>> HOMEpage

Veiling 1843 > 1844 hortus Franeker

Bron: Catalogus van eene fraaije en uitgebreidde verzameling warme-kas planten, oranjerie-gewassen en planten voor den kouden grond. aanwezig in den hortus-botanicus van het voormalig rijk's athenaeum, te Franeker. Welke zullen verkocht worden op dingsdag den 24 October 1843, en zoo noodig volgende dagen, in een der localen van het athenaeum te Franeker. - Gedrukt te Leeuwarden, bij D. Meindersma, 1843.
Internetuitgave: M.H.H. Engels, april 2022; update (maand/dag/jaar):
>> Kijkdag - Afbeeldingen van gebouwen
>> Catalogus I. Warme planten, II. Oranjerie-gewassen III. Planten voor den kouden grond
ter vergelijking >> Inventaris Kruidhof Buitenpost

Inleiding

Hugo Kingmans, De Academia van Vrieslant - Franeker - Echo van de hogeschool, Leeuwarden, Monument van de maand 8e jrg. nr. 3, september 1993, blz. 27:
DE HORTUS VAN DE FRANEKER ACADEMIE
Het duurt tot 1589 eer er in de persoon van Alardus Auletius een hoogleraar in de geneeskunde aan de Franeker Academie wordt verbonden. Auletius heeft een begin gemaakt met de aanleg van een hortus, een tuin met voornamelijk planten, die van belang warenvoor de medische wetenschap. De eerste bloei heeft slechts kort geduurd. Na de dood van Auletius (1606) blijft er een verwilderde tuin achter. Gedeputeerde Staten van Friesland gaan niet in op een verzoek om een geldelijke ondersteuning voor de hortus. En in 1623 besluit de Senaat dan ook maar de tuin te verhuren. Dan brengt hij tenminste iets op.
Professor Menelaus Winsemius weet in 1631 gedaan te krijgen, dat de huur wordt opgezegd en de tuin weer voor de wetenschap beschikbaar is. Een opvolger, Johannes Antonides van der Linden, zet het werk voort. In zijn jaren wordt er aan de rand van de hortus een woning gebouwd voor de hoogleraar in de kruidkunde en wordt er een hovenier of hortulanus aangesteld, die al spoedig uit de stadskas wordt betaald.
   [Joh.Schovingius 1632 - 1652
   Herman van Munster 1652 - 1678
   Hans Willem Holts 1678 - 1721
   Johannes Hanses Holts 1721 - 1752
   David Meese 1752 - 1770
   Bernhardus Christoffel Meese 1770 - 1775
   Willem Semler 1775 - 1782
   Arent Vlaskamp 1782 - 1811
   J.C. Hoffmann 1812 - 1827
   Jan Binnendijk 1827 - 1833
   William Kent 1833 - 1843]

Van deze hortulani heeft David Meese de meeste naam gemaakt. Hij wordt in 1752 benoemd en verlegt het accent van de tuin, die nu meer een botanisch karakter krijgt. In een periode van vijf jaar breidt bij de hortus uit tot een totaal van 3000 verschillende planten. Meese heeft ook gepubliceerd. In 1760 komt zijn Flora Frisica uit, de eerste beschrijvende lijst van in Friesland voorkomende planten. In zijn ambtsperiode wordt ook een nieuwe orangerie gebouwd met een hoge koepel voor warme kasplanten, want profesor Willem Ouwens heeft geklaagd door de veelheit der planten die seer teder moeten bewaert worden, niet in staat te zijn, die in de winter te kunnen bewaren. De hortus is dan een pronkstuk geworden. En om de tuin in een zo goede staat te behouden krijgt Meese een officiële erkenning en een forse opslag (want ja, het kon anders wel eens zijn, dat Meese naar Groningen zou vertrekken...).
In 1810 kan de Senaat nog rapporteren, dat de hortus botanicus goed voorzien is van de voornaamste Europese planten, maar een jaar later vindt de tuin zijn einde. In 1812 worden er nog planten naar de Groninger Hortus verzonden. De rest wordt [in 1813] publiek verkocht. Als in 1815 het Rijks Athenaeum zijn korte bestaan begint, komt de hortus nog wel weer tot leven, maar het wordt een armetierig bestaan, waaraan goede hortulani weinig eer kunnen behalen. Het einde komt in 1843. Op 24 oktober wordt volgens de gedrukte catalogus een veiling gehouden van 261 warme planten, 879 oranjerie gewassen, 39 planten voor den kouden grond, 310 vaste planten of te zamen 1480 nummers, dubbelen niet meegeteld.


P. Karstkarel en R. Terpstra, Van Jeruzalem tot het Friese Athene: het kruisherenklooster en de academiegebouwen te Franeker. In: Universiteit te Franeker 1585-1811, Bijdragen tot de geschiedenis van de Friese hogeschool - Leeuwarden 1985, blz. 906-222. Citaat 219-220:
  In dezelfde tijd [vijftiger jaren van de 18e eeuw] was voor de hortulanus David Meese een woning, onmiddellijk ten westen grenzend aan de toegangsplaats tot de hortus, gekocht. Er worden twee grote regenwaterbakken naar ontwerp van bouwmeester Pierson in de hortus geplaatst en er zijn allerlei kleine timmer- en verfwerken voor de plantentuin te vinden in de financiële administratie.
  Professor Willem Ouwens, stellig aangezet door zijn zeer actieve hortulanus Meese, had gesteld: "door de veelheid der planten die seer teder moeten bewaert worden, niet in staat te zijn, die in den winter te kunnen bewaren". De collega van Meese, Johann Hermann Knoop die hovenier van de stadhouderlijke familie in Leeuwarden geweest was, kon in 1763 schrijven: "De Hortus Botanicus, welke laatste in 't jaar 1759 onder den Heer Ouwens, tegenwoordig Professor Medicinae & Botanices aldaar, door de Heeren Staten merkelijk verbeterd, en met een fraay Huis, tot bewaring der Exotische Gewassen, vercierd is, dat den Luister van de Academie niet weinig vermeerderd heeft, en dezelve nog beroemder maakt".
  Waarschijnlijk zijn de werkzaamheden aan een nieuwe orangerie met een 15 meter hoge koepel voor tropische gewassen al in 1757 begonnen. Er werden omvangrijke betalingen gedaan die vooral timmerwerk betreffen. De hortus zelf kon met een derde uitgebreid worden. Het terrein dat ten noorden van het verste deel lag kon aangekocht worden, een terrein dat zelfs een doorgang van een meter of 7 breed naar de Voorstraat kreeg.
  Op de plaats waar het tuingebied overging in de doorgang werd de nieuwe orangerie met koepel gebouwd. Het hele complex werd 19 meter breed, de volle breedte van het terrein, en 7 meter diep. De koepel werd aan de oostzijde gebouwd op een vierkante grondslag van 7 bij 7 meter, die al vrij snel, zeker al voor de helft van de totale hoogte van 15 meter, overging in een achtzijdige, op de hoeken door pilasters gelede lantaarn met zeer grote ramen. Deze werd gedekt door een achtzijdige koepel, die weer bekroond werd door een monumentale vaas. De orangerie bood een brede doorgang voor bezoekers (al zaten ze in rijtuigen) die vanaf de Voorstraat de hortus bezochten. De noordelijke gevel was verder gesloten.
  Over het grootste deel van de circa 25 meter lange nieuwe oprijlaan werd aan de westzijde een lang en smal turfhok getimmerd. De laan kreeg geschoren heggen tot flanken. Ook de ingangspartij ontving aan de Voorstraat met muren en een decoratief ijzeren hek een monumentaal karakter. In de overspannende boog is in krulletters "Hortus Medicus" verwerkt en in het midden kwam in een gekroond medaillon het wapen van Friesland. De penanten van, het hek kregen grote vazen. Het hek was het werk van de Haagse meester S. Schuler. Na 1760 zijn er geen ingrijpende bouwactiviteiten meer geweest ...


De voormalige Hortus van De Academia van Vrieslant te Franeker; hoofdstuk 3.5 uit Kassen in Nederland
Karstkarel en Terpstra ... hebben waarschijnlijk de tekening 'Plattegrond van de Accademie te Franiker' van 1812 (Franeker, voormalige Academie, overzicht van de oranjerie uit 1650, foto T.H. de Haan 1968, no. 119.293 Collectie RCE) aangehouden waar bij de betreffende bouw 'Orangerie' staat aangegeven. Maar het lijkt erop dat wij hier te maken te hebben met de bouw van een houten muurkas met zes ramen. Het gaat om een plantenruimte met een 15 meter hoge koepel met drie ramen voor tropische gewassen. Zowel de koepel als de tropische planten verwijzen naar een kas en niet naar een oranjerie. De nieuwe ruimte met de afmetingen ca. 7 x 19 meter, waarvan de bouw waarschijnlijk reeds in 1757 begon, was op het zuiden-zuidwesten gesitueerd. De noordoostelijke gevel was gesloten. De hoge koepel (grondvlak ca. 7 x 7 m) moet te maken hebben met de bloei van een agave. Ongeveer halverwege ging de koepel over in een achtzijdige lantaarn. De afdekking bestond uit een achtzijdige koepel met een bekroning van een monumentale vaas. De bouw van een turfhok aan de nieuwe oprijlaan duidt er op dat de nieuwe ruimte werd verwarmd. Op een situatietekening uit 1906, vergelijkbaar met die van 1812, is de 'tweede' oranjerie niet meer aanwezig. David Meese (1723- 1770) werd in 1752 benoemd tot hovenier in de kruidtuin.53 Hij was verantwoordelijk voor de verzorging van de planten in de kas en oranjerie.
De (Amerikaanse) agave kan in bloei een behoorlijk hoogte krijgen. Indien hij in een kas is geplaatst, kan dat de beheerders de nodige zorgen op leveren. In verschillende horti, zoals Amsterdam, werd om die reden een speciale hoge kas gemaakt om de plant tot zijn recht te laten komen.
[Volgens] Franeker, Academie, overzichtsplattegrond uit 1812, Port. no V Tek. nr. 11.596, Tresoar Leeuwarden, lag midden in het complex de hortus met aan de zuidoostzijde de oude oranjerie [1650] en aan de noordoostzijde een tweede, achttiende-eeuwse oranjerie. De oude oranjerie is de oudste nog bestaande oranjerie in Nederland.
Johann Knoop schreef in 1763: 'De Hortus Botanicus, welke laatste in 't jaar 1759 onder de Heer Ouwens, tegenwoordig Professor Medicinae & Botanices aldaar, door de Heeren Staten merkelijk verbeterd, en met een fraay Huis, tot bewaring der Exotische Gewassen, vercierd is, dat den Luister van de Academie niet weinig vermeerderd heeft, en dezelve nog beroemder maakt.'
De toegang tot de hortus was in eerste instantie via de Schilbank. Toen de hortus naar de noordoostzijde met ongeveer een derde werd uitgebreid in het midden van de achttiende eeuw, kwam aan de Voorstraat een tweede toegang. Boven het nieuwe inrijhek stond 'Hortus Medicus'. Na 1760 zijn er voor zover bekend geen kassen of andere belangrijke plantenruimten toegevoegd.


Geen nieuwe orangerie/oranjerie maar houten muurkas? Het lijkt er niet op: men vergelijke het artikel uit de Leeuwarder Courant van 28 juni 1844 waarin de afbraakmaterialen genoemd worden - waaronder 'eene aanzienlijke partij Metselsteen' - en de tekening van de nieuwe toegang door Gardenier Visscher, beide hieronder weergegeven, maar niet bekend bij de auteurs van 'Kassen in Nederland'. Laatstgenoemden spreken van zes ramen in de laagbouw: blijkens bovenstaande plattegrond waren het er vijf en een deurpartij. Ook aan de noordzijde was er een dubbele deur. Vanuit de tuin aan de zuidkant zowel als vanaf de Voorstraat via het toegangspad aan de noordkant kon men dus in de nieuwe orangerie komen.

>> begin

Op het titelblad van de veilingcatalogus: Alles te zien op Maandag den 23 October 1843, van 's morgens 9 tot 's namiddags 4 uur. De Verkooping zal aanvangen des voormiddags ten TIEN uur, en men zal ongeveer 100 nummers per uur verkoopen.

Leeuwarder Courant 23 april 1844:

De veiling is van najaar 1843 verplaatst naar de lente van 1844.

Leeuwarder Courant 28 juni 1844:

Heeft bloemist de Groot het met "de laatstgeveilden" over de veiling van de hortusplanten?

>> begin


De academie in de tweede helft van de 18de eeuw; vogelvluchtperspectief vanuit het zuiden.
1. Kloostergebouw, XVb. 2. Kloosterkerk, waarschijnlijk begin XVI. 3. Kloosterhof met galerij, XVb. 4. Hortus XVIIa, uitgebreid midden XVII en midden XVIII. 5. Woning pedel, begin XVII. 6. Orangerie met professorenhuis, midden XVII. 7. Ingang tot de Hortus, midden XVII. 8. Ingangspartij met curatorenkamer en secretarie, eind XVI en begin XVII. 9. Kerkers, vermoedelijk XVIIIa. 10. Chemisch laboratorium met tekenkamer, midden XVIII. 11. Huis van de hortulanus, aangekocht midden XVIII. 12. Nieuwe orangerie met koepel, midden XVIII. 13. Nieuwe ingang tot de Hortus, midden XVIII.
De oude ingang aan de Schilbank (Academiestraat): het bouwjaar blijkt uit ANNO links en 1651 rechts; boven de doorgang staat Hortus Medicus.
Detail van de omstreeks 1665 door Haacma en Gravius gecorrigeerde Blaeu-plattegrond van Franeker; het Zuiden is boven. Ten oosten (links) van de vier perken de nieuwe woning van de hoogleraar medicijnen, aan de andere zijden ca. 2,5 meter hoge kassen en rechts wellicht een smalle vijver voor de watervoorziening; voorheen haalde men waarschijnlijk water uit de put op de binnenplaats van de academie. Zie ook De hortus in vogelvlucht, waar beide versies van de plattegrond (in zwartwit) zijn afgebeeld.

De nieuwe ingang aan de Voorstraat tot de in de 18e eeuw uitgelegde hortus. Tekening van J. Gardenier Visscher, omstreeks 1790.
In de boog van het hek HORTUS MEDICUS en daarachter de nieuwe orangerie met links de overkoepelde 15 meter hoge toren voor grote gewassen. Zowel bij de toren als bij de orangerie ziet men een flinke kachelpijp.
De toegang was gesitueerd op wat nu Voorstraat nr. 71 is. Aan het eind van het pad, eerst geflankeerd door hoge hagen vervolgens door kuipplanten, zag men de ingang van de orangerie met baldakijn.

Detail van het nog bestaande hek, in het stadspark aan de Harlingerweg, echter zonder de tekst HORTUS MEDICUS en met het wapen van Franeker (bel) i.p.v. dat van Friesland (twee gaande leeuwen)


LC 22 april 2022
Franekers willen hun hortus terug
FRANEKER - De Vrienden van de stad Franeker willen de oude hortus van de universiteit van weleer opnieuw inrichten als academische tuin, met medicinale planten uit de leerstof van geneeskundestudenten.
Elizabeth Vogelzang
Misschien gaat het in geen honderd jaar lukken, maar de Vrienden van de stad Franeker gaan het in elk geval proberen: de vereniging wil onderzoeken of de hortus in de oorspronkelijke staat kan worden teruggebracht. De tuin is nu een strak grasveld met wat bomen. Van de weelderige en welriekende hortus botanicus van weleer is geen sprietje over. Alleen de gevel van de wintertuin – de Oranjerie – is nog een stille getuige van het academische onderwijs in de plant- en kruidkunde.
Anne Nippel, bestuurslid van de Vrienden, ziet het al voor zich. Perken vol wuivend vingershoedskruid, schattige leverbloempjes en kleurige meizoentjes. "De plek van de Franeker hortus is een van de weinige tastbare herinneringen aan de universiteit. Het zou toch geweldig zijn dat bezoekers de wetenschappelijke sfeer van weleer daar in het openbaar kunnen ervaren."
De Vrienden nodigden deze week Gerda van Uffelen uit voor een lezing over de hortus. Ze is bioloog en al meer dan 25 jaar verbonden aan de oudste botanische tuin in Nederland, die van Leiden (1590). In datzelfde jaar werd ook in Franeker een universiteitstuin aangelegd. Toen in 1811 een einde kwam aan de Friese Academie, verhuisden 293 planten naar Groningen, de rest werd verkocht. Toen de stad in 1815 een Rijks Athenaeum kreeg, kwam een deel van de planten terug. Bij de opheffing van het Athenaeum in 1843 werden alle planten alsnog verkocht.
Op de plantenlijst van de hortus van Groningen staat beschreven welke bloemen en kruiden ooit vanuit Franeker zijn verhuisd. Nippel verwacht dat dit een goede bron kan zijn voor de herbeplanting van de Franeker botanische tuin.
Of de schop ooit in de grond gaat? Nippel durft het niet te zeggen. "Maar iemand moet het startschot geven." De tuin is eigendom van de omringende woningen. "We gaan met hen kijken wat mogelijk is."

>> begin

Veilingcatalogus
I.
WARME PLANTEN.
1 Acacia cornigera.
2 - frondosa.
3 - leucocephala.
4 - non scripta.
5 Achania Malvaviscus.
6 Achijranthes grandiflorus.
7 Aencistrum cauliflora.
8 Aletris fragrans.
9 Alstroemeria Ligtù.
10 Amomum Zerumbet.
11 Aralia umbraculifera.
12 Ardisia crenata.
13 - odontophijllus.
14 - solanacea.
15 Aristolochia trilobata.
16 Arum Colocasia.
17 - esculentum.
18 - odoratum.
19 - triphijllum.
20 - viviparum.
21 Asclepias curasavica.
22 Aspidistra elatior.
23 Bambúsa arundinacea.
24 Barleria Prionites.
25 Bauhinia tomentosa.
26 Beaufortia splendens.
27 Begonia argijrostigma.
28 - heracleifolia.
29 - macrophijlla.
30 - populonacea.
31 - semperflorens.
32 Bilbergia iridiflora.
33 - pyramidalis.
34 Bocconia frutescens.
35 Bombax pentandrum.
36 Bonplandia geminiflora.
37 Brexia spinosa.
38 Bromelia Ananas. (Groote planten 16 stuks.)
39 - - (Twee jarige 40 stuks.)
40 - - (Een jarige 30 stuks.)
41 - Chrijsantha.
42 - coccinea.
43 - humilis.
44 - inermis.
45 - variegata.
46 - Zebrina.
47 Brunfelsia americana.
48 - undulatum.
49 Brijophijllum calijcinum
50 Caladium auritum.
51 - discolor.
52 - lacerum.
53 - Seguinum.
54 Canna gigantea.
55 - indica.
56 - rubricaule.
57 - variabilis.
58 Capparis saligna.
59 Carolinea alba.
60 - aquatica.
61 Carijota Urens.
62 Castus speciosus.
63 Cerbera Manghas.
64 Cestrum diurnum.
65 - laurifolium.
66 Chamaedorea schideriana.
67 Chamaerops sierotsik.
68 Chloranthus inconspicuus.
69 Cissus acida.
70 Citharexijlon quadrangulare.
71 Cleome gigantea.
72 - speciosa.
73 Coccoloba laurifolia.
74 - pubescens.
75 Coffea arabica.
76 Coix Lachrijma.
77 Combretum purpureum.
78 Crinum amabile.
79 - - americanum.
80 Curculigo recurvata,
81 Curcuma longa.
82 Cijcas revoluta.
83 Cymbidium chinense.
84 - pendulum.
85 Cijperus alternifolius.
86 - Papijrus.
87 Dellenia scandens.
88 Dianella coerulea.
89 Dracaena brasiliensis.
90 - Draco.
91 - - fol. varieg.
92 - ferrea.
93 - - var. picta.
94 - frutescens.
95 - reflexa.
96 - stricta.
97 Dracontium pertusum.
98 Elaeagnus angustifolia.
99 Euphorbia Brionii.
100 - Caput-Medusae.
101 - cotinifolia.
102 - heptagona.
103 - malaformis.
104 - officinarum.
105 - pendula.
106 - punicea.
107 - splendens.
108 - tithymaloide
109 - uncinata.
110 Epidendrum elongatum.
111 Erythrina Caffra.
112 - Cristá galli.
113 - Corallodendrum.
114 Ficus bengalensis.
115 - brasiliensis.
116 - cerasiformis.
117 - elastica.
118 - religiosa.
119 - scandens.
120 - superstitiosa.
121 Gardenia florida.
122 Gesneria bulbosa.
123 Globba erecta.
124 - nutans.
125 Gloriosa superba.
126 Gloxinia caúlescens.
127 Gloxinia hirsuta.
128 - maculata.
129 - spesiosa var. alba.
130 Goldfussia glomerata.
131 Goodijera discolor.
132 Gossijpium arboreum.
133 Guajacum officinalis.
134 Guazuma ulmifolia.
135 Hedijchium flavescens.
136 Hibiscus Manihot.
137 - Rosa sinensis.
138 - spesiosus.
139 - tiliaceus.
140 Hoija carnosa.
141 Iasminum Sambac. var. flor. pleno.
142 Iatropha urens.
143 - Indigofera Anil.
144 - atropurpurea.
145 - cytisoides.
146 - tinctoria.
147 Justicia calijcotricha.
148 - paniculata.
149 - persicifolia.
150 - speciosa.
151 Kaempferia Galanga.
152 - rotunda.
153 Lantana aculeata.
154 - involucratra.
155 - nivea.
156 Limodorum Tankarvilliae.
157 Lobelia longiflora.
158 - surinamensis.
159 Malpighia glabra.
160 Manettia cordifolia,
161 Maranta arundinacea..
162 - bicolor.
163 - Zebrina.
164 - comosa.
165 Mimosa sensitiva.
166 Musa discolor.
167 - paradisiaca.
168 - rosacea.
169 Mijrtus uniflora.
170 Nymphaea coerulea.
171 - Lotus
172 - odorata.
173 - versicolor.
174 Orijza sativa.
175 Pancratium aurantiacum.
176 - brasiliense.
177 - calathinum.
178 - caribaeum.
179 - fragrans.
180 Panicum plicatum.
181 Parkinsonia aculeata.
182 Passiflora edulis.
183 - holosericea.
184 - lunata.
185 - maliforme.
186 - suberosa.
187 - Walecheriana.
188 Petiveria alliacea var. fol. varieg.
189 Phalangium viviparum.
190 Phoenix dactylifera.
191 - reclinata.
192 Phyllanthus falcatus.
193 - grandifolius.
194 - speciosus.
195 Piper acuminatum.
196 - Betle.
197 - incanum.
198 - magnoliaefolium.
199 - pellucidum.
200 - rubellum.
201 - verticillatum.
202 Plumbago zeijlanica, coerulea.
203 - -, rosea.
204 Plumeria alba.
205 Polypodium aureum.
206 - falcatum.
207 Podalijria hygrometrica.
208 Pothos acaulis.
209 - crassinerrius.
210 - lanceolatus.
211 - lucidus.
212 - undulatus.
213 Prostanthera Lasianthus.
214 Psidium pyriferum.
215 Pterospermum acerifolium.
216 Renialmia angustifolia.
217 Rivinia humilis.
218 - laevis.
219 Ruellia formosa.
220 - tuberosa.
221 - varians.
222 Ruizia variabilis.
223 Sabal umbraculifera.
224 Saccharum officinarum.
225 Sanseviera virens.
226 Sapindus Saponaria.
227 Saracha viscosa.
228 Senecio discolor.
229 Solanum igneum.
230 Sterculia Balanghas.
231 Strelitzia humilis.
232 - Juncea.
233 - reginae.
234 Strophanthus dichotomus.
235 Talinum Anacampseros.
236 - arachnoides,
237 - crassifolium.
238 - filamentosum.
239 Tamarindus indica.
240 Thalina geniculata.
241 Thunbergia alata.
242 - angulata.
243 - aurantiaca.
244 - fragrans.
245 Tradescantia crassifolia.
246 - discolor.
247 - zanonia.
248 Urtica biloba.
249 Verbesina alata.
250 Vinca rosea.
251 - -, var. alba et rubra.
252 IJúcca aloëfolia.
353 - filamentosa.
254 - - fol. varieg.
255 - flaccida.
256 - gloriosa.
257 - gracilis.
258 - tenuifolia
259 Zamia horrida.
260 - pungens.
261 Zingiber officinalis.

>> begin

III.
PLANTEN VOOR DEN KOUDEN GROND.
BOLLEN, ENZ.
1 Lilium candidum.
2 - grandiflorum.
3 - japonicum.
4 - superbum.
5 - venustum.
6 Alstroemeria psittacina.
7 Arum Dracunculus.
8 Asphodillus luteus.
9 - ramosus.
10 Ornithogalum giganteum.
11 virginicum.
12 Pancratium maritimum.
13 Scilla maritima.
14 Haemanthus coccineus.
15 - puniceus.
16 Amarillus capensis.
17 - crispa.
18 - gigantea.
19 Gladiolus alatus.
20 - polijstachijs.
21 - psittacinus.
22 - undulatus.
23 Antholijza crocea.
24 - minor.
25 - Whatsonia.
26 Ixia alba, intus nigra.
27 - coccinea.
28 - crocata, major.
29 - maculata, alba.
30 - multiflora.
31 - purpurea.
32 - pallida.
33 - speciosa.
34 - tricolor.
35 Atropa Mandragora.
36 Lachenalia pendula.
37 Oxalis citisioides.
38 - coerulea.
38* Georgia variabilis. (20 soorten)
VASTE PLANTEN, ENZ.
39 Veroncia gentianoides.
40 - hijbrida.
41 - maritima, flor, albo.
42 - monstrosa.
43 - siberica.
44 - Teucrium.
45 Gratiola officinalis.
46 Monarda didijma.
47 - fistulosa.
48 - mollis.
49 Rosmarinus officinalis.
50 Salvia Aethiopis.
51 - angustifolia.
52 - atlantica.
53 - glutinosa.
54 - oblongata.
55 - officinalis.
56 - pratensis.
57 - Sclarea.
58 - verticillata.
59 Collinsonia canadensis.
60 Valeriana Phu.
61 - rubra.
62 Iris fimbriata.
63 - florentina.
64 - foetida.
65 - pumila.
66 - sibirica.
67 - siphium.
68 - spuria.
69 - variegata.
70 Tamus communis.
71 Scabiosa atro-purpurea.
72 - caucacica.
73 Galium ruboides.
74 Rubia tinctorum.
75 Sanguisorba canadensis.
76 - media.
77 - officinalis.
78 Epimedium alpinum.
79 Lithospermum officinale.
80 Pulmonaria alba.
81 - angustifolia.
82 - virginica.
83 Hijdrophijllum virginicum.
84 Lijsimachia nemorum.
85 Lijsimachia thijrsiflora.
86 Plumbago europaea.
87 Phlox glaberrima.
88 - orata.
89 - paniculata.
90 - subulata.
91 - suaveolens.
92 Campanula cordifolia.
93 - grandiflora.
94 - glomerata.
95 - persicifolia.
96 - rotundifolia.
97 - var. latifolia.
98 Verbascum Blattaria.
99 - Lichnitis.
100 - nigrum.
101 Atropa Bella-donna.
102 Hedera Helix, var. fol. varieg.
103 Vinca major.
104 Asclepias sijriaca.
105 - tuberosa.
106 Erijngium alpinum.
107 - Bourgati.
108 Astrantia Epipactijs.
109 - major.
110 Heracleum gummiferum.
111 - sibiricum.
112 Meum athamanticum.
113 Anethum graveolens.
114 Aralia racemosa.
115 Statice Limonium.
116 - maritima.
117 Tradescantia virginica.
118 Narcissus Jonquilla.
119 - poëticus.
120 Fritillaria imperialis.
121 - Meleagris.
122 Phalangium Liliago.
123 - Liliastrum.
124 Convallaria bifolia.
125 - majalis.
126 - polijgonatum.
127 Haemerocallis coerulea.
128 - flava.
129 - fulva.
130 Rumex scutatus.
131 Veratrum album.
132 - nigrum.
133 Daphne Laureola.
134 - Mezereum.
135 Polijgonum Bistorta.
136 - viviparum.
137 Rheum australe.
138 - leucorrhizum.
139 - palmatum.
140 - Rhaponticum.
141 - undulatum.
142 Podalijria australis.
143 Fraxionella alba.
144 Hijdrangea nivea.
145 Saxifraga Aizoon.
145 - crassifolia.
146 - granulata.
147 - rotundifolia.
148 Mitella diphijlla.
149 Gijpsophilla repens.
150 Saponaria officinalis.
151 Dianthus alpinus.
152 - arenaria.
153 - japonica.
154 Sedum acre.
155 - album.
156 - rupestrum.
157 - Telephium.
158 Lijchnis dioicia.
159 - fulgens.
160 Asarum europaeum.
161 Bocconia cordata.
162 Lijthrum acuminatum.
163 - Salicaria.
164 Waldsteinia geoides.
165 Spiraea Aruncus.
166 - laevigata.
167 - sorbifolia.
168 - Ulmaria.
169 Potentilla alba.
170 - astracantica.
171 - atro-purpurea.
172 - canadensis.
173 - Fragariastrum.
174 - formosa.
175 - Ruisselenica.
176 - splendens.
177 Geum coccinea.
178 - rivale.
179 Actaea racemom.
180 - spicata.
181 Podophijllum peltatum.
182 Papaver bracteatum.
183 - orientale.
184 Poeonia arborea.
185 - corallina.
186 - officinalis.
187 - papaveracea.
188 Delphinium Ajacis.
189 - grandiflora.
190 - hirsutum.
191 Aconitum Lijcoctonum.
192 - Napellus.
193 - uncinatum.
194 Aquilegia bicolor.
195 - speciosa.
196 - viscosa.
197 Hijpericum calijcinum.
198 Anemone Pulsatilla.
199 - hortensis.
200 Clematis crispa.
201 - Flammula.
202 - glauca.
203 - Vitalba.
204 - Viticella.
205 Thalictrum glaucum.
206 - majus.
207 - medium.
208 - nigricans.
209 - minus.
210 - sibiricum.
211 Trollius anglicus.
212 - asiaticus.
213 - europaeus.
214 Helleborus hiemalis.
215 - lividus.
216 - niger.
217 - viridis.
218 Mentha crispa.
219 - Piperita.
220 Betonica hirsuta.
221 - officinalis.
222 - stricta.
223 Phlomis tuberosa.
224 Origanum vulgare.
225 Melissa Calamintha.
226 - marifolia.
227 - officinalis.
228 Scutellaria perigrina.
229 Verbena officinalis.
230 Antirrhinum majus.
231 Digitalis purpurea.
232 Chelone campanulata.
233 Acanthus mollis.
234 - spinosus.
235 Cochlearia Armoracia.
236 Isatis tinctoria.
237 Lunaria rediviva.
238 Geranium macrorrhisum.
239 - Phaeum.
240 Napaea levis.
241 Althaea officinalis.
242 Hibiscus siriacus.
243 Kitaibelia vitifolia.
244 Fumaria fungosa.
245 - nobilis.
246 Spartium junceum.
247 Lupinus arboreus.
248 - perennis.
249 - polijphijllus.
250 Glycine apios.
251 Orobus lathijroides.
252 - niger.
253 - vernus.
254 Lathijrus latifolia.
255 Glycirrhiza echinata.
256 Coronilla emerus.
257 Astragalus alopecuroides.
258 - galegaeformis.
259 Hieracium amplexicaule.
260 - aureum.
261 - croceum.
262 - venosum.
263 Carduus macrophijllus.
264 - carlinoides.
265 - centaurioides.
266 Serratula tinctoria.
267 Cacalia suaveolens.
268 Eupatorium cannabinum.
269 Chrijsocoma Lijnosijris.
270 - dracunculoides.
271 Balsamita suaveolens.
272 Artemisia Absynthium.
273 - maritimum.
274 Senecio saracenicum.
275 Aster angustifolius.
276 Aster biflorus.
277 - grandiflorus.
278 - Tradescanti.
279 Solidago alpestris.
280 - canadensis.
281 - virgaurea.
282 Inula Oculus Christi.
283 Doronicum Pardalianches.
284 Tussilago fragrans.
285 Chrijsanthemum Leucanthemum.
286 - indicum.
287 Achillea alpina.
288 - magna.
289 - serrata.
290 Bupthalmum maritimum.
291 Helianthus tuberosus.
292 Inula Helenium.
293 Rudbeckia laciniata.
294 - purpurea.
295 Coreopsis tenuifolia.
296 - verticillata.
297 Centaurea aurea.
298 - ochroleuca.
299 - orientale.
300 - splendens.
301 Silphium perfoliatum.
302 Parthenium integrifolium.
303 Echinops Ritro.
304 Aristolochia sijpho.
305 Calla aethiopica.
306 Rhodiola rosea.
307 Osmunda regalis.
308 Scolopendrum crispum.
301 - officinale.

>> begin


II.
ORANJERIE - GEWASSEN.
1 Abutilon striatum.
2 Acacia alata.
3 - armata.
4 - decipiens.
5 - floribunda.
6 - glutinosa.
7 - heterophijlla.
8 - linifolia.
9 - longifolia.
10 - lophantha.
11 - paradoxa.
12 - pendula.
13 - verticillata.
14 Aconitum Chinense, fl. albo.
15 Adiantum. Capillus.
16 - pedatum.
17 Agapanthus umbellatus.
18 - - fol. variegat.
19 Agave americana. (In eene tobbe.)
20 - americana. (In tobben, 3 stuks.)
21 - - (Bonte, in eene tobbe.)
22 - lurida. (In eene tobbe.)
23 - tuberosa.
24 - vivipara.
25 Ageratum mexicana.
25* Aloë acinacifolia.
26 - acuminata.
27 - arborescens.
28 - atrovirens.
29 - Caffra.
30 - crassifolia.
31 - cymbaefolia.
32 - depressa.
33 - erecta.
34 - ferox.
35 - foliosa.
36 - frutescens.
37 - glauca.
38 - humilis.
39 - ligulata.
40 - linguaeformis.
41 - macrocarpa.
42 Aloë maculata.
43 - nigricans.
44 - obscura.
45 - obtusifolia.
46 - paniculata.
47 - pentagona.
48 - plicatilis.
49 - radicantia.
50 - radùla major.
51 - radula media.
52 - retusa.
53 - Rheinwardtii.
54 - succotrina.
55 - tortuosa.
56 - trigona.
57 - turgida.
58 - variegata.
59 - verrucosa.
60 - virens.
61 - virescens.
62 - virgata.
63 - vulgaris, chinensis.
64 - ùmbellata.
65 Aloijsia citriodora.
66 Alstroemeria aurea.
67 - peregrina.
68 - psittacina.
69 Amarijllis aulica.
70 - aurea.
71 - Belladonna.
72 - crispa.
73 - crocata.
74 - formosissima.
75 - Johnsonia.
76 - lutea.
77 - miniata.
78 - Reginae.
79 - vittata.
80 Amellus Lichnitis.
81 Amorpha fruticosa.
82 Amphicoma argute.
83 Anagallis coerulea.
84 - collina.
85 - Monelli, grandiflora.
86 Andersonia sprengelioides.
87 Andromeda buxifolia.
88 - Meesioides.
89 - polifolia.
90 Anigozanthus flavida.
91 Anthericum Aloides.
92 Anthocercis littorea.
93 - viscosa.
94 Anthijllis Barba -Jovis.
95 - Hermanniae.
96 Antirrhinum carijophijllatum.
97 - purpúrea.
98 Arbutus Andrachne.
99 - - longifolia.
100 - Unedo.
101 - Uva - Ursi.
102 Arctotus arborescens,
103 - superba.
104 Aristolochia Anguicida.
105 - - sempervirens.
106 Arnopogon Dalechampii.
107 Arthopodium paniculatum.
108 Artotheca repens.
109 Arundo Donax. fol. variegat.
110 Asclepias nivea.
111 - fuscata.
112 Aster argophyllus.
113 - palleus.
114 Astragalus Tragacantha.
115 Atragene capensis.
116 - florida.
117 Atraphaxis undulata.
118 Aucuba Japonica. (In een tob).
119 Aurocaria imbricata.
120 Azalea. indica.
121 Baccharis nervifolia.
122 Banksia aemula.
123 - dentata.
124 - praemorsa.
125 - suaveolens.
126 - tèretifolia.
127 - virens
128 Bauera rubioides.
129 Beackia virgata.
130 Beaufortia decussata.
131 - splendens.
132 Berberis aquifolia.
133 Berckheija ciliaris.
134 - squarrosa.
135 Betonica grandiflora.
136 Bignonia pandorea.
137 Bignonia radicans.
138 Bellarderia scandens.
139 Blumenbachia aurantiaca.
140 Boehmeria arborea.
141 Bossiaea speciosa.
142 Brachijzema undulata.
143 Brugmansia candida.
144 - discolor.
145 Brunia abrotanoides.
146 - lanuginosa.
147 - paleacea.
148 Bubon Galbanum.
149 Buchnera viscosa.
150 Buddleja connata.
151 - diversifolia.
152 - globosa.
153 Bumelia lijcioides.
154 Buphthalmum sericeum.
155 Burchellia capensis.
156 Cacalia articulata.
157 - canescens.
158 - ficoides.
159 - nereifolia.
160 - repens
161 Cactus aculeata (Pereskia.)
162 - Coccinellifera.
163 - coronarium.
164 - cruenta (Pereskia.)
165 - densa.
166 - depressa.
167 - ferox.
168 - Ficus indica.
169 - flagelliformis.
170 - flavescens.
171 - grandiflorus.
172 - Ienkinsonii.
173 - longispina (Pereskia)
174 - media.
175 - mesembrijanthoides (Rhipsalis. )
176 - microdasijs.
177 - monstrosus.
178 - mijosurus.
179 - nigricans.
180 - pentagonus.
181 - peruvianus.
182 - phijllanthoides.
183 - prolifera.
184 Cactus salicornioides. (Rhipsalis.)
185 - speciosissimus.
186 - splendens.
187 - stellata.
188 - triangularis.
189* - truncatus.
190* - Tùna.
190 Calandrina bicolor.
191 Calceolaria arachnoidea.
192 - amplexiaule.
193 - corimbosa.
194 - Hoppeana.
195 Calendula graminifolia.
196 Calla aethiopica.
197 Callistachijs lanceolata.
198 - retusa.
199 Calothamnus beatum.
200 - clavata.
201 - longifolium.
202 - quadrifida.
203 - villosa.
204 Camellia japonica.
205 Camphorosma monspeliaca.
206 Canarina Campanula.
207 Cassia ligustrina.
208 - marijlandica.
209 - semperflorens.
210 Cassine Maurocenia.
211 Casuarina equisetifola.
212 - quadrivalvis
213 Ceanothus africanus.
214 - sericeus.
215 Celastrus buxifolius.
216 - pyracanthus.
217 Celsia pictus.
218 Ceratonia Siliqua.
219 Cestrum Parqui.
220 Chamaerops humilis. (Groote in eene tob.)
221 - - (In eene kleine tob.)
222 Cheiranthus Cheiri, var. flor. plen.
223 - fol. varieg.
224 Chelone glabra.
225 - obliqua.
226 Chironia frutescens.
227 - linoides.
228 Chorijzema ilicifolium.
229 - Thumbij.
230 - varia.
231 Chrijsocoma Coma-aurea.
232 - denticulata.
233 Cineraria amelloides.
234 - atropurpurea.
235 - corijmbosa.
236 - cruenta.
237 - elegans.
238 - extipulata.
239 - hijbrida.
240 - pulchella.
241 - Winterhausia.
242 Cistus albidus.
243 - algarvensis.
244 - crispus.
245 - formosus.
246 - italicus.
247 - ladaniferus.
248 - salvifolius.
249 Citrus Aurantium.
250 - buxifolia.
251 - decumana.
252 - Hijstrix.
253 - medica. (In tobben.)
254 Clerodendrum fragrans.
255 Clethra arborea. ( In eene tobbe. )
256 - - fol. varieg.
257 - - alnifolia
258 Cliffortia ilicifolia.
259 - obcordata.
260 Clutia daphnioides.
261 Cneorum tricoccon.
262 Cobaea scandens.
263 - stipularis.
264 Colutea frutescens.
265 Commelina coelestis.
266 - tuberosa.
267 Conijza candida.
268 Corchorus japonicus.
269 Coronilla glauca.
270 - - fol. varieg.
271 Correa alba.
272 - pulchella.
273 - rufa.
274 - speciosa.
275 - viridiflora.
276 Cotoneaster microphijlla.
277 - Uva ursi.
278 Cotijledon caespitosa.
279 Cotijledon coruscans.
280 - fascicularis.
281 - orbiculata.
282 - Umbilicus.
283 - undulata.
284 Crassula acutifolia.
285 - arborescens.
286 - coccinea.
287 - emarginata.
288 - perfoliata.
289 - punctata.
290 - spathulata.
291 - tetragona.
292 - versicolor.
293 Crataegus glabra.
294 Crataeva capparoides.
295 Crotalaria laburnifolia,
296 - - purpurea.
297 Crowea saligna.
298 Crucianella stijlosa.
299 Cunonia capensis.
300 Cussonia spicata.
301 - thijrsiflora.
302 Cyclamen aleppo.
303 - Coum.
304 - europaeum.
305 - persicum.
306 Cijnanchum Vincetoxicum.
307 Dalibarda geoides.
308 Daphne Cneorum.
309 - - fol. varieg.
309* - collina.
310 - Laureola.
311 - maximum.
312 - odorata.
313 - pontica.
314 Daviesia ulicina.
315 Deutzia scabra.
316 Dianthus arborens.
317 - caryophijllus.
318 Digitalis sceptrum.
319 Dillwijnia ovata.
320 Diosma alba.
321 - appifera.
322 - capitata.
323 - cupressina.
324 - ericoides.
325 Diosma imbricatus.
326 - purpurascens.
327 - tenuifolia.
328 Diplocus paniceus.
329 Dolichos ſignosus.
329* Echium fastuosum.
329** - formosum.
330 - fruticosum.
331 Embothrium salignum.
332 Empetrum nigrum.
333 Epacris impressa.
334 - paludosa.
335 Erica abietina.
336 - - nova.
337 - arborea.
338 - cerinthoides.
339 - coccinea.
340 - cruenta.
341 - dabrecea.
342 - discolor.
343 - Gilva.
344 - gracilis, praecox.
345 - grandiflora,
346 - hirtiflora.
347 - hijbrida.
348 - ignescens.
349 - laevis.
350 - Linnaeana.
351 - longiflora.
352 - mammea, coccinea.
353 - multiflora.
354 - pellucida.
355 - Petiverii.
356 - phijlicoides.
357 - planifolia.
358 - simplicifolia.
359 - stricta.
360 - taxifolia.
361 - translucens.
362 - transparans.
363 - triflora.
364 - tubiflora.
365 - Uhria.
366 - umbellata.
367 - ventricosa.
368 - viridiflora.
369 Erigeron glutinosum.
370 Erinus alpinus.
371 Eryngium aquaticum.
372 - bromeliaefolium.
373 Escallonia floribunda.
374 Eucalyptus alpina.
375 - cordata.
376 - falcata.
377 - piperita.
378 - tuberculata.
379 Euclea racemosa.
380 Eucomis punctata.
381 Euphorbia mellifera.
382 Eutaxia myrtifolia.
383 Euxenia grata.
384 Evonimus japonicus, argenteus.
385 - aureus.
386 -
387 - nanus.
388 Exacum viscosum.
389 Fabrana imbricata.
390 Fabricia laevigata.
391 - glabra.
392 Fragaria indica.
393 Francoa appendiculata.
394 - sonchifolia.
395 Fuchsia arborescens.
396 - Chandlerii.
397 - coccinea.
398 - excorticata.
399 - fulgens.
400 - globosa.
401 - - major.
402 - grandiflora.
403 - Louwolfia.
404 - macrostemma.
405 - microphijlla.
406 - mutabilis.
407 - splendens.
408 - Stanhesii.
409 Galardia bicolor.
410 - picta.
411 Garija elliptica.
412 Genista candicans.
413 - sagittalis.
414 Gentiana acaulis.
415 - asclepiadea.
416 - Saponaria.
417 Geum chiloënse.
418 - coccineum.
419 Gladiolus floribundus.
420 - psittacinus.
421 Globularia cordifolia.
422 Glycine chinensis.
423 Gnaphalium lymosum.
424 - Stoechas.
425 Gnidia pinifolia.
426 - simplex.
427 Goodenia scareola.
428 Gortera rigens.
429 Grevillea Manglesii.
430 - microcarpa.
431 - rosmarinifolia.
432 - sericea.
433 Grewia occidentalis.
434 Gualtheria procumbens.
435 Haemanthus albiflos.
436 - - coccineus.
437 - - puniceus.
438 Hakea amplexicaulis.
439 - microcarpa.
440 - nitida.
441 - pugioniformis. (In eene tobbe.)
442 Heimia salicifolia.
443 Helianthemum vulgare: fl. pleno.
444 - - foliis vaeriegatis.
445 Helichrijsum argenteum.
446 - proliferum.
447 - retortum.
448 Heliotropium peruvianum.
449 Helleborus trifoliatus.
450 Hemimeris liniaris.
451 - urticifolia.
452 Hermannia alnifolia.
453 - althaeifolia.
454 - cuneifolia.
455 - denudata.
456 - flammea.
457 - scabra.
458 Heuchera caulescens.
459 Hibbertia grossularifolia.
460 - Kuninghaenia.
461 Houttuijnia cordata.
462 Hijdrangea arborescens.
463 - quercifolia.
464 Hypericum japonicum.
465 - tomentosum.
466 - Coris.
467 Hijpoxis villosa.
468 Lasminum azoricum.
469 - grandiflorum.
470 - officinale.
471 - - fol. varieg.
472 - odoratum.
473 - trifoliatum.
474 Iberis gibraltaricus.
475 - semperflorens.
476 - - fol. varieg.
477 - sempervirens.
478 Ilex japonica.
479 Inula glutinosa.
481 Isopagon anethifolium.
482 Juniperus excelsa.
483 Justicia Adhatoda. (In eene tobbe.)
484 Kadsura japonica.
485 Kalmia angustifolia.
486 Kennedia bimaculata.
487 - coccinea.
488 - orata.
489 - rubicunda.
490 Kiggelaria africana. (Twee stuks in tobben.)
491 Lachenaultia formosa.
492 - oblata.
493 Lambertia formosa.
494 Lamotia silaeifolia.
495 Lapeirousia grandiflora.
496 Lasiopetalum dumosum.
497 - purpureum.
498 - quercifolium.
499 - solanaceum.
500 Laurus Borbonia.
501 - Camphora. (In eene tobbe.)
502 - foetens.
503 - indica. (In eene tobbe.)
504 - nobilis fol. undulatis. (In tobben.)
505 Lavandula Spica flor. albo.
506 Lavatera Olbia.
507 Lepidium suffruticosum.
508 Leptospermum argenteum.
509 - aromaticum.
510 - grandiflorum.
511 - pubescens.
512 - lanatum.
513 Leycerteria formosa.
514 Leijsera gnaphaloides.
515 Libertia formosa.
516 Ligusticum japonicus
517 Lilium japonicum.
518 - superbum.
519 - venustum.
520 Linaria triornithophora.
521 - tristis.
522 Linnaea borealis.
523 Linum arboreum.
524 Lithospermum orientale.
525 Lobelia arborescens.
526 - cardinalis.
527 - coronopifolia.
528 - erinoides.
529 - fulgens.
530 - ignea.
531 - minuta.
532 - purpurea.
533 - splendens.
534 - sijphillitica.
535 - Tupa.
536 Loddigesia oxalidifolia.
537 Lomandra longifolia.
538 Lonicera flexuosa.
539 - Periclijmenum.
540 Lophospermum scandens.
541 Lotus hirsutus.
542 - jacobaeus flor. Luteo.
543 - rar. latifolia.
544 - nigra.
545 Lupinus grandifolius.
546 - mutabilis.
547 - polijphijllus.
548 Lijchnis coronata.
549 Lycium afrum.
550 Magnolia ferruginea. (Twee stuks in tobben.)
551 - fuscata.
552 - grandiflora.
553 - macrophijlla,
554 - tripetala.
555 Mahernia lutea.
556 - pinnata.
557 Malva miniata.
558 - reflexa.
559 Matricaria, Chamomilla. var, fore pleno.
560 Maurandia antirrhiniflora.
561 - Barclaijana.
562 Medeola asparagoides.
563 Medicago arborea.
564 Melaleuca calijcina.
565 - chloranda.
566 - decussuta.
567 - densa.
568 - diosmaefolia.
569 - ericaefolia.
570 - fulgens.
571 - hypericifolia.
572 - linarifolia.
573 - splendens.
574 - styphelioides.
575 - trinervia.
576 Melia Azedarach.
577 Melianthus major.
578 - minor.
579 Melissa grandiflora.
580 Menispermum laurifolium.
581 Mesembrijanthemnm aureum.
582 - barbatum.
583 - caninum.
584 - clandum.
585 - corniculatum.
586 - crassifolium.
587 - curvifolium.
588 - deltoides.
589 - echinatum.
590 - emarginatum.
591 - extensum.
592 - felinuin.
593 - fissum.
594 - glaucescens.
595 - gracile.
596 - maximum.
597 - minutum.
598 - mutabilis.
599 - noctiflorum.
600 - Polium.
601 - pugioniforme.
602 - rigidum, major.
603 Mesembrijanthemum rubricaule.
604 - spectabile.
605 - splendens.
606 - stellatum.
607 - uncinellum.
608 - uniclaudens.
609 - violaceum.
610 - virens.
611 - vulpinum.
612 Mespilus japonica.
613 Metrosideros alba.
614 - ensifolia.
615 - gracilis.
616 - lanceolata.
617 - linearis.
618 - lophanta.
619 - pinifolia.
620 - scabra.
621 - semperflorens.
622 - speciosa.
623 - viminalis.
624 Mimosa prostrata.
625 Mimulus cardinalis.
626 - glutinosus.
627 - moschatus.
628 Myoporum parsifolium.
629 - tuberculatum.
630 Myrica cordifolia.
631 - rubricaule.
632 Mijrsine africana.
633 Myrtus communis.
634 - pleniceo.} In tobben.
635 - foliis varieg.} In tobben.
636 Nardina domestica.
637 Nerium Oleander.
638 - - flor. albo.
639 - - flor. pleno.
640 - - variegata.
641 Nicotiana viridifolia.
642 Oedera prolifera.} In tobben.
643 Olea americana.} In tobben.
644 - europaea.
645 Ononis rotundifolia.
646 Ophiglossum vulgatum.
647 Origanum Dictamnus.
648 - Majoranoïdes,
649 Orontium apuaticum.
650 Osmunda spicant.
651 Osteospermum coeruleum.
652 Othonna abrotanifolia.
653 - flagelliformis.
654 - pectinata.
655 Oxalis coerulea.
656 - rubra.
657 - versicolor.
658 Pachijsandra procumbens.
659 Papaver bracteatum.
660 Passerina filiformis.
661 - laxa.
662 Passiflora alata.
663 - - coerulea.
664 Pelargonium (*).
665 Penstemon gentianoides, rubra.
666 - Muraijana.
667 Periploca africana.
668 - graeca.
669 Phlomis Leonuris,
670 Phlox acutifolia.
671 - cordata, grandiflora.
672 - Drumondii.
673 - elegans.
674 - flosculosa.
675 - omniflora.
676 - verna.
677 Phormium tenax.
678 Phijlica ericoidos.
679 - imbricata.
680 - mijrtifolia.
681 - squarrosa.
682 Phyllis Nobla.
683 Physalis tomentosa.
684 Phytolacca decandra.
685 Pimelia decussata.
686 - hyrcina.
687 Pinus lanceolata. (In eene tobbe.)
688 Pistacia Lentiscus.
689 - Terebinthus.
690 Pittosporum coriaceum.
691 - Tobira.
692 - undulatum.
693 Platylobium triangulare.
694 Plectranthus fruticosus.
(*) Eene fraaije verzameling ongeveer 300 stuks welke bij de 10 stuks zullen verkocht worden.
695 Podocarpus elongatus.
696 Pogonia glabra.
697 Polygala cordifolia
698 - grandiflora.
699 - mixta.
700 - mijrtifolia.
701 - oppositifolia.
702 - Uva Ursi.
703 Polijpodium cambricum.
704 Pomaderus apetala.
705 Portulaca Thellinsonia.
706 Potentilla atropurpurea.
707 - formosa.
708 - Ruisseliana.
709 Prasium majus.
710 Primula veris.
711 - Auricula. (In onderscheidene soorten.)
712 Protea ciliata.
713 - cinerea.
714 - conifera.
715 - hirta.
716 - mellifera.
717 - pallens.
718 - polystachia.
719 Prunus Lauro-Cerasus.
720 - lusitanicus.
721 Psiadia glutinosa.
722 Psoralea bituminosa.
723 - odorata.
724 - pinnata.
725 Pultenaea subumbellata.
726 Punica Granatum.
727 Quercus Ilex.} In tobben.
728 - Suber.} In tobben.
729 Rhamnus Alaternus.
730 - - fol. var.
731 Rheum australe.
732 Rhododendron arboreum.
733 - maximum.
734 - ponticum.
735 Rhodoquiton volubile.
736 Rhus japonica.
737 Ribes sanguineum.
738 - spectabile.
739 Ricinus communis.
740 Rosa alba.
741 - Banksiae, lutea.
742 Rosa. Despréz.
743 - indica.
744 - Montezumae.
745 - Noisettiana.
746 Rogena lucida. (In eene tobbe.)
747 Rubus rosaefolius.
748 Ruscus aculeatus.
749 - Hypoglossum.
750 - Hypophijllum.
751 Ruta chalepensis.
752 - graveolens.
753 Salicornia fruticosa.
754 - amoena.
755 Salpiglossum integrifolium.
756 - lineare.
757 Salsola fruticosa.
758 Salvia chamaedrifolia.
759 - coccinea.
760 - formosa.
761 - involucrata.
762 - confertiflora.
763 - dulcis.
764 - paniculata.
765 - patens.
766 - splendens.
767 Sanseviera carnea.
768 - maculata.
769 Santolina chamaecyparissus.
770 - fragrantissima.
771 Scabiosa superba.
772 Schinus Huigan.
773 - molle.
774 Schotia speciosa.
775 Sedum dasijphijllum.
776 - Humbolthii.
777 - hijbridum.
778 Selago corymhosa.
779 - Gelesii,
780 - spuria.
781 Selinum decipiens.
782 Sempervivum arachnoideum.
783 - arboreum.
784 - - fol. var.
785 - aureum.
786 - canariense.
787 - globiferum.
788 - glutinosum
789 Sempervivum, spathulatum.
790 - tabulaeforme.
791 - tortuosum.
792 Senecio elegans.
793 - japonicus.
794 Serissa foetida fl. pleno.
795 Sideritis candicans.
796 - cretica.
797 Sideroxijlon melanophleum. (In eene tobbe.)
798 - Milleriana.
799 Solanum aviculare.
800 - marginatum.
801 - orellanum.
802 Soldanella alpina.
803 Soleya heterophijlla.
804 - littoralis,
805 Sonchus fruticosus.
806 - pinnatus.
807 Sophora tetraptera.} In tobben.
808 - microophijlla.} In tobben.
809 Sparmannia africana.
810 Spartium junceum, flore albo.
811 - multiflorum.
812 Sphaerolobium viminale.
813 Spielmannia africana.
814 Spigelia marilandica.
815 Stachijs cardinalis.
816 - coccinea.
817 Stapelia acuminata.
818 - grandiflora.
819 - glauca.
820 - lepida.
821 - mutabilis
822 Statice fasciculata.
823 - monopetala.
824 - mucronata.
825 - suffruticosa.
826 Stenochilus viscosus.
827 Stevia serrata.
828 Struthiola imbricata.
829 - orata.
830 Stylidium adnatum.
831 Styphelia parvifolia.
832 Swaisonia Millerii.
833 Symphocamphylos bicolor.
834 Tagetes lucida,
835 Tanacetum argenteum.
836 Tarchonanthes camphoratus.
837 Tecoma capensis.
838 Templetonia glauca.
839 Teucrium fruticans.
840 - hispanicum.
841 - Marum.
842 - Polium.
843 Thea viridis.
844 Trachelium coeruleum.
845 Trichlochin maritimum.
246 Tropaeolum majus, (flore pleno.)
847 - quinquefolium.
848 - tuberosum.
849 Tussilago Petasites.
850 Ulex europaeus, (fl. pleno.)
851 Ulmus chinensis.
852 Valeriana rubra.
853 Vella Pseudo-Citisus.
854 Veltheimia sarmentosa.
855 - viridifolia.
856 Verbena Aubletia.
857 - chamaedrifolia.
858 - Fergussonii.
859 - nodiflora.
860 - pulchella.
861 - teucrioides.
862 - Tweediana.
863 Vestia lycioides.
864 Viburnum lucidum.
865 - odoratissimum.
866 - rugosum.
867 - Tinus. (In eene tobbe.)
868 Viola calcarata.
869 - palmata.
870 Visnea Mocanera.
871 Vitex Agnus-castus.
872 Westringia rosmariniformis.
873 Zijgophijllum foetidum.
874 - Morgsana.
875 - sessilifolium.
876 Zephijranthus candida.
877 - carinata.
878 - crinita.
879 - rosea.
Van de meeste der bovengemelde Oranjerie-Gewassen zijn er meer dan een Exemplaar.

>> begin


>> begin

Wat er in 1813 resteerde, is publiek verkocht:

CONDITIEN.
I. Het gekogte moet gereed en vóór de aflevering worden betaald.
II. De Planten moeten door de Kopers op eigen kosten terstond na de verkoping worden vervoerd.
III. De Kopers zullen geen aanspraak hebben op schadevergoeding, wanneer in de benaming der Planten of in eenige andere opzigten abusen begaan zijn.
PLANTEN IN HET ORANGE-HUIS >> Trekkast, Koepel
N°. 1. Semper vivum arborescens.
Rhus glabrum.
Ginkago biloba.
2. Jasminum Azoricum.
Erigeron foetidum.
Dolichos lignosus.
3. Geranium flore albo superbo.
Dracocephalum Canariense.
Jasminum Azoricum.
4. Solanum Jacobeum.
Jasminum frutescens.
Physalis alkekengi.
5. Equifetum.
Solanum Jacobeum.
Hedera folio variegato.
6. Echium corollis stam. longioribus.
Filix Indica.
Baccharis halimifolia.
N°. 7. Convolvulus cneorum.
Santolina chamae Cyparissus.
Rhamnus alaternus folio argenteo.
8. Gorteria rigens.
Rhus metopium.
Jasminum officinale.
9. Solanum tuberosom.
Rhamnus viridis.
Rhamnus alaternus aurifolius.
10. Capsicum arborescens.
Laurus Persea.
Daphne Laureola.
11. Clutia pulchella mas.
Laurus Persea.
Prunus laurocerasus.
12. Convolvulus.
Leonurus Cardiaca.
Capsicum arborescens.
13. Geranium terebinthinum.
Cytisus Austriacus.
Lycium barbatum.
14. Halleria lucida.
Ficus.
Cercis siliquastrum.
15. Rhamnus Spinosa.
Semper vivum arborescens.
Melianthus major.
16. Cluda pulchella mas.
Melianthus major.
Tarchonanthus camphoratus.
17. Malva Lusitanica.
Celastrus myrtifolium.
Malva Capensis.
18. Jasminnm fruticans.
Clutia femina.
Bosea yervamora.
19. Melianthus major.
Lentiscus.
Bacharis halimifolia.
20. Clutia pulchella femina.
Aloe Uvaria.
Tamarix Germanica.
21. Rhamnus folio variegato.
Salvia Africana.
Etiocephalus Africanus.
22. Medicao arborea.
Smilax laurifolia.
Malva capensis.
N°. 23. Gorteria rigens.
Salicorma.
Sempervivum arborescens.
24. Daphne Laurifolia.
Lotus.
Atriplex glauca.
25. Convolvulus.
Phlomis fruticosa.
Vella pseudocytisus.
26. Teucrium fruticans.
Psoralea bituminosa.
Santolina Alpina.
27. Cistus ladaniferus.
Olea cap.
Salvia Capensis.
28. Lotus.
Arctotis Aspera.
Jasminum officinale.
29. Psoralea bituminosa.
Solanum Sodomeum.
Hypericum Canariense.
30. Ligustrum folio variegato.
Sempervivum Arborescens.
N°. 31. Dioscorea fativa.
Rhamnus Cathareticus.
Lycium Afrum.
32. Euphorbia.
Rhamnus Spinosus.
Clutia femina.
33. Rumex.
Dioscorca Sativa.
Lycium Afrum.
34. Punica granatum.
Diospyros lotus.
Nerium oleander.
35. Rumex.
Solanam tuberosum.
Phlomis fruticosa.
36. Urtica.
Crithmum Pyrenaicum.
Equisetum.
37. Leonurus Indica.
Salvia folio aureo.
Salvia folio argenteo.
38. Convolvulus cneorum.
Prasium majus.
Cineraria.
N°. 39. Ilex.
Chenopodium scoparia.
Terragonia fruticosa.
40. Messersmidia fruticosa.
41. Marrubium candidissimum.
Rhamnus alaternus major.
Phlomis purpurea.
42. Chenopodium scoparia.
Teucrium minus.
Rosmarinus officinalis.
43. Coronilla coronata.
44. Bosea yervamora.
Teucrium flavum.
Phlomis Indica.
45. Aristolochia longa.
Hypericum Canariense.
Clutia mas.
46. Chrysanthemum.
Teucrium majus.
Ruta latifolia.
N°. 47. Vinca Gnaphalium cymosunt Prastum majus.
48. Euphorbia hypericIfolia. Equisetum. Porculaca racemosa. litiphorbia nerhfolia. Euphorbia. hypericifulia.
49. Jasminum humile.
Portulaca racemosa.
Ocymum rugosum.
50. Genista Sibirica.
Origanum majorana.
Ruta graveoleus latifolia.
51. Ruscus lantiscus.
Portulaca.
Teucrium flavum.
52. Solanum pseudocapsicum.
Jasminum officinale.
Salvia major.
53. Viola Indica.
Jasminum.
Carthamus mitissimus.
54. Hedra.
Jasminum humile.
Achillea.
N°. 55. Carthamus mitissimus.
Columnea minor.
Erigeron foetidum.
56. Ruellia dentata.
Ocymum rugosum.
Arum arisarum majus.
57. Solanum Sodomeum.
Capsicum arborescens.
Euphorbia lathiris.
58. Silene Capensis.
Verbena obliqua.
Smilax.
59. Aristolochia longa.
Achillea.
Rhamnus Spinosus.
60. Agnus castus tinifolia.
Melissa calamintha.
Yucca gloriosa.
61. Borago orientalis.
Ocymum rugosum.
Salvia Capensis.
62. Arum minus.
Borago orientalis. Capsicum arborescens.
N°. 63. Bubon Macedonicum.
Caplus vendru ?
Arum minus.
64. Daucus.
Cneorum.
Capsicum arborescens.
65. Arctotis acaulis.
Aster.
Bubon Macedonicum.
66. Sedum Tartaricum.
Aster.
Arum.
67. Erica.
Convolvulus liniatus.
Cortusa Matthioli.
68. Linum.
Laurus Persea.
Convolvulus liniatus.
69. Sedum.
Cortusa Matthioli.
Zygophillum.
70. Marum Syriacum.
Cistus Creticus.
Rhamnus.
N°. 71. Cacalia.
Hypecoum.
Anthericum.
72. Geranium.
Verbena obliqua.
Salvia argentea.
73. Geranium flore albo.
Camphorosma monspeliensis.
Teucrium minus.
74. Camphorosma monspeliensis.
Anethum frutescens.
Chelone.
75. Geranium album.
Geranium.
Geranium.
76. Cneorum.
Cuba Japonica.
Camphorosma monspeliensis.
Geranium vitifolium.
Chelone glabra.
Teucrium.
77. Solanum aculeosissimum.
Stachys annua.
Melianthus minor.
N°. 78. Scabiosa Americana.
Geranium. Iberis folio variegato.
79. Convolvulus.
Senecio hieracifolius.
Geranium album.
80. Olea Capensis.
Geranium.
Phlomis Indica.
81. Geranium album.
Marrubium pseudodictamnus.
Iberis semper florens.
82. Bupleurum fruticosum.
Iberis semper florens.
Prasium majus.
83. Geranium nodosum.
Iberis semper florens.
Centaurea.
84. Arum colocasia.
Rhus trifolium.
Gorteria rigens.
85. Geranium odoratum.
Geranium Muscatum.
Astragalus Tragacantha.
N°. 86. Geranium flore albo.
Geranium flore rubro superbo.
Geranium muscatum.
87. Styrax officinalis.
Ciscus Lybanotis.
Aster.
88. Gnaphalium stoechas.
Geranium Sanguineum.
Abrotanum.
89. Tetragonia hirsuta.
Westrangelia rosmarini folia.
Buchnera aurantifolia.
90. Geranium gibbosum.
Chelone.
Hermannia grossulari folia.
91. Salvia Africana.
Geranium Zonale.
Geranium flore purpureo.
92. Geranium purum.
Abrotanum.
Geranium Zonatum floreargenteo.
93. Geranium glutinosum.
Geranium gibbosum. Geranium Zonatum aurifolium.
N°. 94. Chelone.
Acuba japonica.
Taxus nucifera.
95. Geranium rosatum.
Geranium terpentinum.
Geranium Lusitanicum.
96. Geranium.
Geranium zonale argent.
Geranium zonale.
97. Geranium flore purpureo.
Fuchsia Triphylla.
Geranium argent.
98. Geranium.
Geranium odoratum.
Geranium zonale.
99. Geranium flore purpureo.
Geranium flore rubro.
Geranium zonale folio argenteo.
100. Geranium rubrum.
Geranium hirsutum.
Geranium zonale folio aureo.
101 Geranium cordifolium.
Geranium rosatum.
Geranium purum.
N°. 102. Geranium purpureum.
Geranium rosacum.
Geranium rubrum.
103. Geranium terpentinum.
Geranium rosatum.
Geranium flore roseo.
104. Geranium rosatum.
Geranium hirsutum.
Geranium.
105. Geranium sonatum purpureum.
Geranium aureum.
Geranium zonatum flore rubro.
106. Geranium zonale.
Geranium rosatum.
Geranium rosatum.
107. Geranium purpureum.
Geranium zonale.
Geranium zonale.
108. Geranium zonale flore purpureo.
Myrtus communis.
109. Chrysanthemum.
Jasminum Azoricum.
Cotyledon.
N°. 110. Crassula tetragona.
Agnus castus tinifolia.
Cotyledon.
111. Crassula tetragona.
Mesembryanthemum.
Cotyledon.
112. Mesembryanthemum.
Crassula.
Semper vivum argenteum variegatum.
113. Geranium noctiflorum.
Mesembryanthemum tuborosum.
Mesembryanthemum flore ver.
114. Crassula flore roseo.
Cactus.
Cacalia.
115. Oxalis Indica.
Geranium noctiflorum.
Mesembryanthemum noctifloreum.
116. Iris Indica.
Sedum dasyphill.
Mesembryanthemum noctifloreum.
117. Crassula orbicul.
Saxifraga Stolonifera.
Cotyledon orbiculat.
N°. 118. Semper vivum arachnoideum.
Anthericum frutescens.
Mesembryanthemum stipulaceum.
119. Marum Syriacum.
Cytrus medica.
Mesembryanthemum stipulaceum.
120. Crassula nudicaul.
Semper vivum montanum.
Asphodelus.
121. Sedum dasyphyllum.
Crassula nudicaulis.
Mesembryanthemum noctiflorum.
122. Saxifraga stolonifera.
Crassula nudicaulis.
Halleria.
123. Cacalia fycoïdes.
Mesembryanthemum stip.
Meseinbryanthemum filament.
124. Mesembryanthemum stip.
Crassula tetragona.
125. Mesembryanthemum filament.
Ornithogalum flore albo.
Crassula portulacaria.
N°. 126. Mesembryanthemum.
Crassula.
Mesembryanthemum crassifolium.
127. Mesembryanthemum glomeratum.
Crassula.
Crassula orbicularis.
128. Crassula portulacaria.
Mesembryanthemum filament.
Geranium nocturnum.
129. Crassula orbicularis.
Mesembryanthemum folio variegato.
Mesembryanthemum filament.
Hier eindigen de Planten in het Orange-Huis.
WARME PLANTEN IN DE TREK-KAST.
N°. 130. Arum colocasia folio coeruleo.
Dorstenia ensiformis.
Dorstenia drakena.
Limodorum tuberosum.
131. Crinum Americanum.
Mimosa pennata.
Arum proboscideum.
Piper trifolium.
132. Commelina virginica.
Dorstenia ensiformis.
Pancratium Caribaeum.
Arum triphyllum.
133. Portulaca anacampseros.
Piper trifolium.
Pancratium Caribaeum.
Arum proboscideum.
134. Bromelia ananas. 7 potten divers.
N°. 135. Cactus tetragonus.
Cactus ficus Indicus major.
Cactus ficus Indicus major.
136. Aloë ensiformis.
Cacalia anteuphorbium.
Cactus ficus Indicus major.
137. Aloë variegata.
Cacalia ficoïdes.
Euphorbia tirucalli.
138. Crassula perfoliata.
Cacalia ficoïdes.
Euphorbium caput Medusae erectum.
139. Crassula perfoliata.
Euphorbium officinarum.
Cactus ficus Indicus major.
140. Crassula perfoliata.
Borassus flabelliform.
Phoenix dactylifera.
141. Euphorbium caput Medusae erectum.
Euphorbium Mauritanicum.
Cactus ficus Indicus major.
142. Cactus tetragonus.
Cactus tetragonus.
Cactus ficus Indicus major.
N°. 143. Cactus ficus Indicus major.
Cactus tetragonus.
Crassula perfoliata.
144. Agave vivipara.
Cactus ficus Indicus major.
Crassula Coccinea.
145. Senecio hieracifolius.
Erythrina herbacea.
Bryonia diocea.
146. Commelina Virginica.
Rivina octandra.
Convolvulus.
147. Mimosa.
Rivina octandra.
Mimosa glauca.
148. Urtica nivea.
Convolvulus. Lantana flore aurantio.
149. Mimosa pennata.
Cistus villosus.
Borassus flabelliform.
150. Cassia senna.
Lantana flore luteo.
Erythrina corallo dendron.
N°. 151. Lantana camara.
Jasminum grandiflorum.
Lantana camara.
Hibiscus.
152. Lantana camara.
Ficus pumila.
Lantana flore aureo.
153. Hibiscus sinensis flore rubro.
Lantana camara.
Poinciana elata.
154. Lantana camara.
Sterculia platanifolia.
Lantana camara.
155. Solanum spina aurea.
Lantana flore aureo.
Lantana camara.
Petiveria alliacea.
156. Lantana flore aureo.
Saccharum officinarum.
Lantana camara.
157. Cestrum diurnum.
Lantana camara.
Hibiscus manihot.
N°. 158. Lantana flore albo.
Volkameria inermis.
Saccharum officinarum.
159. Passiflora.
Ficus pumila.
Mimosa Farnesiana.
160. Lantana flore albo.
Jasminum grandiflorum.
Sida Indica.
161. Nyctanthes sambac.
Callicarpa Americana.
Jasminum grandiflorum.
162. Passiflora vespertilio.
Cestrum diurnum.
Melia azederach.
163. Mimosa Farnesiana.
Jasminum grandiflorum.
Passiflora vespertilio.
164. Mimosa Farnesiana.
Passiflora holosericea.
Cestrum diurnum.
165. Mimosa Farnesiana.
Passiflora holosericea.
Mimosa glauca.
N°. 166. Mimosa Farnesiana.
Cestrum diurnum.
Melia azederach.
167. Datura arborea.
Mimosa Farnesiana.
Mimosa glauca.
168. Citrus Medica. 13 potten wilde in het Orange-Huis
PLANTEN IN DE KOEPEL.
N°. 169. Yucca Draconis.
Borassus flabelliform.
Dorstenia dracena.
170. Arum colocasia.
Borassus flabelliform.
Curcuma longa.
Borassus flabelliform.
171. Borassus.
Borassus.
Arduina bispinosa.
Filix Indica.
172. Plumbago Ceilonica.
Borassus.
Filix Indica.
Mimosa glauca.
N°173. Borassus.
Costus Arabicus.
Tradescantia bicolora.
Borassus. Crinum Americanum.
174. Nyctanthes sambac.
Verbesina alata.
Phoenix dactylifera.
Borassus.
175. Musa folio variegato.
Crinum Americanum.
Ficus pumila.
176. Hibiscus.
Canna Indica rubra.
Musa paradisiaca.
177. Dorstenia dracena.
Musa coccinea.
Plumbago Ceilonica.
178. Canna Indica flore luto.
Hibiscus.
179. Borassus.
Rivina humilis. Arum calocasia.
N°. 180. Piscidia Carthageniensis.
Canna Indica flore luteo.
Rivina humilis.
181. Aletris fragrans.
Amomum paradisiacum.
Urtica.
Arduina bispinosa.
182. Sida cordifolia.
Barleria prionitis. 2 potten.
183. Rivina octandria.
Nyctanthes sambac.
Petiveria alliacea.
184. Yucca Aloïdes.
Phoenix dactylifera.
Amomum paradisiacum.
185. Asclepias flore aureo.
Smilax sarsaparilla.
Nyctanthes sambac.
186. Nyctanthes sambac. 2 potten.
Sida Indica.
187. Smilax sarsaparilla.
Cestrum nocturnum.
Datura Arborea.
N°. 188. Curcuma longa.
Phoenix dactilifera.
Gloriosa superba.
189. Phoenix dactilifera.
Amomum zedoaria.
Musa folio variegato.
190. Sida cordifolia.
Curcuma longa.
Fagara pterota.
191. Cestrum nocturnum.
192. Barleria prionitis.
Phoenix dactilifera.
Ficus Indica.
193. Gloriosa superba.
Arduina bispinosa.
Sida cordifolia.
Pisonia aculeata.
194. Amomum zedoaria.
Mimosa pennata.
Passiflora vespertilio.
195. Sterculia plantanifolia.
Curcuma longa.
Amomum zingiber.
Yucca aloides.
N°. 196. Aloë perfoliata.
197. Yucca draconis. 2 tobben.
198. Aloë perfoliata.
Cactus pentagonus.
199. Cactus pentagonus. 3.
200. Phoenix dactilifera.

Handschriftelijke aantekening:
Hieronder eene zeer oude en hooge Yukka, Cactussen en andere Plantgewassen, en een Phoenix dactylifera misschien 60 jaren oud, hoog circa 24 a 25 voeten, uitmuntend gaaf en schoon.

>> begin

B.C.J. Hekker, Mr. W.R.H. Koops, H. Maring, De nalatenschap van het Franeker Athenaeum: hoogleraren, instrumenten, bibliotheek en de hortus botanicus, in: Academisch onderwijs in Franeker en Groningen 1585-1843, IJver en wedijver - Universiteitsmuseum Groningen 1985, 72-81, 74-78: De hortus botanicus.
De roerige ontwikkeling die het Franeker Athenaeum in de negentiende eeuw heeft moeten ondergaan, vond zijn weerklank in het beheer van de academische plantentuin. De uit de zestiende eeuw stammende hortus had twee eeuwen lang een bloeiend bestaan geleid, tot de Franse keizer daar een eind aan maakte door de hogeschool in 1811 te sluiten.
Toen Adriaan Gilles Camper na een korte afwezigheid op 5 oktober 1812 in Franeker terugkwam, stond hem een onaangename verrassing te wachten. Hij trof daar Jacob Pieter Leichtenberg, hortulanus van de Groninger hortus. Deze toonde hem een machtiging van de Groninger rector magnificus, Herman Muntinghe, om planten in de Franeker hortus uit te zoeken en te vervoeren naar Groningen. Tevens werd Camper verzocht Leichtenberg daarbij behulpzaam te zijn.
Adriaan Gilles, een zoon van Petrus Camper, was als eerste inspecteur in dienst van de Groninger universiteit. Hij was belast met de inspectie van het onderwijs in de departementen Friesland en Monden aan de IJssel.
Camper was een bezield verdediger van de Franeker academie, ook nadat deze in oktober 1811 werd gesloten. Opgegroeid op Klein Lankum, het landgoed waar zijn vader was gaan wonen na zijn hoogleraarschap aan de Groninger universiteit, had hij zijn eerste academische lessen op vijftien jarige leeftijd aan de Franeker hogeschool gekregen. De schrijver van zijn levensschets, Van Breda, schildert hem af als erfgenaam van een groot deel van zijn vaders veelzijdige talenten. Van 1803 tot 1805 was hij curator van de Franeker hogeschool geweest. In 1812 kreeg hij het rectoraat van de Groninger universiteit aangeboden. Camper weigerde, omdat hij Klein Lankum met het beroemde Museum Camperianum niet wilde verlaten. In plaats daarvan aanvaardde hij het ambt van eerste inspecteur. Camper schreef aan Muntinghe dat hij bezwaar maakte tegen het vervoer van de planten en hij voerde daar een formele reden voor aan: de rector zou niet bevoegd zijn goederen van de hogeschool over te nemen. Alleen de grootmeester van Parijs kon hierover beslissen. Camper probeerde zo de ontmanteling van de Franeker academie te vertragen. De Groninger universiteit was niet alleen geïnteresseerd in de hortus, maar wilde het liefst de totale inboedel van de Franeker hogeschool hebben van boeken tot en met collegebanken. Leiden probeerde eveneens zaken in bezit te krijgen en was daar reeds gedeeltelijk in geslaagd. Dat laatste tot verontwaardiging van Groningen, omdat Leiden al goederen van de hogeschool van Harderwijk toegewezen had gekregen.
Het plan om de gewassen naar de Groninger hortus over te brengen was van Petrus Driessen, hoogleraar in de botanie. Hij zou dit later rechtvaardigen met het argument dat de planten anders zouden zijn doodgegaan. Muntinghe ging accoord met dit plan, maar moest Camper formeel gelijk geven. Een formele opstelling in deze kwestie zou wel het einde van de plannen betekenen. Camper zwichte tenslotte, maar maakte een dramatisch gebaar: hij trok geheel en al de handen van de Franeker hortus af en legde de volledige verantwoordelijkheid - ook de financiële - bij Groningen. Daar moest men voortaan zorgdragen voor "... het aanschaffen van de benodigde turf, het repareren van de kassen en coupel, en de bezoldiging der oppassers." Hoe zwaar Camper geraakt was, blijkt uit de slotzin van zijn brief aan Muntinghe: "De strijdige gevoelens over deze zaak ter principaale hebben mij eenen diepen indruk van leed veroorzaakt, echter vlije ik mij te hebben ' gehandeld naar mijnen plicht ..." (10 oktober 1812).
Per trekschuit kwamen de Franeker gewassen naar Groningen. Het was een bonte verzameling van onder andere jeneverbessen, meidoorns, citroenbomen, dwergpalmen, olijfbomen, laurieren, mirten, vijgebomen, oleanders, vele vetplanten en cactussen en een geranium. Niet alle planten werden door Leichtenberg naar Groningen overgebracht. Behalve dat Driessen niet alle planten wilde hebben, konden ze ook niet allemaal worden vervoerd. Sommige hadden een hoogte bereikt van zes tot tien meter, zoals een dadelpalm, enkele pisangs, cactussen, yucca's en enige aloë's en sida's. Er bestaan twee lijsten van vervoerde planten: één opgesteld door Leichtenberg, waarop 190 exemplaren en 51 bakken met gewassen staan vermeld en één die later door Camper werd verstuurd, waarin hij 142 exemplaren noemt.
Groningen was niet vlot met het overmaken van de benodigde gelden voor het onderhoud van de resterende planten. Herhaaldelijk moest Camper klagen. De planten zouden doodgaan wanneer het geld uitbleef en hij voegde eraan toe: "Daar mij de zaken uit handen zijn genomen alsof ik deselve niet genoegsaam zoude hebben behartigd, zoo kan Uedele van mij niet vergen dat alleenig te surveilleren hetgene niet is kunnen vervoerd worden" (26 oktober 1812). De planten die in Franeker achterbleven, zijn op 30 oktober 1813 in het openbaar verkocht.
In 1815 zou Franeker de poorten weer openen. Niet als hogeschool, maar als Rijksatheneum. Camper was een van degenen die hier hard voor had gestreden en hij werd benoemd tot president-curator. Tevreden was hij echter niet. Dat Franeker slechts een Athenaeum werd, beschouwde hij als een slechte zaak. Het bestuur van het Athenaeum wilde de hortus weer opbouwen en eiste al haar planten terug met de potten en bakken die naar Groningen waren vervoerd. Ook wilde het graag dubbele exemplaren uit de tuin van Groningen, zodat men kon komen tot een gedeeltelijke herstelling van het onderwijs van een wetenschap waarin de curatoren van Groningen immers altijd een groot belang hadden gesteld. Petrus Driessen was echter niet van plan alles terug te geven. Hij meende te kunnen bewijzen dat het destijds de bedoeling van de grootmeester was geweest de planten definitief aan Groningen te schenken. Dat hij toen had beweerd dat het vervoer tijdelijk en voor het behoud van de planten was bedoeld, was alleen gedaan uit gevoel van deelneming in het ongelukkig lot van de Franeker academie. Driessen voerde meer redenen aan om de planten niet terug te geven. In de winter van 1812-1813 waren veel planten doodgegaan - ook enige uit e Franeker - door het gemis aan de nodige toelagen om de kas warm te stoken. Er zou nog veel minder over zijn geweest wanneer er niet zoveel vanuit de faculteitskas ("dat is onzene eigen beurs") was besteed. Dit argument lijkt meer een verwijt aan de curatoren van Groningen aan wie dit alles was gericht, dan bruikbaar in de strijd tegen Franeker. Veel potten en bakken waren volgens Driessen oud en onbruikbaar geweest. In 1814 en 1815 waren er daarom vele gerepareerd of vervangen. Het herstel had meer gekost dan de potten en bakken waard waren geweest. Bovendien, vroeg Driessen zich af, waarom zou Franeker ook de meer zeldzame planten terug moeten krijgen. De aard van het onderwijs was helemaal niet zo dat deze vereist waren. Zeldzame gewassen waren meer geschikt "tot het verkrijgen van eenen hogere trap van de botanische kunde voor de meer gevorderden." Meer voor de hand lag het om gewassen te sturen die geschikt waren om beginnelingen in de grondbeginselen van de plantkunde te onderwijzen (7 maart 1817). Geruime tijd bleef Driessen het te vroeg in het jaar vinden om lijsten te kunnen opstellen van planten die gemist konden worden. Camper bleef echter aandringen. De planten destijds "... onder onregtvaardig bestuur vervoerd" moesten terug om ze "aan de vorige eigenaars te herstellen" (12 1 juni 1817). Vijf en een halve maand nadat Camper zijn verzoek om teruggave had gedaan, arriveerde een aantal planten in Franeker. Camper bedankte Groningen voor deze "edelmoedigheid" en zei er des te meer waarde aan te hechten daar hieruit de "gunstige gezindheid" van de Groningers jegens het Athenaeum bleek.
Nadat de hogeschool de status van Athenaeum had gekregen, probeerde men de hortus weer tot bloei te brengen. Vooral de curatoren van de Groninger universiteit, S.J. Brugmans en Van Boelens van Lijnden, hebben zich hiervoor heel wat moeite getroost. De toekomst zag er echter niet rooskleurig uit. Het budget bleef laag, doordat men in onzekerheid verkeerde over het al of niet voortbestaan van het Athenaeum.
Toen het Athenaeum uiteindelijk in 1843 werd opgeheven, moest een onderkomen voor de planten worden gevonden. Op 24 oktober 1843 werd een veiling georganiseerd, waarop totaal niet minder dan 1480 planten geveild zouden worden. Hierbij waren 261 warme planten, 879 orangerie-gewassen, 39 planten van de koude grond en 310 vaste planten. Het werd geen succes en het Athenaeum besloot de Groninger hortus in te schakelen. Hortulanus J.C. Hoffman, die zelf voor zijn aanstelling in Groningen in de Franeker hortus had gewerkt, reisde daarop naar Franeker om zijn keuze uit de collectie mee terug te nemen naar Groningen. Aangekomen in Franeker kreeg Hoffman te horen dat de hortus eigenlijk alleen de medicinale planten kwijt wilde. Maar Hoffman nam daar geen genoegen mee. Een hortus botanicus moest immers een representatieve verzameling van allerlei soorten planten bevatten. Hoffman wist de beheerder van de Franeker hortus tenslotte te overtuigen en in het voorjaar van 1844 werd een selectie planten ingescheept met de Groninger hortus als bestemming. Het jaar daarop kwam de hortulanus van Franeker, William Kent, in dienst van de Groninger hortus en bleef daar werkzaam tot zijn pensioen in 1879.
Leeuwarder Courant 27 oktober 1843:
Van Franeker vernemen wij, dat de aangekondigde verkooping van de Bloemen, Planten en Gewassen van den Hortus Medicus geen voortgang heeft gehad wegens gebrek aan kooplust. Naar aanleiding hiervan hopen wij dat het voorstel om dezen Plantentuin herwaarts over te brengen en met den Stadt- of Prinsentuin te verbinden, door de Regering opnieuw in overweging genomen mag worden daar zulk eene even aangename als nuttige inrigting deze stad en die plek bijzonder versieren zou en het voorzeker algemeen genoegen zou geven dat dit gedeelte van de vernietigde Friesche Hoogeschool, door een Stadhouder uit het Huis van Nassau mede opgerigt, zulk eene waardige plaats bekwam op eene plek waaraan zoo vele roemrijke herinneringen aan derzelver stichters, de Vorsten uit het Huis van Nassau en Oranje, verbonden zijn.

LC 26 juli 1775
Franeker den 24 July. Alzo in de Academie-tuin alhier tegenwoordig in bloey staat het Americaansch gewas, door Linnaeus genoemd YUCCA DRACONIS [= drakenbloedboom], heeft de hortulanus W. Semler gemeend van de liefhebbers der kruidkunde geen ondienst te zullen doen, met de bekendmaking hiervan. Het gemelde gewas, dat zeldzaam bloeyt, is, van den grond af tot aan het einde der bloemtros gerekend, twintig voeten hoog.

Archief universiteit/athenaeum Franeker, Tresoar toegang 181 inv.nr. 118
Copia Missive aan Heeren Curatoren
Edele Mogende Heeren!
Haare Hoogwelgeboorene Mevrouwe de Douairiere Lijcklama a Nijeholt heeft aan ons bij missive van den 11 dezer kennis gegeeven, dat, uit overweeging der relatie, welke wijlen de Heer Grietman en Curator [Augustinus Lycklama à Nijeholt 1777 - †30-11-1789] tot de Academie had, geresolveerd was, ter gedachtenisse van zijne HooghEd. Gestrenge, aan de Academie te offereeren de reeds zeer groote Aloë, die op het buitengoed te Oldeboorn gevonden wordt, met verzoek so deze offerte aan de Academie kon behagen, de Aloë alsdan ten spoedigsten te doen afhaalen; aengezien zulks tot derzelver conservatie hoe eerder hoe beter zoude zijn.
Wij hebben hierop benevens den Hr. Prof. Ypeij geconsulteerd den prof. botanices en hortulanus, en bericht ontvangen dat er goede gelegenheid was om gem. Aloë te plaatzen.
Evenwel hebben wij dit geschenk, ons zo gratieuselijk aangebooden niet dan conditioneel durven aanvaarden uit hoofde der kosten welke noodwendig op het afhaalen en transport zullen loopen, en welke ons aerarium onmoogelijk hoeden kan: maar vervoegen ons tot Uwe Edele Mogende, De zelve eerbiedig verzoekende, zodaanige schikkingen te maaken, en het daar heenen wel te willen dirigeeren, dat de kosten van dit present aan 's Lands tuin ook door den Lande werden goed gedaan; en dat Uwe Ed. Mogende verders hieromtrent aan den hortulanus en opziener van 's Lands werken alhier zodanige ordres gelieven te geeven, als dezelve zullen goedvinden te behooren.
Waarmede wij de eer hebben ons met diep respect te tekenen
Edele Mogende Heeren!
Uwer Edele Mogg. zeer gehoorhaame Dienaaren
De Rector Magn. en Senatus Gen. van 's Lands Universiteit
... den 14 november 1789
Ter ord.tie derselver

Ter zijde

Ten zuiden van de Voorstraat was er ook een oranjerie in de tuin van het huis ten westen van de Martenastins dat professor Voorda in 1671 kocht van de erven van secretaris Scheltema. Van buurman Isaac Telting, eigenaar/bewoner van de Martenastins, moesten de ramen van de oranjerie die uitkeken op zijn tuin dichtgemetseld worden.
De oranjerie was gebouwd door Suffridus Westerhuis (1668-1751) toen die eigenaar was van de Martenastins en het huis ten westen daarvan, nu bekend als het Bangahuis. Hij had de tuinen samengevoegd en er een botanische lusthof van gemaakt. In de orangerie verzamelde hij uitheemse gewassen die via de Oost- en Westindische Compagniën naar Nederland kwamen. Aangetrouwde neef Willem van Ranouw heeft hem daarbij jarenlang geholpen. Ranouw promoveerde in 1715 te Utrecht tot doctor in de medicijnen. Diens weduwe erfde de Martenastins, die zij na het overlijden van Titia Westerhuis-Bogarda zou betrekken.
Nedergerecht Franeker toegang 13-13 inv.nr. 239, fol. 115v-116r:
De Heer Bavius Voorda J. U. Dr. et Professor Juris Civilis aan 's Lands Academie te Franeker B. B. C. en inwijsinge over de koop van een Huijsinge (hovinge en Orangerij) cum annexis staande en geleegen binnen Franeker aan de Voorstraat bij wijlen de Old secretaris Jacobus Scheltema en wijlen Sjouke Harkema bewoond geweest met al wat daar om en aan aard, muijr, band, spijker en nagelvast is als meede met de losse goederen tot de huijsinge be- hoorende ende verkooper eijgen zijn, op den 12 maij 1762 vrij aan te vaarden vrij van grondpagt dog voorts met soodanige actien, lasten, servituten en geregtigheeden als van ouds, dog zullen de beneeden vensters in de Orangerij teegenswoordig uijtsigt hebbende in de thuijn van de Heer I. Telting op kosten van de verkooper werden digt gemetselt of soogenaamde koekuijten daar voor werden gemaakt ter keuze van de Cooper en wanneer er koekuijten zullen werden gemaakt, zal de verkooper de glasvensters soodanig moeten laaten maaken dat nae binnen kunnen afdraijen, blijvende dan wijders het onderhoud der koekuijten ten laste van de Heer Cooper, genietende deese huijsinge het vrij gebruijk der steeg ten oosten alsmede begeregtigt met het gebruijk der put op de plaats van de Heer J. Telting, die daarvan alleen het onderhoud ten laste koomt, hebbende de Heer J. Telting nom. uxoris ten oosten en zuijden, de Geregtsboode Claas Molenaar nom. libb. ten westen en de gemeene straat ten noorden tot naastlegers. Aldus in koop bekoomen van Cornelis Scheltema secretaris der stede Franker voor een somma van drie duijsent en twee hondert Car. gls. van XX strs. het stuk, te voldoen en betaalen in twee termijnen op 1o maij dagen en der jaeren 1762 en 1763 telkens de geregte helfte in baaren gelde en klinkende munte sonder Landschaps thoonder deeses obligatien en in vrij Cost en schaadeloos geld, breder ver- mogens de Coopbrief hieraf zijnde. prima proclamatio den 13 Novemb. 1761 2da den 20 dito. 3tia den 27 dito Betaald ƒ 57 = 2 = 14. Adjudicatio in forma
Van professor Ouwens is behalve een detail van de lijkstatie van Maria Louisa geen portret bekend.
Aan hem herinneren verder:
Catalogus librorum in omni facultate et lingua praestantissimorum inter quos eminent opera atque insignia, elegantissime compacta ac nitidissime conservata, quas collegit et reliquit Wilhelmus Ouwens. Quorum publica auctio fiet die 6 Dec. et seqq. 1779 Hagae Comitum, in aedibus Joannis Gaillard, bibliopolae in platea vulgo de Veenestraat, per Joannem Gaillard et Christ. Plaat, bibliopolas. Ubi catalogi distribuuntur, pro quibus ex lege solvendi sunt oboli duo pauperibus dandi. S.l.n.a. 8; [4], 268 p.

Exemplaar met handschriftelijke aantekeningen van prof. Ouwens thans in de bibliotheek van het Leeuwarder Collegium Medicum, Tresoar 336 Gnk; druk groot quarto met foliopapier doorschoten.

Hss. aantt. met vloeiblad


Vivat de provesser Ouwens: een wijnglas voor prof. Ouwens van een promovendus
Museum Martena Franeker
onjuiste spelling door graveur
AANHANGSEL
Het anatomisch theater van het Athenaeum

>> begin