>> HOMEpage

Goudsmeden en hunne leerlingen te Leeuwarden
in de 17e eeuw
door
R. Visscher

Bron: De Vrije Fries 22 (1914), blz. 65-91
Internetuitgave: M.H.H. Engels, juli 2016

* 65 *
• In het stedelijk archief van Leeuwarden bevindt zich een
rekeningboekje, waarin de meesters van het goud- en
zilversmidsgilde hier ter stede jaarlijks op St. Andriesdag,
30 November, — op den vóóravond van den patroonaats-
dag van het gilde, St. Elysius, — de bedragen verantwoord-
den, welke hunne leerjongens voor de opleiding in het
vak aan het gilde moesten betalen. Dit handschrift loopt
over de jaren 1599—1705, een tijdperk van grooten bloei
van de goudsmeekunst in Friesland.
• Daaraan ontleent het ook zijne bijzondere waarde, want
dit belangrijke boekje bevat niet alleen de autografen van
de meesters goudsmeden te Leeuwarden in de 17e eeuw,
doch ook de namen hunner leerlingen, met vermelding
van het jaar, waarin deze zijn aangenomen en het bedrag,
dat voor hunne opleiding is gestort. Het blijkt, dat deze
som voor de zoons van gildebroeders op één goudgulden
of 28 stuivers gesteld was, terwijl voor ieder ander, ook
voor broers en neven van goudsmeden, 2 goudgulden of
fl. 2.80 werd betaald. 1)
• Gaarne geef ik hierbij gehoor aan het herhaalde verzoek
om den inhoud van dit boekje in ruimer kring bekend te

1) Blijkens art. 16 der gilderolle van 1775 was in later tijden
het bedrag, dat voor weesjongens gestort werd, eveneens op 1
goudgulden gesteld.


* 66 *
maken. Het in zijn geheel af te drukken zou overbodig
zijn, daar de inschrijvingen meest alle in denzelfden vorm
zijn vervat. Ik heb er daarom de voorkeur aan gegeven
een practisch overzicht van den inhoud samen te stellen
en wel door:
• 1°. eene alphabetische naamlijst der daarin voorkomende
meesters op te maken, met vermelding van hunne leer-
lingen en het jaar, waarin deze door hen zijn aangenomen.
In de rubriek "aanteekeningen" nam ik daarbij die bijzon-
derheden op, welke sporadisch in de inschrijvingen ver-
meld worden;
• 2°. eene chronologische lijst van de meesters te geven
naar de jaren, waarin zij in het boekje voorkomen; en
• 3°. eene alphabetische naamlijst der leerlingen daarop,
te laten volgen.
• Voor de spelling der eigennamen heb ik mij strikt aan
het boekje gehouden. Ter voorkoming van misverstand
wijs ik er hier met nadruk op, dat de eerste naamlijst
niet al de namen bevat der meesters goudsmeden te Leeu-
warden in de 17e eeuw, doch slechts van hen, die in het
leerlingenboekje zijn ingeschreven. Het is toch zeer wel
mogelijk, dat er goudsmeden hebben bestaan, die zonder
leerlingen werkten. Evenmin geeft de chronologische lijst
de jaren aan, waarin de meesters goudsmeden hun bedrijf
hebben uitgeoefend, doch alleen die, waarin zij voor het
eerst en voor het laatst leerlingen hebben aangenomen.
• Nog moet ik hier eene eigenaardige moeilijkheid ver-
melden. Het komt n.l. voor, dat de meester in den loop
der tijden een anderen naam aannam. Jarich Gerrits
bijv., die zich van 1628—1643 met dezen naam ondertee-
kent, noemt zich in 1651 Jarich Gerrits van der Lely; —
Pytter Mathysen, die in 1646 als leerling wordt aangenomen,
treedt als meester op onder den naam van Pieter Faber
en slechts zijne huwelijksacte wijst uit, dat deze twee
identiek zijn. Ook hierin heb ik het boekje geheel moeten
volgen, met verwijzingen voor zoover de naamsverande-
ring mij bekend is.

* 67 *
• Het handschrift van kl. 8vo formaat, in perkament ge-
bonden, bevat buiten het titelblad, 145 bladzijden, waarvan
16 in blanco. Op het titelblad staat geschreven:
Int Jaer ons Heeren ende salich
makers Jesus Christus anno 1606
doen ick onder gheschrewen koer
meijster was vant goldtsmids
gilde binnen Leuwerden doen
heb ick dit leerionghe boeck
van weghen het gilde doen
maecken en het heef ghecost
acht stuewers orconde mijn
hant
Jetthie payes zoon
goldtsmidt

• Zooals ik boven reeds zeide, dateert de eerste aangifte
uit 1599; er gaan aan het jaar 1606 veertien inschrijvingen
vooraf, zoodat het "doen maecken" van dit leerjongens-
boekje waarschijnlijk verstaan moet worden in den zin
van doen inbinden.
• Jacob de Valck opent de rij: "In nomine Domini amen
"Jacob de Valck heeft voor zij zoon Dirck Jacobz de Valck
"zijn leerpenningen ant gilde betaelt den lesten novembris
"anno 1599 met een gold gulden an gelt".
• "Gerloff Rixen heeft voor zijn leer Jongen Beerent Rixzn. de
"leerpen. betaelt met twe gg. den lesten 9bris 1599.
• "Pay Jetz heeft betaelt twe gg. ant gildt voor de leerpen.
"van Harmen Dirckz 1601".
• Zoo gaat het voort. Enkele inschrijvingen zijn later
doorgestreept: een bewijs, dat de leerjongen zijn tijd niet
heeft uitgediend. Ofschoon deze vernietigd zijn, heb ik
ze voor de volledigheid toch in de naamlijsten opgenomen,
met vermelding van de doorhaling.

* 68 *
• Alphabetische Naamlijst der Meesters van het Goudsmidsgilde
te Leeuwarden, met de namen hunner Leerjongens en
het jaar, waarin zij deze in het Leerlingenboek van
het Gilde hebben ingeschreven, 1599-1705.

Meesters L e e r l i n g e n Jaar Aanteekeningen
Andeles, Eise Hendrik Jansen 1683
Johannes Vos 1686
Arents, Sipke Jan Gerrijts 1608
Pytter Jansen 1608
Asperen, Thomas Laurens Freedrijck Jaerichs Hartsma 1647
Rienck Tiercks 1649
Wybbe Aennes 1652
Eerenst Hendricks Duyff 1653
Asten, Bernardus van Wyentien Wyelsma 1695 Deze meester werd in 1674 ingeschreven als Beernt Wyntjes van Asten en is de zoon van Wientien Beerns die volgt.
Jakobes Rotgers 1699
Haerke Jelles 1700
Jakob Jochoms 1705
Beerns,Wintien (van Asten) Hans Hansen Mulhuysen 1647 Volgens zijne huwelijksinschrijving heet deze meester Wintien Beerns van Asten.
Douwe Wilhelmus Wingaerden 1652
Roeliff Roeliffs Moeckma 1660
Brongersma, Hillebrandt Pytter Mathysen 1646 Volgens zijne huwelijksinschrijving noemt Pytter Mathijsen zich in 1658 Pytter Mathijsen Faber
Hubartus Lauwrens 1649
Rombert Thomas 1650
Claes Gerryts 1651
Gerben Brongersma 1657 Zoon van den Meester
Mathys Meynts 1658
Thomas Thomasen 1661
Regnerus Jousum 1662
* 69 * Meesters L e e r l i n g e n Jaar Aantekeningen
Brongersma, Hillebrandt Claes Luckas 1665 Deze wordt ingeschreven door P. Langweer "weegens de Borgemeester H.Brongersma niet wel te pas zijnde".
Jan Huykeloren 1666
Brunsvelt, Augustinus Wibbe Jansen 1643 Deze heeft zijn leerjaren niet beëindigd.
Aberam Hendericks 1648
Jan Clasen 1650
Tecke Geerts 1652
Jan Pijers 1655
Andris Jans 1658
Harmen Clasen Randenraad 1659 Zusters' zoon van den Meester
Jacob Jansen 1663 Doorgestreept.
Johannes Viersen 1669
Jan Albartus Ketel 1673
Brunsvelt, Harmen Aerian Brunsvelt 1606
Feye Joosten 1608
Pytter Alberts (1615)
Hessel Gratema 1618
Egbert Johannis 1620
Hendrik Brunsvelt 1622 Broeders' zoon van den Meester
Augustinus Brunsvelt 1625 Zoon van den Meester.
Adriaen Brunsvelt 1627 Zoon van den Meester.
Caspers, Meinert Christian Meinarts 1608 Zoon van den Meester.
Chrystyaens, Hans Loedewick Rommerts 1624
Hendrijck Claesen 1627
Gyesbert Schengel 1631
* 70 * Meesters L e e r l i n g e n Jaar Aantekeningen
Clasen, Douwe Claes Douwes 1644 Zoon van den Meester
Clasen, Obbe Jarich Gerrits 1612 Gildebroederszoon
Pibe Hoeites 1614
Jellis Hansen 1616
Cornelis Jansen Faber 1617
Cornelis Jacobsen 1626
Eet Simons 1628
Rientie Jans 1633
Jepe Meinnarens 1638
Cornelis, Claes Sijbrandes Jans 1671 Doorgehaald.
Jenne Jakis Jonsme 1673
Dircks, Harmen Hans Adriaens 1612
Dirck Jansen 1612
Aendries Jansen (1615)
Baertel Jacops (1617)
Aeslu Ernstes 1618
Wyntien Bernts 1625 Gildebroederszoon; het gildegeld, 1 gg., wordt betaald door zijne Moeder Antije Tomes.
Dircks, Homme Pietter Yeelis 1649
Johannes Jansen 1657
Eevert Schoerdts Watenga 1660
Lenert Eggberts Mulleck 1663
Jackobus Feenstra 1665 Doorgehaald.
Hendrick Wynsemius 1668
Pytter Cornels 1670
Dortsman, of Dorsman, Pieter Jan Johannis 1671
Jacop Nuckl 1671
Coenraad Willems Kock 1676 Doorgehaald.
Claes Koeret 1678 Doorgehaald.
* 71 * Meesters L e e r l i n g e n Jaar Aantekeningen
Dortsman, of Dorsman, Pieter Jacobus Abus 1681
Douwe Fikis 1682
Hendricus Dorsman 1685 Zoon van den Meester
Petrus Dorsman | 1686 Zoon van den Meester
Adrijianus Dorsman 1690 Zoon van den Meester.
Andele Eyses 1699 Gildebroederszoon.
Paulis Rincks 1699
Thomas Wielandt 1702
Casparus Meyers 1704 Doorgehaald met de aanteekening: "Dese bovenstaende is doorgedaen door order van het Gilde den 30 9bris 1705."
Bartel ..... 1705 (Niet ingevuld).
Douwes, Claes Dirck Dircksen 1603
Tonis Cornelisen 1603
Albert Hans 1610
Douwe Claesz. 1618 Zoon van den Meester.
Douwes, Jan Hans Wibes 1630
Agge Jelles 1638
Eelckes, Wintie Warner Olpherts 1601
Freerck Eelckes 1605
Tecke Symons 1609
Harmen Hendrijck 1609
Elgersma, Richaeus Lambert Jacobs 1704
Faber, Cornelis Auke Radijs 1628
Faber, Pieter Toninius Egberts 1660 (Deze meester werd als leerling in 1646 ingeschreven onder den naam van Pytter Mathijsen).
* 72 * Meesters L e e r l i n g e n Jaar Aantekeningen
Faber, Pieter Mathis Luillof 1661
Reyn Gelsma 1664
Henderick Pieters Wijngaerden 1668
Foppei, of Foppes, Johannes Jarich Jans Hoock 1650
Pyter Andries Nijenhof 1653 Doorgehaald.
Poulis Jans Baerhuis 1656
Liuwe Jans Idzarda 1659
Rimmert Gerbens 1662
Leenaert Egbarts 1665
Joost Wilhelmis Rijsbeeck 1667
Pyter de Witt 1670
Watse Renijse 1675
Claes Symons Bronckhorst 1678
Jarich Syrsma 1679
Eelcko van Dorsten 1683
Gerrits, Jarich (zie op Jarich Gerrits van der Lely) Jan Hendrickx 1628
Rijck Beernts 1635
Tyerdt Jarychs (van der Lely) 1643 Zoon van den Meester.
Wybbe Piers 1643
Freerck Jarijchs van der Lely 1651 Zoon van den Meester.
Gerryts, Jan Wijlbert Harmens 1617
Martyne Martynes 1625
Harmens, Johannes Dierck Brunsvelt 1633 Gildebroederszoon.
Hotzes, Alger Hector van Foort 1603
Claes Meinerts 1605
Harmen Annes 1609
Rynner Saskers 1610
Clas Jygrams 1614
Frans Wijbes 1616
* 73 * Meesters L e e r l i n g e n Jaar Aantekeningen
Jacobs, Claes Meye Loedewickx Nijeenhu(ys) 1617
Haerman Jacobs 1618
Jacobs, Harmen (zie op Harmen Jacobs Raapsvelt) Johannes Lichtvelt 1642 Later noemde deze meester zich Harmen Jacobs Raapsvelt).
Gerrit Jacobs 1653
Jans, Johannis Antony Wilhelmus Hicks 1667
Rieneerus Peeckma 1671
Johannes Tiepckes Franckena 1676 Doorgehaald.
Jette Hanses 1679
Egbert Bartoldy 1680
Jans, Rintie Jacob Uldrickx 1647
Freerck Rienx 1648
Tijs Gerrits Colthoff 1652
Jan Harmens 1653
Gerrit Simens 1656
Marten Symens (1657) Doorgehaald "alsoo hy zyn leerjaeren niet voldaen heeft."
Jan Rinties 1660 Zoon van den Meester.
Arent Jans 1661
Eevert Sierckx 1664
Laes Rinties 1668 Zoon van den Meester.
Rintie Rinties 1673 Zoon van den Meester.
Jans, Tyepke Meynne Symmen 1658
Pytter Hansen 1668
Jetz, Pay Harmen Dirckz 1601
Jonghsma, P. Cornelis Clasen Jonghsma 1685 Gildebroederszoon.
* 74 * Meesters L e e r l i n g e n Jaar Aantekeningen
Jongsma, Cornelis Lolle Johannes 1696
Johannes Hammerstar 1699
Gosse Leeues Hisborda 1700
Otte Holstein 1705
Joostes, Feye Willem Pitters 1620
Jan Johans 1623
Sioert Jouckes 1633
Abraham Louwerens Reeuwers 1636
Keetel, Jan Nycolaes Staforsius 1684
Richeus Elgersma 1686
Hendryckus Beernts 1689 Doorgehaald.
Kock, C. W. Mattijs Kock 1691 Broeder van den Meester. Doorgehaald.
Langweer, Johannes Harmanus Jans 1661 Gildebroederszoon.
Langweer, Pieter J. Hans Jans Rosendal 1625
J. Harmen Lubberts 1632
Johannes Langweer 1642 Zoon van den Meester.
Abraham Langweer 1650 Zoon van den Meester.
Lely, Freerijck Jarijchs Syebberant Klaesys 1671
Johannyes Leley 1683 Zoon van den Meester.
Johannyes van Leyngen 1684
Aenderryes Klaefferheer 1695
Lyennaerduyes Meynaerduys Meynaert 1696
Dommyeniyckkues Reen 1699
Sijemmen Ennes 1699
Davijt Pitters de Wit 1704 Gildebroederszoon.
Tijemmoesseij Aelbert 1705
* 75 * Meesters L e e r l i n g e n Jaar Aantekeningen
Lely, Jarych Gerrits van der (zie op Jarich Gerrits). Freerck Jarijchs van der Lely 1651 Zoon van den Meester.
Lely, Johannes Cobes Jonsma 1697 Gildebroederszoon.
Johannes Raadt 1698
Jochiem Amerongen 1703
Johannes van Druen 1705
Lely, Tierdt Jarycx van der Jan Ippes 1665
Jacobus Huck 1679
Harmen Jackobs Raepsfelt 1684 Gildebroederszoon.
Lolly, Wybrandus Johannes Fockens 1661
Mensma, Alger Jacob Heeres 1633
Claesen Ryck Alger Mensma 1646 Zoon van den Meester, gestorven in 1655.
Claes Algers Mensma 1648 Zoon van den Meester
Aernt Algers Mensma 1655 Zoon van den Meester.
Arien Algers Mensma 1658 Zoon van den Meester.
Mensma, Arjen Beern Wyntjes van Asten 1674 Gildebroederszoon.
Gerardt Heddema 1677
Jan Granmeson 1680
Foolckert Sybbes 1682
Mensma, Nicolaes Dirck Brongersma 1670 (Geen gildebroederszoon.)
Jacob Gerrijts 1674
Gerlof Mensma 1681 Zoon van den Meester.
Jacob Gerijts 1683 Zusterszoon van den Meester.
Alger Mensma 1692 Zoon van den Meester.
Beern Jacobs 1694
Alger Areijens Mensma 1696 Gildebroederszoon.
* 76 * Meesters L e e r l i n g e n Jaar Aantekeningen
Olthoff, Willem Adam Roelffs 1644
Frercks Annes 1648
Hans Hendricks 1651 Doorgehaald met de opmerking: "In Augusti 1654 ys Hans Hendricks wt sin leerjaeren geloepen, so dat hij sin tijt niet heeff foldaen."
Jan Teeckkes 1655
Isaack Wolters 1663 Doorgehaald. Deze inschrijving is onderteekend: "Jarich Gerrits als affgaende kuermester in plaets van Willem Olthoff alsoo hij kranck was, ende is doen bij Augestus Brunsfelt komen."
Oostervelt, Jan Melgchers Ryenck Hettes Fryesma 1612
Harmen Karsten 1614
Sioerdt Jans 1616
Jacob Ariens 1618
Frijse Dya Claes 1620
Jan Teekes 1625
Sjoerdt Ottes 1630
Siouke Hilckes 1630
Dirck Jans 1636
Claes Martens 1637
Hans Roelefs 1641
Geerdt Eewerts 1643
Laes Pyeppes 1646
Dirck Hendricks 1649
Andris Jockes 1651
Tjallin Hendricks 1655 De meester teekent hierbij aan: 72 jaar.
* 77 * Meesters L e e r l i n g e n Jaar Aantekeningen
Oostervelt, Jan Melgchers Aibart Harmens 1659 De meester teekent hierbij aan: 76 jaar.
Jan Jansen Eeckholt 1663 De meester teekent hierbij aan: 80 jaar.
Passamier, A. Hommerus Heydema 1699
Payesz., Jetthie Claes Jacobs 1605
Willem Gerryt 1609
Raapsvelt, Harmen Jacobs, (zie op Jacobs). Jacob Harmens Raapsvelt 1654 Zoon van den Meester.
Claes Cornelis 1658
Raapsvelt, Jacobus Harmen Haringh Soerdts 1668 Doorgehaald.
Jan Jacobs 1668 Doorgehaald.
Hevridus Seieses 1677
Anies van Greven 1681 Doorgehaald.
Rinties, Laes Hessel Sinnes 1680
Rixen, Gerloff Beerent Rixzn. 1599
Roos, Cornelis Cornelisz. Jan Wierdts 1611
Frans Tymens (1615)
Tomes Wyllems (1615)
Jacop Schyngen 1621
Bendyckdus Tichgels 1625 Weeskynt.
Jan Oennes 1631
Symen Jansen 1631
Roos, Frans Cornelisz. Cornelis Cornelisz Roos 1602 Broeder van den Meester.
Naam niet ingevuld. 1608 (Gildebroederszoon).
Cornelijs Cornelijsz. (1615)
* 78 * Meesters L e e r l i n g e n Jaar Aantekeningen
Roos, Frans Cornelisz. Sybrant Sieckes (1615)
Wyeger Jansen 1623
Gerryt Hansens 1627
Rijsbeeck, Joost Sipke Piebes Beintema 1683 Doorgehaald.
Salverda, Rombertus Jou Douwes 1663 Doorgehaald.
Sickes, Minne Rempt Sinden 1622 Een weesjonge.
Abram Pitters 1627 Gildebroederszoon.
Sicke Minnes 1632 Zoon van den Meester.
Dirck Berns 1634
Jasper Tijsses 1639
Siberen Pybes 1642
Sideryus, M. Johannes Mancadan 1668
Wiert Jacobs 1669
Annies Sideryus 1674 Broeder van den Meester
Sietes, J. Justijnus Schevelaar 1694
Johannes Daaniels Sieestraa 1694
Sinnema, Hessel Dirckt de Friees 1699
Roelof Befon 1705
Bernardus Rienks Jelgerhus 1705
Sijderius, A., (zie Sideryus) Jeremias Carée 1685
Thomas, Claes Joost Claesz. 1601 Gildebroederszoon.
Thomas, Laurens Pieter Hansens Kockxz 1602
Simon Fransses 1603
Jan Douwes 1607
Hylbrant Allijffs 1609
Bartelmeus Janse s 1612
* 79 * Meesters L e e r l i n g e n Jaar Aantekeningen
Thomas, Laurens Clas Hendrijcks 1614
Sypke Sypkes 1619
Jelle Wyeners 1620
Thomas Laurens 1622 Zoon van den Meester
Wybe Johannes 1628
Wylt Martynes ten Hoorne 1631
Sytse Taekes 1642
Valck, Dirck de Cornelis Hendricks Lautenbach 1614
Gepke Waetzes 1616
Valck, Jacob de Dirck Jacobsz. de Valck 1599 Zoon van den Meester
Jan Loo 1606
Hessel Bouwes Bouma 1609 Gildebroederszoon.
Jacob Sioerts 1609
Visser, Rimbartus Tijmmen Jans 1679
Jacob Bouwes Raepsfelt 1679
Frans Jans 1683
Pytter Henderijcks 1686
Vos, Johannes de Claes Tomes 1684
Gerrit Ipes 1690
Henderick Sipholt 1694
Johannes Ippes 1695
Sibe Wijberens 1696
Age Lolkis 1699
Dye Domna 1700
Doede Koerts 1701 Naam half uitgewischt.
Lambartus Backer 1702
Frans Wiersma 1704
Winsemius, H. Dominicus Coops 1681
Seles Wiersma 1685<.td> Doorgehaald.
* 80 * Meesters L e e r l i n g e n Jaar Aantekeningen
Winties, Eelcke Syoerdt Hessels 1647
Jellis Martens 1651
Wijcks, Berent Alle Wijntijes 1617 Gildebroederszoon.
Harmen Roelefsz 1618
Wije, Elyas van der (?) Johannes Walter 1678
Wyerdts, Jan Lammert Pyters 1628
Jan Eges 1631 Een weesknecht
Tyepke Jans 1640 Gildebroederszoon.
Wylckes, Wyllem Jan Gerlofs 1608
Sybe Lijwes 1611
Ryck Gerlof 1612 Gildebroederszoon.
Eylert Jacops 1618
Wijt (Wit), P. de Casper Andrisen 1686 Doorgehaald.
Gysbertus Harmanes 1688 Doorgehaald.

*) De jaartallen, welke tusschen twee haakjes gezet zijn, ontbreken aan
de aanteekeningen, doch konden worden afgeleid uit de voorafgaande en
volgende inschrijvingen.


* 81 *

Chronologische lijst der Meesters Goudsmeden te Leeuwarden,
naar de jaren, waarin zij in het leerlingenboekje voorkomen.

1599 Gerloff Rixen.
1599—1609 Jacob de Valck.
1601 Claes Thomas.
1601—1609 Wintie Eelckes.
1601 Pay Jetz.
1602—1627 Frans Cornelis Roos.
1602—1642 Laurens Thomas.
1603—1616 Alger Hotzes.
1603—1618 Claes Douwes.
1605—1609 Jetthie Payesz.
1606—1627 Harmen Brunsvelt.
1608 Sipke Arents.
1608 Meinert Caspers.
1608—1618 Wyllem Wylckes.
1612—1638 Obbe Clasen.
1611 — 1631 Cornelis Cornelisz. Roos.
1612—1625 Harmen Dircks.
1612—1663 Jan Melgchers Oostervelt.
1614—1616 Dirk de Valck.
1617—1618 Claes Jacobs.
1617—1618 Berent Wijcks.
1617—1625 Jan Gerrijts.
1620—1636 Feye Joostes.
1622—1642 Minne Sickes.
1624—1631 Hans Chrystyaens.
1625—1650 Pieter J. Langweer.
1628 Cornelis Faber.
1628—1640 Jan Wyerdts.
1628—1651 Jarich Gerrits (van der Lely)
1630—1638 Jan Douwes.
1633 Johannes Harmens.
1633—1658 Alger Clasen Mensma.
1642—1658 Harmen Jacobs Raapsvelt.
1643—1673 Augustinus Brunsvelt.
1644 Douwe Clasen.
1644—1663 Willem Olthoff.
1646—1666 Hillebrant Brongersma.
1647—1651 Eelcke Winties.
1647—1653 Thomas Laurens Asperen,
1647—1660 Wintien Beerns.
1647—1673 Rintie Jans.
1649—1670 Homme Dircks.
1650—1683 Johannes Foppes.
1658—1668 Tyepke Jans.
1660—1668 Pieter Faber.
1661 Johannes Langweer.
1661 Wybrandus Lolly
1663 Rombertus Salverda.
1665—1684 Tierdt Jarycx van der Lely.
1667—1680 Johannes Jans.
1668—1674 M. Sideryus.
1668—1681 Jacobus Harmens Raapsvelt
1670—1696 Nicolaes Mensma.
1671—1673 Claes Cornelis.
1671—1705 Pieter Dorsman.
1671—1705 Freerijck Jarychs Lely.
1674—1682 Arjen Mensma.
1678 Elyas van der Wye.
1679—1686 Rimbartus Visser.
1680 Laes Rinties.
1681—1685 H. Winsemius.
1683 Joost Rijsbeeck.
1683—1686 Eise Andeies.
1684—1689 Jan Keetel.
1684—1704 Johannes de Vos.
1685 P. Jonghsma.
1685 A. Sijderius.
1686—1688 P. de Wyt.
1691 C. W. Kock.
1694 J. Sietes.
1695—1705 Bernardus van Asten.
1696—1705 Cornelis Jongsma.
1697—1705 Johannes Lely.
1699 A. Passamier.
1699—1705 Hessel Sinnema.
1704 Richaeus Elgersma.

* 82 *

Alphabetische Naamlijst der ingeschreven Leerlingen.

Abus, Jacobus 1681
Adriaens, Hans 1612
Aelbert, Tijemmoesseij 1705
Aennes, Wybbe 1652
Alberts, Pytter (1615)
Allyffs, Hylbrant 1609
Amerongen, Jochiem 1703
Andrisen, Casper 1686
Annes, Frercks 1648
Annes, Harmen 1609
Ariens, Jacob 1618
Asten, Beern Wyntjes van 1674

Baerhuis, Poulis Jans 1656
Backer, Lambartus 1702
Bartel, 1705
Bartoldy, Egbert 1680
Beernts, Hendryckus 1689
Beernts, Ryck 1635
Befon, Roelof 1705
Beintema, Sipke Pibes 1683
Berns, Dirck 1634
Bernts, Wyntien 1625
Bouma, Hessel Bouwes 1609
Bronckhorst, Claes Sijmons 1678
Brongersma, Dirck 1670
Brongersma, Gerben 1657
Brunsvelt, Adriaen 1627
Brunsvelt, Aerian 1606
Brunsvelt, Augustinus 1625
Brunsvelt, Dierck 1633
Brunsvelt, Hendrik 1622

Carée, Jeremias 1685
Claes, Fryse Dya 1620
Claesen, Hendryck 1627
Claesz, Douwe 1618
Claesz, Joost 1601
Clasen, Jan 1650
Colthoff, Tys Gerrits 1652
Coops, Dominicus 1681
Cornelis, Claes 1658
Cornelis, Cornelis 1602
Cornelisen, Tonis 1603
Cornels, Pytter 1670
Cornelijs, Cornelijs (1615)

Dircksen, Dirck 1603
Dirckz, Harmen 1601
Domna, Dije 1700
Dorsman, Adryianus 1690
Dorsman, Hendrickus 1685
Dorsman, Petrus 1686
Dorsten, Eelcko van 1683
Douwes, Claes 1644
Douwes, Jan 1607
Douwes, Jou 1663
Druen, Johannes van 1705
Duyff, Eerenst Hendricks 1653

Eeckholt, Jan Jansen 1663
Eelckes, Freerck 1605
Eewerts, Geerdt 1643
Egbarts, Leenart 1665
Egberts, Toninius 1660
Eges, Jan 1631
Elgersma, Richeus 1686
Ennes, Sijemmen 1699
Ernstens, Aeslu 1618
Eyses, Andele 1699

83
Faber, Cornelis Jansen 1617
Feenstra, Jackobus 1665
Fikis, Douwe 1682
Fockens, Johannes 1661
Foort, Hector van 1603
Franckena, Johannes Tiepckes 1676
Fransses, Simon 1603
Friees, Dirckt de 1699
Fryesma, Ryenck Hettes, 1612

Geerts, Tecke 1652
Gelsma, Reyn 1664
Gerbens, Rimmert 1662
Gerlof, Rijck 1612
Gerlofs, Jan 1608
Gerrits, Jarich 1612
Gerrijt, Willem 1609
Gerrijts, Claas 1651
Gerrijts, Jacob 1674
Gerrijts, Jacob 1683
Gerrijts, Jan 1608
Granmeson, Jan 1680
Gratetna, Hessel 1618
Greven, Anies van 1681

Hammerstar, Johannes 1699
Hans, Albert 1610
Hansen, Jellis 1616
Hansen, Pytter 1668
Hanses, Gerryt 1627
Hanses, Jette 1679
Harmanes, Gysbertus 1688
Harmens, Albart 1659
Harmens, Jan 1653
Harmens, Wijlbert 1617
Hartsma, Freedrijck Jaerichs 1647
Heddema, Gerardt 1677
Heeres, Jacob 1633
Hendericks, Aberam 1648
Henderijcks, Pytter 1686
Hendricks, Dirck 1649
Hendricks, Hans 1651
Hendricks, Jan 1628
Hendricks, Tjaliing 1655
Hendryck, Harmen 1609
Hendrijcks, Glas 1614
Hessels, Syoerdt 1647
Heydema, Hommerus 1699
Hicks, Antony Willhelmus 1667
Hilckes, Siouke 1630
Hisborda, Gosse Leeues 1700
Hoeitis, Pibe 1614
Holstein, Otte 1705
Hoock, Jarich Jans," 1650
Hoorne,WyltMartynesten 1631
Huck, Jacobus 1679
Huykeloren, Jan 1666

Idzarda, Liuwe Jans 1659
Ipes, Gerrit 1690
Ippes, Jan 1665
Ippes, Johannes 1695

Jacobs, Beern 1694
Jacobs, Claes 1605
Jacobs, Gerrit 1653
Jacobs, Haerman 1618
Jacobs, Jan 1668
Jacobs, Lambert 1704
Jacobs, Wiert 1669
Jacobsen, Cornelis 1626

* 84 *
Jacops, Baertel (1617)
Jacops, Eylert 1618
Jans, Aernt 1661
Jans, Andris 1658
Jans, Dirck 1636
Jans, Frans 1683
Jans, Harmanus 1661
Jans, Rintie 1633
Jans, Sioerdt 1616
Jans, Sijbrandes 1671
Jans, Tyepke 1640
Jans, Tijmmen 1679
Jansen, Aendries (1615)
Jansen, Dirck 1612
Jansen, Hendrick 1683
Jansen, Jacob 1663
Jansen, Johannes 1657
Jansen, Pytter 1608
Jansen, Sijmen 1631
Jansen, Wibbe 1643
Jansen, Wyeger 1623
Janses, Bartelmeus 1612
Jarychs, Tyerdt (van der Lely) 1643
Jelgerhus, Bernardus Rienks 1705
Jelles, Agge 1638
Jelles, Haercke 1700
Jochems, Jakob 1705
Jockes, Andris 1651
Johannes, Lolle 1696
Johannes, Wybe 1628
Johannis, Egbert 1620
Johannis, Jan 1671
Johans, Jan 1623
Jongsma, Cornelis Clasen 1685
Jonsma, Cobes 1697
Jonsme, Jenne Jakis 1673
Joosten, Feye, 1608
Jouckes, Sioert 1633
Jousum, Regnerus 1662
Jygrams, Clas, 1614

Karsten, Harmen 1614
Ketel, Jan Albartus 1673
Klaefferheer, Aenderryes 1695
Klaesijs, Syebberant 1671
Kock, Coenraad Willems 1676
Kock, Matthys 1691
Kockxz. Pieter Hansens 1602
Koeret, Claes 1678
Koert, Doede 1701

Langweer, Abraham 1650
Langweer, Johannes 1642
Laurens, Tomas 1622
Lautenbach, Cornelis Hendricks 1614
Lauwrens, Hubartus 1649
Lely, Freerck Jarychs van der 1651
Lely, Johannyes (van der) 1683
(Lely, Tyerdt Jarijchs 1643)
Leyngen, Johannys van 1684
Lichtvelt, Johannes 1642
Lolkis, Age 1699
Loo, Jan 1606
Lubberts, Harmen 1632
Luckas, Claes 1665
Luillof, Mathis 1661
Lywes, Sybe 1611

Mancadan, Johannes 1668
Martens, Claes 1637

* 85 *
Martens, Jellis 1651
Martynes, Martyne 1625
Mathysen, Pytter 1646
Meinarts, Christian 1608
Meinerts, Claes 1605
Meinnarens, Jepe 1638
Mensma, Alger Areyens 1696
Mensma, Alger (Nicolaesz) 1692
Mensma, Arent Algers 1655
Mensma, Arien Algers 1658
Mensma, Claes Algers 1648
Mensma, Gerlof (Nicolaes) 1681
Mensma, Rijck Alger 1646
Meyers, Casparus 1704
Meynnaert, Lyennaerduyes
Meynaerdiys 1696
Meynts, Mathijs 1658
Minnes, Sicke 1632
Moeckma, Roeliff Roeliffs, 1660
Mulhuisen, Hans Hansen 1647
Mulleck, Lenert Eggberts 1663

Nyeenhu(ys), Meye Loedewickx 1617
Nyenhof, Pyter Andries 1653
Nucki, Jacop 1671

Oennes, Jan 1631
Olpherts, Warner 1601
Ottes, Sjoerdt 1630

Peeckma, Rieneerus 1671
Piers, Wybbe 1643
Pitters, Abram 1627
Pitters, Willem 1620
Pybes, Siberen 1642
Pyeppes, Laes 1646
Pyers, Jan 1655
Pyters, Lammert 1628

Raadt, Johannes 1698
Radijs, Auke 1628
Raepsfelt, Jacob Bouwes 1679
Raepsvelt, Jacob Harmens 1654
Randenraad, Harmen Clasen 1659
Rapesvelt, Harmen Jackobs 1684
Reen, Dommyeniyckkius 1699
Reeuwers, Abraham Louwerens 1636
Renyse, Watse 1675
Rienx, Freerck 1648
Rincks, Paulis 1699
Rinties, Jan 1660
Rinties, Laes 1668
Rinties, Rintie 1673
Rixz., Beerent 1599
Roelefs, Hans 1641
Roelefsz, Harmen 1618
Roelffs, Adam 1644
Rommerts, Loedevvick 1624
(Roos, Cornelis Cornelisz 1602)
Rosendal, Hans Jans 1625
Rotgers, Jackobes 1699
Rysbeeck, Joost Wilhelmis 1667

Saskers, Rynner 1610
Schengel, Gyesbert 1631
Schevelaar, Justijnus 1694
Schijngen, Jacop 1621
Seieses, Hevridus 1677
Siderijus, Annies 1674
Sieckes, Sybrant (1615)
Sieestraa, Johannes Daaniels 1694

* 86 *
Sierkx, Eeuert 1664
Simens, Gerrit 1656
Simons, Eet 1628
Sinden, Rempt 1622
Sinnes, Hessel 1680
Sioerts, Jacob 1609
Sipholt, Henderick 1694
Soerdts, Haringh 1668
Staforsius, Nycolaes 1684
Sybbes, Foolckert 1682
Symens, Marten (1657)
Symmen, Meynne 1658
Symons, Tecke 1609
Sypkes, Sypke 1619
Syrsma, Jarich 1679

Taekes, Sytse 1642
Teeckkes, Jan 1655
Teekes, Jan 1625
Thomas, Rombert 1650
Thomasen, Thomas 1661
Tichgels, Bendycktus 1625
Tiercks, Rienck 1649
Tomes, Claes 1684
Tymens, Frans (1615)
Tijsses, Jasper 1639

Uldrickx, Jacob 1647

Valck, Dirck Jacobsz de 1599
Viersen, Johannes 1669
Vos, Johannes 1686

Waetzes, Gepke 1616
Walter, Johannes 1678
Watenga, Eevert Schoerdts 1660
Wibes, Hans 1630
Wielandt, Thomas 1702
Wierdts, Jan 1611
Wiersma, Frans 1704
Wiersma, Seles 1685
Wingaerden, Douwe
Wilhelmus 1652
Wit, Davyt Pitters de 1704
Witt, Pyter de 1670
Wolters, Isaac 1663
Wijberens, Sibe 1696
Wybes, Frans 1616
Wyelsma, Wyentyen 1695
Wyeners, Jelle 1620
Wyllems, Tomes (1615)
Wyngaerden, Henderick Pieters 1668
Wynsemius, Hendrick 1568
Wijnties, Alle 1617

Yeelis, Pietter 1649

De meesters waren niet geheel vrij in het aannemen van
leerlingen. Den 2en Februari 1602 had de Magistraat van
Leeuwarden in hare ordonnantie op het goudsmidsgilde
vastgesteld, dat geen meester goudsmid meer dan twee
jongens tegelijk mocht houden, dat geen güdebroeder een
knecht van een zijner collega's mocht onderhuren, terwijl
de leerjongen vier jaar aaneen bij een meester moest heb-
ben gewerkt, voordat hij zich aan de gildeproef mocht

* 87 *
onderwerpen. Werd hij bij het examen afgewezen, dan
kon hij de proef eerst na een jaar herhalen.
• De proef bestond, volgens arrest van het Hof van Vries-
land van 4 December 1544, in het maken van drie stukken,
n.l.: "eenen gouden rinck, met eene steen daer inne wel
"geseth ende aen beyden zijden innewerts gesneden ende
"mit dyverssche coeleuren geamaillieert. Ten anderden een
"cleyn zeegel wel constelijck innewaerts gesneeden ten
"minsten van de groote van een stuver. Ten derden ende
"laesten 't corpus van een croes ofte beecker metten bandt
"dairomme wel kunstelijck gedrewen sonder meer".
• Zoo de knechten te "schamel" waren om de materialen voor
de proef zelf te leveren, werden deze door het gilde verstrekt.
• Voor het afleggen van de proef moest de gildeknecht
van den beginne af een zekere som storten. Toen n.l. de
goudsmeden van Leeuwarden, naar aanleiding van de op 8
Maart 1529 uitgevaardigde "Ordonnantie voor den goltsme-
den in Vrieslandt"*), een request bij den stadhouder dezer
provincie, George Schenck van Tautenburg, indienden om
tot naleving van dit placcaat eenige inkomsten ten behoeve
van de keurmeesters van het gilde aan te wijzen, bepaalde
deze "dat elcke meester goltsmidt zijne wettige zoonen
"d'ambacht sal moegen leeren ende meester daer inne
"maecken myt twee onchen silwers tot behoeff van den
"ambachte. Zoe wat geselle meester van den ambachte
"zall willen worden, dat de zelve zal moeten betaelen acht
"onchen goet silwers ende indien hij d'ambacht bynnen
"der voors. stadt Leeuwaerden geleert heeft, vier onchen
"silvers tot proffijt van neeringhen". Het ons zilver had
destijds de waarde van een goudgulden, of 28 stuivers,
zooals uit deze zelfde ordonnantie blijkt: "Acht onchen
"silvers sall betaelt mogen wordden myt acht gouden gul-
"dens ende insgelijcx vier onchen voer vier gouden gulden".
• Mettertijd stegen echter de onkosten aan het doen van
de gildeproef verbonden. In 1682 stelde men het bedrag,
dat voor het afleggen van de proef werd vereischt, op

*) Opgenomen in het Charterboek van Vriesland, deel II, blz. 185.

* 88*
56 goudgulden, waarvan 30 aan het gilde, 18 aan de Edele
Policije 1), 6 aan de armen en 2 aan den bode werden
toegekend. Daarenboven was het de gewoonte geworden,
dat de knecht, die de meesterproef met goed gevolg aflegde,
een "proefmaaltijd" gaf, welke eene belangrijke uitgave van
hem vorderde. Reeds in 1602 werd daarom in art. 5 der
goudsmidsgilderolle bepaald, dat geen knecht, tot meester
bevorderd zijnde, verplicht zou wezen anderen tot den proef-
maaltijd uit te noodigen dan enkel zijne examinatoren n.l.:
de heeren policiemeesteren, de keurmeesters en de beide
oudsten van het gild, met hunne respectieve huisvrouwen.
• Deze drukkende lasten waren oorzaak, dat bekwame,
doch onbemiddelde knechten buiten het gilde werden ge-
sloten. In 1694 nam de Raad daartegen maatregelen en
stelde "tot voorkominge van diergelijke ongeregeltheden"
vast, dat de gildeknecht, — buiten 9 caroli gulden aan den
meester, in wiens huis hij de proefstukken maakt, tot
belooning voor diens beslommeringen, — in het geheel
zal betalen:
230 car. gld. als de knecht eens gildebroederszoon is;
250 car. gld., als hij de zoon is eens burgers van Leeuwarden, en
270 car. gld., als hij noch gildebroeders- noch burgerszoon is.
• Deze jura werden verdeeld, als volgt:
"De Edele Policy, voor vacatien 24 gulden
"De Overman, Keurmr. en de twee oudste van het Gilde 't zaemen insgelijks 24 gulden
"De Policie-Bode 2 gulden 10 stvrs.
"Voor de dienstmaagt van 't huys 2 gulden 10 stvrs.
"Tot verteringe bij 't opnemen van de proef 47 gulden
"En tot de grote maeltijd volgens 't 5e articul van de Gilde-Rolle 85 gulden
[totaal] 185 gulden,

1) Hiermee worden bedoeld: de Policie-meesteren uit de Magi-
straat, n.l. een der vier burgemeesteren en twee der schepenen,
onder wier bijzonder opzicht het goudsmidsgild stond.

* 89 *
terwijl de resteerende som van 45, 65 of 85 gulden ten
bate van het gilde bleef.
• Ofschoon men later trachtte hierin op nieuw verande-
ring te brengen: "zonder voorkennis van de Edele Policij",
werden genoemde bepalingen in 1756, met eene kleine
wijziging, door den Raad gehandhaafd: de dienstmaagd
verdwijnt van het tooneel en daarvoor treedt de bode van
het gilde in de plaats, terwijl aan den maaltijd fl. 80 ten
koste wordt gelegd.
• De gilderolle van 1775 geeft eene nauwkeurige beschrij-
ving van al de stadiën, welke de leerjongen bij het afleg-
gen der proef moest doorloopen. Eerst moest hij zich,
met voorkennis der Edele Policy, tot den keurmeester van
het gild wenden, met het verzoek, dat deze het gilde bij-
eenroepe, ten einde te vernemen, of deze of gene broeder
ook iets tegen den "proeveling" heeft in te brengen. Deze
comparitie komt hem op 5 gulden te staan.
• Wanneer nu geen der gildebroeders een wettig bezwaar
tegen hem heeft geopperd, wordt hij door de officieren 1)
en de oudsten van het gild op een "gevoegelijke" plaats
bescheiden, om hem mee te deelen, dat hij tot het doen
der proef is toegelaten, terwijl daarbij tevens de meester
goudsmid wordt aangewezen, in wiens huis hij de proef-
stukken zal maken. Dit schijnt een gewild baantje onder
de broeders te zijn geweest, ten minste art. 21 der gilde-
rolle bepaalt, dat "zo meer als een gildebroeder hem
"hadde gepretendeerd, zal door gemelde officieren en oud-
"sten bij meerderheid van stemmen werden gedecideerd,
"bij welke gildebroeder hij de proef zal maken". Op deze
bijeenkomst mag de vertering het bedrag van 12 gulden
niet overschrijden, dat ook weer ten laste van den proeve-
ling komt.
• Is de leerknecht nu zoover gevorderd, dan mag hij den
volgenden dag terstond beginnen met het vervaardigen
der proefstukken. De gildebroeder, wiens huis daartoe is

1) De olderman en de keurmeester van het gild.
* 90 *
aangewezen, moet hem van vier tot acht weken het ver-
blijf in zijne woning, benevens vuur, licht en het vrije
gebruik van al zijn gereedschappen toestaan, terwijl hij
er tevens nauwkeurig acht op moet geven, dat de proef-
stukken door den candidaat eigenhandig worden gemaakt.
Voor al deze beslommeringen geniet hij 9 gulden, welke
door de proeveling worden betaald.
• Zoodra de proefstukken gereed zijn, geeft de candidaat
daarvan kennis aan den keurmeester, die het gilde sa-
menroept om ze te vertoonen. Daarna worden zij bij den
keurmeester aan huis bezorgd om aldaar door dezen, den
olderman en de twee oudste gildebroeders ten overstaan
der Edele Policij te worden beoordeeld. Wordt de proeve-
ling te licht bevonden, dan mag hij het examen eerst na
een jaar herhalen, terwijl hij gehouden is de kosten, op
de afgekeurde proef gevallen, te voldoen.
• Is daarentegen het oordeel gunstig en blijken de stuk-
ken aan 's Lands ordonnantie te voldoen, dan moet eerst
de meester, te wiens huize zij zijn gemaakt, getuigen, dat
het werk eigenhandig door den candidaat is verricht;
daarop wordt de proeveling binnengeroepen en door den
Burgemeester, als eerste lid der Edele Policy, plechtig tot
meester goudsmid verklaard, mits hij aanneme zich in
alles naar 's Lands ordonnantie te gedragen en de jura
aan het gilde te betalen. Buitendien wordt hem soms
nog "voor eenige geringe fouten" een kleine boete ten
behoeve van de armen opgelegd, terwijl hij, indien hij het
burgerrecht der stad niet bezit, dit eerst moet winnen,
vóór hij zich hier als meester neer mag zetten.
• Eindelijk dan wordt aller werk en moeite beloond door
den proefmaaltijd! Volgens art. 30 der gilderolle zullen
"tot de grote maaltijdt gerechtigd zijn (en daartoe door
"de officieren van den gilde verzogt worden) de Ed. Heeren
"der Policie, de officieren van den gilde, de twee oudsten
"van den gilde, de meester bij wien de proef is gemaakt
"en de nieuwe meester beneffens hunne respectieve vrou-
"wen, zonder wijders".

* 91 *
• Opdat echter al de gildebroeders zich verheugen mogen
in de komst van den nieuwen broeder in hun midden,
bepaalt art. 29, na vermelding van bovengenoemde ver-
deeling der jura, dat uit het resteerende bedrag, hetwelk
tot onderhoud der gilde-gereedschappen bestemd was, nog
een kleine maaltijd voor het geheele gild zal worden be-
taald ter introductie van den nieuwen meester! — Mogelijk
heeft het aan de voortreffelijkheid der gereedschappen geen
afbreuk gedaan, dat de Revolutie het gilde een twintigtal
jaren later in haren storm meesleepte. Bij de opheffing
van het gilde telde Leeuwarden 27 meester goud- en zilver-
smeden.

>> begin