>> HOMEpage

Achterhuis Bredeplaats 7 Leeuwarden

Bron: Foppe Valk, 700 jaar bouwen in Leeuwarden, afl. 421, Huis aan huis 22-11-2000
Internetuitgave en aantekeningen voor verder onderzoek: M.H.H. Engels, september/december 2016

De Bredeplaats is ooit gerooid over de voormalige appelboomgaard van het Dominicanerklooster. Dat was met de kerk- en kloostergoederen elders in Leeuwarden tijdens de Reformatie in 1580 geconfisceerd door de stedelijke overheid. De grond aan de nieuwe straat werd aan het begin van de zeventiende eeuw verkaveld en door de stad in pacht uitgegeven. De meeste percelen, zo niet alle, kwamen in handen van de diaconie van de gereformeerde gemeente. Deze liet er ter vervanging van de pestkamertjes die er nog stonden, woninkjes voor minvermogenden op bouwen. De reëelkohieren (1761-1804) maken ook in de achttiende eeuw zonder onderbreking melding van diaconie-armen als enige bewoners van Bredeplaats 7, evenals van de belendende panden. Pas in de negentiende eeuw zou de stad het eigendom van het grondperceel overdragen aan de Stads-Armenkamer.
Waneer is dan het achterhuisje gebouwd? Het staat achterop het erf met de rug stijf tegen de blinde oostmuur van het Boshuisengasthuis. Er bevinden zich geen sporen van dichtgezette oude openingen in de achtergevel, zodat we mogen aannemen dat het huisje jonger is dan het in 1652 gestichte gasthuis. De noordelijke zijgevel laat het oudste muurwerk zien. De gevel is een beetje een lappendeken, maar het grootste en regelmatigste stuk metselwerk bestaat uit een type gemêleerde, geeloranje baksteen dat zeer goed uit de zeventiende eeuw kan dateren en overduidelijk niet hergebruikt is.
Naar de voorgevel te oordelen heeft het huisje een paar fikse verbouwingen ondergaan: in de loop van de achttiende eeuw en nogmaals in de eerste helft van de negentiende. In de achttiende eeuw werden de oude voorgevel en een hoek van de zijgevel neergehaald en opnieuw opgetrokken met geeltjes en een nieuwe indeling met een aardige bedrijfspui. De hijsdeur en zesruits vensters op de verdieping en het venster met de fraaie ingezwenkte ruitvorm op zolder zijn sporen van een verbouwing aan het begin van de negentiende eeuw. Mogelijk is toen de voorgevel meteen dun besmeerd met pleister. Alles wijst erop dat het pand na de eerste verbouwing behalve mensen een bedrijfje ging huisvesten.
De voorgevel is eigenlijk wat te rijk voor zo'n onopvallend gesitueerd en voor eenvoudig gebruik bedoeld gebouwtje. Vooral het decoratieve venster bovenin kom je eerder tegen bij een voornaam herenhuis [zoals Eewal 78]. Wel lijkt het erop dat het eerds van oudsher de opbouw had die het nu nog heeft: twee lagen plus een zolder onder een zadeldak tussen topgevels. Alleen kunnen de gevels oorspronkelijk wel eens een andere beëindiging gekend hebben - de bovenkant met windveren die hoeken van het kozijn aan het zicht onttrekken, ziet er vreemd uit en de sporenkap is nog niet zo lang geleden gedeeltelijk vernieuwd, weliswaar met behoud van de oude oranje Hollandse golfpannen.
Het moet intussen een poos geleden zijn dat een schilder voor het laatst een bezoek aan het pand gebracht heeft. Geen ramp overigens want de kozijnen zijn getimmerd van kwalitatief uitstekend grenenhout. Kwalijker is dat het dak en de goten op tal van plaatsen beginnen te lekken; zonder ingrijpen betekent dat meestal het begin van het einde. Vergeten en versleten maar nog niet opgegeven. Al met al is in dit geval een pleidooi op z'n plaats voor behoud en een heel sobere conserveringsbeurt, simpelweg het casco goed wind- en waterdicht maken. Zouden er niet een vakopleiding en een cultureel betrokken aannemer te vinden zijn die het achterhuis samen willen adopteren als een leerling-werkplaats-project?


Aantekeningen

Eewal 78
Het pand Eewal 78 maakt deel uit van een rij huizen die gebouwd zijn op de plaats van de tuinmuur achter het voormalige Minnemahuis (later Hotel 'De Nieuwe Doelen') aan de Voorstreek. De tuin van dit stadshuis van voorname families zoals de Minnema's, strekte zich uit tot de Eewal. Op de plattegrond van Johannes Sems uit 1603 ziet men de tuinmuur met in de oosthoek een torentje afgebeeld. In 1610 besloot de eigenaar van het Minnemahuis tot het verkavelen van een deel van zijn hof. Hij vroeg toestemming van het stadsbestuur voor de bouw van 12 huizen aan de Eewal en de Minnemastraat.
Op een van deze percelen is het huis van leidekker Dirck Alles gebouwd. Zijn zoon Alle Dircks, ook leidekker, kocht in 1611 "een seeckere ledige plaets, omme met een huijs te bebouwen" van Sicke van Liauckama. De prijs bedroeg 392 goudguldens. In datzelfde jaar was de bouw al ver gevorderd, want er werd een gevelsteen geplaatst waarop een leihamer is afgebeeld. Ook het bouwjaar en de naam van de bouwheer Dirck Alles zijn in de steen gebeiteld. Hij stierf er in 1624; zijn zoon was reeds eerder, in 1620, in z'n huis "in de leijhamer" aan het Blokhuisplein 18 overleden.

Aestimatieboek z14 - 242 Alle Dircks leydecker † 21-11-1620 bij 't Blokhuis
Inventarisatieboek y27 - p. 93 t/m 139 Dirck Alles leydecker 05-10-1624 nieuwe Eewal; enkele citaten:
108-111 boecken
116 Leydeckers gereedschappen en materialen
118 Den 7en 8bris voor noen ... een coopbrieff van een camer, loodse ende plaetze staende ende gelegen int gewesenen Jacobijner Clooster met 't Decreetbrieff op de voorgaende eygener gepasseert ... welcke perchelen van vaste goederen bij Jancke Schellings [= tweede echtgenote] verclaart worden al wederomme vercoft t'zijn
126 Seeckere Testamente gemaeckt bij Dirck Allesz. ende Aeff Douwes dr. [= eerste echtgenote] ... dateert den 27en 9bris 1606
132 Hester van Loo debet volgens specificatie van reparatie van 't huys in de rode leeuw 9-1-0
134 D'eigenaren van 't huys in de blauwe falck 1-10-0

138 D'kuyper Doecke Wiglis van de doodkiste ---

Jan Westerman quotisatie 1749 Bredeplaats (T5 i6480)
Wumkes DVF 1924, 252: in 1743 genoemd als uurwerkmakersgezel, in 1760 opvolger van Haakma als klokkensteller Nieuwe toren, 1763 en 1770 Mr. uurwerkmaker in de Pijlsteeg
informatieboek 1751-04-16: Trijntie Jeltes huisvr. van JW op de bredeplaats, 40j.
inform. 1794-02-29: JW provenier St. Anthony gasth.
† 20-12-1795, 83/84 j., begr. Jacob.kerk 26-02-1795; opm.: Anth. gasth.
Galil.kerk 1743 x Trijntie Jeltes, 1770 x Lidia Schreuder; begr. Jac.kerk 11-07-1769 resp. 24-09-1788
GC 23-2-1776, 4 verso
v: Hendrik Stroband, commis convoyen en licenten te Workum
k: Pytter Proost en Aaltje Boelema e.l.
husinge cum annexis agter de Jacob.kerk opde Breede plaats
voor en agtercamer, keuken en plaats, secreet en bleekvelt
bij de verkoperen vader met er dood ontruimd en nog bij Johannes [familienaam of patroniem niet ingevuld] tot den 12 May 1776 bewoond
straat ten Oosten, Boshuisens gasthuis ten Westen, met de huysinge een mande muur ten Z. en staketting en de erven van Pytter Johannes Fonk ten N.
950 Car.gls.
KC 1702 161 recto
v: Yme Obbis Broersma timmerman ende Yttie Bauckis echteluiden binnen Leeuwarden
k: Cornelis Sioerdts en Ysabella Andries echtel. mede binnen deser Steede
seeckere onse woninge bestaende in een kamer ende keucken, sampt plaetse, put en bleeckvelt, lopende achter tot aen vrouw Boshuysens Gasthuys toe, staende n gelegen achter de Jacobiner kerck, op de brede plaets, tegenwoordigh bij ons vercopers selffs bewoont ende gebruyckt, hebbende die wooninge de vrijheyt en gerechticheyt om het water uyt de put van de huysinge ten Zuyden door een pomp te trecken, doch bij 't invallen en reinigen van dese put sullen de copers die met e eigenaers van de huysinge ten Zuyden moeten onderholden; doch sullen de echtelieden kopers geen gerechticheyt hebben aen de back van de huysinge ten Zuyden, gelijck mede niet van het secreet sijnde achter de stakettinge achter van 't bleeckvelt, plaets off tuyntie met de huysinge ten Zuyden gemeen
hebbende de straet ten Oosten, vrouw Boshuysens gasthuys ten Westen, Wybren Sybrens ten Zuyden en met de selve een mande muyr, ende Pyter metselaer ten Noorden
425 car.gls. den 16e Febr. 1702, [consent] den 17e Martii 1702
KC 1708 171
v: Cornelis Sioerds en Dieuke Pyters
k: Pyter Joannes Fonck metselaer ende Gryttie Dirks woonachrigh op Oude Galileën
[zelfde omschrijving]
tegenwoordigh bij Wybren Riurdts cum uxore wordende gebruyckt
straet ten Oosten, vrouw Bosh. gasth. ten Westen, Hendrick Harmensten S., koopers [Fonck] ten N.
400 Cargls. ende een halve silveren ducaton
10 april 1707, [consent] 9 May 1708
GC 1712, 151 verso, Bredeplaats
P.J. Fonck ende Grytje Dircks e.l. aen Pyter Luloffs
seeckere huysinge, plaets ende tuyntje
straet ten O, verkoopers ten S met een mande muir ende stekettinge, gasthuys ten W, de Diacony ten N
19 sept. 1712 / 31 okt. 1712
verk. in 1832 perceel 767? nu 9
diakonie 1832 perceel 769?
Prekadastrale atlas fan Fryslân dl. 7 Lwd. 1832, p. 49
1832A 763A 764A 765A 766A 767
1843 I 156I 157I 158I 159I 160
201613579
RQ 1811 RQ 1811 Jurjen Pater I 160 J.H. Doodkorte
Stemg. 1824 Jurjen Pater
1832Douwes Willemse Houtsma*Gerrit v.d. WielenJurjen Paterde stad Leeuwarden**wed. Jan Hendrik Doodkorte
* † 6-2-1853, 59 j.; ** nu nr. 7: LC18450418 letter I no. 159 G. Huisken / Andries van Calsbeek steendr., kunstschrijver en wijkbode † Lwd. 1896 / LC19480128 IJ. Rauwerda, kruidenierswaren, schoonmaakartikelen, klompen / januari 2016 sloopvergunning "opberghok" [= achterhuis], huis aan de straat gebouwd 1900
Jurjen Pater gouddraadwerker † 14-10-1833, 67 j. wijk E nr. 276
Gerrit van der Wielen metselaar 1790-02-24, stadsarchitect 1813-1843; werkverblijf Bredeplaats Oz 2 (bron: stemgerechtigden 1824)
Jan Hendriks Doodkorte 1778 x Anna-Agatha Lammerts = Anna-Gida Lammerts (Roomse) † 6-10-1846, 89 j.
huisnaam? "de stad Leeuwarden" Bredeplaats Wz
Schoorsteengeld 1698
Kerkhof [Jacobijne kerkhof]
2801 I 1 - Poppe Pijters wed.
2802 I ½ - Harmen Balsars wed. [Balthasars]
2803 I ½ - Jochem Sondermaijer
2804 I ½ - Jan Rosman KC 1686-198, 1700-37
2805 I ½ - Pijter Willems
2806 I 1 - Siarde Morel
2807 I 1 - Cornelis Sioerds
2808 I 1 - Jan Jansen
2809 I 1 - Stoffel Wijtses
2810 I 1 - Ime Obbes [Broersma]
2811 I ½ - Montejon
2812 I ½ - Jacob Dousijn [Donsin?]
2813 I 1 - Dirck Roelants
2814 I 1 - Stoffel Ennes [gesworen ratelaar, inform.b. 1710, 1712]
2815 I ½ - Jan Wopkes
2816 I ½ - Harmen Luijrs

Bredeplaats
informatieb.
1752-01-05
Ypkjen Thijssen (x Coenraed Reinalda) [quotisatie 1749 West Hoeksterespel: ruiter, afgedankt, loopt met bollen]
1758-06-28/1752-01-05
wijlen Jan Hendrix (weduwe is Rinske Tjerks)
1787-06-29
Johanna Dirks
1758-06-28
Johanna Dirks, suster van Rosa Dirks, wed. van Fonck
1778-03-31
Jan Ferwerda, coopman
resolutie
1758-06-08
Frederik Martens
Bredeplaats 7
LC sept. 1779 bij Mr. knoopmaker Daniel van Houten
LC febr. 1775 bij Claas Buising cum soc. bewoond en gebruikt


reëelkohieren 1716-1804, HCL microfiches lade 1b,c,d,2a
Tresoar Arch. Rekenkamer

Open Monumenten 1990
Anna van Eysinga en haar tweede man Philip van Boshuisen, grietman van 't Bildt, kochten in 1651 "plantagie met twee bloemtuinen daerin, sampt somer- en duiwehuiske", 800 gl. GC 65verso
1716 14 diaconiekamers, nu Luilekkerland
Volgens wijkboek 1878 159 nu 7
1843 wijk I 156 t/m 160 Bre(e)deplaats Wz (van Z naar N), 161 Luilekkerland

- N -
-------------------- Diakonie
Fonck 1708 KC - v: 1712 GC
k: Fonck 1708 KC - 1712 GC
Hendrik Harmens 1708 belender KC
- Z -

>> begin