>> HOMEpage

Rondgang door Leeuwarden van de stadsomroeper, 1644

Bron: Historisch Centrum Leeuwarden, Policyboek fol. 325h
Internetuitgave: M.H.H. Engels, juli 2013

Aenwisinge van de plaetsen binnen deser stede alswaer de stadsroeper geholden sal zijn ordinaris tot diens[te] der burgerie ende ingesetenen deser selver stadt te roepen sonder hem te mogen vervorderen dienaengaend van emands eetwes te genieten.
Indertijd was Agge Rinties Posch stadsroeper of trommelslager van Leeuwarden. Hij woonde in de Breedstraat, tussen "bij de put" (het startpunt van zijn route) en de "sparreboomspiep" op de Nieuweburen (de tweede lokatie waarop hij nieuws omriep).
Rond 1675 was Douwe Reinalda (Bagijnestraat) roeper. Het Maria Annastraatje heette in 1597 en 1619 Jacob Roepersteeg naar de aldaar wonende toenmalige stadsomroeper Jacob. In de groot consentboeken komt een tromslager Jacob voor in 1595, Nieuwe Oosterstraat; Claes Geerts, Droevendal 1626; Hans Bisschop, St. Jacobsleen 1647.

  1. Eerstelijk bij de Put
  2. ten 2en bij de sparreboomspiep
  3. Hoexter piep
  4. Amelandts piep
  5. De brugge op de Tuinen
  6. Cancellarie piep
  7. d'Vismarckt
  8. Francisci piep
  9. In d'Corfmakers straet
  10. op Galileester piep
  11. Recht voor de nieuwe munte
  12. In de nieuwe Oostercruisstraet
  13. op de Oosterstraets piep
  14. op Blokhuister piep
  15. op d'Peperstraets piep
  16. Midden in de Peperstraet
  17. op de Brol
  18. In de Hoogstraet bij de nieuwe toorn
  19. de Hoogstraets piep
  20. op de piep voor d'Minnemastraet
  21. In de Speelmansstraet voor de suipsteegh
  22. op Cammingha horn
  23. In de Beijerstraet
  24. In de St. Jacobsstraet voort gulden wijnhuis
  25. Voort Raedthuis
  26. Op de Waegs piep
  27. Midden in de grote Hoogstraet [moet zijn St. Jacobsstraat?]
  28. op den dijck bij d'burgemr. Itzma huising
  29. op de lange piep
  30. voor de vergulden helm op de brede zijde der nieuwe Stadt
  31. op de Weert voor de Baginestraet ofte nu de Westerkerkstraet
  32. in de voors. Westerkerkstraet voor de nieuwe steeg
  33. op de piep voor de nieuwe steeg
  34. op Docco Martena piep
  35. d'Schaverneks piep
  36. in de cleine Kerckstraet voor de Bagine ofte voors. [Wester]Kerckstraet
  37. In de Grote Kercksraet recht voor de heer Ivestraet
  38. voorts aldaer voor de Doele straet
  39. op d'Gasthuis piep
  40. op de Pijlsteegster piep
  41. op de Pottebackers piep
  • Op de brugge voor de huisinge van de burgemr. L. Fenema volgens resolutie van den 22. Julij 1670 en 9 Febrij. 1694
  • uts. op de brugge op de Tunen voor de bouwmr. D.W. Cluerda [1668-1671] volgens resolutie van den
  • uts. in de Oosterstraet nevens de Herestrate
  • voor de wijdde steegh volgens resolutie van den 22. Julij 1670
  • voor de Slotmakersstraet volgens resolutie van den 7e Julij 1719
  • voor de Bollemanssteegh in plaats van de nieuwe steegh volgens resolutie van den 9. 9b. 1683
Aldus geresolveert ende gearresteert in de vergaderinge van de E. Raeden den 5en Julij 1644
F. Jorritzma 1644 7. 5.

>> begin

Policyboek fol. 307
Den stadts roeper aen den mijnheeren die burgemrn., schepenen ende raeden der steede Leeuwarden
Geeft met allen oetmoedt te kennen Jacob roeper U mijnheeren altoes bereytwillige ende onderdanige dienaer dat hij suppl. v. mijnheeren den brugerije over die dartich jaeren in alder getrouwicheyt zoe hij verhoopt heeft gedient, ende alsoe hem supplt. int aennemen van zijn officie worde belast, daeraff hij tot noch toe sonder turbe ofte molestatie van emandts in de possessie es geweest als dat nyemandt anders sonder zijnen consente die tromme soude moegen slaen om daermede eets uuyt te roepen ofte publiceren hebbende gemeentschap met zijn officie mochte oeck anders. Soe eest nochtans dat eenen Syurdt Hylckez. tijden geweest tromslaeger van de blockhuyse Leeuwarden ende tot twe tijden daervan, zonder dat supplt. verclaert waerom es affgedanct, vervordert in zijn supplts. officium te treden ende ryfelerijen ende andere saecke omlsaet ende uuytroept, becreudende zijn supplts. officium, hebbende een huys voll kleyne kinderen die oock zulckes met zijn dienst dertich jaeren lanck gecintinueert nyet verdient [307 verso] heeft. Biet daeromme oetmoedel. dat mijnheeren hem gelieven te gunnen ordonnantie opte marge van deesen dat eenen yder interdiceert ende verboeden worde noch mette tromme noch anders eets in deeser steede uuyt te roepen gemeenschap hebbende met zijn supplts. officie in recompens van zijne langduyrige dienste mits dat hij supplt. presenteert U mijnheeren bij nachte ende daege te dienste te staen, dit doende etc. Ende op die margine stont geappostileert: 't Gerech[t] interdiceert soewel Syeurdt Hylckez. in deesen geroert als allen anderen tromslaegers buyten consente van den gerechte geen trom te roeren exempt de supplt. volgende zijn ordonnantie ende meede exempt in ordinaris nachten van de bevelhebberen.
Actum den XIen Octobris 1578 ende ondergeteeckent De Veer.
Siet van des stadtsroeper een instructie ofte aenwiesinge van plaetsen daer hij geholden is ordinaris te roepen volgens nieuwe resolutie dienaengaende genomen den 5en Julij 1644, hiernaer folio 328 [thans 325h].
Over de functie van tamboer, trommelslager c.q. stadsomroeper vgl. Trommelslagers - De tamboer van Hoogeveen.

>> begin