>> HOMEpage


Oceanus iuris en Vigelius' Methodus
in de academiebibliotheek Franeker
Geschenken van Johannes Saeckma en anderen


Woord vooraf

Hier wordt ten eerste verslag gedaan van een onderzoek naar de provenance of eigendomsgeschiedenis van het grote juridische verzamelwerk met de titel Oceanus iuris in de collectie van de voormalige universiteit van Friesland. Vervolgens wordt gekeken naar boeken in dezelfde bibliotheekcollectie die geschonken zijn door Johannes Saeckma of uit diens bibliotheek afkomstig zijn.

In 1999 is naar aanleiding van de herdenking van de oprichting in 1499 van het Hof van Friesland de geschiedenis van de bibliotheek van het Hof belicht en daarnaast een facsimile uitgegeven van het register van auteurs in de Oceanus iuris: beide zijn ook te raadplegen op mijn website.

Provenancegegevens, namen van schenkers van boeken die in oude catalogi van de Franeker academiebibliotheek beschreven worden, zijn niet altijd verifieerbaar. Vooruitlopend op het specifieke voorbeeld wordt hier al de algemene reden gegeven: het betreffende exemplaar is vanwege vermissing - veelal als gevolg van een grote diefstal in 1648 - vervangen door een ander exemplaar of een andere editie. De naam van de schenker bleef in een nieuwe catalogus aan de titel van het vervangende boek gekoppeld. De eervolle herinnering aan de schenker werd zo gehandhaafd. Wie eenmaal iets schonk aan de bibliotheek, maakte zich in zekere zin onsterfelijk, kon op eeuwige roem rekenen. Dat trok natuurlijk ook nieuwe schenkers aan: vooral van schenkingen moest de universiteitsbibliotheek van Franeker het hebben om de collectie te kunnen uitbreiden. Als voorbeeld van deze handelwijze dienen de schenkingen van Johannes Saeckma (1572-1636), de raadsheer in het Hof van Friesland en curator van de Franeker academie.

M.H.H. Engels, oorspr. uitg. 5 april 2000, internet oktober 2002

>> begin


I. Oceanus iuris

Terwijl de bibliotheek van het Hof van Friesland te Leeuwarden pas tegen het eind van de zeventiende eeuw een exemplaar verwierf van de grote verzameling rechtskundige verhandelingen Oceanus iuris (Venetië 1584), bezat de bibliotheek van de universiteit te Franeker er al een aan het begin van die eeuw. De oudste overgeleverde catalogus, van 1626, vermeldt de 18 delen in 25 banden immers al. De boeken stonden toen in de beide vakken van de "plutei" (boekenkasten met lessenaar) 2 en 3 rechts in de bibliotheek; in 1635 was dat ook nog zo. In 1644 waren ze te vinden in "pluteus" 28, vak 1; in 1656 in "pluteus" 9, vak 1. De Oceanus iuris was ook al in 1605 aanwezig zoals verderop zal blijken.

titelblad Oceanus

Op de binnenkant van het voorplat van elke band zijn de oudste plaatsnummers geschreven, latere op snee. In de eerste zes banden luidt de telling 10{2-1 t/m 10{2-6. Dit slaat op de "pluteus" 10, het tweede boekenvak (Latijn: facies) daarvan, d.w.z. dat onder de lessenaar, en boekbandnummer 1 t/m 6. In de volgende banden is het nummer van het boekenvak weggelaten; de plaats van het volgnummer boven- of onderaan achter de accolade gaf immers al duidelijk genoeg aan dat het ging om de eerste rij boeken boven dan wel de tweede rij onder de lessenaar. Evenwel lijkt 11{1 t/m 11{6 een verschrijving voor 11{1 t/m 11{6, omdat de dertiende band 11{1 heeft en de negentiende (t/m de 25ste) 12{1 (t/m 12{6). Zes resp. zeven van deze boekbanden zijn bepalend voor de breedte van de oudste boekenkasten: 60 cm. In 1644 en 1656 pasten alle delen van de Oceanus iuris in het bovenste vak van één "pluteus", die toen zodoende minimal 240 cm. breed geweest moet zijn.

Op het eerste schutblad van de zesde boekband staat nog een intrigerende handschriftelijke aantekening: Academia Franekerana / Anno reparatae salutis / 1605 / E v D f. Blijkbaar waren de boekdelen, in elk geval de eerste zes, al in 1605 aanwezig in de academiebibliotheek. Was E.v.D. (f = frisius of filius?) de schenker? Te denken valt bij deze initialen aan Ernst (Harinxma) van Donia. Deze Ernst was een zoon van de eerste curator van de Franeker academie, Keympe van Donia. Hij heeft van 1613, toen hij 28 was, tot zijn dood in 1634 een kerkkalender of doodboek bijgehouden van edelen en andere voorname personen in Friesland; de aantekeningen beginnen bij het jaar 1454.

Uit te sluiten lijkt dat Ernst van Harinxma bedoeld is, die in 1597 raadsheer in het Hof van Friesland werd, in 1631 als president van het Hof overleed en toen als zodanig werd opgevolgd door raadsheer Johannes Saeckma. Deze Ernst werd ook wel van Harinxma Donia genoemd, bijv. door de Friese geschiedschrijver Pier Winsemius (vgl. J. Sickenga, Het Hof van Friesland gedurende de zeventiende eeuw, Leiden 1869; blz. 163); Winsemius verwarde hem zelfs met Keympe Harinxma van Donia (vgl. J. Reitsma, Honderd jaren uit de geschiedenis der hervorming en der hervormde kerk in Friesland, Leeuwarden 1876; blz. 390 noot 2). Zou deze Ernst niet veeleer een dergelijk geschenk gedaan hebben aan de bibliotheek van het Hof van Friesland?

De Oceanus iuris of Tractatus universi iuris ofwel Tractatus illustrium iurisconsultorum in de Franeker collectie zijn gebonden in bruin kalfsleer, over eikenhouten borden, blind gestempeld met kaders die om de andere opgevuld zijn met rolstempels. Deze oude banden duiden erop dat de boeken uit de tweede hand stammen: nieuwe boeken werden meestal ongebonden verkocht. Mogelijk zijn ze in 1605 gekocht op een boekenveiling.

De enige veiling van 1605 waarvan een catalogus is overgeleverd, is die van de bibliotheek van Leonard Casembroot te Den Haag op 2 mei en volgende dagen; deze was als president van het Hof van Holland in 1604 overleden. Inspectie van de microfiche-copie leverde evenwel geen Oceanus iuris op.

Van de ruim 4000 gehouden boekenveilingen in de Noordelijke Nederlanden is tot op heden van ongeveer de helft een catalogus getraceerd. Veel veilingen werden bovendien gehouden zonder gedrukte catalogus. De eerste professorenbibliotheek die in Franeker beschikbaar kwam, was die van de in 1586 overleden hoogleraar Grieks Petreius Tiara: de boeken werden van de erfgenamen gekocht door de universiteit en vormden de basis van de haar bibliotheek. Ook geen gedrukte catalogus en evenmin een handgeschreven inventaris is er bekend van de bibliotheken van Julius van Beyma en Johannes Arcerius Theodoretus. De jurist Beyma overleed op 15 augustus 1598; hij had vanaf 1567/68 tien jaar onderwijs gegeven aan de universiteit van Wittenberg. Arcerius, hoogleraar Grieks, is op 27 juli 1604 overleden. Uit een brief van Scaliger aan Johannes Lydius (27 november 1604) blijkt dat de veiling van de bibliotheek van Arcerius te Franeker in het geheim heeft plaatsgevonden. De collectie die als zeer waardevol bekend stond, o.a. vanwege boeken uit de bibliotheek van Erasmus daarin, wilde de universiteit natuurlijk voor Friesland behouden en wellicht ook aan Holland (Leiden) onthouden.

De theoloog Martinus Lydius stierf op 27 juni 1601; zijn zonen Balthasar en Johannes erfden zijn bibliotheek. De eerstvolgende Franeker hoogleraar die overleed, op 22 januari 1605, was Henricus Schotanus, professor in de rechten sedert de oprichting van de universiteit in 1585. Het is zeer wel mogelijk dat hij een Oceanus iuris bezat. Vanwege het ontbreken van een catalogus of inventaris van zijn bibliotheek valt dit echter niet te bewijzen.

Afgaande op de specifieke blindstempeling zijn de boeken in Wittenberg gebonden: Venetiaanse drukken werden op grote schaal in heel Europa verspreid; zelden werden ze in Venetië zelf gebonden. Wittenberg was het belangrijkste centrum van de Duitse boekbindkunst van de zestiende eeuw. Vgl. O. Mazal, Einbandkunde. Die Geschichte des Bucheinbandes. Wiesbaden 1997: p. 163-164, 196-198. F. Geldner, Bucheinbände aus elf Jahrhunderten. München 1958/1959: Tafel LXXII. In verband met Wittenberg zijn de namen van twee collega's van Henricus Schotanus van belang. Julius van Beyma, die slechts een jaar collega van Schotanus was, voordat hij in 1598 raadsheer in het Hof van Friesland werd en op 15 augustus van dat jaar overleed, heeft van 1572 tot 1581 een hoogleraarschap in de rechten te Wittenberg vervuld; diens opvolger tot 1604, Johan van den Sande, heeft er vóór zijn promotie te Leiden in 1597 gestudeerd. Mogelijk is door een van beiden de Oceanus iuris vandaar meegebracht naar Friesland. Tussen 1570 en 1590 studeerden te Wittenberg ongeveer tweemaal zoveel Friezen als in de voorafgaande twintig jaar; aantrekkingspunt was de beroemde jurist Matthias van Wesembeke die er van 1569 tot 1586 college gaf; vgl. S. Zijlstra, Het geleerde Friesland - een mythe? Universiteit en maatschappij in Friesland en Stad en Lande ca. 1380-1650, Leeuwarden 1996, blz. 21.

Een nog niet genoemd aspect van de banden zijn de sporen van ketening in het achterplat: twee gaatjes aan sneezijde in het midden stammen waarschijnlijk van Franeker. Nog één gaatje op dezelfde hoogte alsmede een aan de bovenzijde in het midden duiden erop dat de boeken eerder via kettingklampen en -ogen bevestigd waren aan kettingen en dus stammen uit een andere bibliotheek; een oude Duitse bibliotheek?

Dat de Oceanus iuris uit het bezit van de edelman E.v.D. zelf stamt, is een mogelijkheid; een andere dat hij het geld voor de aankoop heeft gefourneerd. Behalve in gebonden staat op een veiling, kan het ook op de boekenbeurs te Frankfurt am Main (al of niet gebonden) aangekocht zijn. In de Catalogus ... nundinarum ... Francofurti ad Moenum kon men de verkrijgbare boeken opzoeken. De academiedrukker, toentertijd Aegidius Radaeus, reisde geregeld naar de boekenbeurs om aankopen te doen en eigen uitgaven te promoten. Volgens de betalingsordonnanties van Gedeputeerde Staten van Friesland is in 1605 tweemaal een groot bedrag aan hem vergoed; of het boekaankopen betrof, staat niet vermeld. Op 6 augustus ontving Radaeus ruim 104 gulden, op 20 december zelfs 562 pond.

De Leidse universiteitsbibliotheek heeft in februari 1603 een exemplaar van de Oceanus iuris ten geschenke gekregen van de stad Leiden. Vgl. E. Hulshoff Pol, The first century of Leiden University Library, Leiden 1975 (reprinted from Leiden University in the Seventeenth Century. An exchange of learning. Leiden 1975), p. 419, 449 noot 4 van afd. IX, 454 noot 127. Een afbeelding van het titelblad van een "Frankfurter Messekatalog" in quarto uit 1594 vindt men in Leidse universiteit 400: Stichting en eerste bloei, Amsterdam 1975, op blz. 142; op de daarop volgende bladzijde is het begin afgebeeld van de Catalogus ... qui ex donatione vel inter vivos vel mortis causa Bibliothecam Publicam Lugduno-Batava institutam, liberaliter diterunt uit 1597, d.w.z. van het laatste vervolg, uit 1603: daar begint de gedetailleerde beschrijving van de inhoud van de Oceanus iuris. Er zijn geen aanwijzingen dat de stad Franeker het voorbeeld van Leiden gevolgd heeft, m.a.w. dat zij de Oceanus iuris in de Franeker collectie geschonken heeft.

De provenancegegevens van de catalogus uit 1713 van de Franeker universiteitsbibliotheek zijn uit het Latijn vertaald overgenomen in de Nieuwe catalogus der Provinciale Bibliotheek van Friesland, Leeuwarden 1854, en vervolgens in de Systematische catalogus der Provinciale Bibliotheek van Friesland, Leeuwarden 1871-1881. De titelbeschrijvingen uit een exemplaar van de laatstgenoemde gedrukte catalogus zijn uitgeknipt en op fiches van de alfabetische auteurs- c.q. hoofdwoordcatalogus geplakt. De fiches zijn het uitgangspunt geweest voor de retrospectieve invoer van de titels in de geautomatiseerde catalogus. De provenancegegevens die men tegenwoordig op het beeldscherm leest, stammen wat de Franeker collectie betreft dus al van 1713. Als er staat Geschenk van x of Gelegateerd door y, dan leze men Geschenk van x resp. Gelegateerd door y aan de universiteit(sbibliotheek c.q. athenaeum- bibliotheek) van Franeker. Bij het samenstellen van een nieuwe catalogus nam men in Franeker provenancegegevens van schenkingen uit de voorgaande catalogus over, ook al was het betreffende boek niet meer aanwezig maar vervangen door een ander exemplaar of een andere druk: het was immers de bedoeling de naam van de schenker in dankbare herinnering te houden!

>> begin


II. Vigelius' Methodus

Nicolaus Vigelius' Methodus iuris civilis kwam in de bibliotheek terecht door een schenking van Richaeus Echtenius naar aanleiding van diens promotie tot doctor in de rechten op 6 november 1623. Het betrof de uitgave verschenen te Bazel bij Oporinus in 1560. Bij een controle van het boekenbezit werd het boek in 1648 vermist. Net zoals diverse andere boeken bleek het gestolen te zijn. De meeste van de ontvreemde boeken werden niet terugevonden, maar konden later veelal wel door een ander exemplaar of een andere editie vervangen worden.

_____II.1.

Gebonden achter Selecti tractatus diversorum ICtorum de materia assecurationis et cautionis, Coloniae - Calecius et her. Quentelii - 1569 verwierf de bibliotheek de Methodus-uitgave van 1565 (Oporinus et haer. Hervagii). De catalogus 1713 vermeldt op blz. 133 onder nr. CXI: Donum Nobiliss. & Ampl. Viri D. Joannis Saeckma, J.C. in Supr. Frisiorum Curia Senatoris, & Academiae Curatoris. Aangezien Johannes Saeckma in 1636 is overleden zal het een geschenk geweest van Theodorus Saeckma ter nagedachtenis aan zijn vader. In de catalogus 1656 wordt het werk op blz. 136 voor het eerst genoemd, als een geschenk van Johannes Saeckma, in 1644 nog niet. Tegenwoordig heeft het de signatuur 3274 R fol. Het boek zelf geeft geen aanwijzingen voor de herkomst Saeckma.

_____II.2.

titelblad Vigelius 1565

Een zelfde Vigelius, d.i.een register op de tituli iuris civilis, op de leges titulorum en de paragraphi legum, met daarachter Valentinus Forsterus, De historia iuris civilis Romani libri tres (Basileae 1565; thans 2209 R fol) staat op blz. 107 van de catalogus 1713 onder nr. XXXVI beschreven, zonder provenance. De rectozijde van het schutblad voorin bevat de handschriftelijke aantekening: Hector a Botnya me possidet. Op de binnenkant van het voorplat is door Botnya geschreven: Proborum studia non possunt non com.....ri improborum vituper...; de onduidelijke woorden zijn wellicht comminueri en vituperia. eigendomsmerk op titelbald Vigelius 1565 Op het titelblad rechts onderaan staat Suffr. Vopconius / Saeckma frisius, onmiskenbaar van de hand van Johannes Saeckma. De marginalia op blz. 467 van het boek zijn ook door hem geschreven. Johannes Saeckma (1572-1636) is na Hector van Botnia (overleden 1619) de eigenaar geweest. Waarom hij de naam van zijn oom(?) en niet zijn eigen naam erin heeft geschreven, blijft een vraag. Een Sjoerd Wopkes was tot nu toe niet bekend; vgl. T.E. Teunissen, Ald Dantumadeel: De Dokkumer Walden yn eardere en lettere tiid. Kollum 1938, blz. 180-183. Johannes Wopkes, diens broer(?), was de vader van Sjoerd Johannis en de grootvader van Johannes (1572-1636). Sjoerd Johannis Saeckma is in 1581 als balling te Oldenzaal overleden. De naam Saeckma is pas tegen 1600, door Johannes, definitief als familienaam gebruikt. Mogelijk is met Suffridus Wopconius bedoeld Suffridus Johannis Wopconius, de vader van onze Johannes. Respect voor en dankbaarheid jegens vader of oom (als schenker?) was toen reden genoeg diens naam te vereeuwigen.

Zonder vermelding van het bijgebonden werk van Forsterus staat het hierboven genoemde boek beschreven als nummer 208 van de juridische folianten op de auctie Theodorus Saeckma 1666. Zie mijn Bibliografische aanvullingen en registers op de Catalogus van de bibliotheek van de Friese juristen Johannes (1572-1636) en Theodorus (1610-1666) Saeckma, Leeuwarden 1995; ook onderdeel van mijn website.

_____II.3.

titelblad Vigelius 1606

Vigelius' Methodus iuris controversi, Basil. 1606 (thans 3126 R fol) wordt voor het eerst genoemd in de ongedateerde Franeker catalogus uit het laatste decennium van de zeventiende eeuw, op blz. 214, zonder provenancegegevens, in de catalogus 1713 op blz. 107 als nr. XXXVII.



Het boek is op doorschoten vellen voorzien van aantekeningen van de hand van Johannes Saeckma! In de veilingcatalogus van de bibliotheek van Theodorus Saeckma is het nummer 209 van de rechtskundige werken in folio.

_____II.4.

De twee werken die door Johannes Saeckma zelf aan de academiebibliotheek zijn geschonken, behoorden tot de eerder genoemde in 1648 ontvreemde boeken. Beide zijn niet in de bibliotheek teruggekeerd. Catalogus 1644 blz. 48: Athenaeus cum versione Iac. Dalechampii, cum Animadversionibus Casauboni. Lugduni, apud vid. Ant. De Harsy, 1612, in fol. Donum Magnifici Viri, D. Iohannis Saeckma, IC. Senatoris, & Academiae Curatoris primarii. Dit boek wordt ook al genoemd in de catalogus 1635, maar nog niet in de catalogus 1626. Aan de in de catalogus 1644 direct daarop volgende titel, de convoluut beginnend met Idem [Athenaeus] graece. Basileae, apud Ioan. Valderum, 1535 (thans met signatuur 831 TL fol), is in de catalogus 1713 op blz. 219 als nummer XV de naam van Johannes Saeckma toegevoegd om vooral de herinnering aan hem en zijn schenking levend te houden.

_____II.5.

Tussen 1626 en 1635 schonk Saeckma ook Andreae Tiraquelli Opera. Francof. Apud Feyrabendium, 1597, in fol. tribus voluminibus. De catalogus 1644 geeft op blz. 70 als provenance: Donum Magnif. & Ampliss. Viri, D. Ioannis Saeckma, IC. quondam in Suprema Frisiae Curia primi Senatoris, & Acad. Curatoris. De formulering "eerste raadsheer (naar anciënniteit)" zou erop kunnen wijzen, dat hij het boek heeft geschonken toen hij president van het Hof van Friesland werd, in 1631. Het gestolen boek is vervangen door een exemplaar van de editie Frankfurt am Main 1616, zeven delen in vier banden, tegenwoordig 327 R fol. Op blz. 106 van de catalogus 1713 is hieraan de herinnering aan Johannes Saeckma verbonden; de Nieuwe catalogus der Provinciale Bibliotheek (1854) heeft op blz. 494 de provenance vertaald: Geschenk van den Raadsheer Joannes Saeckma.

>> begin