>> HOMEpage

Lourens Alma Tadema en Leeuwarden

Voor Gert Elzinga, conservator oude kunst Fries Museum
M.H.H. Engels, april 2009

Op 8 september 1840 overleed te Leeuwarden notaris Pieter Jeltes Tadema. Uit zijn eerste huwelijk met Artje Dirks Brouwer liet hij drie kinderen na: Dirk (1825-1884), Jelte Zacharias (Makkum 29 dec. 1827 - Malang 22 mei 1865), Wopke (Makkum 1829 - Semarang 1899); het vierde kind Marijke leefde slechts kort (1831-1832). Bij zijn tweede vrouw Hinke Dirks Brouwer had hij drie kinderen: Henricus Anthonius van Ringh (1833-1836), Lourens Alma (Dronrijp 8 jan. 1836 - Wiesbaden 25 juni 1912) en Artje Brouwer (1838-1875). Vader had laatstgenoemde kinderen de familienaam van een van zijn verwanten meegegeven. Zo werd Lourens genoemd naar Laurens Alma, apotheker te Amsterdam, die gehuwd was met Engeltje Dirks Brouwer. Later werd de combinatie Alma Tadema als familienaam gebruikt.

Pieter Jeltes Tadema
Bolsward 31 mei 1797 - Leeuwarden 8 sept. 1840
notaris, begaafd musicus
Artje Dirks Brouwer
Workum 13 aug. 1798 - Makkum 22 okt. 1831
x
Bolsward 17 okt. 1824
x
Menaldumadeel 8 nov. 1832
Hinke Dirks Brouwer
Bolsward 15 mrt. 1809 - Antwerpen 3 jan. 1863
zeer kunstzinnig
Dirk Tadema
Akkrum 29 dec. 1825 - Almelo 2 juni 1884
landbouwer, directeur Van Gend en Loos
Henricus Anthonius van Ringh Tadema
Dronrijp 15 okt. 1833 - Dronrijp 16 apr. 1836
Jelte Zacharias Tadema
Makkum 29 dec. 1827 - Malang 22 mei 1865
advocaat
Lourens Alma Tadema
Dronrijp 8 jan. 1836 - Wiesbaden 25 juni 1912
kunstschilder, vanaf 1870 te Londen
Wopke Tadema
Makkum 27 okt. 1829 - Semarang 1900
rechter
Artje Brouwer Tadema
Leeuwarden 27 apr. 1838 - Mayaguez (Porto Rico) mrt. 1875
Marijke Tadema
Dronrijp 15 okt. 1831 - Dronrijp 20 apr. 1832

In 1837/38 was het gezin van Dronrijp naar Leeuwarden verhuisd, waar notaris Tadema kantoor aan huis had, volgens de toenmalige wijkkaart C 270, tegenwoordig Uniabuurt 8. Na het overlijden van haar man huurde de weduwe met haar kinderen C 259 in wijk 14, Onder de boompjes, tegenwoordig Blokhuisplein 16-18; de naamgevende boompjes zijn alleen nog zichtbaar op de plattegrond van Leeuwarden uit 1572, de zg. Austin-kaart, o.a. afgebeeld in Open Monumentendag 2005, p. 16-17. De eigenaars zilversmid Petrus Schuil en echtgenote verkochten in 1843 de "deftige en hegte huizinge met plaats en bleekveld"; vgl. Open monumenten in Leeuwarden 1998, p. 65.


Volgens het Wijkregister 1843-1848 woonde de weduwe met vier kinderen vanaf 1847/48 in wijk 16 op nr. C 277, op de hoek van de Weaze (nu nr. 29) en (de noordzijde van het Zwitserswaltje. Het tijdstip valt op te maken uit de opgave van de namen en leeftijden van de twee volwassen kinderen Jelte Zacharias, 20, en Wopke, 18. Beiden, studenten, en de weduwe worden als Doopsgezind vermeld. Niet met name genoemd worden Lourens en Artje, toentertijd ca. 12 resp. 10 jaar oud. - "Lange jaren heb ik op de Weaze gewoond. Dat was daar op de hoek van het Zwitserswaltje een leuk standje." Dat zei Dr. Abraham Wassenbergh (1897-1992), directeur van het Fries Museum, in een interview; Leeuwarder Courant 23 november 1967.
Jelte Zacharias ging rechten studeren te Utrecht; Wopke dito te Groningen. Beiden vertrokken na hun promotie als jurist naar Nederlands Oost-Indië. Volgens de kwartierstaat van Lourens Alma Tadema door K. Terpstra in het Genealogysk jierboekje 1983 (Ljouwert 1984) overleed Jelte Zacharias onderweg aan de kust van Guinee. De Indische Navorscher 1936, p. 95, meldt dat Mr. Jelte Zacharias, geboren te Makkum, advocaat en procureur was te Soerabaja en op 22 mei 1865 overleed te Malang. In de Regeerings-almanak van Nederlandsch-Indië 1863, 1864 en 1865 wordt Mr. Jelte/Jette Zacharias Tadema genoemd onder de advocaten en procureurs te Soerabaja.
Wopke overleed in 1900 te Semarang, waar hij een jaar eerder was teruggetreden als Raad van Justitie. Op 15 maart 1865 was hij wegens ziekte voor twee jaar naar Europa teruggekeerd. Een portretfoto is hier rechts gereproduceerd.
Lourens Alma Tadema trok in 1852 naar Antwerpen om aan de kunstacademie aldaar te studeren. In 1858 keerde hij tijdelijk terug naar Leeuwarden, wellicht op instigatie van zijn moeder. Ook de te Utrecht nog studerende Jelte Zacharias zal voor het familieberaad overgekomen zijn.
Lourens Alma Tadema meende dat zijn moeder en zus (Artje) zich bij hem moesten voegen in Antwerpen; hij kon hen onderdak bieden. In het stadsregister werden zij ingeschreven op 10 mei 1859 als woonachtig aan de Mechelsesteenweg 205; vgl. Vern Grosvernor Swanson, Biography of Sir Lawrence Alma-Tadema, 1994 (internet).
Vermoedelijk in Leeuwarden bij genoemd familie-overleg heeft Lourens de potloodtekening (14,5 x 24 cm) gemaakt die bewaard wordt in het Fries Museum. Rechtsonder is hij gesigneerd en gedateerd: L. Alma Tadema 1859; linksonder schreef Lourens: Souvenir aan mijnen broeder W. Tadema. Op dit familieportret zijn afgebeeld moeder Hinke Tadema-Brouwer, met rechts van haar Lourens' zus Artje. Geheel links heeft Lourens Alma Tadema zichzelf in spiegelbeeld (met de scheiding van het haar rechts) getekend. Tussen hem en zijn moeder ziet men enigszins op de achtergrond zijn halfbroer Jelte Zacharias. Artje leest aan moeder een brief voor van Wopke, voor wie het herinneringsportret bestemd was.
Van Lourens en "frère du peintre" Wopke Tadema zijn meerdere portretten bewaard gebleven te Parijs, alwaar zij zich zoals zovelen hebben laten fotograferen. Op één daarvan ziet men Lourens met de scheiding links, en met een lorgnet, dat hij op het getekende zelfportret nog niet heeft. Die foto is in de zestiger jaren te dateren.

Lourens toonde al vroeg talent voor tekenen en schilderen, maar in zijn vaders testament was een loopbaan als advocaat voor hem uitgestippeld. Het studeren en schilderen tegelijk leidde tot een ernstige zenuwinzinking. Vervolgens werd tuberculose bij hem geconstateerd. Gezien de beperkte levensverwachting adviseerden de doktoren aan de voogden om Lourens te laten doen wat hij wilde. Bevrijd van studieverplichtingen herstelde hij volledig en kon hij zich wijden aan een carrière als schilder.
Zijn "geliefde leeraar" was en bleef de portretschilder Cornelis Wester (1809-1870), die zelf een leerling was van Willem Bartel van de Kooi. Wester woonde blijkens het wijkregister 1843-1848, waarin hij op 33-jarige leeftijd werd opgenomen, op nummer 198 in de wijk met letter K, volgens de nieuwe nummering O 117, tegenwoordig Nieuweburen zuidzijde nr. ...; volgens LC 17-1-1843 was hij een van de twee wijkmeesters van wijk no. 53; op 20 juni 1838 was hij getrouwd met Jetske Kruizinga.

Zijn eerste zelfportret schilderde Lourens Alma Tadema op 16-jarige leeftijd. Het is gedateerd 15 maart 1852 (verjaardag van zijn moeder); olieverf op doek, 55,5 x 48,3 cm; Fries Museum, Leeuwarden. In 1901 herinnerde hij zich dat toen het portret voltooid was en hij ermee naar huis liep, enkele Leeuwarder jongens riepen: "Kijk! Hij loopt met zichzelf over straat." De aankomend kunstenaar concludeerde hieruit dat de gelijkenis geslaagd was en beschouwde het lekenoordeel als een compliment; Sir Lawrence Alma-Tadema, red. Edwin Becker, Zwolle 1996, p. 130.
In 1853 schilderde Lourens zijn moeder. Hij was toen 16, zij 44. Het portretje van 25,5 bij 20 cm in het Fries Museum straalt een diepe genegenheid uit voor zijn moeder, die zijn kunstzinnige aspiraties altijd zeer heeft bewonderd.

In 1856 kreeg de jonge kunststudent van Klaas Tigler Wybrandi, de echtgenoot van zijn tante Sjoukje Brouwer, een privé-opdracht voor een olieverfschilderij met de titel "The declaration of love", dat een cavalier laat zien die knielt voor een dame. Daarmee was Lourens student af van de Antwerpse academie. Vgl. R.J. Barrow, Lawrence Alma-Tadema, London [2001], p. 12. Het schilderij is waarschijnlijk verloren gegaan. Het thema heeft Lourens Alma Tadema later herhaald met "Courtship: the Proposal" en "Courtship".

Lourens spelde zijn naam in België en Frankrijk als Laurens en in Engeland maakte hij er Lawrence van. De achternaam van zijn oom Alma werd meestal met een koppelteken voor de familienaam Tadema gevoegd, naar verluidt omdat hij dan in tentoonstellingscatalogi boven aan de lijst zou komen te staan.
Lourens Alma Tadema werd in 1899 door de 80-jarige Koningin Victoria in de adelstand verheven. Sir Lawrence overleed 25 juni 1912, 76 jaar oud tijdens een verblijf om gezondheidsredenen te Wiesbaden. Hij werd begraven in St. Pauls Cathedral te Londen.

Het voornaamste geheim van zijn succes was het evenwicht tussen zakelijkheid en kunstzinnigheid. Het eerste ziet men vaak bij Doopsgezinden. In tegenstelling tot veel andere grote kunstenaars was hij al bij leven beroemd. Voor het schilderij "The roses of Heliogabalus" (132x214 cm), dat hij 1888 maakte in opdracht van Sir John Aird, de eigenaar van de maatschappij die de Assuan-dam bouwde, kreeg hij 4000 Engelse ponden. "The finding of Moses" (137x213), 1904 eveneens in opdracht van Aird geschilderd, leverde 5250 pond op. Zo groot als zijn roem in Engeland was, in eigen land werd de profeet weinig geëerd. Na zijn dood nam de belangstelling voor zijn werk sterk af. Voor "De Romeinse schilderijengalerij", toch een werk van bescheiden formaat, ontving Tadema in 1874 meer dan honderduizend gulden; hetzelfde werk bracht drie dagen na zijn dood slechts vijftienduizend en in 1931 nog maar nauwelijks zesduizend gulden op. In het laatst van de twintigste eeuw steeg de belangstelling voor en bijgevolg de prijs van zijn werk weer. Het Fries Museum wil in 2015, na de opening van het nieuwe gebouw aan het Zaailand, met een aan Lourens Alma Tadema gewijde tentoonstelling groots uitpakken; LC 23 sept. 2009. Verzekering van bruiklenen is kostbaar: een digitale tentoonstelling van het hele oeuvre van Lourens Alma Tadema zoals dat in de Beurs van Berlage met het werk van Rembrandt is gedaan (LC 6 juli 2009) kan hier als een aantrekkelijk extra dienen.


Waarschijnlijk om de herkenning van vervalsingen te vergemakkelijken heeft Tadema zijn werken op zeker moment van opusnummers voorzien: op sommige schilderijen van geringer artistiek belang, ontbreekt deze nummering. In de door Tadema zelf samengestelde lijst van opera (= werken) hebben de schilderijen Engelse titels.

Op H.J. Brooks' schilderij "Private view at Royal Academy" maakt Lourens Alma Tadema deel uit van een groot gezelschap. Het betreffende detail is hiernaast gereproduceerd evenals een fotografisch portret van de schilder uit 1870.

Saskia de Bodt en Maartje de Haan, Erkend en miskend: Lourens Alma Tadema (1836-1912) in België en Nederland, Amsterdam [2003].
Pas lang na Tadema's dood werd diens relatie tot Friesland nauwer aangehaald. Als voorzitter van de museumcommissie van het Fries Genootschap bezocht Nanne Ottema op zondag 13 januari 1935 de oudste dochter Laurence (Laura) te Parijs. In verband met het opgeven van haar appartement wenste zij een groot aantal voorwerpen uit de nalatenschap van haar vader te schenken t.b.v. een Alma Tadema-kamer. Die werd ter gelegenheid van de honderdste geboortedag ingewijd op Stania State te Oenkerk. Het vijftiental schilderijen en tekeningen in de collectie dateert van 1852 tot 1872. Hoogtepunten daarin zijn het zelfportret uit 1852, het portret van zijn moeder, het "Interieur van de San Clemente te Rome" en het kleine dubbelportret van Tadema zelf en Laura Epps ter gelegenheid van hun huwelijk in 1871. Een kapitaal schilderij uit de tijd van zijn grootste roem ontbrak bij het geschenk.

In het antiquariaat van Gerben Dijkstra mocht ik op donderdag 26 maart j.l. een "archief" van de allervroegste kunstuitingen van Lourens Alma Tadema bekijken. Begin zestiger jaren van de twintigste eeuw kocht Gerben, vennoot van zijn vader Sipke Dijkstra, de verzameling te Sneek van de vader van de bekende Leidse oud-conservator Middeleeuwse handschriften Pieter Obbema. Volgens LC 29 nov. 1996 (Aangevuurd door den frisschen adem der Noordzee) had Dijkstra het materiaal geruild voor Schotanus' Geschiedenis van Oost- en West-Friesland plus 100 gulden. De Fries museumdirecteuren Boschma en Vos hebben niet de moeite genomen naar de collectie te komen kijken! Hopelijk doet de huidige directie dat alsnog met het oog op de geplande Tadematentoonstelling: het jeugdwerk mag daar niet ontbreken.
Alle stukken hebben hetzelfde potloodnummer: 67282. - Stammen zij uit de collectie Christoffel Bisschop? - In een groot folio album bevinden zich "I. Teekeningen: 1. Burgtgracht 2. Kasteel 3. Toren 4. Graf van Rousseau te Erme[nonville] 5. Hond 6. Viooltjes 7. Roos, geteekend voor zijn vriend A. Brouwer 8. Hoorn van overvloed, get. v. z. vr. C. Kock 9. Rozenknoppen 10. Knipwerk (Tros druiven) 11. Knipwerk (Rozenknoppen); II. Snijwerk: 1. Graaf Ranzau 2. "Esse Homo" naar Corregio [moet zijn: Ecce Homo] 3. "Madonna" naar Raphael 4. Izaak Newton 5. Johannes Graij 6. Napoleon 7. Sophocles 8. Boerha[a]ve 9. Homerus 10. Paul Rubens 11. L. v. Beethoven 12. Sir Walter Scot[t] 13. La Tasse [?] 14. Rafael 15. William Hogarth 16. Twee staatslieden 17. Galileo Galileï 18. Pepijn 19. [James] Phenimore [Fenimore Cooper]", Amsterdam 9 Augustus 1928. Daaraan voorafgaand is opgetekend: "De ondergeteekende verklaart hiermede ontvangen te hebben van den heer Ferdinand Koksma, wonende 3e Weteringdwarsstraat No. 4, ten huize van den heer P. Reinders, met het doel om ze aan een kunstliefhebber voor zoo hoog mogelijken prijs te verkoopen, in elk geval voor niet minder dan [niet ingevuld], van welke verkoopprijs de eigenaar, als commissieloon aan hem afstaat 20% de verkoopsom, de natenoemen teekeningen en snij- of knipwerken alle vervaardigd door wln. den kunstschilder Sir Lawrence Alma Tadema lid van de Royal Academy of Arts te Londen, en aldaar overleden en bijgezet in de St. Pauls kathedraal te Londen in 1912; en in eigendom toebehorende aan voornoemde Ferdinand Koksma, neef van wln. den schilder Tadema; voorts om die voorwerpen bij niet verkoopen aan den eigenaar onbeschadigd, alle, en sonder eenige geldelijke vordering, van welker aard of in welken vorm ook binnen [niet ingevuld] weken na heden terug te geven. Zoo mogelijk den eigenaar met den kooper in contact te brengen of bij den verkoop aanwezig te doen zijn."

links: Dit portret is van mijzelf op 12-jarige leeftijd, en geteekend door mijnen neef Lourens Alma Tadema, toen hij 14 jaar oud was [1850], bij eene gelegenheid dat ik met hem bij zijne moeder in Leeuwarden bij de koffietafel zat / Agatha van Ringh; midden: portret van tante ... ; rechts: L. Alma Tadema / Souvenir aan zijne geliefde nicht / Tamera, 1858.

>> begin

ADDENDA
"Gij weet dat ik veel op heb met Engeland en een genaturaliseerd onderdaan ben van hare Majesteit." - LC 26 mei 1878
"Ik ben en blijf Nederlander, een vrije en een koppige Fries (voegde hij er lachend aan toe)."- LC 3 juli 1912
Over de begrafenis: LC 8 juli 1912
LC 21 sept. 1849 - Daguerreótype portretten - De Heer Guijard, van Amsterdam ... naar de nieuwe uitvinding ... [gelogeerd] bij [T.] Wiarda, Ewal, hoek van de Minnemastraat; 26 okt.: niet lang meer in deze stad
LC 6 febr. 1852 - Stedelijk Gymnnasium te Leeuwarden. De Winter-Promotie zal gehouden wordeen op het Raadhuis, Maandag den 9 Februarij e.k., des namiddags ten half één ure. Ieder ... uitgenoodigd, om deze plegtigheid bij te wonen. De Rector van het Gymnasium, C.M. Francken ... prijzen voor naarstigheid in de oude letteren aan A. Looxma IJpeij, W.A. van Sloterdijck en L.A. Tadema ... getuigschriften voor de vlijtige beoefening van verschillende vakken aan ... L.A. Tadema
J.J. Kalma, Lourens Alma Tadema (1836-1912). Victoriaensk moadeskilder. In: Dit wienen ek Friezen. In rige lytse biografyën. III (Ljouwert 1966), 108-115. - Ien fan dy [W.B. van der Kooi] syn learlingen, Cornelis Wester (1809-1870), hat de jonge Lourens lesjown. Dêrnei krige er les[?] fan Christoffel Bisschop (1818-1904). ... Syn mem ... yn 1863 ferstoar ... Yn de earste perioade (1852-1862) hat Tadema foaral syn bilangstelling foar de Merovingyske archeology sjen litten. De Fryske terpfynsten hawwe greate yndruk op him makke. Alma Tadema's devys "Ars longa, vita brevis" ... Ek bûtenlânske selskippen bineamden him ta lid. [FG] kunst voor de gegoeden ... tijdens de opkomst van de arbeidersbeweging
Rykle Borger, Drei Klassizisten. Alma Tadema, Ebers, Vosmaer. Mit einer Bibliographie der werke Alma Tadema's. Leiden 1978. p. 4 Es wird kaum je darauf hingewiesen, dass die ersten 103 oder 104 Tadema-Gemälde keine Opus-Nummern tragen, höchtens die Jahreszahl. p. 19 noot 3 Aus einem Brief vom 30. Nov. 1911 an Henschel: "You are very kind to remember my birthplace. A long time since I was there. Born 1836, I left it 1838 to go to Leeuwarden, where my father was nominated the notary and where my sister the late Mrs. Rodeck, who died in Porto-Rico in 1875, was born the year of our arrival. I remember the place from having shown it to my wife in 1871, perhaps the only time I saw it since 1838. I am sorry to say too early for wearing wooden shoes. I am quite proud of you having been there. I remember the 13th century church and the grey colour it was painted, though[?] for in 1871 I made a sketch of it. The bricks with which it Was built being extra size as they were in those days and with straw on them like in Egypt ... You see I don't know much of my dear Dronryp. How the time passes and how the fleeting memory wiped out. I am sure that even in Leeuwarden I would not be able to find my way now, besides it is all so altered and so am I since 73 years ago." Bei Crommelin, Elsevier's geïllustreerd maandschrift 1891/II, S. 216 findet sich eine Zeichnung eines offenbar friesischen Dorfes, aber es handelt sich offensichtlich nicht um Dronrijp. Friesland vanwege de (kerk)toren met een uivormige spits? Aangezien Tadema tijdens zijn huwelijksreis in 1871 wel in Dronrijp maar niet in Leeuwarden is geweest, heeft hij zijn geboortedorp waarschijnlijk vanuit Harlingen per trein (Staatsspoorweg) bezocht. In 1914 is een lichtkleurige bronzen herdenkingsplaquette aan het geboortehuis aangebracht. Heden ten dage is die zo zwart, dat de tekst bijna niet meer te lezen is: hopelijk wordt hij voor 1912, honderd jaar na de geboorte van Lourens Alma Tadema, opgehelderd.
De Tadema-kamer die 1836 in Staniastate te Oenkerk is ingericht, wilde het Fries Genootschap in 1951 verhuizen naar Dronrijp, mits het geboortehuis zou worden gerestaureerd; LC 31 maart 1951. De aanbesteding van de restauratie heeft plaatsgevonden (LC 28 augustus 1951), maar de Tadema-kamer is niet naar Dronrijp gekomen; alle schilderijen en voorwerpen zijn overgebracht naar het Fries Museum.

>> begin