>> HOMEpage

Hottingastate
te Nijland in Wimbritseradeel

Bron: HCL inv.nr. 3815 hypotheekboek Leeuwarden 1687-1696, fol. 1v t/m 14r (digitaal op allefriezen.nl)
Internetuitgave: M.H.H. Engels, september 2020

1v
Den 6en Januarij 1688 halff drie uyr naa noen heeft Dr. Wesselius ter secretarye voor de presiderende burgemr. ende secr. een resp. staat ende aenwijsinge van de goederen getoont om tot laste van Juffr. Elisabeth Doys geregistreert te worden luydende soo volcht.
Staat ende aanwiesinge van goederen Juffr. Helena Elisabeth Doys weduwe [van] de heere majôr Jr. Hessel van Bootsma, mitsgaders Juffr. Elisabeth Maria Doys soo mediate als immediate aangecomen van vrouw Maria Goraisky haar w. meoder ende vrouw Everdina Alberda haar w. grootmoeder overgelvert voor de Ed. Mog. hoochgeleerde heere Francois van Burum, Raad ordinaris in den Hove van Frieslandt in desen als commissaris bij de Ed. here Gerlich Doys insgelijcks Raad ordinaris in den voors. Hove als vader over voors. Juffren.
Huysgeraden ende mobilen bevonden op Hottinga huys

In t'Voorhuys

Een ovaalse taaffel
Een taaffelspreedt
Een blauwlaackens schoorsteencleedt
2r
Een tinnen handvat 3) met een tinnen chijm
Een spiegel
ses stoelen
Een kinderstoeltie
Een schilderij: soo de ouden songen, soo piepen de jongen
twee taaffelstuckies
Een leij
Een oud raer 4) geschilderde conterfeitsel sijnde een geestelijck heer *1)

Op de kelderskamer
Een taaffel
vier stoelen
gordijnen
Een spiegel

In de groote keucken
Een eecken eetencast
dartien tinnen schootels
vier en twintich taaffelborden
Een tinnen mosterpot
2v
blicken setterties
Een tinnen kanne
drie waterpotten
ses stoelen
Een ijseren heugel
Een halfftonne koperen ketel
Een ovaalse koperen keetel met een decksel
Een gootlingh
Een koperen confituir pottie
Een taaffelbanck
twee grote eecken borden
Een kanbord
Een ijseren braadspit
Een tang
Een koperen vuyrbecken
drie mesken kandelaars
Een blicken kruydtdoos
3r

In de blauwe gangh
Een schencktaaffel
Een vuyren geverffde taaffel met schragen
Een eecken banck
Een hollandsche kast
tien musquetten furketstokken
twee snaphanen 5)
vier stoelen
eenige netten
Een mangelbordt

In 't salet
Een groote eecken tafel
ses fluwelen stoelen
Een groote spiegel
eenige conterfeitsels
Graaf Ernst met sijn gemalinne *2)
3v

In de achterkeucken
Een verkeerdbordt
Een houten linnenback
Een platte ijseren pot
twee ijseren potten met koperen decksels
Een eetenkast
twee taaffels
Een ronde eecken taaffel
twee houten blocken
Een houwmes
ses stoelen
soutvat
Een keerslaadt
slijpbordt
Een selffwinder
Een spit
braadpanne
Een rooster
schuymspaan
Een tange
4r
Een heugel
twee wateremmers
koperen backemmer
Een schuttelbanck
Een banck
ses schaelen
Een rooster
Een hackbordt
Een slaademmer
Een brander
blaackers
eenige potten ende pannen
drie waschtobben
vijff driestalde stoelen

In de benedenkamer
Een ledicant met sotrock
acht Spaansleeren stoelen
Een ronde taaffel
Een spiegel
Een geverffde slaapbanck
4v
enige schilderijen ende conterfeitsels bij t'huys behoorende
Een swart ebbenhouten cabinet met verscheidene laden ende andere rariteiten
bedden met kussens ende deeckens
enige glasen
Een taberettie nieuw
Een eecken kast

Op Doecke Martna kamer *3)
Een eecken coetsbedsteed met gardijnen ende rabat
verscheidene schilderijen ende conterfeitsels
Een eecken banck

Op de Moniken kamer
Een grote eecken kleerkast
Een eecken coetsbeddesteedt
Een eecken taaffel
drie stoelen met kussens
Een spiegel
5r
eenige schilderijen ende conterfeitsels
Een raar altaarstuck van de geboorte Christi voor de schoorstien *4)

Op t'zaal
vier groote ende lange geverffde bancken, daarop verscheiden kussens met wapens
Een groot eecken ledicant
twee metalen stuckies 6)
Een groote eecken taaffel met een spreed
vier rode houten stoelen met kussens
Een spiegel
Een groote eecken kast

Op d'Engelse Camer
Een eecken coetsbedsteedt
Een stoel

Op Maria Camer
Een coetsbedsteedt met sotrock en gordijnen
Een eicken banck
5v
Een oud blauwlaackens armstoel
Een oudt weerelt spiegel

Boven op de gangh
twee bedsteden
Een groot coedtsbeddesteed uytmalcanderen genomen
Een groote ovaalsche taaffel
een vierkante taaffel

Op de kleersolder
Een grote tafel om linnen op te mangelen
kleerstocken
een mangelstock

Boven op de toorn
Een groot uyrwerck
een bedsteedt
een grote kist

Op de toornskamer
Een beddesteed
6r
een viercante taaffel ende eenige rommelerijen

Silver ende Gout
Een silveren lampet
een silveren tellioor
een grote silveren beecker
drie kleine beeckers
twee silveren koppen
twee credensen 7) *5)
een vles met silver beslach
een hoorn met silver beslach
ses leepels
twee groote lepels met lange stallen
twee groote silveren doosen
twee cleine silveren doosen
twee gouden ringen
vier toer cleine peerlties om de hals
twee silveren piepen met candelaars
6v
Linnen ende wollen
drie ende dartich laackens
seven ende twintich sloopen
tachtich servetten
acht taaffellaackens
acht handtdoecken
drie bedden
vier deeckens
acht kussens

Sijnde te noteren dat alle meubilen ende silver hiervoren gespecificeert bij Juffren Helena Elisabeth ende Elisabeth Maria Doys al voor desen zijn ontvangen
7r

Vaste goederen
Hottinga huys, hovinge, boomen ende plantagie, hornleger, grachten ende zingels cum annexis op het Nieuwlant sampt swaenejacht ende vordere gerechticheden
Het koehuys op het hiem staande met de schuyre ende somerhuys, de molckenkamer zijnde tegenwoordich bij Sibrand Poppes gebruyckt wordende met seven ende dartich pondematen binnendijcks landt
Noch vier ende twintich buytendijcks pondematen bij deselve gebruyckt tesaemen beide vrij van huysinge
Acht pondematen landts vrij van huysinge binnendijcks gelefen tegenwoordich bij Jesel Feitses gebruyckt wordende mede aldaar gelegen
7v
Met noch vijff pondematen binnendijcks aen het middelpadt de lange vijff genaamt mede tegenwoordich bij Jesel Feitses als meyerse gebruyckt
Vijff pondematen gelegen aan de buyren wordende tegenwoordich bij Pyter Douwes gebruyckt
Elleff pondematen buytendijcks gelegen tegenwoordich bij Yske Ages[?] gebruyckt wordende
alle welcke perchelen sijn vrij van huysinge
Een sate lants gelegen aan Tiaard dijck groot ontrent veertich pondematen bij Obbe Sickes gebruyckt waarvan de huysinge, schuyre ende watermolen cum annexis bij de heere Doys tot tauxatie betaalt is ende vervolgens nu aan de landen behoort
8r
Een sate lants gelegen in de buyren groot veertich pondematen bij Olphert Hansen gebruyckt, beswaart met de huysinge, watermolen cum annexis ende vordere gerechticheit
Een sate landts aan Tiaardijck bij Nieulanderzijl gelegen groot twee ende veertich pondematen, beswaart met de huysinge, schuyr, twee watermolens ende vordere meyersgerechticheit bij Sibren Ockes tegenwoordich gebruyckt wordende
Een sate lants gelegen aan t'middelpadt Hottingaterp genaamt, groot twintich pondematen vrij van huysinge, tegenwoordich bij deselve Sibrandt Ockes als meyer gebruyckt wordende
De grondpachten uyt de meeste huysen in de buyren staande
Zijnde te noteren dat Juffren Helena Elisabeth ende Elisabeth Maria Doys mede al voor eenige tijt de possessie van voors. vasticheden hebben aangevaerdt ende de huyren daaraff opgebeurt
8v
Waar te boven wijders staat te considereren dat de twee saten landts gelegen onder de clockslach van Oudkerck bij de heer Johan Demetrius Goraisky cum uxore van den Landschappe van Frieslandt staande echte aangecocht bij de heere Doys nomine liberorum becomen bij w. vrouw Maria Goraisky in echte verweckt in dier qlt. voor de eene helfte ende als schriftelijcke last ende procuratie hebbende van de here Goraisky nomine proprio voor de ander helffte in t'begin van den jaare 1667 bij decreet van den Hove ende strijckgelt repspectivelijck zijn vercocht aan de heer Schipio Meckama van Aylva in leven grietman van Tietzercksteradeel ende dat tot afflossinge ende betalinge van schulden bij de heere Goraisky cum uxore staande echte opgelecht
Vorders dat de cooppenningen van deselve plaatsen oock effectivelijck bekeert zijn tot betalinge van sodanige schulden volgens corte staat van ontvangh ende uytgave bij desen mede overgelevert
9r Omme t'welcke claar te demonstreren dient dat volgens besoignes van vercopinge ende gedaene metinge de coopschat van de beide saten lants in eene somma bedraacht seventien duysent een hondert seven Cargls. drie strs. ses penningen te betalen Maij 1667, 1668 ende 1669 t'elckens een darde part
vervolgens yder termijn vijff duysent seven hondert twee Cargls. seven strs. twaleff penningen
uyt welcke coopschat welgedachte heer Aylva al;s coper betaalt heeft verscheidene schulden ende dat in naevolgende manieren
Maij 1667 bij deselve betaalt aan Anna Bogermans tot afflossinge van een obligatie aan capitaal ende interessen 3375-.-.
Noch aan Jetske Hoeck cum sorore aan capitaal ende interessen 2750-.-.
Noch aan de burgemr. Jan Sydses aan capitaal ende interessen 4106-14-.
waar bijgedaan wegens strijckpenn. in t'eerste termijn tecorten 779-18-. is tesamen 11011-12-.
9v
Hier affgetrocken het termijn Maij 1667 verschenen tot 5702-7-12
was op dito Maij 1667 bij de coper over betaalt 5309-4-4
hierbij een jaar interessen tot Meij 1661 265-9-.
is 5574-13-4
Meij 1668 was het twede termijn 5702-7-12
Meij 1667 over betaalt met het jaar interessen vandien 5574-13-4
Ergo bleeff de coper Meij 1668 te reste 127-14-8
hierbij een jaar interessen tot Meij 1669 6-7-.
ende noch het darde termijn Meij 1669 vervallen tot 5702-7-12
bleeff de coper doenmaals in t'geheel te rest 3836-9-4
10r
Alles claar te verificeren uyt de acten liquidatoir van den 11en Maij 1669 sampt ingeloste obligatien, waaraff de here reqrnt. overbodich is aan de requireerden visie te geven
Sijnde het restant des coopschats bij het sluyten der liquidatie bij de heer rqrnt. van de coper ontvangen ende daaruyt wederom betaalt ende affgelost naevolgende schulden
Als den elffden Meij q669 aan de weduwe van Boote Everts in de drie clocken betaalt wegens verteringe over de liquidatie gevallen luyt quitantie 10-.-.
Aan de notaris Buytenpost voor Schrijffloon 1-4-.
Den 12en dito aan de secretaris Isaac de Schepper aan capitaal ende interessen 590-.-.
Den 13en dito aan Dominus Lespiere cum socio tot Sneecq 945-.-.
10v
Den 15en dito aan Ursula de Clarges weduwe van Folperus Hansma tot Bolswart aan capitaal ende intressen 488-.-.
Dito noch aan deselve aan capitaal ende interessen 488-.-.
dito noch aan deselve aen capitaal ende interessen 360-.-.
dito noch aan deselve aen capitaal ende interessen 1200-.-.
Den 17en 9ber 1669 noch daaruyt betaalt aan de erffgenamen van Abel Gerrytrs aan capitaal ende interessen 1400-.-.
dito noch aan deselve aen capitâl ende interessen 314-12-8
Alles mede conende geblijcken uyt de ingeloste obligatien, waaraff mede visie ende exhibitie gepraesenteert wort
11r

Melioratien ende verbeeteringen gedaen aan Hottingastate ende sate op Nieulandt
De melioratien ende verbeeteringen staande echte met wijl. vrou Maria Goraiski aan Hottingastate gedaan bedragen volgens specificatien ende quitantien de somma van 237-9-.
Waaraff Juffren Helana Elisabeth Doys cum sorore aan haar Ed. vader moeten refunderen de gerechte helffte
Vprders bedragen de melioratien ende verbeeteringen naederhants voorgevallen volgens annotatien, specificatien ende quitantien de somma van 1916-6-4
Noch in den jare 1664 ende 1665 tot het maacken ende opbouwen van een neiuw koehuys op Nieulandt uytgeschoten volgens annotatie, specificatien ende quitantien de somma van duysent twee hondert negen ende twintich ££ 19 strs. dus 1229-19-.
Noch in den jare 1666 ende 1667 wegens het aanleggen van een nieuw appelhoff, mitsgaders wegens boomen ende plantagie in de andere hovinge ende singel gedaan uytgeschoten volgens annotatie de somma van 800-11-8
11v
welcke drie naastvoorgaande posten gedachte Juffren aan haar Ed. vader in t'geheel moeten restitueren

Notitie van patrimoniale goederen bij de here Doys staande echte met w. vrouw Maria Goraiski opgebroocken
Een huys staande tot Deventer op Maij van den jare 1650 bij de here Doys vercocht aen sijn broeder voor 5000-.-.
Den 17en Maij 1650 vercocht aan Jr. Dirck van Dorth het achte part van een erve off sate landts gelegen bij Sutphen voor de somma van 1100-.-.
Den 28en 9ber 1651 vercocht aan Jacob Jansen een huyske staande tot Deventer voor 332-10-.
In densleven jare vercocht aan Gerryt Kroese een rente uyt de kiste van de stadt Deventer aan capitaal bedragende 140-.-.
Noch in denselven jare vercocht aen de eigenaar een rente gaande uyt een huys buyten de Brinckpoort van Deventer aen capitaal belopende 250-.-.
12r
In den jare 1653 vercocht aen Gerryt Kroese een rente gaande uyt Jan Wijnolts huys staande tot Deventer aan capitaal 140-.-.
In April van denselven jare 1653 vercocht verscheidene perchelen landts gelegen tot Olst monterende ter somma van 3900-.-.
In den jare 1657 in de Meijmaandt vercocht aan de rentemeester Hagedoorn vijff vierendeels vaarts in de Olster weerden voor 3500-.-.
In densleven jare in Majo nae versterff van de here Doys suster bij deselve van sijn Ed. broeder ontvangen volgens magescheit daaraff sijnde 3212-10-.
van welcke posten de beide dochters aen haer Ed. vader moeten restitueren de helffte

Notitie van eenige schulden Juffren Helena Elisabeth Doys cum sorore mede te laste comende
Den 2en Julij 1657 heeft de here Doys aan Jr. Onno Camminga als voocht over Jr. Regnerus Alberda betaalt hondert ses ende dartich Caroli gls. seven strs. acht pen.
12v
wegens coop van eenige meubilen op Hottingahuys berustende dus 136-7-8
Den 12en Maij 1670 betaalt aen Jesel Feitses weduwe van Marten Sibbles de somma van tweehondert Caroli guldens in verminderinge van gelijcke vier hondert Cargls. verschoten bij de here Johan Demetrius Goraiski in den jare 1658 genoten ten respecte van eenige landen op Nieulandt dus 200-.-.
Blijvende vervolgens de resterende twee hondert Car.guldens van t'verschot tot last van gedachte beide Juffren
Noch ontrent Meij 16.3 betaalt aen Wybren Hendricks gewesene gebruycker van de plaats op Nieulandty nu bij Obbe Sickes bewoont, de tauxatie van de huysinge ende watermolen cum annexis tot seven hondert vijff ende twintich goutgld. aan Cargls. duysent vijfftien &pouind;£ dus 1015-.-.
De halve oncosten der tauxatie bedragen off nader te deduceren pro memoriaV Welcke poste gedachte Juffren aan haar Ed. vader mede int geheel moeten vergoeden
13r

Doodschulden van w. vrou Maria Goraiski
De funeralia van gedachte vrouw Maria Goraiski mistgaders van Juffr. Everdina Doys staan mede nader te specificeren
Ende alsoo naa overlijden van vrou Maria Goraiski mede versturven is een van desselffs dochteren met namen Juffr. Everdina Doys, protesteert de here Doys aen hem te reserveren het recht, hetwelcke zijn Ed. can pretruderen aangaande de lijfftocht van t'gedeelte der erffnisse hem van sijn dochter ad vitam aangecomen
Gelijck mede hetgene zijn Ed. uyt cracht van houwelijxvoorwaarden wegens lijfftocht competeert sedert het overlijden van vrou Maria Goraiski tot t'aangaan van het tweede houwelijck ter somma van 625-.-.
Mitsgaders t'gene bij sijn Ed. is uytgeschoten wegens pleiscosten ten respecte van des reqrden goederen volgens specificatie ende quitantien ter somma van 1454-8-8

Op huyden den 28en Septemb. 1678 compareerde voor mij onders. commissaris bij vrijwillige comparitie ende ingevolge
13v
van mijn commiss. commissie bij surrogatie in dato den 19en Februarij 1677 de here Gerlich Doys mede Raad ordinaris in den Hove van Frieslandt reqrnt. bij provocatie ende in desen rendant gesterckt met Dre. Buningh ter eenre ende vrouw Helena Elisabeth Doys tegenwoordich huysvrouw van de here Douwe Feyo van Roorda schout bij nacht van het Collegie ter Admiraliteit residerende binnen Harlingen ende capt. van een comp[ag]nie mairiniers gesterckt met deselve mitsgaders Juffr. Elisabeth Maria Doys geadsisteert met haar geauthoriseerde curator ad actum divisionis de not[ari]s Jacobus Warda gesterckt met Dre. Dominico Lollius in desen reqrden ende rendeerden ter andere zijden, ende hebben de reqrden nae examinatie van vorenstaande staat ende inventaris sampt receptie van copia ofte gelijckluydende vandien bij de here rqrnt haar Ed. vader voor mij als commiss. overgelevert, deselve in alle sijne deelen gelaudeert ende geapprobeert met expresse verclaringe ende goede deliberatie dat sij haar Ed. vader de here reqrnt voor goede uytwijsinge van moederlijcke goederen quiteren ende bedancken, sonder sijn Ed. in t'toekomende dienaangaande eenichsints te sullen inquieteren ofte molesteren, welverstaande nochtans, dat buyten dese staat sijn gelaten een dubbelt snoer paarlen ende een boot van diamanten, waarvan de aestimatie bij de heere rqrnt sal werden gepraesteert, off andersints in des staat van meerder uytgave als ontvangh gededuceert, alle hetwelcke bij de here rqrnt wort geaccepteert, verclarende dat de naast geexprimeerde juwelen deslve sijn, welcke sijn Ed. aan der reqrden ende rendeerden w. moeder bij het aangaan van het echte met deselve tot een bruydschat heeft vereert, in welcke verclaringe de reqrden acquiesceren. Waar teboven de comparanten wedersijts hebben aangenomen hun poinctelijck nae het inhouden deses te sullen reguleren onder
14r
verbandt van hun resp. geen uytgesondere goederen, deselve beneffens hun personen den voors. Hove submitterende. In kennisse derselver verteeckeningen beneffens die van wedersijts advocaten ende mij commissaris hier ondergestelt. Actum uts. was verteeckent G. Doys, H.M. Doys, Douwe Feyo van Roorda, E.M. Doys, J. Warda not[ari]s publicus, D. Lollius, J. Buningh, in kennisse van mij F. van Burum.
Accordeert met vs. brieve in kennisse van ons burgemr. ende sec[retari]s
T. Taecama [en] J. Dotingh 1688
Uit: Jaarversl. Fries scheepvaartmuseum Sneek, 1969-1970, blz. 49-51
S. ten Hoeve
IN YNVENTARIS FAN HOTTINGASTATE TO NIJLAN UT 1677.

Yn 'e Midsieuwen wennen oan 'e Tsjaerddyk to Nijlân de Hottinga's. Hja wurde foar it earst neamd yn in skinkingsakte fan Albrecht fan Beieren út 1399 1). De stins dy't hja biwennen is ûnder harren biwâld forskaete kearen in brânpunt west yn 'e striid tusken Skieringers en Fetkeapers. It gebou kaem troch forerving yn it bigjin fan de sechstjinde ieuw yn hannen fan it slachte Botnia. Doe't Syds III fan Botnia yn 1638 stoar, gyng Hottingahûs nei syn frou Elisabeth van Alberda út Grinzerlân en letter nei Everdina van Alberda. Everdina stoar yn 1658. Har beppesizzers Helena Elisabeth Doys en Elisabeth Maria Doys erfden de state en de pleatsen mei it lân, dy't by de state hearden. De beide famkes wienen doe noch net mounich en harren heit, Jr. Gerlich Doys, moast harren bisittings biheare. Yn 1677 die er rekkenskip fan syn bihear.
De administraesje, dy't er foar syn beide dochters fierde is opnommen yn de hypotheekboeken fan Wymbritseradiel. Dêrby is ek in ynventaris fan Hottingastate 2).
Spitigernöch is de ynventaris net alhiel to lêzen. Dat komt, omdat it rjochterlik archyf fan Wymbritseradiel yn it forline fan wetterskea to lijen hawn hat. De blêsiden fan in stikmannich dielen binne doe forpulvere. Ek de siden fan it hypotheekboek, dêr 't de ynventaris yn skreaun is, binne foar in part forgien. Wy wolle de ynventaris hjir lykwols dochs werjaen, omdat er ús sa'n nijsgjirrich byld jowt fan de yndieling en ynrjochting fan in sawntjindeïeuwske Fryske state.
1) Mr. R.K. Driessen - Monumenta Groningana, 1827. diel II, bls. 845.
2) Rjochterlik archyf fan Wymbritseradiel X 13, fol. 45 - 51 verso, Ryksarchyf fan Fryslân.
3) handvat = lampetkanne, wetterbekken.
4) raer = seldsum.
5) snaphaan = in gewear, dat troch middel fan in haen mei in fjûrstien ôfsketten waerd.
6) stuckies = lytse sierkanonnen.
7) credens = in kastke om sieraden en sulverguod yn op to pakken.

Opmerkingen

Behalve de registratie van de inventaris in Wimbritseradeel op 28 september 1678 (Tresoar, toegang 13-45 hypotheekboek inv.nr. 94, niet gedigitaliseerd) heeft er nog een tweede registratie plaatsgevonden, en wel op 6 januari 1688 in het Leeuwarder hypotheekboek, dat wel ongeschonden is overgeleverd en dat gediend heeft voor de complete transcriptie van mijn hand. Van de eerste registratie kon Sytse ten Hoeve onvermijdelijk slechts een incomplete transcriptie maken. Sytses inleiding en commentaar (in het Fries) is alhier wel overgenomen.
*1) Een geestelijke: Eelco van Liauckama? Vgl. Liauckama state te Sexbierum.
*2) Een dubbelportret van Ernst Casimir (1573-1632) en Sophia Hedwig von Braunschweig-Wolfenbüttel (1592-1642)? Waarschijnlijker twee copieën van de door Wybrand de Geest gemaakte portretten en dan ook nog i.t.t. de originelen alleen ten halve lijve, zoals bijv. de op 5 december 2019 geveilde (vgl. de website Mutual Art; waar alleen Ernst Casimir is afgebeeld).
*3) Doeke van Martena is op Hottingastate opgegroeid.
*4) Mogelijk was het altaarstuk met de geboorte van Christus onderdeel van een drieluik in de kerk van Nijland. Als maker komt Maarten van Heemskerck uit Haarlem in aanmerking: de kerkvoogden werden op 22 maart 1560 veroordeeld om aan de schilder 40 carolusgulden te betalen; zie Sytse ten Hoeve, De Nicolaaskerk van Nijland, 1984, blz. 107-109, alwaar bijgaande reproductie van het onderste linker paneel van een vergelijkbaar altaarstuk in gesloten toestand, oorspronkelijk te Alkmaar, nu te Linköping. Aandacht verdient Sytses opmerking dat Hottingastate in de reformatietijd mogelijk een refugium was voor religieuze kunst; blz. 108.
*5) Een credens is een zilveren presenteerschaal op hoge voet.

>> begin