>> HOMEpage

De Toren van Babel
uithangteken te Leeuwarden

Internetuitgave: M.H.H. Engels, mei/juni 2017

De houten Toren van Babel dateert van het midden van de zestiende eeuw. Eerst hing hij uit aan de St. Jacobsstraat (oostzijde) nr. 2, vanaf 1588 aan de noordzijde van Nieuwestad (nr. 117). Het uithangteken markeerde oorspronkelijk herbergen, in de loop van de zeventiende eeuw vestigden zich in het pand aan de Nieuwestad andere neringen. Begin twintigste eeuw redde Nanne Ottema het bij de afbraak van de gevel.
Akte 227 van het gedeeltelijk door P.Th. Zwart uitgegeven (Leeuwarden 1970) protocol van Nicolaus Judoci Cleuting (Nicolaes Joostzoon), notaris te Leeuwarden van 1554-1585, werd verleden 1558 te Leeuwarden ten huize van de notaris "in den toorn van Babilonyen genaempt, staende in Sint Jacobs straet, omtrent die waeghs pype oft brugge"; te lokaliseren is dat op Sint Jacobsstraat Oz, nr. 2. De eigenaar van het pand (niet Cleuting) is naar de Nieuwestad Nz* verhuisd: de koper van nr. 2 kreeg in 1584 de opdracht het uithangteken aan de vorige eigenaar over te dragen**. Tot in het begin van de twintigste eeuw heeft de Toren van Babel aan de Nieuwestad uitgehangen. Toen de gevel van het pand sneuvelde, heeft notaris Ottema het houten teken gekocht, waardoor het in museum het Princessehof is beland. Thans bevindt het zich onder signatuur NO 05400 - NO staat voor Nanne Ottema - in het kunstdepôt van het Historisch Centrum Leeuwarden: Gert Elzinga haalde het met hulp van Jelle Hoekstra op 22 juni 2017 tevoorschijn. Rechts bovenaan ontbreekt een stuk en de zijkanten vertonen heel wat sporen van de houtworm. Het beeld meet 20 bij 55 cm.

* Volgens de Leeuwarder Courant van 1906 hing dit uithangteken van metselaars en bouwmeesters eerst nog uit aan de zuidkant van de Nieuwestad en heeft het na het instorten van het bewuste pand gedurende zes jaar op een zolder gelegen voordat het aan de noordkant van de Nieuwestad, op nr. 117 bij een kledingzaak terechtkwam, het tweede huis vanaf de oostzijde van de Weerd; J. van Stralen Szn. liet de geveltekens (waaronder de toren van Babel) spreken in zijn feuilleton "Een comparitie [= bijeenkomst] op de Oude Waag te Leeuwarden", LC 16, 18 en 19 april. Met de zon doelde hij op J. Turkstra's manufacturenmagazijn van die naam aan de Nieuwestad zuidzijde nr. 48 resp. magazijn "De Zon" met als chef C.A.A. Tombrock bij de Lange pijp Nieuwestad noordzijde nr. 117 (bijv. LC 1900 01 01). Heeft de schrijver de advertentie van 1753 verkeerd geïnterpreteerd wat betreft de eerdere locatie van de Toren van Babel aan de zuidzijde van de Nieuwestad? Wat hij schrijft over het verstoffen van het beeld op een zolder is immers bekend van het Gouden hoofd ofwel de gaper van de apotheek aldaar.
- Notaris Cleuting is 1585 overleden in zijn huis "recht over 't Raedthuys in de [Grote] Hoogstraet", dat hij volgens decreetboek Hof van Friesland III-4, 100 gekocht had in 1573.



** Groot Consentboek 1584, 14 verso

Tyarck Tyaercxzn. burger binnen Leeuwarden heeft van Willem Aernszn.
ende Hylck Wybrants dochter echteluyden ende mede burgers deeser steede gecoft sekere
huysinge belast met drie Ph[i]lips g. jaerlicxe grontpacht met oock 't meede
gebruyck van den steyge ten suyden vandien gelegen tzampt heure annexen,
gerechticheyden ende toebehoorten, staende ende gelegen voor an in St. Jacobstraet,
hebbende Alle Allezn. metten voors. steyge ten Zuyden ende d'erffgen. van Dr. Se[e]rp
Hanye ten Noorden naestgelegen, mits dat de cooper oft zijn actioniers in de
zelve huysinge geen herberge ofte harbergiers van wijn ende bier te tappen
ofte doen tappen binnen den tijt van zes jaeren van Mey toecomende aff
te rekenen ende zullen moegen hebben ofte laeten woenen. Ende zullen de
vercoopers den kruxe[?] staende opten achtercamer metten glaes casse ende
d'andere losbaere percheelen nae heur zullen moegen neemen. Ende zal
Aene Ysbrants dat uthangende bordt van den Toorn van Babilonien tot
hem moegen neemen, welverstaende dat dese coep zal verwachten
het event van den sententie te pronuncheren, angaende het licht in den achter-
gevel van den vs. huyze belangende de casijnen aldaer verhaelt ende geseth
ende bij den voorn. Aene desen coop dien angaende allen addressement te
doene nae behoeren. Alles vercoft voor thienhondert[!] tweendertich
goldtguldens tot XXVIII strs. 't stuck vrij schadeloos gelt. Te betalen op
vier naestcomende eerste Meyedaegen telckens een gerechte vierdepart vandien
onder speciale hypotecatie van de gecofte huysinge mette vs. annexen ende
generale van alle des coops andere goederen roerl[oos] onroerl[oos]. Bij
reale executie van den Hove ende der stadt Leuwaerden tzampt alle andere
gerechten. Des cederen ende transporteren de vercoopers den coper den
vs. huysinge met alle annexen vandien ende den eygendom mette ledige
possessie, belovende hem dezelve vrij te leveren (behalve de vs.
grontpacht ende puncten) onder reale executie van den Hove ende
andere gerechten. Nae breder vermogen van den coopbrieve daervan
zijnde. In date den XIIen Martij 1584. Bevesticht met stadts opge-
dructe zegel ter zaecken ondergetekent bi my Adie Lambertzn.
Item Willem Aerentszn., Hilck Wibrens, Tjarck Tyerckzn.,
L. de Veen.
Op welcke coop nae voorgaende proclamatie over den hooft-
kercke ten gerechtstuel deeser steede Leeuwaerden consent is
gepasseert den XIIIen Martij anno XVc vierentachtich.


Anne Ysbrantzn. en zijn vrouw Aelcke Reynsdr. hadden hun huis kort tevoren aan Willem Arensz. en diens echtgenote verkocht; Groot consent 1584, fol. 7 recto.
Een jaar eerder al hadden Aene Ysbrantszn., bode van het Hof van Friesland, en zijn [toenmalige] echtgenote Anne Jansdr. van Elbert Toniszn., burger te Hoorn, "zekere huysingen ofte twee cameren aen melcander" in de Bontepapesteeg, "wijlen Dominicus Gosses ten suydwesten" en de pastorie van Nijehove ten noordoosten, voor 300 goudgulden gekocht: groot consentboek 18 januari 1583, fol. 84 verso. Bode van het Hof van Friesland Lambert Arienszn. verkocht als curator over de goederen bij wijlen Aene Isbrantszn. en zijn vrouw nagelaten, aan Angnieta Jansdr. wed. Harmen "scherryer" het huis of de kamer met de bijbehorende tuin "in de Bontepaepssteyge [tegen]over het witte nonnenclooster, ... wijlen Dominicus Gossis ten oosten ende die pastorije van Nijenhooff ten noordwesten" voor 324 gg.; groot consent 1 februari 1605. In deze twee verkopingen wordt geen melding meer gemaakt van het uithangteken "de Toren van Babel".
Aene (ook Anne, zelfs Anna) en Aelcke hebben in 1588 een huis op de Nieuwestad gekocht: Anna Ysbrandtsz. wijnheer ende Aelcke Reyns dochter woenende binnen Leeuwarden hebben van Wybe Jacobsz. de Geest ende Anna Jansdr. mede echteluyden gecoft d'huysinge, middelplaetse, de nyuwe geboude schuyre met zijnen annexen tsampt leedige plaetse, dat nu bleeckfelt is, met allen zijnen annexen ... geerft ... van wijlen Styn Lyuwedr. zijn moeder ... an de smalle zijde van de Nyestadt hebbende Eene wijlen Anle [Andele/Andle] Hayes weduwe ten oosten ende Reymer Tomasz. ten westen ... voor een duysent twee hondert gouden gls. ... den Ven July 1588 (Groot consent 25 Octobris 1588, HCL toegang 1001, inv.nr. 3616 (oud ee 2). Blijkens het register betalingsordonnanties ontvanger generaal kloostergoederen 46v is in [het voorjaar van] 1600 "Aelcke Reijnsdr ter saecken van verteerde oncosten tot haren huijse geschiet gepasseert 47 £ 10 st.".
In de Groot consentboeken wordt de Toren van Babel aan de Nieuwestad genoemd van 1683 tot 1753. Joannes van der Ley (1646-1709) was wijnkoper in de Toren van Babel van 1681 tot 1708. In het wijkboek van 1843 wordt de huisnaam genoemd als nr. 14 van wijk G, Bij de Langepijp Nz; in de editie van 1878 als nr. 117 van wijk L: de wijkindelingen en nummeringen verschillen, maar het gaat om hetzelfde pand, tegenwoordig Nieuwestad 117. In een achterzaal van G 14 werden rond 1800 toneelvoorstellingen gehouden; Eekhoff II, 203.
• Bij de verkoop door Titia Potter, echte huisve. van Bernard Schotanus medicinae Dr. binnen Leeuwarden, van haar huis "op de smalle sijde van de nieuwe Stadt" aan Claas Jacobs en Antie Ariens e.l. worden als naastlegers genoemd: Antie Hessels lakenkoopster ten Oosten en het huis waar de "toorn van Babel" uithangt ten Westen; groot consentboek ee 27 - 70 verso, 16 maart 1682 / 19 februari 1683.
• Advocaat Dr. Hendricus Avercamp verkocht op 10 december 1683 (consent 28 november 1684) aan Joannes van der Ley wijnkoper en Johanna de Soet e.l. de "helfte van seeckere heerlijcke doorgaende voor- ende achterhuysinge op de smalle sijde van de nieuwe Stadt, hangende voor ende achter hetselve uyt de Toorn van Babel, bestaende in een voorhuis, groote kelder, diverse heerlijcke camers, put, back ende secreet, mitsgaders de achterhuisinge ende de vrije uytganck ... Claes Jacobs ten Oosten ... tweduisent gouden guld."; ee 27 - 145 verso.
• Bij het transport van een "heerlijcke ende wel ter neering staende huisinge op de [oostzijde van de] Waert [= Weerd] ... altans bij de faendrick Primer gebruickt" door Dr. Femmerus van der Ley "gerecht scholtis der Friese Nassause regimenten", onder-kapitein Thomas van der Ley en ds. (te Dongjum) Nicolaes van der Ley op Tiaerd Lous mr. handschoenmaker en Maria Hix werden gelokaliseerd: Dr. Meurs ten Noorden, "de huisinge van de thoorn van Babel" ten Oosten en het huis van een niet genoemde eigenaar ten Zuiden; 2 febr. 1696 / consent 7 febr. 1696 (ee 29 - 95 recto).
• Juffr. Geertruyt Beilanus, weduwe van Joannes Bechius, verkocht op 27 jan. 1698 (consent 25 febr.; ee 29 - 215 recto) aan koopman Symon Atis en diens echtgenote Rinske Lieuwes de "halve huisinge ... smalle sijde van de Nieuwe Stadt ontrent de Lange piep, daer de Toorn van Babel uythangt, bij de hopman Joannes van der Ley cum uxore als mede eigenaers ende respe. huirders gebruickt, die voor de helfte jaerlijcx te huir geeft een hondert vijff ende dartigh Car. gls.", waarbij een niet nader genoemde Claes buurman ten Oosten was, "de smal sijde van de nieuwe Stadt ofte de gemene straet" ten Zuiden, Yke Jans ten Westen en de "uytgangh van de meert[?] ten Noorden"; de prijs bedroeg 1900 goudgulden.
• Bij een "wandelcoop" op de Weerd tussen wijnkoper Daniel Tieboel & Anna Maria de Gies e.l. en "Monsr." Rintie Tambuser bevond de "toorn van Babel" zich ten Westen, het achterhuis van Tambuser ten Oosten en de straat ten Noorden: de oriëntatie is verwarrend! Daniel Tieboel ruilde in zijn "tuynninge offte hoff, met bomen en plantagie cum annexis mitsgaders de huisinge daerin staende met sijn toebehoren, hebbende de sloot ten besijden ten Oosten, de wegh ten Zuyden, beide met eigen steckagie, de vroetsman Jan Ketel ende de coopman Pierson ten Westen, ende dns. Wesselius ende de hopman Lubagh ten Noorden"; ee 30 - 70 recto (18 okt. 1699, consent 17 nov. 1699).
• Op 28 december 1699 met consent op 2 februari 1700 werden op de Weerd een huis, brouwerij en mouterij verkocht "gelegen achter de Toorn van Babel", alwaar het "wijnkantie in het vat voor de deur en aen de wipstoel" stond, welk complex zich uitstrekte tot aan het water van 't "heren waltie, hebbende een vrije uytgangh en brugge over het diept ... mande muyr ten Westen, de instraet ten Zuiden en de erffgen. van w. Dr. Dominicus Feenstra ten Noorden"; de brouwerij wordt uitvoerig beschreven, een en ander werd verkocht voor 2600 ggls. (ee 30 - 93 recto).
Anne IJsbrantszn., burger en wijnheer in Leeuwarden, kwiteert 15 maart 1586 raadsheer Baerte Idzaerda de ontvangst van 50 carolusguldens terzake van de wijnkoop en onkosten van de koop te zijnen huize van landerijen door Idzaerda van Syuck Emingha; Tresoar toegang 344 (verz. Fries Genootschap) inv.nr. 728.
In 1566 betaalde Thomas Joukeszn. 25 st. grondpacht voor het "huijs allwair hij selve inne woont, twelck den Thoorn van Babilonien ware genaemt"; Oorkonden der geschiedenis van het Sint Anthonij-Gasthuis, I [HCL B 13], p. 407. In 1576 verkocht Anthonis Joestz. als curator van de goederen van Thomas Joukez. en diens echtgenote Clara het huis bewoond door Symon Claesz. schipper, "daar den toorn van Babilonien uythanct"; Hofsdecreetboek III-5, 93 (Tresoar toegang 14 inv.nr. 16803).
Wie de maker en/of eerste eigenaar van het gevelbord was, is niet bekend: een kistenmaker ofwel schrijnwerker? Later heeft er in elk geval één mee geadverteerd in de Leeuwarder Courant van 3 november 1753: Johannes Sylstra [Zijlstra] Meester cabinetmaker, gewoond hebbende naast het oud vergulden Hoofd over de Waag, is nu komen woonen in de Tooren van Babel by de Lange Pyp; maakt en verkoopt tot een zeer civiele prys allerhande zoorten van cabinetten, zo notebomen als olyven, kisten en pulpitums of comptoiren &c.: ymand iets benodigt zynde zal goedkoop en na genoegen behandelt worden..

>> begin