 165).
AS, nr 5186.

505] ♦ Henricus Popta Leowardiensis Frisius.
Afrekening van H. Adius, koopman te Amsterdam, cum uxore met dr H.P., advokaat voor het Hof, over kosten van de verkoop van zijn huis 27 aug. 1679 (Hyp. boek 72, f. 93 v°).
Dr H.P. geautoriseerd tot curator ad lites over Rintje Hessels 22 juni 1685 (Aut. boek W 8, f. 36).
Hendrick Conter, wijnkoper te Leeuwarden, cum uxore stellen hun goederen tot onderpand voor huishuur, te betalen aan dr H.P. als curator over het kind van wijlen B. Buytenpost 16 dec. 1686, vernieuwd 2 jan. 1689 (Hyp. boek 82, f. 12 ve resp. 13). Hypotheekakten ten gunste van dr H.P. 15 mei 1699 en 28 nov. 1700 (Hyp. boek 92, f. 88 resp. 97).
L. Osinga, notaris van procureur voor het gerecht, geautoriseerd tot curator over de boedel van Y.F. Kamminga om te protesteren tegen de verkoping van een plaats te Huins door H.P. als curator over A. Buitenpost 9 febr. 1700 (Aut. boek W 11, f. 82).
In de scheiding der goederen van S.J. Terbraak een (betaalde) schuld wegens een advies van H.P. 20 april 1709 (Weesbk X 14, p. 111).
Hypotheekakte ten gunste van J. Jellema, rentmeester der nalatenschap van Popta 13 juli 1720 (Hyp.boek 132, f. 127 vº).
Verkoopakten door Gerbrig Annis c.s. voor Jellema cum uxore van landen bij Bilgaard 16 jan. 1721 (Hyp. boek 112, f. 46 en 47). Akten betreffende dezelfde landen en de helft van een huis, door Popta gekocht in 1677, in de Kl. Kerkstraat, gelegateerd aan Sj. Haeyenga, vrouw van Jellema 23 dec. 1734 en 15 sept. 1736 (Weesbk X 14, p. 313 resp. 326).
Advokaat 19 dec. 1659, oudste advokaat 2 sept. 1690, 17 nov. 1712 (Arch. Hof, MMM).
Art. door H.M. Mensonides in gen. dossier ten gemeentearchieve.
A.W. Weissman, Het gasthuis van dr Popta en Heringa-state, passim.
R. Visscher in NNBW III, 986.
NL 1928, 180, 347.
Greydanus, 215.
Gen. Jb. 1951, 55; 1960, 106; 1971, 102.
Grafschr. III, 11, 49, 77, 85.
EvF, 531.
R.S. Roarda, It Harnser Popta-skaei, 5.
AS, nr 5100.
AP, 15 dec. 1659.

135


507] ♦ Cornelius Recalff Leovardiensis.
Quaestio: Quid juvat innumeros scire atque evolvere casus,
Si fugienda facis, si facienda fugis?
Responsum: Sat juvat innumeros scire atque evolvere casus,
Si facienda facis, si fugienda fugis (Vraag: Wat helpt het ontelbare gevallen te kennen en te ontwarren, als je doet wat vermeden moet worden en ontloopt wat gedaan moet worden? Antwoord: Het helpt genoeg om ontelbare gevallen te kennen en te ontwarren, als je doet wat gedaan moet worden en vermijdt wat vermeden moet worden).
Symbolum: Virtuti nil invium (Voor de deugd is niets ontoegankelijk).
508] Anno 1656 cum fratre suo Jacobo Recalff Leidam profectus est (In 1656 is hij met zijn broer Jacobus R. (479) naar Leiden vertrokken).
Uterque juris utriusque doctor domum rediit (Beiden zijn als doctoren in beide rechten naar huis teruggekeerd).
1658 foedus matrimoniale iniit (In 1658 is hij een huwelijksverbond aangegaan). 1660 territorii quod dicitur Tietjerkxteradeel a secretis factus est (In 1660 is hij secretaris van het district dat Tietjerksteradeel heet, geworden).
Dr Cornelius Recalff, secretaris van Tietjerksteradeel, en zijn vrouw Geertruyt Alles kopen 2/6 van een half huis c.a. tegenover de Galileeërkerk 7 sept. 1668 (Kl. consentbk, f. 59v).
Een vordering van secretaris Recalff te Bergum in de nalatenschap van G.G. Brouwerus 5 april 1694 (Weesbk X 13, f. 103).
AS, nr 5187.

509] ♦ Michael Rudiger 1652 den 8 julii.
510] In flore aetatis et in medio studiorum cursu in Domino denatus est 1653 (In de bloei van zijn jeugd en midden in de loop van zijn studie is hij in 1653 in de Heer overleden).
AS, nr 5249.

Brongerus Gutberlethus 26 octobris anno 1652.
511] ♦ Pietas homini tutissima virtus (Godsvrucht is voor de mens de veiligste deugd). Ab instituto collegio praeses trigesimus nonus (Van de stichting van het genootschap af de negenendertigste voorzitter).
512] Anno 1657 studiorum promovendorum gratia Leidam secessit (In 1657 is hij ter bevordering van zijn studie naar Leiden vertrokken).
Non diu post domum reversus est juris utriusque doctor et anno 1665 placide in Domino obdormivit (Niet lang daarna is hij als doctor in de beide rechten naar huis teruggekeerd en is in 1665 kalm in de Heer ontslapen).
Advokaat 18 nov. 1657 (Arch. Hof, MMM).
Dr. Brongerus Gutberleth lidmaat 24 juli 1661.
AS, nr 5274.

136


513] ♦ Henricus Hanenborgh Leovardiensis Frisius 11 novembris 1652.
514] Relictis studiis majorem gloriam captandi gratia Marti se dicavit ac cohortis pedestris signifer factus est (Hij heeft zijn studie opgegeven en zich ter verkrijging van grotere roem aan de krijgsdienst gewijd en is vaandrig van een compagnie te voet geworden).
Anno 1657, dum inter milites versaretur in fortalitio quod Burick dicitur, una cum uxore sua pestilentiali veneno in istis Belgii partibus lethaliter saeviente correptus vivere desiit (In 1657, terwijl hij onder de soldaten verbleef in de vesting die Büderich heet, is hij tegelijk met zijn vrouw door het verderf der pest, die in die streken der Nederlanden moorddadig woedde, aangetast en heeft zijn leven geëindigd).
AS, nr 5292.

515] ♦ Abrahamus Hermanni Drogenham 13 novembris 1652 Leovardiensis Frisius. Symbolum: Vincit qui patitur (Wie verdraagt, overwint).
516] Anno 1657 academia patria relicta majorem in studiis progressum quaesiturus Groningam abiit (In 1657 heeft hij de provinciale hogeschool verlaten en is, om grotere vorderingen in zijn studie te beproeven, naar Groningen vertrokken).
1658 in classe Leovardiana ministerii candidatus factus est (In 1658 is hij in de classis Leeuwarden candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Ds Abrahamus Drogenham lidmaat m. att. 29 febr. 1660.
AS, nr 5286.

517] ♦ Daniel Reneman den 26 januarii 1653.
518]In classe Leovardiana cum laude examinatus statim ecclesiastes pagi Blye declaratus est (Na in de classis Leeuwarden met lof examen te hebben gedaan, is hij dadelijk tot predikant in het dorp Blija gekozen).
Paulo post virginem in matrimonium sibi acquisivit (Weinig later heeft hij een meisje ten huwelijk gekregen).
Postea omnium applausu ad ministerium ecclesiae Harlinganae vocatus est (Naderhand is hij met aller instemming tot de bediening der gemeente Harlingen beroepen).
Daniel Reneman lidmaat 11 febr. 1653.
Kinderen: Hermanus, predikant te Oldeholtpa en Seksbierum, †28 juni 1694; Henricus, geb. Harlingen 1671, predikant te Buitenpost, sept. 1727.
Romein, 188, 533.
G.A. Wumkes in NNBW III, 1052.
EvF, 547.
AS, nr 5096.
A.I. Menalda-van der Hoeven, Kwartierstaat Fockema Andreae-Tonckens, 53.

519] ♦ Nannius Schyringa 27 januarii 1653.
520] Anno 1656 den 7 augusti, cum ad examen classis Leoverdiensis admissus esset,

137


pie in Domino denatus est (Op 7 augustus 1656, foen hij (al) tot het examen in de classis Leeuwarden was toegelaten, is hij godvruchtig in de Heer overleden).
AS, nr 5270.

521] ♦ Tarquinius Wemerus den 31 januarii anno 1653] . Relicta academia aratrum coluit (Hij heeft de hogeschool verlaten en de ploeg ter hand genomen).
Grafschrift: LB 184 III, 111; 185 IV, 52.
AS, nr 5277.

522] ♦ Vitus a Kempen Leovardiensis Frisius 7º aprilis 1653.
Symbolum: Nil pietate prius (Niets gaat voor de godsvrucht).
524] Quotidie Musis invigilans obiit (Terwijl hij zich dagelijks aan de studie wijdde, is hij overleden).
AS, nr 5114.

525] ♦ Onias Geldorpius Frisius 25 aprilis 165(3). Celeberrimi hujus collegii assessor fidelissimus (Van dit zeer vermaarde genootschap een zeer getrouw bestuurslid).
526] Anno 1657 Leidam se contulit indeque non diu post in Galliam profectus est (In 1657 heeft hij zich naar Leiden begeven en is niet lang daarna naar Frankrijk vertrokken).
Anno 1664 pie placideque vita, cum juris utriusque doctor creatus et cohortis civilis praefectus esset, decessit (In 1664 is hij godvruchtig en kalm uit het leven gescheiden, nadat hij tot doctor in beide rechten was gepromoveerd en tot kapitein van een burgercompagnie was benoemd).
Advokaat 18 nov. 1659 (Arch. Hof, MMM).
Boedelscheiding tussen de erven Joannes Nicolai 19 mei 1665; hierin een schuldbekentenis van dr Onias Geldorpius (Weesbk X 12, f. 27 v⁰).
AS, nr 5314.
Engels, 35, 37, 39, 88.

527] ♦ Ubelus Viglii Leovardiensis Frisius, datum 5 mai 1653.
Symbolum: Solus venerandus l'ova (Alleen Jahweh moet aanbeden worden).
528] Anno 1656 pestilentiali veneno correptus vivere desiit (In 1656 is hij, door een pestziekte aangetast, opgehouden te leven).
Ubelus Viglius lidmaat m. att. 25 juli 1656.
AS, nr 5245.

529] ♦ Jacobus Brantsma Leovardiensis Frisius 29 aprilis 1653.
Ab instituto collegio praeses quadragesimus primus (Van de stichting van het ge nootschap af de eenenveertigste voorzitter).
530] 1658 XI novembris summum in utroque jure (post habitam disputationem de

138


transactionibus) gradum consecutus est in hac patria academia et amica compotatione cum oppularibus habita Leovardiam se contulit (Op 11 november 1658 heeft hij na het houden van een verhandeling over de schikkingen de hoogste graad in de beide rechten behaald en, na een vriendschappelijk drankgezelschap met zijn stadgenoten zich naar Leeuwarden begeven).
Advokaat 30 nov. 1658 (Arch. Hof, MMM).
VvO I, 93.
AP, 11 nov. 1658.

531] ♦ Regnerus Elgersma Leovardiensis Frisius den 30 april 1653.
Psalmus 133: הכה מה קוב ומח נְעִים שָׁבָת אַחִים נָם יְחַר
(Zie hoe goed, hoe weldadig broeders te wezen en samen te zijn).
Ecce quam bonum et quam jucundum fratres habitare in unum (Zie hoe goed en hoe aangenaam als broers samen te wonen).
Οίνος του πυρὶῖσον ἔχει μενός, οὔτ᾽ ἂν ἐς ἄνδρα
Ἔλθη κυράινει δ'ότα Λίβισσαν ἄλα
Βοῤῥῆς ἡς νότος, τὰ δὲ καὶ κεκρομμένα φάινει
Βυσσόθεν, ἐκ ὁ ἄνδρῶν παντ' ἐτίναζε νόον

(De wijn heeft waarlijk eenzelfde kracht als het vuur en komt niet in de man of hij beheerst deze zoals noorden of zuidenwind de Libyse zee, en die schijnt ook bevroren van de grond af en doet de geest der mannen helemaal sidderen).
Celeberrimi hujus collegii praeses quadragesimus (Van dit zeer vermaarde genootschap de veertigste voorzitter). Virgilius libro 2 Aeneidis: Nullum memorabile nomen
Feminea in pugna est nec habet victoria laudem (Geen naam is vermeldenswaard in een gevecht van vrouwen en de overwinning (daarin) verdient geen lof).
532] 1658 examini theologico se subjecit in classe Leovardiana ibique ad ministerium admissus est (In 1658 heeft zich aan het examen in de godgeleerdheid onderwor pen in de classis Leeuwarden en is daar tot de (H.) Dienst toegelaten). Ds Regnerus Elgersma, predikant te Oldelamer c.a., en Neeltje van den Bos ond. 10, att. 18 sept. 1664.
Ds R.E., predikant te Leeuwarden, geautoriseerd tot curator over de kinderen van wijlen dr R. van den Bos en G. Hansma 23 okt. 1688 (Aut. boek W 9, f. 8); wegens zijn overlij den tot opvolger benoemd Dr Theodorus van den Bos 24 jan. 1689 (ald., f. 16 vº).
Romein, 29, 453, 651.
G.A. Wumkes in NNBW IX, 230.
R.S. Roarda, De Schraarder Elgersma's, 3.
AS, nr 5300.

533] ♦ Tarquinius Boelens Leovardiensis Frisius 1653 4 mai.
534] Anno 1656 studiorum gratia Leidam se contulit ibique summo(s) in utroque jure gradus adeptus est (In 1658 heeft hij zich om wille van zijn studie naar Leiden begeven en heeft daar de hoogste graad in de beide rechten behaald).

140


Anno 1659 a secretis territorii quod dicitur Wonseradeel, designatus est (In 1659 is hij tot secretaris benoemd van het district dat Wonseradeel heet).
Et consul civitatis Bolsverdianae electus est (En hij is tot burgemeester der stad Bolsward gekozen).
Postea vero unus ex novemviris creatus (Later echter tot lid van Gedeputeerde Staten benoemd).
Advokaat 5 mei 1657, secretaris van Wonseradeel, Gedeputeerde Staat (Arch. Hof, MMM).
Dr Tarquinius Boelens lidmaat m. att. 5 juni 1657.
Getuigenverklaringen over kwaadsprekerij door de apotheker Hero Joannis ten nadele van T. van Boelens 1 april 1668 (Inf. boek C 1, p. 327 v.).
Stb. I, 242, 5de gen. 1; II, 62 aant. 36, 163 aant. 21; Nal. II, 9.
AS, nr 5301.
Engels, 39, 41, 82.

535] ♦ Johannes Antonides Leovardiensis Frisius den 16 maji 1653.
536] Anno 1657 matrimoniale foedus iniit (In 1657 is hij een huwelijksverbond aangegaan).
Eodem anno ministerii candidatus factus est in classe quae colligitur in pago Heerenfeen (In hetzelfde jaar is hij candidaat tot de (H.) Dienst geworden in de classis die in het dorp Herenveen vergadert).
Anno 1660 in pago Boxum creatus pastor (In 1660 in het dorp B. tot herder benoemd).
Romein, 46, 182.
AS, nr 5167.

537] ♦ Nanningus Wiaerda den 17 mai 1653.
Mors omnia perdit (De dood vernietigt alles). Instituti collegii assessor fidelissimus (Van het opgerichte genootschap een zeer getrouw bestuurslid).
538] Anno 1660 artem cum Marte commutavit, sed anno 1662 in patriam reversus ad Musas rediit rursusque anno 1665 Martem amplexus est. Tandem miles diem suum obiit anno 1666 (In 1660 heeft hij de wetenschap voor de krijgsdienst verwisseld, maar nadat hij in 1662 in de provincie was teruggekeerd, is hij tot de studie teruggekeerd en heeft in 1665 opnieuw de krijgsdienst omhelsd. Tenslotte is
hij in 1666 als militair overleden).
Stb. II, 25 aant. 19.
AS, nr 5323.
Wiarda, 171.

539] ♦ Bernhardus Rommerda Lcovardiensis den 19 maji 1653.
Symbolum: Ut incedentibus per solem comes est umbra, sic incedentibus per glo
riam comes est invidia (Zoals de schaduw de begeleider van hen is die in de zon

141


539] lopen, zo is de afgunst de begeleidster van hen die in roem verkeren).
Utque comes radios per solis euntibus umbra est,
quum latet hic pressus nubibus, illa fugit,
Mobile sic sequitur fortunae lumine vulgus,
Quae simul inducta nube teguntur, abit (En zoals de schaduw de metgezel is van hen die in de stralen der zon lopen, en zoals die vlucht, wanneer (de zon) zich, bedekt door een wolk, verbergt, zo volgt het veranderlijke hen die door het licht der fortuin worden beschenen, en laat hen in de steek, zodra ze worden verduisterd door een wolk die langs trekt).
540] Anno 1656 relicta academia se Leovardiae deposuit ibique matrimonium contraxit (In 1656 heeft hij de hogeschool verlaten, zich te Leeuwarden gevestigd en daar een huwelijk gesloten).
Bernhard Rommerda, schrijver der compagnie van kapitein Chr. van Sijtzema, en Tettje Londewal (Londuwel), beide te Leeuwarden, ond. 20, 3de procl. 28 sept. 1656.
Grafschr. III, 90.
AS, nr 5325.

541] ♦ Jacobus Lautenbach.
Symbolum: Mediis tranquillus in undis (Rustig midden in de deining).
542] Anno 1657 in classe Leovardiana examinatus ad ministerium admissus est (In 1657 is hij in de classis Leeuwarden geëxamineerd en tot de (H.) Dienst toegelaten). Jacobus, z.v. Willem (Henricus) L. (predikant te Goutum) en Teuntje Pyters, geb. c.
1637.
Jacobus Willems Lautenbach, predikant te Jelsum 1666, † ald. april 1704.
Ds Jacobus Lautenbach, predikant te Jelsum, en Aurelia Lautenbach ond. 2, 3de procl. 18 aug. 1667.
Zoon: Willem, geb. Jellum 1 april 1670, pred. te Wier 1717, x Doutje Jelles.
Notaris Thomas Tarquinii geautoriseerd tot curator tot het opnemen der rekening van ds J.L. als curator over Maria Heidelman 2 nov. 1685 (Aut. boek W 8, f. 48).
Grafschrift: LB 185 IV, 43.
Romein, 82.
AS, nr 5302.

543] ♦ Joannes Edzardus a Douma Leovardiensis Frisius den 22 augusti 1653.
544] Anno 1656 animi gratia relicta patria in Germaniam se contulit indeque profectus in Galliam se recepit (In 1656 heeft hij zich voor zijn genoegen naar Duitsland begeven en heeft zich, vandaar vertrokken, in Frankrijk gevestigd).
NG, 339.
Stb. I, 94, 7de gen., 3; II, 62 aant. 39.
AS, nr 5344.
Engels, 41, 43, 86.

545] ♦ Hermannus Ens actum den 8 octobris 1653.
Anno 1656 lethali veneno correptus vivere desiit (In 1656 is hij, door een dodelijk

142


vergif getroffen, opgehouden met leven).
AS, nr 5244 (H. Henrici E.).

547] ♦ Tzalingus ab Andringa den 7 novembris 1653.
Symbolum: Domat omnia virtus (De deugd overwint alles).
548] Anno 1657 cohortis pedestris signifer factus est (In 1657 is hij vaandrig van een compagnie te voet geworden).
Postquam per septimanas aliquot gravi laborasset morbo, Franekerae in Domino denatus est 5 Kalendas januarias 1658 ac a popularibus exequias celebrantibus ad templum academicum delatus est octavo Iduum januarii 1658 (Nadat hij enige weken aan een ernstige ziekte had geleden, is hij op 28 december 1657 in de Heer overleden en op 6 januari 1658 door zijn stadgenoten, die in groten getale zijn uitvaart bijwoonden, in de kerk der hogeschool ter aarde besteld).
Stb. I, 23, 6de gen. 1; II, 20 (Tweede fragment), aant. 9 (?).
AS, nr 5397.

549] ♦ Feyo a Donia den 9 novembris 1653.
559] Relictis Musis matrimoniale foedus contraxit seque deposuit in pago Hallum (Hij heeft de studie laten varen, een huwelijksverbond gesloten en zich in het dorp H. gevestigd).
Paulo post praefectus equitum (quem cornet nominant) factus est (Weinig later is hij officier bij de ruiterij (wat men cornet noemt) geworden).
Annius Rudolphi, notaris te Leeuwarden, geautoriseerd tot curator over de geabandonneerde goederen van F.v.D. op verzoek van diens crediteuren 16 mei 1685 (Aut. boek W 8. f. 31 vº).
Schuldbekentenissen van de cornet F.D. in de nalatenschap van Antje Claessen 23 okt. 1665 (Weesbk 1664-7, f. 61).
Verklaring van Feyo Harinxma van Donia, dat hij mag lijden dat Hedsard Halbes en echtg. te Leeuwarden uit de eerste gelden die hij ingevolge het proces tegen de erven van Pieter van Harinxma zal ontvangen, hun vordering op Donia's creditrice Lumke Dircks genieten 19 okt. 1686 (Hyp. boek 82, f. 95).
Stb. I, 160, 9de gen. 1; II, 102 aant. 72.
AS, nr 5192 (... nepos ex filio Ernesto Kemponis a Donia, primi olim academiae curatoris) (...zoon van Ernst en kleinzoon van K.v.D., destijds de eerste curator der hoge school).

551] ♦ Adrianus Bechius den 23 novembris 1653.
Nec tumide nec timide (Noch hoogmoedig noch vreesachtig).
552] Anno 1657 matrimoniale foedus iniit cum amasia sua Tjamke Hommama filia consulis hujus loci (In 1657 is hij een huwelijksverbond aangegaan met zijn ge liefde Tj. v.H., dochter van een burgemeester dezer plaats (Franeker)).
1658 in classe Franequerana examinatus ad ministerium admissus est (In 1658 is hij na een examen in de classis Franeker tot de (H.) Dienst toegelaten).
Anno 1660 in pago Englum ab ecclesia repraesentativa Verbi divini praeco salu-

143


tatus (In 1660 in het dorp Engelum door de vertegenwoordigers der gemeente als verkondiger van Gods Woord begroet).
Romein, 64.
Greydanus, 164, 194.
Grafschr. IV, 99.
Kalma, Cl. Fr., 352, 356, 360-363 (A. Petri B.).

553] ♦ Gossuinus Jusum den 30 november 1653.
Symbolum: Fronti nulla fides (Op het gelaat (kan men) niet vertrouwen).
554] Anno 1656 studiorum gratia Groningam profectus est (In 1656 is hij om wille van zijn studie naar Groningen vertrokken).
1658 in Galliam abiit ibique gradum doctoralem adeptus est (In 1658 is hij naar Frankrijk vertrokken en heeft daar de doctorsgraad behaald).
Advokaat 8 sept. 1658 (Arch. Hof, MMM).
Dr Gossuinus Jusema (Jusum), advokaat voor het Hof, en Adriana Wya(e)rda x 7 juli 1661.
AS, nr 5365.

555] ♦ Guilbertus Bay 8 maji 1654.
Symbolum: Jurisprudentia pulchra supellex (De rechtsgeleerdheid is een schoon kleinood).
Johannes Faber ad § sed non 3 Institutorum de legatis: Quod appellamus praxim, non est nuda et circumforanea praxis, cujusmodi est procuratorum forensium, sed juris scientiam applicare negotiis (Wat wij praktijk noemen, is niet slechts een marktpraktijk, zoals die van de gerechtsprocureurs er een is, maar het toepassen van de rechtswetenschap op de rechtszaken).
Hujus instituti collegii praeses quadragesimus secundus (Van de instelling van dit genootschap af de tweeënveertigste voorzitter).
556] 1659 Leidam se contulit ad studia ulterius promovenda ibidemque paulo post doctorali gradu condecoratus est (In 1659 heeft hij zich naar Leiden begeven, om zijn studie verder voort te zetten, en is daar weinig later met de doctorsgraad onderscheiden).
Advokaat 7 juni 1659, † 31 aug. 1673 (Arch. Hof, MMM). Dr Guilbertus Bay, advokaat voor het Hof, en Saepke Haersma van Oostermeer ond. 9. att. 16 dec. 1665.
Dr Guilbertus Baey en S.H. lidmaten 9 okt. 1667.
Gen. Jb. 1966, 92.
AS, nr 5419.

557] ♦ Petrus Mellama den 28 april 1654.
Seneca in Octavia: Pulchrum eminere est inter illustres viros, consulere patriae, parcere afflictis, fera caede abstinere, tempus atque irae dare orbi quietem, secu lo pacem suo (Het is mooi uit te munten onder aanzienlijke mannen, zorg te dragen voor het land, de getroffenen te verschonen, zijn tijd af te houden van woeste

144


slachting en toorn, en rust te geven aan het land, vrede voor zijn eeuw).
Instituti collegii praeses quadragesimus quartus (Van de oprichting van het genootschap af de vierenveertigste voorzitter).
558] Anno 1659 mense aprilis in patria accademia examini juridico subjecit et eodem mense doctoratus insignibus ornatus est (In april 1658 heeft hij zich aan de provinciale hogeschool aan het examen in de rechten onderworpen en is in dezelfde maand met de tekenen van het doctoraat onderscheiden).
Anno 1661 cum Sophia Domans matrimonium post varias repulsas iniit (In 1661] is hij, na verschillende blauwtjes te hebben gelopen, met S.D. een huwelijk aangegaan).
Pieter, z.v. Sybrandus Mellema, ged. 1 febr. 1639.
Dr Pet(e)rus Mellema, advokaat voor het Hof en burgervaandrig te Leeuwarden, en Sophia Maria Doman op de Schierstins te Veenwouden ond. 4, 3de procl. 19 mei 1661.
Dr Petrus Mellema advokaat 14 sept. 1659, oudste advokaat, † 25 dec. 1693.
Dr P.M., advokaat voor het Hof, en Sijtske Hansma, beide te Leeuwarden, x (3de procl. 7) juni 1674.
Dr P.M. lidmaat 29 febr. 1660.
Het pensionarisambt van Leeuwarden, vacant door het overlijden van de advokaat dr. N. Broersma, opgedragen aan burgemeester dr P.M., nadat deze afstand heeft gedaan van zijn burgemeesterschap, 10 mei 1686 (Mag.res. M 15, p. 50); in zijn plaats tot vroedsman gekozen de notaris S. Abbema 11 mei (ald., p. 51).
Dr P.M. als oom bij de autorisatie van curatoren over de kinderen van dr Richaeus van den Bos en Grijttje Hansma 23 okt. 1688 (Aut.boek W 9, f. 8, 8 vº). Bij een getuigeverhoor blijkt dat de pensionaris Mellema enige dagen geleden van een arme vrouw een rok heeft gekocht 21 juni 1693 (Inf.boek C 5, p. 305). I.v.m. het overlijden van de vrouw van dr P.M. mogen de andere pensionarissen twee rechtsgeleerden te hulp roepen 26 okt. 1693 (Mag.res. M 17, p. 74).
Op verzoek van de procureur-fiscaal wordt oud-burgemeester J. Banga geautoriseerd tot curator over Anna Sophia en Anna (13 resp. 10 jaar), nagelaten kinderen van oud-burgemeester dr P.M. en Sijtske Hansma volgens sententie van het Hof van 22 jan., 29 jan. 1694; evenzo Upt Fransen, koopman te Leeuwarden, over Arjen en Grietje (7 resp. 2 jaar), kinderen van dezelfden, eodem dato (Aut.boek W 10, f. 24, 24 vº).
Rekening van burgemeester Banga over het sterfhuis 16 juni 1696 (Weesbk x 13, f. 167 vº).
Scheiding tussen de erven van dr P.M. en S.H., nl. dr Sibrandus Mellama, advokaat voor het Hof en pensionaris van Leeuwarden, luitenant Hermannus M., oud-vaandrig infanterie Andraeas M., J. Banga als curator over Pierius, Anna Sophie en Anna en Upt Fransen, lakenkoper te Leeuwarden, als curator over Adrianus en Grietje M. 31 juli 1696 (ald., f. 170).
Op verzoek van Arrien M., in 't 16de jaar, en Reinouw Hansma, wed, Banga, gesterkt met dr Sibrandus Mellinga, advokaat en pensionaris van Leeuwarden, en Andraeas M., procureur-fiscaal van Dantumadeel, als naaste bloedverwanten, wordt i.p.v. wijlen Jarich Banga tot curator over Arrien en zijn zusje Grijtje geautoriseerd J.K. Calck, koopman buiten Leeuwarden 8 juni 1702 (Aut.boek W 11, f. 134).
AS, nr 5412.
AP, 21 aug. 1659.

145


559] ♦ Joannes Moda 8 maji 1654.
560] Anno 1656 studiorum gratia Groningam abiit (In 1656 is hij om wille van zijn studie naar Groningen vertrokken). 1658 in classe Leovardiana examinatus ad ministerium electus est in pago... In 1658 is hij in de classis Leeuwarden geëxamineerd en tot de (H.) Dienst gekozen in het dorp...).
Anno 1661 servus Jesu Christi in pago Bly electus (In 1661 is hij tot dienaar van Jezus Christus in het dorp Blija gekozen).
Joannes Moda als alumnus aangenomen 24 dec. 1651 (Resolutieboek Magistraat M 6, p. 105).
Joannes Moda lidmaat 30 juni 1654.
Ds Joannes Moda, predikant te Blija c.a., en Aeffke Buwes ond. 15 juli, 3de procl. 9 ang 1668.
Romein, 533.
AS, nr 5414.

561] ♦ Wilhelmus Theodori Braekel den 30 maji 1654.
Vivit post funera virtus (De deugd leeft voort na de dood).
562] Anno 1659 mense martio uberioris in theologia progressus faciendi gratia Ultrajectum petiit (In 1659 is hij naar Utrecht gegaan, om vruchtbaarder vorderingen in de godgeleerdheid te maken).
Romein, 25, 189, 306, 410; V. Veen, 37.
H.C.H. Moquette in NNBW IV, 281.
BWPG I, 563.
Gen. Jb. 1952, 57.
EvF, 212.
Gr. W.P. 8V, 126.
AS, nr 5421.

563] ♦ Vibrandus Schierhuisius den 7 junii 1654.
Virtus sapientia crescit (De deugd groeit door wijsheid).
Mens pia, mens hilaris, mens libera et artis amatrix,
Hae sunt divitiae quas studiosus habet (Een plichtsgetrouwe geest, een opgeruimde geest, een vrije geest die de wetenschap liefheeft, dit zijn de rijkdommen die een student heeft).
Assessor fidelissimus collegii hujus instituti (Zeer getrouw bestuurslid van dit gestichte genootschap).
564] 1658 23 decembris summum in utroque jure (post habitam disputationem de mutuo) consecutus est gradum in hac patria academia (Op 23 december heeft hij de hoogste graad in de beide rechten (na het houden van een verhandeling over het lenen) aan deze provinciale hogeschool behaald).
Advokaat 19 jan. 1659 (Arch. Hof, MMM).
Dr Wibrandus Schierhuys lidmaat m. att. 27 april 1659.
AS, nr 5466.
AP, 23 dec. 1658.

146


565] ♦ Petrus Drenhuysen datum 8 junii stylo veteri 1654 (8 juni 1654 oude stijl)
Anno 1656 studiorum gratia Groningam abiit (In 1656 is hij omwille van zijn studie naar Groningen vertrokken).
1658 in classe leovardiana ministerii candidatus factus est (In 1658 is hij in de classis Leeuwarden candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
*P.D. ingeschreven te Groningen 1656, oud 21 jaar, geb, te Bolsward.
Petrus Drenhuizen lidmaat m. att. 20 okt. 1658.
Petrus Drenhuysen, predikant te Metslawier, en Aeltje Lucas de Geus te Leeuwarden ond 20 sept., 3de procl. 6 okt. 1672.
Kinderen: Margrieta, x 11 jan. 1691 Gellius Gratema te Leeuwarden; Douckjen, x Ode proel. 23 juli) 1693 ds Pierius Stellingwerf te Stiens.
Grafschrift: LB 184 III, 94.
'Pastoorsche D.', wonende in de Bagijnestraat, begr. 3 febr. 1728.
Romein, 485.
AS, nr 5415.

567] ♦ Joannes Reen den 5 september anno 1654 Leovardiensis Frisius.
Symbolum: Vincit omnia veritas, suffert omnia charitas (De waarheid overwint alles, de liefde verdraagt alles).
L'expérience est la maîtresse de toutes les scienses (De ondervinding is de meesteres van alle wetenschappen).
Ordo et unio sunt rerum conservatio (Regelmaat en eenheid zijn het behoud der samenleving).
Hujus instituti collegii praeses quadragesimus tertius (Van de stichting van dit genootschap af de drieënveertigste voorzitter).
568] Anno 1659 mense aprilis in patria accademia examini juridico se subjecit et eodem mense doctoratus insignibus ornatus Leoverdiam petiit (In april 1659 heeft hij zich aan de provinciale hogeschool aan het examen in de rechten onderworpen en is in dezelfde maand, onderscheiden met de doctorsbul, naar Leeuwarden gegaan).
Advokaat 4 mei 1659 (Arch. Hof, MMM).
Dr Joannes R(h)een, advokaat voor het Hof, en Ebella Tjaerds (Tyttardy) ond. 22 aug., att. 6 sept. 1663.
Scheiding der nalatenschap van Agatha Rheen tussen dr Joannes Rheen als curator ad hunc actum over haar zoon Jan Schouten en diens grootmoeder van moederszijde Grijstje Alberts, wed. S. Raardt, enerzijds en S. Schouten, hertrouwde echtgenoot van Agatha, anderzijds 14 aug. 1665 (Weesbk X 12, f. 50).
AS, nr 5443.
AP, 28 april 1659.

569] ♦ Sixtus ab Aylva den 12 octobris 1654.
Nullum majus est boni imperii instrumentum quam amici (Er is geen waardevoller hulpmiddel voor een goede regering dan vrienden).
570] Anno 1656 in praetura patri suo successit (In 1656 is hij zijn vader (Dowwe) in

147


de grietenij (Westdongeradeel) opgevolgd).
1658 matrimonium contraxit cum nobilissima sua amasia Anna a Camminga, filia nobilissimi amplissimique domini Takonis a Camminga satrapae in Wonseradeel (In 1658 heeft hij een huwelijk gesloten met zijn zeer edele geliefde Anna van Cammingha, dochter van de zeer edele en zeer aanzienlijke heer Tako v. C., grietman van Wonseradeel).
NG, 70; Nal., 27 (Ernst Sicco v. A.).
Stb. I, 11, 10de gen. C a; II, 10 aant. 79.
NA 1940, 88. Algra, Historie II, 35, 38; III, 9, 10.
GN 1957, 234.
AS, nr 5501 (... Dongriae occidentalis praetor et ad comitia patriae deputatus 1656) (...grietman van Westdongeradeel en volmacht ten Landdage van de provincie).

571] ♦ Lollius Aelsarda den 16 octobris anno 1654. (Handmerk).
Asperius nihil est humili, cum surgit in altum (Niets is te moeilijk voor de gewone
man, wanneer hij in de hoogte klimt).
572] Anno 1657 studiorum gratia Groningam profectus est (In 1657 is hij om wille van zijn studie naar Groningen vertrokken).
AS, nr 5506.
573] ♦ Sibrandus Jacobi Mancadan subscripsit.
Balat ovis, resonant sylvae titubantque caballae (Het schaap blaat, de bossen weergalmen en de merries struikelen). waggelen
574] Dum hac in academia viveret, matrimonium contraxit cum amasia sua Sophia Walkens filia pastoris hujus loci (Terwijl hij aan deze hogeschool verkeerde, heeft hij een huwelijk gesloten met zijn geliefde S.W., dochter van een predikant hier ter plaatse).
1658 in classe Franequerana examinatus ad ministerium admissus est; paulo post in pago Oosterwierum ad ministerium ecclesiasticum vocatus est (In 1658 is hij in de classis Franeker geëxamineerd en tot de (H.) Dienst toegelaten; weinig later
is hij in het dorp O. tot het kerkelijk ambt beroepen).
Sibrandus Mancadan, geb. 30 okt. 1636, korporaal in dienst der V.O.C. aan de Kaap. Sibrandus Mancadan, predikant te Oosterwierum, en Trijntje Gerryts, wed. Lucas Pietersen Krol te Leeuwarden, ond. 9, 3de procl. 17 dec. 1671.
Hs. Siderius (Copie Gen. 523, RA), f. 13 v°, 17 v. Zie ook Gen. Jb. 1954, 72.
Romein, 347, 613; V. Veen, 43, 78.
VF XXVIII, 87 n. 1.
G.A. Wumkes in NNBW IX, 644; H.F. Wijnman ib. X, 542.
Greydanus, 275.
AS, nr 5510.
Kalma, Cl. Fr., 352, 356, 360-363.

148


575] ♦ Bernhardus Schotanus Tithama mense novembri 1654.
576] Symbolum: Nusquam tuta fides (Nergens is het vertrouwen veilig).
Anno 1659 post legitima examina classis Franequeranae ad ministerium publicum admissus est (In 1659 is hij na de vereiste examens tot de openbare (ere)dienst toegelaten).
Besluit aan Bernardus Titema, candidaat in de theologie, in het vervolg geen pensie meer te verstrekken 25 juli 1662 (Mag.res. M 8, p. 196).
AS, nr 5442.
Kalma, Cl. Fr., 365.

577] ♦ Hero a Burmania.
Symbolum: Virtus post funera vivit (De deugd leeft na de dood voort).
578] Anno 1656 pie in Domino denatus est (In 1656 is hij godvruchtig in de Heer overleden).
Stb. I, 60, 11de gen. b 6; II, 42 aant. 62.
Grafschr. III, 64.
AS, nr 5479.

579] ♦ Jacobus Boelens Leovardiensis Frisius 1655 24 februarii.
Ex sententia Epicteti: Quod si fert animus virtuti incumbere verba, Crede prius vitam te temerasse tuam (Indien je lust hebt je in woorden op de deugd toe te leggen, geloof dan eerder dat je leven je bezoedeld heeft).
Symbolum: Pii Deo haut curae (De vromen gaan God niet ter harte).
Plautus: Improbus est homo qui beneficium scit sumere et reddere nescit (Slecht is de mens die een weldaad kan aannemen en niet vergelden). Certum est in studiis praescriptum acquirere finem, Seu medicae artis seu juris alumnus eris, Sive sacris operam scriptis dabis, ipsa Erycina Amandanda procul: desipit omnis amans (Ben je besloten in de studie het bepaalde doel te bereiken, of je nu in de geneeskunst of in het recht een leerling bent, of dat je je wijdt aan de Heilige Schrift, dan moet Venus beslist ver worden weggezonden: ieder die liefheeft, handelt dwaas).
580] Assessor fidelissimus (Een zeer getrouw bestuurslid (van het genootschap)). 1659 die 24 januarii circiter horam quintam tempore matutino aqua suffocatus vivere desiit (Op 24 januari 1659 omstreeks vijf uur 's morgens is hij in het water verdronken en opgehouden te leven).
AS, nr 5504.

581] ♦ Aggaeus a Sixma 1655 8 maji.
Symbolum: Dant alta labores ((Het bereiken van) een hoogte geeft werk).
582] 1658 uberiorum progressuum in studiis faciendorum causa ad Gallos profectus est (In 1658 is hij, om vruchtbaarder vorderingen in zijn studie te maken, naar Frankrijk vertrokken).

149


Aggaeus a Sixma, raad ordinaris in het Hof, en Cornelia de Bezazar lidmaten m. att. van Minnertsga 15 febr. 1678.
Volgens getuigeverklaring heeft Frouckjen Anthoni de Braey na trouwbelofte van Geert Jans, tamboer, een jaar met hem als man en vrouw geleefd; hij wilde met haar trouwen, maar haar moeder heeft dat meermalen verhinderd, omdat zij vroeger door Agge van Sixma beslapen is en bij hem een zoon heeft gekregen, die evenals een in april geboren doch ter is gestorven, 26 nov. 1689 (Inf. boek C 4, blz. 467).
NH, 47.
NG, 217; Nal., 78.
Stb. I, 360, 4de gen. 4; II, 251 aant. 14.
VROA XXX, 344.
G.A. Wumkes in NNBW X, 925.
Gen. Jb. 1960, 107.
AS, nr 5543.

583] ♦ Gisbertus a Viersen Leovardiensis Frisius anno 1655 maji 9. Fide, sed cui vide (Schenk vertrouwen, maar kijk uit aan wie).
584] 1658 studiorum promovendorum animique recreandi causa Germanicas invisit academias (In 1658 heeft hij ter bevordering van zijn studie en ter verkwikking van zijn geest Duitse hogescholen bezocht).
Anno 1662 in patris locum successit et illustrium Frisiae Ordinum deputatorum a secretis renunciatus (In 1662 is hij zijn vader (Assuerus) in het ambt opgevolgd en tot secretaris van de E.M. Gedeputeerde Staten van Friesland benoemd).
Anno 1662 mense octobris matrimonium contraxit cum nobilissima sua amasia Catharina Kinnama filia nobilissimi amplissimique domini... Kinnama, in vita senatoris in suprema Frisiorum curia consultissimi (In oktober 1662 heeft hij een huwelijk gesloten met zijn zeer edele geliefde C.K., dochter van de zeer edele en zeer aanzienlijke heer (Cornelius) Kinnama, in leven een zeer kundig raadsheer in het Hof van Friesland).
Gijsbert van Vierssen lidmaat 25 sept. 1661.
Advokaat 1 sept. 1663, secretaris van Gedeputeerde Staten, raadsheer, assessor van Opsterland (Arch. Hof, MMM).
NH, 46.
Stb. I, 331, 3de gen. 1; II, 219 aant. 22.
Greydanus, 152.
Wijnaendts, Scheltinga, 40.
G.A. Wumkes in NNBW X, 1102.
NL 1961, 441, 456.
AS, nr 5542.

585] ♦ Rombartus ab Ulenburgh subscripsit den Isten septembris 1655.
Dulcia non meruit qui non gustavit amara (Het zoet heeft hij niet verdiend die het bitter niet heeft geproefd).
586] 1658 studiis relictis artem cum Marte commutavit et signum militare adeptus est in Norwegia postea (In 1658 heeft hij de studie laten varen en de wetenschap voor

150


de krijgsdienst verwisseld en heeft in Noorwegen een militair vendel verwurzen, later -).
Anno 1661 Indias Orientales petiit (In 1661 is hij naar Oost-Indie gegaan).
Rombartus ged. 30 sept. 1638, phil. stud, te Groningen 14 febr. 1657. Hodal ricus Ulenburch (advokaat te Leeuwarden) en Maicke Sjoerds (van) Orns (als we duwe buitenmoeder van het Tuchthuis 27 sept. 1665).
AS, nr 5429.

587] ♦ Petrus Kingma Leoverdiensis Frisius 18 octobris anno 1655.
Xenophon de Paedia Cyri:
᾿Ανάγχη γὰρ διὰ τὸ πολλοὺς μὲν φοβεῖν, πολλοὺς ἐχθρούς ποιεῖσθαι
(Want het is nodig door velen vrees in te boezemen veel vijanden te maken). Necesse est ut qui metus sit multis, multos faciat inimicos (Het is noodzakelijk dat degeen die voor velen een voorwerp van vrees is, velen tot vijanden maakı). Enimvero, ut inquit rabbi Hillel (Waarlijk, zoals rabbi H. zegt).
מאי דסני לך לְחַכְרֶךְ לֹא תעביד
(Wat bij u gehaat is, doe dat een ander niet). Qui exosus est tibi, eum in socium ne assumas (Wie jou haat, die moet je niet tot metgezel nemen).
Assessor fidelissimus (Een zeer getrouw bestuurslid).
588] 1659 ad conrectoratum scholae Bolsverdianae evocatus est (In 1659 is hij tot het conrectorsambt van de (Latijnse) school te Bolsward benoemd).
Anno 1662 in classe Snecana ministerii candidatus factus est (In 1662 is hij in de
classis Sneek candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Petrus King(a)ma, predikant te Nijland, en Antje Jans te Leeuwarden ond. 23 sept., att 6 okt. 1654.
Twee hypotheekakten ten laste van Antje Jans, wed. ds P.K. 8 maart 1699 en 31 jan. 1700; bij de eerste is haar zoon Jan Kingma, bakker te Leeuwarden, borg (Hyp.boek 92, f. 13 v, 14).
Jacobus Jongsma, vroedsman van Leeuwarden, geautoriseerd tot curator over de insolvente boedel van Antje Jans, wed, ds Kingma 30 juni 1712 (Aut. boek W 12, f. 91 vº).
Romein, 307; V. Veen, 37.
G.A. Wumkes in NNBW X, 460.
AS, nr 5572.

589] ♦ Theodorus Theodori.
Deo confisus nunquam confusus (Wie op God vertrouwd, wordt nooit be schaamd).
590] Anno 1662 post legitimum examen a classe Leovardiana ad ministerium admissus est (In 1662 is hij na een wettig examen door de classis Leeuwarden tot de ( Dienst toegelaten).
Romein, 289, V. Veen, 34 (Theodorus Grotius).
Algra, Historie II, 274.
AS, nr 5452.

152


591] ♦ Hesselus Geldorpius.
592] Relicta academia Leoverdiam se contulit posteaque cohortis equestris signifer creatus est et placide in Domino obdormivit 1666 (Hij heeft de hogeschool verlaten en zich naar Leeuwarden begeven, is later tot vaandrig van een compagnie ruiterij aangesteld en in 1666 kalm in de Heer overleden).
AS, nr 5633.

593] ♦ Feico Wilsma den 27 novembris 1655.
594] Studiorum causa Groningam profectus est indeque redux Leovardiam se recepit; postea studiorum promovendorum gratia in Angliam se contulit (Ter wille van zijn studie is hij naar Groningen vertrokken en heeft zich na terugkeer vandaar te Leeuwarden gevestigd; later is hij ter bevordering van zijn studie naar Engeland vertrokken).
AS, nr 5616 (Feico Sibrandi Wilsma).

595] ♦ Petrus Rosema.
596] Anno 1656 studiorum promovendorum gratia Steinfortam se contulit (In 1656 heeft hij zich ter bevordering van zijn studie naar Steinfurt begeven).
Petrus van Rosema en Catharina van Doma ond. 20, att. 28 dec. 1662.
Stb. I, 353, 2de gen. 4; II, 245 aant. 11.
Wijnaendts, Scheltinga, 61, 73, 74 a.
Fokkema, De Siccama's, 54.
AS, nr 5623.

597] ♦ Joannes van der Mey.
598] Ad studia ulterius promovenda Groningam profectus est (Om zijn studie verder voort te zetten, is hij naar Groningen vertrokken).
Anno 1661 a classe Franequerana examinatus ministerii candidatus factus est (In 1661 is hij, na door de classis Franeker te zijn geëxamineerd, candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Anno 1662 cura pastoralis ipsi demandata est in pago Frouwenkerck (In 1662 is hem de herderlijke zorg in het dorp Vrouwenparochie opgedragen).
Ds J. v.d. M., predikant te Vrouwenparochie, als oom geautoriseerd tot medecurator over de wezen Jacobus en Reinucke (oud 17 resp. 13 jaar) van luit. Tiberius van Hobbema tot het opnemen der rekening, te doen door Tjetske Bonnema, wed, van de secretaris Arnoldus van Hobbema 17 febr. 1686 (Aut.bk W 8, f. 59). Op zijn verzoek wordt B. Nauta, notaris te Leeuwarden, geautoriseerd tot curator over de wezen 5 febr. (lees: maart) 1686] (ald., f. 60 v°).
Romein, 102.
AS, nr 5638.

153


599] ♦ Sibrandus Hoitsma Leovardiensis Frisius mense aprilis 1656. Instituti hujus collegii praeses quadragesimus quintus (Van de oprichting van dit genootschap af de vijfenveertigste voorzitter).
600] Juris utriusque doctor creatus et Leovardiae se deposuit et in album advocatorum coram suprema hujus provinicae curia inscriptus est (Hij is tot doctor in de beide rechten gepromoveerd, heeft zich te Leeuwarden gevestigd en is in het album der advokaten voor het Hof dezer provincie ingeschreven).
Dr Sibrandus Hoytsma, advokaat voor het Hof, en Siuke Dirx Leenzma (Lensema) ond. 28 febr., att. 18 maart 1663.
Advokaat 23 jan. 1662 (Arch. Hof, MMM).
Hypotheekakte van dr Sibrandus Hoitsma en Sjucke Dirx, e.l. te Leeuwarden, ten gunste van Wybe Doyes, burgerhopman, cum uxore 8 dec. 1665 (Hyp. boek 62, f. 31 vº)
AS, nr 5663.

601] ♦ Georgius Hoppers, datum 23 junii.
Symbolum: Spes mea Christus (Mijn hoop is Christus).
602] Anno 1658 rus sese contulit ibique (relictis Musis) matrimonium contraxit (1658 heeft hij zich naar het platteland begeven en heeft daar, na de studie te hebben vaarwel gezegd, een huwelijk gesloten).
Stb. I, 220, 9de gen. 2; II, 148, aant. 30.
AS, nr 5683.

603] ♦ Nicolaus Sixtides Leovardiensis Frisius mense julio 8 1656.
604] Studiorum gratia Leidam se recepit (Ter wille van zijn studie heeft hij zich naar Leiden begeven).
Anno 1661 matrimonium contraxit cum formosissima Catharina a Nol et in Galliam profectus est, ubi gradum doctoralem accepit (In 1661 heeft hij een huwelijk gesloten met de zeer schone C. van N. en is naar Frankrijk vertrokken, waar hij de doctorsgraad heeft behaald).
Advokaat 8 okt. 1661, secretaris van Leeuwarderadeel (Arch. Hof, MMM).
Dr Nicolaus Joannes Sixti, advokaat voor het Hof, en Catharina van Nol te Leiden ond 26 okt., att. 11 nov. 1661.
Dr Nicolaus Joannis Sixti en Catharina van Noll lidmaten 29 jan. 1662.
Hypotheekakte van dr N.J. S., advokaat voor het Hof en secretaris van Leeuwarderadeel, te Leeuwarden ten gunste van Feye Eyntes aldaar als curator over Feyckjen, weeskind van Jan Gerbens 1 mei 1664 (Hyp. boek 72, f. 140 v°).
Scheiding der goederen van Antje Claessen tussen haar weduwnaar Jan Sijdses, oud-secretaris van Leeuwarden, en haar kinderen Sopphia Joannis Sixti, getrouwd met Philippus Mathaeus, med. professor te Franeker, dr N.P., secretaris van Leeuwarderadeel, en Vuus J.S., secretaris van Menaldumadeel, mede als curatoren over Jancke J.S. 23 okt. 1005 (Weesbk X 12, f. 55 vº).
Akte waarbij A. Verpoorten dr N.S. en Vitus Sixti, secretarissen van Leeuwarderadeel en

154


Menaldumadeel, mede voor de andere erfgenamen van hun vader Jan Sijdses, burgemees ter van Leeuwarden, ontslaat van een borgtocht 6 sept. 1669 (Hyp.boek 62, f. 140 vº).
AS, nr 5687.

605] ♦ Sacheus Burenstins den 20 September 1656.
Seneca: Quemcumque miserum videris, hominem scias, nam ea est humanarum rerum natura ut nihil sit omni ex parte beatum (Welke ongelukkige je ook ziet, weet dat het een mens is, want zodanig is de menselijke natuur, dat niets in alle opzichten gelukzalig is).
Erasmus in Apophthegmatibus: Sola animi boni non sunt violentiae obnoxia nec possunt a fortuna eripi (Alleen de goederen van de geest zijn niet aan geweld blootgesteld en kunnen door het noodlot niet geroofd worden).
Ergo: Discit qui nescit, nam sic sapientia crescit, Crescit et augetur, sic temporis usus habetur, Nam datur immensus in longo tempore sensus (Derhalve laat hij die niet (veel) weet, leren, want zo groeit zijn wijsheid, ze groeit en wordt groter en zo wordt een (goed) gebruik van de tijd verkregen, want op de lange duur krijgt men een onmetelijk begrip).
Assessor fidelissimus (Een zeer getrouw bestuurslid).
606] Anno 1662 in hac patria academia summum in utroque jure post habitam disputationem consecutus est gradum (In 1662 heeft hij aan deze provinciale hogeschool na het houden van een verhandeling de hoogste graad in beide rechten verworven).
Advokaat 6 nov. 1662, oudste advokaat, † sept. 1696 (Arch. Hof, MMM).
Dr Sachaeus Burensteyn, advokaat voor het Hof, en Jeltje Harings Repkema van Bolsward ond. 18 mei, att. 3 juni 1666.
Dr Zacheus Burensteyn lidmaat 9 okt. 1667.
Boedelscheiding bij het tweede huwelijk van Sjoucke Wiegers, molenaar te Leeuwarden, geassisteerd met zijn advokaat dr Z. Burenstins 26 nov. 1694 (Weesbk X 13, f. 130).
Gen. Jb. 1953, 70; 1955, 45.
AS, nr 5690.
AP, 18 sept. 1662.

607] ♦ Kempo Fullenius Leovardiensis Frisius.
608] Anno 1660 signifer creatus est (In 1660 is hij tot vaandrig aangesteld).
Kapitein Keimpo Fullenius lidmaat m. att. v. Franeker 1 dec. 1686.
Kempo van Fullenius, kap. in het regiment van de erfstadhouder, en Debora Catharina van Nijsten van Leeuwarden ond. 26 april, † 5 mei 1689.
Stb. II, 101 aant. 60.
AS, nr 5726.

609] ♦ Gerhardus Herminius Leovardiensis Frisius adscriptus 27sten februarii 1657. Intaminatae mens sibi conscia
Vitae nec ullo pallida crimine

155


Munimen est, quamquam libenter Evacuem pateras Lyci (Een geest die zich bewust is van een onbevlekt leven en door geen misdaad (van schaamte) verbleekt, is (mijn) bolwerk, al ledig ik graag de wijnschalen van Lycus).
Docte inquit Zenodotus:
᾿Αν ἡ λεοντὴ μὴ ἐξίκηται, τὴν ἀλωπεκὴν πρόσραφον
(Als de leeuwehuid niet lang genoeg is, naai er dan het vossevel aan vast).
Assesor fidelissimus (Een zeer getrouw bestuurslid).
610] Placide in Domino obdormivit (Hij is rustig in de Heer overleden).
Romein, 443.
AS, nr 5637.

611] ♦ Justinus Clamerus subscripsit Leovardiensis Frisius 1657.
Ex curtis capellis non est arguenda sanctitas (Op grond van korte haren kan geen heiligheid worden bewezen). Instituti hujus collegii praeses quadragesimus sextus (Van de oprichting van dit genootschap af de zesenveertigste voorzitter).
612] Anno 1663 una cum popularibus Harminio, Julii et aliis se examini classis Leovardiensis subjecit, ubi omnium suffragiis ad sacrosanctum ministerium admissus est (In 1663 heeft hij zich samen met zijn stadgenoten Harminius (609), J. (647) en anderen aan het examen van de classis Leeuwarden onderworpen en is bij die gelegenheid met algemene stemmen tot de H. Dienst toegelaten).
Foedus quoque matrimoniale inivit (Hij is ook een echtelijk verbond aangegaan).
Justinus Clameri, candidaat in de theologie, en Rixtje Joannes van Franeker ond. 22 april, 3de procl. 7 mei 1665.
Romein, 551, 557.
AS, nr 5636.

613] ♦ Dominicus Petrejus 27 februarii anno 1657 Leovardiensis Frisius. Symbolum:
Τὰ παθηματα μαθήματα (Het lijden (brengt) kennis).
Recteque alibi: Isocrates ad Demonicum:
Τὸ ἄκαιρον πανταχοῦ λυπηρὸν (En terecht
(leest men) elders (bij) Socrates (in de aan hem toegeschreven rede) aan Domotikos: Het ongelegene is altijd weer smartelijk).
Anno 1662 post legitima examina classis Leoverdiensis una cum dominis Doorsma, Steindam et Steenhovio ad ministerium publicum admissus est. Anno 1665 pastor electus est in pago Winsum (In 1662 is hij na een door de wet voorge schreven examen van de classis Leeuwarden tegelijk met de heren D., S. (635) en Steenhovius (633) tot de openbare (ere)dienst toegelaten. In 1665 is hij tot her der gekozen in het dorp W.).

156


Ds Dominicus Petraeus lidmaat m. att. 4 jan. 1665.
Dominicus Petraeus en Batje Gellius, beide te Leeuwarden, ond. 27 jan., 3de procl. 4 febr. 1666.
Kinderen: Gerardus, med, dr, x 23 febr. 1690 Catharina Peima te Leeuwarden; Sophya Wilhelmyna, ged. 18 jan. 1667; Petrus Henricus, advokaat, x (att. 7 sept.) 1690 Gratina Florentia van Loo.
Romein, 286.
AS, nr 5734.

615] ♦ Petrus L. Miedtsma marcius 25 1657.
616] Relicta academia Leovardiae se contulit (Hij heeft de hogeschool verlaten en zich naar Leeuwarden begeven).
AS, nr 5746.

617] ♦ Gisbertus Cathius anno 1657 15 aprilis.
Cedant arma togae (Moge de oorlog voor de vrede wijken).
618] Relicta academia Leovardiam se contulit (Hij heeft de hogeschool verlaten en zich te Leeuwarden gevestigd).
Op verzoek van Arnoldus Cathius, last hebbende van zijn moeder Jetscke van Bouricius, wed. Andreas C., grootmoeder en voogdes over IJmpck Anna van Bolten, wordt Gijsbertus C. geautoriseerd tot curator over laatstgenoemde 10 jan. 1687 (Aut.boek W 8, f. 86).
G.C. koopt zes koegangen land bij Sneker tolhuis onder Leeuwarden dec. 1694 (Gr. Consent 12 april 1695, f. 23).
Op verzoek van dr F. Frisius als gelastigde van G.C., mede-curator en oudoom der kinderen van de heer Ernsthuis uit diens eerste huwelijk met I.A. van Bolten, wordt in diens plaats wegens hoge leeftijd en zwakte Tjaerd Cathius, eveneens oudoom der kinderen, tot curator geautoriseerd 4 mei 1714; de andere curator dr Th. Nicolay neemt hiermee geen genoegen en G.C. wordt opnieuw geautoriseerd 9 mei (Aut. boek W 12, f. 123 )
Stb. I, 276, 4de gen. 4; II, 186 aant. 12.
Grafschriften III, 12. Fokkema, De Siccama's, 400.
AS, nr 5754.

619] ♦ Franciscus Allardi Burum.
Assessor fidelissimus (Zeer getrouw bestuurslid).
620] 1661 studiorum causa Leidam profectus est, deinde in Galliam se contulit (In 1661 is hij om studieredenen naar Leiden vertrokken; later heeft hij zich naar Frankrijk begeven).
François, z.v. Alle Janse van Burum (gezw. gemeensman, vroedsman en burgem, v. Leeuwarden), ged. 7 febr. 1641, raadsheer 1675-1709, † 5 febr. 1710, †7 juni 1677 Titia van Vierssen, geb. 7 aug. 1641, † 3 juni 1706, d.v. Assuerus en Jisca van Geersma. Zoon: Allart, ged. 17 febr. 1678, grietman van Doniawerstal 1705, van Ferwerderadeel 1725, † Ferwerd 6/7 juli 1729, x 1e 9 juli 1702 Catharina Johanna van Eysinga, † 3 juli 1716, oud 34 j.; x 2e Alexandrina Eleonora bar. van Plettenberg, geb. 22 juni 1687, † 22 nov. 1743, hertr. Assuerus Vegelin van Claerbergen.
Advokaat 9 nov. 1665 (Arch. Hof, MMM).

157


De François van Burum i. p.v. dr Beylanus aangesteld als pensionaris van Leeuwarden 11 juni 1869 (Mag, resolutiebk),
Lid Raad van State 8 dec. 1674-19 aug. 1675 (LB 166 IX, 15).
NH, 46.
Stb. I, 331, 3de gen. 3; II, 219 aant. 21.
G.A. Wumkes in NNBW X, 162.
Grafschr, III, 83-85,
EVF, 222.
Gen. Jb. 1966, 95.
AS, nr 5748.
621] ♦ Petrus van der Lely Leovardiensis Frisius, datum 20 aprilis anno 165(7).
Lex audita et non repetita est quasi nulla (Een wet die gehoord, maar niet herinnerd wordt, betekent zo goed als niets).
Collegii instituti praeses quadragesimus septimus (Van de instelling van het genootschap of de zevenenveertigste voorzitter).
Symbolum: Auro quid melius? Jaspis; quid jaspide? Virtus.
Quid virtute? Deus; quid Deitate? Nihil (Wat is beter dan goud? Jaspis; wat beter dan Jappis? Deugd; wat beter dan deugd? God; wat beter dan de Godheid? Niets).
Laudatur vinum simplex, cervisia duplex;
Est bona duplicitas, optima simplicitas. John Owen (Wijn wordt geprezen als hij eenvoudig is, bier als het dubbel is; dubbel zijn is goed, eenvoud is het beste).
Si nihil ad suavem spectarent basia gustum, Oscula cur solo semper ab ore damus? John Owen (Als kussen niets met lekkere smaak te maken hebben, waarom geven wij dan zoentjes altijd alleen met de mond?)
Egregios cumulare libros praeclara supellex,
Est unum utilius volvere saepe librum (Voortreffelijke boeken verzamelen is (het vergaren van een) kostbare schat, maar nuttiger is het dikwijls één boek te lezen).
Vis sapiens dici, raro et meditata loquare;
Saepe loquax verbis proditur ille suis (Wil je wijs genoemd worden, spreek dan weinig en weloverwogen; de praatzieke verraadt zich vaak juist door zijn eigen woorden).
622] Ex ictu mortuum eum judicarunt medici (De dokters hebben geoordeeld, dat hij aan een steek(wonde) is overleden) 1662.
AS, nr 6743 (Petrus Jarichii).

623] ♦ Hanso a Dorn den 15 april 1657,
Assessor fidelissimus (Zeer getrouw bestuurslid).
624] Studiorum gratia Leidam se recepit (Ter wille van zijn studie is hij naar Leiden gegaan).
Anno 1662 in patria academia medicinae doctor salutatus est (In 1662 is hij aan

158


de provinciale hogeschool als doctor in de geneeskunde erkend).
Hanso van Doorn, med, dr en schrijver van de compagnie ruiters onder Douwe van Grovestins, en Rijckjen van Solcama ond. 4, att. 12 juni 1664; zij hertr. (att. 5 nov.) 1676 Dr Georgius Atsma, advokaat.
Dr Hans van Dorn lidmaat 29 juni 1664.
Stb. I, 368, 7de gen. 2; II, 256 aant. 36.
Gen. Jb. 1975, 66.
AS, nr 5739.
AP, 21 juli 1662.

625] ♦ Franciscus Petri Arnoldinus.
626] Franequera cum Corrynna sua Gertruda talamo jugali se sociavit (Hij is te Franeker met zijn geliefde G. in het huwelijksbootje getreden).
AP, nr 5751 (... Amelandinus van Ameland).

627] ♦ Jacobus Tiberii 1657.
Deus nobiscum (God (zij) met ons).
628] 1658 scholae Bolsvardianae rector electus est (In 1658 is hij tot rector der (Latijnse) school te Bolsward gekozen).
AS, nr 5758.
AP, 14 mei 1667 (... rector scholae Bolswerdiensis, medicinae (rector der school te Bolsward, (gepromoveerd) in de geneeskunde).

629] ♦ Theodorus Wigersma 13 maji 1657.
Celeberrimi hujus collegii assessor fidelissimus (Van dit zeer vermaarde genootschap
een zeer getrouw bestuurslid). Symbolum: Cum Christo ascendere nostrum est (Met Christus op te stijgen is ons (doel)).
Tecum ambulet virtus (Moge de deugd met u wandelen).
630] Anno 1662 cum dulcissima sua amasia Maycka Ammama matrimonium contraxit (In 1662 heeft hij met zijn allerliefste geliefde M.A. een huwelijk gesloten).
Anno 1665 legitima post classis Franequeranae examina sacrosancti ministerii candidatus creatus est (In 1665 is hij na een wettig examen van de classis Franeker tot candidaat tot de H. Dienst benoemd).
Romein, 641.
AS, nr 5742.

631] ♦ Julius Hoitsma.
AS, nr 5774.

633] ♦ Joannes Steenhovius 21 junii anno 1657.
Pax homines decet, ira feras (Vrede(lievendheid) past mensen, woede wilde dieren).
Non jacet in molli veneranda scientia lecto,

159


Illa sed assiduo parta labore venit (Niet in het weke bed ligt de eerbiedwaardige wetenschap, maar deze komt als vrucht van gestadige arbeid).
634] Anno 1662 examini theologico se subjecit cum popularibus suis Doorsma, Petrejo et Steindam in classe Leovardiana ibidemque cum ipsis ad ministerium admissus est (In 1662 heeft hij zich aan het examen in de godgeleerdheid onderworpen met zijn stadgenoten D., Petrejus (613) en S. (635) in de classis Leeuwarden en is daar met hen tot de (H.) Dienst toegelaten).
Ds Johannes Steenhovius lidmaat m. att. 4 juni 1662, opnieuw m. att. van Sneek 26 dec. 1678.
Ds Joannes S., predikant te Terkaple en Akmarijp, en Dieucke Assuerus de Ringh ond. 9 maart, att. 11 april 1667.
Ds J.S., oud-predikant te Terkaple, conrector der Latijnse school, en Aeffke Viglius, beide te Leeuwarden, ond. 28 febr., att. 14 maart 1680.
Het recht van een reversaal van 27 dec. 1689 ten laste van Johannes S., conrector gymnasii te Leeuwarden, en Aeffke Viglius, e.l., door notaris C. Feicama c.ux. te Leeuwarden afgestaan aan notaris N. Inia 13 febr. 1690 (Hyp.bk 82, f.8 vº).
Romein, 626.
AS, nr 5761.

635] ♦ Abrahamus Steindam den 29sten junii.
636] Vitium virtuti cedere debet (De ondeugd moet voor de deugd wijken). Studiorum gratia Groningam se recepit (Ter wille van zijn studie heeft hij zich naar Groningen begeven).
Anno 1662 in classe Leovardiana una cum dominis Doorsma, Petrejo et Steenhovio examinatus summa cum laude ministerii candidatus factus est (In 1662 is hij in de classis Leeuwarden tegelijk met de heren D., Petrejus (613) en Steenhovius (633) geëxamineerd en met de hoogste lof candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Anno 1664 post habitam publice disputationem magister artium creatus est (In 1664 is hij na het houden van een openbare verhandeling tot meester in de (vrije) kunsten gepromoveerd).
Nunc vero ab illustribus Frisiorum ordinibus philosophiae professor electus (Nu echter (is hij) door de Edelmogende Heren Staten van Friesland tot hoogleraar in de wijsbegeerte benoemd).
Deinde foedus matrimoniale inivit cum dulcissima sua amasia Vetcia a Mensenburch (Tenslotte is hij een huwelijksverbond aangegaan met zijn allerliefste geliefde V.a M.).
Abrahamus Theodori Steyndam, candidaat in de theologie, doctor en hoogleraar in de wijsbegeerte aan de Universiteit te Franeker, en Fettje van Mensburgh ond. 5, 3de procl. 21 mei 1665.
Boeles II, 231.
Greydanus, passim.
EvF, 604.
AS, nr 5768.

161


AP, 21 mei 1669 (L.A.M. et Philosophiae professor ord. Theol. De cognitione Dei (meester in de vrije kunsten en gewoon hoogleraar in de wijsbegeerte, (gepromoveerd tot doctor) in de godgeleerdheid over de kennis van God).

637] ♦ Joachimus ab Hoppers.
638] Anno 1662 ex litterarum studio factus est eques et paulo post capitaneus marinorum creatus est (Van de studie der letteren is hij in 1662 ruiter geworden en weinig later tot kapitein ter zee benoemd).
Stb. I, 220, 9de gen., 2; II, 148 aant. 33.
AS, nr 5764 (... frater germanus (Heronis) volle broer van Hero). (639)

639] ♦ Hero ab Hoppers.
640] Anno 1660 relicta academia artem cum Marte commutavit et cohortis pedestris capitaneus factus est (In 1660 heeft hij de hogeschool verlaten, de wetenschap met de krijgsdienst verwisseld en is kapitein van een compagnie voetvolk geworden).
Stb. I, 220, 9de gen., 3; II, 148 aant. 34.
AS, nr 5765 (... frater germanus (Joachimi) volle broer van Joachimus (637)).

641] ♦ Annius ab Echten den 11 augusti 1657.
Usu temperato splendeat pecunia (Laat het geld glanzen door een bezonnen gebruik). Collegii instituti praeses quadragesimus nonus (Van de instelling van het genootschap af de negenenveertigste voorzitter).
Greydanus, 128 v., 189.
AS, nr 5795.

643] ♦ Jacobus Gellii Aelserda anno 1657. Datum est den 7 septembris.
644] Anno 1659 relicta accademia Leoverdiam se contulit (In 1659 heeft hij de hogeschool verlaten en zich naar Leeuwarden begeven).
AS, nr 5802.

645] ♦ Philibertus a Lijclama Frisius die 18den septembris 1657.
Symbolum: Spero invidiam (Ik hoop op afgunst).
AS, nr 5803.
[646 in de nummering overgeslagen.]
647] ♦ Joannes Julii anno 1657 den 2 novembris.
Symbolum: Ne inebriamini vino, in quo luxus est, sed implemini spiritu (Be drinkt u niet aan wijn, want dat leidt tot bandeloosheid, maar weest vervuld van de Geest) (Paulus ad Ephesios 5, versu 18).
Lutherus aliquando admonitus ab amicis, ut Vormaliam non veniret et adversariis nimium confideret, respondit: 'Haec est dies quam fecit Dominus, vocatus ego venio, vocatus ingrediar in nomine Domini nostri Jesu Christi et jam si scirem tot esse diabolos Vormaliae quot sunt tegulae in aedium tectis' (Toen Luther eens
645]

162


door zijn vrienden werd gewaarschuwd om niet naar Worms te komen en zijn tegenstanders (niet) teveel te vertrouwen, antwoordde hij: 'Dit is de dag die de Heer heeft bereid, ik kom op uitnodiging, uitgenodigd zal ik naar binnen gaan in de naam van onze Heer Jezus Christus, ook al wist ik dat er te Worms evenveel duivels waren als pannen op de daken der huizen').
Collegii instituti praeses quinquagesimus (Van de oprichting van het genootschap af de vijftigste voorzitter).
648] Anno 1663 una cum Clamero, Harminio et aliis se examini classis Leovardiensis subjecit ibique summa cum laude ministerii candidatus creatus est (In 1663 heeft hij zich tegelijk met Clamerus, (611) Herminius (609) en anderen aan het examen door de classis Leeuwarden onderworpen en is aldaar met de hoogste lof tot candidaat tot de (H.) Dienst benoemd).
Johannes Julii lidmaat m. att. 17 juni 1663.
Ds Joannes J., predikant te Menaldum, en Grietje Brongersma ond. 5, 3de procl. 21 maart 1669.
Rekening van Rutger Douwes, schrijver der boelgoederen te Leeuwarden, als curator over de goederen van Ancke (†) en Julius Joanni(de)s Tiensma (theologisch student te Franeker), nagelaten kinderen van Joannes Julii, predikant te Menaldum, voor Julius bovengenoemd, die veniam aetatis van het Hof heeft bekomen 28/29 aug. 1693 (Weesbk X 13, f. 84).
Romein, 90.
AS, nr 5820.

649] ♦ Elias Soblé, datum 18 novembri 1657.
650] Ad studia ulterius promovenda Gallicas academias invisit (Om zijn studie verder voort te zetten, heeft hij hogescholen in Frankrijk bezocht).
Anno 1662 autem reversus in ipsa juventutis flore die 26 mensis februarii anno 1663 mortem cum vita commutavit (Na echter in 1662 te zijn teruggekeerd, heeft hij midden in de bloei van zijn jeugd op 26 februari 1663 het tijdelijke met het eeuwige verwisseld).
AS, nr 5821.

651] ♦ Matthias a Marssum scripsit 7 januarii 1658.
Nosce teipsum (Ken jezelf).
652] 1658 in Galliam se contulit ibique medicinae doctor creatus est (In 1658 heeft hij zich naar Frankrijk begeven en is daar tot doctor in de geneeskunde gepromoveerd).
Dr Matthias Marssum lidmaat 29 febr. 1660.
AS, nr 5824.

653] ♦ Taco Hoeckema den 2 februarii 1658.
654] Ad studia excolenda Trajectum se recepit (Om zijn studie te volmaken, heeft hij zich te Utrecht gevestigd).

163


Advokaat 21 mei 1663 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 5812.

655] ♦ Nicolaus Broersma, actum den 18 januarii 1658.
Pro aris et focis (Voor altaren en haardsteden).
Collegii instituti quadragesimus octavus praeses (Van de oprichting van het genootschap af de achtenveertigste voorzitter).
656] Anno 1665 summum in utroque jure gradum Lugduni Batavorum consecutus est et eodem anno in album advocatorum inscriptus (In 1665 heeft hij te Leiden de hoogste graad in beide rechten behaald en is datzelfde jaar in het album der advokaten ingeschreven).
Advokaat 22 juni 1663 (Arch. Hof, MMM).
Dr Nicolaus Broersma lidmaat 1 sept. 1669.
Dr N.B., advokaat voor het Hof, en Rinske Abbes Hanenburgh, beide te Leeuwarden, ond. 7, att. 15 aug. 1680.
De Raad kiest tot pensionaris, welk ambt door het overlijden van dr D. Lollius vakant was, de schepen dr N.B., advokaat voor het Hof, 20 dec. 1683 (Mag. res. boek nr 18, p. 114).
Dr N.B., advokaat en pensionaris van Leeuwarden, oud in 't 47ste jaar, verklaart dat hij op 8 juli langs de stalling van burgemeester Recalff in de Bagijnestraat kwam, toen daar uit de Bollemansteeg twee vrouwen kwamen, de dienstmaagd van Recalff en de kraambewaarster Rixt. Laatstgenoemde maakte de dienstmaagd verwijten en stompte haar in de rug tegen een wagenwiel in die stal, 16 juli 1684 (Inf. boek C 3, p. 213).
Hypotheekakte van C. Fonck c. ux. te Leeuwarden ten gunste van R.A. Hanenburgh. wed. dr N.B., advokaat en pensionaris, 13 juli 1686, ingelost 24 mei 1690 (Hyp. boek 85, f. 23).
Stb. II, 245 aant. 9 a.
AS, nr 5835.

657] ♦ Godefridus Viglius Leovardiensis Frisius den 19 januarii 1658.
Chrysostomus egregie fatur: Ὑπεύθυνος ἕκαστος ἡμῶν τῆς του πλησίου σωτηρίας εστί. Διὰ τοῦτο εὐ γὲ τὰ ἑαυτῶν σκοπειν, ἀλλὰ καὶ τὰ τῶν πελας έκελευθηρευ
(Zeer juist zegt C: leder van ons is verantwoordelijk voor de verlossing van zijn naaste. Daarom moet men niet slechts zorgen voor zijn eigen verlossing, maar ook die van zijn naasten). Et alibi quoque Isocrates:
Θυμουμένοις μὴ φίλοις εἴχειν δεί, πεπαυμένοις γὰρ τῆς ὀργῆς ἐπιπλήττειν (En elders zegt ook I.: Men behoort niet toe te geven aan zijn vrienden als zij boos worden, maar als zij ophouden met hun toorn, hen berispen).
Aliquis perdocte canit: Saepius ventis agitatur ingens
Pinus et celsae graviore casu
Descendunt turres feriuntque summos
Fulmina montes (Meermalen wordt de reusachtige pijnboom door de winden heen en weer geschud, hoge torens komen met een zwaardere val omlaag en de bliksems treffen de hoogste bergen).

164


Collegii instituti praeses quinquagesimus primus (Van de instelling van het genootschap af de eenenvijftigste voorzitter).
Symbolum: Vir bene vestitus pro vestibus esse peritus
Creditur a mille, quamvis idiota sit ille;
Si careat vestis nec sit vestitus honeste,
Nullius est laudis, quamvis sciat omne quod audit (Een goed gekleed man wordt door ontelbaren kundig geacht wegens zijn kleren, hoe achterlijk hij ook is; als hij geen kleren heeft of niet netjes gekleed is, wordt hij door niemand geacht, al weet hij ook al wat hij hoort).
658] Anno 1664 una cum domino Plecker se examini classis Leovardiensis subjecit et gradum in theologia consecutus est (In 1664 heeft hij zich samen met de heer Plecker (747) aan het examen door de classis Leeuwarden onderworpen en een graad in de godgeleerdheid behaald).
Anno 1667 ad munus ecclesiasticum in pago Belckum est vocatus (In 1667 is hij tot het kerkelijk ambt in het dorp Berlikum beroepen).
Gothofredus, z.v. Viglius Cornelii (predikant te Sneek, later te Leeuwarden), geb. 1639/40.
Ds Gothefridus Viglius lidmaat op bel. 16 april 1658.
Ds Gothofredus V., predikant te Berlikum, en Helena Comminga, wed, luitenant Cornelis de Baar, ond. 21 febr., att. 12 maart 1680.
Ds G.V. †19 maart 1685, oud 45 j.
Romein, 95; V. Veen, 11.
AS, nr 5838.

659] ♦ Richaeus Bos den 4 maji 1658 Leovardiensis Frisius.
Durum patientia frango (Moeilijkheden overwin ik met geduld).
Celeberrimi hujus collegii assessor fidelissimus (Van dit zeer vermaarde genootschap een zeer getrouw bestuurslid).
660] Anno 1663 post examinum et disputationum solemnia rite peracta cum laude utriusque juris doctor declaratus est eodemque anno in album advocatorum coram suprema Frisiae curia inscriptus est (In 1663 is hij, nadat de plechtigheden van examens en verhandelingen naar behoren waren verricht, met lof tot doctor in de beide rechten verklaard en in hetzelfde jaar in het album der advokaten voor het Hof van Friesland ingeschreven).
Advokaat 23 maart 1663 (Arch. Hof, MMM).

Dr Richaeus van den Bos, advokaat voor het Hof, en Grietje Hansma ond. 5, 3de procl. 14 maart 1669.
I.p.v. Dominicus Lollii, die pensionaris is geworden, tot fiscaal van Leeuwarden aangesteld de advokaat dr Richaeus van den Bos op een traktement van ƒ 150,- per jaar, waarvan hij ƒ 100 aan Lollii moet betalen, zolang die als jongste procureur geen traktement geniet, en onder afstand van zijn vroedmansplaats 3 nov. 1676 (Mag.res. 76, p. 452).
De ontworpen instructie voor het fiscaalambt goedgekeurd, R. v.d. B. beëdigd, die in een vergadering van de vroedschap zijn vroedmansplaats afstaat; tot nieuwe vroedsman in het Minnema-espel gekozen de bouwmeester J.C. Wiersma 4 nov. 1676 (ald., 453).

165


Over de kinderen van dr R. v.d. B. en Grijttje Hansma (Claes, oud in 't 16de, Anna, in't 11de, en Pier, in't 10de jaar) wordt tot curator benoemd Ds R. Elgersma, predikant te Leeuwarden 23 okt. 1688 (Aut. bk W 9, f. 8). Over Jacob, oud in 't 14de, Foockel, 7, en Simon, 5 jaar, kinderen van dezelfden, wordt tot curator benoemd J. Banga, schepen van Leeuwarden (ald., f. 8 v°).
I.p.v. wijlen ds Elgersma tot curator over Claes, Anna en Pier benoemd hun oom Dr Theodorus van den Bos, advokaat voor het Hof 24 jan. 1689 (ald., f. 16 vº).
AS, nr 5857.
AP, 13 maart 1665.

661] ♦ Guilielmus de Besche Leovardiensis Frisius 10 junii 1658.
662] Anno 1661 postquam fideliter literis inhaesisset, in patriam Sueciam nempe nullo acquisito gradu sese contulit (Nadat hij zich getrouwelijk aan de letteren had gewijd, heeft hij zich in 1661 naar zijn vaderland Zweden begeven, zonder evenwel een graad te hebben behaald).
AS, nr 5847.

663] ♦ Ulpianus a Bootzma Leovardiensis Frisius 1658 21 maji.
Ulbe van Bootzma lidmaat 10 mei 1665.
Zes hypotheekakten te zijnen laste, deels met zijn broer Hessel (in 1659 vaandrig, in 1660 kap.-luitenant, in 1665 kapitein infanterie) d.d. 6 jan. 1659-18 jan. 1668, die van 1660 en 1663 ten gunste van hun tante Hijlck van Herbranda, wed. Abbe van Bootzma te Roordahuizum (Hyp. boek 72, f. 94, 94 v⁰, 95, 116, 118, 127).
Stb. I, 43, 5de gen. 3.
AS, nr 5859.

665] ♦ Gysbertus Cnoop den 8 maji 1658 Leovardiensis Frisius.
Deo confisus nunquam confusus (Wie op God vertrouwt, wordt nooit beschaamd).
666] Scholae Snecanae praeceptor designatus est (Hij is tot leraar benoemd aan de (Latijnse) school te Sneek).
AS, nr 5829.

667] ♦ Binherdus Heringa a Grovestins Leovardiensis Frisius den 21 junii 1658.
Symbolum: Virtutem doctrina parat (Kennis brengt deugd).
668] Anno 1662 post disputationem publice habitam, cujus auctor et respondens, Leidam petiit (In 1662 is hij na een in het openbaar gehouden verhandeling, waarvan hij schrijver en verdediger was, naar Leiden vertrokken).
Binnert Heringa van Grovestins en Titia van Burmania ond. 12, 3de procl. 20 okt. 1667.
Getuigeverklaringen betreffende een handgemeen over een door B.H.v.G. aan geburen vereerde som gelds 23 en 30 sept. 1690 (Inf. boek C 5, p. 37, 39).
Dr A. Hamerster geautoriseerd tot curator tot het ontvangen der rekening door oud-burgemeester Wielinga namens curatoren (o.w. B.H.v.G.) over de kinderen van wijlen G.J. van Burmania 16 juli 1691 (Aut.boek W 9, f. 82 vº).
Rekeningen a.b. gedaan 16 juli 1691, 8 dec. 1693 en sept. 1696 (Weesbk X 13, f. 10 v 93 vº, 189).

166


Getuigeverklaringen van twee dienstmaagden over rumoer aan de achterdeur van Wilhelmina van Hemmema, wed. B.H.v.G. 8 juni 1712 (Inf.boek C 9, p. 47).
Dr J.R. Kutsch geautoriseerd tot curator over de boedel van Wilhelmina van Hemmema, wed. B.H.v.G., die door haar dochter A. van Tamminga, vrouw van C.D. du Tour, is gerepudieerd 10 maart 1718 (Aut.boek W 13, f. 25 vº).
NH, 45.
NG, 52.
Stb. I, 134, 11de gen. 1; II, 83 aant. 37.
J. van Leeuwen in VF V, 244.
G.A. Wumkes in NNBW IX, 305.
Engels, 42, 44, 46, 89.
AS, nr 5865.

669] ♦ Johannes Fridericus ab Andla Leovardiensis Frisius 18 junii 1658.
Symbolum: Non curat luna latratus canum (De maan trekt zich niets aan van het geblaf der honden).
670] Relicta academia Leowardiam se contulit (Hij heeft de hogeschool verlaten en zich te Leeuwarden gevestigd).
Et signifer cohortis pedestris postmodum designatus est (En later is hij tot vaandrig van een compagnie te voet aangesteld).
Drie hypotheekakten te zijnen laste 19 jan., 20 maart en 22 okt. 1679, afgelost 13 dec. 1679 en 12 aug. 1680 (Hyp.boek 72, f. 134-135). Blijkens deze akten was hij toen kapitein
bij de infanterie.
Stb. II, 167 aant. 42 a.
AS, nr 5757.

671] ♦ Nicolaus Kann Leovardiensis Frisius 22 julii 1658.
Symbolum: Per angusta ad augusta (Door het geringe tot het verhevene).
672] Anno 1662 celeberrimam Batavorum academiam petiit indeque Galliam ibique juris utriusque doctor creatus, mox amplissimi consessus Brabantiae senator electus est (In 1662 is hij naar de veelbezochte hogeschool in Holland gegaan, vandaar naar Frankrijk en daar tot doctor in de beide rechten gepromoveerd; weldra is hij tot raadsheer in de edelachtbare raad van Brabant gekozen).
AS, nr 5875.
Engels, 43, 95.

673] ♦ Johannes L. Wierhusius den 25 augusti 1658.
674] Anno 1663 relicta hac academia Bremam se contulit ibidemque denatus est (In 1663 heeft hij deze hogeschool verlaten en zich te Bremen gevestigd, en daar is hij overleden).
AS, nr 5867.

675] ♦ Elconius Elcoma 25 augusti 1658 Leovardiensis Frisius.
Bacchus amat Venerem (De wijn past bij de liefde).

167


(Tekening van een put met galgen, schandpalen, een boom en gevangenis en bijschriften:)
Fur amat crucem (De dief past aan het kruis).
Quia non soluta collegio pecunia indecenter abiit, nomen ejus quasi eum cruce dignum judicavimus (Omdat hij op onbehoorlijke wijze, zonder (het verschuldig de) geld aan het genootschap te betalen, vertrokken is, hebben wij geoordeeld dat zijn naam evenals hij zelf een kruis verdiend had).
Qualis arbor, tales sunt fructus (Zoals de boom is, zo zijn de vruchten).
676] Relicta academia in pago Cuinder se deposuit (Hij heeft de hogeschool verlaten en zich in het dorp Kuinre gevestigd).
AS, nr 5868.

677] ♦ Lubbertus Lijcklama Leovardiensis Frisius den 23 september 1658.
678] Anno 1663 ab illustribus Frisiae Ordinum deputatis territorii quod dicitur Stellingwerf Oosteynde, satrapa electus est (In 1663 is hij door de Edelmogende Gedeputeerde Staten van Friesland tot grietman van de grietenij die Ooststellingwerf heet, benoemd).
NG, 396.
Stb. I, 251, 6de gen. 2; II, 171 aant. 22.
W.M.C. Regt in NNBW IX, 635.
Wijnaendts, Scheltinga, 41.
NA 1943-48, 454.
Gen. Jb. 1957, 21.
Visser, Inv. Opst. Veencompagnie, 74.
EvF, 456.
NL 1961, 439, 454.
AS, nr 5929.
Engels, 41, 45, 96.

679] ♦ Gerardus Hartsburgh Leovardiensis Frisius 27 septembris 1658.
Symbolum: Fuimus Troes (Wij waren de Trojanen). Ovidius.
Nos quoque florimus, sed flos fuit ille caducus Flammaque de stipula nostra brevisque fuit (Wij hebben ook in bloei gestaan, maar die bloei was vergankelijk en onze gloed was als die van een stoppelveld en kortstondig).
Ach, quid amare juvat, cum dat tot damna Cupido,
Et cum tam tristis sit mihi finis amor (Ach, hoe (weinig) genot geeft de liefde. wanneer Cupido zoveel nadelen berokkent en wanneer de liefde voor mij zo'n droevig einde betekent).
(Pentekening van een put met galgen, schandpalen en gevangenis en bijschriften:)
Fuisti Tros (Jij bent een Trojaan geweest).
Quia non soluta collegio pecunia indecore abiit, nomen ejus quasi eum ipsum cruce dignum judicavimus (Omdat hij op ongepaste wijze, zonder aan het ge-

168


nootschap zijn contributie te betalen, vertrokken is, hebben wij zijn naam evenals hemzelf een kruis waardig geacht).
680] Recte tam tristis fit tibi finis amor. Sic turdus sibi malum cacat (Met recht neemt de liefde voor jou een zo droevig einde. Zo kakt de lijster zijn eigen straf).
Relictis studiis Leovardiae se deposuit (Hij heeft de studie laten varen en zich te Leeuwarden gevestigd).
Koopmans, 177.
AS, nr 5876.

681] ♦ Leonardus Huigens Leovardiensis Frisius den 20 octobris 1658.
Symbolum: Virtuti omnia parent (Aan de deugd is alles onderworpen). Collegii nostri assessor fidelissimus (Van ons genootschap een zeer getrouw bestuurslid).
682] Ad ampliora studia consequenda Groningam se contulit (Om zijn studie verder te vervolgen, heeft hij zich naar Groningen begeven).
AS, nr 5907.

683] ♦ Odulphus Feyckama Leowardiensis Frisius, datum 15 novembris anno 1658.
Symbolum: Virtuti omnia cedunt (Voor de deugd wijkt alles). Celeberrimi nationalis hujus collegii nostri praeses quinquagesimus secundus (Van dit zeer vermaarde stedelijke genootschap van ons de tweeënvijftigste voorzitter).
684] Relicta ad accademia in Galliam sese contulit atque ibi in academia Andegavensi utriusque juris doctor factus est anno 1663 eodemque anno in album advocatorum coram suprema hujus provinciae curia inscriptus (Hij heeft deze hogeschool verlaten, zich naar Frankrijk begeven en is daar aan de hogeschool te Angers tot doctor in de beide rechten gepromoveerd in 1663 en in hetzelfde jaar in het album van advokaten voor het Hof dezer provincie ingeschreven).
Advokaat 16 dec. 1663 (Arch. Hof, MMM).
Een hypotheekakte ten gunste van hem en de advokaat dr Z. Gerroltsma wegens salaris en uitgaven in een aantal processen ten laste van C.P. Hoeckstra c. ux. 12 febr. 1679 (Нур. boek 72, f. 24).
AS, nr 5971.

685] ♦ Wigerus Botma den 10den januarii 1659 Leovardiensis Frisius.
Qui faciunt injuriam infeliciores sunt quam qui patiuntur (Zij die onrecht plegen, zijn ongelukkiger dan degenen die het ondergaan).
Publius Syrus: Miserrima est fortuna quae inimico caret (Zeer ellendig is het lot (van degene) die een vijand mist).
Celeberrimi nationalis hujus collegii nostri praeses quinquagesimus quintus anno 1659 mense aprilis (Van dit zeer vermaarde stedelijke genootschap van ons de vijfenvijftigste voorzitter (geworden in) april 1659.)
686] Anno 1664 in academia hac nostra utriusque doctor factus est eodemque anno

169


in album advocatorum coram suprema hujus provinciae curia inscriptus (In 1664] is hij aan deze hogeschool van ons tot doctor in de beide rechten gepromoveerd en in hetzelfde jaar in het album van advokaten voor het Hof dezer provincie ingeschreven).
Advokaat 6 sept. 1664, oudste advokaat, ontvanger, raadsheer, † 17 juli 1704 (Arch. Hof, MMM).
Twee hypotheekakten te zijnen gunste 3 mei 1677 en 5 febr. 1700, de tweede als lasthebber van F. Verwante, koopman te Haarlem (Hyp. boek 72, f. 76; id. 92, f. 8 vº).
Dr Wigerus Botma, advokaat voor het Hof, en Sara Visschers, wed. Nijenhuysen, te Amsterdam ond. 6, att. 22 aug. 1681.
In de rekening over de nalatenschap van dr Joannes Julii c. ux. te Menaldum d.d. 29 aug. 1693 komen dr W.B. c. ux. voor als debiteuren volgens schuldbekentenis van 18 sept. 1685 (Weesbk X 13, f. 84).
Akte van cessie door A. Millant, notaris te Leeuwarden, aan de deurwaarder A. le Gentil van een aantal vorderingen op V.E. van Aytta c. ux., w.o. een d.d. 16 mei 1705 ten gevolge van cessie door de erven dr W.B., 30 maart 1707 (Hyp. boek 102, f. 43 vº).
AS, nr 5970.
AP, 25 aug. 1664.

687] ♦ Hiskias Heinsius den 16 februarius 1659.
688] Anno 1663 Lugduni Batavorum juris utriusque doctor creatus est et anno 1664 animam Creatori reddidit (In 1663 is hij te Leiden tot doctor in de beide rechten gepromoveerd en in 1664 heeft hij zijn ziel aan zijn Schepper teruggegeven).
Advokaat 22 sept. 1663 (Arch. Hof, MMM).
Dr Hiskias Heinsius, advokaat voor het Hof, en Janneke de Blau ond. 12, att. 20 dec. 1663.
Dr Hiskias Heinsius lidmaat m. att. 24 febr. 1664. Grafschr. III, 69.
AS, nr 5897.

689] ♦ Wiardus Westervelt Leovardiensis Frisius den 24 februarii 1659.
Sic itur ad astra (Zo gaat men naar de sterren).
Instituti hujus collegii praeses quinquagesimus tertius (Van de oprichting van dit genootschap af de drieënvijftigste voorzitter).
690] Relicta academia Leovardiam se contulit (Hij heeft de hogeschool verlaten en zich te Leeuwarden gevestigd).
Wiardus Westervelt lidmaat 4 jan. 1665.
Wyardus Westervelt en Geyske Luitjens Schouwen, beide te Leeuwarden, x 27 okt. 1667. Getuigenverklaringen betreffende drankmisbruik en sexueel wangedrag door een aantal vrouwen in de Blokhuissteeg, waaronder Margariet, de 17-jarige dochter van de weduwe van Wiardus Westervelt 28 jan., 1 juli 1695 (Inf. boek C 5, p. 457-460, 490-492; op laatstgenoemde blz. haar eigen bekentenis, dat zij 'zich in hoererij heeft verlopen').
AS, nr 5977.

691] ♦ Joannes Jouuersma Leovardiensis 8 martio anno 1659.
692] Anno 1660 hac relicta academia studiorum cursu nondum confecto Leoverdiam

170


se contulit (In 1660 heeft hij deze hogeschool verlaten, terwijl hij de loop van zijn studie nog niet voltooid had, en zich te Leeuwarden gevestigd).
Joannes Jouuersma en Wijtske Mellema, beiden te Leeuwarden, ond. (ger.) 10, 3de procl. (ger.) 24 aug. 1666.
Boedelscheiding tussen de erven van dr P. Mellema, advokaat voor het Hof 31 juli 1696. Hierin vermeld een betaalde schuld van diens moeder Engeltje van der Chijs d.d. 27 sept. 1675, waarvoor P.M. en J. Jouwersma borgen waren (Weesbk X 13, f. 174 vº).
Grafschrift: LB 185 IV, 73.
AS, nr 5983.

693] ♦ Johannes Mensma Leovardiensis Frisius 19 martii 1659.
694] Morte beata nihil beatius (Niets is zaliger dan een zalige dood). Anno 1664 hic foedus matrimoniale iniit et Franekerae se deposuit (In 1664 is hij hier een huwelijksverbond aangegaan en heeft zich te Franeker gevestigd). 1666 pestilentiali veneno correptus vivere desiit (In 1666 is hij door het gif der pest aangetast en heeft zijn leven geëindigd).
AS, nr 5964.

695] ♦ Joannes Hoverda Leovardiensis Frisius studiosus 23 martii 1659. Tandem bona causa triumphat (Uiteindelijk overwint de goede zaak). Invidiam spero (Ik hoop op afgunst).
Non ignoro quid patriae venerationi debeatur, verum publica instituta privata pietate potiora judico (Het is mij niet onbekend wat men aan eerbied voor het vaderland verschuldigd is, maar ik ben van oordeel, dat openbare instellingen beter zijn dan particuliere vaderlandsliefde).
696] Relicta hac academia in Galliam se contulit atque ibi in academia Aurelianensi juris utriusque doctor creatus et advocatus coram curia hujus provinciae inscriptus est anno 1663 (Hij heeft deze hogeschool verlaten en zich naar Frankrijk begeven, is daar aan de hogeschool te Orléans tot doctor in de beide rechten gepromoveerd en in 1663 als advokaat voor het Hof van deze provincie ingeschreven).
Et matrimonium contraxit cum amasia sua Bechius (En hij heeft een huwelijk gesloten met zijn geliefde (uit de familie) Bechius).
697] ♦ Eduardus Alberti Meurs Leovardiensis Frisius den 30 martii 1659. Fortes fortuna adjuvat (De dapperen helpt het lot).
698] Relicta academia Leovardiam se contulit atque inde Leidam profectus doctoratum juridicum petiit (Hij heeft de hogeschool verlaten, zich te Leeuwarden gevestigd en, vandaar naar Leiden vertrokken, voor het doctoraat in de rechten gestudeerd).
Advokaat 6 sept. 1664, oudst advokaat (Arch. Hof, MMM).
Dr Eduardus Meurs, advokaat voor het Hof, en Trijntje Outgers Clockenburgh, beiden
te Leeuwarden, x 14 mei 1682.
Hypotheekakte van A.H. Satinck, luitenant in de garde van de prins van Oranje-Nassau,

171


ten gunste van Trijntje Oudgers Clockenburgh, wed. dr E.M. 8 nov. 1720 (Hyp. boek 112, f. 166 v°).
Verklaring van goedkeuring door de wed. IJ. Doekema van de liquidatie tussen haar schoonvader en de advokaat P. Rudolphi wegens zijn kinderen als fideicommissaire erfgenamen van de wed. dr E.M., 9 aug. 1730 (Hyp. boek 122, f. 12).
Gen. Jb. 1961, 74 v.
AS, nr 5984.

699] ♦ Ruardus Hardomans Leovardiensis Frisius den 8 aprilis 1659.
700] Anno 1663 in patria academia doctoratus insignibus ornatus est (In 1663 is hij aan de provinciale hogeschool met de onderscheidingstekenen van het doctoraat getooid).
Advokaat 3 sept. 1663 (Arch. Hof, MMM).
Dr Ruardus Hardomans, advokaat voor het Hof, en Lijsbeth Hoytsma ond. 15, 3de procl. 23 april 1665.
Getuigeverklaring door Elisabeth Hoitsma, wed. dr R. Hardomans, oud 40 jaar, over huisvredebreuk door de zwaardveger J. Brugma 20 maart 1686 (Inf. boek C 4, p. 62).
Grafschr. III, 81.
AS, nr 5973.
AP, 27 aug. 1663.

701] ♦ Gellius Schotanus Leowerdiensis Frisius die 13 aprilis anni MDCLIX.
Seneca: Angusta est innocentia secundum leges bonum esse; multa ab homine exigunt charitas et fides, quae extra publicas sunt tabulas (Het is een beperkte onschuld goed te zijn volgens de wetten; veel (meer) eisen van de mens liefde en geloof, die buiten de staatswetboeken staan).
Leovardiam se contulit (Hij heeft zich naar Leeuwarden begeven).
Gellius Schotanus, ged, 6 febr. 1642 (als Gilles), z.v. Henricus (1610-1656, stadssteenhouwer, burgerhopman en schepen van Leeuwarden) en Engeltje Salvarda, burgerhopman, rentmeester der Doele-opkomsten 1676, test. 28 aug. 1678 voor dr Symon Hogenheim. Minne van Eminga c.s. verkopen dr Henricus Schotanus a Sterringa, pres.-burgemeester van Franeker en volmacht ten Landdage, als curator over G.S., een huis aan de oude stadswal 29 jan., Gr. Consent 11 maart 1659 (CC 21, f. 38 vº).
Op verzoek van G.S., gesterkt met zijn grootmoeder Sibrich Jans, worden dr Henricus Nannings, en Gerrit Ipes tot curatoren benoemd ter inventarisatie van de goederen door de schepen Henricus S. nagelaten 19 febr. 1656 (Aut. boek W 3).
Gellius Schotanus lidmaat 23 sept. 1665.
Advokaat 22 juni 1669, †5 sept. 1678 (Arch. Hof, MMM).
Gellius Schotanus, advokaat voor het Hof, en Rebecca Faber, beiden te Leeuwarden, ond. 4, att. 13 juni 1675; zij hertr. (att. 11 maart 1683) Joannes Duyff, notaris en secretaris van Smallingerland.
Dochter: Trijntje, ged. 21 nov. 1677 (Bij zijn overlijden liet G.S. twee kinderen na). Rebecca Faber, wed. oud-secretaris J. Duyff, verklaart dat haar in de nacht van 17/18 april diverse goederen zijn ontstolen, w.o. een mosterdpot met in de voet de letters G.S. en R.F. 14 mei 1709 (Inf. boek C 8, f. 106 vº).
Vleer, Schotanus, 16.
Dolk in Gens Schotana.
AS, nr 5944.

172


703] ♦ Jacobus Lucae Gheusius die 5 maji 1659.
704] Dum spiro spero (Zolang ik adem, hoop ik).
Anno 1661 studiorum gratia ad academiam Groninganam profectus est fin 1661 is hij om wille van zijn studie naar de Groninger hogeschool vertrokken).
Anno 1663 sese examini theologico in classe Leovardiensi commisit ibique ministerii candidatus factus est (In 1663 heeft hij zich aan het examen in de godge leerdheid blootgesteld in de classis Leeuwarden en is daar candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Romein, 551.
G.A. Wumkes in NNBW X, 283.
AS, nr 6007.

705] ♦ Nicolaus Poutsma den 21 aprilis 1659.
In spe fortitudo (In hoop ligt kracht).
706] Anno 1664 Galliam petiit ibique gradum doctoralem adeptus est (In 1664 is hij naar Frankrijk gegaan en heeft daar de doctorsgraad behaald).
Claes, z.v. Joannes Nicolai (klerk financiekamer van Gedep. Staten) en Oedtje Tammeri, ged. 21 mei 1641, jur. student te Leiden 17 sept. 1663, promoveert in Frankrijk 1664, pensionaris van Harlingen v. 1666, oudste advokaat v. 1717, vroedsman, vervangen 12 febr. 1690, diaken 17 juli 1681, 11 juli 1686, 10 juli 1692, ouderling juli 1717, vermeld Civ. Sent bk 152/24 a (1707), Gr. Consentbk 1681-243, 1699-57, Kl. Consentbk 1693-54, 1698, 141, ov. 26 april 1727, begr. W.K. 7 mei.
Advokaat 13 okt. 1664, pensionaris van Leeuwarden, raadsheer (Arch. Hof, MMM).
Dr Nicolaas Poutsma lidmaat m. att. 2 nov. 1664.
Dr Nicolaus P., advokaat voor het Hof en pensionaris van Harlingen, en Saepke Wiersma ond. 3, att. 11 maart 1666. Kinderen: Claes, ged. 29 nov. 1665; Eelckjen, ged, 1 maart 1671, begr. 14 nov. 1741, x Jelsum maart 1735 Otto Nicolaas Tholen, schepen te Leeuwar den; Oedilia, ged. 21 aug. 1672; Claes, ged, 25 jan. 1674; Berber en Marie, ged. 28 april 1675; Claes, ged. 27 nov. 1678.
Lijsbeth Hendricx, dienstmaagd van dr N.P., 21 jaar, getuige in een zaak over diefstal 7 nov. 1677 (Inf. boek C 2, p. 238).
Als opvolger van wijlen dr Alexander Cup wordt tot 4de pensionaris gekozen dr N.P.. oud-bouwmeester en advokaat voor het Hof. Voorwaarden: 1. Hij moet aan het weeshuis 100 zilveren ducatons vereren; 2. Een pensionaris mag voortaan geen vroedsman zijn; 3. Het traktement gaat in Jacobi a.s.; 4. Slechts in zwaarwichtige zaken kan de raad hem bij resolutie dubbel salaris toeleggen. 7 febr. 1690 (Raadsres.boek M 16. p. 1691 N.P. doet afstand van zijn vroedsmansplaats 11 febr. (ald., p. 171). Tot zijn opvolger als vroedsman in Minnema-espel gekozen dr W. Siccama 12 febr. (ald., p. 173)
Op verzoek van dr N.P. e.a. crediteuren van wijlen Trijntje Fransen Meyburgh wordt de notaris D. Plock geautoriseerd tot curator bonorum 2 okt. 1690 (Aut. boek W 9, f. 56 v°)
Rekening van A. Sicma, mr kleermaker te Leeuwarden, gesterkt met de pensionatis de N.P., als curator over Antje Stonebrinck, vrouw van de chirurgijn W. Heineman 26 aug 1695 (Weesbk X 13, f. 153 v°).
Op verzoek van T.W. Hayema, 23 à 24), wordt dr N.P., pensionaris van Leeuwarden, geautoriseerd tot curator ad lites iz opzegging contra Minse Gerrits es, te Kollum 27 okt 1699 (Aut, bock W 11, f. 71)

173


Verkoopakte door dr N.P., mede-oudste advokaat en pensionaris, c.s. voor L. Stellingh werf, mr wolkammer, c. ux, te Leeuwarden van een huis c.a. in het Raadhuisstraatje 25 jan. 1721 (Hyp. boek 112, f. 63 v°).
AS, nr 5981.

707] ♦ Cornelius Strigelius Leovardiensis Frisius anno 1659 den 6 junii.
708] Anno 1663 post disputationes publicas in academia hac nostra gradu doctorali condecoratus est (In 1663 is hij na een openbare verhandeling aan onze hogeschool met de doctorsgraad onderscheiden).
Advokaat 15 okt. 1663, oudste advokaat, † 26 febr. 1703 (Arch. Hof, MMM).
Op verzoek van de crediteuren van J. van der Gracht c. ux., o.w. dr C.S. als curator over Gerrytje Sirxma en advokaat van Gertruydt Potter, wed, schepen M. van Amama, wordt notaris L. Vollenhooff geautoriseerd tot curator over hun boedel 17 jan. 1693 (Aut. boek W 9, f. 132).
Op verzoek van Ysabella Anna van Heemstra, wed. C.S., oud-burgemeester van Leeuwarden, als moei van Schelto en Tjetske v. H., kinderen van jr G. v. H., oud-kapitein, en Ath van Heemstra te Oudkerk wordt procureur H. Munnix geautoriseerd tot curator 11 mei 1714 (Aut. boek W 12, f. 124 vº).
Stb. I, 169, 10de gen. a 2; II, 108 aant. 47, 274 aant. 12.
AS, nr 6012.
AP, 8 okt. 1663.

709] ♦ Elco Gravius Leovardiensis Frisius anno 1659 den 11 junii.
Quid facies, facies veneris dum Veneris ante?
Ne sedeas, sed eas, ne pereas per eas (Wat zul je doen, wanneer je voor het aangezicht van Venus komt? Blijf niet, maar ga, opdat je niet daardoor te gronde gaat).
Nobiscum Deus, quis contra nos? (God is met ons, wie (kan standhouden) tegen ons?) Gutta cavat lapidem non vi, se saepe cadendo;
Sic doctus fies non vi, sed saepe studendo (De druppel holt de steen uit niet door kracht, maar door dikwijls te vallen; zo zul je geleerd worden niet met geweld, maar door steeds weer je best te doen).
Nunquam rem facies quia nescis inescare homines (Je zult nooit iets tot stand brengen, omdat je de mensen niet weet aan te lokken).
710] Anno 1663 Galliam petiit et gradum doctoralem ibi adeptus est (In 1663 is hij naar Frankrijk gegaan en heeft daar de doctorsgraad behaald).
Advokaat 2 dec. 1663, oudste advokaat, † 28 mei 1696 (Arch. Hof, MMM).
Dr Elco Gravius, advokaat voor het Hof, en Hendrickjen Schol, beide te Leeuwarden. ond. 10, x 25 mei 1673. Kinderen: Anna, ond. 2 juli 1692, x E.Tj. Faber, koopman te Herenveen; Oenias, bode van Gedep. Staten, x le (ond. 5 okt.) 1703 Frouckjen Joeckes: x 2e (3de procl. 5 aug.) 1736 Rixtje Schuiringa; Catharina, ond. 25 mei 1698, x Willem Heems, procureur-postulant; Willem, geb. 1687; Jacobus, geb. 1689, mr chirurgijn in O.Indië; Pijttje, † v. 1719; Titia, geb, 1691, j.d. 1719; Douwe, geb. 1693, glazenmaker en verver, x (3de procl. 21 jan. 1759) Wijtske Pieters.

174


Dr Eelcko G. koopt met zijn ouders ½ huis in de Sacramentstraat 31 jan. 1677 (Gr. Consentbk 24 febr.).
Dr Eelcko G., advokaat, en Hendrickjen Schol, e.l., en dr Regnerus G. onder de kinderen van wijlen Oene G., mede voor hun moeder Trijntje Lieuwes, die een huis in de Sacramentstraat verkopen 20 jan. 1678 (Gr. Consentbk 1 febr.).
Dr Eelco Gravius lidmaat op belijdenis 7 jan. 1685.
Hypotheekakte van Livius Gravius, notaris en oud-hopman, en Feickjen Clases, e.l. onder Leeuwarden, ten gunste van dr O. van Bolten, advokaat voor het Hof, wegens salaris en kosten in het proces tegen zijn broer dr Eelco c.s. 30 mei 1690 (Hyp.boek 82, f. 45). Dr Eelco en dr Regnerus G., advokaten, onder de kinderen van Oene G. en Stijntje Lieuwes, die 3/4 in een huis aan de zuidzijde der Koningstraat verkopen 20 febr. 1696 (Gr. Consentbk 27 maart).
Hendrickjen Schol, wed. dr Eelco G., mede-oudste advokaat, als moeder van haar kinderen c.s. ruilen pm. land onder Bilgaard tegen zate te Goingahuizen 29 april 1698 (Gr. Consentbk 3 juni); zij verkopen deze 2 mei 1698 (Gr. Consentbk, f. 246).
Dr Th.D. Acronius, advokaat voor het Hof, geautoriseerd tot curator over Wilhelmus, Jacobus, Tiettje en Dominicus, wezen van Hendrikjen Schol, wed. dr E.G. 18 dec. 1709 (Aut.boek W 12. f. 29).
Rekening van Th.D. Acronius, burgemeester van Leeuwarden, als curator, rendant to. de kinderen van wijlen dr E.G. en H.S. 20 maart 1719.
AS, nr 6035.

711] ♦ Wilhelmus Petraeus Leovardiensis Frisius 1659 13 junii.
712] Anno 1663 Lugduni Batavorum juris utriusque doctor creatus est (In 1663 is hij
te Leiden tot doctor in de beide rechten gepromoveerd).
Wellicht geb. c. 1638, z.v. Pyter Hendricks (brouwer) en Aeltje Hendricks.
Dr Gulielmus Petreus, advokaat, en Idtje Douwes x (mag.) 29 aug. 1663; zij hertr. (3de procl. 17 nov. 1668) Hans Michels, pikeur en hellebaardier van de stadhouder.
Advokaat 15 juli 1663, † 16 sept. 1666 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 6023.

713] ♦ Augustinus Itsma Leovardiensis Frisius 17 septembris anno 1659.
Nobilitas sola est atque unica virtus (Adel is de enige en uitnemende deugd).
714] Relicta academia Leoverdiam secessit studiorum cursu nondum peracto et signifer cohortis pedestris postmodum designatus est (Hij heeft de hogeschool verlaten en is naar Leeuwarden vertrokken, hoewel hij de loop van zijn studie nog niet voltooid had, en is later tot vaandrig van een compagnie te voet aangesteld).
Zijn wapen in het wapenboek der Fries-Groningse studentenvereniging te Utrecht 23 nov. 1655 (NL 1924, 139).
Augustinus Idtsma lidmaat m. att. 27 april 1659.
AS, nr 6086.

715] ♦ Michael Doem Leovardiensis Frisius den 4 october 1659.
716] Anno 1663 in classe Franequerana examini theologico se submisit et sacrosancti ministerii candidatus factus est ac paulo post foedus matrimoniale iniit (In 1663 heeft hij zich in de classis Franeker aan het examen in de godgeleerdheid onder-

175


worpen en is candidaat tot de H. Dienst geworden, en kort daarna heeft hij een huwelijksverbond aangegaan).
Romein, 501, 627.
Gen. Jb. 1981, 41.
A.F.E. Duim, Het geslacht Duim, 19.
AS, nr 6048.

717] ♦ Dominicus ab Epema den 3 novembris anno 1659.
Symbolum: Sustine et abstine (Houd stand en onthoud je).
(Tekening van een put met galgen, schandpalen en gevangenis en het bijschrift:) Propter legum inobedientiam et debitam pecuniam hanc crucem sibi peperit (Wegens zijn ongehoorzaamheid aan de wetten en zijn geldschuld heeft hij zich deze zware straf op de hals gehaald).
Relictis studiis artem cum Marte commutavit et signifer factus (Hij heeft de studie opgegeven, de wetenschap voor de krijgsdienst verwisseld en is vaandrig geworden).
Stb. II. 251 aant. 7.
AS, nr 6100.

719] ♦ Johannes Rossom Leovardiensis Frisius 8 novembris 1659.
(Tekening van een galgencomplex met vogel, pektonnen en brandstapels en de bijschriften:)
Ob debitam pecuniam debitum meretur supplicium (Wegens geldschuld verdient hij de daarvoor bestemde straf).
V(om?)ito poculum post mortem (Braak de drank uit na je dood).
Sic sibi mortem volunt (Zo wensen ze zichzelf de dood toe).
720] In academia Ultrajectina medicinae doctor creatus est (Aan de Utrechtse hogeschool is hij tot doctor in de geneeskunde gepromoveerd).
AS, nr 6054.

721] ♦ Die XXV decembris MDCLIX Isaacus de Schepper Leovardienis Frisius.
Martialis: Semper bonus homo tyro est (De goede mens blijft altijd leerling).
᾿Αμαθιὰ μὲν θράσος, λογισμὸς δὲ ὀκνον φέρει
(Onwetendheid geeft vermetelheid, verstand daarentegen schroom). Thucydides.
722] Galliam petiit ibique juris utriusque doctor creatus (Hij heeft zich naar Frankrijk begeven en is daar tot doctor in de beide rechten gepromoveerd).
Advokaat 21 mei 1666, secretaris van de Staten, grietman van Achtkarspelen (Arch. Hof, MMM).
Isaac de Schepper lidmaat m. att. 23 mei 1666.
Dr Isaac de Schepper, secretaris der Staten van Friesland, en Hijlck van Haersma ond. 30 okt., att. 13 nov. 1668.
Isaacus de Schepper, secr. a.b., en Sibilla Mayontsma te Buitenpost ond. 8, 3de procl. 17 dec. 1676.
Op verzoek van Sybrandus de S., 18 j., gesterkt met zijn moeder Susanna Schuyringa,

176


wordt N. Ockama, apotheker te Leeuwarden, geautoriseerd tot curator ad litem in het proces tegen de gesubstitueerde erfgenamen van I. de S., lid van Gedep. Staten en grietman van Achtkarspelen 9 mei 1691 (Aut. boek W 9, f. 76).
In de scheiding der nalatenschap van F. de Swart een schuld aan de grietman I. de S. 6 sept. 1692 (Weesbk X 13, f. 49).
Grafschrift in LB 184 II, 84, 91.
NG, 111; Nal., 40.
Stb. I, 335, 9de gen. 4; II, 224 aant. 29.
VvO III, 124.
NL 1929, 139 v.
EvF, 570.
AS, nr 6099, [27.10.1659 philos, et iur.]
Engels, 44, 101.
Gen. Jb. 1959, 85 v.

723] ♦ Jacobus Bos Leovardiensis Frisius anno 1660 den 20 februarii.
724] Anno 1664 Leovardiae se deposuit ibique foedus matrimoniale iniit (In 1664 heeft hij zich te Leeuwarden gevestigd en heeft daar een huwelijksverbond aangegaan).
Jacobus Boss, theologisch student, en Geertje Keympes te Leeuwarden ond. 7, x 27 jan. 1665.
Jacobus Bos lidmaat m. att. 29 juni 1664.
AS, nr 6056.

725] ♦ Tiberius Swalue Lewardiensis Frisius 21 februarii anno 1660.
726] Anno 1663 relicta hac academia ad ulterius promovenda studia Leidam petiit ibique doctor creatus est (In 1663 heeft hij deze hogeschool verlaten en zich ter bevordering van zijn studie naar Leiden begeven en is daar tot doctor gepromoveerd).
Advokaat 5 sept. 1665 (Arch. Hof, MMM).
Tiberius Swaluwe lidmaat m. att. 17 jan. 1666.
Hypotheekakte van Andrijs Caspers, koopman te Leeuwarden, ten gunste van Albertus (307), Otto (433), Eco, dr Bernardus (med. dr als voogd over zijn kinderen bij wijlen Memke S.) en dr Tiberius S., (convooimeester op Termunterzijl) wegens koop van een huis tussen de Brol en Franciscuspijp 18 maart 1675 (Hyp. boek 72, f. 123 vº). Verkoop van dit huis 18 maart, Gr. Consent 22 mei 1675.
AS, nr 6001.

727] ♦ Jarichus ab Ockinga Leovardiensis Frisius anno 1660 22 februarii.
727] Symbolum: Arte et Marte (Met kunst en strijd).
Deus providebit (God zal voorzien). Genesis 22 versu 8.
Ab instituto collegio praeses quinquagesimus quartus anno 1663 mense aprilis (Van de oprichting van het genootschap af de vierenvijftigste voorzitter...).
728] Anno 1664 studiorum promovendorum gratia in Galliam profectus est et in patriam reversus paulo post capitaneus pedestris creatus (In 1664 is hij ter bevordering

178


van zijn studie naar Frankrijk vertrokken en, in het land teruggekeerd, weinig later tot kapitein te voet aangesteld).
Anno 1666 misso ad fratrem sago patri suo successit et in suprema Frisiae curia togam senatoriam adeptus est (In 1666 heeft hij de krijgsmantel aan zijn broer (Sibrand, 811) afgestaan, is zijn vader (Hero, 51) opgevolgd en heeft de toga van een raadsheer in het Hof van Friesland verworven).
Jarich van Ockinga, raad ordinaris in het Hof, en Barbara van Camstra ond. 28 maart, att. 3 april 1668.
Hypotheekakte van J.v.O., kap. inf. te Burgwerd, ten gunste van Henricus Conter, luitenant te Leeuwarden; Hero v.O., laatst ontvanger-generaal, borg 23 jan. 1679 (Hyp. boek 72, f. 712 vº).
Hypotheekakte van J.v.O., kapitein, Lodewijck v.O., luit. inf., en Sophia v.O., alle te Leeuwarden, mede voor hun absente broer Bocco te Burgwerd, ten gunste van C. Havinga, apotheker te Leeuwarden, c. ux.; borg A. de Haer, klerk ten kantore van de ontvanger Sybrand v.O. 10 maart 1682, geroyeerd 20 jan. 1703 (Hyp. boek 92, f. 89 vº).
Op verzoek van de belanghebbenden bij de boedel van de ontvanger-generaal wijlen Sybrand van Ockinga, w.o. Jarich v.0., pres. raad in het Hof, wordt dr S. Gerroltsma, advokaat voor het Hof, geautoriseerd tot curator 23 juli 1700 (Aut. boek W 11, f. 92). NH, 43.
Stb. I, Ilde gen. 1; II, 189 aant. 41.
Greydanus, 172, 195.
Gen. Jb. 1951, 58; 1952, 53, 1959, 57; 1967, 18.
EvF. 496.
AS, nr 6108 (...nobilissimi et amplissimi domini curatoris academiae Ockinga filius, zoon van de zeer edele en achtbare heer Ockinga, curator der hogeschool).

729] ♦ Tinco Teyens Leovardiensis Frisius anno 1660 den 23sten februarii.
Spe fati melioris alor (Ik voed mij met de hoop op een beter lot). Celeberrimi hujus collegii assessor fidelissimus (Zeer getrouw bestuurslid van dit zeer vermaarde genootschap).
730] Relicta hac academia ruri se deposuit atque paulo post territorii quod dicitur Opsterlandt, factus est a secretis; eodem etiam tempore foedus matrimoniale iniit cum amasia sua Vischia Fockens (Hij heeft deze hogeschool verlaten en zich op het platteland gevestigd en is korte tijd later secretaris geworden van de grietenij die Opsterland heet; in dezelfde tijd is hij ook een huwelijksverbond aangegaan met zijn geliefde V.F.).
Grafschrift: LB 184 1, 139 A.
Visser, Inv. Opsterl. Veencompagnie, 72.
AS, nr 6111.

731] ♦ Jarichus a Burum Leovardiensis Frisius 23sten februarii anno 1660.
(Pentekening van een put met galgen, schandpaal, rad en gevangenis; onderschrift:) Ob contemptum legum et inhonorum discessum sie turdus sibi malum cacat (Wegens minachting der wetten en oneervol vertrek kakt de lijster zich zo zijn straf).

179


732] Relicta hac academia ad Gallicas academias se contulit; post capitaneus cohortis pedestris designatus est (Hij heeft deze hogeschool verlaten en zich naar Franse hogescholen begeven; later is hij tot kapitein van een compagnie voetvolk aangesteld).
AS, nr 6137.

733] ♦ Johannes Simonides a Nijs Leovardiensis Frisius anno 1660 den 24 februarii.
734] 1663 relicta hac academia Trajectum petiit ibique in canonicorum numero qui Domno Ultrajectino praesunt, recensitus est (In 1663 heeft hij deze hogeschool verlaten en is naar Utrecht gegaan en is daar onder de kanunniken die de Utrechse Dom besturen, opgenomen).
Waarsch. z.v. mr Simon Simonides (advokaat, burgemeester van Leeuwarden) en Anna van Nijs.
AS, nr 6118.

735] ♦ Hermannus Zulenius Leovardiensis Frisius anno 1660 den 29 februarii. Symbolum: Λιτὸν δῶσον, λιτή γαρὶς (Een eenvoudig geschenk, een kleine gunst).
736] 1664 relicta hac academia paulo post vitam cum morte commutavit (In 1664 heeft hij deze hogeschool verlaten en weinig later het tijdige met het eeuwige verwisseld).
Hermannus Zulenius lidmaat m. att. 4 jan. 1665.
AS, nr 6109 (H. Wilhelmi Z.).

737] ♦ Henricus Hachtingius Leovardiensis Frisius anno 1660.
Ο βίος βραχὺς, ἡ δὲ τέχνη μακρὴ
(Het leven is kort, maar de kunst blijft lang).
מיהוָה תְחִלָּה וְחַקֵץ
(Vanuit de Heer is het begin en het einde).
738] Summo cum honore sacrosancti ministerii candidatus factus est sub classe Franekerana. Paulo post placide in Domino obdormovit anno 1665 (Met de hoogste eer is hij candidaat tot de H. Dienst geworden onder de classis Franeker. Korte tijd later is hij kalm in de Heer ontslapen in 1665).br>
AS, nr 6116.

739] ♦ Joachim ab Andree Leovardiensis Frisius anno 1660 3 marti.
740] Anno 1662 relicta hac academia Franekerana studiorum ergo in Galliam se contulit, ubi et obiit (In 1662 heeft hij deze hogeschool te Franeker verlaten en zich om studieredenen naar Frankrijk begeven, alwaar hij ook is overleden).
Stb. I, 67, 4de gen.; II, 46 aant. 8.
Gen. Jb. 1969, 3.
AS, nr 6112 (... nobilissimi et amplissimi domini Andree, academiae curatoris et olim

180


professoris, nepos et nobilissimi Henning Andree curia senatoris filius (... kleinzoon van de zeer edele en achtbare heer (Joachim) A., curator en vroeger hoogleraar aan de hogeschool, en zoon van de zeer edele en achtbare H.A., raad in het Hof).

741] ♦ Jarichius a Grovestins Leovardiensis Frisius anno 1660 den 5 martii.
742] Anno 1660 ab illustribus Frisiorum Ordinum deputatis territorii quod dicitur Hemelommer Olphardt et Noortwolde, praetor designatus est (In 1660 is hij door de Edelmogende Gedeputeerde Staten van Friesland aangesteld tot grietman van de grietenij die H.O. en N. heet).
NG, 309.
Stb. I, 135, 11de gen. 2; II, 83 aant. 38.
AS, nr 6113 (... nobilissimi et amplissimi domini Sicconis a Grovestins supremae curiae senatoris filius, zoon van de zeer edele en achtbare heer S. van G., raad in het Hof).

743] ♦ Tammerus Poutsma Leovardiensis Frisius anno 1660 den 8sten martii.
Celeberrimi hujus collegii assessor fidelissimus (Zeer getrouw bestuurslid van dit zeer vermaarde genootschap).
744] Relicta hac academia Leidam se contulit ibique gradum doctoralem in facultate medica adeptus est 1666 (Hij heeft deze hogeschool verlaten, zich naar Leiden begeven en daar in 1666 de doctorsgraad in de faculteit der geneeskunde behaald).
T.P., geb. c. 1644, med, student te Leiden 12 nov. 1665, gepromoveerd aldaar 14 juli 1666 op dissertatie De Phthisi (Over de Tering), landschapsmedikus 30 jan. 1674.
Dr Tammerus P., landschapsmedicus te Leeuwarden, verkoopt losland in Bouweschar onder IJlst aan dr Petrus P., commies van financiën van Friesland (925), laatst geproclameerd 28 febr. 1698 (Procl. boek K 1).
AS, nr 6115.

745] ♦ Siboldus Faetsma Leovardiensis Frisius anno 1660 17 martii.
746] Anno 1663 placide in Domino obdormivit (In 1663 is hij kalm in de Heer overleden).
Greydanus, 132.

747] ♦ Gualtherus Danielis Plecker Leovardiensis Frisius anno 1660 den 28 maerti.
748] Anno 1664 sese uno cum domino Wiglio examini Leovardiae submisit, ubi et ministerii candidatus creatus est (In 1664 heeft hij zich tegelijk met de heer W. (657) te Leeuwarden aan het examen onderworpen en is daar ook als candidaat tot de (H.) Dienst toegelaten).
Anno 1665 ad munus ecclesiasticum in pago Idaerd est vocatus (In 1665 is hij tot het kerkelijk ambt in het dorp I. beroepen).
Romein, 159. G.A. Wumkes in NNBW X, 735.
AS, nr 6114.

181


749] ♦ Meinardus Bernardi Homan Leovardiensis Frisius anno 1660 den 18 april.
Symbolum: Epistola Pauli 2 Corinthios X versu 18: Non qui se ipsum, sed quem Dominus commendat, probandus est (Niet hij die zichzelf aanprijst, heeft de proef doorstaan, maar hij die geprezen wordt door de Heer).
750] Anno 1665 examini Leoverdiae se submisit, ubi et ministerii candidatus factus est (In 1665 heeft hij zich te Leeuwarden aan het examen onderworpen en is daar ook candidaat tot de (H.) Dienst geworden).
Meynardus Homan, lidmaat m. att. 8 maart 1665.
Meynardus Homan, predikant te Oostermeer c.a., en Lijsbeth Gerryts van der Werff, wed. ds Tassema ond. 12, att. 19 jan. 1667.
Romein, 139.
AS, nr 6124.

751] ♦ Theodorus Hilarius Leovardiensis Frisius 30 maji anno 1660.
752] Anno 1665 placide obiit (In 1665 is hij kalm overleden).
AS, nr 6142.

753] ♦ Marcus Abbema Leovardiensis Frisius anno 1660 6 junii.
Hypotheekakte van Merck Bonnes, secretaris van IJlst, voor Jantjen Boelema, wed. J. van Loo, d.d. 14 mei 1624, met kwijting van Henrick Martens, apotheker te Leeuwarden, namens de erfgenamen van Jantjen voor Hijlk Sipkes, weduwe van de secretaris Floris Mercks, optredende voor haar zoon M.A., d.d. 18 mei 1669 (Hyp. boek 62, f. 94 vº).
AS, nr 6150.

755] ♦ Albertus Hachtingius Leovardiensis Frisius den 5 septembris.
756] Anno 1665 summa cum laude sub classe Franequerana sacrosancti ministerii candidatus factus est (In 1665 is hij met de hoogste lof onder de classis Franeker candidaat tot de H. Dienst geworden).
Paulo post pestilentiali veneno correptus placide in Domino obdormivit (Korte tijd later is hij door het gif der pest aangetast en kalm in de Heer ontslapen).
AS, nr 6156.

757] ♦ Sixtus Ursinga Leovardiensis Frisius 12 september 1660.
Symbolum: Timor Domini est initium sapientiae (De vrees voor de Heer is het begin der kennis). Proverbia 1.7.
Celeberrimi hujus collegii assessor fidelissimus (Zeer getrouw bestuurslid van dit
zeer vermaarde genootschap).
758] Anno 1665 matrimonium contraxit (In 1665 heeft hij een huwelijk gesloten).
AS, nr 6138 (... Harlinga Frisius).

759] ♦ Jellardus ab Aitsema Leovardiensis Frisius 27 septembris 1660.
Stb. II, 161 aant. 5.

182


761] ♦ Annaeus a Wijckel Leovardiensis Frisius den 29 novembris 1660.
Vivit post funera virtus (De deugd leeft voort na de dood).
762] Relicta academia signifer creatus est et anno 1665 extremum diem morte confecit (Hij heeft de hogeschool verlaten, is tot vaandrig aangesteld en heeft in 1665 door de dood zijn laatste dag volbracht).
Stb. I, 410, 4de gen. 3; II, 284 aant. 24.
Visser, Archief Opsterl. Veencompagnie, 70.
AS, nr 6210 (... amplissimi viri Hansonis a Wijckel, inter Ordines Generales deputati, filius, frater Johannis, zoon van de Hoogmogende Heer H. van W., gedeputeerde ter Staten-Generaal, broer van J. (763)).

763] ♦ Joannes a Wijckel Leovardiensis Frisius, datum 29 novembris 1660.
Symbolum: Adhuc mea messis in herba (Nog staat mijn oogst in halmen). Tria debemus Deo, nempe honorem, amorem et timorem. Honorem Creatori. Amorem Redemptori. Timorem Judici. Tria proximo, nempe obedientiam, concordiam et aequitatem. Obedientiam superiori. Concordiam pari. Aequitatem inferiori. Tria nobis, munditiam cordi, custodia(m) ori, am corpori (Drie dingen zijn wij aan God verschuldigd, namelijk eer, liefde en vrees: eer aan de Schepper, liefde aan de Verlosser, vrees aan de Rechter. Drie dingen aan onze naaste, namelijk gehoorzaamheid, een goed verstandhouding en billijkheid: gehoorzaamheid aan onze meerdere, een goede verstandhouding aan onze gelijke en billijkheid aan onze ondergeschikte. Drie dingen aan onszelf; zuiverheid aan ons hart, waakzaamheid aan onze mond en aan ons lichaam).
764] Anno 1665 post disputationem publice habitam, cujus auctor et respondens, Leidam petiit (In 1665 is hij na het houden van een verhandeling in het openbaar, waarvan hij de schrijver en verdediger was, naar Leiden gegaan).
Johannes van Wijckel lidmaat 23 sept. 1665.
Advokaat 27 nov. 1667, ontvanger-generaal (Arch. Hof, MMM).
Dr Johannes van W., mede-ontvanger-generaal van Friesland, en Aefke van Buttinga te Balk ond. 24 jan., att. 2 febr. 1673.
Stb. I, 410, 4de gen. 4; II, 284 aant. 25.
Visser, Archief Opsterl. Veencompagnie, 71.
AS, nr 6211 (... frater Annaei, broer van Annaeus (761)).

765] ♦ Benedictus Hachtingius Leovardiensis Frisius den 1 decembris 1660.
Symbolum: Si Deus nobiscum, quis contra nos? (Als God met ons is, wie (kan dan iets beginnen) tegen ons?).
Mors sceptra ligonibus acequat (De dood maakt scepters en houwelen gelijk).
Horatius.
Ab instituto collegio praeses quinquagesimus sextus anno 1664 (Van de oprichting van het genootschap af de zesenvijftigste voorzitter in 1664).
766] Invidia alor (Door afgunst (waarvan ik het voorwerp ben,) word ik sterker).
[766] Anno 1665 placide obdormivit (In 1665 is hij kalm ontslapen).
AS, nr 6212.

183


767] ♦ Joannes Mejontsma Leovardiensis Frisius anno 1660, datum 7 decembris.
Celeberrimi hujus collegii assessor fidelissimus (Van dit zeer vermaarde genootschap een zeer getrouw bestuurslid).
Johannes Mejontsma, med. dr te Leeuwarden, en Willemina Hansma van Bolsward ond. 4, att. 26 juni 1675.
Op verzoek van dr Petrus Hendricus Paetreus, in 't 23ste jaar, mede voor Gerardus (in 't 21e), Joannes (in 't 19de) en Rosa P. (in 't 13de jaar), wordt dr Joannes Mejontsma als oom geautoriseerd tot curator bonorum over hen I okt. 1684 (Aut. boek W 8, f. 4).
Op verzoek van dr J. Mejonsma, curator over de kinderen van wijlen dr Joannes Petracus, gesterkt met dr P.H. P., wordt dr J. van Peyma geautoriseerd tot curator ad actum div. gezien M.'s voortdurende onpasselijkheid 20 juli 1686 (ald., f. 77).
Stb. II, 62 aant. 36.
Gen. Jb. 1952, 55.
AS, nr 6213.

769] ♦ Martinus Bechius Leovardiensis Frisius anno 1660 den 17 decembris.
(Tekening van een put met galgen, schandpalen, raderen en gevangenis met bijschriften:)
Qualis pater, talis filius (Zo de vader, zo de zoon).
Ob inobedientiam legum, praesidis contemptum et pecuniam debitam dignus est qui cruce notetur (Wegens ongehoorzaamheid aan de wetten, minachting van de voorzitter en geldschuld is hij waard met een kruis(teken) gestraft te worden).
Marten, z.v. dr Petrus Petri Bechius, advokaat voor het Hof (161), en Auckjen Martinus Potter, ged. 12 juli 1643.
Aangesteld tot luitenant in de compagnie Schwartzenberg 22 juni 1666 (Statenarchief, G 248, f. 157 vº), overgeplaatst naar comp. Andla 30 april 1674 (ald., G 25%, f. 366), † v. 4 juni 1674 (ald., G 257, f. 116 v).
M.P.B. vermeld Gr. Consentbk 1670, 53; 1674, 189. (vgl. 161, 77).
Testeert 27 maart 1673.
AS, nr 6218.

771] ♦ Hansonius Hes Leovardiensis Frisius, datum 1660 23 december.
Horatius Libro Carminum III, Oda XXX:
Exegi monumentum aere perennius
Regalique situ pyramidum altius,
Quod non imber edax, non Aquilo impotens
Possit diruere aut innumerabilis
Annorum series et fuga temporum.
Non omnis moriar multaque pars mei
Vitabit Libitinam. Usque ego postera
Crescam laude recens, dum Capitolium
Scandet cum tacita virgine pontifex
(Ik heb een gedenkteken volbracht, bestendiger dan brons en verhevener dan het koninklijke bouwwerk der pyramiden, dat de verterende regenbui, de razende

185


Noordenwind, een ontelbare reeks jaren of de vlucht der tijden niet kan ver. woesten. Niet helemaal zal ik sterven en een groot deel van mij zal aan de Dood ontkomen. Voortdurend zal ik groeien in eer bij het nageslacht, zolang de opper. priester het Capitool beklimt onder het stilzwijgen der maagd).
Symbolum: Pietas tutissima virtus (Plichtsbesef is de zekerste deugd).
Homerus: Οὐ χρὴ παννύχιον εὔδειν βουληφόρον άνδρα
(Een raadgevend man hoort niet de hele nacht te slapen).
לֹא אֵל חָפַצְ רָשע אתָה לֹא יְנִיךְ יְען
(Want U bent geen God die welgevallen heeft aan het kwaad; geen boze zal bij U vertoeven).
Χρόνος πάντα καλά τίκτει (De tijd brengt alle mooie dingen voort).
772] Derelicta hac academia ad promovenda studia Groningam petiit (Hij heeft deze hogeschool verlaten en is ter bevordering van zijn studie naar Groningen gegaan).
1666 post legitima classis Doccumanae examina sacrosancti ministerii candidatus creatus est (In 1666 is hij na een wettig examen door de classis Dokkum als candidaat tot de H. Dienst toegelaten).
I.p.v. dr Moda, tot predikant beroepen, wordt Hans Hes met de stadspensie gebeneficeerd 22 aug. 1659 (Mag. res. M 7, p. 328).
Romein, 149, 603.
G.A. Wumkes in NNBW IV, 728.
AS, nr 6223.

773] ♦ Sebastianus Baerdt Leovardiensis Frisius, datum 31 januarii 1661.
Symbolum: Ick kan noch leeren.
Celeberrimi hujus collegii nationalis assessor fidelissimus (Zeer getrouw bestuurslid van dit gevierde stedelijk genootschap).
774] Anno 1664, postquam fideliter aliquamdiu studio juridico inhaesit inque eo felices progressus fecit, pie placideque Harlingae in Domino obdormivit et sic Datori et Creatori Deo adstantibus amicis animam reddidit, corpus matri terrae reposuit, famam orbi reliquit (In 1664 is hij, nadat hij zich een tijd lang aan de studie in de rechten had gewijd en daarin vruchtbare vorderingen had gemaakt, godvruchtig en kalm te Harlingen in de Heer ontslapen en heeft zo zijn ziel in tegenwoordigheid van zijn vrienden aan God, de Gever en Schepper, teruggegeven. zijn lichaam aan moeder aarde te rust gegeven en zijn goede naam aan de wereld nagelaten).
Heerma van Voss en Osinga in NL. 1930, 87.
AS, nr 6222 (... Harlinganus).

186


775] ♦ Feio a Buttinga Leovardiensis Frisius, datum 4 maji.
Symbolum: Doctrina ubique viaticum (Kennis is overal reisgeld).
Ab instituto collegio praeses quinquagesimus septimus (Van de oprichting van het genootschap af de zevenenvijftigste voorzitter).
776] Anno 1665 in pago quodam, qui dicitur Balck, se deposuit (In 1665 heeft hij zich gevestigd in een zeker dorp, dat Balk heet).
Feye, z.v. dr Cornelius B. (raadsheer in het Hof) en Rinske Feyedr van Heydoma, geb. Balk c. 1642, luit. van een compagnie te voet, vermeld bij de scheiding der nalatenschap van zijn vader 20 sept. 1650.
H.L. Kruimel in Jb. C.B. XXIII, 105.

777] ♦ Vincentius Julius a Beyma Leovardiensis Frisius 8 maji 1661.
Noscitur ex labiis quantum sit virginis antrum;
Noscitur ex naso quanta sit hasta viri.
Dactilus antiquus non est mulieris amicus,
Frangitur ut stramen cum venerit ante foramen (Aan de lippen merkt men, hoe groot de grot van een meisje is; aan de neus merkt men, hoe groot de lans van een man is. Een oude vinger is geen vriend van de vrouw, hij breekt als een stro, als hij voor de opening komt).
778] Relicta academia Leovardiam se contulit et signifer cohortis pedestris ab Ordinibus creatus est (Hij heeft de hogeschool verlaten en zich naar Leeuwarden begeven en is door de Staten tot vaandrig van een compagnie voetvolk aangesteld).
Stb. I, 36, 9de gen. 1; II, 35 aant. 44.
AS, nr 6244.

779] ♦ Tinco ab Andringa Leovardiensis Frisius anno 1661 20 augusti.
Sy(m)bolum: Anchora salutis Christus (Het anker van het heil is Christus).
780] Anno 1664 una cum domino Ockinga Galliam petiit et anno 1666 territorii quod dicitur Lemsterlandt, praetor creatus est (In 1664 is hij met de heer O. (727) naar Frankrijk gegaan en in 1666 tot grietman van de grietenij die Lemsterland heet, aangesteld).
Grafschrift in LB 184 III, 99.
NG, 373.
Stb. I, 242, 5de gen. 3; II, 163 aant. 23.
Wijnaendts, Scheltinga, 40 v., 66.
Gen. Jb. 1957, 21.
Visser in NL 1961, 451.
Engels, 39, 43, 45, 79.
[*1643 †1689 begr Oldeboorn
AS, nr-6315 20-8-1661 Frisius, phil.]

781] ♦ Martinus Boelema Leovardiensis Frisius 25sten augusti 1661.
782] Anno 1662 relicta hac academia Leovardiam se contulit (In 1662 heeft hij deze hogeschool verlaten en zich naar Leeuwarden begeven).
Martinus Boelema lidmaat 30 jan. 1667. Martinus Boelema en Teuntje Roeloffs, beide te Leeuwarden, ond. 26 mei, x 14 juni 1677.
AS, nr 6308.
Zie ook de naamgenoot (847).

187


783] ♦ Wernerus Gutberleth Tobiae filius 16 septembris anno 1661.
Symbolum: φθόνῳ καὶ πόνῳ
(Tot afgunst en door inspanning).
Ea demum vera libertas, Deo, magistratui et legibus servire; his enim inservimus ut liberi esse possimus, Deo scilicet ut authori, magistratui ut patronis, legibus ut remediis (Hierin bestaat eerst de ware vrijheid, God, de overheid en de wet te gehoorzamen; dezen immers staan wij ten dienste om vrij te kunnen zijn, God als onze Schepper, de overheden als onze beschermers en de wetten als onze redmiddelen).
Celeberrimi hujus collegii assessor fidelissimus (Zeer getrouw bestuurslid van dit zeer vermaarde genootschap).
784] Anno 1665 mense novembris post examen et habitam disputationem juris utriusque doctoris insignia adeptus est (In november 1665 heeft hij na een examen en het houden van een verhandeling de onderscheidingstekenen van doctor in de beide rechten behaald).
Advokaat 23 nov. 1665 (Arch. Hof, MMM).
Warnerus Gutberleth lidmaat 26 sept. 1666.
Getuigeverklaring van dr Warnerus Gutberleth, advokaat voor het Hof, over een door hem verhinderde moordaanslag op de wijnhandelaar F. Buiningh 2 mei 1671 (Inf. boek C 1, p. 409).
Dr W.G., advokaat voor het Hof, en Antje Sprongh, beide te Leeuwarden, ond. 13 aug.. att. 7 sept. 1673.
Getuigeverklaringen van Claes Joosten, executeur, en zijn assistenten over verzet van de kuiper Franssen, bijgestaan door dr. Gutberleth, tegen betaling van een door de magistraat opgelegde boete 13 april 1676 (Inf. boek C 2, p. 153-157).
Twee hypotheekakten ten gunste van dr W.G. (de eerste maal als curator) 19 jan. 1677] en 8 jan. 1679, gecasseerd op verzoek van zijn moeder Geeske Brongersma 13 dec. 1679] resp. 12 febr. 1681 (Hyp. boek 72, f. 134, 183).
Dr Joannes de Bell, advokaat voor het Hof, geautoriseerd tot curator over Tobias, nagelaten zoontje van dr W.G. en A.S. 30 dec. 1685 (Aut. boek W 8, f. 52 vº).
Rutger Douwes, boelgoedschrijver te Leeuwarden, geautoriseerd tot curator ad actum div. over dezelfde op verzoek van zijn tante Barbara G. 14 okt. 1684 (ald., f. 109 vº).
AS, nr 6261 (... spectatissimi et eruditissimi viri domini Tobiae Guthberlethi, scholae Leovardianae rectoris, filius, zoon van de zeer voortreffelijke en zeer geleerde heer Tobias Gutherleth, rector van de (Latijnse) school te Leeuwarden).
AP, 13 nov. 1665.

785] ♦ Joannes Petri Leovardiensis Frisius 11 octobris 1661.
Symbolum: Pro patria dimicandum (Voor het vaderland moet men strijden).
786] Anno 1666 mense junio Leoverdiae placide in Domino obdormivit et in pago Marsum sepultus est. (In juni 1666 is hij te Leeuwarden kalm in de Heer ontsla pen en in het dorp Marsum begraven).
Koopmans, 178.
AS, nr 6353.

188


787] ♦ Wilhelmus Siccama Leovardiensis Frisius anno 1662 den 4den januarii.
Symbolum: Audentes fortuna juvat (Het geluk helpt de moedigen). Virgilius.
Nec volo nec valeo placitum me reddere cunctis,
Sed volo, si valeo, posse planere bonis (Ik wil noch kan mij bij allen geliefd maken, maar ik wil, als ik daartoe in staat ben, kunnen behagen aan goede mensen).
Leges neminem in paupertate vivere nec in anxietate mori permittunt (De wetten laten niemand in armoede leven of in kommer sterven). N. I...
Collegii nostri celeberrimi praeses sexagesimus anno 1666 20 januarii (Zestigste voorzitter van ons zeer vermaarde genootschap...).
Cupiditas discendi sola vivendi ratio optima (De begeerte om te leren is de enige (en) beste leefregel). Legitur apud Julianum 20 ff. de fidei commissorum libertate.
788] Anno 1666 mense junio in patria hac academia summa cum laude juris utriusque doctor creatus est (In juni 1666 is hij aan deze provinciale hogeschool met de hoogste lof tot doctor in de beide rechten gepromoveerd).
Advokaat 4 juli 1666, oudste advokaat (Arch. Hof, MMM).
Dr W.S., advokaat voor het Hof, en Benjamina Douglas ond. 6, att. 24 mei 1670.
Dr Gulielmus Siccama lidmaat m.att. 26 sept. 1666.
Imck Anna van Bolten, vrouw van F. Ernsthuys te Leeuwarden, verkoopt dr W.S., advokaat, een huis op de Eewal 2 febr. 1695 (Gr. Consentbk ee 28, f. 322).
Aurelia C. van Gottinga, vrouw van majoor R. Hamilton van Silvertonhill, verkoopt dezelfde, advokaat en vroedschap te Leeuwarden, 15 pm. losland buiten de Vrouwenpoort 29 april 1699 (Gr. Consentbk ee 30, f. 96).
Hoite Melles cum uxore te Leeuwarden dragen bij akte van precario hun goederen, welker waarde minder is dan hun schuld aan dr W.S., aan hem over, maar mogen ze ter bede in bezit houden 30 april 1700 (Hyp. boek 92, f. 30 vº).
Dr W.S. wegens de oud-kapitein J. van der Heide onder de geïnteresseerden in de boedel van wijlen ontvanger-gen. S. van Ockinga, op wier verzoek de advokaat dr S. Gerroltsma wordt geautoriseerd tot curator over die boedel 23 juli 1700 (Aut. boek W 11, f. 92).
Grafschrift in LB 185 IV, 138.
Stb. I, 105, 5de gen. 3; II, 69 aant. 19.
Greydanus, 144, 179, 191.
Gen. Jb. 1960, 107.
Fokkema, De Siccama's, 397.
AS, nr 6361.

789] ♦ Philippus ab Albada Leovardiensis Frisius anno 1662, actum den 8sten januarii. Symbolum: Domat omnia virtus (Deugd overwint alles).
Aliud: J'ay l'affection pour servir
Les dames, mais pour une mourir (Ik heb de neiging om de dames te dienen, maar voor één (slechts wil ik) sterven).
Aliud: Candida instar lilya (Als de blanke lelie).
Celeberrimi hujus collegii assessor fidelissimus (Zeer getrouw bestuurslid van dit zeer vermaarde genootschap).
Hypotheekakte van Philippus en Gerbrandus v. A. te Marsum ten gunste van dr J. Rispens c. ux. 10 okt. 1679 (Hyp. boek 72, f. 101 vº).
Ph. v. A. te Terkaple en Maria Elionora Murray ond. (ger.) 16, att. 30 april 1686, Stb. I, 19, 6de gen. 3; II, 18 aant. 23.
AS, nr 6391.

791] ♦ Henricus Gualtheri a Finia subscripsit Leovardiensis Frisius den 4 februarii 1662.
Symbolum: Suum cuique pulchrum (Ieder het zijne (te geven) is mooi).
Ab instituto collegio praeses quinquagesimus octavus anno 1665 (Van de stichting van het genootschap af de achtenvijftigste voorzitter in 1665).
792] Lugdunum Batavorum ad promovenda studia se contulit (Ter voortzetting van zijn studie heeft hij zich naar Leiden begeven).
Advokaat 1 mei 1676 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 6394.

793] ♦ Hayo Doyema Leovardiensis Frisius anno 1662 6den februarii.
Symbolum: Tempore felici multi numerantur amici; Si fortuna perit, nullus amicus erit (In een gelukkige tijd telt men veel vrienden; als de fortuin verdwijnt, zal er geen vriend (meer over) zijn).
Hayo Doyema, notaris, en Agatha van Reen ond. 17, x (stadhuis) 24 jan. 1668. Hypotheekakte van Gerben Clasen, brouwer te Leeuwarden, ten gunste van H.D., notaris 6 mei 1669; 6 sept. 1676 verklaart R. Briffo als curator over het weeskind van H.D., dat de schuld is voldaan (Hyp. boek 62, f. 171).
Koopmans, 177.
AS, nr 6398.

795] ♦ Gerhardus van der Lely Leovardiensis Frisius den 7 februarii 1662.
Qui stat, videat ne cadat (Wie staat, zie toe dat hij niet valt).
Celeberrimi hujus collegii Leovardiensis assessor fidelissimus (Zeer getrouw bestuurslid van dit zeer vermaarde Leeuwarder genootschap).
Advokaat 5 dec. 1668, oudste advokaat 11 maart 1707 (Arch. Hof, MMM).
Getuigeverklaring van dr. G. v.d. L., advokaat, over een aanval op de wijnhandelaar F. Beerningh in een herberg 2 mei 1671 (Inf. boek C 1, p. 410).
Dr Gerhardus van der Lely, advokaat voor het Hof, en Hackjen Beyma van Aerssen, beide te Leeuwarden, x (stadhuis) 3 juli 1674.
Op verzoek van dr Gerrardus v.d. L. c.s., gelastigden der crediteurs van wijlen Jamus Mourray, wordt L. Vollenhove, procureur voor het gerecht van Leeuwarden, geautoriseerd tot curator over diens boedel 9 sept. 1685 (Aut. boek W8, f. 44).
Dr G. v.d. L., advokaat, op verzoek van S. Wiglius, oud in 't 18de jaar, geautoriseerd tot curator tot scheiding van zijn vaderlijke goederen met zijn moeder 25 nov, 1685 (ald.. f. 49 vº).
Op verzoek van de bouwmeester J. van Aersen c.s., naaste verwanten van dr Hypolitus Beyem van Aersen, wordt dr G. v.d. L. benoemd tot curator over hem 26 juni 1686 (ald., f. 74 vº).
Lijsbeth Jans, in 't 17de jaar, vroeger dienstmaagd bij G. v.d. L., verklaart dat dr. H. Beima van Aerssen destijds wel bij haar broodheer kwam 24 sept. 1685 (Inf. boek C 3.

190


p. 397); zie verder op deze naam (495).
Fredrick (mr goudsmid te Leeuwarden), Gerardus en Petronella v.d. L. te Leeuwarden, erfgenamen onder beneficie van inventaris van hun broer Tjerck, verkopen huis in de Speelmanstraat 31 dec. 1705 (Kl. Consentbk 12 maart 1706).
Bij de boedelscheiding tussen de erven van Biense Joannes is zijn weduwe gesterkt met dr G. v.d. L. 10 febr. 1707 (Weesbk X 14, p. 32).
Bij de rekening over de nagelaten goederen van C. Backerus is zijn hypothecaire creditrice Auckjen Taekes, vrouw van E. van Putten, geassisteerd met dr G. v.d. L. 19 juni 1713 (ald., p. 174).
Hypotheekakte van H. Cuyper, wed. H. Castoel, ten gunste van Hackje van Aersen, wed. dr G. v.d. L. 31 aug. 1721 (Hyp. boek 112, f. 157).
AS, nr 6402.

797] ♦ Jacobus a Campen Leovardiensis Frisius den 8 februarii 1662.
Celeberrimi hujus collegii Leovardiensis assessor fidelissimus (Van dit zeer vermaarde Leeuwarder genootschap een zeer getrouw bestuurslid). Actum 12 maji 1666.
Symbolum: Juventus vana, caeca (De jeugd is ijdel en blind).
Talis vita, finis ita (Zoals het leven, zo (is ook) het einde).
798] Leidam se contulit ibique gradum doctoralem adeptus est (Hij heeft zich in 1666 naar Leiden begeven en daar de doctorsgraad behaald).
Advokaat 17 juli 1666 (Arch. Hof, MMM).
Dr Jacobus Campen, advokaat voor het Hof, en Gaatske Claeses van Marsum x (stadhuis) 19 dec. 1670.
AS, nr 6389.

799] ♦ Vitus Sixti Leovardiensis Frisius anno 1662 den 11 april.
Symbolum: Viva memor lethi, hora fugit (Leef gedachtig aan de dood, de tijd spoedt voort).
800] Derelicta hac academia territorii quod dicitur Menaldumadeel, factus est a secretis uxoremque sibi Mariam Hanenburgh elegit anno 1664 (Hij heeft deze hogeschool verlaten, is secretaris geworden van de grietenij die Menaldumadeel heet, en heeft Maria H. tot vrouw gekozen in 1664).
Vitus Johannis Sixti, secretaris, lidmaat m. att. 20 juni 1664. Vitus Joannes S., secretaris van Menaldumadeel, en Maria van Hanenburgh ond. 25 juni, att. 3 juli 1664.
Scheiding met zijn vader 23 okt. 1665 (zie 603). Akte waarbij hij met zijn mede-erfgenamen wordt ontslagen van een borgtocht 6 sept. 1669 (zie 603).
Extract uit verschillende boelgoederen betreffende de schulden van Duytse Moeder, uitdragerse te Leeuwarden, aan V.J.S., secretaris van Menaldumadeel 26 okt. 1669 (Hyp. boek 62, f. 159 v°).
AS, nr 6205.

801] ♦ Dominicus Bossenius Leovardiensis Frisius 1 martii 1662.
801] Symbolum: Frons aperta, mens clausa, lingua parca (Een open gelaat, een gesloten geest, een spaarzame tong).

191


802] Anno 1686 die 4 aprilis juris utriusque doctor in academia Franequerensi solemn ter salutatus est (Op 4 april 1666 is hij aan de Franeker hogeschool plechtig tot doctor in de beide rechten gepromoveerd).
Dominicus Bossenius, j.u.d., lidmaat m. att. 23 mei 1666,
Advokaat 24 april 1666, † 15 dec. 1679 (Arch. Hof, MMM).
Dr Dominicus Bossenius, advokaat voor het Hof, en Titia Poutsma ond, 4, 3de prod. 12 juli 1668.
AS, nr 6409.
AP, 5 april 1666.

803] ♦ Joannes Althuys Leovardiensis Frisius den 19 martii anno 1662.
Symbolum: Fortes fortuna juvat (De dapperen helpt het lot).
Celeberrimi hujus collegii assessor fidelissimus anno 1666 (Van dit zeer vermaarde genootschap een zeer getrouw bestuurslid in 1666).
804] Leovardiam se contulit ibique sacrosanctae theologiae candidatus factus (Hij heeft zich naar Leeuwarden begeven en is daar candidaat in de H. Godgeleerd heid geworden).
Ds Johannes Althuysius, pred, te Deersum c.a., geapprobeerd 8 okt. 1674, lid classis 3 april 1675, † eind 1708.
Johannes Althuysius, pred, te Deersum en Poppingawier, en Voske Jans te Leeuwarden 3de procl. 23 juni 1678.
Ds J.A. predikant te Deersum c.a., geautoriseerd tot curator over Yda Plecker, oud 20 j., overeenkomstig het testament van haar moeder Hillegunda Schaep 19 aug. 1689 (Aut. boek W 9, f. 28).
Romein, 343.
Gen. Jb. 1953, 58.
AS, nr 6399.

805] ♦ Laelius a Lijcklama Leovardiensis Frisius anno 1662 den 30 maji.
Periissem nisi periissem (Ik zou gestorven zijn, als ik niet verdwenen was).
Getuigeverklaringen over stokslagen, Laelius van Lijcklama uit wraak toegebracht door de gewezen kwartiermeester P. de Baer, en diens bekentenis 3 juni 1690 (Inf. boek C 5. p. 1-3).
Stb. I, 250, 6de gen. 2; II, 171 aant. 18.
NL 1961, 454.
AS, nr 6419.
Gen. Jb. 1971, 102.

807] ♦ Martinus Wijngaarden Leovardiensis Frisius anno 1662 den 18 junii.
Kaart, ......, kan
Bederft menigh man.
808] Relicta hac academia territorii quod dicitur 't Bildt, a secretis factus est (heeft deze hogeschool verlaten en is secretaris geworden van de grietenij die 't B. heet).
AS, nr 4664 (M. van W.).

192


809] ♦ Franciscus a Jorritsma Leovardiensis Frisius den 20 augusti anno 1662.
Symbolum: Virtus omnia penetrat (Deugd doordringt alles).
810] Anno 1665 exactis diebus canicularibus Galliam petiit ibique juris utriusque doctorem se pronuntiari curavit (In 1665 is hij na het einde der Hondsdagen naar Frankrijk gegaan en heeft daar [zich] tot doctor in de beide rechten [laten] promoveren).
Dr Franciscus Jorritsma lidmaat m.att. 30 jan. 1667.
Advokaat 18 maart 1667, secretaris van Leeuwarden, landssecretaris, raadsheer (Arch. Hof, MMM).
Wegens bedanken van dr J. Adius voor het secretarisambt draagt de raad dit op aan dr Franciscus Jorritsma, advokaat voor het Hof 23 sept. 1670 (Mag. res. boek M 10, p. 34).
Omdat het pensionarisambt van Leeuwarden door de benoeming van F. van Burum tot raad in het Hof vakant is geworden, kiest de magistraat als zodanig de secretaris dr F.J. op een tractament van ƒ 200 met ingang van het aftreden of overlijden van een der andere pensionarissen 30 dec. 1675 (M 11, p. 282).
Dr F.J., door de Staten begunstigd met het secretarisambt, doet afstand van het ambt van stadssecretaris 2 maart 1678 (M 12, p. 190).
J. Backer, procureur-postulant voor het gerecht van Leeuwarden, geautoriseerd tot curator bonorum over Sijdtske van Idserda, met opdracht de ontvangsten te consigneren in handen van F. van J., raad ordinaris 30 jan. 1711 (Aut. boek W 12, f. 58 vº).
NH, 48.
G.A. Wumkes in NNBW IX, 478.
Gen. Jb. 1961, 74.
AS, nr 6479.

811] ♦ Sibrandus ab Ockinga Leovardiensis Frisius 24 augusti anno 1662.
Invia virtuti nulla est via (Voor de deugd is er geen onbegaanbare weg).
Symbolum: Praeest prudentia bellis (Verstand is beter dan strijd).
Ab instituto collegio praeses quinquagesimus nonus anno 1665 limo maji (Van de oprichting van het genootschap af de negenenvijftigste voorzitter op 1 mei 1665).
Deo volente (Als God het wil). Jacobi Epistola capite 4, versu 15.
Quid non pro patria? (Wat (doet men) niet voor het vaderland?).
812] Anno 1666 cohortis pedestris capitaneus ab illustribus et praepotentibus dominis Ordinum Frisiae deputatis designatus est (In 1666 is hij tot kapitein van een compagnie voetvolk aangesteld door de Edelmogende Heren Gedeputeerde Staten van Friesland).
Sibrand van Ockinga, kap. inf., en Jeltje van Harinxma, beide te Leeuwarden, ond. 22 febr., att. I maart 1672.
Getuigeverklaringen over een handgemeen van S.v.O. en F. Winter, gedeputeerde en burgemeester van Leeuwarden, in de herberg de Valck op de Wirdumerdijk n.a.v. politieke meningsverschillen 10 nov. 1673 (Inf. boek C 2, p. 74-79). Zie ook bij J. Crul (837).
Op verzoek van de crediteuren van wijlen O. van Oesten, o.w. S.v.O., ontvanger-generaal, wordt dr N. Winsemius, advokaat voor het Hof, geautoriseerd tot curator over diens boedel 8 april 1695 (Aut. boek W 10, f. 74).

193


Dr S. Gerroltsma geautoriseerd tot curator over de boedel van wijlen S.v.O. 23 juli 1700 (zie Jarichus ab Ockinga, 727).
S.v.O. vermeld in akten in Hyp. boek 92 d.d. 10 maart 1682 en 1 aug. 1696 (f. 79 v en 89 v°) (zie ook J. ab Ockinga, 727).
Stb. I. 281, 11de gen. 2; II, 189 aant. 42.
EvF, 496.
Gen. Jb. 1966, 92.
AS, nr 6530.

813] ♦ Stephanus Can subscripsit Leovardiensis Frisius anno 1662 den 28 augusti. Amicum proba, probatum ama, amatum conserva (Beproef je vriend, houd van de beproefde, bewaar degene waar je van houdt). Collegii hujus celeberrimi assessor (Bestuurslid van dit zeer vermaarde genootschap).
814] Anno 1666 mense, ni fallor, martio juris utriusque doctor creatus est. Postea mense junio ejusdem anni pestilentiali veneno correptus vivere desiit (In 1666 (en wel), als ik me niet vergis, in maart is hij tot doctor in de beide rechten gepromoveerd. Daarna is hij in juni van datzelfde jaar door het gif der pest aangetast en heeft zijn leven geëindigd).
AS, nr 6450.

815] ♦ Gerhardus Beilanus Leovardiensis Frisius den 7 octobris anno 1662.
816] Anno 1665 Trajectum ultra Rhenum largioris studii causa se contulit (In 1665 heeft hij zich om wille van een meer uitgebreide studie naar Utrecht begeven).
Dr G.B., geb. 9. nov. 1643, z.v. ds Justus Beilanus te Ternaard en Goykjen Jans Borkelo, advokaat voor het Hof, ontvanger-generaal, † 23 jan. 1700, ond. 7 april 1676, att. 22 april Gebbina (Gerbranda) Suyderbaen van Dokkum, geb. 1 okt. 1656, † 12 jan. 1707. Kinderen: Justus Johannes van B., ged. I aug. 1677, vroedsman te Leeuwarden, † 1 mei 1727. x le (ond. 17 nov.) 1702 Anna Elbertina Fortuin; Clara van B., ged. 28 febr. 1679, x (Jac. kerk), 17 april 1702 dr Jelmerus Gellius Fortuin, advokaat voor het Hof; Gojaena Geertruid v.B., ged. 16 maart 1681, † 11 juni 1721; Johan Hendrick v.B., ged. 24 jan. 1683, Iste luit. inf., 17 sept. 1766, x Petronella van Steenwijk; Jacobus Nicolaas v.B., ged. 9 aug. 1685, munitiemeester van Friesland, † 29 maart 1756, x 1 (Gr. kerk) 13 febr. 1718 Petronella Sophia van Beilanus; x 2e G.C. van Eibergen; Idtske v.B., ged. 21 okt. 1688, † Kollum 11 mei 1766, x Willem de Wendt, j.u.d., fiscaal van Kollumerland; Debora v.B.. ged. 13 maart 1691, † 1729, ond. 21 april 1724 Johan J. van Steenwijck, secretaris van Workum; Hendricus v.B., ged. 15 juni 1694, kap, bij het Staatse garnizoen te Emden, x
le 6 mei 1718 Johanna Geertruyt van Westervelt; x 2e Fibeta Hess(e)ling(h).
Advokaat 24 april 1669, ontvanger-generaal der genegotieerde penningen (Arch. Hof. MMM).
Dr Gerardus Beilanus lidmaat m. att. 11 mei 1670.
Gerrardus B., ontv.-gen. der geneg. penningen, geautoriseerd tot curator ad actum separationis bonorum tussen Johanna van Marsum en haar man oud-kap. J. Hofman 23 febr. 1685 (Aut. boek W 8, f. 19 verso).
Dezelfde geautoriseerd tot curator ad actum recipiendarum rationum over Anna Donga 20 dec. 1687 (ald., f. 114 v),

194


G.B., ontvanger en schepen van Leeuwarden, geautoriseerd tot curator ad actum rec. rat. over S. Donga, vaandrig te voet, en Anna Donga 12 maart 1694 (Aut. boek W 10, f. 30). Rekening van burgemeester J. Banga als curator over S. en A. Doenga, gesterkt met hun curator ad hunc actum G.B. 13 maart 1684 (Weesbk X 13, f. 99).
Een recipis van het kantoor van de ontvanger B. d.d. 25 maart 1695 in de boedel van Rienck Rienks 6 juni 1695 (ald., f. 147).
Dr G.B. geautoriseerd tot curator ad lites et ad actum divisionis et separationis over Willemke Hoogslagh, vrouw van dr J. Sande 30 aug. 1695 (Aut. boek W 10, f. 86).
EvF, 174.
AS, nr 6518.
AP, 9 april 1669.
Gen. Jb. 1976, 42.

817] ♦ Hector Reigenbach Leovardiensis Frisius den 7 martii anno 1663.
Non tibi curabis multos adjungere amicos;
Rara haec sunt: candor, gratia, justa fides (Je zult je geen moeite geven om veel vrienden voor je te winnen; dit zijn zeldzame zaken: eerlijkheid, welwillendheid en ware trouw).
Simbolum: Deo confisus nunquam confusus (Wie op God vertrouwt, wordt nooit beschaamd).
Op dit ons collegiboeck:
Roemwaerde moeder, die Leeuwaerdens bontgenooten
In d'ommeringh uws lijfs als kinders hout beslooten,
'k Wens uw de gulden vree en dat noyt ongeval
Uw tref, maer ghij door liefd' moecht wassen in 't getal.
door H. Reichenbach 1666.
Medicina vitae thesaurus (De geneeskunde is een schat in het leven).
Stb. II, 83 aant. 32.
H. Sannes in It Beaken XI, 214.
AS, nr 6541.
AP, 24 sept. 1675.

819] ♦ Suffridus Riemersma a Monsma Leovardiensis Frisius ad diem 12 martii anno 1663.
Sunt tria quae pellant magnos e corde dolores: Musica dulcisonans, bella puella, merum (Er zijn drie dingen die grote smarten uit het hart verjagen: zoetklinkende muziek, een mooi meisje en wijn).
Audaces fortuna juvat timidosque repellit (Stoutmoedigen helpt het lot en vreesachtigen bestrijdt het). Virgilius.
Sola virtus expers sepulchri (Alleen de deugd heeft geen deel aan de dood).
Donec eris felix, multos numerabis amicos;
Tempora si fuerint nubila, solus eris (Zolang je gelukkig bent, zul je veel vrienden tellen; als de tijden donker worden, zul je alleen zijn).,br> Stat nulla diu mortalibus usquam

195


Fortuna titubante fides (Geen trouw blijft ergens lang bestaan voor de stervelingen, als hun geluk wankelt). Ovidius.
Symbolum: Per aspera ad astra (Langs hobbelige wegen naar de onsterfelijkheid).
Ab instituto collegio nostro praeses sexagesimus primus anno 1666 mense majo (Van de oprichting van ons genootschap af de eenenzestigste voorzitter in mei 1666).
1666 die 12 maji electus (Op 12 mei 1666 gekozen).
Lis genuit leges; legum lis filia; vivi
Non sine lite solet nec sine lege potest (De twist heeft de wetten voortgebracht; de spruit der wetten is (weer een nieuwe) twist; men pleegt niet te leven zonder
twist en kan niet (leven) zonder wet).
Advokaat, het postulaatgeld betaald 27 juli, geadmitteerd 3 sept. 1667 (Arch. Hof, MMM).
Dr Suffridus Monsma lidmaat m. att. 23 dec. 1668.
AS, nr 6548.

821] ♦ Valerius a Glinstra Leovardiensis Frisius den 18 martii anno 1663.
Symbolum: Ut sementem feceris, ita et metes (Zoals je gezaaid hebt, zo zul je ook oogsten).
822] Anno 1665 ad promovenda studia Ultrajectum petiit (In 1665 is hij ter bevordering van zijn studie naar Utrecht gegaan).
Advokaat 12 nov. 1667, gedeputeerde, † maart 1727 (Arch. Hof, MMM).
Akte waarbij A.G. van Stockert c.ux. te Leeuwarden verklaren van V. van Glinstra, oud-grietman van Gaasterland, te Kornjum een huis in de Grote Hoogstraat gehuurd te hebben, onder wederzijdse hypotheek 23 nov. 1709 (Hyp. boek 102, f. 40).
NG, 381.
Stb. I, 257, 3de gen. 2; II, 174 aant. 15.
Grafschr. III, 85.
NL 1961, 441, 452.
AS, nr 6552.
Engels, 43, 47, 89.

823] ♦ Peco ab Ottama Leovardiensis Frisius den 27 martii anno 1663.
Celeberrimi hujus collegii assessor fidelissimus 1666 (Van dit zeer vermaarde genootschap een zeer getrouw bestuurslid in 1666).
824] Anno 1666 mense julio pestilentiali veneno correptus pie in Domino obdormivit in pago Balck (In juli 1666 is hij door het gif der pest aangetast en godvruchtig in de Heer overleden in het dorp Balk).
AS, nr 6534.

825] ♦ Mathias Jansonius Leovardiensis Frisius den 29 martii anno 1663.
Trahit sua quemque voluptas (leder wordt meegesleept door zijn eigen genot).
Advokaat 13 juni 1667 (Arch. Hof, MMM).

196


Dr M.J., advokaat voor het Hof en secretaris van het malefaictsgerecht, en Grietje Simons Bonnema, wed, van de oud-burgemeester M.G. Colthoff, x 31 jan. 1675.
M.J. laat zeven stukken registreren betreffende huizen te Leeuwarden, lopende van I mei
1671-1 maart 1679, 5 mei 1679, met verklaringen over cassatie d.d. 1º1 mei 1680 (Hyp.boek 72, f. 53 v-56 vº).
Hypotheekakte van C.G. Colthoff, oud-burgerhopman te Leeuwarden, c. ux. L.g.v. dr M.J. en G.S. Bonnema 5 nov. 1679 (ald., f. 131).
AS, nr 6452.

827] ♦ Sibrandus a Jorritsma Leovardiensis Frisius, actum 17 april 1663.
828] Anno 1665 exactis diebus canicularibus ad implenda studia Ultrajectum se contulit (In 1665 heeft hij zich na de Hondsdagen ter voleinding van zijn studie naar Utrecht begeven).
Inde reversus Leovardiam anno 1666 ab illustribus Ordinum Frisiae deputatis turmae equestris signifer electus est (Na terugkeer daarvandaan naar Leeuwarden is hij in 1666 door de E.M. Gedeputeerde Staten van Friesland tot vaandrig aangesteld).
Sibrand van Jorritsma, cornet van een kompagnie cavalerie, en Anna Maria de Sandra ond. 19, att. 26 mei 1689.
J.H. Gosling-Lijsen in LC 1938/9.
AS, nr 6556.

829] ♦ Vibrandus Beintema Leovardiensis Frisius den 14 maji 1663.
Symbolum: Tandem bona causa triumphat (Tenslotte overwint de goede zaak).
830] Gradum doctoralem in utroque jure adeptus 28 junii 1667 Leovardiam petiit (Na de doctorsgraad in beide rechten op 28 juni 1667 te hebben behaald, is hij naar Leeuwarden vertrokken).
Dr Vibrandus Beintema lidmaat m.att. 9 okt. 1667.
Advokaat 29 juni 1667 (Arch. Hof, MMM).
Dr Wibrandus B., advokaat voor het Hof, koopt land te Welsrijp van zijn mede-advokaat dr Johannes Atsma (901) 26 en wordt gekweten 27 juni 1677 (Hyp. boek 72, f. 61 vº, 62). Paulus Beintema staat de helft in een reversaal ten laste van O. Grovestins af aan zijn broer dr W.B. 13 maart 1676; de interest afgerekend 18 april 1679 (ald., f. 62 vº, 63). Hypotheekakte van Paulus Beintema, oud-luit. inf., voor zijn broer dr W.B. 21 mei 1679 (ald., f. 66 v°).
AS, nr 6549.
AP, 28 juni 1667.

831] ♦ Georgius Atsma Leovardiensis Frisius den 15 mai 1663.
832] Anno 1667 gradum doctoralem in patria academia Franequerensi consecutus eodemque anno in album avocatorum coram curia Frisiae suprema annumeratus est (In 1667 heeft hij de doctorsgraad aan de provinciale hogeschool te Franeker behaald en is hetzelfde jaar op de lijst van advokaten voor het Hof van Friesland ingeschreven).
Jurriën, z.v. Aucke Atzes (apotheker) en Sjouckjen Jurjens, ged. 20 april 1642.

197


Advokaat 1 juli 1667, oudste advokaat 18 juli 1704 (Arch. Hof, MMM).
Inventaris der nalatenschap van Aucke Atsma t.o.v. dr G.A. en zijn zuster Rinske 23 okt. 1673.
Dr Georgius Atsma lidmaat m. att. 12 maart 1675.
Dr Georgius Atsma, advokaat voor het Hof, en Rijckjen van Solcama, wed, dr Hanso Doorn, beide te Leeuwarden, ond. 27 okt. att. 5 nov. 1676.
Hypotheekakte van Rinske Sakes en Rintje Atsma, e.l. te Leeuwarden, voor dr G.A. wegens van koopsom en interest, ontvangen van dr Joannes A. (901), voor het gemene erf van wijlen Aucke A. en Sjouckjen Jurriëns 3 dec. 1678 (Hyp. boek 72, f. 75).
Dr G.A. geautoriseerd tot curator over Theodorus Adrianus Atsma (stud. Latijn, in 't 16de jaar), Catharina A. te Amsterdam (in 't 12de j.) en Johannes A., ong. 10 jaar 27 febr. 1690 (Aut. boek W 9, f. 43).
Weesrekening van dr G.A. voor dr Z. Gemmenich, advokaat voor het Hof, en Rinsckjen Bruynsvelt, tutrix en curatrix over dezelfde wezen 19 dec. 1691 (ald., f. 96 vº).
Rekening van dr G.A. voor Dr J. Elgersma, advokaat over Joannes (in 't 16de j.), zoon van wijlen dr Joannes Atsma 22 juni 1694 (Aut. boek W 10, f. 43).
A.b. over Th.A. Atsma 23 okt. 1695 (ald., f. 91 v°).
Rekening van dr G.A. als curator over de kinderen van de landsadvokaat dr Joannes Atsma 3 mei 1695 (Weesbk X 13, f. 134 vº).
A.b. over Th.A. Atsma 24 okt. 1695 (ald., f. 159).
Rekening van dr G.A. voor oud-luit. J. Grandmaison over Joannes A. 25 maart 1697 (Aut. boek W 10, f. 120).
Rekening van dr G.A. voor notaris L. Osinga over dezelfde 28 april 1703 (Aut. boek W 11, f. 112 v⁰).
Grafschrift LB 185 III, 112.
AP, 24 juni 1667.
AS, nr 6566.

833] ♦ Jacobus Hasius Leovardiensis Frisius den 16 mai anno 1663.
834] Anno 1665 in Galliam profectus est atque ibi juris utriusque doctor salutatus est (In 1665 is hij naar Frankrijk vertrokken en aldaar tot doctor in beide rechten gepromoveerd).
Advokaat 28 sept. 1665 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 6475.

835] ♦ Albertus a Solckama Leovardiensis Frisius den 23 maji anno 1663.
836] Anno 1666 in patria academia summa in utroque jure privilegia doctoralia post habitum examen et disputationem egregie consecutus est in februario (In februari 1666 heeft hij aan de provinciale hogeschool na het afleggen van een examen en het houden van een verhandeling met lof de hoogste graad van doctor in de beide rechten behaald).
Advokaat 6 maart 1666 (Arch. Hof, MMM). Stb. I, 368, 7de gen. 4; II, 256 aant. 33 a.
AS, nr 6568.
AP, 22 febr. 1666.

837] ♦ Joannes Crul Leovardiensis Frisius 20 juni anno 1663.

198


838] Anno 1666 mense julio summa cum laude in patria academia juris utriusque doctor creatus est (In juli 1666 is hij met de hoogste lof aan de provinciale hogeschool tot doctor in de beide rechten gepromoveerd).
Advokaat 16 juli 1666 (Arch. Hof, MMM).
Getuigeverklaringen over een handgemeen tussen S. van Ockinga (811) en F. Winter, waarbij J.C. trachtte de partijen te scheiden 10 nov. 1673 (Inf. boek C 2, p. 74-79).
Stb. II, 101 aant. 68.
AS, nr 6576.
AP, 13 juli 1666.

839] ♦ Arnoldus Gerhardus a Loo Leovardiensis Frisius anno 1663 30 septembris.
Symbolum: Per crucem ad lucem (Door het kruis naar het licht).
840] Anno 1665 Lugdunum Batavorum ad promovenda studia sua se contulit (In 1666 heeft hij zich ter bevordering van zijn studie naar Leiden begeven).
Postea Leovardiam petiit et regiorum dominiorum in Frisia (que est inter Flevum et Lavicam) quaestor electus est (Later is hij naar Leeuwarden gegaan en tot rentmeester van de koninklijke domeinen in Friesland, dat tussen Vlie en Lauwers ligt, benoemd).
Arend Gerard, z.v. Gerrit van Loo (luit.-kolonel) en Hiskia Douwes van Aylva, ged. 4 dec. 1644, student te Groningen 30 sept. 1662, heer van Hodenpijl, lid der Admiraliteit te Rotterdam, lid van het Mindergetal, rentmeester der domeinen 1665, hield vergaderin gen met misnoegde Statenleden te Sneek; het rentmeestersambt wegens zijn afwezigheid
vakant verklaard 1674.
Krijgt 6 maanden verlof om een reis buiten de provincie te maken 23 april 1670 (Statenarchief G 253, f. 70 v°).
Gehandhaafd in het uitsluitende gebruik van de Landschapsstal 28 april 1671 (ald. G 251. f. 104).
Ontvangt geloofsbrief als gecommitteerde ter Generaliteitsrekenkamer 23 juni 1677 (ald.. G 259, f. 114).
NR, 2.
Stb. I, 266, 2de gen. 2; II, 180 aant. 28.
AS, nr 6621.

841] ♦ Florianus Ipema Leovardiensis, datum den 5 novembris 1663.
842] 1666 relicta hac academia Leidam petiit ibique aliquandiu commoratus Leovardiae diem obiit mense novembre (In 1666 heeft hij deze hogeschool verlaten en is naar Leiden gegaan, en nadat hij daar enige tijd had vertoefd, is hij in november te Leeuwarden overleden).
AS, nr 6649.
843] ♦ Joannes a Velsen Leovardiensis Frisius den 11 novembris anno 1663.
Symbolum: Ulula cum lupis cum quibus esse cupis (Huil met de wolven met wie je verlangt te leven).
844] Anno 1665 territorii quod dicitur a secretis factus est et ad comitia delegatus (In 1665 is hij secretaris van de grieterij die wordt genoemd

199


(Idaarderadeel) geworden en naar de Landdag afgevaardigd).
Johannes, z.v. Benedictus Johannes van Velsen en Sophia Andriesdr van Roorda, ged, 30 nov. 1645.
Joannes Benedictus v.V., overste-luitenant van een regiment infanterie, 18 maart 1681, x le Heerenveen 4 sept. 1670 Anna van Scheltinga, geb./ged. ald. 5/8 mei 1653, †24 sept. 1676, d.v. Daniel de Blocq en Martha van Kinnema; x 2e (ond. 23 maart, att. I april) 1678 Juliana Magdalena van Jeltinga. Uit het eerste huwelijk: Daniel; uit het tweede huwelijk: Anna Sophia, geb. c. 1679, x le Adriaen Bothenius; x 2e (att. 18 aug.) 1700 Hendrik de Haan, kapitein.
Hypotheekakte van Otto van Jeltinga ten gunste van zijn zwager en zuster luit.-kolonel Johannes van Velsen en Juliana Magdalena v.J. 23 jan. 1680, deels afgelost 4 febr. 1681 (Hyp. boek 82, f. 81).
Inventaris van J.v.V. ten verzoeke van dr J. van Lennep, advokaat voor het Hof, gelastigde van Daniel de Blocq van Scheltinga, grietman van Schoterland, grootvader en voogd van Daniel, weeskind van J.v.V. en Anna v.S., en Juliana van Jeltinga, moeder van Anna Sophia v.V., op aangeven van de weduwe 30 maart 1681.
Grafschrift: LB 184, 1, 134.
Stb. I, 400, 4de gen. 3; II, 278 aant. 20.
Wijnaendts, Scheltinga, 42 v.
AS, nr 6640.

845] ♦ Ulricus Wigersma Leovardiensis Frisius den 13 januarii anno 1664.
Symbolum: Spes confisa Deo nunquam confusa recedet (De hoop die op God gesteld is, zal nooit beschaamd verdwijnen).
Celeberrimi collegii nostri praeses sexagesimus quintus (van ons zeer vermaarde genootschap de vijfenzestigste voorzitter).
847] ♦ Martinus Boelema Leovardiensis Frisius den 14 januarii anno 1664.
Symbolum: Pax optima rerum (Vrede is de beste zaak van alle).
848] Derelicta hac academia Leovardiam se contulit (Hij heeft deze hogeschool verlaten en zich naar Leeuwarden begeven).
Martinus Boelema, notaris, en Everke Boelema van 's-Hertogenbos ond. 1 juli 1665, att. 4 april 1666.
Koopmans, 177.
Grafschr. II, 32 n., 48.
AS, nr 6666.
Zie ook de naamgenoot (781).

849] ♦ Esaias Lijclama Leovardiensis Friisius, actum 28 aprilis anno 1664.
Fide, sed cui vide (Schenk vertrouwen, maar kijk uit aan wie).
Getuigeverklaringen over een vechtpartijtje tussen Eysse Lijklama en Outger Jans bij het Blokhuis 16 okt. 1662 (Inf. boek C 1, p. 242 v.).
Grafschrift: LB 184 1, 195.
Stb. I, 251, 6de gen. 1; II, 171 aant. 19.
AS, nr 6696.

200


851] ♦ Joannes Sirxma Leovardiensis Frisius, actum 7 junii anno 1664.
852] Symbolum: Omnium rerum vecissitudo est (Aan alle dingen is wisselvalligheid eigen).
Relicta hac academia et ad studia sua porro promovenda Leidam petiit (Hij heeft deze hoge school verlaten en is naar Leiden gegaan, om zijn studie verder voort te zetten).
Advokaat 16 dec. 1673 (Arch. Hof, MMM).
Dr Joannes Sijrxma, advokaat voor het Hof, en Belitje Torrenius te Leeuwarden ond. 31 juli, att. 9 aug. 1674.
Dr J. Sierxma, adv. a.b., en IJpkjen Hemminga te Beetsterzwaag ond. 24 april, att. 10 mei 1686.
Op verzoek van Z. Abbema, vroedsman te Leeuwarden, lasthebbende van IJpckjen Hemminga, vrouw van dr J. Siercxma, advokaat, wordt S. Siderius, mr loodgieter te Leeuwarden, geautoriseerd tot curator om inventaris te maken van haar mans goederen 23 nov. 1686 (Aut. boek W 8, f. 83).
Op verzoek van dr J.S. als voogd over zijn dochter Gerrittje, verwekt bij wijlen zijn vrouw
Beeltje T., wordt dezelfde geautoriseerd tot curator ad actum separationis et divisionis eodem dato (ald., f. 82 v°).
Dr J. Sircxma, advokaat, en Ipckjen Hemminga, e.l., kopen een huis op de Weerd 17 maart 1687, Gr. Consent 3 juni 1687 (fol. 277).
Stb. I, 354, 8ste gen.; II, 246 aant. 23.
Grafschr. III, 14. Gen.
Jb. 1952, 55; 1979, 98.
AS, nr 6712.
AP, 1 dec. 1673.

853] ♦ Johannes Idtzardi den 4 julii 1664.
Symbolum: Ex nuce fit corylus, ex glande fit ardua quercus (Uit de noot groeit de hazelaar, uit de eikel de hoge eik).
Ab instituto collegio nostro praeses sexagesimus secundus (Van de oprichting van ons genootschap af de tweeënzestigste voorzitter).
Bene incipere egregium,
Bene desinere regium (Goed beginnen is uitstekend, goed eindigen koninklijk).
Advokaat 7 sept. 1668 (Arch. Hof, MMM).
Dr Hansonius Idzardi, advokaat voor het Hof, en Sijtske Sprongh van Oosterlittens ond. 11, att. 26 sept. 1669.
Hypotheekakte van Hero van Ockinga, oud-ontvanger-generaal van Friesland, cum uxore ten gunste van dr Hanso Idzardi, advokaat, als vader van Ulpianus I., verwekt bij S. Sprongh 22 mei 1677 (Hyp. boek 72, f. 166 v°).
Twee hypotheekakten van dr H.I. 20 en 27 nov. 1679 (ald., f. 143, 177).
Op verzoek van dr H.I. als vader en voogd van Ulbe I., 15 jaar, wordt J. Elgersman, procureur-postulant voor het gerecht van Leeuwarden, geautoriseerd tot curator tot het ontvangen der rekeningen van de curator dr Runia 14 maart 1687 (Aut. boek W 8, f. 91).
AS, nr 6719.

855] ♦ Petrus Mensenburgh den 4 julii 1664.

201


Symbolum: Fide et diffide (Vertrouw en wantrouw).
Ab instituto collegio nostro praeses sexagesimus tertius (van de oprichting van ons genootschap af de drieënzestigste voorzitter).
Advokaat 29 sept. 1669, † 28 maart 1689 (Arch. Hof, MMM).
Dr Petrus Mensenburgh, advokaat voor het Hof en schrijver van de garde van Zijn Gena de, en Anna Maria Acronius, beide te Leeuwarden, ond. 17, att. 26 april 1674.
Dr Petrus Mensenburgh lidmaat op belijdenis 7 jan. 1685.
Stb. II, Nal., 2.
AS, nr 6720.

857] ♦ Johannes Mensenburch den 4 julii 1664.
Symbolum: Si mutandum, emendandum (Als er veranderd moet worden, moet er verbeterd worden).
Hujus instituti collegii praeses sexagesimus quartus (Van de oprichting van dit genootschap af de vierenzestigste voorzitter).
Advokaat 29 sept. 1669, commies van de financiën, door het Hof prodigus (verkwister) verklaard 20 dec. 1694.
Dr Joannes van Mensenburgh, advokaat voor het Hof en schrijver van een compagnie te voet, en Aeltje van Wijngaarden ond. 13, 3de procl. 28 aug. 1670.
AS, nr 6721.

859] ♦ Sixtus Acronius Leovardiensis Frisius philosophiae studiosus den 5 julii 1664.
Symbolum: Amicus in angustia enascitur (Een vriend komt in de nood te voorschijn).
Scilicet ut fulvum spectatur in ignibus aurum,
Tempore sic duro est inspicienda fides (Waarlijk, zoals in het vuur het gele goud beproefd wordt, zo moet men in een harde tijd de trouw (der mensen) leren kennen).
Omne elementum in loco suo non est grave (Elk onderdeel op zijn eigen plaats geeft geen moeilijkheden).
Grafschrift: LB 185 VI, 123.
Romein, 47.
AS, nr 6723.

861] ♦ Gualterus Jusum Leovardiensis Frisius den 29 julii anno 1664 sacrarum litterarum studiosus.
Symbolum: Mensuram serva (Houd maat).
Hi enim qui pro patria ceciderunt, in perpetuum per gloriam vivere intelliguntur (Voorwaar, zij die voor het vaderland zijn gevallen, leven, naar men aanneemt, voor altijd (voort) in heerlijkheid). Inst.51 excus. tut.
Gualtherus Jusum en Aafke Acronius te Leeuwarden x 17 juni 1680.
Getuigeverklaringen over een gevecht met stokken tussen Gualterus Jusum, die dronken was, en J. de Vries, kap, inf., en bedreigend gedrag van eerstgenoemde tegenover zijn zwangere vrouw 29 okt. 2 nov. 1680 (Inf. boek C 2, p. 355-361).

202


De procureur Jusum beboet wegens belediging van kap. De Vries en kwade behandeling van zijn vrouw 5 nov. 1680 (Res. boek M 13, p. 103).
Getuigeverklaring van Aefke Acronius, oud in 't 33ste jaar, vrouw van G.J., die op 't raadhuis in detentie zit, over mishandeling, dronkenschap enz. en verzoek hem in het tuchthuis te plaatsen 5 jan. 1681 (Inf. boek C 2, p. 370).
G.J. veroordeeld tot opsluiting in het Landschapswerkhuis eodem dato (Res. boek M 13, p. 130). Zijn zwager N. Acronius e.a. geautoriseerd tot beheerders van Aafkes boedel 7 jan. 1681 (ald., p. 132).
Notaris A. Rudolphi geautoriseerd tot curator om de rekening van de curator I. Acronius te ontvangen op verzoek van A.A., vrouw van Wolterus Jousum I aug. 1685 (Aut. boek W 8, f. 41).
Op verzoek van G.J. en A.A. wordt not. A. Visschery geautoriseerd tot dezelfde functie 14 juni 1688 (ald., f. 132 vº).
Op verzoek van G.J. en A.A., e.l. te Sneek, wordt de rentmeester en notaris H. Vitringa geautoriseerd tot hetzelfde 7 okt. 1689 (Aut. boek W 9, f. 31 vº).
Op verzoek van A.A. wordt not. A. Visschery geautoriseerd tot hetzelfde 18 aug. 1691 (ald., f. 84 vº).
Op verzoek van A.A. wordt not. A. Rudolphi geautoriseerd tot curator om rekening te vorderen van haar broer de vroedsman I.A. 8 aug. 1693 (Aut. boek W 10, f. 5).
Op verzoek van dezelfde, gesterkt met haar schoonzoon Pyter Wijntjes, chirurgijn te St-Annaparochie, wordt dezelfde geautoriseerd tot curator om rekening te vorderen van W. Piebinga, chirurgijn en vroedsman te Sneek, opvolger van haar overleden broer I.A. 18 juni 1698 (Aut. boek W 11, f. 34 vº).
AS, nr 6734.

863] ♦ Gerhardus Feyckama Leovardiensis Frisius den 29 julii anno 1664.
Symbolum: Medio tutissimus ibis (In het midden zal je het veiligst gaan).
AS, nr 6735.

865] ♦ Livius Wisselpenningh Leovardiensis Frisius 18 octobris 1664.
Symbolum: Nihil est ex omni parte beatum (Niets is in alle opzichten gelukkig).
Celeberrimi hujus collegii assessor fidelissimus (Van dit zeer vermaarde genootschap een zeer getrouw bestuurslid).
Advokaat 25 okt. 1669, † 25 febr. 1683 (Arch. Hof, MMM).
Dr Livius Wisselpenningh, advokaat voor het Hof, en Elisabeth Stellingwerff te Leeuwarden ond. 23 jan., x 1 febr. 1674.
P.B. Winsemius, De slachten Winsemius, 7.
AS, nr 6767.
[866 in telling overgeslagen.]
867] ♦ Johannes Beucker Leovardiensis Frisius 1664 den 21 octobris.
Symbolum: Labor improbus omnia vincit (Rusteloze arbeid overwint alles).
Advokaat 25 maart 1672 (Arch. Hof, MMM).
Johannes Beucker, j.u.d., lidmaat m. att. 5 juni 1672.
Dr Johannes Beucker, advokaat voor het Hof, en Wendelina Hixenius te Witmarsum ond. 9, att. 24, x 27 dec. 1676. Kinderen: Agnes, geb. 11 okt. 1677, † 1 juli 1678; Henricus, geb. 18 febr. 1679, †6 juni 1679; Johannes, geb. 22 nov. 1680, procureur-generaal van Friesland, † 1 juni 1742, x 3 april 1713 Margarieta van Viersen; Henricus, geb. 23 juli

203


1682, advokaat en pensionaris te Franeker, assessor van het krijgsgerecht, gecommitteerde ten Landdage, † 29 nov. 1717, x 24 juli 1707 Jeltje Bakker; Titia, geb, 3 juli 1683, 124 okt. 1683; Titia, geb. 28 nov. 1684, † 12 maart 1751, x 15 juli 1708 Cornelis Albarda, se cretaris van het Bilt; Margarieta, geb. 30 jan. 1686, 18 maart 1686; Ulbe, geb. 21 sept. 1687, † 30 aug. 1694; Gerardus, geb. 16 juli 1689, † 15 aug. 1689; Gerardus, geb. 25 juli 1690, kap. inf., † 21 juli 1727, x 19 sept. 1717 Hendrina de Vries; Petronella, geb. 7 nov. 1691, † 23 nov. 1691; Petronella, geb, 27 nov. 1694, † 3 aug. 1774, x3 maart 1726 Jacobus Voorda, hoogleraar in de rechten te Franeker en Utrecht; Johanna Wendelina, geb. 7 mei 1696, †1 juli 1697; Johanna Wendelina, geb, 17 juli 1700, †5 okt. 1703.
Hypotheekakte van Anna Houlet, wed, dr Ae. Huppe, te Leeuwarden ten gunste van dr J.B., procureur-generaal van Friesland, en W.H. 17 juli 1686 (Hyp. boek 82, f. 7).
J.B. geautoriseerd tot curator over Uilckjen Stonia te Dokkum, oud in 't 19de jaar, 26 april 1692 (Aut. boek W 9, f. 110 v°). Hypotheekakte van Theresa M. de Vries te Leeuwarden t.g.v. J.B., oud-proc.gen. 20 juli 1710 (Hyp. bk 102, f. 92 vº).
Wendelina Hixenius, wed. J. van Beucker, schenkt haar zoon Johannes, procureur-generaal, van het door hem bewoonde huis op 't Zuideind van de (Wirdumer)dijk te Leeuwarden, gekocht van de erven D. Brouwer c.s., 21 dec. 1630 (Weesbk X 14, f. 289).
Dr T. Beilanus, burgemeester van Leeuwarden, geautoriseerd tot curator ad actum divisionis over Johanna Geertruid en Wendelina van Beucker, kleinkinderen van Wendelina Hixenius, wed. J.v.B. ingevolge haar codicil en op verzoek van Johannes B. (jr) 21 dec. 1733 (Aut. boek W 14, f. 83 vº).
Grafschrift: LB 184 III, 62.
Stb. II, 220 aant. 50. NL 1931, 276-278.
Greydanus, 138, 190.
EvF, 180.
AS, nr 6768.
AP, 21 maart 1672.

869] ♦ Hermannus Petri Attama Leovardiensis Frisius den 3 novembris anno 1664.
Symbolum: In armis vivida virtus (In de strijd (blijkt) de deugd krachtig).
Hermanus Attama en Nieske Lijcklama, beide te Leeuwarden, ond. 4, att. 12 aug. 1660. Koopmans, 177.
AS, nr 6781.
[870 in telling overgeslagen.]
871] ♦ Hansonius Acronius Leovardiensis Frisius philosophiae studiosus die 16 novem bris 1664.
Omnia sunt hominum tenui pendentia filo
Et subito casu quae valuere, ruunt (Alle menselijke zaken hangen aan een dunne draad, en wat krachtig is geweest, stort door een plotselinge val terneer).
Advokaat 5 juli 1671, oudste advokaat 17 april 1708 (Arch. Hof, MMM).
Dr Hanso A., advokaat voor het Hof, en Sjoertje van der Ley te Franeker ond. 21 aug.. 3de procl. 5 sept. 1675.
Op verzoek van dr Theotardus David Acronius, mede voor dr H.A., crediteuren van wü len Arent van Loo, wordt J. Bouritius, notaris te Leeuwarden, geautoriseerd tot curator over diens boedel 22 juli 1712 (Aut, boek W 12, f. 92).

204


Op verzoek van dr H.A. namens Margarieta ten Toorn, wed. Wincentius Gales, e.a. crediteuren van wijlen S. van Ydsinga, wordt hijzelf geautoriseerd tot curator over diens boedel 2 maart 1709 (ald., f. 6).
Sjoerdtje Acronius, wed. ds. H. Offringa te Leeuwarden, schenkt aan haar neef Renatus A., med. dr ald., een huis in de Breedstraat, geërfd van wijlen haar moeder Sjoerdtje van der Ley, wed. H.A. 4 febr. 1765 (Weesbk x 14, f. 442 vº).
Stb. II, Nal. 3.
R.S. Roarda, Ut itselde skaei as Greate Pier, 23.
AS, nr 6776.
Engels, 53, 55, 78.

873] ♦ Frederic-Hesselus ab Ockinga Leovardiensis Frisius den 21 novembris anno 1664.
Symbolum: Lex mihi Mars ( Oorlog is voor mij een wet).
874] Anno 1665 cohortis pedestris signifer factus (In 1665 vaandrig van een compagnie te voet geworden).
Stb. I, 281, 11de gen. 3; II, 189 aant. 43.
AS, nr 6826.

875] ♦ Petrus Feddema Leovardiensis Frisius den 5 januarii 1665.
Symbolum: Si mel cupis, apes feras oportet (Als je honing verlangt, is het nodig de bijen te verdragen).
Romein, 293.
AS, nr 6783.

877] ♦ Isaacus Rheen Leovardiensis Frisius 13 februarii.
AS, nr 6773 (Isaacus Alberti Rheen).
[878 in telling overgeslagen.]
879] ♦ Johannes Pompejus ab Andreë Leovardiensis Frisius de 6 maert 1665.
Symbolum: Nulla dies sine linea (Geen dag zonder een regel (te schrijven)).
Certando a Franequeranis eum vicimus (Door te strijden hebben wij hem op de Franekers gewonnen).
880] 1666 Lugdunum Batavorum ad promovenda studia sua se contulit (In 1666 heeft hij zich naar Leiden begeven om zijn studie voort te zetten).
AS, nr 6814.
Vgl. Stb. II, 46 aant. 7 sub B.

881] ♦ Petrus Nicolai Altena Leovardiensis Frisius anno 1665 den 8 mai. Laborando consumor (Ik put mij uit door mij in te spannen).
Advokaat 9 mei 1670, †23 sept. 1680 (Arch. Hof, MMM).
Dr Petrus Altena lidmaat 16 nov. 1670.
Dr J. Buningh, advokaat voor het Hof, getuigt dat op 9 mei in het Nieuwe Gulden Hoofd dr Altena bij het sluiten van een akkoord tussen civiele partijen door Meynte Jans al. Bies uit Sneek herhaaldelijk is uitgedaagd en hem toen in het gezicht sloeg, op de grond gooide en met zijn knie op zijn borst ging liggen, waardoor M.J. gewond raakte 12 mei 1676 (Inf.

205


boek C 2, p. 163 vv.).
AS, nr 6834.

883] ♦ Antonyus Nitphin Leovardiensis Frisius den 11 maji 1665.
Symbolum: Respice finem (Let op je einddoel).
884] Academia nunquam frequentata ad militiam se contulit ac in ea mortem obiit 1666 (Zonder de hogeschool ooit te hebben bezocht, is hij in het leger gegaan en daar in 1666 gestorven).
AS, nr 6837.

885] ♦ Melius Sijtsma Leovardiensis Frisius 22 maji 1665.
In solo sperare Deo tutissima res est (Op God alleen vertrouwen is de veiligste zaak).
Romein, 171; Van Veen, 19.
AS, nr 6784.

887] ♦ Meinhardus Schoonhoven Leovardiensis Frisius den 22 mey 1665.
888] Collegio nostro adscriptus Groningam petiit et procurator postulans Leovardiae creatus est (Na bij ons genootschap te zijn ingeschreven, is hij naar Groningen vertrokken en (later) tot procureur-generaal te Leeuwarden benoemd).
Meynardus Schoonhoven, procureur-postulant te Leeuwarden, en Catharina van den Bergh ond. 5 maart, att. 6 april 1670.
Getuigeverklaringen over een ruzie tussen notaris M.S. en jonker Morray, die door eerstgenoemde met een puthaak een gat in het hoofd is geslagen 29-30 juli 1670 (Inf. boek C 1, p. 362 vv.).
M.S. wegens oneerbiedig spreken over de magistraat de praktijk verboden en het raadhuis ontzegd 6 sept. 1670 (Res. boek M 10, p. 29); op herhaald verzoek en beloften van goed gedrag wordt hem weer toegestaan te praktiseren 6 jan. 1671 (ald., p. 63).
Hypotheekakte van dr Johannes Atsma ten gunste van notaris M.S. 20 mei 1679, afgelost 16 jan. 1680 (Hyp. boek 72, f. 85).
M.S., notaris te Leeuwarden, oud in 't 35ste jaar, getuige van een ruzie tussen bode Lameyer en Jelle Johannes 11 aug. 1681 (Inf. boek C 2, p. 415).
Wegens plukharen tegen notaris Feicama wordt M.S. veroordeeld tot een boete 21 okt. 1681 (Res. boek M 13, p. 207).
M.S. en de ammunitiemeester N. Gaasma wegens onderling plukharen veroordeeld tot een boete 19 febr. 1686, door S. de volgende dag betaald, die evenwel appelleert (Res. boek M 15, p. 17).
M.S. verklaart, dat hij tijdens een rechtszitting beschonken is geweest en daardoor niet weet wat toen gebeurd is 14 maart 1688 (Inf. boek C4, p. 283); wegens smerige woorden tegen praktizijns en suppoosten en het werpen met turf naar personen, die echter een messingen kroon en een scherm raakte, waarvan de stukken door de kamer vlogen, wordt hij beboet en geschorst 15 maart (Res. boek M 15, p. 314).
Op verzoek van M.S., die aanvoert dat zijn gezin geruineerd zou worden en dat notaris P. Schouwen aanleiding tot het gebeurde had gegeven, wordt deze berispt en de boete verminderd 30 maart 1688 (ald., p. 324).
M.S. wegens excessen in de secretarie voor drie maanden geschorst in zijn praktijk als procureur 14 dec. 1688 (ald., p. 412).
Op verzoek van Catharina v.d. Bergh, vrouw van notaris S., wordt notaris M. van Jever. procureur-postulant voor het gerecht van Leeuwarden, geautoriseerd tot curator ad actum

206


divisionis et separationis 9 april 1690 (Aut, boek W 9, f. 47)
Hypotheekakte van M.S. met zijn vrouw C. v.d. B, ten gunste van J.S. van Aitzema 24 nov. 1685, gecasseerd 1690 (Hyp. boek 82, f. 79),
Op verzoek van C. v.d. B., wed, M.S., hertrouwd met Isaac la Place, wordt notaris D. Blok geautoriseerd tot curator tot scheiding van haar goederen 18 okt. 1693 (Aut. boek W 10, f. 9).
Op verzoek van dezelfde als voogdes over haar kinderen Gerhardus, Catharina en Sophie, bij M.S. in echte verwekt, wordt procureur Inso Regneri geautoriseerd tot curator ad lites 7 maart 1695 (ald., f. 68 vº).
C. van den Bergh, wed, notaris Schoonhoven, heeft volgens Jentje Douwes, vrouw van de ratelaar Meinte Jellis, die een onvoldragen meisje als borstkind had aangenomen, ge zegd: 'Eer men weer zo'n gebrui met een kind had, was het beter het een strop om de hals te doen' (Het kind was in levensgevaar) 1 aug. 1696 (Inf. bock C 6, p. 79).
Getuigeverklaring van C. v.d. B., oud 82 jaar, over drie hoeren, die tegenover haar wonen in de Grote Gasthuissteeg 5 maart 1728 (Aut. boek C 11, p. 242).
Koopmans, 181.
AS, nr 6839.

889] ♦ Georgius Nicolaides Fontein Leovardiensis Frisius den 10 novembris 1665.
In de boedel van Anthonine Rijbrugh, koopman te Leeuwarden, gescheiden 15 nov. 1710, een obligatie ten laste van de landschap Friesland d.d. 7 juli 1673, gecedeerd door Jurrien
Clasen Fontein aan Janke Reiners Jeddema 16 nov. 1680 (Weesbk X 14, p. 132).
Opschrift op een schuur te Achlum, gebouwd door Jurjen Clasen Fontein en Attye Pieters de Adam, e.l. te Harlingen 1679 (LB 184 III, 64).
Gen. Jb. 1953, 16; 1965, 70.
AS, nr 6877.
NP LXIV (1978/9), 127.

891] ♦ Nollius Reen Leovardiensis Frisius 17 novembris anno 1665. Symbolum: Spes alit agricolas (Hoop voedt de boeren). Advokaat 8 april 1671, † nov. 1672 (Arch. Hof, MMM).
AS, nr 6880.

893] ♦ Simon Hogenheim Leovardiensis Frisius den 8 januarii 1666.
Nusquam tuta fides (Nergens is het vertrouwen veilig)
Simon van Hogenheym, jur, cand. te Leeuwarden, en Lansberch Sophia Mulertdr toe den Ordel, wed. Seleman Witten, ond. 20 april, att. 20 mei 1671.
Advokaat 27 juni 1671, oudste advokaat 1 maart 1708 (Arch. Hof, MMM).
Dr Simon Hogenheym, advokaat voor het Hof, getuigt over handtastelijkheden door de koperslager Luytjen Arents ten huize van de wijnhandelaar L. Boerboom tegen diens vrouw en de bouwmeester Wiersma 18 juni 1674 (Inf. boek C 2, p. 95).
Dr S.H. geautoriseerd tot curator ad actum separationis bonorum tussen Lucia van Ailva en D.C. van Unia 4 febr. 1686 (Aut. boek W 8, f. 57).
Getuigeverklaringen over een ruzie tussen S.H., advokaat en burgerhopman te Leeuwar den, en de schepen B. Bourbom over een nieuwe kelderkamer in de Stadsdoelen 8 juli 1695] (Inf. boek C 5, p. 494-497). De magistraat besluit dat H. wegens belediging van Bourboom door de bode zal worden

207


ontboden en door de burgemeester E. Wielinga berispt 16 aug. 1695 (Res. boek M 32, p. 172).
Rekening van D. Kluirda, oud-bouwmeester van Leeuwarden, als curator over de kinderen van wijlen Huigh Lieuwes, gesterkt met dr S.H. 29 juni 1712 (Weesbk X 14, p. 163).
Gen. Jb. 1957, 34.
AS, nr 6884.

895] ♦ Henricus a Wijckel Leovardiensis Frisius den 11 januarii 1666.
896] Anno 1663 (lees: 1673?) relicta hac academia ad ulterius promovenda studia Leidam petiit (In 1673(?) heeft hij deze hogeschool verlaten en is ter voortzetting van zijn studie naar Leiden gegaan).
Advokaat 15 nov. 1674, secretaris der Rekenkamer, secr. van Gedep. Staten (Arch. Hof. MMM).
Dr Henricus van Wijckel, ontv.-gen. van Friesland, en Doed van Lijcklama, beide te Leeuwarden, ond. 18, att. 19 maart 1676.
H.v.W., seer. van Ged. Staten, 32 jaar, getuigt over een ruzie tussen G. Jusum en kap. J. de Vries 2 nov. 1680 (Inf. boek C 2, p. 357). N.G., 382.
Stb. I, 410, 4de gen. 6; II, 284, aant. 28.
Visser, Inv. Opst. Veencompagnie, 71.
AS, nr 6885.
Grafschr. III, 90.

897] ♦ Petrus Heixan Leowardiensis Frisius 12 februarii 1666.
Symbolum: Fide, sed cui vide (Schenk vertrouwen, maar kijk uit aan wie). Omnia dat Dominus, non habet ergo minus (Alles geeft de Heer, (en toch) heeft Hij daarom niet minder).
Petrus Velsen van Heixan en Anna van Aitzma ond. 26 sept., att. 9 nov. 1669, nadat de geboden waren gestuit door Pieter Heixan, grootvader en curator van de bruidegom.
Stb. II, 277 aant. 12.
AS, nr 6892.
Gen. Jb. 1971, 72.
[898 in telling overgeslagen.]
899] ♦ Andreas a Velsen Leovardiensis Frisius anno 1666 den 6 martii.
900] Paulum in academia cum permanserit, a studiis se subduxit et cohortis pedestris signifer factus (Nadat hij een tijdje aan de hogeschool had vertoefd, heeft hij zich heimelijk van de studie verwijderd en is vaandrig van een compagnie voetvolk geworden).
Andries Benedictus van Velsen, † voor 1698, x Nolckje van Heloma. Uit dit huwelijk: Suffia, ged. 5 jan. 1673.
Stb, 400, 4de gen. 2; II, 278 aant. 19.
Wijnaendts, Scheltinga, 42.
AS, nr 6893.

901] ♦ Johannes Atsma Leovardiensis Frisius den 4 maji 1666.
902] Co(h..., onvoltooid, waarsch, abusief).

208


Advokaat 20 sept. 1671, oudste advokaat (Arch. Hof, MMM).
Dr Johannes Atsma lidmaat 13 okt. 1672.
Dr J.A., advokaat voor het Hof, en Rinske Bru(y)nsvel(d)t te Leeuwarden ond. 20, x Goutum 28 nov. 1673.
Hypotheekakte van B. van Burmania, heer van Appingedam, raad ter Admiraliteit in het Noorderkwartier, voor dr. J.A. c.s. 7 april 1677 (Hyp. boek 72, f. 45 v°).
Verkoopakte van dr J.A. voor zijn mede-advokaat dr W. Beintema (829) van land te Welsrijp 26 en kwijting 27 juni 1677 (ald., f. 61 vº).
Hypotheekakte van Rinse Sakes en Rintje Atsma, e.l. te Leeuwarden, voor dr G. Atsma (831) voor van de koopsom en interest, ontvangen van dr J.A. voor het gemene erf van wijlen de koopman Aucke Atsma en Sjouckjen Jurriëns 3 dec. 1678 (ald., f. 75).
Twee hypotheekakten van dr J.A., de tweede met zijn vrouw R.B. 12 juni 1676 en 20 mei 1679, afgelost resp. 16 jan. 1680 en 11 okt. 1679 (ald., f. 85, 86).
Dr J.A., advokaat der landschap en oud-schepen van Leeuwarden, als man van R.B., crediteur van M.H. van Meckema en Jelta Lucia van Meckema verklaart ontvangen te hebben de eerste termijn van de koopsom van een sate te Ferwerd 23 mei 1687 (Hyp. boek
82, f. 39 v°).
Dr J.A. als borg voor de kerkeraad te Appingedam bij een kwijting voor de koop van land te Ferwerd 25 okt. 1689 (ald., f. 40).
Dr G. Atsma geautoriseerd tot curator over de kinderen van J.A.: Theodorus Adrianus, student Latijn, in 't 16de jaar, Catharina te Amsterdam, 12 j., en Johannes, omstreeks 10 j. 27 febr. 1690 (Aut. boek W 9, f. 43).
Weesrekening over dezelfde kinderen 19 dec. 1691 (ald., f. 96 vº).
Rekening over Joannes jr 22 juni 1694 (Aut, boek W. 10, f. 43).
Rekening over Theodorus 23 okt. 1695 (ald., f. 91 vº).
Rekening over Joannes jr 25 maart 1697 (ald., f. 120); idem 28 april 1703 (Aut. boek W 11, f. 112 v).
Rekening over de kinderen 3 mei 1695 (Weesbk X 13, f. 134 v°).
Rekening over Theodorus 24 okt. 1695 (ald., f. 159),
AS, nr 6952.
AP, 14 sept, 1671.
Gen. Jb. 1971, 101.

903] ♦ Ernestus Viglius Leovardiensis Frisius 1 junii 1666.
Ernst, z.v. Vigliud Cornelii, predikant te Leeuwarden, ged. 10 maart 1640, predikant te Marrum 1674-1715, 14 jan. 1715.
Ds Ernestus Viglius, candidaat tot de H. Dienst, lidmaat m. att. van Franeker 27 mei 1696.
Op verzoek van Anna Viglius, in 't 17de jaar, dochter van ds E.V., mede voor haar zuster en broer, wordt de notaris G. Radijs geautoriseerd tot curator over hen 17 maart 1698 (Aut. boek W 11, f. 26 v°).
Romein, 116.
AS, nr 6901.

905] ♦ Ernestus Fredricus Vegilin Leovardiensis Frisius 1 junii 1666.
Deus omnia solus (God alleen is alles).
906] Cohortis cujusdam pedestris signifer electus (Hij is tot vaandrig van zekere compagnie te voet benoemd).

209


Vaandrig 25 maart 1664 (Statenarchief G 24).
'Heeft gereyst na Vrankrijk en Italiën; daar sijn nog weinige manuscripten aantekeningen overig van de reflexiën die hij aldaer op de politie, zeeden en gewoontens heeft gemarkt; is geworden capitein, heeft Ommerschans anno 1672 helpen defenderen en is in de Cuiner gevangen genomen. Huiselijke moeyelijkheden sedert de hertrouwinge (van zijn vader, NA 1953, 14, VI) deden hem in gedagten coomen dit land te quiteren en sig elders te begeven, gelijk gedaen heeft, werdende de laeste brief van deselve geschreven van Amsterdam den 4 octobris 1675, waerna oyt enige tijdinge is overgecomen; ongegronde gerugten willen, dat sig na Denemarken had begeven en in dienst van de croon was gegaen' (Arch. EVC, inv. nr. 1323 g).
AS, nr 6907 (E.F. Vegilin de Claerbergen...).

907] ♦ Gellius Alserda Leovardiensis Frisius anno 1666 den 6 julii.
AS, nr 6916.

909] ♦ Nicolaus P. Alma Leovardiensis Frisius, datum den 15 octobris anno 1666. Symbolum: Omnibus est labor inpendendus (Voor alles moet arbeid worden aangewend).
Ds Nicolaus Alma, beroepen predikant te Rauwerd en Irnsum, en Catharina Melchior Sing(h)els te Franeker ond. 18 febr., att. 5 maart 1676.
Grafschrift: LB 184, I, 173.
Romein, 270, 286, 345.
Greydanus, 140, 190.
AS, nr 6925.

911] ♦ Hero Wiarda Leovardiensis Frisius, datum den 10 december 1666.
911] Hero Wiarda lidmaat m.att. 28 dec. 1673.
Romein, 246, 538.
AS, nr 6927 (H.W. Harlinganus).
Wiarda, 171.

913] ♦ Actius Kammiga Leovardiensis Frisius, datum den 7 januarii 1667.
Symbolum: Res gere, victor eris (Behartig je zaken (en) je zult overwinnaar zijn).
Advokaat 25 nov. 1672 (Arch. Hof, MMM).
Dr A. Cammiga, advokaat voor het Hof, getuigt over (blijkbaar gestolen) goederen die op een door hem tijdens het houden van de wacht binnengelaten schip gevonden zijn 28 juli 1775 (Inf. boek C 2, p. 137).
AS, nr 6931 (Camminga).

915] ♦ Ageus Tiberii Piersma Leovardiensis Frisius, datum 14 januari 1667.
Aggeus Tiberii Piersma en Antje Sjoerds Hardenburgh, beide te Leeuwarden, x (stadhuis) 24 πον. 1676.
Akte waarbij Lourens Stevens, lakenbereider te Leeuwarden, tegen zekere tegenprestatie overneemt van de erven van Antje Hardenbergh, vrouw van Age Piersma, een uitkering aan Dieuke Gooitjens 11 april 1700 (Hyp. boek 92, f. 49).
AS, nr 6932.
[In de telling ontbreekt 916.]

210


917] ♦ Regnerus Gravius Leovardiensis Frisius anno 1667 datum 16 martii.
Symbolum: Degenerare nefas (Ontaarden is zondig).
R.G. onder de kinderen van Oene G. en Stijntje Lieuwes die 4 in een huis aan de Koningstraat verkopen 20 febr. 1696 (zie 709).
Dezelfde bij de verkoop van een huis aan de Sacramentstraat 20 jan. 1678 (zie ald.).
AS, nr 6936.

919] ♦ Theotardus Revius Leovardiensis Frisius anno 1667 den 18 juni.
Theotardus, z.v. ds Jacobus Revius (predikant te Holwerd) en Lijsbettje Rossum, predikant te Makkum 1674-1682, te Holwerd 1682, veldprediker 1682 en 1689, † Brussel eind sept. 1689, x Helena Harconis. Uit dit huwelijk: Arnoldus, geb. Makkum, x Dokkum 28 nov. 1702 Geertje Lambergen; Jacobus, ged. Makkum 17 aug. 1679, † waarsch. v. 1695. Scheiding van de nalatenschap van Lijsbethje Rossum, wed. Jacobus Revius (predikant te Holwerd) tussen Claerke Vermees te Dokkum als moeder van Jacobus R., zoon van wijlen notaris Wybrandus R., Sibrandus R., mr bakker te Leeuwarden, Gisbertus van Loo, mr tinen loodgieter, als voogd van zijn kinderen bij Lutske R., Cornelis Harmens Visscher, bouwmeester van Leeuwarden, als curator ad actum divisionis over Arnoldus R.. nagelaten zoon van Th.R. en Helena Harconis 5 juni 1695 (Weesbk X 13, f. 137 vº).
Romein, 298, 530.
AS, nr 6960.

921] ♦ Gerbrandus van Albada Leowardiensis Frisius in augusto 13 1667.
Hypotheekakte ten laste van hem en Philippus van A. (789) 10 okt. 1679 (Hyp. boek 72, f. 101 vº).
Stb. I, 19, 6de gen. 2; II, 18 aant. 22 a.
AS, nr 6967.

923] ♦ Abelus Schotanus den 20 octobris anno 1667.
923] Per angusta ad augusta (Door gevaren naar het verhevene).
AS, nr 6973.

925] ♦ Petrus Poutsma den 31sten october 1667.
Spes mea Christus est (Mijn hoop is Christus).
Petrus, ged. 4 mei 1649, z.v. Joannes Nicolai (klerk financiekamer van Gedep, Staten) en Oedtje Tammeri, jur, cand., stud. te Harderwijk 29 mei 1673, vermeld Gr. Corsentbk 1686-246, 1688-63, 1706, 144, advokaat te Leeuwarden, klerk ter financiekamer i.p.v. zijn vader 8 febr. 1671, commies 29 april 1689, vermeld als rentmeester 1687, schepen 1699. 1702, 1704-1709, voogd St-Anthonygasthuis 1706-1712, diaken juli 1685, ouderling 15 juli 1694 en 11 juli 1706, gecommitteerde in de Rekenkamer voor 1706-na 1708, gecommitteerde ter Admiraliteit van het Noorderkwartier, schrijver bij de compagnie Brunet de Roche brune, vervangen 24 nov. 1708, id, bij de compagnie van ritmeester Plettenberg 9 jan. 1712, vervangen 11 jan. 1713, woonde op het Blauwhuis te Oostermeer, 12 okt. 1712 Te (ond. 26 jan, att. 3 febr.) 1678 Saepcke Haersma, begr. Oostermeer & nov, 1992, dv. Weyert en Sjoerdije Piers Rinkema; x 2e Oostermeer (att. Leeuwarden 30 sept.) 1708 Jo hanna Sixti van Leeuwarden, Kinderen uit het Iste huwelijk: Wulbart, god. 23 febr. 1679 Johannes, ged. 26 maart 1680; Weyer, ged. 26 aug. 1681; Sjoerdije, ged 6 dec. 1682; Jo hannes, ged, 24 dec. 1684; Johannes, ged, 27 jan. 1686, ritmeester, stichter Haersmastate

211


te Oostermeer, † Oostermeer, begr. 25/26 mei 1723, x le Huizum 1704 Yda Recalf; x 2e Oostermeer 13 okt. 1719 Aurelia van Haersma; Sjoerdtje, ged. 29 juli 1687, †9 nov. 1727, x Marsum 27 april 1704 dr Everhardus Wielinga, ontvanger-generaal der lijfrenten van Friesland.
Advokaat 13 juni 1672 (Arch. Hof, MMM).
Getuigeverklaring over een handgemeen bij zijn huis in de Bagijnestraat 29 dec. 1684 (Inf. boek C 3, p. 282).
Dr P.P., commies van financiën van Friesland, koopt 27 pm. losland in Bouweschar onder IJlst van dr Tammerus Poutsma, landschapsmedicus te Leeuwarden, procl. 20/28 febr. 1698 (Procl. boek K 1).
Stb. II, 144 aant. 60.
Grafschr. III, 92.
AS, nr 6979.
[In de telling ontbreekt 926.]
927] ♦ Matthias Franckena Leowardiensis Frisius die 5 novembris anno 1667.
Symbolum: Praestat esse quam videri (Het is beter te zijn dan te schijnen).
Grafschrift: LB 185 IV, 61.
G.P. Mulder, Van Terwisga tot Willinge Prins, 101.
[In de telling ontbreekt 98.]
929] ♦ Foppius Gellius Leovardiensis Frisius, den 25 novembris 1667.
Symbolum: Per angusta ad augusta (Door moeilijkheden tot het verhevene).
Foppo Gellius lidmaat 27 sept. 1671.
Ds Foppo Gellius, pred, te Wirdum, en Sara Rewers te Leeuwarden ond. 21, x Wirdum 29 nov. 1674.
Foppo Gellius, predikant te Wirdum, geautoriseerd tot curator over Jeremias Conter, oud 17 jaar, 13 april 1685 (Aut. boek W 8, f. 25).
Romein, 113, 155, 454.
G.A. Wumkes in NNBW VI, 554.
BWPG III, 203.
Greydanus, 141, 190.
AS, nr 6951.
[In de telling ontbreekt 930.]
931] ♦ Hajo ab Hobbema Leovardiensis Frisius, den 28sten novembris 1667.
Symbolum: Patientia victrix (Geduld is de winnares).
Stb. II, 18 aant. 15.
AS, nr 6987 (... Witmarsensis).
[In de telling ontbreekt 932.]
933] ♦ Joannes Leauson dit Grenoble Leowardiensis Frisius, 1668 13 januarii.
Avecque le jour commence ta journée,
De l'Eternel le saint nom bénissant,
Le soir aussy, ton labeur finissant,
Louez-l'encor et passe ainsi l'année (Begin de dag bij zonsopgang met de heilige naam van de Eeuwige te prijzen; prijs Hem ook 's avonds nog bij het einde van je werk, en ga zo het hele jaar door).
Jean Leauson lidmaat 1 sept. 1661, Waals diaken nov. 1661.
(Zijn ouders, zuster en zwager?) Johan Leason Grenoble en Elisabet Baré, Henriette

212


Leauson (Grenoble) en Egbart Kanckelaer in hypotheekakten d.d. 22 nov. 1664, 10 febr. en 20 okt. 1669 (Hyp. boek 62, f. 158 vº, 159 en 174 vº).
AS, nr 6993.
[In de telling ontbreekt 934.]
935] ♦ Lodewycus Lolckema Leovardiensis Frisius anno 1668 13 januarii.
Symbolum: Ne fallas neminem (Bedrieg niemand).
Lolcke, z.v. Jorryt Lolckes (mr snijder) en Antje Esling(a), ged. 6 febr. 1648.
Lodewijck Joryts Lolcama, med. doctor, en Trijntje (Catharina) Scheltinga, beide te Leeuwarden, x 16 nov. 1673. Uit dit huwelijk: Antje, ged, 9 okt. 1674; Margaretha, geb. 1676, †7 jan. 1730/9; Abram, ged. 22 of 23 sept. 1677, portier van de Hoeksterpoort, x 14 okt. 1704 Wijtske Ladenius; Joryt, ged. 17 dec. 1684.
Op verzoek van Adrianus, Joannis en Lolke Schaap wordt L.L. geautoriseerd tot curator om de nalatenschap van hun moeder Maritje Jans te laten inventariseren enz. 1 april 1692 (Aut. boek 9, f. 104 v°).
J. Brandsma, Genealogie van het geslacht Brandsma, 177.
AS, nr 6989.
[In de telling ontbreekt 936.]
937] ♦ Joannes Lolckama Leovardiensis Frisius anno 1668 13 januarii.
Symbolum: Fide, sed cui, vide (Schenk vertrouwen, maar kijk uit aan wie).
Jan, z.v. Jorrit Lolckes (mr snijder) en Antje Eslinga, ged. 12 dec. 1652.
Grafschrift: LB 184, III 15.
Romein, 105, 201, 454, 662.
AS, nr 6990.

213


Register van studentennamen

De getallen verwijzen naar de bladzijden: na het volgen van een link even naar boven scrollen om de bewuste ♠ pagina ♠ te bekijken!
N.B. Niet alle van het Leeuwarder gymnnasium afkomstige studenten aan de universiteit van Franeker in genoemde periode werden lid van deze studentenvereniging!

Abbas, Henricus 67
Abbema, Franciscus 85
Abbema, Herma(n)nus 81
Abbema, Marcus 182
Acronius, Abrahamus 65
A(c)cronius, David 63
Acronius, Hanso(nius) 204
Acronius, Sixtus 202
Adriani, Petrus 125
Aegidius, Mellius 60
Aelserda, Boëtius 118
Aelserda, Feyco Jeltonis ab 104
Aelserda, Jacobus Gellii 162
Aer(s)sen, Hippolitus (Beyem) ab 131
Aitsema, Jellardus ab 182
Albada, Philippus ab 189
Albada, Gerbrandus van 211
Albarti, Eduardus (Meurs) 171
Alberti, Bavius (Haytema) 52
Alma, Nicolaus (P.) 210
Alsarda, Boëtius Jeltonis 118
Alserda, Gellius 210
Alserda, Lollius 148
Altena, Petrus (Nicolai) 205
Althuys, Althu(y)sius, Jo(h)annes 192
Andla, Johan(nes) (Fridericus) ab 167
Andree, Joachimus (ab) 180
Andreë, Johannes Pompejus ab 205
Andreae, Sibrandus 68
Andringa, Tinco ab 187
Andringa, Tz(i)a(l)ling(i)us ab 143
Antonides, Johannes 141
Aquila, Bern(h)ardus 17
Arnoldinus, Fredericus Petri 159
Arssen (Beyma), Hippolytus ab 131
Atsema, Jarichius 116
Atsma, Georgius 197
Atsma, Jarich(i)us 116
Atsma, Jo(h)annes 208
Attama, Herma(n)nus Petri 204
Attama, Conradus 109
Attema, Harmannus 204
Attema, Conradus 109
Augustini, Obias (Nauta) 119
Augustini, Wibrandus (Itsma) 37
Axma, Petrus (van) 54
Aylva, Sixtus ab 147
Ba(e)y, Guilbertus 144
Baerdt, Sebastianus 186
Be(c)chius, Adrianus 143
Bechius, Joannes Petri 34
Bechius, Martinus (Petrus) 185
Bechius, Petrus (Petri) 55
Beilanus, Ger(h)ardus 194
Beyma, Hippolytus ab Arssen 131
Beyma, Julius a 53
Beyma, Vincentius Julius a 187
Beintema, Vibrandus 197
Beyum van A(e)r(s)sen, Hippolytus 131
Bes(che), Gu(i)lielmus de 166
Besten, Gerardus 22
Beu(c)ker, Jo(h)annes 203
Bieruma, Albertus (Lamberti) 78
Blinstenius, Everardus Ludolphi 90
Boelema, Martinus 200
Boelema, Martinus 187
Boelema, Theotardus 28
Boelens, Jacobus 149
Boelens, Suffridus (van) 104
Boelens, Tarquinius (van) 140
Boët(h)ii, Nicolaus (Fennema) 108
Boltsma, Gellius (Hajonis) 118
Boots, Henricus 106
Bootzma, Ulpianus a 166
Bormania, Jarich 108
Bos, Adrianus (Lamberti) 119
Bos, Everardus (Cornelis) van den 68
Bos(s), Jacobus 178
Bos, Richaeus (van den) 165
Bossenius, Dominicus 191
Botma, Wigerus 169
Bouma, Jacobus 103
Bouricius, Bouritius, Jo(h)annes 76
Bra(e)kel, Wilhelmus (Theodori) (a) 146
Bran(t)sma, Jacobus 138
Broersma, Nicolaus 164
Brouwer, Petrus Tarquinii 98
Bruinsema, Philippus 81
Bruinsma, Philippus 81
Bruinsvelt, Joannes 134
Bruinsvel(d)t, Sixtus 134
Bruynsma, Gellius (Petri) (a) 81
Bruynsma, Homerus (a) 89
Brunsvelt, Joannes 134
Brunsvel(d)t, Sixtus 134
Brunsma, Cyprianus 69
Buma, Jacobus 103
Burenstein, Burenstins, Sach(a)eus 155
Burmania, Hero a 149
Burmania, Jarich(ius) (a) 108
Burmania, Upco (a) 114
Burum, Franciscus (Alles) (a) 157
Burum, Jarich(i)us a 179
Buttinga, Feio a 186
Buttinga, Corneli(u)s (van) 67
C zie K, S
Dalen, Lambertus a 105
Deinema, Theodorus Dionysi(i) 125
Doem, Michael 175
Doma, Pibo a 36
Domna, Dionysius (Tjallingii) 71
Domna, Hen(d)ricus Tjallingi 49
Donia, Feyo (Harinxma) (a) 143
Doyema, Hayo 190
Do(o)rn, Hans(o) (a) 158
Douma, Andreas (a) 121
Douma, (Joannes) Edzardus a 142
Dre(e)nhuysen, Petrus 147
Drogenham, Abrahamus (Hermanni) 137
Drogenham, Heynsius Hermanni 48
Dronrijp, Bernardus (W.) 59
Dronrijp, Gellius 77
Echten, Annius ab 162
Echten, Petrus (ab) 115
Elgersma, Franciscus (Jacobi) 86
Elgersma, Regnerus 140
Elcoma, Elconius 167
Ens, Hermannus (Henrici) 142
Ens, Jo(h)annes (Suffridi) 124
Epema, Dominicus ab 176
Faetsma, Siboldus 181
Faber, Heynsius Julii 31
Faber, Timaeus 72
Feddema, Petrus 205
Feenstra, Jo(h)annes 102
Feyckama, Gerhardus 203
Feyckama (Feyckema), Odulphus (a) 169
Fennema, Nicolaus Boët(h)ii 108
Finia, Henricus Gualtheri a 190
Fontein, Georgius Nicolaides 207
Franckena, Matthias 212
Fri(e)sma, Hector 89
Fullenius, Ke(i)mpo (van) 155
Gabbema, Tzallingius 56
Geest, Simon de 88
Geestdorp, Cornelius 91
G(h)eldorpius, Hesselus 153
Geldorpius, Onias 138
Gellius, Foppius 212
Gerardi, Hesselus (Samplonius) 43
G(h)eusius, Jacobus Lucae 173
Glinstra, Jo(h)annes (a) 34
Glinstra, Valerius a 196
Grau, Gravius, Abraham(us) de 127
Gravius, E(e)lc(k)o 174
Gravius, Johan(nes) (Martini) 96
Gravius, Regnerus 211
Grenoble, Jo(h)an(nes) Lea(u)son (dit) 212
Groen, Jo(h)annes 99
Groen, Cyriacus 105
Grotius, Theodorus Theodori 152
Grousteins (Grovestins) Binherdus He(e)ringa a 166
Grovestins, Jarichius a 181
Gut(h)berlet(h)(us), Brongerus 136
Gut(h)berleth(us), Wernerus 188
Haersma, Meynardus 113
Hachtingius, Albertus 182
Hachtingius, Benedictus 183
Hachtingius, Henricus 180
Hachtingius, Nicolaus 120
Hachtingius, Regnerus 106
Haytema, Bavius (Alberti) 52
Halluma, Gerhardus Theodori 121
Ha(m)mama, Hajo (Joachimi) 30
Hanenborgh, Hanenburg, Henricus 137
Ha(n)nia, Wiglius (Eduardi) (ab) 33
Hardomans, Aemilius 67
Hardomans, Ruardus 172
Harinxma van Donia, Feyo 143
Hartius, Guilielmus 103
Hartsburgh, Gerardus 168
Hasius, Jacobus 198
Heemstra, Feyo ab 91
Heixan, Egbertus 74
Heixan, Petrus (Velsen van) 208
Heinsius, Hiskias 170
Heloma, Nicolaus 77
Hemmema, Erasmus (ab) 131
Hemminga, Gelliu (Viti) 103
Henrici, Bernardus (Waterbeeck) 67
Hermanni, Abrahamus (Drogenham) 137
Herminius, Gerhardus 155
Heronw, Ulricus (Ruitenius) 25
Hes, Hans(onius) 185
Hilarius, Hilarius Livii 111
Hilarius, Johannes Epei 61
Hilarius, Theodorus 182
Hillama, Odolphus (ab) 45
Himminga, Cyriacus 95
Himminga, Wigerus 95
Hittinga, Sibrandus (van) 72
Hobbema, Hajo ab 212
Hoeckema, Taco (Johannis) 163
Hogenheim, Simon (van) 207
Hoitsma, Julius 159
Hoitsma, Sibrandus 154
Hollinga, Pompe(j)us 123
Homan, Meinardus Bern(h)ardi 182
Hoornbrugge, Christophorus 99
Hoppers, Georgius 154
Hoppers, Hero ab 162
Hoppers, Joachimus ab 162
Horius, Petrus 98
Hornbrug, Christophorus 99
Horreus (Horrie) Petrus (Jouconis) 98
Hoverda, Joannes 171
Huber, Ulricus 133
Huigens, Leonardus 169
Huss, Hans(onius) 43
Husingius, Jo(h)annes 88
Husius, Hansonius 43
Idsinga, Renicus Zachaeus van 19
Ilpendam, Petrus Georgii ab 114
Incudides, Jo(h)annes 134
Ipema, Florianus 199
l(s)sbrandi, Hieronymus 79
Isenberch, Joannes (Bernardi) 125
Id(t)zardi, Johannes 201
I(d)tsma, Augustinus 175
Itsma, Wibrandus (Augustini) 37
Ivema, Henricus 103
Jan(s)soni(us), Jo(h)annes 84
Jan(s)onius, Johannes 106
Jan(s)sonius, Ma(t)thias 196
Jarich(i)i, Petrus (van der Lely) 158
Jellama (Jellema) Arnoldus (Dircks) (a) 46
Jeltema, Herma(n)nus 130
Jeltema, Jacobus 21
Jelting(h)a, Duco (a) 38
Jepema, Hartesius (a) 23
Jepema, Regnerus 31
Jepma, Hartesius 23
Jeppema, Regnerus a 31
Jeppema, Theodorus 84
Joachimi, Hajo (Ha(m)mama) 30
Joannis, Franciscus (Popma) 20
Jo(h)annis, Nicolaus (Mamminga) 46
Jo(h)annis, Timaeus 21
Jongestal(l), (Allardus) Petrus (van) 32
Jorritsma, Franciscus (a) 193
Jorritsma, Sibrand(us) (a) 197
Jou(w)ersma, Jacobus (Lollii) 96
Jouwersma, Jo(h)annes 170
Julii, Abrahamus 86
Julii, Heynsius (Faber) 31
Julii, Jo(h)annes 162
Jungius, Nicolaus (Caspari) 65
Jusema (Jusum) Gossuinus 144
Jusum, Gualt(h)er(i)us 202
Cammi(n)ga, Actius 210
Camp, Re(i)nicus (Arnoldi) 74
Campen, Gaspar(us) a 39
Campen, Jacobus (a) 191
Camper (a Croddenbosch), Hen(d)ricus 117
Camstra, Tja(l)ling(i)us a 97
Kan(n), A(l)lardus 51
Kan(n), Ant(h)onius 57
Kann, Nicolaus 167
Can, Stephanus 194
Cathius, Gi(j)sbertus 157
Kempe(n), Vitus a 138
Keth, Theodorus 101
King(a)ma, Petrus 152
Clameri, Clamerus, Justinus 156
Kleienburgh, Jo(h)annes Nicolai 75
Clu(i)ter, Wichardus (Joannes) 50
Knijff, Horatius (a) 88
Cno(o)p, Gysbertus 166
Kolde, Dodonaeus 33
Cornelis, Evert (van den Bos) 69
Cran(t)zius, Petrus 129
Christophori, Hiddius (Zuagemus) 25
Crul(l), Jo(h)annes 198
Cuilenburch, Jo(h)annes 76


Lamberti, Albertus (Bieruma) 78
Lanio, Reinerus Tarquinii 45
Lauerman(nus), Martinus Justini 40
Lauermannus, Martinus M. 20
Laurman, Martinus 113
Laurman, Martinus Martini 20
Lauswolt, Ambrosius Joannis 76
Lauswolt(ius), Henricus 53
Lautenbach, Henricus (Willems) 83
Lautenbach, Jacobus (Willems) 142
Lautenbach, Petrus (Willems) 97
Lauwerman, Martinus Martini 20
Laverman, Martinus 20
Lavermannus, Martinus M. 20
L(e)auson (dit) Grenoble, Joannes 212
Lely, Ger(h)ardus (van der) 190
Lely, Petrus Jarich(i)i van der 158
Lenz, Albertus (de) 47
Lens (Lentz) Cornelius (van) 51
Lesson dictus Grenoble, Joannes 212
Leucon(i)i, Bernhardus (Sylvius) 29
Lijc(k)lama, Esaias 200
Lijcklama, Philibertus a 162
Lijcklama, Laelius a 192
Lijcklama, Lubertus 168
Lijcklema, Lubbertus 168
Livii, Hilarius (Hilarius) 111
Loo, Arnoldus Ger(h)ardus a 199
Lolckama, Joannes 213
Lolcama, Ludovicus (Joryts) 213
Lolckema, Johannes 213
Lolckema, Lodewycus 213
Lollii, Jacobus (Jouersma) 96
Lollius, Dominicus 79
Ludolphi, Everardus (Blinstenius) 90
Luitenbach, Hendrick 83
Maerssum, Matthias a 163
Mamminga, Henricus 99
Mamminga, Nicolaus Johannis 46
Manckadam (Mancadan, Manckedam), Si(jb)brandus (Jacobi) 148
Mar(s)sum, Agg(a)eus a 58
Mar(s)sum, Jacob(us) (Hendricks) (a) 48
Marssum, Matthias (a) 163
Martinius, Hermannus (de Potther) 45
Mey, Jo(h)annes van der 153
Meilsma, Petrus Gerardi 78
Mejon(t)sma, Jo(h)annes 185
Meilama (Mellema) Petrus 144
Mellinga, Abrahamus 46
Mellinga, Econius 23
Mensenburch, Jo(h)annes (van) 202
Mensenburg(h), Petrus 201
Mensma, Jo(h)annes 171
Mesma, Joannes Jacobus 105
Meter, Balthasar Obiae de 52
Metz, Laurentius a 44
Meurs, Eduardus Alberti 171
Mied(t)sma, Petrus (L.) 157
Milesius, Petrus (Duconis) 123
Moda, Jo(h)annes 146
Mockama (Mockema) Wichardus 59
Mol(l), Jacobus Jo(h)annes de(l) 29
Moll, Johannes Velsius dell 108
Monsma, Nicolaus Rombertus 56
Monsma, Suffridus (Ri(e)mersma (a) 195
Munsterus, Christophorus 41
Nauta, Joannes 110
Nauta, Obias (Augustini) 119
Neuhusius, Alexander 62
Neuhu(i)sius, Henricus 32
Neuhusius, Joannes 62
Neuhusius, Re(i)nerus 17
Nienhuis, Epeus 78
Nijenhuis, Michael (R.) 114
Nijenhusius, Alexander 62
Niesnerus, Daniël 134
Nieuenhuys, Eppaeus 78
Nieuhusius, Regnerus 17
Nicolai, Gerardus 45
Nicolai, Jacobus 69
Nicolai, Nicolaus 39
Nicolai, Wilhelmus 110
Nicolaides, Gerhardus 45
Nisener(us), Daniël 134
Nitphin, Ant(h)onius 206
Obiae, Balthasar (de Meter) 52
Ockinga, Frederic-Hesselus ab 205
Ockinga, Hero ab 28
Ockinga, Jarich(us) ab 178
Ockinga, Sibrand(us) ab 193
Olma, Fredericus (ab) 44
Ottama, Peco (ab) 196
Overnei, Abrahamus 18
Overnei, Isaacus 18
Overnejus, Abrahamus 18
Overnejus, Isaacus 18
Papma, Rombertus Scheltonis 58
Peima, Gellius (a) 84
Persijn, Lambertus (Petri) 131
Petrejus, Dominicus 156
Petraeus, Jo(h)annes 96
Petr(a)eus, Wilhelmus 175
Petri, Dominicus 156
Petri, Gellius (Bruynsma) 81
Petri, Joannes (Bechius) 34
Petri, Johannes 34
Petri, Jo(h)annes 188
Petri, Renicus (Sijlstra) 102
Piersma, A(g)g(a)e(us) (Tiberii) 210
Plecker, Gualtherus Danielis 181
Pluymioen, Johannes 53
Popta, Henricus 135
Popta, Jacobus 115
Potther, Hermannus Martinius de 45
Poutsma, Nicolaus 173
Poutsma, Petrus 211
Pou(d)tsma, T(h)a(m)merus 181
Proost, Georgius (Viti) 80
Raerd(t), Theodorus Nicolai 109
Radijs, Ger(h)ardus 35
Reen, Albertus (Hesseli) 39
Reen, Gerardus 37
Rheen, Isaacus (Alberti) 205
R(h)een, Jo(h)annes (Arnoldi) 147
Reen, Nollius 207
Reichenbach (Reigenbach) Hector 195
Reinici, Valerius 87
Recalf(f), Jacobus (Jacobi) 128
Recalf(f), Comeli(u)s (Jacobi) 136
Reme, Antonius 54
Reneman, Daniël 137
Reneman, Hermannus 120
Renici, Valerius 87
Revius, Theotardus 211
Riemersma, Abelus 85
Rispens, Andreas 104
Robijnsma, Abelus 130
Rombarti, Nicolaus (Monsma) 56
Romberti, Vitus 83
Rommerda, Bernhard(us) 141
Royer, Justinus 50
Royer, Wilhelm(us) Gerardi 59
Rosema, Petrus (a) 153
Rossom (Rossum) Johannes 176
Rou(c)kema, Theodorus 74
Ruardi (Ruardt) Regnerus 101
Rudiger(us), Michael 136
Ruitenius, Ulricus Heronis 25
Zachaei, Zachaeus, Renicus (van Idsinga) 19
Samplonius, Hessel(i)(us) Gerardi 43
Samplonius, Jo(h)annes Ger(h)ardi 64
Scheltinga, Jo(h)annes (a) 117
Schepper, Isaac(us) de 176
Scheversteyn, Herma(n)nus (Wilhelmi) 110
Schierhuys (Schierhuisen) Vibrandus 146
Schierhu(i)sius, Vibrandus 146
Schieringa, Lambertus 90
Schyringa, Nannius (Sachei) 137
Schoonhoven, Mein(h)ard(us) 206
Schotanus, Abelus 211
Schotanus, Gellius (Henricus) 172
Schotanus (a Sterringa), Henricus 84
Schwa(e)rtzenberg(h), Albertus a 97
Schwartzenberg, Henric van 119
Sibrandi, Hilarius 112
Sibrandides, Godefridus 35
Sier(c)xma, Jo(h)annes 201
Sierxma (Ciersma) Otto 40
Sijlstra, Renicus Petri 102
Sijtsma, Melius 206
Siccama, Joannes 112
Siccama, Wilhelmus 189
Sixma, Agg(a)e(us) a 149
Sixma, Ulpianus a 118
Sixti, Nicolaus (Jo(h)annis) 154
Sixti, Vitus (Johannis) 191
Sixtides, Nicolaus 154
Sixtinus, Joannes 21
Sylvius, Bernardus Leuconis 30
Sylvius, Jo(h)annes (Jacobi) 102
Simonides (a Nijs), Johannes (a) 180
Sir(c)xma, Joannes 201
Soblé, Elias 163
Sol(c)kama, Albertus (a) 198
Sprong(h), Cornelius 66
Sta(n)nia, Wigerus Nicolai 99
Steendam, Henricus Theodori 108
Steenhovius, Jo(h)annes (Petri) 159
Steindam, Abrahamus (Theodori) 161
Sto(e)nebrinck, Jacobus (Henrici) 75
Stonebrinck, Joannes (Henrici) 115
Strigelius, Cornelius 174
Stuyfsandt (Stuyvesant) Petrus 27
Zulenius, Hermannus Wilhelmi 180
Zulenius, Hermannus (Wilhelmi) 65
Suyrlandt, Johannes 111
Zuagemus, Hiddius Christophori 25
Swalu(w)e, Albert(us) 89
Swalu(w)e, Otto 116
Swalu(w)e, Tiberius 178
Swartzenberg(h) (et Ho(c)henlan(d)sberg(h)), (Swartzenburg) Henricus a 119
Thainga, Nicolaus Hermanni 58
Tarquinii, Reinerus (Lanio) 45
Tas(se)ma, Duco (Sixti) 129
Teyens, Tinco 179
Terentius, Jo(h)annes Ger(h)ardi 91
Terquinii, Regnerus (Lanio) 45
Theodardi, Johannes 129
Theodori, Gerardus (Halluma) 121
Theodori, Henricus (Steendam) 107
Theodori, Petrus 24
Theodori, Theodorus (Grotius) 152
T(h)eotardi, Jo(h)annes 129
Tiberii, Jacobus 159
Tit(h)ama, Titema, Bern(h)ardus (Schotanus) 149
U(y)lenburgh, Rombartus (ab) 150
Unia, Richardus ab 127
Ursinga, Sixtus 182
Valerii, Aemilius 66
Vegilin (de Claerbergen), Ernestus Fred(e)ricus 209
Velsen, Andreas (Benedictus) a 208
Velsen, Jo(h)an(nes) (Benedictus) a 199
Velsius, Veltius dell Moll, Johannes 108
Verspeeck, Gilbertus 31
Versteveren, Jo(h)annes 47
Vier(s)sen, Gisbertus a 150
Vier(s)sen, Isbrandus a 121
Vier(s)sen, Ma(t)thias (a) 82
Vier(s)sen, Wilhelmus a 60
Viglii, Ubelus 138
Viglius, Ernestus 209
Viglius, Godefredus 164
Viglius, Ubelus 138
Viti, Georgius (Proost) 80
Vomelius, Sibrandus 112
Voor(d)t, F(r)edericus a 89
Voss, Joannes Eliae 38
Waterbeeck, Bernardus Henrici 67
Wemerus, Joannes 19
Wemerus, Tarquinius 138
Westervelt, Wiardus (a) 170
Wiaerda, Nanningus 141
Wiarda, Hero 210
Wybing(h)a, Theodorus 100
Wierhusius, Johannes (L.) 167
Wieringa, Gaspar(us) (H.) 69
Wygara, Theodorus (Pijckesz.) (a) 83
Wigersma, Theodorus 159
Wigersma, Ulricus 200
Wijngaarden, Martinus (van) 192
Wijngaert, Jo(h)annes 79
Wijckel, Annaeus a 183
Wijckel, Henricus (a) 208
Wijckel, Jo(h)annes a 183
Wijckel, Martinus (a) 110
Wilhelmi, Hermannus (Zulenius) 65
Willichius, Casparus 124
Wilsma, Feico (Sibrandi) 153
Wisselpenning(h), Livius 203
Z zie S

Afkortingen

>> begin

a.b. - als boven
a.d.O. - aan de Oder
AP - Th. Meyer, Album Promotorum Academiae Franekerensus (1591-1811), Franeker (1972)
AS - S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meyer, Album studiosorum. Naamlijst der studenten aan de universiteit te Franeker (1585-1844), Franeker 1968
a.v. - als voren
aant. - aantekening
adv. - advokaat
al. - alias
ald. - aldaar
Alg. Ned. Familieblad - Algemeen Nederlandsch Familieblad, Tijdschrift voor geschiedenis, geslacht-, wapen-, tegelkunde enz., 's-Gravenhage 1883-1902
Algra, Historie - A. Algra, De historie gaat door het eigen dorp, Leeuwarden (1955-1960)
Arch. - archief
art. - artikel
att. - attestatie
Aut.boek - autorisatieboek
BVGO - Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, Arnhem, 's Gravenhage 1836-1944.
BWPG - J.P. de Bie e.a., Biographisch Woordenboek van Protestantsche Godgeleerden in Nederland, 's-Gravenhage (1919-1949)
bar. - barones
begr. - begraven
bel. - belijdenis
bk - boek
Boeles - W.B.S. Boeles, Frieslands Hoogeschool en het Rijksatheneum te Franeker, 2 d., Leeuwarden 1878-1889
burgem. - burgemeester
c.a. - cum annexis
c.s. - cum sociis
c.ux. - cum uxore
cand. - candidaat
Civ. Sentbk - civiel sententieboek
Cl. - classis
d.d. - de dato
d.v. - dochter van
div. - divisionis
e.l. - echtelieden
EVC - (familiearchief) Eysinga-Vegilin van Claerbergen
EvF - Encyclopedie van Friesland, Amsterdam/Brussel 1958
echtg. - echtgenoot, echtgenote
Engels - M.H.H Engels, Naamlijst van Gedeputeerde Staten van Friesland, Leeuwarden 1979
f. - folio
FVA - (Nieuwe) Friesche Volksalmanak, Leeuwarden, Franeker 1836-1999
fam. - familie
Fokkema, De Siccama's - A.C. Fokkema-Siccama, De Siccama's, z.p. (1971)
Fr. Adelaar - De Friesche Adelaar. Bladen aan geslacht en wapenkunde gewijd, Leeuwarden 1887-1889
GN - Gens Nostra Ons Geslacht - Maandblad der Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam 1946-
G. Woord - Goddelijk Woord
geb. - geboren
ged gedoopt
Ged. Staten - Gedeputeerde Staten
Gen., gen. - Genealogie, genealogisch, generatie
gen. - generaal
Gen. Jb. - Genealogysk Jierboekje, Ljouwert 1951-
ger. - gerecht
gezw. - gezworen
Gr. C., Gr. Consentbk - Groot Consent(boek)
Gr. Kerk - Grote Kerk
Gr. W.P. - Grote Winkler Prins Encyclopedie, 25 d., Amsterdam/Brussel 1979-1984
Grafschriften - Grafschriften en andere genealogische en heraldieke merkwaardigheden in en om de kerken tussen Flie en Lauwers, 5 d. Leeuwarden 1950-1969
Greydanus - M.R. Idema Greidanus, Het geslacht Greydanus, Greijdanus, Greidanus, Pluym Greidanus, Idema Greidanus, Van Wimersma Greidanus ('s-Gravenhage 1933)
H. Dienst - Heilige Dienst
hertr. - hertrouwd
hs. - handschrift
Huber - F.G.A. Huber, Het Nederlandsche geslacht Huber, z.p. 1944
Hyp.boek - hypotheekboek
ib. - ibidem
id. - idem
inf. - infanterie
Inf.boek - informatieboek
Inv.boek - inventarisatieboek
inv.nr inventarisnummer
j. - jaar; juffrouw
j.d. - jongedochter
j.u.d. - juris utriusque doctor
Jb. C.B. - Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie, 's-Gravenhage 1947.
jr. - jonker; junior
jur. - juridisch
Kalma, Cl. Fr. - J.J. Kalma, Een kerk in opbouw. Classisboek Franeker 1636-1658, Ljouwert 1963
kap. - kapitein
Kl. - klein(e)
Kl. Consentbk - Klein Consentboek
Koopmans - S. Koopmans, Het notariaat in Friesland voor 1811, Leeuwarden 1883
LB - Leeszaalbibliotheek Rijksarchief in Friesland
LC - Leeuwarder Courant
Lat. - Latijnse
luit. - luitenant
m. att. (v) - met attestatie van
m.z. - moet zijn
mag. - magistraat
Mag.reg. - magistraatsresoluties
med.(dr) - medicianae (doctor)
mr - meester
NA - Nederland's Adelsboek, 's-Gravenhage 1901-
NG - H. Haerdt van Sminia, Nieuwe naamlijst van grietmannen van de vroegste tijden af tot het jaar 1795, Leeuwarden 1837
NGS - Naamlijst der heeren grietslieden en secretariën in Vriesland van de vroegste tijden af tot op het tegenwoordige, Leeuwarden 1785
NH - Naamrol der Edele Mogende Heeren Raden 's Hoffs van Friesland sedert de aanstelling van hetzelve in den jare 1499 tot heden, Leeuwarden 1742
NL - De Nederlandsche Leeuw, 's-Gravenhage 1883-
NNBW - P.C. Molhuysen e.a., Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, Leiden 1911-1937
NP - Nederland's Patriciaat, 's-Gravenhage 1910
NR - Naamregister der rentmeesters van de domeinen, procureurs-generaals en griphiers sampt van de substituten soo van procureur als griphier en in der tijd ... Leeuwarden 1748
Nal. - A.J. Andreae, Nalezing op de Nieuwe naamlijst van griefmannen van wijlen mr H. Baerdt van Sminia, Leeuwarden 1893. N.B. Kan ook slaan op de Nalezing achteria de heide delen van Stb. (zie ald.)
Nav. - De Navorscher, Amsterdam 1851-1959
not. - notaris
ond. - ondertrouwd
ontv. - ontvanger
ov(erl.) - overleden
p. pagina
phil. dr - philosophiae doctor
phil. stud. - philosofisch student
pred. - predikant
pres. - president; presiderend
proc. - procureur
procl. - proclamatie
Procl.boek - proclamatieboek
r. - reeks
R.A. - Rijksarchief
rec. rat. - recipiendarum rationum
Res.boek- resolutieboek
resp. - respectievelijk
Roarda, Gr. Pier - R.S. Roarda, Ut itselde skaei as Greate Pier, Ljouwert 1961
Romein - T.A. Romein, Naamlijst van de predikanten, sedert de Hervorming tot nu toe in de Hervormde gemeenten van Friesland, Leeuwarden 1886-1888
SS. Min cand. - sacrosancti ministerii candidatus
secr. - secretaris
st. - stuivers
Stb. - M. de Haan Hettema en A. van Halmael jr., Stamboek van den Frieschen vroegeren en lateren adel, 2 d., Leeuwarden 1846
shed rant
stud. - student
subst. - substituut-
t.g.v. - ten gunste van
t.o.v. - ten overstaan van
test. - testeert
theol. - theologich
tr. - trouwt
v. - van; (en) volgende; voor
V.d. Veen, Ferwerderaddeel - W.K. van der Veen, Uit de geschiednis van de grietenij Ferwerderadeel, Leeuwarden 1958
VF - De Vrije Fries, Leeuwarden 1839-
V.O.C. - Verenigde Oostindische Compagnie
VROA - Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven, 's-Gravenhage 1865-1986
VvO - A.A. Vorstenman van Oyen, Stam- en Wapenboek van aanzienlijke Nederlandsche familiën, Groningen 1885-1890
V. Veen - S.D. van Veen, Aanvullingen en verbeteringen van Romein's Naamlijst der predikanten in de Hervormde gemeenten van Friesland, Leeuwarden 1892
vgl. - vergelijk
Visser, Opst. Veencie - J. Visser, Inventaris op het archief der Opsterlandse Veencompagnie, z.p. 1957
Vleer, Schotanus - W.Tsj. Vleer, Genealogie Schotanus, ca. 1500-1850, Hardegarijp 1953
vº - verso
vv (en) volgende (pagina
W.D. - Westdongeradeel
W.K. - Westerkerk
waarsch. - waarschijnlijk
wed. - weduwe
Wiarda - S. Wiarda, Wiarda 1369-1969, Bolsward 1970
Wijnaendts, Scheltinga - W. Wijnaendts van Resandt, Geschiedenis en genalogie van het geslacht Van Scheltinga van ± 1530 tot 1939, z.p. 1939
z.v. - zoon van

>> begin